HUMO enquête naar de koopkracht
Steekproef N= 1000 respondenten representatief voor de Nederlandstalige 20-plussers (geen studenten) Methode Combinatie van telefonisch (23%; bij 65-plussers) en online (77%).
Veldwerk Onderzoeksbureau Compagnie
Analyses Sanoma Magazines Belgium
1
Beschrijving steekproef Geslacht Man Vrouw
48% 52%
Leeftijd 20-29 30-39 40-49 50-59 60+
13% 20% 20% 16% 31%
Opleiding Lager onderwijs Middelbaar algemeen of technisch Middelbaar beroeps Hoger onderwijs niet universitair Universitair Ik weet het niet
11% 29% 13% 33% 12% 3%
Beroep Zelfstandige of vrij beroep Arbeider Bediende (ook leraar, politie, verpleger, ...) Kader Werkloos Gepensioneerd Huisvrouw/huisman Invalide Geen van deze
6% 11% 39% 5% 3% 28% 5% 2% 1%
2
Woonsituatie Nog thuis (inwonend bij ouders) Alleen zonder kinderen ten laste Alleen met kinderen ten laste Samen of gehuwd zonder kinderen ten laste Samen of gehuwd met kinderen ten laste Geen van deze
5% 22% 5% 38% 29% 2%
Aantal kinderen ten laste geen 1 kind 2 kinderen 3 of meer
67% 12% 15% 6%
Netto gezinsinkomen Minder dan 1000 euro Tussen 1000 en 2000 euro Tussen 2000 en 3000 euro Tussen 3000 en 4000 euro Meer dan 4000 euro Hier antwoord ik liever niet op
9% 32% 23% 14% 4% 17%
3
Resultaten enquête. 1. In vergelijking met vorig jaar, vindt u het leven nu ... ?
Veel goedkoper Goedkoper Even duur of goedkoop Duurder Veel duurder
0% 0% 4% 50% 46%
Bijna iedereen (96%) is het erover eens dat het leven nu duurder is in vergelijking met vorig jaar. Vinden relatief vaker dat het leven ‘veel duurder’ is geworden: arbeiders (55%), mensen met 2 of meer kinderen (60%), werklozen (63%), mensen met een netto gezinsinkomen van minder dan 1000 euro.
2. Wat is volgens u de belangrijkste reden dat voor u het leven duurder is geworden? Brandstofprijzen Voedselprijzen Gas- en elektriciteitstarieven De evolutie van uw salaris Immobiliënprijzen Weet niet
41% 32% 15% 6% 3% 4%
Werklozen verwijzen vaker naar de voedselprijzen (51%) dan naar de brandstofprijzen (36%).
3. Komt u rond op het einde van de maand? Ja, makkelijk Ja, nipt Nee, net niet Nee, helemaal niet
35% 50% 10% 5%
85% komt rond op het einde van de maand; slechts 1 op 3 heeft het naar eigen zeggen makkelijk. Hebben het moeilijker om rond te komen: werklozen (26%) en wie een netto gezinsinkomen heeft van minder dan 1000 euro (32%). Er is uiteraard een sterk verband tussen gezinsinkomen en werkloosheid: 31% van de werklozen in de steekproef hebben een inkomen van minder dan 1000 euro. 53% van de gezinnen met een inkomen van meer dan 3000 euro komen makkelijk rond, voor 41% onder hen is het nipt.
4
4. In vergelijking met vorig jaar is rondkomen voor u nu ... ?
Makkelijker Moeilijker Even makkelijk of moeilijk
3% 68% 29%
Ook hier vinden de werklozen het relatief moeilijker om rond te komen: 82%. In alle inkomensklassen is er een meerderheid die het moeilijker vinden om rond te komen. Ook in de hoogste inkomensklasse (> 3000 euro) vindt 57% het moeilijker geworden. Gepensioneerden vinden het niet makkelijker of moeilijker dan de “gemiddelde” Vlaming. 5. Moet u om rond te komen …? (Filter: komen rond op het einde van de maand: N=848) Besparen op uitgaven Bijklussen Lenen bij de bank Lenen bij vrienden of familie Geen van deze
45% 8% 1% 1% 51%
45% van wie nu rondkomt bespaart op de uitgaven. 51% doet geen bijkomende inspanningen. 6. Overweegt u om rond te komen door ... ? (Filter: komen niet rond op het einde van de maand: N=152) Te gaan besparen op uitgaven Te gaan bijklussen Te gaan lenen bij de bank Te gaan lenen bij vrienden of familie Geen van deze
68% 26% 4% 7% 14%
7. Kunt u me zeggen of u het afgelopen jaar hebt bespaard ... ? Door spaarzamer met energie om te gaan Door minder uit te geven aan kleding Door minder vaak op restaurant of café te gaan Door minder te sparen Door goedkopere voeding te kopen Door minder aan uitstappen uit te geven Door minder met de auto te rijden
55% 47% 43% 41% 38% 33% 32%
5
Door minder aan vakantie uit te geven Door minder uit te geven aan hobby's Door vaker in discounters te gaan winkelen Door minder uit te geven aan goede doelen Door vaker in het buitenland te gaan winkelen Door minder beleggingen op de beurs Door minder uit te geven aan doktersbezoek en medische kosten Door minder vaak verse producten te kopen
31% 31% 27% 23% 9% 9%
Bespaart nu niet
11%
Overweegt om in de nabije toekomst wel te besparen Zal ook in de nabije toekomst niet te besparen
8% 7%
3% 8%
Ondanks dat de brandstofprijzen op de eerste plaats staan als oorzaak van de stijgende de levensduurte, komt “minder met de auto rijden” pas op de 7 plaats. Er zijn meer mensen die besparen op kleding of voeding dan op het autorijden. In de lagere inkomensklassen (minder dan 2000 euro) zijn er evenveel mensen die besparen op voeding en kleding als op energie. Welke uitgave past u het eerst aan? En welke komt er op de 2de plaats? En welke op de 3de plaats?
1
ste
plaats
Door spaarzamer met energie om te gaan Door minder te sparen Door minder uit te geven aan kleding Door minder vaak op restaurant of café te gaan Door minder met de auto te rijden Door minder aan vakantie uit te geven Door goedkopere voeding te kopen Door vaker in discounters te gaan winkelen Door minder uit te geven aan goede doelen Door minder aan uitstappen uit te geven Door minder uit te geven aan hobby's Door minder beleggingen op de beurs Door vaker in het buitenland te gaan winkelen Door minder uit te geven aan doktersbezoek en medische kosten Door minder vaak verse producten te kopen Geen van deze
16% 12% 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 2% 2% 1% 0% 12%
Wanneer er echt keuzes moeten worden gemaakt komt “minder autorijden” iets hoger in de rangschikking.
6
Top-3 Door spaarzamer met energie om te gaan Door minder uit te geven aan kleding Door minder vaak op restaurant of café te gaan Door minder te sparen Door minder met de auto te rijden Door minder aan vakantie uit te geven Door goedkopere voeding te kopen Door minder aan uitstappen uit te geven Door vaker in discounters te gaan winkelen Door minder uit te geven aan hobby's Door minder uit te geven aan goede doelen Door vaker in het buitenland te gaan winkelen Door minder beleggingen op de beurs Door minder uit te geven aan doktersbezoek en medische kosten Door minder vaak verse producten te kopen Geen van deze
35% 27% 24% 21% 20% 17% 16% 13% 12% 10% 9% 4% 3% 2% 1% 12%
De top-3 geeft in grote mate dezelfde ranschikking in prioriteiten weer als de tabel erboven.
8. Spaart u geld? Zo ja hoeveel ongeveer per maand? Ja, maandelijks minder dan 100 euro Ja, maandelijks 100 à 200 euro Ja, maandelijks 200 à 300 euro Ja, maandelijks meer dan 300 euro Neen, ik spaar niet
18% 21% 13% 16% 33%
Onder de gepensioneerden (54%) en de werklozen (46%) treft men de meeste niet-spaarders aan. Uiteraard is er een sterk verband met de inkomensklassen:
spaart niet
Minder dan 1000 euro
Tussen 1000 en 2000 euro
Tussen 2000 en 3000 euro
Meer dan 3000 euro
79%
44%
22%
9%
7
9. In vergelijking met vorig jaar, spaart u nu Veel minder Een beetje minder Even veel Een beetje meer Veel meer Spaart niet
15% 30% 19% 3% 1% 33%
Vermits minder sparen één van de meest voorkomende vormen is van besparen, is het logisch dat er vaker minder dan meer gespaard wordt. 10. Hebt u momenteel leningen lopen? Ja Neen Ik antwoord hier liever niet op
49% 48% 2%
11. Hoeveel leningen heeft u lopen? Geen 1 2 3 of meer
48% 31% 14% 4%
91% van de gepensioneerden hebben geen leningen.
12. Hebt u meer, minder of evenveel leningen lopen dan vorig jaar? Geen leningen Meer Minder Evenveel
48% 6% 4% 39%
De stijgende levensduurte geeft nog geen aanleiding gegeven tot een sterke groei van het aantal leningen. “Lenen bij de bank” was ook amper een optie om het rondkomen te vergemakkelijken (cft vraag 5 & 6).
13. Bij hoeveel verschillende instellingen hebt u leningen lopen? Geen leningen 1 instelling 2 instellingen 3 of meer
48% 39% 8% 1%
8
14. Welke van de volgende leningen hebt u lopen? Huis Auto Persoonlijke leningen Verbouwingen Aankopen van duurzame goederen zoals tv, huishoudapparatuur, ... Vakantie
36% 17% 7% 6% 2% 0%
Werklozen hebben vaker persoonlijke leningen (22%) en leningen voor aankopen van duurzame goederen (9%).
15. Belegt u geld op de beurs? Ja Neen Ik antwoord hier liever niet op
19% 77% 4%
41% van de kaderleden beleggen op de beurs. Bij de zelfstandigen bedraagt het percentage 29%. 16. Hoeveel geld hebt u in totaal op de beurs belegd? geen Minder dan 500 euro 500 à 1000 euro 1000 à 2500 euro Meer dan 2500 euro Ik weet het niet
77% 1% 1% 2% 12% 4%
17. Heeft u in 2007 geld gewonnen of verloren op de beurs? Gewonnen Verloren Ik weet het niet
6% 9% 4%
Van diegenen die belegd hebben, heeft 47% verloren en 32% gewonnen.
18. Hoeveel heeft u in 2007 gewonnen/verloren?
Tot 1000 euro Tussen 1000 en 2500 euro Meer dan 2500 euro Ik weet het niet
Gewonnen 26% 11% 25% 38%
Verloren 19% 22% 32% 28%
9
19. Vindt u dat uw loon/uitkering/pensioen de evolutie van de prijzen volgt? (filter: hebben een loon/uitkering/pensioen) Ja Neen Ik weet het niet
12% 81% 7%
Men is er duidelijk van overtuigd dat de prijzen sneller stijgen dan het loon.
20. Gaat de regering volgens u goed om met de koopkracht? Ja Neen Ik weet het niet
5% 76% 19%
Geen twijfel mogelijk: men verwacht maatregelen.
21. Om de koopkracht te beschermen, zou de regering volgens u …
De accijnsen op brandstof moeten verlagen Sommige prijsverhogingen moeten verbieden De inkomensbelastingen moeten verlagen Extra premies in het leven roepen voor mensen met een laag inkomen Niets speciaals moeten doen
% akkoord 90% 87% 87% 65% 8%
Kortom: elke maatregel is welkom. Kaderleden (46%) en zelfstandigen (48%) zijn het minst te vinden voor extra premies. De betrokken partijen : werklozen (91%) en gepensioneerden (83%) zijn duidelijk vaker voorstander van deze maatregel. 22. Heeft u de indruk dat de belastingen het afgelopen jaar .. Verhoogd zijn Verlaagd zijn Hetzelfde gebleven zijn
44% 6% 50%
10
23. Hoe ziet u de toekomst: denkt u dat u er over vijf jaar … aan toe zal zijn. Financieel beter Financieel slechter Financieel hetzelfde Ik heb geen enkel idee
12% 49% 20% 20%
De hogere inkomens (meer dan 3000 euro) zijn het meest optimistisch: 25% verwacht er financieel beter aan toe te zijn. Maar in alle inkomensklassen zijn de pessimisten in de meerderheid, ook bij de hoogste inkomensklassen (37%). 24. Vindt u het beeld in de media in verband met de koopkracht Correct Te negatief Te positief
45% 34% 21%
Kaderleden (43%) maar ook gepensioneerden (45%) vinden de berichtgeving vaker te negatief.
11