Huis van Democratie, Dialoog en Duurzame ontwikkeling (3D-huis) Nieuw perspectief voor het Maison Descartes te Amsterdam
1
2
Inhoud 1. Een betekenisvolle toekomst voor het Maison Descartes (Hospice Wallon) te Amsterdam 5 2. Achtergrond en opgave 8 3. Een monument met een bijzondere geschiedenis 10 Bouwhistorie en architectuur Structuur van het complex Aanzichten en plattegronden Bouwkundige staat
4. Plan Stichting My Town 5. Plan Huis voor de Journalistiek en Persvrijheid 6. Institut Français en Consulaat 7. Initiatief Stadsherstel 8. Beleid Gemeente Amsterdam/Stadsdeel Zuid 9. De Bak 10. Exploitatie en financiering 11. Samenvatting
10 13 15 16 16 19 20 20 21 23 25 26
1.
3
4
Huis van Democratie, Dialoog en Duurzame ontwikkeling (3D‐HUIS) 1. Een betekenisvolle toekomst voor het Maison Descartes (Hospice Wallon) te Amsterdam In de Amsterdamse Weteringbuurt (Vereniging Wetering Verbetering) is een bijzonder concept ontwikkeld voor een meer zelf(be)sturende organisatie van de Zuidelijke Binnenstad van Amsterdam. Onder de noemer MyTown worden activiteiten en projecten opgezet die gericht zijn op ontmoeting, zorgvoorzieningen, mobiliteit, veiligheid en duurzaamheid en andere sociaal‐maatschappelijke en culturele activiteiten. MyTown ziet het Maison Descartes, ook bekend als Hospice Wallon (Walenweeshuis) als de ideale plek voor de buurtorganisatie, door de centrale ligging, de historische identiteit en de combinatie van kleine en grote ruimtes. De Franse Staat, eigenaar van dit belangrijke rijksmonument, is voornemens het pand te verkopen en het Franse Consulaat en het Institut Français elders te herhuisvesten. Met de verwerving, restauratie en verbouwing van het slecht onderhouden pand is zeker 13 miljoen euro gemoeid, het zal duidelijk zijn dat de buurt niet in staat is dit op eigen kracht te financieren. Een gezonde exploitatie zal alleen mogelijk zijn als een breed programma wordt opgetuigd waarbinnen naast de activiteiten van MyTown ook andere vormen van gebruik plaatsvinden die kunnen bijdragen aan een realistisch verdienmodel en dat een solide basis kan vormen voor financiering vanuit private en publieke middelen. Slechts bij een evenwichtige mix van meer en minder rendabele activiteiten kan een duurzame, positieve exploitatie een feit worden. Daarbij moet een overkoepelende en bindende missie uitgangspunt zijn, geen toevallig samenkomen van partijen die op zoek zijn naar vierkante meters. Er zijn meer partijen geïnteresseerd in het Maison Descartes als plek voor hun activiteiten, waarbij synergie met de buurtorganisatie goed voorstelbaar is. Denkbaar is dat het Institut Français, het centrum voor de bevordering van de Franse taal en cultuur in Amsterdam. dat thans nog in het pand gevestigd is, als huurder terugkeert na de verbouwing. Bij dit instituut staat interculturele ontmoeting centraal. Een andere partij is het Nederlands Persmuseum, nu nog gevestigd in het gebouw van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in het Oostelijk Havengebied. Het museum is op zoek naar een centrale en beter bruikbare locatie en wil daar een plan realiseren voor een Huis voor de Journalistiek en Persvrijheid, waar ook andere organisaties die zich bezighouden met journalistiek en persvrijheid in participeren. Bezig zijn met de pers betekent bezig zijn met vrijheid van meningsuiting, met democratisering, met open communicatie. Deze partijen, en wellicht nog andere, zouden met elkaar het Maison Descartes kunnen omvormen tot een ‘huis’ voor de buurt én de stad, waar ontmoeting en dialoog centraal staan: binnen de buurt, tussen buurt en stad, tussen culturen, tussen de stad en Frankrijk, tussen de stad en de rest van de wereld. Dialoog en democratie zijn randvoorwaarden voor mondigheid, open communicatie, vrije meningsvorming en –uiting, culturele ontwikkeling en het overbruggen van culturele verschillen. De transitie en duurzame ontwikkeling van de wijk, als onderdeel van die van de stad als geheel, kan vanuit dit Huis van Democratie, Dialoog en Duurzame ontwikkeling (3D‐HUIS) geladen worden en richting krijgen; transitie naar meer zelfsturing en zelforganisatie, naar meer mondigheid en zelfvoorziening, naar energieneutraliteit, meer fysieke en sociale veiligheid en zeker ook meer sociale cohesie. Door de stad naar binnen te halen, blijft de buurt onderdeel van de stad en kan de stad 5
profiteren van wat de wijk te bieden heeft: talenten die zich uiten in culturele activiteiten, denkkracht en creativiteit die ook naar andere wijken of de stad als geheel kunnen inspireren en helpen. MyTown zelf zal in aanvang uit de voeten kunnen met een beperkte ‘eigen’ ruimte ten behoeve van werkplekken, administratie, archief et cetera. Er zal wel veel behoefte zijn aan ruimte voor bijeenkomsten voor kleinere en grotere groepen, maar die kunnen prima gedeeld worden met andere gebruikers (multifunctioneel gebruik). In dit programma zal veel ruimte moeten zijn voor ontmoeting, vergaderen, debatteren, reflecteren en voor administratieve werkzaamheden. Een onderscheidend horecaconcept zal de samenwerking, uitwisseling en synergie tussen de verschillende gebruikers moeten faciliteren en tegelijk de stad naar binnen halen. Het 3D‐HUIS moet een dynamisch centrum worden waar buurtbewoners samenkomen, maar ook Amsterdammers en toeristen van harte welkom zijn. Hoe meer reuring, hoe meer invloeden van buiten, hoe beter. De horecafunctie lijkt het best op zijn plek op de beletage van het hoofdgebouw aan de Vijzelgracht. In het programma kan ook de Regentenkamer betrokken worden, bijvoorbeeld voor private dining, kleine recepties en andere evenementen voor een select gezelschap. Binnen de samenhangende missie en identiteit van het Huis voor Democratie, Dialoog en Duurzame ontwikkeling is alle ruimte voor het verhuren van kantoor‐ en vergaderruimte aan partijen die zich daarbij thuis voelen. Al of niet startende bedrijven, eenlingen, ZZP’ers maar ook adviesbureaus of collectieven van adviseurs, bijvoorbeeld in de sfeer van communicatie, creatieve industrie, duurzame ontwikkeling e.a., zouden op deze centrale plek in de stad een fantastische basis kunnen vinden voor werk en ontmoeting. Het zou mooi zijn als vooral ook bedrijven en personen uit de wijk hier hun werk‐ en/of vergaderadres vinden. Seats2Meet, Spaces of vergelijkbare concepten zouden hier ook goed in passen. Daarnaast zou gedacht kunnen worden aan short stay faciliteiten, vooral als deze ruimte bieden aan personen die tijdelijk in Amsterdam verblijven in verband met activiteiten van de organisaties in het Huis. Zowel huurders als partijen daarbuiten die iets te bieden op het gebied van de thema’s van het Huis, kunnen hier hun ideeën, plannen, producten etc. presenteren. Het Huis kan fungeren als show case voor vernieuwende ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, stedelijke transformatie, media e.a. Bij het concept passen uiteenlopende culturele en wetenschappelijke activiteiten in de sfeer van muziek, film, theater, lezingen, debatten, ateliers en workshops. Meerdere ruimten in het complex kunnen daarvoor dienen, zoals de zaalruimte achter in de tuin. Qua huurniveau zal een verschil moeten worden gemaakt tussen het maatschappelijke en culturele gebruik en de verhuur van horeca‐, kantoor‐ en vergaderruimte en eventuele short stay faciliteit. Gemiddeld zal de huur kunnen uitkomen op circa 175 euro per vierkante meter. Bij het totale oppervlakte van 3.500 m² zou dat een huur opleveren tussen € 525.000 en € 700.000. Uitgaande van stichtingskosten van 13 miljoen euro zouden bij een interne‐opbrengstvoet van 6% huurinkomsten nodig zijn van € 780.000. Om een gezonde exploitatie mogelijk te maken zouden in dit concept ofwel de stichtingskosten omlaag moeten. Dat zou kunnen wanneer de verwervingsprijs omlaag gaat (bij de geschatte investering van 13 miljoen is uitgegaan van € 7 miljoen) of als de 6
restauratie/verbouwing extra sober wordt uitgevoerd. De stichtingskosten kunnen ook omlaag als door overheden, fondsen (bijvoorbeeld de Stichting Doen) en/of sponsoren financieel wordt bijgedragen aan de verwerving en/of realisatie (meer dan de reeds mogelijke subsidie van het Rijk in het kader van de restauratie). Extra structurele inkomsten zouden bijvoorbeeld kunnen bestaan uit subsidies en/of donaties die verband houden met de sociaal‐maatschappelijke meerwaarde en voorbeeldfunctie van het concept. Vanuit de monumentwaarden van het complex bezien is het concept optimaal, gezien de behoefte aan zowel kleinere als grotere ruimtes en de flexibiliteit van het programma. Doordat meerdere partijen een deel van het complex zullen gebruiken en tegelijk een aantal ruimtes een multifunctioneel gebruik zullen kennen, kan recht gedaan worden aan de historische ontwikkelingsgeschiedenis van de drie onderscheiden gebouwdelen (eerst het hogere hoofdgebouw aan de Vijzelgracht, later de lagere vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat en daarna de vleugel aan de Prinsengracht) en aan de historische scheiding van het complex in het deel voor de jongens en het deel voor meisjes.
7
2. Achtergrond en opgave Tussen de Vijzelgracht, Prinsengracht en Eerste Weteringdwarsstraat ligt een fraai rijksmonumentaal complex, bekend als Hospice Wallon of ook wel Maison Descartes. Het werd eind 17de eeuw gebouwd als weeshuis voor kinderen van de Franse gemeenschap van voornamelijk uit Frankrijk gevluchte Hugenoten. Het is sinds 1971 onderkomen van het Institut Français (het Franse Instituut voor taal en cultuur in Nederland) alsmede het Franse Consulaat, inclusief een woning voor de consul. De Franse Staat, die nog eigenaar is, acht het gebouw thans te groot en het onderhoud te kostbaar voor deze functie. Zij heeft besloten het pand te verkopen en het consulaat en instituut in een nieuw onderkomen onder te brengen. Het instituut continueren in een kleiner deel van het gebouw kan mogelijk ook nog een optie zijn.
Het als carré rondom een fraaie binnentuin gelegen complex is slecht onderhouden en hard toe aan een min of meer integrale restauratie. Er kan, gelet op de toplocatie en de vele goed bruikbare vierkante meters (ongeveer 3600) een grote belangstelling voor het pand verwacht worden, maar het is de vraag of de te verwachten bestemmingen inpasbaar en haalbaar zijn. Aan een hotelplan zal door de gemeente niet worden meegewerkt, een woon‐ of woonzorgprogramma zal fors ingrijpen in de plattegrond en heeft als resultaat dat de deuren gesloten worden voor publiek. De gemeente ziet in het unieke gebouw en op deze centrumstedelijke plek liever een meer bijzonder programma dat toegevoegde betekenis heeft. Bij voorkeur wil men de huidige functie graag in een deel van het complex behouden. De Waalse gemeente, die een sterke historische band heeft met het monument, hecht er zeer aan dat de fraaie regentenkamer (met de kunst die er hangt en staat een Gesamtkunstwerk) intact blijft en wil daaraan ook actief bijdragen, mogelijk ook structureel..
8
Er kan uitgegaan worden van een actieve belangstelling bij private investeerders voor verwerving en herbestemming van het pand. Uiteraard hangt dat ook samen met de programma’s van eisen en wensen van de verschillende mogelijke gebruikers in relatie tot de planologische mogelijkheden, en niet in de laatste plaats van de condities die de Franse Staat stelt aan de verkoop. Er zijn enkele mogelijke nieuwe gebruikers voor het pand, die plannen hebben voor interessante nieuwe culturele en maatschappelijke activiteiten, die gericht zijn op de buurt én op de stad. De Stichting MyTown, een initiatief dat is ontstaan vanuit de omliggende Weteringbuurt, ziet in het complex een zeer passende fysieke plek om ruimte te bieden aan de verschillende functies die zijn ontstaan vanuit het concept MyTown en die daar nog uit zullen voortkomen. Het pand ligt centraal in de Zuidelijke Binnenstad en biedt mogelijkheden voor een zeer flexibele en gevarieerde ontwikkeling van het ruimtebeslag. De Stichting ziet het gebouw als een huis en laboratorium voor de zeer beweeglijke dynamiek in de buurt en tevens als podium vanuit de buurt naar de stad. MyTown heeft al veel tijd en energie gestoken in de uitwerking van deze ambitie. Een eenvoudige opgave is het niet: met de verwerving, restauratie en herinrichting zijn hoge kosten gemoeid en de structurele exploitatie van het complex is op basis van alleen deze niet‐commerciële functie erg moeilijk. MyTown realiseert zich dat ook andere vormen van gebruik nodig zijn die bijdragen aan een gezonde exploitatie en ziet daar juist ook kansen in om het Maison Descartes tot een bruisende plek in de stad te maken, met grote aantrekkingskracht voor zowel bewoners van de Zuidelijke Binnenstad als andere Amsterdammers en bezoekers. De Stichting heeft met verschillende partijen gesproken, waaronder de Gemeente Amsterdam (centrale stad), het Stadsdeel Centrum, mogelijke medegebruikers en potentiële investeerders. Onder deze partijen zijn de Amsterdamse Maatschappij voor Stadsherstel, die onderzoekt of aankoop en verhuur van (een deel van) het pand interessant is, en het Nederlands Persmuseum, die belangstelling heeft voor het pand als nieuwe locatie voor het museum, met de ambitie dit op te laten gaan in een zogenoemd ‘Huis voor de Journalistiek’ De stichting MyTown heeft Hylkema Consultants gevraagd om mee te denken over de mogelijkheden voor MyTown om, samen met andere partijen, het Maison Descartes te gaan gebruiken en de haalbaarheid daarvan te verkennen. De provincie Noord‐Holland en het Stadsdeel Centrum waren bereid dit verkennende haalbaarheidsonderzoek financieel te ondersteunen. Het is van groot belang dat op korte termijn duidelijkheid ontstaat over de kansen voor de beoogde herbestemming. De Franse Staat, eigenaar van het pand, is voornemens begin 2015 te starten met de procedure tot verkoop van het pand en daartoe een vastgoedmakelaar aan het werk te zetten. Vooralsnog lijkt daarbij het doel te zijn een zo hoog mogelijke verkoopprijs te behalen. MyTown heeft haar plannen reeds kenbaar gemaakt bij de Franse Staat. Zij ondervond daarbij de actieve support van de Gemeente Amsterdam in de vorm van een brief van burgemeester Van der Laan aan minister Fabius, waarin Van der Laan aangeeft de herbestemming ten behoeve van MyTown te ondersteunen. In een antwoord hierop wordt verwezen naar de ambassade, een overleg met de (recent aangetreden) ambassadeur zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden. In deze notitie worden de bevindingen gepresenteerd van de quick‐scan van de haalbaarheid van de beoogde herbestemming. De vraagstelling van het onderzoek was of het programma dat MyTown voor ogen heeft op een verantwoorde manier in het rijksmonument kan worden ondergebracht en of een en ander financieel realiseerbaar is, zowel wat de realisatie aangaat als de structurele exploitatie. Om hierop zicht te krijgen is een eerste inzicht verworven in de bouwhistorische 9
waarden, de bouwkundige toestand en de kosten van herstel, de programma’s van eisen van MyTown en potentiële andere gebruikers, de planologische condities en de exploitatieopzet.
3. Een monument met een bijzondere geschiedenis Bouwhistorie en architectuur Het rijksmonumentale complex is gebouwd in 1683 als weeshuis voor Waalse kinderen. Het bestaat uit een rechthoekig hoofdgebouw onder een schilddak, een lage linkervleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat en een lage rechtervleugel aan de Prinsengracht.
Tijdens de 80 jarige oorlog vluchtten veel Franstalige protestanten vanuit de – door de katholieke Spanjaarden gedomineerde – Zuidelijke Nederlanden (België) naar Holland. Een eeuw later volgde een tweede golf met Franse Hugenoten. In Amsterdam werden alle Franstalige immigranten ‘Walen’ genoemd. In 1586 wees het stadsbestuur ze een voormalige kloosterkapel toe als ‘Walenkerk’. In 1631 richtte deze gemeenschap, in de Laurierstraat, haar eigen weeshuis op. Toen deze te klein werd gaf men opdracht tot de bouw van een nieuw ‘Hospice Wallon’ aan de Vijzelgracht. Het nieuwe weeshuis werd in de jaren 1669‐1671 gebouwd onder leiding van architect Adriaan Dortsman (1635‐1682). In het gebouw werden traditionele kruiskozijnen met Franse schuiframen gezet, het weeshuis was één van de eerste gebouwen waar deze nieuwe techniek werd toegepast. Deze kruisvensters zijn thans niet meer aanwezig, maar lieten wel de Franse invloed op het ontwerp zien. Adriaan Dorstman bouwde in Amsterdam diverse gebouwen in een classicistische stijl. Naast het Walenweeshuis was hij ook de architect van de Luthersekerk aan het Singel, de Oosterkerk en Keizersgracht 672‐674 (tegenwoordig Museum Van Loon). Het classicistische gebouw van Dortsman heeft een voorgevel met een uitzonderlijk brede middenrisaliet en hoeklisenen van gebosseerde baksteen. De vlakke gevel had nauwelijks enige versiering. Adriaan Dortsman gaf het weeshuis twee ingangen aan de uiteinden van het grote middenrisaliet, één voor de jongens (rechts) en één voor de meisjes (links). Ook binnen het gebouw en in de buitenruimten werden meisjes en jongens strikt gescheiden. Een zelfde opzet is ook te zien bij het Aalmoezeniersweeshuis en het Diaconieweeshuis in Amsterdam. Deze scheiding is ook in het huidige plattegrond nog herkenbaar. Hij liep precies door het midden van de uitbouw aan de achterzijde van de hoofdvleugel.
10
Zoals gebruikelijk bij weeshuizen werd er een prachtige regentenkamer gerealiseerd. De imposante schouw bestaat uit een rookkap, gedragen door consolevormige staanders onder uitgebouwde wangen. Op deze wangen zijn bladslingers aangebracht. Het fries in het hoofdgestel van de rookkap is van steen en draagt de inscriptie van de eerste steenlegging op 29 oktober 1669.
Aanzicht van het Walenweeshuis rond 1685.
1688 – Walenweeshuis, de uitbreiding uit 1683 is hier nog niet ingetekend.
Het weeshuis werd in 1683 vergroot met een vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat en in 1726 met een vleugel langs de Prinsengracht. De vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat was bestemd voor de verzorging van oude vrouwen. De vleugel aan de Prinsengracht was bedoeld voor oude mannen. Net als bij de wezen leefden de mannen en vrouwen strikt gescheiden. Echtparen werden dan ook niet opgenomen. In de loop van de tijd is het gebouw meerdere malen gewijzigd, zo zijn de vensters bijvoorbeeld vernieuwd en werd het interieur gemoderniseerd. In de keuken bevindt zich een keukenschouw. Deze dateert van een grote verbouwing van 1761. De keuken is waarschijnlijk tijdens één van de modernisaties ingrijpend gewijzigd. Een oude, ongedateerde foto laat zien dat er in het verleden tegen de wand ijzeren platen waren aangebracht die het gebouw tegen het open vuur moest beschermen. Onder de schouw stond een recht 18e‐eeuws fornuis, geflankeerd door twee hijskranen. De rechter kan de ketel in het fornuis tillen, de linker hoorde waarschijnlijk bij een kleiner fornuis aan de linkerkant. De rechter foto laat de keuken in een latere situatie zien. Zelfs de boezem is in vorm gewijzigd. Keuken in de oude situatie
De meisjes-slaapzaal
Keuken in de nieuwe situatie.
11
De eetzaal van het weeshuis
Keuken in de nieuwe situatie. Het gebouw werd tot 1967 gebruikt als weeshuis. In mei 1968 brak er brand uit in het oude weeshuis aan de Vijzelgracht. De kap ging hierbij geheel verloren. De overige verdiepingen liepen schade op. Het complex heeft tot 1967 als weeshuis gefunctioneerd. In dat jaar werd het aangekocht door de Franse Staat om er het Institut Français d’Amsterdam te vestigen, dat vanaf 1933 ondergebracht was aan het Museumplein. Het instituut diende voor de uitwisseling van onderwijs en cultuur tussen Frankrijk en Nederland, het initiatief ging destijds uit van de vermaarde Middeleeuwenkenner van de Sorbonne, Gustave Cohen. In 1939 werd de naam veranderd in ‘Maison Descartes’, naar de grote Franse filosoof, die lang in Nederland gewoond heeft. Omdat het gebouw aan het Museumplein te klein werd, greep men de kans aan om het Walenweeshuis aan te kopen. Er volgde een grondige verbouwing. Enkele zalen, waaronder de Regentenkamer, werden in oude luister hersteld. Naast het Institut Français werd het gebouw ook het onderkomen van het Franse Consulaat. In 2013 werd de naam weer terug veranderd naar Institut Français.Toen het gebouw door ‘Maison Descartes’ werd aangekocht werd het grondig verbouwd. Enkele zalen van het oude weeshuis zoals o.a. de Regentenkamer werden gerestaureerd.
Het Hospice Wallon in 1954
12
De fraaie Regentenkamer kent nog de oorspronkelijke uitmonstering. De Waalse gemeente beschouwt deze kamer als een belangrijk deel van het Waalse erfgoed in Amsterdam en wil er graag actief aan bijdragen dat deze ruimte bij herbestemming in tact blijft.
De vleugels van het complex omvatten een grote binnentuin, die enige jaren geleden opnieuw is ingericht in een klassistische stijl. Het tuinontwerp heeft geen historische waarde en zou eventueel gewijzigd kunnen worden om de tuin een meer functionele betekenis te geven. Nu is het vooral een tuin om naar te kijken en doorheen te lopen.
Structuur van het complex Het complex bestaat uit een hoofdvleugel aan de Vijzelgracht en twee lagere vleugels aan de Eerste Weteringdwarsstraat en de Prinsengracht. De vleugels omsluiten een flinke binnentuin, aan de westzijde, achter in de tuin, bevinden zich nog een bouwdeel van één bouwlaag met kap en een plat afgedekt gebouwtje. De hoofdvleugel (45 meter breed en tussen 10 en 17 meter diep) bestaat uit een souterrain, een hoge beletage, een wat minder hoge eerste verdieping en een zeer hoge tweede verdieping onder de kap. De vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat is ongeveer 28 meter lang maar slechts 6 meter diep, er is een begane‐grondverdieping, een eerste verdieping en een tweede 13
verdieping onder een kap. De vleugel aan de Prinsengracht heeft eenzelfde lengte, over de helft daarvan kent hij een breedte van 6 meter, over de andere helft is dat ruim 8 meter. Dit gebouwdeel heeft een begane grond, een beletage, een eerste verdieping en een tweede verdieping onder en hoge kap. Het gebouw kent op alle verdiepingen veel en grote vensterpartijen, ook het souterrain van de hoofdvleugel heeft voldoende daglichttoetreding. De verdieping onder de kap van de hoofdvleugel is aan de achterzijde vrijwel geheel gesloten, wat ook geldt voor de kapverdiepingen van de vleugels aan de Prinsengracht (voor en achter) en deels die aan de Eerste Weteringdwarsstraat (straatzijde). Het souterrain van de hoofdvleugel (inclusief de uitbouw aan de tuinzijde) kent 14 vertrekken met een grootte die varieert van 6 tot 55 m², die ontsloten worden via een lange, onderverdeelde gang Op de beletage zijn eveneens 14 vertrekken, waarvan de meeste gericht zijn naar de Vijzelgracht, Prinsengracht en Eerste Weteringdwarsstraat en drie naar de tuin. Ze zijn verbonden via een lange, slechts op één punt onderbroken gang. De eerste verdieping kent 13 ruimtes, waaronder een drietal zeer kleine (6 à 8 m²). Op de hoek Vijzelgracht‐Prinsengracht is een grote ruimte van circa 100 m². Twee kamers aan de Vijzelgrachtzijde zijn onderling verbonden, vanuit een van beide loopt een trap direct naar de tweede verdieping. Daar bevinden zich 15 ruimtes met een grootte tussen 6 en 90 m². De kamers aan de straatzijde hebben rechte vensters. Op deze verdieping loopt de scheiding tussen het jongens‐ en het meisjesdeel van het vroegere weeshuis nog geheel door van voor naar achter. De vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat heeft op de begane grond één grote ruimte met zicht op zowel de straat als de tuin, die via een portaal te bereiken is, welke bereikbaar is vanaf de straat. Op de verdieping zijn vier ruimtes van 11 tot 46 m². De verdieping is vanaf de Eerste Weteringdwarsstraat te bereiken via een trapportaal en heeft ook een rechtstreekse verbinding, via een klein tussenportaal, naar de hoofdvleugel. Aan de tuinzijde is een ondiepe uitbouw met twee zeer kleine ruimtes. Onder de kap is een verdieping met aan de straatzijde een aantal kleine koekoeken en aan de tuinzijde een uitbouw met vensters over bijna de gehele lengte. De indeling van de ruimte is niet bekend. In de vleugel aan de Prinsengracht is het Consulaat gevestigd. Op de begane grond bevinden zich aan de grachtzijde drie toegangen, twee geschakelde aan de oostzijde en een meer representatieve aan de westzijde, bij de beëindiging van deze vleugel. Er zijn twee grotere ruimtes aanwezig met ramen naar de gracht en de tuin van resp. 27 en 55 m², plus enkele functionele ruimtes. Op de beletage bevindt zich de fraaie regentenkamer en zijn vier kamers te vinden van 9 tot 22 m². Op de verdieping is een ruimte van 32 m² met zicht naar de gracht en vier ruimtes van 7 tot 18 m², eveneens aan de grachtzijde. Alle ruimtes hebben hier fraaie grote vensterpartijen. De kap is, op een enkele kleine koekoek na, gesloten, de indeling is niet bekend. In deze vleugel bevindt zich ook woonruimte voor de consul. Achter in de tuin is een hogere zaalruimte met kap van circa 97 m² met een naastgelegen kleine ruimte van 97 m². Onder de kap is een ruimte van 94 m² te vinden met eveneens een kleine naastgelegen ruimte. Aansluitend aan de vleugel aan de eerste Weteringdwarsstraat is nog een recenter gebouwtje van 50 m² dat via een tussenlid van ongeveer 28 m² met het naastgelegen volume is verbonden. De tuin van het complex meet ongeveer 25 bij 30 meter. Minus de uitbouw aan de hoofdvleugel is het oppervlak een kleine 700 m². 14
Aanzichten en plattegronden
Gevelaanzichten vleugel Vijzelgracht
Gevelaanzichten vleugel Prinsengracht
Gevelaanzichten eerste Weteringdwarsstraat
Souterrain/begane grond
Eerste verdieping
Beletage
Tweede verdieping
15
De plattegrond biedt uitstekende mogelijkheden voor het onderbrengen van een multifunctioneel programma waarbinnen zowel kleinere als grotere ruimtes nodig zijn. Voor de publieksgerichte activiteiten van de gebruikers (expositieruimte, filmzaal, conferentiezaal, podium voor debatten. Lezingen, uitvoeringen et cetera) zijn onder andere het gebouwdeel achter in de tuin, de vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat,de ruimte op de hoek van de Vijzelgracht en Prinsengracht op de eerste etage van het hoofdgebouw alsmede ruimtes onder de kap goed te gebruiken. De ruimtes op de beletage van het hoofdgebouw, die uitzien op de Vijzelgracht en van daaruit ook direct te bereiken zijn, lenen zich uitstekend voor een horecaprogramma. . Alle andere ruimtes zijn te gebruiken voor uiteenlopende activiteiten: werkplekken, kantoorverhuur, vergaderen in een kleinere setting, cursus‐ en trainingsprogramma’s et cetera. De tuin kan een plek zijn van ontmoeting, maar ook gebruikt worden voor uitvoeringen in de open lucht, discussiebijeenkomsten et cetera. Bouwkundige staat Het monument verkeert wat het exterieur betreft in een slechte tot matige conditie. De fundering is in verband met de aanleg van de Noord‐Zuidlijn verstevigd en gestabiliseerd, maar het gevelwerk vertoont op meerdere plekken (oudere) scheuren. Kozijnen ramen verkeren deels in zeer slechte staat, het schilderwerk is over de gehele linie (zeer) achterstallig. Van het oorspronkelijke interieur is in een groot deel van het complex weinig bewaard gebleven, maar ook de latere interieurwijzigingen zijn inmiddels behoorlijk gedateerd. Het was in het kader van dit onderzoek niet mogelijk om het gehele complex goed bouwkundig te inspecteren, de gebouwdelen die in gebruik zijn bij het consulaat konden helaas niet bekeken worden. Op grond van onze ervaringskennis weten we dat bij een gebouw met deze staat van onderhoud en met een gemiddeld niveau van verbouwing voor een andere functie ongeveer gerekend moet worden met een vierkante meterprijs van 1500 euro. Dat betekent een bouwkundige investering van ruim 5 miljoen euro.
4. Plan Stichting My Town ‘My Town’ is een concept voor binnenstedelijke vernieuwing in een transitie naar een duurzame toekomst, ontwikkeld in de Amsterdamse Weteringbuurt, door de bewoners van de buurt en onder de paraplu van de zeer actieve Bewonersvereniging Wetering Verbetering. Het concept richt zich op zelfsturing en zelfvoorziening van de wijk (binnen de marges van het mogelijke en wenselijke) en steunt daarbij op drie pijlers: economische‐, bestuurlijke en sociale vernieuwing. Het concept is, in lijn met de brede maatschappelijke beweging gericht op participerend burgerschap en maximale zelfredzaamheid op verschillende terreinen. Wetering Verbetering (WeVe) heeft een geschiedenis van meer dan dertig jaar en heeft de laatste jaren als primaire focus eigen initiatief en maximale eigen zeggenschap voor de buurtbewoners. De buurt is actief in een groot (en gestaag groeiend) aantal projecten waarmee de bewoners de eigen buurtontwikkeling ter hand nemen en participeren in de ontwikkelingen die van buiten op de buurt afkomen.
16
‘My Town’ is een bundelend concept voor die buurtinitiatieven, die gericht zijn op zelfvoorziening en zelfsturing in de Weteringbuurt en het omliggende Gebiedsdeel Zuidelijke Binnenstad. Het totaal van die initiatieven zal de buurt/het gebiedsdeel steeds meer op eigen benen laten staan. De Weteringbuurt kent intussen initiatieven die sturen op behoeftevoorziening op het gebied van zorg, energie, voedsel, mobiliteit, ‘groen’, kunst. Voor een aantal andere voorzieningen en diensten zijn de plannen in ontwikkeling. De betrokkenheid van de bewoners, de sociale cohesie, de samenwerking, en verantwoordelijkheidsgevoel voor het functioneren van de eigen buurt nemen, door al deze initiatieven en het daarmee ontwikkelde perspectief, aantoonbaar toe.
Als bestuurlijk uitgangspunt staat participerend burgerschap voorop. Dat vraagt volgens MyTown om een goed ontwikkelde lokale democratie, om bottom‐up ontwikkelingsprocessen, en om een goede samenwerking met het gemeentebestuur. Initiatiefgroepen uit de Weteringbuurt werken met de gemeente samen bij de ontwikkelingen en plannen voor ‘De Rode Loper’ (herinrichting van het maaiveld op het bouwterrein van de NoordZuidlijn), ‘De Bak’ (restruimte boven het, metrostation Vijzelgracht) en ‘De Groene Loper’ (parkontwikkeling en routing voor toeristenstromen van het metrostation Vijzelgracht naar het museumplein, via Weteringcircuit en Weteringplantsoen). Bewoners denken voorts mee over verkeerscirculatie, over de oplossing van fietsparkeerproblematiek, over de wenselijkheid van een nieuw aan te leggen parkeergarage, et cetera. My Town wil met het concept en met de bundeling van initiatieven stapsgewijs bewegen naar een duurzame toekomst met een hoge mate van onderlinge verbondenheid, samenwerking en persoonlijk gevoelde verantwoordelijkheid voor het grotere geheel. Het concept My Town is een ontwikkelconcept. Als fysieke plek voor de verschillende functies die samenhangen met (de ontwikkeling van) het concept heeft My Town haar oog laten vallen op het Maison Descartes. Het pand ligt centraal in de Zuidelijke Binnenstad en biedt voldoende ruimte om in de toekomst uit te kunnen breiden. Ruimte voor ontmoeting, overleg, presentaties, uitvoeringen et cetera kan prima gedeeld worden met andere gebruikers, MyTown staat multifunctioneel medegebruik voor. De ruimte die nodig is voor werkplekken, archivering et cetera zal, zeker in aanvang beperkt zijn, maar in de toekomst toenemen, bijvoorbeeld als onderdak geboden gaat worden aan de nodige (zorg)voorzieningen voor 17
mensen uit de wijk, die daardoor langer thuis kunnen blijven wonen. Vooralsnog zal de Stichting MyTown niet over de middelen beschikken om het complex aan te kopen, te restaureren en te verbouwen, tenzij zij daarbij geholpen zou worden door één of meer investeerders. Het zou wel de voorkeur hebben omdat dat de beste waarborgen zou bieden voor een medegebruik dat past en synergie geeft. Te denken is aan een buurtcoöperatie met voldoende deelnemers om voldoende middelen bijeen te brengen. Deze coöperatie zou bij voorkeur ook de exploitatie op zich kunnen nemen. MyTown ziet het ook als een interessant scenario dat zij op termijn, als de financiële mogelijkheden er wel zouden zijn, alsnog het pand overneemt. Het is ook denkbaar dat het pand wordt gesplitst en MyTown van een deel eigenaar wordt, waarbij de voorkeur uitgaat naar de hoofdgevel aan de Vijzelgracht, waar de beste mogelijkheden zijn voor een aantrekkelijk horecaprogramma, waarvan MyTown de exploitatie dan op zich zou nemen (in samenwerking of uitbesteed aan een horeca‐ondernemer). Als verwerving van het eigendom niet mogelijk zou blijken, gaat de voorkeur van MyTown uit naar een exploitatie in eigen beheer. Huren van (een deel van) het gebouw is in principe ook mogelijk, maar als MyTown de eigen kosten niet voor een belangrijk deel kan halen uit de exploitatie van het pand (structurele of tijdelijke verhuur aan derden) zal zij geen commerciële huur kunnen betalen en zou zij onder aantrekkelijke condities gebruik moeten kunnen maken van de multifunctionele ruimtes. Een en ander zal mede afhangen van financiële steun die de stichting kan krijgen, bijvoorbeeld van de gemeente Amsterdam, de Stichting Doen en/of andere subsidiënten, fondsen e.a.. Als MyTown niet zelf eigenaar of hoofdexploitant van het Maison Descartes zou kunnen worden, is het voor haar een randvoorwaarde dat de gebruikers van het complex zich kunnen vinden in een overkoepelende identiteit, een gezamenlijke missie ten aanzien van de betekenis van het complex voor de buurt en voor de stad. Overigens ziet My Town grote kansen voor een (functionele) verbinding met ‘De Bak’, de grote ruimte die zich bevindt boven het metrostation aan de Vijzelgracht. Aanvankelijk was in ‘De Bak’, die reusachtige afmetingen kent, een parkeergarage voor wijkbewoners gedacht. Inmiddels bestaat dat plan alleen nog voor de helft van de ruimte en ook daarover is nog de nodige discussie. MyTown ziet verschillende andere mogelijkheden voor ontwikkeling, die een grotere meerwaarde voor de wijk en de stad zouden hebben. Een recent haalbaarheidsonderzoek naar bestemmingsopties heeft tot zeer positieve uitkomsten geleid. My Town zou voor (lokale) voedselvoorziening in een deel van ‘De Bak’ een overdekte markt willen inrichten, naar het voorbeeld van London, New York en Rotterdam. In de haalbaarheidsstudie is de in de buurt gevoelde behoefte aan ‘groen’ meegenomen in een (schetsmatig) ontwerp van begroeide vides, die de verschillende niveau en functionaliteiten met elkaar verbinden en die het begin kunnen vormen voor de eerder genoemde ‘Groene Loper’. Voor financiering van het totaalconcept heeft My Town verschillende investeerders geïdentificeerd. De Centrale Stad heeft laten weten dat voor procesondersteuning wellicht budget beschikbaar is. Met de Dienst Metro zal in het komende half jaar bekeken worden of ‘De Bak’ ingericht kan worden als feestruimte voor de opening van de NoordZuidlijn in 2017. Het lijkt een mooi gebaar van verzoening om de voltooiing van de metrolijn te vieren op de plek waar de aanleg ervan het meeste schade heeft berokkend. De (basis)ontwikkeling van De Bak, in samenwerking met de buurt, kan de geleden pijn alsnog verzachten.
18
5. Plan Huis voor de Journalistiek en Persvrijheid Een andere belangstellende partij is het Nederlands Persmuseum. Dit rijksmuseum fungeert als nationale bewaarplaats voor het journalistieke erfgoed in Nederland. Het museum zoekt naar een nieuwe huisvesting die centraler gelegen, beter bereikbaar, groter en beter geoutilleerd is dan de huidige locatie binnen het Instituut voor Sociale Geschiedenis aan de Zeeburgerkade. De nieuwe huisvesting moet meer en betere mogelijkheden bieden voor exposities, educatieve programma’s, een museumwinkel, horeca, presentaties en debatten et cetera. Het Persmuseum kijkt serieus naar het Hospice Wallon als nieuw onderkomen. Het Persmuseum praat met het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek in Nederland en andere organisaties op dit gebied over het verwezenlijken van een Nationaal Huis voor de Journalistiek en Persvrijheid. Hierin zouden deze organisaties (waaronder mogelijk ook het ANP) gehuisvest worden en met elkaar een programma realiseren dat gericht is op onder andere belangenbehartiging van journalisten, bevordering van vrijheid van meningsuiting en persvrijheid en journalistieke opleidingen. Onderdeel van het programma is een café/restaurant, een debatcentrum/filmzaal en een opnamestudio waar tv‐ en radioprogramma’s opgenomen kunnen worden. Een werkgroep is met een vastgoedbelegger uit de directe omgeving van het Hospice Wallon bezig om een financieringsplan op te stellen voor de aankoop en restauratie en herinrichting van het complex. Daarbij is uitgangspunt dat extra gebruikers nodig zijn om tot een gezonde exploitatie te komen. Gedacht wordt aan start‐ups, tijdelijke verhuur van kantoorruimte, Seats2meet/Spaces ruimte e.a. Er zijn eerste contacten gelegd tussen de Stichting MyTown en het Persmuseum om te onderzoeken of een combinatie van beide programma’s met daarnaast verhuur van kantoor‐ en vergaderruimte mogelijk en interessant is. In dit contact speelt ook de Stad Amsterdam een rol. De verhuizing van het Nederlands Persmuseum naar het Maison Descartes ondervindt namelijk, net als de plannen van MyTown, veel sympathie en steun van de stad. Burgemeester Van der Laan heeft ook aan het initiatief voor het Huis voor de Journalistiek actieve steun toegezegd en dat ook laten weten aan de Franse Staat. Er zou dan ook veel bestuurlijk draagvlak zijn voor het samen optrekken van beide partijen. Uit het overleg komt vooralsnog naar voren dat er een vanzelfsprekende synergie gevoeld wordt tussen beide initiatieven. Maatschappijontwikkeling (My Town) en journalistiek gaan hand in hand. Zij trekken samen op en voeden elkaar. Een combinatie van een concept voor maatschappijontwikkeling én een centrum voor journalistieke ontwikkeling (met kantoorfuncties voor betrokken organisaties, ruimte voor een museale collectie, tentoonstellingsruimte, congres en debatzalen en een (kleine) bioscoop) lijken natuurlijke partners in een gebouw, waarin door beide projecten gewenste voorzieningen (horeca, congres‐ en vergaderfaciliteiten, filmzaal) gedeeld kunnen worden. Werkelijke synergie zou er kunnen ontstaan als er ook interactie tot stand komt en als het podium waar mogelijk gedeeld wordt. De Stichting MyTown ziet aantrekkelijke mogelijkheden om een deel van het programma van het Huis voor de Journalistiek, met name de museale onderdelen, onder te brengen in ‘De Bak’ , waarbij ze als referenties verwijst naar het ‘Newseum’ in Washington. Mogelijke samenwerking met De Waag Society voor de uitwerking van een onderscheidend museaal concept rond communicatie en 19
media is reeds afgetast en wenselijk bevonden. Het Persmuseum is vooralsnog terughoudend ten aanzien van het betrekken van “De Bak’ bij haar initiatief, omdat zij daarbij nog veel discussie en voor haar plan (te) lange procedures ziet. Met het concept dat zij voor ogen hebben, kunnen ze in het monumentale complex voldoende uit de voeten, zo geeft het Persmuseum aan.
6. Institut Français en Consulaat Het is in principe denkbaar dat het Institut Français, dat als Frans Cultureel Centrum al vele jaren gehuisvest is in Maison Descartes, verder gaat in het complex als huurder. Daarmee zou de historische identiteit van het gebouw maximaal geborgd worden. Het instituut zou een tweede logische partner voor My Town kunnen zijn voor het toekomstig gebruik. Cultuur en culturele uitwisseling zijn eveneens aanjagers van maatschappijontwikkeling. En ook voor het Institut Français geldt dat een aantal gewenste voorzieningen gemeenschappelijk gebruikt kunnen worden (b.v. horeca, conferentie‐, vergader‐, tentoonstellingsruimte, filmzaal). Een beperkt aantal short stay appartementen zouden uitwisselingen kunnen faciliteren, door verblijfsaccommodatie te bieden aan (buitenlandse) gasten. Synergie kan ook hier tot stand komen in uitwisselingen rondom het thema maatschappijontwikkeling en stedelijke transitie (samenwerking Parijs/Amsterdam) naar een duurzame toekomst. Het idee van een ‘Stadsambassade’ en een podium voor Franse/Parijse ontwikkelingen in Amsterdam is in dat kader te noemen. Het Consulaat zou na de verbouwing ook kunnen terugkeren in het complex als huurder. Een woning voor de consul zal daarvan in ieder geval geen onderdeel meer uitmaken. Een kantoorfunctie past in principe goed in het complex, maar heeft geen toegevoegde waarde richting publiek/stad, zoals het Institut Français dat wel heeft.
7. Initiatief Stadsherstel In 2013 is de verkenning van mogelijke nieuwe bestemmingen voor het Hospice Wallon al begonnen. Daarbij was naast de Initiatiefgroep Maison Descartes van de Stichting MyTown ook de Amsterdamse Maatschappij voor Stadsherstel en de Stichting HER(ontwikkeling) betrokken. Beide partijen hebben samen gesproken met de gemeente Amsterdam en het Stadsdeel Zuid met als doel ondersteuning te krijgen voor een nadere uitwerking van de ideeën. Door de gemeente (Bureau Monumenten en Archeologie) werd een subsidie toegekend in het kader van de regeling herbestemming monumenten aan de partijen samen. In De Duif vond op 18 maart 2013 een startbijeenkomst plaats waarin meerdere waardevolle suggesties werden gedaan voor nieuw duurzaam gebruik van het monument. Helaas bleek al snel dat MyTown en Stadsherstel niet op één lijn zaten met hun intenties en condities. De partijen zijn daarna elk verder gegaan met hun respectieve initiatieven. Stadsherstel heeft met de Stichting HER en architect Hans Erdmann een studie gedaan naar herontwikkeling voor meerdere functies, die samen een positieve exploitatie mogelijk zouden maken. Daarbij wordt uitgegaan van 600 m² horeca en het Institut Français (ook 600 m²) in de vleugel aan de Vijzelgracht, het Franse consulaat (520 m²) of een hospicevoorziening dan wel particuliere woningen (600 m²) in de vleugel aan de Prinsengracht, ruimte voor de buurt (MyTown) 20
van 250 m² in de vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat met op de bovenverdieping short stay eenheden (350 m²) of de hospicevoorziening, en verder in het souterrain en op de verdiepingen van de vleugel aan de Vijzelgracht ruimtes voor vaste huurders en voor tijdelijke werkplekken, vergaderen, congressen, cursussen etc. (1.670 m²). De zaalruimte aan de achterzijde van het complex (achter in de tuin) maakt ofwel onderdeel uit van het Consulaat of wordt bestemd als filmhuis. De haalbaarheid van dit plan is dus (mede) afhankelijk van de prijs die de Franse Staat ervoor wil hebben en of Consulaat en Institut Français na de restauratie en verbouwing terug kunnen keren. Voor de exploitatie van een hospicevoorziening kijkt Stadsherstel naar De Waalse Kerk, die eerder heeft aangegeven daar oren naar te hebben. De activiteiten van MyTown geeft Stadsherstel een plek in de vleugel aan de Eerste Weteringdwarsstraat. Wat betreft de eigendomssituatie denkt Stadsherstel aan drie of vier eigenaren (bijvoorbeeld de Franse staat, de Waalse kerk, de buurtvereniging Wetering Verbetering en Stadsherstel zelf, gezamenlijk afspraken maken over de ontwikkeling en de exploitatie en het beheer. Stadsherstel geeft er de voorkeur aan het gebouwbeheer in handen van één partij te leggen, Stadsherstel zelf zou daarvoor de aangewezen organisatie zijn. Het plan van Stadsherstel zou prima verbonden kunnen worden met het concept van MyTown. Gezien de staat van dienst van Stadsherstel kan het een scenario zijn voor een verantwoord ontwikkel‐ en beheerconcept dat zich goed kan verhouden tot de programmatuur van het 3D‐Huis
8. Beleid Gemeente Amsterdam/Stadsdeel Zuid Zoals hiervoor aangegeven, heeft de gemeente Amsterdam zich actief en positief uitgelaten over het gebruik van het Maison Descartes door de buurt (MyTown). Dat geldt ook voor een verhuizing van het Nederlands Persmuseum naar deze locatie en voor het plan om de scope te verbreden naar een Huis voor de Journalistiek en Persvrijheid. Zowel de centrale stad als het stadsdeel Centrum hechten er zeer aan dat in het monument functies komen die meerwaarde hebben voor de buurt, de stad en zo mogelijk ook bezoekers van buiten de stad. Toegankelijkheid van (delen van) het complex en de tuin zijn een randvoorwaarde om medewerking te verkrijgen van de gemeente bij de eventueel noodzakelijke herziening van het bestemmingsplan. De gemeente zal naar verwachting niet meewerken aan het planologisch mogelijk maken van een woonprogramma in het hele pand of aan een hotelbestemming.
Uitsneden uit het bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad
21
Op dit moment vigeert het bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad van 2013. In dit bestemmingsplan heeft het Maison Descartes de enkelvoudige bestemming Gemengd‐2. De voor 'Gemengd ‐ 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren, voorzieningen met inbegrip van additionele horeca, galeries, bedrijven, opgenomen in de Staat van inrichtingen, in de milieucategorie 1 of 2, detailhandel (uitgezonderd smartshops, sekswinkels, minisupermarkten en souvenirwinkels) De activiteiten die onderdeel zijn van het beoogde programma van het 3D‐HUIS passen, voor zover het geen kantooractiviteiten betreft, niet vanzelf in het vigerende bestemmingsplan. Buurtgerichte activiteiten, museale functies en zelfstandige horeca vragen om een bestemmingsplanherziening. De aanleg van de Noord/Zuidlijn heeft een enorme impact gehad op de omgeving van het Maison Descartes. Na de afronding van de werkzaamheden zal de openbare ruimte verder heringericht worden. Onder de projectnaam Rode Loper wordt boven het tracé van de nieuwe metrolijn in de stadsdelen Centrum en Zuid een hoogwaardige inrichting beoogd. De Rode Loper loopt van het Damrak, via de Beursstraat, het Beursplein, het Rokin, de Oude Turfmarkt en de Munt naar de Vijzelstraat, de Vijzelgracht en de Nieuwe Vijzelstraat.
Maison Descartes
l Rode Loper
Visualisatie herinrichting Vijzelgracht
22
Een ander project dat de nieuwe bestemming van Maison Descartes positief zal beïnvloeden is de Groene Loper. Dit betreft het plan om het gebied tussen de Amstel en het Tropenmuseum te vergroenen en daarmee aantrekkelijker te maken voor bewoners en toeristen. Het gaat niet alleen om toevoegen van fysiek groen, maar ook om verbetering van de luchtkwaliteit, de leefbaarheid en de economie. Om dit te bereiken wordt onder meer een wandel‐ en fietsroute aangelegd. Het moet helpen om meer toeristen naar Amsterdam‐Oost te trekken en daardoor de druk in de andere stadsdelen te verminderen. De Groene Loper sluit aan op de Rode Loper. Het project sluit aan bij de ambities van MyTown ten aanzien van de duurzame ontwikkeling en de verbetering van het leefklimaat van de wijk. Het plan voor het Maison Descartes kan positief bijdragen aan de doelstellingen, doordat het ook voor de toerist aantrekkelijk is, zowel vanwege de geschiedenis en schoonheid van het pand en de tuin als vanwege de horeca. Het kan een stepping stone zijn in de omgeving van de Groene Loper, die daardoor voor de bezoeker extra interessant wordt. Een hoogwaardige nieuwe bestemming en restauratie van het monumentale complex sluit dus goed aan bij de ambities van stad en stadsdeel voor de economische, sociale en ruimtelijke verbetering en ontwikkeling van de zuidelijke binnenstad. In het strategische plan voor de komende tien jaar (‘Amsterdam maakt mogelijk’) kiest de gemeente nadrukkleijk voor de bestaande stad: in plaats van het ontwikkelen van nieuwe stedelijke gebieden wordt de focus gelegd op de transformatie van de bestaande stad. Daarbij wordt voraal
9. De Bak ‘De Bak’, zo wordt de gigantische restruimte boven het metrostation Vijzelgracht genoemd. De plannen van het Stadsdeel voor deze 120 meter lange, 16 meter brede en 16 meter hoge ‘kathedraal’ richtten zich aanvankelijk op de ontwikkeling van een parkeergarage in (een deel van) de ruimte. Inmiddels wordt ook nagedacht over een alternatief waarbij de helft van de ruimte voor dat doel gebruikt wordt en ook daar is nog veel discussie over. De buurtvereniging WeteringVerbetering is daar geen voorstander van, zij ziet allerlei kansen voor een invulling die meer betekenis heeft voor de buurt én de stad. Er zijn ideeën geopperd voor een ondergronds park, een overdekte boerenmarkt, repetitieruimte voor muzikanten, theater, sportfaciliteiten, een skatepark, een zwembad etc. Een initiatiefgroep met de naam “Een Goeie Bak” (EGB) is aan de slag gegaan om een goede invulling te bedenken en uit te werken. Zij heeft in samenwerking met ADP architecten en met subsidie van het Stadsdeel, een haalbaarheidsonderzoek naar mogelijke invullingen van de ruimte uitgevoerd. Daarbij is rekening gehouden met de ideeën van My Town (zie My Town), waarbij De Bak een toevoeging moet vormen aan de openbare ruimte met een zo groot mogelijke meerwaarde voor de buurt en de stad. In het haalbaarheidsonderzoek is gekeken naar de technische haalbaarheid (is het beoogde gebruik mogelijk vanuit constructie‐, installatie‐, brand‐ en verkeerstechnisch oogpunt), de economische haalbaarheid (investeringskosten en rendement, flexibiliteit) en de architectonische potentie (randvoorwaarden, uitgangspunten, mogelijke uitwerking. Aan het onderzoek is bijgedragen door de buurtvereniging WeteringVerbetering, ADP Architecten, architect John Lonsdale, Border Architecture, Bruine Beuk tuin‐ en landschapsadvies, Lowline New York, Jan Waller vastgoedontwikkeling, CECI constructiedeskundigen en DGMR installatietechniek en duurzaamheid. Het onderzoek is begeleid door een klankbordgroep met Caroline Bos (UN Studio) en Bruno Doedens
23
(Slem). Er is gesproken met vele betrokkenen uit de buurt en de stad, waaronder de Dienst Ruimtelijke Ordening en de Brandweer Amsterdam. Uit het multidisciplinaire onderzoek komt naar voren dat een verdere ontwikkeling van De Bak vanuit de genoemde invalshoeken haalbaar geacht kan worden en zeer de moeite waard. Er worden aanbevelingen gedaan, onder andere gericht op politieke besluitvorming, bestemmingsplanprocedure en uitwerking van de programmering en financiering.
Eerste suggesties voor een multifunctionele programmering van De Bak (najaar 2012). Het Maison Descartes is het Meest rechtse gebouw. De afbeelding laat zien welk een enorme afmeting De Bak heeft
Variant waarin de helft van De Bak de functie van parkeergarage heeft
Mogelijke architectonische invulling
24
Gelet op de directe nabijheid van Maison Descartes en De Bak is het zeer interessant om na te gaan of de programmering van het historische complex en de nieuwe icoon af te stemmen of zelfs te verbinden. De grote ruimtes in De Bak zouden gebruikt kunnen worden voor grote exposities, manifestaties, evenementen, partijen en congressen die de partijen die gehuisvest zijn in het 3D‐ HUIS organiseren. Die relatie is zeker denkbaar vanuit het Persmuseum/Huis voor de Journalistiek, die daarbij zou kunnen samenwerken met partijen die zich bezighouden met de nieuwe media en nieuwe communicatietechnieken, zoals de Waag Society. Ook de horeca‐onderneming in het Huis zou in De Bak uit de voeten kunnen voor grotere festiviteiten e.a.
1. Exploitatie en financiering Het is natuurlijk erg lastig om in dit stadium van planvorming concreet te worden over een passend exploitatiemodel. In de exploitatie is van essentieel belang welke huurinkomsten gegenereerd kunnen worden en daarvoor is het nodig om te weten welke partijen hun intrek nemen in het 3D‐ HUIS en hoeveel ruimte zij gaan huren. Uitgaande van stichtingskosten van 13 miljoen euro en een interne opbrengstvoet van 6% zou de jaarlijkse huursom moeten 780.000 euro bedragen, dat is gemiddeld 222 euro per m² per jaar. Voor een mix van wel en niet commerciële activiteiten zoals beoogd voor het 3D‐HUIS is dat geen haalbare kaart. Een gemiddelde huur van 175 euro per m² per jaar lijkt een reëel uitgangspunt. Dat kan gehaald worden als ongeveer een derde van de ruimte een niet‐commerciële bestemming krijgt tegen een huurprijs van 100 euro en twee derde een commerciële bestemming tegen een huurprijs van 200 euro. In een dergelijke situatie zouden de jaarlijkse huurinkomsten ruim 600.000 euro bedragen. In dat geval zouden de stichtingskosten niet veel meer mogen bedragen dan 10 miljoen euro. Dat kan alleen als de verwervingsprijs fors omlaag gaat (in deze rekenvoorbeelden 4 miljoen in plaats van 7 miljoen) of als er substantiële bijdragen worden geleverd aan de realisatie door overheden, fondsen, sponsoring, crowd funding et cetera. Afhankelijk van de uiteindelijke gebruikers en hun programma van eisen en verdienvermogen kan de haalbare huursom hoger of lager uitpakken. Gezien de ambitie van het 3D‐HUIS lijkt de kans groot dat voor de niet‐rendabele activiteiten eerder meer dan minder ruimte nodig is, wat de exploitatie alleen maar moeilijker zal maken. Nuchter beschouwd lijkt het plan daarom nauwelijks haalbaar als er niet aan de voorkant mee wordt geïnvesteerd door publieke en private partijen, om de financieringslast zo laag mogelijk te krijgen en daarmee de druk op de exploitatie te verminderen. De financiële steun kan betrekking hebben op de sociaal‐maatschappelijke meerwaarde en het vernieuwende karakter (pilot status), op het belang van een passende herbestemming van het waardevolle erfgoed en op de betekenis voor de culturele infrastructuur (bijvoorbeeld t.b.v. de museale functie).
25
Samenvatting Herbestemming van het Maison Descartes naar een Huis voor Democratie, Dialoog en Duurzame ontwikkeling (3D‐HUIS) zou een onderscheidend en uniek programma toevoegen aan de stad Amsterdam, waarbinnen meerdere initiatieven en partijen ruimte kunnen vinden om hun ambities waar te maken. Gezien de omvang van het complex en de hoge kosten die gemoeid zijn met verwerving, restauratie en verbouwing is een gezonde exploitatie alleen mogelijk bij een meervoudig gebruik en dus verschillende (meer en minder commerciële) gebruikers. Om te voorkomen dat het een soort bedrijfsverzamelgebouw wordt zonder samenhangende programmatuur en identiteit is het nodig om een sterke verbindende missie uit te werken, die onderlinge synergie, multifunctionaliteit en flexibiliteit borgt. Voor de Zuidelijke Binnenstad kan hier het zenuwcentrum en plek van ontmoeting en activiteiten ondergebracht worden en verder uitgroeien. Het initiatief van MyTown kan hier fysiek vorm krijgen en de ruimte krijgen om te groeien. Hiermee krijgt Amsterdam een ‘Huis voor de Buurt’, dat bijdraagt aan sociale cohesie, indammen van sociaal isolement en (zorg)voorzieningen, maar ook een fysieke basis vormt voor verdere zelforganisatie, zelfbestuur en duurzame ontwikkeling. Onder de bovenliggende missie passen uiteenlopende programma’s in de sfeer van cultuur, maatschappelijke ontwikkeling, stedelijke transitie etc. Te denken is aan het Nederlands Persmuseum (Huis voor de Journalistiek en Persvrijheid), het Institut Français, bedrijfjes in de sfeer van de creatieve industrie, de communicatiesector of sociaal‐maatschappelijke dienstverlening. Om tot een gezonde exploitatie te komen zal een mix nodig zijn van meer en minder commerciële vormen van gebruik. Structurele en tijdelijke verhuur van kantoor‐, vergader‐, cursus‐ en conferentieruimte, short stay faciliteiten, verhuur voor ontvangsten, feesten en partijen zijn mogelijk, zolang ze niet te ver af staan van de identiteit (het ‘merk’) van het Huis. Een bij dit alles passend, onderscheidend horecaprogramma op de beletage van de hoofdvleugel kan het verbindende element zijn tussen de verschillende gebruikers van het Huis zelf, tussen het Huis en de buurt, en tussen het Huis en de stad. Het kan dienen als het bruisende hart, de plek van reuring, de woonkamer van het Huis, waar iedereen welkom is, van buurtbewoner tot toerist. Voor de eigendomssituatie en de exploitatievorm zijn diverse modellen denkbaar, afhankelijk van aantal en aard van de deelnemende partijen. Gelet op de hoge stichtingskosten zal het concept alleen kans van slagen hebben als er aan de voorkant geholpen wordt, door een zo laag mogelijke aankoopprijs, een sobere verbouwing en inrichting, door subsidies en bijdrage van fondsen en sponsoren. Het spreekt vanzelf dat het alleen mogelijk is als een of meer externe investeerders bereid zijn het complex aan te kopen en onder passende condities aan de gebruikers te verhuren. Het zal de nodige voeten in de aarde hebben en heeft allen kans van slagen als alle belanghebbende partijen er vol voor gaan. Daarbij is in ieder geval de steun van de Centrale Stad en het Stadsdeel Centrum cruciaal. Het draagvlak voor het concept lijkt groot: de expliciete adhesie van burgemeester Van der Laan en de gesprekken die zijn gevoerd met strategische adviseurs geven daar blijk van. Of dat voldoende is om met de Franse Staat zaken te kunnen doen, is de vraag. De Franse Staat is voornemens op korte termijn een verkoopprocedure op te starten, waarbij het behalen van de hoogste mogelijke prijs vooralsnog uitgangspunt lijkt te zijn. Overleg met de ambassadeur, waarnaar door minister Fabius van Frankrijk is verwezen, zal moeten aantonen of de Franse Staat wil meewerken aan het creëren van condities die de realisatie van deze bijzondere en passende nieuwe toekomst voor het monument mogelijk maken.
26
Colofon Dit rapport is opgesteld in opdracht van de Stichting MyTown (Contactpersoon: mevr. Maartje Romme, voorzitter) en met de financiële steun van de Provincie Noord‐Holland en de Gemeente Amsterdam/Stadsdeel Centrum Waardevolle bijdragen werden geleverd door: ….. (nog in te vullen) Hylkema Consultants BV Auteur: drs. Ben Verfürden, met bijdragen van drs Katheleine Koornstra Doelenstraat 12 3512 XJ UTRECHT T 030‐232 88 66 I www.hylkemaconsultants.nl
27