HR Monitor 2007 Sector Waterschappen in Beeld
H R- mo ni t o r se c to r w a te r s c h a p p e n o v e r 2 0 07 Rapport
Stratus marktonderzoek B.V. drs. P.C.N. Honcoop Zoetermeer, februari 2009
In opdracht van A&O fonds Waterschappen
Voorwoord
De HR-monitor 2007 biedt u op basis van feitelijke informatie inzicht in de personele situatie bij de waterschappen. Het gaat in eerste instantie om zogenoemde harde gegevens zoals aantal werknemers, deeltijdfactor, leeftijdsopbouw, verhouding man – vrouw, instroom, uitstroom en ziekteverzuim. De HR-monitor 2007 biedt u op organisatieniveau en op sectorniveau handvatten voor evaluatie en bijstelling van aandachtspunten en HRM-beleid. De rapportage brengt ook trends in beeld, zodat ontwikkelingen over de jaren heen inzichtelijk zijn. Tevens heeft de rapportage een functie bij de voorbereiding van de CAO-onderhandeling. De sector heeft te maken met verschillende ontwikkelingen die vragen om een personeelsbestand dat kan meebewegen. De constatering is dat de gemiddelde leeftijd ten opzichte van 2005 is gestegen van 44 naar 45 jaar. Het is van belang dat de sector waterschappen kan blijven beschikken over goed gekwalificeerd personeel en als een aantrekkelijke speler kan opereren op de arbeidsmarkt. Er is een begin gemaakt met leeftijdbeleid, loopbaanontwikkeling en stappen gericht op duurzame inzetbaarheid. De informatie in de HR-monitor 2007 is gebaseerd op de gegevens die Waterschappen aanleveren. Wij bedanken een ieder die aan de totstandkoming van de monitor heeft meegewerkt.
J.H. Oosters
A.E. de Haas
Voorzitter
Secretaris/Penningmeester
3
4
Inhoudsopgave Samenvatting
7
1
Inleiding
11
1.1
Achtergrond
11
1.2
Doelstelling
12
1.3
Uitvoering
12
1.4
Opbouw rapport
12
2
Werkgelegenheid
13
2.1
Inleiding
13
2.2
Aantal werknemers
13
2.3
Naar geslacht
14
2.4
Naar leeftijd
15
2.5
Naar opleiding
16
2.6
Naar dienstjaren
17
3
In-, door- en uitstroom
19
3.1
Inleiding
19
3.2
Instroom
19
3.3
Door- en uitstroom
20
4
Beloning en arbeidsvoorwaarden
23
4.1
Inleiding
23
4.2
Loon
23
4.3
Inschaling
23
4.4
Vergoedingen
24
4.5
Toelagen
25
4.6
Uitkeringen
26
5
Personeelsbeleid
29
5.1
Inleiding
29
5.2
Diversiteitsbeleid
29
5.3
Leidinggevenden
29
5.4
Stagiairs en trainees
30
5.5
Leeftijdsbewust personeelsbeleid
30
5.6
Vakbondsconsulenten
31
5.7
Opleiding en ontwikkeling
32
5.8
Keuzesysteem
33
5.9
Ouderschapsverlof
34
5.10
Agressie en geweld
35
5.11
(Bijna-)bedrijfsongevallen
35
6
Ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en WW
37
6.1
Inleiding
37
6.2
Ziekteverzuim
37
6.3
Arbeidsongeschiktheid
37
6.4
WW
39
BIJLAGE 1 Vragenlijst
41 5
6
Samenvatting O m v a n g w e r kg e l eg e n h e i d Wederom stijging
Eind 2007 waren er in de sector waterschappen 11.551 personen werkzaam.
van het aantal
Op 31 december 2005 telde de sector nog 11.127 werknemers. De werkge-
werknemers
legenheid binnen de sector is daarmee wederom gegroeid; ditmaal met 3,8 procent. In 2005 was de groei nog wel een stuk hoger, namelijk 6,1 procent. In de afgelopen periode hebben sommige waterschappen bepaalde (administratie)taken met elkaar gebundeld en samengevoegd in een aantal nieuwe organisaties.
Aantal werknemers per waterschap gedaald
Hierdoor is het gemiddelde aantal werknemers per waterschap aanzienlijk afgenomen, namelijk van 412 naar gemiddeld 359 werknemers per waterschap. Bij de gelieerde organisaties werkten in 2007 gemiddeld 205 werknemers. S a m e n s t e l li n g w e rk g el e g e n h e id In de sector waterschappen blijven relatief veel mannen werkzaam. 74 procent van de werknemers is man en 26 procent is vrouw. De manvrouwverhouding in de sector is daarmee gelijk gebleven ten opzichte van 2005. De gemiddelde leeftijd in de sector waterschappen is ook in 2007 met 44,7
Gemiddelde leeftijd blijft aan de hoge kant
Relatief weinig academici
jaar hoog in vergelijking met andere overheidssectoren. De gemiddelde leeftijd is bovendien iets gestegen ten opzichte van 2005; toen lag deze op 44,0 jaar. In de sector waterschappen blijven relatief weinig werknemers met WOopleiding werkzaam. Het aandeel blijft met 12 procent vrijwel op hetzelfde niveau als in 2005 Het aandeel werknemers dat alleen lager onderwijs gevolgd heeft is ten opzichte van 2005 sterk gedaald, namelijk van 25 naar 18 procent. Ook in 2007 is bij de sector waterschappen een relatief grote groep (48 procent) meer dan 10 jaar in dienst. De groep met lange dienstverbanden is wel gegroeid ten opzichte van 2005; toen was dit 41 procent van de werknemers. Ook in 2007 kwamen trainees een stuk minder vaak voor dan stagiairs. De
Trainees komen minder vaak voor dan stagiairs
inzet van stagiairs is zelfs bijna verdubbeld. Ongeveer een kwart van de organisaties in de sector waterschappen heeft in 2007 trainees in dienst gehad, terwijl 90 procent van de organisaties gebruik heeft gemaakt van stagiairs. In-, door- en uitstroom
Instroom van 5,9 procent in 2007
In 2007 is 5,9 procent van de werknemers bij de waterschappen ingestroomd. Het instroompercentage is daarmee onveranderd ten opzichte van 2005. De instroom was wederom lager dan bij andere overheidssectoren (10 procent).
Nauwelijks moeilijk vervulbare vacatures
7
Het aantal moeilijk vervulbare vacatures bij waterschappen blijft ook in 2007 klein. Uitgedrukt als percentage van het aantal vacatures was dit 0,8 procent. Twee jaar geleden was dit percentage iets lager, namelijk 0,5 procent.
Doorstroom van 3,9 procent in 2007
Uitstroom van 8,8 procent in 2007
In vergelijking met 2005 is het aantal werknemers dat binnen zijn organisatie van baan verandert toegenomen, namelijk van 2,8 tot 3,9 procent in 2007. De uitstroom is met 8,8 procent bijna verdubbeld ten opzichte van 2005 (4,5 procent). Deze ligt nu wel op hetzelfde niveau als bij andere overheden (10 procent). De voornaamste uitstroomredenen waren vrijwillig ontslag en VUT/FPU. B e l o n i n g e n a r b e id s v o o r w a a r d e n De totale loonsom voor de sector waterschappen bedroeg in 2007 bijna 490
Gemiddelde loonkos-
miljoen euro. In 2005 was de loonsom in de sector ruim 460 miljoen. De to-
ten per FTE zijn
tale werkgeverslasten bedroegen ca. 600 miljoen euro. De werkgeverslasten
56.871 euro
per FTE in de sector waterschappen komen daarmee in 2007 uit op 56.871 euro. Ook in 2007 zitten de meeste werknemers in de schalen 5 tot en met 10, met een piek in de schalen 7 en 8. 60 procent van de werknemers zat in 2007 op het maximum van zijn schaal. In 2005 was dit iets lager, namelijk 53 procent. P e r s o n e e l s b e l ei d
Diversiteitsbeleid
In 2007 was bij 37 procent van de organisaties sprake van een diversiteits-
minder populair
beleid. Het toepassen van een diversiteitsbeleid is daarmee minder populair dan in 2005; toen was nog bij 67 procent sprake van een dergelijk beleid. De populariteit van leeftijdsbewust personeelsbeleid is daarentegen toegenomen. In 2007 was er bij 15 procent van de organisaties sprake van leeftijdsbewust personeelsbeleid, terwijl dit twee jaar geleden maar 5 procent was. In 2007 maakte 19 procent van de werknemers van 55 jaar of ouder gebruik van urenverlichting. In vergelijking met 2005 is dit percentage iets afgenomen; toen maakte 22 procent van de 55-plussers gebruik van deze regeling. Taakverlichting komt nog steeds minder vaak voor dan urenverlichting.
3,1 procent van de
In de sector waterschappen wordt steeds meer geld vrijgemaakt voor oplei-
loonsom aan oplei-
ding en ontwikkeling van het personeel. In 2005 werd nog 2,8 procent van
ding begroot in 2005
de loonsom begroot voor opleiding en ontwikkeling. Nu is dat opgelopen tot 3,1 procent. In 2007 heeft bijna 60 procent van de werknemers in de sector waterschappen gebruik gemaakt van het keuzesysteem arbeidsvoorwaarden. In 2005 maakte 53 procent van de werknemers gebruik van dit keuzesysteem. De keuze van werknemers valt het meest op meeruren; één op de vijf werknemers kiest hiervoor. Het levensloopverlof is ook in 2007 niet erg populair (3 procent van de werknemers). De populariteit van de spaarloonregeling neemt iets af.
Bijna de helft heeft geen regeling voor betaald ouderschapsverlof
8
In 2007 kende bijna de helft van de waterschappen geen regeling voor betaald ouderschapsverlof. In vergelijking met 2005 wordt er wel meer gebruik gemaakt van de modelregeling uit deel 2 van de SAW dan van een eigen regeling. Z i e k te v e r z u i m In vergelijking met 2005 is het ziekteverzuimpercentage inclusief langdurig verzuim en exclusief zwangerschapsverlof binnen de sector waterschappen iets toegenomen, namelijk van 4,4 naar 4,6 procent in 2007. De verzuimduur en verzuimfrequentie zijn daarentegen gedaald ten opzichte van twee jaar geleden. A r b e i d s o n g e s c h ik t h e id e n W W Aantal arbeidsonge-
In vergelijking met 2005 is het aantal arbeidsongeschikten in de sector wa-
schikten en WW’ers
terschappen gedaald, namelijk van 4,3 naar 3,6 procent in 2007. Ook het
gedaald
aantal werknemers met een WW-uitkering is de afgelopen twee jaar binnen de sector gedaald, namelijk van 0,5 procent in 2005 naar 0,3 procent in 2007. Tabel 1
Werkgelegenheidsprofiel waterschappen 2003, 2005 en 2007
2003
2005
2007
37
27
27
Aantal organisaties Aantal waterschappen Aantal gelieerde organisaties
9
Werkgelegenheid Aantal werknemers: - in personen
10.498
11.127
11.551
- in FTE’s
9.378
10.174
10.585
Instroom
8,3%
5,9%
5,9%
Doorstroom
n.b.
2,8%
3,9%
Uitstroom
4,5%
4,8%
8,8%
Aandeel mannen
75%
74%
74%
Gemiddelde leeftijd
n.b.
44
45
Aandeel 55 jaar en ouder
n.b.
17,9%
21,5%
2,2
2,5
2,6
Kenmerken werkgelegenheid
Opleidingen Opleidingskosten in procenten van de loonsom Bron: Stratus 2008
9
10
1
Inleiding
1.1
Achtergrond
De 27 Nederlandse waterschappen zijn verenigd in de Unie van Waterschappen. In de afgelopen jaren heeft de Unie zelf regelmatig een personeelsenquête onder deze waterschappen uitgevoerd. In 2006 heeft de Unie deze personeelsenquête voor het eerst uitbesteed aan een extern bureau, Stratus. Per 1 januari 2008 A&O-fonds Waterschappen
Per 1 januari 2008 is de Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen (A&O-fonds Waterschappen) opgericht. Dit is een samenwerkingsverband van alle werkgevers- en werknemersorganisaties in de sector waterschappen. Het A&O-fonds is er voor alle organisaties en de werknemers op wie de CAO Waterschappen van toepassing is en aan de waterschappen gelieerde instellingen, die deze CAO Waterschappen vrijwillig volgen. Het A&O-fonds Waterschappen heeft Stratus gevraagd voor een herhaling van de personeelsenquête (nu: HR-monitor) over het jaar 2007. In tegenstelling tot 2005 zijn deze keer naast de 27 officiële waterschappen ook de 9 aan de waterschappen gelieerde instellingen in het onderzoek meegenomen. In totaal waren er dus op 31 december 2007 in de sector waterschappen 36 organisaties aanwezig; de resultaten in dit rapport zijn ook op dit aantal gebaseerd. Tabel 2
Organisatiestructuur sector waterschappen op 31 december 2007
27 waterschappen
−
Waterschap Aa en Maas
−
Waterschap Blija Buitendijks
−
Waterschap Brabantse Delta
−
Waterschap De Dommel
−
Waterschap Groot Salland
−
Waterschap Hollandse Delta
−
Waterschap Hunze en Aa’s
−
Waterschap Noorderzijlvest
−
Waterschap Peel en Maasvallei
−
Waterschap Reest en Wieden
−
Waterschap Rijn en IJssel
−
Waterschap Rivierenland
−
Waterschap Roer en Overmaas
−
Waterschap Vallei & Eem
−
Waterschap Velt en Vecht
−
Waterschap Veluwe
−
Wetterskip Fryslân
−
Waterschap Zeeuws-
9 gelieerde instellingen
Hoogheemraadschap Amstel,
−
BSR
Gooi en Vecht (Waternet)
−
GWL
−
Hoogheemraadschap van Delfland
−
Hefpunt
−
Hoogheemraadschap Hollands
−
Lococensus
Noorderkwartier
−
SVHW
−
Hoogheemraadschap van Rijnland
−
Unie van Waterschappen
−
Hoogheemraadschap Schieland
−
Waterproef
en de Krimpenerwaard
−
Waterschapsbedrijf Limburg
Hoogheemraadschap Stichtse
−
Waterschapshuis
−
−
Rijnlanden
Vlaanderen −
Waterschap Zeeuwse Eilanden
−
Waterschap Zuiderzeeland
11
1.2
Doelstelling
Het doel van de HR-monitor is: het in kaart brengen van gegevens die nodig zijn voor de CAO-
−
onderhandelingen tussen de sociale partners; het informeren over het gevoerde personeelsbeleid binnen de water-
−
schapssector, het leveren van input voor het ontwikkelen van gezamenlijk personeels-
−
beleid, en het bieden van de mogelijkheid om de samenstelling van het werkne-
−
mersbestand en het personeelsbeleid te vergelijken/benchmarken.
1.3
Uitvoering
Als uitgangspunt voor HR-monitor is de vragenlijst van de HR-monitor over 2005 gehanteerd die door Stratus in overleg met het A&O-fonds Waterschappen is aangepast. De gehanteerde vragenlijst bestond uit 7 onderdelen met in totaal 45 vragen. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. De dataverzameling heeft plaatsgevonden door middel van een internetenquête. De contactpersonen bij de 36 organisaties in de sector zijn per email uitgenodigd de vragenlijst op het internet in te vullen. Ook konden zij hun antwoorden schriftelijk aan Stratus doorgeven door het uitprinten en invullen van een meegestuurde PDF-file. De oorspronkelijke veldwerkperiode van de HR-monitor zou ongeveer 6 weken (van 18 augustus tot 30 september 2008) duren. Het veldwerk heeft uiteindelijk tot begin november 2008 geduurd. De HR-monitor is door 27 van de 36 organisaties deels of geheel ingevuld. Hiervan waren 26 een waterschap en 1 een aan de waterschappen gelieerde
Brutorespons 75
instelling. De 9 andere gelieerde instellingen hebben in het geheel geen ge-
procent
gevens voor de HR-monitor verstrekt. De brutorespons bedraagt daarmee 75 procent. Op basis van deze respons kan een betrouwbaar beeld van de werkgelegenheid in de sector waterschappen geschetst worden. Om een representatief beeld te kunnen geven voor de sector zijn sommige resultaten in de HRmonitor geëxtrapoleerd. De extrapolatiefactor is bepaald op basis van het totaal aantal personen dat werkzaam is in de waterschapssector (11.551). 1
1.4
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 wordt de omvang en samenstelling van het werknemersbestand in de sector waterschappen behandeld. In het derde hoofdstuk staat de mobiliteit binnen de sector waterschappen centraal, waarbij de in-, dooren uitstroomcijfers worden besproken. Het beloningsbeleid wordt in het vierde hoofdstuk behandeld. Het personeelsbeleid wordt verder in hoofdstuk 5 geanalyseerd. Tot slot in het laatste hoofdstuk worden de onderwerpen ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en WW achtereenvolgens besproken.
1
ABP, A&O-fonds Waterschappen 2007
12
2 2.1
Werkgelegenheid
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de omvang en samenstelling van het werknemersbestand in de sector waterschappen. Eerst wordt de omvang van de werkgelegenheid besproken, zowel uitgedrukt in aantallen werknemers als in FTE’s (Fulltime Equivalenten). In de daaropvolgende paragrafen wordt de samenstelling van het werknemersbestand in de sector aan de hand van geslacht, leeftijd, opleiding en dienstjaren beschreven.
2.2 Aantal werknemers neemt met 3,8 procent toe tot 11.551
Aantal werknemers
In 2007 nam de werkgelegenheid binnen de sector wederom toe. Op 31 december 2005 werkten er in de sector waterschappen nog 11.127 personen. Eind 2007 telde de sector waterschappen in totaal 11.551 werknemers. Hiervan werkten 1.846 personen bij een aan de waterschappen gelieerde instelling. Dit komt neer op een toename van 3,8 procent in twee jaar tijd. De toename van de werkgelegenheid bij de sector waterschappen is daarmee iets hoger dan die bij andere overheids- en onderwijssectoren. In dezelfde periode steeg het aantal werknemers bij deze sectoren met 2,1 procent. Figuur 1
Aantal werknemers in de sector waterschappen in de periode 1994 tot en met 2007
14000 12000 10000
8428
10315
10490
2000
2003
11127
11551
8954
8000 6000 4000 2000 0 1994
1997
2005
2007
Bron: Unie van Waterschappen 2005, Stratus 2008
Aantal werknemers
In de afgelopen twee jaar hebben sommige waterschappen bepaalde (admi-
per waterschap
nistratie)taken gebundeld en samengevoegd in een aantal nieuwe organisa-
gedaald
ties. Ook worden bij deze nieuwe gelieerde organisaties vaak werkzaamheden verricht voor andere overheden (bijvoorbeeld gemeenten). Hierdoor is het gemiddelde aantal werknemers bij de waterschappen aanzienlijk gedaald, terwijl dit bij deze gelieerde organisaties nu relatief hoog uitkomt. In 2005 werkten er gemiddeld 412 werknemers bij de 27 waterschappen, twee
13
jaar later is dat gedaald naar gemiddeld 359 werknemers per waterschap. Bij de 9 gelieerde organisaties werkten in 2007 gemiddeld 205 personen. Figuur 2
Gemiddeld aantal werknemers per waterschap/gelieerde organisatie in de periode 1994 tot en met 2007
500 412 400
359 283
300
205 200
100
144
163
96
0 1994
1997
2000 waterschappen
2003
2005
2007
gelieerde organisaties
Bron: Unie van Waterschappen 2005, Stratus 2008
D e e l ti j d e r s In de sector waterschappen
In de sector waterschappen komt deeltijdwerken regelmatig voor. Dat betekent dat de werkgelegenheid uitgedrukt in FTE’s lager is dan de werkgele-
komt deeltijdwerken
genheid in aantal werknemers. In 2007 was de gemiddelde deeltijdfactor in
regelmatig voor
de sector waterschappen 0,92. De deeltijdfactor is daarmee nauwelijks veranderd ten opzichte van twee jaar geleden (2005: 0,91). Als de werkgelegenheid in de sector wordt uitgedrukt in FTE’s, was de omvang op 31 december 2007 10.585. In andere overheids- en onderwijssectoren was de gemiddelde deeltijdfactor in 2007 wederom een stuk lager, namelijk 0,85.
Formatie De formatie in aantal FTE’s kwam op 31 december 2007 in de sector waterschappen uit op 11.215. De formatie in aantal FTE’s in de sector is daarmee circa 600 FTE’s hoger dan de werkgelegenheid in aantal FTE’s (10.585). Het verschil wordt veroorzaakt door het aantal openstaande vacatures en deeltijdwerken.
2.3 Relatief veel mannen werkzaam
Naar geslacht
In de sector waterschappen zijn relatief veel mannen werkzaam, zowel in vergelijking met andere overheids- en onderwijssectoren als met de landelijke beroepsbevolking. Circa 74 procent van de werknemers is een man. Slechts 26 procent is van het vrouwelijke geslacht. De manvrouwverhouding in de sector waterschappen is daarmee gelijk gebleven ten opzichte van 2005. Toen was ook 74 procent van de werknemers man.
14
Tabel 3
Aantal werknemers naar geslacht in de sector waterschappen, de overheid en de landelijke beroepsbevolking op 31 december 2007 in procenten
Geslacht
Sector waterschappen
Overheid
Landelijk
Man
74%
52%
55%
Vrouw
26%
48%
45%
Bron: Stratus, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, CBS 2008
2.4
Naar leeftijd
Gemiddelde leeftijd
In 2007 was de leeftijd van werknemers in de sector waterschappen gemid-
is 44,7 jaar
deld 44,7 jaar. In vergelijking met twee jaar geleden is de gemiddelde leeftijd daarmee iets gestegen; toen lag de gemiddelde leeftijd op precies 44,0 jaar. De gemiddelde leeftijd van de sector waterschappen is daarmee vergelijkbaar met die van gemeenten 1, daar ligt de gemiddelde leeftijd op 44,8 jaar. Net als in 2005 zijn mannen gemiddeld ouder dan vrouwen; bij mannen was de gemiddelde leeftijd 46,2 jaar, terwijl vrouwen gemiddeld 42,3 jaar waren. Bij gemeenten zijn de mannen ook gemiddeld wat ouder dan de vrouwen. Tabel 4
Gemiddelde leeftijd in de sector waterschappen in 2005 en 2007
Gemiddelde leeftijd
2005
2007
Man
45,4
46,2
Vrouw
40,7
42,3
Totaal
44,0
44,7
Bron: Stratus 2008
In vergelijking met de landelijke beroepsbevolking is de gemiddelde leeftijd
Gemiddelde leeftijd
van werknemers binnen de sector waterschappen relatief hoog. Ruim de
is
helft van de werknemers in de sector waterschappen (54 procent) is ouder
relatief hoog
dan 45 jaar. Bij de landelijke beroepsbevolking is dit maar 37 procent. Slechts 15 procent van de werknemers in de sector waterschappen is jonger dan 35 jaar. Van de landelijke beroepsbevolking is 35 procent jonger dan 35 jaar. Aandeel jonger dan 35 jaar is
Ook is de gemiddelde leeftijd van werknemers in de sector waterschappen
erg klein
hoger dan in andere overheids- en onderwijssectoren. Vooral het aandeel werknemers dat jonger is dan 35 jaar is bij de sector waterschappen met 15 procent een stuk lager dan gemiddeld bij andere overheids- en onderwijssectoren. Bij deze sectoren is dit aandeel 22 procent. Het aandeel werknemers dat ouder is dan 55 jaar is in de sector waterschappen, daarentegen
1
Personeelsmonitor gemeenten 2007, Stratus
15
een stuk hoger dan in andere overheids- en onderwijssectoren (21 vs 15 procent). Tabel 5
Aantal werknemers naar leeftijd (in procenten) in de sector waterschappen, de overheid en de landelijke beroepsbevolking op 31 december 2007
Sector Waterschappen
Overheid
Landelijke beroepsbevolking
1%
3%
11%
25 tot 35 jaar
14%
19%
24%
35 tot 45 jaar
31%
30%
29%
45 tot 55 jaar
33%
33%
25%
55 jaar of ouder
21%
15%
12%
55 tot 60 jaar
14%
12%
60 tot 65 jaar
7%
3%
65 jaar of ouder
0%
0%
Leeftijdscategorie 24 jaar of jonger
w.v.:
Bron: Stratus, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, CBS 2008
2.5
Naar opleiding
In de HR-monitor over 2007 is organisaties in de sector waterschappen voor het eerst zelf naar het opleidingsniveau van werknemers gevraagd. De cijfers van 2003 en 2005 kwamen namelijk hiervoor uit eerdere personeelsonderzoeken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Relatief weinig
In de sector waterschappen werken relatief weinig werknemers met WO-
werknemers met
opleiding. Het aandeel blijft met 12 procent vrijwel op hetzelfde niveau als
een WO-opleiding
twee jaar geleden; toen lag dit op 11 procent. Het aandeel werknemers dat alleen lager onderwijs gevolgd heeft is ten opzichte van 2005 sterk gedaald, namelijk van 25 naar 18 procent. De aandelen werknemers met een HBOopleiding of MBO-opleiding zijn juist iets gestegen in vergelijking met 2005.
16
Figuur 3
Aantal werknemers naar opleiding (in procenten) in de sector waterschappen in 2003, 2005 en 2007
12% 11%
WO 8%
33% 31% 33%
HBO
37% 33% 34%
Middelbaar onderwijs
18% Lager onderwijs
25% 24% 0%
5%
10%
15% 2003
20% 2005
25%
30%
35%
40%
2007
Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken 2005, Stratus 2008
2.6 Een relatief grote groep is 10 jaar of meer in dienst
Naar dienstjaren
In 2007 was bijna de helft van de werknemers (48 procent) binnen de sector waterschappen langer dan 10 jaar in dienst. Het aandeel is daarmee gestegen ten opzichte van 2005; toen lag dit op 41 procent. Het aandeel werknemers met een dienstverband korter dan 10 jaar is met 9 procent gedaald. Figuur 4
Aantal werknemers naar dienstjaren (in procenten) in de sector waterschappen in 2005 en 2007
48%
10 jaar of meer
41% 40% 44%
3 tot 10 jaar
12% 17%
Minder dan 3 jaar
0%
10%
20%
30% 2005
40%
50%
60%
2007
Bron: Stratus 2008
17
3 3.1
In-, door- en uitstroom
Inleiding
Het is niet alleen interessant om te kijken hoe het aantal werknemers in de sector waterschappen zich ontwikkelt, maar ook hoe groot de mobiliteit van werknemers in de sector is. De in-, door- en uitstroompercentages van werknemers geven deze mobiliteit binnen de sector waterschappen weer. In dit hoofdstuk zullen deze drie onderwerpen stuk voor stuk besproken worden
3.2
Instroom
Lage instroom
In 2007 was de instroom van nieuwe werknemers in de sector waterschap-
in vergelijking
pen bijna 6 procent. Het instroompercentage in de sector blijft daarmee op
met andere
hetzelfde niveau als twee jaar geleden (2005: 5,9 procent). Ook in 2007 is
overheids- en
het instroompercentage bij de sector waterschappen een stuk lager in ver-
onderwijssectoren
gelijking met dat in andere overheids- en onderwijssectoren. Bij de andere overheids- en onderwijssectoren kwam de instroom in 2007 bijna uit op 10 procent. Tabel 6
Instroom in de sector waterschappen (in procenten) in 2005 en 2007
2005 Sector
2007 Overheid
Waterschappen Instroom
5,9%
Sector
Overheid
Waterschappen 9,3%
5,9%
9,8%
Bron: Trendnota Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties, Stratus 2008
Vacatures In de HR-monitor is organisaties in de sector waterschappen niet gevraagd naar het aantal vacatures in 2007. Dit aantal kan wel worden benaderd door de in- en doorstroom bij elkaar op te tellen (in de veronderstelling dat hierbij altijd sprake is van een vacature). In 2007 komt dit neer op ongeveer 10 procent van het totaal aantal werknemers. Dit was twee jaar geleden circa 9 procent. Er is wel gevraagd naar het aantal moeilijk vervulbare vacatures en een uitsplitsing van deze vacatures naar functie. Het aantal moeilijk vervulbare vaWeinig moeilijk
catures was in 2007 niet erg hoog; uitgedrukt in procenten van het aantal
vervulbare
werknemers was dit 0,8 procent. In 2005 lag dit percentage iets lager, na-
vacatures
melijk op 0,5 procent. Het waren vooral advies- en technische beleidsfuncties die in 2007 binnen de sector waterschappen moeilijk vervulbaar waren.
19
Figuur 5
Aantal moeilijk vervulbare vacatures naar functie (in procenten) in de sector waterschappen in 2007
Adviesfuncties
27%
Technische beleidsfuncties
24%
Managementfuncties
14%
Technische uitvoeringsfuncties
14%
5%
Financiële functies Administratieve functies
0%
Overige functies
16% 0%
10%
20%
30%
40%
Bron: Stratus 2008
3.3
Door- en uitstroom
In vergelijking met 2005 is het aantal werknemers dat binnen zijn organisatie/waterschap van baan verandert iets toegenomen; namelijk van 2,8 procent tot 3,9 procent in 2007. Bij gemeenten bedroeg de doorstroom in 2007 4,7 procent 1. In 2007 bedroeg de totale uitstroom in de sector waterschappen 8,8 pro-
Uitstroom gestegen,
cent. Ten opzichte van 2005 is dit percentage bijna verdubbeld; toen was
maar nog steeds
de uitstroom 4,8 procent. De werknemers in de sector waterschappen zijn
lager dan
daarmee iets loyaler of honkvaster dan werknemers in andere overheids- en
andere
onderwijssectoren, waar 10 procent van de werknemers in 2007 is uitge-
overheden
stroomd. Tabel 7
Uitstroom in de sector waterschappen (in procenten) in 2005 en 2007
2005
Sector
2007
Overheid
Waterschappen Instroom
4,8%
Sector
Overheid
Waterschappen 9,3%
8,8%
9,8%
Bron: Trendnota Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties, Stratus 2008
De voornaamste redenen voor de uitstroom van werknemers in de sector waterschappen in 2007 zijn vrijwillig ontslag (54 procent van de uitgestroomde werknemers) en VUT/FPU (18 procent van de uitgestroomde
1
Personeelsmonitor gemeenten 2007, Stratus
20
werknemers). Ook outplacement, reorganisatie en bovenwettelijke WW waren een aantal keer een uitstroomreden. Bij 11 procent was de uitstroomreden onbekend. Figuur 6
Aantal uitgestroomde werknemers uitgesplitst naar uitstroomreden (in procenten) in de sector waterschappen in 2007
54%
Vrijwillig ontslag 18%
VUT/FPU Outplacement
7%
Reorganisatie
7%
Bovenwettelijke WW
3%
Overlijden
1%
Onbekend
11% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Bron: Stratus 2008
In de sector waterschappen stromen werknemers met een administratieve functie relatief het vaakst uit; een derde van de uitgestroomde werknemers in 2007 vervulde namelijk een administratieve functie. De sector heeft echter weinig problemen om deze functies opnieuw in te vullen; het aantal moeilijk vervulbare vacatures in deze functie was namelijk 0 procent (zie paragraaf 3.2). Verder had 21 procent van de uitstromers een technische uitvoeringsfunctie en 12 procent bekleedden in de sector een adviesfunctie. Figuur 7
Aantal uitgestroomde werknemers uitgesplitst naar functie (in procenten) in de sector waterschappen in 2007
Administratieve functies
33%
Technische uitvoeringsfuncties
21%
Adviesfuncties
12%
Technische beleidsfuncties
9%
7%
Financiële functies
Managementfuncties
6%
Overige functies
12% 0%
10%
20%
30%
40%
Bron: Stratus 2008
21
4 4.1
Beloning en arbeidsvoorwaarden
Inleiding
In dit hoofdstuk staan de beloning en arbeidsvoorwaarden binnen de sector waterschappen centraal. Zo wordt een schatting gemaakt van de totale loonsom en de totale werkgeverslasten. Vervolgens wordt gekeken naar het aantal werknemers per salarisschaal. In de daaropvolgende paragrafen worden de uitgekeerde vergoedingen, toelagen en uitkeringen aan werknemers in de sector waterschappen besproken, zowel in aantal personen als in bedragen.
4.2 Loonsom: 490 miljoen euro
Loon
De totale loonsom 1 voor de sector waterschappen bedroeg in 2007 bijna 490 miljoen euro. In 2005 was de loonsom in de sector ruim 460 miljoen. Dit komt neer op een toename van 5,2 procent in twee jaar tijd. Ook bij andere overheidssectoren is de loonsom in dezelfde periode gestegen; daar was de toename gemiddeld 7,8 procent (bron: Trendnota Ministerie van Binnen-
Werkgeverslasten: 600 miljoen euro
landse Zaken & Koninkrijksrelaties 2008). De totale werkgeverslasten 2 bedroegen in de sector waterschappen circa 600 miljoen euro. De werkgeverslasten per FTE in de sector komen daarmee in 2007 uit op 56.871 euro.
4.3 Overgrote deel van de werknemers in schalen 5 tot en met 10
Inschaling
In Figuur 8 is een verdeling opgenomen van de werknemers naar salarisschaal. Net als in 2005 zit het overgrote deel van de werknemers in de schalen 5 tot en met 10, met een piek in schalen 7 en 8. Bijna één op de drie werknemers was in één van deze twee schalen ingeschaald. In de onderste drie schalen was in 2007 bijna geen enkele werknemer ingeschaald. Ook in de bovenste drie schalen (schalen 16, 17 en 18) zaten maar weinig werknemers. In vergelijking met andere schalen is de toename met ruim één procent van het aantal werknemers in schalen 8 en 9 ten opzichte van 2005 opvallend. Ook de daling van het aantal werknemers in schalen 4, 5 en 6 is opmerkelijk. Het aantal werknemers in deze schalen is met ruim één procent gedaald. Dit kan te maken hebben met het uitbesteden van activiteiten door de waterschappen waardoor men zelf minder werknemers in dienst heeft.
60 procent van de werknemers zit op het maximum van de schaal
1
In de enquête is de volgende definitie voor loonsom gehanteerd: het loon voor de loonbe-
lasting/premie volksverzekeringen (kolom 14 van de modelloonstaat van de Belastingdienst)
2
In de enquête is de volgende definitie voor werkgeverslasten gehanteerd: som van de
salariscomponenten + toelagen + afdrachten van de pensioenpremies + de afdrachten van de sociale lasten -/- inhoudingen pensioenpremies -/- de inhoudingen sociale lasten.
23
In 2007 zat 60 procent van de werknemers in de sector waterschappen op het maximum van zijn of haar schaal. Dit was in 2005 lager, namelijk 53 procent. Figuur 8
Aantal werknemers naar salarisschaal (in procenten) in de sector waterschappen op 31 december 2003, 2005 en 2007
20% 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 1
2
3
4
5
6
7
8
9
2003
10
10a
2005
11
11a
12
13
14
15
16
17
2007
Bron: Unie van Waterschappen 2005, Stratus 2008
4.4
Vergoedingen
Wachtdiensten 0,9 procent van de loonsom wordt uitgegeven aan vergoedingen voor wachtdiensten
In 2007 kwamen wachtdiensten bij bijna elke organisatie in de sector waterschappen voor. Ruim één op de vijf werknemers (22 procent) draaide in 2007 wachtdiensten. Het aantal werknemers dat wachtdiensten draait is daarmee iets toegenomen ten opzichte van 2005; toen lag dit namelijk op 19 procent. Aan deze diensten werd in 2007 0,9 procent van de loonsom besteed, wat overeenkomt met een bedrag van 4,4 miljoen euro. Ook dit percentage is de afgelopen twee jaar toegenomen (2005: 0,7 procent).
O n r e g e l m at i g h ei d s di e n s t e n In 2007 kwamen bij ongeveer 80 procent van de organisaties onregelmatige 0,1 procent van de
diensten voor. Gemiddeld draaide 2,1 procent van de werknemers in de sec-
loonsom wordt
tor waterschappen onregelmatige diensten. In 2005 was dit percentage iets
uitgegeven aan
lager, namelijk 1,5 procent. De kosten van onregelmatigheidsdiensten blij-
vergoedingen voor onregelmatigheidsdiensten
ven in de sector nog steeds erg beperkt. Gemiddeld werd in 2007 0,1 procent van de loonsom (0,5 miljoen euro) in de sector aan onregelmatigheidstoeslagen besteed. In 2005 en 2003 kwam dit percentage ook al uit op 0,1 procent.
O v e r w er k In het afgelopen decennium is het percentage werknemers dat structureel overwerk verricht aanzienlijk toegenomen, namelijk van 15 procent in 1994 tot 36 procent in 1999. In 2005 daalde het aantal werknemers dat over-
24
18
0,8 procent van de loonsom wordt uitgegeven aan overwerkvergoedingen
werkt tot 28 procent. Twee jaar later blijft dit aantal vrijwel gelijk, namelijk 27 procent. In 2007 werd gemiddeld 0,8 procent van de loonsom uitbetaald aan overwerkvergoedingen (3,9 miljoen euro). Dit was in 2005 iets hoger (0,9 procent).
C o m p e n s a t i e s t e r k b e z w a r e n d e o m s t a n d i g h ed en Bij circa 80 procent van de organisaties in de sector waterschappen komt compensatie van werknemers voor arbeid onder sterk bezwarende omstandigheden voor. Gemiddeld kreeg 19 procent van de werknemers in 2007 een vergoeding voor arbeid onder sterk bezwarende omstandigheden. Het aantal 0,3 procent van de loonsom is bestemd voor compensatie van sterk bezwarende omstandigheden
werknemers met een dergelijk compensatie is daarmee iets gedaald ten opzichte van 2005; toen was dit percentage 22 procent. De kosten van de compensatie voor sterk bezwarende omstandigheden blijven nog steeds laag. Ook in 2007 werd gemiddeld 0,3 procent van de loonsom (0,5 miljoen euro) hieraan besteed. Tabel 8
CAO-vergoedingen in de sector waterschappen in 2005 en 2007
2005
2007
# werknemers
in % van de
# werknemers
in % van de
in %
loonsom
in %
loonsom
18,8%
0,68%
22,2%
0,94%
1,5%
0,10%
2,1%
0,11%
Overwerk
28,0%
0,86%
26,6%
0,75%
Compensatie sterk
21,7%
0,36%
18,8%
0,33%
Wachtdiensten Onregelmatigheidsdiensten
bezwarende omstandigheden Bron: Stratus 2008
4.5
Toelagen
In 2007 kreeg 8 procent van de werknemers in de sector waterschappen maandelijks een persoonlijke (6,6 procent), een arbeidsmarkt- (0,5 procent) of een waarnemingstoelage (1,0 procent). In vergelijking met 2005 is wel het aantal werknemers dat een toelage ontvangt gedaald. De daling is het grootst bij de waarnemingstoelage. Twee jaar geleden kreeg nog 1,6 procent van deze werknemers deze toelage, nu is dit gedaald tot 1,0 procent. 0,4 procent van de
Aan de drie toelagen werd in de waterschapssector gezamenlijk 0,4 procent
loonsom wordt
van de loonsom (2 miljoen euro) besteed, waarvan het grootste deel aan
uitgegeven aan
persoonlijke toelagen. In 2005 werd hetzelfde percentage uitgegeven aan
toelagen
persoonlijke, arbeidsmarkt- en waarnemingstoelagen, namelijk ook 0,4 procent.
25
Tabel 9
CAO-toeslagen in de sector waterschappen in 2005 en 2007
2005
2007
# werknemers
in % van de
# werknemers
in % van de
in %
loonsom
in %
loonsom
Persoonlijke toelage
6,9%
0,26%
6,6%
0,30%
Waarnemingstoelage
1,6%
0,05%
0,5%
0,04%
Arbeidsmarkttoelage
0,6%
0,04%
1,0%
0,03%
Bron: Stratus 2008
In de HR-monitor is ook organisaties gevraagd of zij na invoering van de nieuwe beloningssystematiek nog steeds de persoonlijke toelage zullen gebruiken. 37 procent van de organisaties zal dit zeker doen, 30 procent doet dit waarschijnlijk en 7 procent zal dit niet meer doen. Ook weet circa een kwart (26 procent) nog niet of zij de persoonlijke toelage blijven hanteren of niet.
4.6
Uitkeringen
G r a t i f i c a ti e s 0,2 procent van de loonsom wordt uitgegeven aan gratificaties
In de sector waterschappen ontving in 2007 ongeveer 9 procent van de werknemers een gratificatie. In vergelijking met 2005 is dit percentage iets gedaald; toen kreeg 10 procent van alle werknemers een gratificatie. In 2007 werd 0,2 procent van de loonsom (1 miljoen euro) aan gratificaties uitgekeerd. Hiermee blijven de kosten op hetzelfde niveau als in 2005.
C o l l e c t i ev e r e s u l t at e n d el i n g Volgens de CAO komt iedere organisatie jaarlijks een aantal doelen in het kader van de regeling voor collectieve resultatendeling overeen met de ondernemingsraad. Indien de met de OR afgesproken doelen binnen een organisatie in het desbetreffende jaar behaald worden, ontvangt iedere werkneDriekwart ontving een
mer van deze organisatie een uitkering op basis van collectieve resultatendeling.
uitkering o.b.v. collectieve
In tegenstelling tot twee jaar geleden heeft in 2007 niet meer iedere werk-
resultatendeling
nemer een uitkering in verband met de collectieve resultatendeling ontvangen. In 2007 gaat het ‘maar’ om driekwart van de werknemers in de waterschapssector (bij een kwart van de organisaties zijn de afgesproken doelen dus niet behaald). In vergelijking met 2005 werd in 2007 gemiddeld wel iets
1,0 procent van de loonsom wordt besteed aan collectieve
meer van de loonsom aan collectieve resultatendeling besteed (0,7 procent in 2005 vs 1,0 procent in 2007). Het totaal uitgegeven bedrag voor de collectieve resultatendeling komt daarmee in 2007 uit op 3,4 miljoen euro.
resultatendeling
26
Tabel 10
CAO-uitkeringen in de sector waterschappen in 2005 en 2007
2005
Gratificaties Collectieve resultatendeling
2007
# werknemers
in % van de
# werknemers
in % van de
in %
loonsom
in %
loonsom
10,3%
0,20%
9,0%
0,18%
100,0%
0,68%
75,4%
0,96%
Bron: Stratus 2008
27
5 5.1
Personeelsbeleid
Inleiding
In dit hoofdstuk staat het personeelsbeleid in de sector waterschappen centraal. Allereerst komt het diversiteitsbeleid aan de orde. Vervolgens wordt het leeftijdsbewust personeelsbeleid besproken, waar specifiek wordt ingegaan op de seniorenregelingen. In de daaropvolgende paragrafen worden verschillende onderwerpen met betrekking tot het personeelsbeleid behandeld.
5.2
Diversiteitsbeleid
In 2007 was bij 37 procent van de organisaties in de sector waterschappen
Bij 37 procent was
sprake van een diversiteitsbeleid. 41 procent had geen diversiteitsbeleid. 19
sprake van
procent paste nog geen diversiteitsbeleid toe, maar zegt hier wel mee bezig
een diversiteitsbeleid
te zijn. Het toepassen van een diversiteitsbeleid is daarmee minder populair dan in 2005; toen was nog bij 67 procent van de organisaties sprake van een diversiteitsbeleid. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat in 2005 er een in de CAO afgesproken project was waar waterschappen aan mee moesten doen. Indien er bij een waterschapsorganisatie wel een diversiteitsbeleid wordt toegepast, wordt vaak extra aandacht of voorrang gegeven aan arbeidsgehandicapten, vrouwen en allochtonen bij de wervings- en selectieprocedure.
5.3
Leidinggevenden
89 procent van de
In 2007 bekleedden 713 werknemers een leidinggevende functie binnen de
leidinggevenden is
sector waterschappen. Dit komt overeen met 6,2 procent van de totale bezetting bij de sector waterschappen in hetzelfde jaar. Bij gemeenten was dit
een man
in 2007 iets hoger; daar was 6,9 procent van de bezetting een leidinggevende. De leidinggevende is vaker een man dan een vrouw; 89 procent van de leidinggevenden is namelijk van het mannelijke geslacht en 11 procent is van het vrouwelijke geslacht. Ook bij gemeenten is de leidinggevende vaker een man dan een vrouw. Het percentage vrouwelijke leidinggevenden is wel een stuk hoger in vergelijking met de sector waterschappen, namelijk 24 procent 1.
1
Personeelsmonitor gemeenten 2007, Stratus
29
Tabel 11
Aantal leidinggevenden naar geslacht in de sector waterschappen (in procenten) in 2007
Aantal personen
In procenten
635
89%
Vrouw
78
11%
Totaal
713
100%
Man
Bron: Stratus 2008
5.4
Stagiairs en trainees
In 2007 heeft ruim 90 procent van de organisaties binnen de sector waterschappen gebruik gemaakt van stagiairs. In vergelijking met twee jaar geleden is dit percentage aanzienlijk toegenomen; toen was dit 54 procent. Het ging in 2007 totaal om circa 400 stagiairs. Uitgedrukt als percentage van het aantal werknemers in de sector waterschappen, komt dit in 2007 neer op 3,5 procent. In 2005 was dit percentage lager, namelijk 3,1 procent. Trainees komen
Ook in 2007 kwamen trainees een stuk minder vaak voor dan stagiairs. On-
minder vaak voor
geveer een kwart van de organisaties (26 procent) in de sector waterschap-
dan stagiairs
pen heeft in 2007 trainees in dienst gehad. In totaal waren dit 13 trainees, wat overeenkomt met 0,1 procent van de totale bezetting in de sector waterschappen in dat jaar. Het percentage is daarmee onveranderd gebleven ten opzichte van twee jaar geleden; toen lag dit percentage ook al op 0,1 procent.
5.5 15 procent voert
Leeftijdsbewust personeelsbeleid
In 2007 was bij 15 procent van de organisaties in de sector waterschappen
een
sprake van leeftijdsbewust personeelsbeleid. Het toepassen van leeftijdsbe-
leeftijdsbewust
wust personeelsbeleid is daarmee populairder geworden dan twee jaar gele-
personeelsbeleid
den; toen werd maar bij 5 procent van de organisaties een dergelijk beleid toegepast. Het merendeel van de organisaties is nog steeds bezig met het invoeren van een leeftijdsbewust personeelsbeleid (52 procent). 1 op de 3 organisaties in de sector doet helemaal niets aan leeftijdsbewust personeelsbeleid. De meeste organisaties met een leeftijdsbewust personeelsbeleid doen dit vooral door voor de verschillende leeftijdsgroepen (c.q. levensfasen) voorwaarden en faciliteiten te scheppen om de balans tussen werk en privé op een goede manier te bevorderen (bijvoorbeeld arbeidsduur, aanpassing in takenpakket, etc.)
30
Senioren 19 procent van de
In de sector waterschappen zijn relatief veel ouderen werkzaam. In het ka-
55-plussers maakt
der van leeftijdsbewust personeelsbeleid bestaan binnen de sector verschil-
gebruik van urenverlichting
lende seniorenregelingen. Toch doet niet iedere werknemer van 55 jaar of ouder een beroep op deze regelingen. 19 procent van de 55-plussers maakte in 2007 gebruik van urenverlichting. In vergelijking met 2005 is dit percentage iets afgenomen; toen maakte 22 procent van de 55-plussers hiervan gebruik. In 2007 waren er in totaal 2.453 55-plussers binnen de sector waterschappen werkzaam. In hetzelfde jaar waren in totaal 60.615 senioruren gekocht, wat neerkomt op een gemiddelde van 25 senioruren per 55-plusser. In 2005 was het gemiddeld aantal senioruren per 55-plusser een stuk hoger, namelijk 35. De 55-plussers die in 2007 daadwerkelijk senioruren kochten (421 personen), kochten gemiddeld 144 uur. In 2005 was dit gemiddelde ook hoger, namelijk 161 uur. De senioruren waren in 2007 voor bijna de helft gekocht door werknemers ouder dan 58 jaar (48 procent). 39 procent was gekocht door werknemers die ouder dan 55 jaar zijn (maar jonger dan 58 jaar). 13 procent van de senioruren was gekocht door werknemers die de spilleeftijd FPU hadden bereikt. Figuur 9
Verdeling van het aantal senioruren (in procenten) naar leeftijdsgroep in de sector waterschappen in 2007
ouder dan 55 jaar (max. 125 senioruren)
39%
ouder dan 58 jaar (max. 250 senioruren)
48%
spilleeftijd FPU (max. 500 senioruren)
13% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: Stratus 2008
Taakverlichting komt een stuk minder vaak voor dan urenverlichting; slechts twee 55-plussers kozen in 2007 voor deze regeling. Dit komt overeen met 0,1 procent van het totaal aantal 55-plussers binnen de sector waterschappen. In 2005 lag dit percentage wat hoger, namelijk op 0,5 procent.
5.6
Vakbondsconsulenten
De helft van de
In 2007 waren bij één derde van de organisaties in de sector waterschappen
waterschappen heeft
één of meerdere vakbondsconsulenten aanwezig. Bij 59 procent ontbrak een
geen vakbondsconsulenten
vakbondsconsulent. 7 procent weet niet of er in 2007 binnen zijn/haar organisatie vakbondsconsulenten in dienst waren. Het aantal organisaties met één of meerdere vakbondconsulenten is daarmee iets toegenomen ten opzichte van 2005; toen waren bij 29 procent één of meerdere consulenten aanwezig.
31
Ook in 2007 waren de meeste vakbondsconsulenten lid van AbvaKabo FNV (53 procent), 41 procent van CNV Publieke Zaak en 6 procent van CMHF. Figuur 10 Verdeling van het aantal vakbondsconsulenten (in procenten) naar vakbond in de sector waterschappen in 2005 en 2007
53% 55%
AbvaKabo
41%
CNV Publieke zaak
36% 6%
CMHF
9% 0%
10%
20%
30% 2005
40%
50%
60%
2007
Bron: Stratus 2008
5.7 2,5 procent van de
Opleiding en ontwikkeling
In de sector waterschappen wordt steeds meer geld vrijgemaakt voor oplei-
loonsom wordt
ding en ontwikkeling van het personeel. In 2005 werd nog 2,8 procent van
uitgegeven aan
de loonsom begroot voor opleiding en ontwikkeling. Nu is dat opgelopen tot
opleidingen
3,1 procent. Het uiteindelijke bedrag dat organisaties in de sector waterschappen in 2007 hebben uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling was lager dan begroot, namelijk 2,6 procent van de loonsom. Op een loonsom van 490 miljoen euro betekent dit dat binnen de sector waterschappen gezamenlijk ruim 12 miljoen euro aan opleidings- en ontwikkelingskosten hebben uitgegeven. Ook is organisaties in de sector waterschappen gevraagd op welke terreinen medewerkers in 2007 externe opleidingen, trainingen en cursussen hebben gevolgd. De meeste opleidingen, trainingen of cursussen waren op het gebied van veiligheid/bedrijfshulpverlening; bij 89 procent van de organisaties is een dergelijke opleiding door werknemers gevolgd. Ook management/leidinggeven, ICT/automatisering of techniek (alledrie 81 procent) zijn populaire opleidingen.
32
Figuur 11 Verdeling naar soort opleiding, training en cursus (in procenten) in de sector waterschappen in 2007 (meerdere antwoorden mogelijk)
Veiligheid / bedrijfshulpverlening
89%
Management / leiding geven
81%
ICT / automatisering
81%
Technisch/vakinhoudelijk
81%
P&O / HRM
74%
Ondernemingsraad
74%
Communicatie
70%
Financieel / administratief
63%
Kwaliteitsmanagement
52%
Talen / correspondentie
41%
Anders
22% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Bron: Stratus 2008
5.8
Keuzesysteem
In 2007 heeft bijna 60 procent van de werknemers in de sector waterschappen (59 procent) gebruik gemaakt van het keuzesysteem arbeidsvoorwaarden. In 2005 maakte 53 procent van de werknemers gebruik van dit keuzesysteem. Hoewel de keuze van werknemers nog steeds het meest valt op de mogelijkheid meeruren (artikel 12.2.1 SAW), is het aantal werknemers dat voor deze mogelijkheid opteerde in de afgelopen twee jaar afgenomen. In 2005 koos 25 procent van alle werknemers voor deze mogelijkheid, nu is dat geLevensloopverlof is nog steeds niet populair
daald tot 21 procent. Het aantal werknemers dat opteerde voor de mogelijkheid minder werken (artikel 12.3.2 SAW) of levensloopverlof (artikel 12.3.1 SAW) bleef nagenoeg op hetzelfde niveau als twee jaar geleden. Het levensloopverlof blijft daarmee nog steeds niet populair onder de werknemers.
33
Figuur 12 Aantal werknemers in de sector waterschappen dat gebruik heeft gemaakt van het keuzesysteem arbeidsvoorwaarden naar regeling (in procenten) in 2005 en 2007
21%
Meeruren
25% 16% 15%
Minder werken
3% 3%
Levensloopverlof
0%
10%
20% 2007
30%
40%
2005
Bron: Stratus 2008
In 2007 maakte 71 procent van de werknemers in de sector waterschappen gebruik van de spaarloonregeling (paragraaf 3.4 SAW). Dit aantal is iets afgenomen ten opzichte van 2005; toen was dit nog 75 procent van de werknemers.
5.9 48 procent heeft geen regeling voor betaald ouderschapsverlof
Ouderschapsverlof
In 2007 kende 48 procent van de organisaties in de sector waterschappen geen regeling voor betaald ouderschapsverlof. 52 procent van de organisaties paste wel een regeling toe. In vergelijking met twee jaar geleden wordt er wel meer gebruik gemaakt van de modelregeling uit deel 2 van de SAW dan van een eigen opgezette regeling. Indien een organisatie wel een eigen regeling hanteerde, werd gemiddeld 65 procent van de bezoldiging uitgekeerd. Figuur 13 Type regeling voor betaald ouderschapsverlof (in procenten) in de sector waterschappen in 2005 en 2007
Ja, modelregeling uit deel 2 van de SAW
33% 14% 19%
Ja, een eigen regeling
33% 48% 52%
Nee, geen regeling
0%
10%
20%
30% 2007
40%
50%
60%
70%
2005
Bron: Stratus 2008
In 2007 maakten bijna 700 werknemers in de sector waterschappen gebruik van betaald ouderschapsverlof. Dit komt neer op 5,2 procent van de totale bezetting in de sector waterschappen. Het aantal werknemers dat gebruik
34
maakt van ouderschapsverlof is daarmee ten opzichte van 2005 toegenomen; toen kwam dit percentage uit op maar 3,9 procent. In 2007 werd door organisaties in de sector waterschappen ruim 2 miljoen euro uitgegeven aan betaald ouderschapsverlof, wat neerkomt op een gemiddeld bedrag van 3.091 euro per werknemer die gebruik maakte van één of andere ouderschapsverlofregeling. In 2005 was dit gemiddelde bedrag nog 2.634 euro. De ouderschapsverlofkorting wordt in het algemeen door organisaties in mindering gebracht van het brutosalaris van de werknemer (78 procent).
5.10 Agressie en geweld In 2007 zijn er 113 meldingen van agressie en geweld tegen medewerkers van de sector waterschappen geweest. Hiervan waren 90 verbaal en 23 fysiek. Agressie en geweld lijken in 2008 af te nemen, aangezien er tot en met juli in datzelfde jaar pas 34 meldingen van verbale en fysieke agressie zijn geweest. Tabel 12
Aantal meldingen van verbale en fysieke agressie en geweld tegen medewerkers in de sector waterschappen in 2007 en 2008 (tot en met juli) 2007
2008 (tot en met juli)
Meldingen van verbale agressie en geweld
90
29
Meldingen van fysieke agressie en geweld
23
5
113
34
Totaal Bron: Stratus 2008
5.11 (Bijna-)bedrijfsongevallen De teller van het aantal (bijna-)bedrijfsongevallen in de waterschapssector lag aan het eind van het jaar 2007 op 341. Hiervan waren 208 bedrijfsongevallen en 133 bijna-bedrijfsongevallen. Het lijkt erop dat in 2008 hetzelfde aantal (bijna-)bedrijfsongevallen behaald zal gaan worden; tot en met juli 2008 zijn er namelijk 186 meldingen van (bijna-)bedrijfsongevallen geweest. Tabel 13
Aantal bedrijfsongevallen en bijna-bedrijfsongevallen in de sector waterschappen in 2007 en 2008 (tot en met juli) 2007
2008 (tot en met juli)
Bedrijfsongevallen
208
107
Bijna-bedrijfsongevallen
133
79
Totaal
341
186
Bron: Stratus 2008
35
36
6
6.1
Ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en WW
Inleiding
In het laatste hoofdstuk worden de onderwerpen ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en WW besproken. Allereerst komt het ziekteverzuim binnen de sector waterschappen aan bod. Vervolgens wordt gekeken naar het aantal werknemers dat in de WAO en WW vanuit de sector waterschappen instroomt.
6.2
Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim in de sector waterschappen inclusief langdurig verzuim Ziekteverzuim inclusief langdurig verzuim en zwangerschapsverlof iets toegenomen
(langer dan 1 jaar) en exclusief zwangerschapsverlof bedroeg in 2007 gemiddeld 4,6 procent. Hoewel dit percentage iets hoger is dan in 2005 (4,4 procent), is het altijd nog lager dan gemiddeld bij gemeenten (5,5 procent). Het ziekteverzuimpercentage exclusief langdurig verzuim en exclusief zwangerschapsverlof bleef in 2007, net als twee jaar geleden, op 4,2 procent Tabel 14
Ziekteverzuimpercentage, inclusief langdurig verzuim (> 1 jaar), exclusief zwangerschapsverlof in 2003, 2005 en 2007 (in procenten)
Ziekteverzuim
2003
2005
2007
4,6%
4,4%
4,6%
Bron: A&O fonds Waterschappen 2007
De verzuimduur in de sector bedroeg in 2007 gemiddeld 8 dagen. De verzuimduur lag daarmee lager dan in 2005, toen de gemiddelde verzuimduur 10 dagen bedroeg. De verzuimfrequentie (het gemiddelde aantal keren dat een werknemer zich ziek meldt) lag in 2007 op 1,4. In 2005 was de gemiddelde verzuimfrequentie bij de sector waterschappen iets hoger, namelijk 1,6.
6.3
Arbeidsongeschiktheid
Eind 2007 ontvingen 413 werknemers in de sector waterschappen een uitAantal arbeidsongeschikten gedaald ten opzichte van 2005
kering op basis van arbeidsongeschiktheid (WAO, WIA of WGA). Dit komt neer op 3,6 procent van het totaal aantal werknemers in de waterschapssector. In 2005 was dit aandeel nog ruim 4 procent. Hoewel bij andere overheidssectoren, zorg en welzijn en de marksector ook het aantal arbeidsongeschikten ten opzichte van 2005 gedaald is, is het aantal arbeidsongeschikten in de sector waterschappen nog altijd lager dan in deze sectoren.
37
Tabel 15
Aantal lopende uitkeringen arbeidsongeschiktheid (WAO, WIA of WGA) ultimo 2003, 2005 en 2007 (in procenten van het aantal werknemers)
2003
2005
2007
Waterschapssector
5,1%
4,3%
3,6%
Overheidssectoren
8,6%
7,9%
6,9%
Zorg en welzijn
10,0%
8,9%
7,4%
Marktsector
11,9%
10,5%
9,0%
Bron: Trendnota Ministerie van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties 2008
I n - e n u i t s t r o o m a r b e i d s o n g e s c h i kt e n In vergelijking met 2005 is het aantal werknemers bij de sector waterschappen dat de WAO (WIA of WGA) instroomt gelijk gebleven. Het ging in 2007 om een totale instroom van 9 arbeidsongeschikten, wat neerkomt op 0,08 procent van het totaal aantal werknemers in de sector waterschappen. In- en uitstroom arbeidsongeschikten gelijk gebleven
In 2005 lag deze instroom ook al op 0,08 procent van het werknemersbestand. Bij andere overheids- en onderwijssectoren was dit percentage in 2007 wederom een stuk hoger met gemiddeld 0,17 procent van het aantal werknemers. Ook het aantal werknemers bij de sector waterschappen dat de WAO (WIA of WGA) uitstroomt bleef gelijk ten opzichte van 2005. Het ging in 2007 om een totale uitstroom van 36 personen, wat overeenkomt met 0,3 procent van het totaal aantal personen dat binnen de sector werkzaam is. Ook twee jaar geleden kwam dit uit op 0,3 procent van het totale werknemersbestand. De uitstroom van arbeidsongeschikten in de sector waterschappen is daarmee opnieuw lager dan die in andere overheids- en onderwijssectoren (0,6 procent). Tabel 16
In- en uitstroom arbeidsongeschikten in de sector waterschappen (in procenten) in 2005 en 2007 2005
2007
Instroom
0,08%
0,08%
Uitstroom
0,30%
0,30%
Arbeidsongeschikten
Bron: Stratus 2008
V e r z e k e r i ng e n Het merendeel heeft
In de HR-monitor is ook organisaties gevraagd of zij in 2007 één of meerde-
ten minste een WIA-
re collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor werknemers had-
aanvullingsverzekering
den. Iets meer dan de helft van de organisaties (52 procent) had ten minste een WIA-aanvullingsverzekering. 22 procent van de organisaties had een WGA-hiaatverzekering afgesloten en 7 procent had een WIA Excedentverzekering. In het algemeen worden deze verzekeringen afgesloten bij Loyalis. Onder de WGA (Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) kunnen organisaties in de sector waterschappen vanaf 2007 eigenrisicodra-
38
ger worden voor gedeeltelijk arbeidsgeschikte medewerkers of de risico’s onderbrengen bij een private verzekeraar. In de praktijk is deze verdeling nagenoeg fiftyfifty; 48 procent draagt zelf het eigen WGA-risico en 52 procent niet. Figuur 14 Draagt uw waterschap het eigen WGA-risico?
Ja 48%
Nee 52%
Bron: Stratus 2008
Vanaf 2007 kan een organisatie die verzekerd is bij UWV maximaal de helft van de gedifferentieerde premie verhalen op haar werknemers. De organisatie die eigenrisicodrager is, kan maximaal de helft van de lasten van WGA verhalen op de werknemers. In de sector waterschappen werd bij ongeveer een kwart van de organisaties (26 procent) een deel van de WGA-premie verhaald op de werknemers. Dit was gemiddeld 0,11 procent van de loonsom.
6.4
WW
In 2007 ontvingen 29 werknemers in de sector waterschappen een WWuitkering. Dit komt neer op 0,3 procent van het totaal aantal werknemers bij de waterschappen. In 2005 lag dit percentage iets hoger, namelijk op 0,5 procent. Ook bij andere overheidssectoren, zorg en welzijn en de marktsector is een daling van het aantal werknemers met een WW-uitkering merkbaar. Toch blijft het aandeel WW’ers bij de waterschapssector aanmerkelijk kleiner dan bij overige overheidssectoren, zorg en welzijn en de marktsector.
39
Tabel 17
Aantal lopende uitkeringen werkloosheidswet (WW) ultimo 2003, 2005 en 2007 (in procenten van het aantal werknemers)
2003
2005
2007
Waterschapssector
0,4%
0,5%
0,3%
Overheidssectoren
1,1%
1,5%
0,9%
Zorg en welzijn
2,0%
2,8%
1,8%
Marktsector
5,1%
5,4%
3,1%
Bron: Trendnota, Ministerie van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties 2008
Nog steeds lage WW-instroom
In- en uitstroom WW’ers In vergelijking met twee jaar geleden is de instroom van werknemers in de WW bij de sector waterschappen iets gedaald, namelijk van 0,5 naar 0,4 procent van het totaal aantal werknemers binnen de sector. Het ging in 2007 om een totale instroom van 44 personen. Bij andere overheidssectoren lag de instroom van WW’ers in 2007 een stuk hoger, namelijk op 1,4 procent. Ook de uitstroom van WW’ers in de sector waterschappen is ten opzichte
WW-uitstroom iets gedaald
van 2005 iets gedaald. In 2005 bedroeg de uitstroom 0,6 procent van het totaal aantal werknemers in de waterschapssector, nu is dat 0,4 procent. Het ging hierbij om 45 personen. Bij andere overheidssectoren is de uitstroom van WW’ers in het jaar 2007 gelijk gebleven, namelijk opnieuw 1,7 procent. Tabel 18
In- en uitstroom WW’ers in de sector waterschappen (in procenten) in 2005 en 2007
WW’ers
2005
2007
Instroom
0,5%
0,4%
Uitstroom
0,6%
0,4%
Bron: Stratus 2008
40
BIJLAGE 1
Vragenlijst
41
Vragenlijst HR-monitor Waterschappen 2007
Contactpersoon: Waterschap:
Telefoonnummer: e-mail:
U kunt de schriftelijke vragenlijst invullen en naar ons terug sturen: Stratus/HR-monitor Waterschappen Antwoordnummer 10093 2700 VB Zoetermeer (een postzegel is niet nodig). Of faxen naar 079 - 343 01 61 Lees voor het invullen de instructies op de volgende pagina.
43
Invulinstructies
Wij vragen u voordat u de vragenlijst beantwoordt de onderstaande invulinstructies zorgvuldig door te lezen: Invullen op het internet − U kunt uw antwoorden invoeren op een speciale website. U krijgt toegang tot deze website met behulp van de gegevens op de vorige pagina of door het aanklikken van de link in de e-mail waar ook deze vragenlijst in was opgenomen. − Wij adviseren u de vragenlijst eerst op papier uit te werken en daarna pas in te loggen op het internet de vragenlijst om uw antwoorden in te voeren. Let op: wanneer u alle vragen op het internet compleet heeft beantwoord en de vragenlijst heeft afgesloten, kunt u niet meer opnieuw inloggen in de vragenlijst. Wanneer u de vragenlijst nog niet compleet heeft beantwoord, kunt u wel opnieuw inloggen. Al uw gegevens blijven bewaard. Graag uiterlijk invullen op 30 september − Wij verzoeken u het ingevulde vragenformulier uiterlijk 30 september 2008 naar ons terug te sturen dan wel de vragenlijst op het internet te beantwoorden. Contact − Heeft u vragen dan kunt u contact opnemen met: A&O-fonds Waterschappen
Stratus
Emma van Vliet
Patricia Honcoop (
[email protected])
[email protected]
Alex Mekking (
[email protected])
070 - 3738041
079 -3430630
44
1
Bezetting
v 1
Wat was de bezetting in aantal personen en fte’s (afgerond op 1 cijfer achter de komma) in uw waterschap op 31 december 2007 en de formatie in fte’s voor heel 2007?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in.
Aantal personen
v 2
Aantal fte’s
Totale bezetting
,
Totale formatie
,
Wat was de bezetting in aantal personen en fte’s (afgerond op 1 cijfer achter de komma) uitgesplitst naar geslacht in uw waterschap op 31 december 2007?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in.
Bezetting
v 3
Aantal personen
Aantal fte’s
Mannen
,
Vrouwen
,
Wat was de bezetting door externe inhuur in aantal personen en fte’s in uw waterschap op 31 december 2007?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal
personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Aantal personen
Aantal fte’s
Externe inhuur
,
Toelichting onder externe inhuur wordt verstaan inhuur van interimpersoneel en uitzendkrachten.
v 4
Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar leeftijd en geslacht in uw waterschap op 31 december 2007?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0
in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Bezetting
Mannen
Vrouwen
Jonger dan 20 jaar 20 tot en met 24 jaar 25 tot en met 29 jaar 30 tot en met 34 jaar 35 tot en met 39 jaar 40 tot en met 44 jaar 45 tot en met 49 jaar 50 tot en met 54 jaar 55 tot en met 59 jaar 60 tot en met 64 jaar 65 jaar of ouder Totaal aantal personen
45
v 5
Wat was de gemiddelde leeftijd (afgerond op 1 cijfer achter de komma) naar geslacht van uw bezetting op 31 december 2007?
Indien u dit niet weet, kunt u
deze vraag overslaan.
Bezetting
v 6
Gemiddelde leeftijd totaal
,
Gemiddelde leeftijd vrouwen
,
Gemiddelde leeftijd mannen
,
Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar hoogst voltooide opleiding in uw waterschap op 31 december 2007?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook
een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Aantal personen
Bezetting WO HBO MBO VMBO Anders
v 7
Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar dienstjaren in uw waterschap op 31 december 2007?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien
het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Bezetting
Aantal personen
Minder dan 3 jaar in dienst 3 tot 10 jaar in dienst 10 jaar20 of jaar meerin dienst 10 tot 10 20 jaar jaar of of meer meer in dienst
v 8
Hoeveel leidinggevenden waren er in uw waterschap op 31 december 2007?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u
deze vraag overslaan.
Bezetting
Aantal personen
Mannen Vrouwen 10 jaar of meer Totaal 10 jaar of meer
v 9
Hoeveel stageplekken voor jongeren had uw waterschap in 2007?
Aantal stageplekken
Weet niet
Toelichting Onder stageplek wordt verstaan een werkstage tegen een (geringe) stagevergoeding als onderdeel van de opleiding van een scholier of student. Vaak is er sprake van een stageovereenkomst tussen drie partijen; het waterschap, de opleidingsinstelling en de stagiair. De zogenaamde “snuffelstage” valt niet onder deze definitie
v 10
46
Hoeveel trainees zijn in 2007 bij uw waterschap geplaatst?
Aantal trainees
Onbekend
Toelichting Onder trainees worden jonge (bijna) afgestudeerde HBO-ers en academici met maximaal twee jaar werkervaring verstaan, waarmee het waterschap een intensief opleidingstraject is overeengekomen. Deze werknemers worden opgeleid om op termijn een technische-, beleids- dan wel (middel)managementfunctie te vervullen.
v 11
Wat was de totale loonsom (in hele euro’s) van uw waterschap in 2007?
Totale loonsom in euro’s
Onbekend
Toelichting Onder loonsom wordt verstaan loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen (kolom 14 van de modelloonstaat van de Belastingdienst).
v 12
Wat waren de totale werkgeverslasten (in hele euro’s) van uw waterschap in 2007?
Totale werkgeverslasten in euro’s
Onbekend
Toelichting De totale werkgeverslasten worden gevormd door de som van de salariscomponenten + de toelagen+ de afdrachten van de pensioenpremies + de afdrachten van de sociale lasten -/- de inhoudingen pensioenpremies -/- de inhoudingen sociale lasten.
v 13
Wat waren de totale loonkosten voor externe inhuur (in hele euro’s) van uw waterschap in 2007?
Totale loonkosten voor externe inhuur in euro’s
Onbekend
47
2
Instroom
v 14
Wat was de totale instroom in aantal personen bij uw waterschap in 2007?
Instroom in aantal personen
Onbekend
Toelichting Onder instroom wordt het aantal personen verstaan dat in een jaar in dienst is getreden bij het waterschap en behoort tot de bezetting van het waterschap.
v 15
Hoeveel vacatures waren in uw waterschap moeilijk vervulbaar in 2007 en hoe zijn deze verdeeld naar functiegroep?
Aantal vacatures waarvan: Managementfuncties Adviesfuncties Administratieve functies Technische beleidsfuncties Technische uitvoeringsfuncties Financiële functies Overige functies
Onbekend
Toelichting Een vacature wordt als moeilijk vervulbaar beschouwd wanneer hiervoor meer dan 1 keer gerworven moet worden.
3
Doorstroom
v 16
Hoeveel personen zijn er binnen uw waterschap van functie en/of afdeling veranderd in 2007?
Aantal van functie/afdeling veranderende personen
Onbekend
Toelichting Onder doorstroom wordt verstaan een horizontale of een verticale verandering in werk en werkomstandigheden als gevolg van het (al dan niet gedwongen) veranderen van afdeling en/of functie binnen het waterschap (dit wordt ook wel mutatiegraad genoemd).
48
4
Uitstroom
v 17
Wat was de totale uitstroom in aantal personen bij uw waterschap in 2007?
Uitstroom in aantal personen waarvan: Managementfuncties Adviesfuncties Administratieve functies Technische beleidsfuncties Technische uitvoeringsfuncties Financiële functies Overige functies
Onbekend (ga naar vraag 19)
Toelichting Onder uitstroom wordt het aantal personen verstaan dat in een jaar is uitgestroomd uit de bezetting van het waterschap. Het gaat hierbij om 100 procent ontslag en niet om deeltijdontslag
v 18
Wilt u het aantal personen dat is uitgestroomd in 2007 verdelen naar reden van uitstroom?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien u het aantal personen niet
weet, kunt u deze vraag overslaan.
Vrijwillig ontslag Bovenwettelijke WW (BWWW) VUT/FPU Outplacement Onbekend Totaal
49
5
Beloning
v 19
Wilt u het aantal personen per salarisschaal bij uw waterschap op 31 december 2007 hieronder aangeven?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien
het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal personen
Aa Schaal 1 Schaal 2 Schaal 3 Schaal 4 Schaal 5 Schaal 6 Schaal 7 Schaal 8 Schaal 9 Schaal 10 Schaal 10 A Schaal 11 Schaal 11 A Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 Schaal 15 Schaal 16 Schaal 17 Schaal 18 Totaal
Toelichting Bedoeld wordt de schaal waarin werknemers feitelijk worden betaald. Dit kan de aanloop–, de functionele of de uitloopschaal zijn. Niet bedoeld wordt de betaling van een bedrag in een naast hogere schaal op grond van een persoonlijke toelage, arbeidsmarkttoelage of een waarnemingstoelage.
v 20
Hoeveel personen zaten op 31 december 2007 op het maximum van hun functieschaal?
Aantal personen
Onbekend
Toelichting Als een werknemer nog recht heeft op een garantie (uitloop)schaal, zit hij/zij nog niet op het maximum van de functieschaal.
v 21
Welk bedrag heeft uw waterschap in 2007 betaald aan onderstaande vergoedingen, toelagen en uitkeringen. Kunt ook aangeven om hoeveel personen het gaat?
50
Indien het bedrag/aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het bedrag/aantal per-
sonen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Bedrag (in hele euro’s)
Aantal personen
Toelage Onregelmatige Dienst
(artikel 3.1.16 SAW)
Compensatie voor arbeid onder sterk bezwarende omstandigheden (hoofdstuk 5, deel II SAW) Wachtdienstvergoeding Overwerkvergoeding Persoonlijke toelage
(paragraaf 3.3 SAW)
(artikel 3.1.14 SAW) (artikel 3.1.11 SAW)
Arbeidsmarkttoelage
(artikel 3.1.12 SAW)
Waarnemingstoelage
(artikel 3.1.13 SAW)
Gratificaties Uitkering in het kader van de regeling Collectieve resultatendeling
v 22
(paragraaf 3.5 SAW)
Blijft uw waterschap de persoonlijke toelage gebruiken na invoering van de nieuwe beloningssystematiek?
•
Ja, zeker wel
Ja, waarschijnlijk wel
Nee
Onbekend
51
6
Personeelsbeleid
v 23
Welk bedrag heeft uw waterschap in 2007 uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling (alleen “out of pocket” kosten)? En wat had uw waterschap hiervoor oorspronkelijk begroot?
Indien het bedrag 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het bedrag
onbekend is, sla dan de vraag over.
Werkelijk bedrag (in hele euro’s)
Begroot bedrag (in hele euro’s)
Opleiding en ontwikkeling Onbekend
v 24
Hoeveel medewerkers hebben in 2007 één of meer externe opleidingen, trainingen en cursussen gevolgd?
Indien het bedrag 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het bedrag
onbekend is, sla dan de vraag over.
Aantal medewerkers Onbekend
v 25
Op welke terreinen hebben medewerkers van uw waterschap in 2007 externe opleidingen/trainingen/cursussen gevolgd?
•
v 26
v 27
Management / leidinggeven
P&O / HRM
ICT / automatisering
Financieel / administratief
Ondernemingsraad
Communicatie
Talen / correspondentie
Technisch/vakinhoudelijk
Kwaliteitsmanagement
Veiligheid / bedrijfshulpverlening
Anders, namelijk
Geen van bovenstaande
Was er binnen uw waterschap in 2007 sprake van diversiteitsbeleid?
Ja
Nog niet, wel mee bezig (ga naar vraag 28)
Nee (ga naar vraag 28)
Onbekend (ga naar vraag 28)
Wat waren de belangrijkste elementen van diversiteitsbeleid in uw waterschap in 2007?
52
v 28
Was er binnen uw waterschap in 2007 sprake van leeftijdsbewust personeelsbeleid?
v 29
Ja
Nog niet, wel mee bezig (ga naar vraag 30)
Nee (ga naar vraag 30)
Onbekend (ga naar vraag 30)
Wat waren de belangrijkste elementen van leeftijdsbewust personeelsbeleid in uw waterschap in 2007?
Toelichting Onder leeftijdsbewust personeelsbeleid wordt verstaan een samenhangend beleid voor alle leeftijdscategorieën van de waterschappen waarbij rekening wordt gehouden met de diverse levensfasen van de werknemers. Dit gaat dus verder dan bijvoorbeeld alleen ouderen– of jongerenbeleid.
v 30
Waren binnen uw waterschap in 2007 één of meerdere vakbondsconsulenten werkzaam? (meerdere antwoorden mogelijk)
Ja, van AbvaKabo FNV
Ja, van CNV Publieke Zaak
Ja, van CMHF
Nee, in 2007 hadden wij geen vakbondsconsulenten
Onbekend
Toelichting Het verlof in verband met het verrichten van werkzaamheden als vakbondsconsulent wordt geregeld in artikel 4.3.4, lid 5 van de SAW. De betreffende bond moet, indien het een bepaalde werknemer bij een waterschap wil laten aanwijzen als vakbondsconsulent, hiertoe een schriftelijk verzoek aan het waterschap richten. Per bij de CAO aangesloten bond (AbvaKabo FNV, CNV Publieke Zaak of de CMHF) kan per waterschap slechts 1 werknemer van dat waterschap beroep doen op de verlofrechten in verband met werkzaamheden als vakbondsconsulent.
v 31
Hoeveel personen binnen uw waterschap hebben gebruik gemaakt van het keuzesysteem van arbeidsvoorwaarden in 2007 (hoofdstuk 12 SAW)? het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in.
Aantal personen
Onbekend (ga naar vraag 33)
53
Indien
v 32
Hoeveel personen binnen uw waterschap hebben van onderstaande regelingen gebruik gemaakt in het kader van het keuzesysteem van arbeidsvoorwaarden (hoofdstuk 12 SAW)?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien
het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aa Meeruren
Aantal personen (artikel 12.2.1 SAW)
Minder werken
(artikel 12.3.2 SAW)
Levensloopverlof
v 33
(artikel 12.3.1 SAW)
Hoeveel personen binnen uw waterschap hebben in 2007 gebruik gemaakt van onderstaande regelingen gebruik?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in.
Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aa Spaarloonregeling
Aantal personen (paragraaf 3.4 SAW)
Urenverlichting in het kader van de seniorenregeling
(artikel 4.5.1 lid 2 sub a SAW)
Taakverlichting in het kader van de seniorenregeling
(artikel 4.5.1 lid 2 sub b SAW)
v 34
Hoeveel seniorenuren (artikel 4.5.1 lid 2 sub a) zijn in totaal bij uw waterschap gekocht in 2007? Aantal seniorenuren waarvan: Urenvermindering voor medewerkers ouder dan 55 jaar die recht hebben op 125 seniorenverlofuren per kalenderjaar Urenvermindering voor medewerkers ouder dan 58 jaar die recht hebben op maximaal 250 seniorenverlofuren per kalenderjaar Urenvermindering voor medewerkers die de spilleeftijd van de FPU hebben bereikt en recht hebben maximaal 500 seniorenverlofuren per kalenderjaar
v 35
Onbekend
Kende uw waterschap een regeling voor betaald ouderschapsverlof in 2007?
Ja, wij hanteren de modelregeling uit deel 2 van de SAW waarin de bezoldiging van de werknemer tot 75% wordt doorbetaald met de verrekening van de uitkering met de fictieve ouderschapsverlofkorting (ga naar vraag 37)
Ja, wij hanteren een eigen regeling (ga naar vraag 36)
Nee, wij kennen geen regeling voor gedeeltelijk doorbetaald ouderschapsverlof (ga naar vraag 40)
v 36
Welk percentage (afgerond op 1 cijfer achter de komma) van de bezoldiging hanteert uw waterschap voor het betaald ouderschapsverlof? ,
v 37
Onbekend
Hoeveel personen hebben binnen uw waterschap in 2007 van betaald ouderschapsverlof gebruik gemaakt?
54
%
Aantal personen Betaald ouderschapsverlof waarvan: Werknemers in salarisschaal 1, 2 of 3 Werknemers in salarisschaal 4 of hoger Onbekend
v 38
Welk bedrag heeft uw waterschap uitgegeven aan betaald ouderschapsverlof in 2007? Bedrag (in hele euro’s) Betaald ouderschapsverlof Onbekend
v 39
Wordt de ouderschapsverlofkorting bij uw waterschap in mindering gebracht van het bruto salaris of van het netto salaris van werknemers?
Van het bruto salaris
Van het netto salaris
Onbekend
Wordt niet toegepast
6
Arbeidsongeschiktheid
v 40
Had uw waterschap één of meer van onderstaande collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor werknemers in 2007 en zo ja, bij welke verzekeraar?
WGA hiaatverzekering, bij verzekeraar:
WIA aanvullingsverzekering, Bij verzekeraar:
WIA Excedentverzekering, bij verzekeraar:
Onbekend
v 41
Draagt uw waterschap het eigen WGA-risico?
•
Ja
Nee
Onbekend
Toelichting Onder de WGA (Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) kunt u waterschap vanaf 2007 eigen risico drager worden voor gedeeltelijk arbeidsgeschikte medewerkers of de risico’s onderbrengen bij een private verzekeraar.
55
v 42
Werd bij uw waterschap in 2007 een deel van de WGA-premie verhaald op de werknemers en zo ja, om welk percentage van de loonsom was dit?
Nee
Ja, percentage van de loonsom:
Onbekend
Toelichting Vanaf 2007 kan de werkgever die verzekerd is bij UWV maximaal de helft van de gedifferentieerde premie verhalen op zijn werknemers. De werkgever die eigenrisicodrager is, kan vanaf 2007 maximaal de helft van de lasten van de WGA verhalen op de werknemers. De lasten die verhaald kunnen worden zijn de kosten van de WGA-uitkeringen gedeeld door de loonsom. Dit wordt berekend op basis van een schatting van de te verwachte lasten of op basis van de gerealiseerde lasten van het voorafgaande jaar.
7
Agressie en bedrijfsongevallen
v 43
Hoeveel meldingen van verbale en fysieke agressie en geweld tegen medewerkers heeft uw waterschap in 2007 en 2008 (tot en met juli) gehad? Tot en met juli 2007
2008
Meldingen van verbale agressie en geweld Meldingen van fysieke agressie en geweld
v 44
Onbekend
Hoeveel bedrijfsongevallen en bijna-bedrijfsongevallen zijn gemeld in uw waterschap in 2007 en 2008 (tot en met juli)? Tot en met juli 2007
2008
Bedrijfsongevallen Bijna-bedrijfsongevallen
Onbekend
8
Opmerkingen
v 45
Indien u nog opmerkingen heeft over de vragenlijst of suggesties voor verbetering heeft, kunt u die hieronder vermelden.
56
Colofon Opdrachtgever Stichting A&O-fonds Waterschappen Secretaris/projectmanager Emma van Vliet Eindredactie Begeleidingscommissie HR-monitor Met dank aan: P&O-functionarissen sector Waterschappen Concept, tekst en realisatie Stratus marktonderzoek BV, Zoetermeer Vormgeving omslag Ruurd Heijting, Rotterdam Vormgeving binnenwerk Stratus marktonderzoek BV, Zoetermeer Fotografie omslag Wolfgang Kaiser Drukwerk FWA Drukwerk Oplage 100 Uitgave
© Stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Waterschappen, Den Haag Februari 2009 Stichting A&O-fonds Waterschappen bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt en HRM-beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op www.aenowaterschappen.nl
Rechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerwijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting A&O-fonds Waterschappen. Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
57
A&O-fonds Waterschappen Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 3738356
[email protected] www.aenowaterschappen.nl