HR-monitor 2012 De sector Waterbedrijven in beeld
Patricia Honcoop, Mirjam Tom Zoetermeer, 20 augustus 2013 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave 1
Samenvatting
5
2
Inleiding
9
2.1 2.2 2.3 2.4
Achtergrond Doelstelling Uitvoering Opbouw rapport
3
Werkgelegenheid
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Inleiding Aantal werknemers Geslacht Leeftijd Dienstjaren Opleiding Leidinggevenden
4
Mobiliteit
4.1 4.2 4.3 4.4
Inleiding Instroom Door- en uitstroom Pensioen
5
Beloning en arbeidsvoorwaarden
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Inleiding Loonsom Inschaling Garanties Functiecontract
6
Personeelsbeleid
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Inleiding Opleiding en ontwikkeling Employability Budget InzetbaarheidsBudget Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget HR-onderwerpen 2013
7
Stagiairs/leerlingen en trainees
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Inleiding Stagiairs/leerlingen Trainees Aansluiting onderwijs-praktijk Werkervaringsplaatsen
8
Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
8.1
Inleiding
9 9 9 10
11 11 11 12 12 13 14 15
17 17 17 18 21
23 23 23 23 24 26
27 27 27 27 28 29 29
31 31 31 31 32 32
33 33
3
4
8.2 8.3 8.4
Ziekteverzuim Langdurig ziekteverzuim Arbeidsongeschiktheid
9
Tot slot
33 33 34
37
Bijlage 1 Tabellen
39
Bijlage 2 Vragenlijst
79
1
Samenvatting O mva n g w erk g e le ge nh ei d In vergelijking met 2009 is de werkgelegenheid in de sector Waterbedrijven nauwelijks veranderd. Op 31 december 2009 werkten er bij de bedrijven 5.480 personen. Eind 2012 telde de sector 5.453 werknemers. Dit komt neer op een afname van 0,5 procent in drie jaar tijd. In de afgelopen drie jaar is door fusies het aantal bedrijven wel met twee organisaties afgenomen. Het gemiddeld aantal werknemers per bedrijf is mede daardoor aanzienlijk toegenomen. In 2009 werkten er gemiddeld 391 personen per bedrijf. In 2012 is dat opgelopen naar 454 werknemers per bedrijf. In de sector Waterbedrijven werkte, net als in 2009, 27 procent van de werknemers in deeltijd. Dat betekent dat de werkgelegenheid uitgedrukt in FTE’s (Fulltime Equivalenten), lager is dan het aantal werknemers. In 2012 was de gemiddelde deeltijdfactor 0,93 (2009: 0,93). Als de werkgelegenheid wordt uitgedrukt in FTE’s was de omvang op 31 december 2012 5.128. S a m en st e l l in g we rk ge l eg e nh e id Bij de organisaties zijn relatief veel mannen werkzaam. 75 Procent van de werknemers is, net als in 2009, man en 25 procent is vrouw. De gemiddelde leeftijd in de sector is met 47,6 jaar hoog in vergelijking met de gemiddelde leeftijd van 41,4 jaar van de landelijke beroepsbevolking. In 2009 lag de gemiddelde leeftijd in de sector op 45,9 jaar. Tussen 2009 en 2013 is de gemiddelde leeftijd van werknemers bij de bedrijven in de sector dus met bijna 2 jaar gestegen. In lijn met de hoge gemiddelde leeftijd is bij de bedrijven ook een relatief grote groep (50 procent) meer dan 20 jaar in dienst. Bij de organisaties zijn relatief weinig werknemers met een universitaire opleiding werkzaam, slechts 11 procent. De helft van werknemers is in het bezit van een MBOdiploma. In 2012 bekleedden 473 werknemers een leidinggevende functie binnen de sector Waterbedrijven. Indien gekeken wordt naar de span of control (het aantal leidinggevenden per 100 medewerkers) dan ligt deze op 8,6. M ob i l i te i t In 2012 is 4,6 procent van de werknemers bij de bedrijven in dienst gekomen. Het instroompercentage is daarmee gedaald ten opzichte van 2009 (6,9 procent). Het aantal vacatures lag in 2012 op ongeveer 585 vacatures. Hierbij ging het in 54 procent van de gevallen om een interne vacature en 46 procent om een externe vacature. In 2012 is 4,0 procent van de werknemers van functie of van afdeling veranderd binnen het waterbedrijf. Het ging bij ongeveer één op de tien om een leidinggevende functie binnen de organisatie.
5
De uitstroom bedroeg in 2012 5,0 procent. Ten opzichte van 2009 is dit percentage iets gestegen; toen was de uitstroom 4,8 procent. De voornaamste uitstroomredenen waren vrijwillig ontslag en het aflopen van het contract. In 2012 hebben 66 personen de sector Waterbedrijven verlaten in verband met (vervroegde) pensionering. De meeste personen gingen met 65 jaar met pensioen (41 procent). De gemiddelde pensioenleeftijd was 63,0 jaar. B e lo ni ng e n a r be i ds vo or wa a r de n De totale loonsom in de sector Waterbedrijven bedroeg in 2012 bijna 272,5 miljoen euro. De totale loonkosten (loonsom + werkgeverslasten) waren in hetzelfde jaar 342,5 miljoen. Per FTE zijn de loonkosten gemiddeld 53.155 euro. De meeste werknemers zitten in de schalen 6 tot en met 8, namelijk 53 procent. In 2012 zat iets meer dan de helft van de werknemers (51 procent) op het eind van zijn of haar schaal. In 2012 werkte circa 4 procent van alle werknemers binnen de sector op basis van een functiecontract. P e rs on ee l sb e l e id In 2012 is er een bedrag van ruim 5,5 miljoen euro uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling. Begroot was een bedrag van bijna 8 miljoen euro. Gemiddeld is per werknemer ruim duizend euro uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling In 2012 heeft gemiddeld 12 procent van de werknemers in de sector gebruik gemaakt van het EB. 38 Procent van de werknemers heeft het IB ingezet (d.w.z. niet laten uitbetalen of opgespaard). Van het FAB heeft gemiddeld 88 procent gebruik gemaakt. S ta g ia i rs / le e r l ing en en t ra in e es In 2012 heeft ieder waterbedrijf gebruik gemaakt van stagiairs/leerlingen. Ook dit jaar verwacht bijna ieder bedrijf van stagiairs/leerlingen in te zetten. Het gaat dan steeds om circa 235 stagiairs/leerlingen. Van alle stagiairs in 2012 was 34 procent een HBO-student en 31 procent een MBOstudent. In 2013 zal het om vrijwel dezelfde verdeling gaan, maar wel om iets meer MBO-studenten. Trainees komen in de sector Waterbedrijven minder vaak voor dan stagiairs; 9 van de 12 bedrijven in de sector had in 2012 trainees in dienst. In totaal waren er bij deze 9 bedrijven 24 trainees werkzaam. Op het gebied van trainees wordt er nu niet veel samenwerking gezocht. In het algemeen zijn bedrijven binnen de sector tevreden over de aansluiting tussen het onderwijs en de praktijk binnen de sector. De bedrijven geven wel aan dat er een goede samenwerking met scholen nodig is om de aansluiting op peil te houden. In 2012 boden 5 van de 12 bedrijven werkervaringsplaatsen aan (42%). In totaal ging het om 14 plaatsen. Dit jaar bieden 7 van de 12 (58%) van de bedrijven een dergelijke plaats aan. Hoewel het nu om meer bedrijven gaat, komt het aantal werkervaringsplaatsen uit op 1 meer (15).
6
Z i ek t ev e rz u im en a rb e id s ong e sch ik th e id Ten opzichte van 2009 is het ziekteverzuimpercentage inclusief langdurig verzuim en exclusief zwangerschapsverlof in de sector iets afgenomen, namelijk van 4,1 naar 4,0 procent. Op 31 december 2012 had 80 procent van de bedrijven (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten in dienst. Bij de helft van de organisaties is voor één of meer personen een WIA-uitkering gestart. Het aantal herplaatste medewerkers dat minder dan 35 procent arbeidsongeschikt was, kwam voor het jaar 2012 in de sector Waterbedrijven uit op 14 personen. tabel 1.1
Werkgelegenheidsprofiel sector Waterbedrijven 2009 en 2012
Aantal deelnemende bedrijven
2009
2012
14
12
Werkgelegenheid -
In personen
5.480
5.453
-
In FTE’s
5.096
5.128
6,9%
4,6%
n.b.
4,0%
4,8%
5,0%
75%/25%
75%/25%
Gemiddelde leeftijd
45,9 jaar
47,6 jaar
Gemiddelde diensttijd
17,0 jaar
17,6 jaar
n.b.
8,6%
Instroom Doorstroom Uitstroom
Kenmerken werkgelegenheid Aandeel mannen/vrouwen
Aandeel leidinggevenden
Overig Opleidingskosten (in procenten van de loonsom)
2,0%
Aantal stagiairs/leerlingen (in procenten van de bezetting)
n.b.
4,8%
Aantal trainees (in procenten van de bezetting)
n.b.
0,7%
4,1%
4,0%
Ziekteverzuimpercentage Bron: Panteia 2013
7
8
2 2.1
Inleiding Achtergrond De WWb is de Werkgeversvereniging Waterbedrijven, waar 17 organisaties bij zijn aangesloten. Hierbij valt te denken aan waterlaboratoria en verschillende drinkwaterbedrijven, (water)kennisinstituten verspreid over heel Nederland. In de afgelopen jaren heeft de WWb zelf regelmatig een personeelsenquête cq. arbeidsmarktmonitor onder de bedrijven in de sector uitgevoerd. Dit jaar heeft de WWb besloten deze arbeidsmarktmonitor (HR-monitor) uit te besteden aan Panteia. Om de HR-monitor op te kunnen stellen zijn de 12 grootste (met minimaal 25 werknemers) organisaties uit de sector Waterbedrijven uitgenodigd voor een onderzoek. Deze organisaties vertegenwoordigen ruim 95 procent van alle werknemers in de sector. Het gaat om de volgende organisaties: − Aqualab Zuid − Brabant Water − DUNEA Duin & Water − EVIDES N.V. − Het Waterlaboratorium N.V. − KWR Watercycle Research Institute − OASEN N.V. − N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. − Vitens N.V. − N.V. Waterbedrijf Groningen − N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe − N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg
2.2
Doelstelling Het doel van de HR-monitor is: − De bedrijven kunnen informeren over verschillende personeelskengetallen en het gevoerde personeelsbeleid in de branche, en; − Het in kaart brengen van gegevens die nodig zijn voor de cao-onderhandelingen tussen de sociale partners
2.3
Uitvoering De vragenlijst voor de HR-monitor is in onderling overleg met de WWb en de hoofden P&O van de verschillende bedrijven samengesteld. De gehanteerde vragenlijst bestond uit 11 onderdelen met in totaal 67 vragen. De vragenlijst is opgenomen in bijlage II. De dataverzameling heeft plaatsgevonden door middel van een internetenquête. In totaal hebben 9 organisaties de vragenlijst geheel ingevuld en 3 organisaties deels. De brutorespons van de HR-monitor over 2012 bedraagt daarmee 100 procent. Op basis van deze respons kan een betrouwbaar beeld van de werkgelegenheid in de sector geschetst worden. Om een representatief beeld te kunnen geven voor de sector zijn sommige resultaten in de HR-monitor wel geëxtrapoleerd. De extrapolatiefactor is
9
bepaald op basis van het totaal aantal personen dat werkzaam is binnen de sector Waterbedrijven (5.453) 1 .
2.4
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 wordt de omvang en samenstelling van het werknemersbestand in de sector behandeld. In het derde hoofdstuk staat de mobiliteit binnen de sector Waterbedrijven centraal, waarbij de in-, door- en uitstroomcijfers worden besproken. Het beloningsbeleid wordt in het vierde hoofdstuk behandeld. Het personeelsbeleid wordt in hoofdstuk 5 geanalyseerd. Tot slot, worden in het laatste hoofdstuk de onderwerpen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in de sector Waterbedrijven besproken.
1
10
Bron: WWb
3 3.1
Werkgelegenheid Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de omvang en samenstelling van het werknemersbestand in de sector Waterbedrijven. Eerst wordt de omvang van de werkgelegenheid besproken, zowel uitgedrukt in aantallen werknemers als in FTE’s (Fulltime Equivalenten). In de daaropvolgende paragrafen wordt de samenstelling van het werknemersbestand in de sector aan de hand van geslacht, leeftijd, opleiding en dienstjaren beschreven. Ook wordt gekeken naar het aantal leidinggevenden in de sector.
3.2
Aantal werknemers In vergelijking met 2009 is de werkgelegenheid in de sector Waterbedrijven nauwelijks veranderd. Op 31 december 2009 werkten er bij de bedrijven 5.480 personen, eind 2012 telde de sector in totaal 5.453 werknemers. Het aantal werknemers in de sector Waterbedrijven is daarmee in drie jaar tijd met 0,5 procent afgenomen. In de afgelopen drie jaar is door fusies het aantal bedrijven in de sector wel met twee organisaties afgenomen. Het gemiddeld aantal werknemers per waterbedrijf is mede daardoor aanzienlijk toegenomen. In 2009 werkten er gemiddeld 391 personen bij 14 bedrijven in de sector. In 2012 is dat opgelopen naar 454 werknemers bij 12 bedrijven. tabel 3.1
Aantal (gemiddelde) werknemers in 2009 en 2012
Aantal werknemers Gemiddeld aantal werknemers
2009
2012
5.480
5.453
391
454
per waterbedrijf Bron: WWb, Panteia 2013
D e e lt i j d er s In de sector Waterbedrijven werkte, net als in 2009, 27 procent van de werknemers in deeltijd. In verhouding werken vrouwen meer in deeltijd dan mannen; 13 procent van de mannen werkt parttime , terwijl 69 procent van de vrouwen dit doet. Dat betekent dat de werkgelegenheid uitgedrukt in FTE’s (Fulltime Equivalenten) lager is dan de werkgelegenheid in aantal werknemers. In 2012 was de gemiddelde deeltijdfactor in de sector 0,93. De deeltijdfactor is daarmee precies gelijk aan 2009 (ook 0,93). Als de werkgelegenheid wordt uitgedrukt in FTE’s, was de omvang op 31 december 2012 5.128. F or ma t i e De formatie in aantal FTE’s in de sector Waterbedrijven kwam op 31 december 2012 uit op 5.260. De formatie in de sector is daarmee ongeveer 200 FTE’s hoger dan de werkgelegenheid in aantal FTE’s (5.051). Het verschil ontstaat door openstaande vacatures.
11
3.3
Geslacht In de sector Waterbedrijven zijn relatief veel mannen werkzaam. Landelijk komt het aandeel vrouwen in de beroepsbevolking in de richting van de 50 procent, binnen de sector Waterbedrijven is het aandeel vrouwelijke werknemers slechts een kwart. Het aandeel vrouwen in de sector is overigens onveranderd gebleven ten opzichte van 2009; toen was ook een kwart van de bezetting een vrouw. Tabel 3.2
Aantal werknemers naar geslacht in de sector Waterbedrijven en de landelijke beroepsbevolking (in procenten) op 31 december
Geslacht
Sector Waterbedrijven
Landelijke beroepsbevolking
Man
75%
53%
Vrouw
25%
47%
Bron: Panteia, CBS 2013
In het algemeen werken bij de waterlaboratoria meer vrouwen dan bij de drinkwaterbedrijven.
3.4
Leeftijd In 2012 was de gemiddelde leeftijd van werknemers in de sector Waterbedrijven 47,6 jaar. De gemiddelde leeftijd is daarmee flink gestegen ten opzichte van 2009; toen waren werknemers gemiddeld nog 45,9 jaar. In vergelijking met andere bedrijven is de gemiddelde leeftijd bij OASEN N.V. (41,0 jaar) en KWR Watercycle Research Institute (42,9 jaar) afwijkend. Het verschil tussen KWR en de overige bedrijven is goed verklaarbaar omdat KWR een kennisinstituut is waar veelal jonge medewerkers voor relatief kortere tijd in dienst zijn. De gemiddelde leeftijd van mannen was in 2012 nog steeds hoger dan de gemiddelde leeftijd van vrouwen; bij mannen was de gemiddelde leeftijd 48,8 jaar, terwijl bij vrouwen dit gemiddeld op 44,8 jaar lag. Het leeftijdsverschil tussen mannen en vrouwen in de sector wordt wel kleiner, vooral omdat de gemiddelde leeftijd van de vrouwelijke werknemer is gestegen. Tabel 3.3
Gemiddelde leeftijd (in jaren) in de sector Waterbedrijven in 2009 en 2012
Geslacht
2009
2012
Man
47,2
48,8
Vrouw
42,0
44,8
Totaal
45,9
47,6
Bron: WWb 2009, Panteia 2013
In vergelijking met de landelijke beroepsbevolking is de gemiddelde leeftijd binnen de sector Waterbedrijven relatief hoog. 64 Procent van de werknemers bij de bedrijven is ouder dan 45 jaar. In de landelijke beroepsbevolking is dit maar 41 procent. Slechts 13 procent van de werknemers bij de bedrijven in de sector is jonger dan 35 jaar. In de landelijke beroepsbevolking is het aandeel jonger dan 35 jaar nog 35 procent.
12
figuur 3.1
Aantal werknemers naar leeftijd (in procenten) in 2012 binnen de sector Waterbedrijven en binnen de Landelijke beroepsbevolking
1%
Jonger dan 25 jaar
11% 12%
25 t/m 34 jaar
24% 20%
35 t/m 44 jaar
25% 36%
45 t/m 54 jaar
26% 28%
55 jaar en ouder
15% 0%
5%
10%
15%
sector Waterbedrijven
20%
25%
30%
35%
40%
landelijke beroepsbevolking
Bron: Panteia 2013, CBS 2013
Indien per geslacht naar de verschillende leeftijdsklassen wordt gekeken, dan blijkt dat de vrouwelijke werknemers vooral in de jongere leeftijdsklassen zitten (25 tot en met 44 jaar) en de mannelijke werknemers in de oudere leeftijdsklassen (vanaf 45 jaar). Tabel 3.4
Aantal werknemers naar leeftijd en geslacht (in procenten) in de sector Waterbedrijven
Leeftijdscategorie
Mannen
Vrouwen
Totaal
Jonger dan 25 jaar
1%
1%
1%
25 tot en met 34 jaar
9%
19%
12%
35 tot en met 44 jaar
16%
32%
20%
45 tot en met 54 jaar
37%
31%
36%
55 jaar en ouder
31%
16%
28%
Bron: Panteia 2013
3.5
Dienstjaren In 2012 lag de gemiddelde diensttijd van werknemers binnen de sector Waterbedrijven op 17,6 jaar. De gemiddelde diensttijd is daarmee iets toegenomen ten opzichte van de vorige meting; toen waren werknemers bij de bedrijven gemiddeld 17,0 jaar in dienst. De mannen zijn gemiddeld nog steeds langer in dienst dan vrouwen; bij mannen was de gemiddelde diensttijd 19,6 jaar, terwijl bij vrouwen dit gemiddeld 13,3 jaar is.
13
Tabel 3.5
Gemiddelde diensttijd (in jaren) in de sector Waterbedrijven in 2009 en 2012
Geslacht
2009
2012
Man
18,5
19,6
Vrouw
12,4
13,3
Totaal
17,0
17,6
Bron: WWb, Panteia 2013
In 2012 was de helft van de werknemers (50 procent) binnen de sector langer dan 20 jaar in dienst. 21 Procent van de werknemers is minder dan 5 jaar in dienst. Afwijkend in deze trend is KWR Watercycle Research Institute waar 62 procent van de werknemers 10 jaar of minder in dienst is, 42 procent is zelfs minder dan 5 jaar in dienst. Verklaarbaar omdat KWR een kennisinstituut is en daarmee een afwijkende populatie aan werknemers heeft. figuur 3.2
Aantal werknemers naar dienstjaren (in procenten) in de sector Waterbedrijven in 2012
Minder dan 5 jaar in dienst
21%
5 tot 10 jaar in dienst
11%
10 tot 20 jaar in dienst
19%
20 tot 30 jaar in dienst
31%
30 jaar of meer in dienst
19% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Bron: Panteia 2013
3.6
Opleiding Binnen de sector Waterbedrijven zijn relatief weinig mensen met een universitaire opleiding werkzaam, slechts 11 procent. De helft van de werknemers is in het bezit van een MBO-diploma. Opvallende uitschieter hierbij is KWR Watercycle Research Institute waar maar liefst 53 procent van de werknemers een academische opleiding heeft voltooid. Dit hoge percentage is verklaarbaar uit het feit dat KWR een kennisinstituut is waar het opleidingsniveau van de medewerkers standaard hoger is dan in het gemiddelde bedrijfsleven.
14
Figuur 3.3
Aantal werknemers naar opleiding (in procenten) in 2012
WO
11%
HBO
25%
MBO
50%
VMBO
11%
Anders
3% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
55%
Bron: Panteia 2013
3.7
Leidinggevenden In 2012 bekleedden 473 werknemers een leidinggevende functie binnen de sector Waterbedrijven. Indien gekeken wordt naar de span of control ( het aantal leidinggeven per 100 medewerkers) dan ligt deze op 8,6. Het aandeel vrouwelijke leidinggevende is met 21 procent lager dan het aandeel vrouwen in de totale bezetting, 25 procent. Tabel 3.6
Aantal leidinggevenden naar geslacht (absoluut en in procenten) in de sector Waterbedrijven in 2012
Geslacht Man
Aantal personen
In procenten
376
79%
Vrouw
97
21%
Totaal
473
100%
Bron: Panteia 2013
15
4 4.1
Mobiliteit Inleiding Het is niet alleen interessant om te kijken hoe het aantal werknemers in de sector Waterbedrijven zich ontwikkelt, maar ook hoe groot de mobiliteit van werknemers binnen de sector is. De in-, door- en uitstroompercentages van werknemers geven de mobiliteit binnen de sector weer. In dit hoofdstuk worden deze onderwerpen besproken.
4.2
Instroom In 2012 lag de instroom van nieuwe werknemers in de sector Waterbedrijven gemiddeld op 4,6 procent. Het instroompercentage is daarmee gedaald ten opzichte van 2009 (6,9 procent). In vergelijking met andere bedrijven in de sector is de hoge instroom van 12,6 procent bij OASEN N.V. en de lage instroom bij Aqualab Zuid van 0,9 procent opvallend. Indien gekeken wordt naar de leeftijd van instromers in de sector Waterbedrijven, dan zijn het vooral personen vanaf 25 tot en 44 jaar die in 2012 de sector zijn ingestroomd. De piek ligt in de leeftijdsklasse 25 tot en met 34 jaar (36 procent). Het aantal instromers jonger dan 25 jaar is 20 procent, het aantal instromers ouder dan 45 jaar is 17 procent. Verder is opvallend dat vrouwen vaker in de leeftijdsklasse 45 tot en met 54 jaar instromen dan mannen. De mannen stromen daarentegen juist vaker in de jongste leeftijdsklassen (jonger dan 35 jaar) in dan vrouwen. figuur 4.1
Aantal instromers naar leeftijd (in procenten) in de sector Waterbedrijven in 2012
20% 23%
Jonger dan 25 jaar
36% 38%
25 t/m 34 jaar 26% 25%
35 t/m 44 jaar
45 t/m 54 jaar
11%
14%
3% 3%
55 jaar en ouder 0%
5%
10% totaal
15%
20%
mannen
25%
30%
35%
40%
vrouwen
Bron: Panteia 2013
17
V a ca tu r es In 2012 waren er in de sector Waterbedrijven ongeveer 585 vacatures, wat neerkomt op 10,7 procent van het totaal aantal werknemers. Hierbij ging het in 54 procent van de gevallen om een interne vacature en 46 procent om een externe vacature. De meeste voorkomende vacatures in 2012 waren technische uitvoeringsfuncties (31 procent) en administratieve/financiële functies (20 procent). Deze meest voorkomende functies zijn ook de vacatures die het vaakst extern worden uitgezet. De interne vacatures betreffen vooral leidinggevende en adviesfuncties. figuur 4.2
Aantal vacatures uitgesplitst naar functies (in procenten) in de sector Waterbedrijven 2012
13%
Leidinggevende functies
12% 9% 11% 9%
Adviesfuncties
20% 17% 21%
Financiële/administratieve functies
Technische beleidsfuncties
17%
0%
5% 6%
Technische uitvoeringsfuncties
28% 22%
Overige functies
21% 0%
5%
10% totaal
15%
20%
intern
25%
31% 32%
28% 30%
35%
40%
extern
Bron: Panteia 2013
In totaal werd er in 2012 bij 16 vacatures het instrument markttoeslag toegepast, wat overeenkomt met 0,3 procent van de bezetting. Het meest is de markttoeslag toegepast bij vacatures die een technische uitvoeringsfunctie omvatten (43 procent).
4.3
Door- en uitstroom In 2012 lag het aantal werknemers dat binnen het bedrijf van baan en/of functie verandert (de zogenaamde doorstroom) op 4,0 procent. Het ging bij ongeveer één op de tien om een leidinggevende functie binnen de organisatie. De totale uitstroom in de sector bedroeg in 2012 5,0 procent. Ten opzichte van 2009 is dit percentage iets gestegen; toen was de uitstroom 4,8 procent. Net als in andere sectoren zijn ook werknemers in de sector Waterbedrijven op dit moment erg honkvast. Werknemers met vaste banen blijven liever zitten waar ze zitten en nemen op dit moment geen risico’s.
18
In vergelijking met andere bedrijven in de sector is de hoge uitstroom van 8,7 procent bij KWR Watercycle Research Institute en 8,3 procent bij OASEN N.V. opvallend. Ook de lage uitstroom bij N.V. Waterbedrijf Groningen van 2,5 procent en Brabant Water van 2,8 procent vallen in het oog. De voornaamste uitstroomreden is “ontslag op eigen verzoek”. 38 Procent van de uitstromers had in 2012 vrijwillig ontslag genomen. Een andere belangrijke uitstroomreden is het aflopen van het contract. Bij 22 procent liep het contract af. In 16 procent van de gevallen ging het om pensioen (FPU/Keuzepensioen dan wel Ouderdomspensioen). Het is verder opvallend dat 9 procent van de uitstromers door privatisering, verzelfstandiging of reorganisatie uitgestroomd is en 7 procent door overlijden. figuur 4.3
Aantal uitgestroomde werknemers uitgesplitst naar uitstroomreden (in procenten) in de sector Waterbedrijven in 2012
Vrijwillig ontslag
38%
FPU/keuzepensioen
9%
Ouderdomspensioen
8%
Invaliditeitspensioen/arbeidsongeschiktheid
1%
Privatisering, verzelfstandiging of reorganisatie
9%
Overlijden
7%
Strafontslag
2%
Einde contract
22%
Overig Onbekend
5% 0% 0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40%
Bron: Panteia 2013
In 2012 stroomden werknemers met een technische uitvoeringsfunctie relatief het vaakst uit; 27 procent van de uitstromers vervulde een technische uitvoeringsfunctie. Het is voor de sector niet makkelijk om deze personen in deze functie vast te houden; het aantal vacatures in deze functie lag namelijk in hetzelfde meetjaar op 31 procent (zie paragraaf 3.2). Verder had 14 procent van de uitstromers een administratieve/ financiële functie, 12 procent een adviesfunctie en 11 procent een leidinggevende functie.
19
figuur 4.4
Aantal uitgestroomde werknemers uitgesplitst naar functie (in procenten) in de sector Waterbedrijven in 2012
Leidinggevende functies
11%
Adviesfuncties
12%
Financiële/administratieve functies
14%
Technische beleidsfuncties
4%
Technische uitvoeringsfuncties
27%
Overige functies
31% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Bron: Panteia 2013
Ook bij de uitstroom is gekeken naar de verdeling naar leeftijd. De uitstroom in de leeftijdsklasse ”ouder dan 55 jaar” is het hoogst; 31 procent van de uitstromers (voornamelijk mannen) behoorde tot deze leeftijdsklasse. Dit heeft uiteraard te maken dat op dit moment veel babyboomers met pensioen gaan. Verder is opvallend dat vrouwen veel vaker op relatieve jonge leeftijd (25 tot 45 jaar) uitstromen dan mannen. figuur 4.5
Aantal uitgestroomde werknemers uitgesplitst naar leeftijd (in procenten) in de sector Waterbedrijven in 2012
8% 7%
Jonger dan 25 jaar
10%
25 t/m 34 jaar
17%
20%
20% 18%
35 t/m 44 jaar
45 t/m 54 jaar
17%
21% 23%
21% 0%
5%
10% totaal
20
24%
31%
55 jaar en ouder
Bron: Panteia 2013
28%
15%
20%
mannen
25% vrouwen
30%
35%
35%
40%
4.4
Pensioen In 2012 hebben 66 personen de sector Waterbedrijven verlaten in verband met (vervroegde) pensionering. Dit komt overeen met 1,2 procent van de totale bezetting. De meeste personen gingen met 65 jaar met pensioen (41 procent). Indien men met vervroegd pensioen gaat gebeurt dit meestal op 62-jarige of 64-jarige leeftijd (beide 22 procent). De gemiddelde pensioenleeftijd lag in 2012 in de sector op 63,0 jaar. figuur 4.6
Aantal uitstromers door (vervroegde) pensionering naar leeftijd
Aantal uitstromers door (vervroegde) pensionering op leeftijd van: 60 jaar 61 jaar
5% 0%
62 jaar
22%
63 jaar
10%
64 jaar
22%
65 jaar ouder dan 65 jaar
41% 0% 0%
5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45%
Bron: Panteia 2013
In 2012 namen 21 personen in de sector deel aan keuzepensioen (afwijkend van de pensioengerechtigde leeftijd). Hiervan gingen 19 personen eerder met pensioen en 2 personen kozen voor deeltijdpensioen.
21
22
5 5.1
Beloning en arbeidsvoorwaarden Inleiding In dit hoofdstuk staan de beloning en de arbeidsvoorwaarden binnen de sector Waterbedrijven centraal. Zo wordt een schatting gemaakt van de totale loonsom en werkgeverslasten. Vervolgens wordt gekeken naar het aantal werknemers per salarisschaal. Het hoofdstuk sluit af met een paragraaf over de verschillende toeslagen.
5.2
Loonsom De totale loonsom 2 voor de sector Waterbedrijven bedroeg in 2012 bijna 272,5 miljoen euro. De totale werkgeverslasten 3 waren in 2012 ongeveer 342,5 miljoen euro. De loonkosten per FTE bij de bedrijven bedroegen in 2012 gemiddeld 53.155 euro. De spreiding tussen de bedrijven is redelijk groot. Zo zijn de minimum loonkosten per FTE rond de 47.000 euro en is er een maximum van 61.000 euro per FTE.
5.3
Inschaling In onderstaande figuur is een verdeling opgenomen van de werknemers naar salarisschaal in procenten. Duidelijk is dat het overgrote deel van de werknemers zit in de schalen 6 tot en met 8, namelijk 53 procent. Zowel in de twee onderste schalen als de twee bovenste schalen zijn nauwelijks werknemers ingeschaald. Figuur 5.1
Aantal werknemers naar slarisschaal (in procenten) in 2012
25% 20%
18%
19% 16%
15% 11% 10%
7%
6%
5% 0%
11%
5%
3% 0%
0%
2
3
4
2%
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1%
1%
0%
0%
14
15
16
17
Bron: Panteia 2013
Wanneer gekeken wordt naar de verschillen in inschaling van mannen en vrouwen wordt duidelijk dat mannen in de hogere schalen, op schaal 11 na, beter vertegenwoordigd zijn dan vrouwen. In schaal 15 en 16 is zelfs geen enkele vrouw ingeschaald. Bijna de helft van vrouwen is ingeschaald in schaal 6 of 7. Schaal 4 is de enige “lage” schaal waar procentueel meer mannen zijn ingeschaald dan vrouwen. 2 Onder loonsom wordt verstaan loon voor loonbelasting, premies volksverzekeringen (kolom 14 van de modelloonstaat van de Belastingdienst) 3 De totale werkgeverslasten worden gevormd door de som van de salariscomponenten + de toelagen + de afdrachten van pensioenpremies + de afdrachten van de sociale lasten -/- de inhoudingen pensioenpremies -/de inhoudingen sociale lasten.
23
Figuur 5.2
Aantal werknemers per salarisschaal naar geslacht (in procenten) in 2012
schaal 2
0% 0%
schaal 3
0% 0%
schaal 4
1%
3% 4%
schaal 5
6% 15%
schaal 6
24% 18%
schaal 7 schaal 8
12%
schaal 9
8%
schaal 10
8%
23%
19%
11% 11%
8% 9%
schaal 11 schaal 12
4%
6%
3% 2%
schaal 13 schaal 14
1% 1%
schaal 15
1% 0%
schaal 16
1% 0%
schaal 17
0% 0% 0%
5%
10% Mannen 2012
15%
20%
25%
30%
Vrouwen 2012
Bron: Panteia 2013
5.4
Garanties Uit de rapportage “werkgroep garanties” 4 blijkt dat 76 procent van de werknemers in 2011 een salaris had boven het maximum schaalsalaris (“het bovenschalige salaris”)
4
Rapportage werkgroep garanties (2012). Om de aard, omvang en het verloop van het aantal garanties te onderzoeken en in kaart te brengen, hebben cao-partijen een paritaire werkgroep de opdracht gegeven dit te onderzoeken. De informatie is met medewerking van de volgende bedrijven verzameld: Brabant Water, PWN, Dunea, Evides en Vitens. Het onderzoek betrof in totaal 3.849 werknemers. De steekproef omvat daarmee ca. 70 procent van het totale aantal werknemers. De verzamelde data hebben peildatum 1 augustus 2011.
24
dat bij de betreffende functie waarin de werknemer is ingedeeld. Dit wordt vooral veroorzaakt door de invoering van een sectorale loonlijn in 2006. Het bovenschalige salaris kan uit één garantie/toeslag bestaan, maar ook uit meerdere toeslagen. In de rapportage werden vier soorten garanties onderscheiden, namelijk: •
Garantie nieuw loongebouw
•
Reorganisatietoeslag
•
Persoonlijke toeslag
•
Arbeidsmarkttoeslag
In het onderzoek bleek dat niet alle bedrijven deze toelagen afzonderlijk in hun administratie konden onderscheiden. Voor de zuiverheid van de analyses zijn daarom de garantie nieuw loongebouw en de reorganisatietoeslag in het onderzoek samengenomen. Deze garanties tezamen wordt in het vervolg ‘salarisgarantie’ genoemd. In totaal had 73 procent van het aantal werknemers in 2011 een salarisgarantie ontvangen, 2 procent kreeg een persoonlijke toeslag en 3 procent een arbeidsmarkttoeslag. Sommige werknemers hebben meerdere garanties waardoor het aantal garanties ten opzichte van het aantal werknemers iets hoger uitkomt (78 procent). De totale kosten van de garanties bedroegen in 2011 12,8 procent van de loonsom. In de onderstaande tabel zijn de kosten van de garanties naar soort uitgesplitst. Tabel 5.1
Kosten van de garanties naar soort in 2011
Garantie
Kosten als % van de totale loonsom
Salarisgarantie
12,4%
Persoonlijke toeslag
0,1%
Arbeidsmarktoeslag
0,3%
Totale kosten
12,8%
Bron: Rapportage Werkgroep garanties, 2012
S a la r is ga ra nt i e Hieronder wordt nader ingegaan op de salarisgarantie, de grootste soort garantie. De volgende tabel geeft per schaal inzicht in de gemiddelde omvang van de salarisgarantie per werknemer. Om een indicatie te geven van de hoogte van het garantiebedrag per medewerker, die een salarisgarantie heeft, is in de tabel ook het voltijdbedrag per schaal afgezet tegen het voltijdmaximum van de betreffende schaal.
25
Tabel 5.2
Gemiddelde salarisgarantie (bedrag per maand) in 2011 per schaal Gemiddelde salarisgarantie bedrag per maand (per medewerker)
% ten opzichte van het betreffende schaal maximum (o.b.v. deeltijdfactor)
3
€ 560
34%
4
€ 503
25%
5
€ 520
24%
6
€ 487
21%
7
€ 494
19%
8
€ 600
20%
9
€ 733
22%
10
€ 669
18%
11
€ 688
17%
12
€ 520
11%
13
€ 439
8%
Gemiddelde (gewogen)
€ 562
20%
Garantie
Bron: Rapportage Werkgroep garanties, 2012
De gemiddelde garantietoeslag bedroeg in 2011 € 562. Dit kwam overeen met 20 procent van het (gewogen) gemiddelde schaalmaximum. In 2011 kreeg 60 procent van de medewerkers met een salarisgarantie, een salaris dat minder dan twee schalen hoger lag dan het functionele salaris. 40 Procent ontving een salaris dat hoger is dan het maximum van de twee schalen hoger liggende salarisgroep. Het verschil tussen opeenvolgende salarismaxima van de WWb-loontabel bedroeg gemiddeld 11 procent. Tabel 5.3
Omvang van de salarisgarantie gerelateerd aan salarisshalen in 2011
Omvang
% werknemers
Max. 1 schaal verschil
21%
Tussen 1 en 2 schalen verschil
39%
Tussen 2 en 3 schalen verschil
29%
Meer dan 3 schalen verschil
11%
Bron: Rapportage Werkgroep garanties, 2012
5.5
Functiecontract Om te kunnen inspelen op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, kan aan werknemers op specifieke functies een passend arbeidsvoorwaarden-pakket worden aangeboden door middel van een functiecontract. In 2012 werkte circa 4 procent van alle werknemers in de sector Waterbedrijven een op basis van een functiecontract. Tussen de bedrijven is wel veel verschil in aantal werknemers met een functiecontract. Zo zijn er bedrijven die geen enkele werknemer met een functiecontract in dienst hebben (Het Waterlaboratorium N.V. en OASEN N.V.). Maar er is ook een bedrijf waar 10 procent van alle werknemers werkzaam is op basis van een functiecontract (EVIDES N.V.).
26
6 6.1
Personeelsbeleid Inleiding In dit hoofdstuk staat het personeelsbeleid in de sector Waterbedrijven centraal. Op de eerste plaats komt het onderwerp “opleiding en ontwikkeling” aan de orde. Vervolgens worden de verschillende individuele budgetten besproken. Afgesloten wordt met een paragraaf over de specifieke HR-onderwerpen voor 2013.
6.2
Opleiding en ontwikkeling In 2012 is er door alle bedrijven binnen de sector totaal een bedrag van ruim 5,5 miljoen euro uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling (alleen “out of pocket” kosten). Begroot was een bedrag van bijna 8 miljoen euro. Dit betekent dat er van het begrote bedrag 70 procent is uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling. Gemiddeld is er per werknemer ruim duizend euro uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling. Maar lang niet alle werknemers hebben een externe opleiding gevolgd. Van alle werknemers heeft 51 procent één of meerdere externe opleidingen, cursussen of trainingen gedaan. 49 procent van de werknemers heeft dus geen externe opleiding gevolgd.
6.3
Employability Budget Het employabilitybudget (EB) is te zien als een investering in de brede inzetbaarheid van medewerkers, oftewel het vermogen van medewerkers om onder veranderende marktomstandigheden nieuw werk te vinden. Employability wordt onderscheiden van opleidingen, gericht op de eigen functie en loopbaan. Het EB is geoormerkt. Gelden van dit budget zijn alleen te besteden aan employabilitydoelen, zij kunnen niet worden aangewend voor andere doelen. Iedere medewerker heeft de beschikking over een trekkingsrecht voor een EB van duizend euro per drie kalenderjaren, gerekend vanaf het jaar van toekenning. De medewerker is vrij in de besteding van dit budget aan bijvoorbeeld de volgende employabilitydoelen: •
testen en scans (waaronder loopbaanscan en employabilityscan);
•
loopbaanadvisering;
•
coaching op eigen verzoek;
•
oriëntatiestage;
•
oriëntatie gericht op het starten van een eigen bedrijf.
Deze investering komt naast de opleidingsinspanningen zoals die reeds uit de opleidingsbudgetten van de organisaties worden gefinancierd. Indien de medewerker aan het eind van de periode van drie jaar het EB niet volledig heeft gebruikt, vervalt het budget en start een nieuwe budgetperiode. Testen, scans en coaching kunnen volledig in tijd van de werkgever plaatsvinden. In 2012 heeft gemiddeld 12 procent van de werknemers in de sector Waterbedrijven gebruik gemaakt van het EB. Bij Aqualab Zuid en bij NV Waterleiding Maatschappij Limburg heeft slechts 1 procent van de werknemers het EB gebruikt.
27
Van de werknemers die in 2012 gebruik hebben gemaakt van hun EB, heeft een kwart het budget gebruikt voor coaching op eigen verzoek. Meer dan de helft, 54 procent, gebruikt het voor andere doeleinden dan in de enquête geformuleerd. Figuur 6.1
Gebruik Employability Budget (in procenten) in 2012
Testen en scans
12%
Loopbaanadvisering
8%
Coaching op eigen verzoek
25%
Oriëntatiestage
1%
Oriëntatie gericht op starten eigen bedrijf
1%
Anders
54% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: Panteia 2013
6.4
InzetbaarheidsBudget Via het InzetbaarheidsBudget (IB) krijgen werknemers in ieder fase van hun leven de mogelijkheid om werk en privé in balans te houden. Dit budget is heel flexibel. Het kan gebruikt worden om te sparen voor meer vrije tijd in de toekomst maar ook voor het opvangen van onvergoede scholingskosten of bijvoorbeeld een sportabonnement. In 2012 heeft gemiddeld 38 procent van de werknemers in de sector het IB ingezet, dat wil zeggen dat deze werknemers het IB niet hebben laten uitbetalen of hebben opgespaard. Opvallende uitschieter is N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. waar maar liefst 83 procent van alle werknemers gebruik heeft gemaakt van het IB. Als werknemers gebruik maken van hun IB, dan is dat meestal voor opname van verlof. figuur 6.2
Gebruik Inzetbaarheid Budget (in procenten) in 2012
Opname verlof Aankoop extra pensioen
33% 0%
Fitness abonnement
1%
Onvergoede scholingskosten
4%
Niet (laten uitbetalen of opsparen)
62% 0%
Bron: Panteia 2013
28
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
6.5
Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget Het Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget (FAB) is een percentage van het bruto maandsalaris. De werknemer is vrij om te bepalen wat hij of zij met dit budget wil doen. Het kan gebruikt worden om o.a. meer vakantiedagen te kopen, voor pensioen te sparen of voor de vakbondscontributie . In 2012 heeft gemiddeld 88 procent van de werknemers bij de organisaties een keuze gemaakt in het FAB in plaats van te laten uitbetalen. Bij N.V. Waterbedrijf Groningen en N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe hebben relatief minder vaak een keuze gemaakt, gemiddeld 65 procent van de werknemers heeft gekozen voor een optie in het FAB. Indien men in het FAB een keuze maakt, dan wordt het FAB het meest ingezet voor het kopen van extra vakantiedagen (43 procent van de werknemers die gebruik maakt van het FAB koos voor deze optie) gevolgd door het betalen van de vakbondscontributie (41 procent). Figuur 6.3
Gebruik Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget (in procenten) in 2012
Kopen extra vakantiedagen
43%
Verkopen vakantiedagen
15%
Extra pensioensparen
1%
Vakbondscontributie
41% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Bron: Panteia 2013
6.6
HR-onderwerpen 2013 Aan de bedrijven is gevraagd welke drie HR-onderwerpen in 2013 bij hun hoog op de agenda zullen staan; met andere woorden een belangrijke rol zullen gaan spelen. Het meest genoemde thema voor 2013 is “duurzame inzetbaarheid”; maar liefst 26 procent van de bedrijven in de sector noemt dit onderwerp. Op de tweede plaats staat met 23 procent “strategische personeelsplanning”. Ook “werving en selectie” houdt de sector Waterbedrijven bezig; 14 procent noemt dit als belangrijkste onderwerp voor 2013. Andere onderwerpen die genoemd worden zijn: “invoering werkkostenregeling” , “terugdringen ziekteverzuim”, “competentie & performance management”, “HR benchmark” en “Het Nieuwe werken”. tabel 6.1
Top 3 belangrijkste HR onderwerpen 2013
Plaats
Onderwerp
1.
Duurzame inzetbaarheid
2.
Strategische personeelsplanning
3.
Werving & selectie
Bron: Panteia 2013
29
30
7 7.1
Stagiairs/leerlingen en trainees Inleiding De jeugd heeft de toekomst. In dit hoofdstuk staan daarom de stagiairs/leerlingen en trainees centraal. Allereerst komen de stagiairs/leerlingen aan de orde. Vervolgens wordt gekeken naar het aantal trainees, waar specifiek wordt ingegaan op de traineeships. Tot slot, wordt het aantal werkervaringsplaatsen binnen de sector besproken.
7.2
Stagiairs/leerlingen In 2012 heeft iedere organisatie binnen de sector gebruik gemaakt van stagiairs/leerlingen. Het ging in dat jaar om circa 235 stagiairs/leerlingen, wat overeenkomt met 4,8 procent van de bezetting. In 2013 verwacht ook bijna ieder bedrijf (93 procent) gebruik te maken van stagiairs/leerlingen. Het zal dan om ongeveer hetzelfde aantal gaan, namelijk ook 235. Het lijkt erop dat de huidige economische omstandigheden in het algemeen geen gevolg heeft op de keuze van bedrijven om het al dan niet inzetten van stagiairs /leerlingen. Van alle stagiairs in 2012 was 34 procent een HBO-student en 31 procent een MBOstudent. 34 procent van de stagiairs/leerlingen volgde een andere opleiding. In 2013 gaat het vrijwel om dezelfde verdeling van stagiairs/leerlingen, maar er is wel een lichte toename van het aantal MBO-studenten. In 2013 zal 35 procent van alle stagiairs/leeringen een MBO-student zijn. In de onderstaande figuur is dit te zien. figuur 7.1
Inzet van stagiairs/leerlingen in 2012 en 2013
HBO
31% 31%
MBO
34%
35% 34% 34%
Overig 0%
5%
10%
15%
2012
20%
25%
30%
35%
40%
2013
Bron: Panteia 201
7.3
Trainees In de sector Waterbedrijven komen trainees minder vaak voor dan stagiairs; 9 van de 12 bedrijven in de sector had in 2012 trainees in dienst. In totaal waren er bij deze 9 bedrijven 24 trainees werkzaam. Het gaan dan om 0,7 procent van de totale bezetting. Op het gebied van traineeships wordt onderling niet veel samenwerking gezocht. Een derde van de bedrijven werkt op dit terrein samen met andere partijen (Nationale Watertraineeships, H2O, Plato).
31
7.4
Aansluiting onderwijs-praktijk In het algemeen zijn bedrijven binnen de sector tevreden over de aansluiting tussen het onderwijs en de praktijk binnen de sector. 75 Procent van de bedrijven vindt de aansluiting voldoende en 17 procent vindt deze goed. Slechts 8 procent (1 waterbedrijf) bestempelt de aansluiting als matig. De organisaties geven wel aan dat er een goede samenwerking met scholen nodig is om de aansluiting op peil te houden. figuur 7.2
Algemeen onderdeel over de aansluiting tussen onderwijs en praktijk
Slecht
0%
Matig
8%
Voldoende
75%
Goed
17%
Uitstekend
0% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Bron: Panteia 2013
7.5
Werkervaringsplaatsen In 2012 bood 42 procent van de bedrijven (5 van de 12) werkervaringsplaatsen aan. In totaal ging het om 14 plaatsen, wat overeenkomt met 0,3 procent van de totale bezetting. De belangrijkste reden waarom sommige organisaties in 2012 geen werkervaringsplaatsen aanboden is dat zij op dat moment andere prioriteiten hadden. Dit jaar biedt 58 procent (7 van de 12) van de bedrijven in de sector werkervaringsplaatsen aan. Hoewel het nu om meer bedrijven gaat, neemt het aantal plaatsen slechts met 1 toe. In 2013 gaat het dus om totaal 15 ervaringsplaatsen (0,3 procent van de totale bezetting).
32
8 8.1
Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Inleiding In het laatste hoofdstuk worden de onderwerpen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid besproken. Allereerst komt het ziekteverzuim binnen de sector Waterbedrijven aan bod. Vervolgens wordt er gekeken naar het langdurig ziekteverzuim en het aantal (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten dat in 2012 werkzaam was binnen de sector.
8.2
Ziekteverzuim Aan de bedrijven is gevraagd hoe hoog in 2012 het ziekteverzuim, inclusief verzuim van langer dan één jaar en exclusief zwangerschapsverlof, binnen hun organisatie is geweest. Gemiddeld over alle bedrijven heen is dat percentage voor 2012, 4,0 procent. Dit percentage is precies gelijk aan het landelijk ziekteverzuimpercentage 5. In 2009 was het ziekteverzuim percentage voor de organisaties gemiddeld 4,1 procent. Er is dus een hele lichte daling van 0,1 procent te zien tussen 2009 en 2012. De meldingsfrequentie lag in de sector in 2012 gemiddeld op 1,2. Dat wil zeggen dat iedere medewerker zich ongeveer 1,2 keer per jaar ziek meldt. In 2009 was de meldingsfrequentie 1,3. De verzuimduur bedroeg in 2012 gemiddeld 12,4 dagen. De verschillen tussen de bedrijven blijkt bij de verzuimduur erg groot. Zo was de verzuimduur bij Brabant Water in 2012 gemiddeld 2,4 dagen maar bij Aqualab Zuid gemiddeld 22,8 dagen. In 2009 was de gemiddelde verzuimduur van alle bedrijven 14,8 dagen. Ook voor het aantal dagen dat werknemers ziek zijn is dus een afname tussen 2009 en 2012. Tabel 8.1
Gemiddelde ziekteverzuimpercentage, verzuimduur (in dagen) & meldingsfrequentie in 2009 en 2012
Gemiddeld ziekteverzuimpercentage Gemiddelde verzuimduur Gemiddelde meldingsfrequentie
2009
2012
4,1%
4,0%
14,8
12,4
1,3
1,2
Bron: WWb 2009, Panteia 2013
8.3
Langdurig ziekteverzuim Circa 80 procent van de bedrijven had op 31 december 2012 werknemers die langer dan 1 jaar ziek waren. Bij de organisaties met langdurig ziekteverzuim waren in 2012 gemiddeld 2,7 werknemers langer dan één jaar ziek. Voor de gehele sector Waterbedrijven bedraagt het aantal langdurig zieken 28, wat overeenkomt met 0,5 procent van de totale bezetting. In de sector zijn meer mannen dan vrouwen langdurig ziek; in de gehele sector zijn er 18 mannen langdurig ziek en 10 vrouwen. Wanneer de verdeling van het aantal langdurig zieken wordt vergeleken met de verdeling van de bezetting naar geslacht, blijkt dat vrouwen relatief vaker langdurig ziek zijn.
5
CBS, Webmagazine 2013 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid-socialezekerheid/publicaties/arbeidsmarkt-vogelvlucht/korte-termijn-ontw/2006-arbeidsmarkt-vv-ao-zv-art.html
33
Verder komt ziekteverzuim absoluut gezien het meest voor in de in de leeftijdsklasse 55 jaar of ouder (47 procent), gevolgd door de leeftijdsklasse 45 tot en met 54 jaar (32 procent). Relatief gezien komt langdurig ziekteverzuim vaker voor vanaf 55 jaar. Figuur 8.1
Langdurig ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht (in procenten) in 2012
Mannen
64% 25%
Vrouwen
Jonger dan 25 jaar
75%
36%
1% 0%
25 t/m 34 jaar
5%
12% 20% 16%
35 t/m 44 jaar
36% 32%
45 t/m 54 jaar
28%
55 jaar en ouder 0%
10%
20%
30%
bezetting
47% 40%
50%
60%
70%
80%
langdurig zieken
Bron: Panteia 2013
8.4
Arbeidsongeschiktheid De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regelt een uitkering als de werknemer ziek wordt en na twee jaar nog zo ziek is dat hij/zij (deels) niet meer kan werken. In deze wet gaat het om wat de werknemer nog wel kan. Het is in de WIA zo geregeld dat men er altijd financieel op vooruit gaat als er (gedeeltelijk) gewerkt kan blijven worden. Er is ook een uitkering voor mensen die echt niet meer aan de slag kunnen. De WIA vervangt de WAO. WIA kent twee regelingen: WGA en IVA − Als de werknemer gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, komt deze in aanmerking komen voor een uitkering op grond van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). − Als de werknemer volledig arbeidsongeschikt is en de kans op herstel erg klein is, kan de werknemer een uitkering krijgen volgens de inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA). A a n ta l (g e de e lt e l i jk ) a rb e i ds on ge sc hi k t en Op 31 december 2012 had 80 procent van de bedrijven in de sector (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten in dienst. Het gemiddelde aantal arbeidsongeschikten bedroeg 2,8 personen per bedrijf. Het totaal aantal gedeeltelijk arbeidsongeschikten in de sector komt daarmee in 2012 uit op 37, wat overeenkomt met 0,7 procent van de bezetting in datzelfde jaar.
34
Het grootste deel, 71 procent, van de in dienst zijnde gedeeltelijk arbeidsongeschikten is tussen de 35 tot 80 procent arbeidsongeschikt. 25 procent is minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is (25 procent) en slechts 4 procent is meer dan 80 procent arbeidsongeschikt. W I A- u itk e r ing Bij de helft van de bedrijven is in 2012 voor één of meer personen een WIA-uitkering gestart. Gemiddeld was dat voor 1,1 persoon per organisatie waar sprake was van WIA-instroom. In totaal stroomden in 2012 15 personen vanuit de sector Waterbedrijven de WIA in, wat overeenkomt met 0,3 procent van de bezetting. In 2012 was ruim een derde van de WIA-instromers tussen de 80 en 100 procent arbeidsongeschikt en de rest tussen de 35 en 80 procent arbeidsongeschikt. Het aantal herplaatste werknemers dat minder dan 35 procent arbeidsongeschikt was, kwam voor het jaar 2012 in de sector Waterbedrijven uit op 9 personen. Dit komt overeen met 0,2 procent van de totale bezetting in datzelfde jaar. C o l l ec t ie v e A rb e id so ng es ch ik th e id sv er z ek er i nge n De bedrijven binnen de sector kunnen één of meer collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor werknemers hebben. Er zijn 5 bedrijven die een WGA-hiaatverzekering voor hun werknemers hebben, 6 bedrijven een WIAaanvullingsverzekering en 2 bedrijven hebben een WIA-excedentverzekering afgesloten. In vrijwel alle gevallen gaat het om een verzekering bij Loyalis. W G A -r i s ic o Onder de WGA (Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) kunnen bedrijven vanaf 2007 eigenrisicodrager worden voor gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers of de risico’s onderbrengen bij een private verzekeraar. Iets meer dan de helft van de bedrijven in de sector (58 procent) gaf aan zelf het eigen WGA-risico te dragen en 42 procent bracht dit risico onder bij een private verzekeraar. Vanaf 2007 kan een organisatie die verzekerd is bij UWV maximaal de helft van de gedifferentieerde premie verhalen op haar werknemers. De organisatie die eigenrisicodrager is, kan maximaal de helft van de lasten van WGA verhalen op de werknemers. In de sector Waterbedrijven werd in 2012 bij 42 procent van de organisaties een deel van de WGA-premie verhaald op de werknemers. Het gemiddeld percentage bedroeg 0,06 procent van de loonsom.
35
9
Tot slot Het rapport geeft een goed beeld hoe de arbeidsmarkt van de sector Waterbedrijven anno 2012 eruit ziet. De informatie zegt ook iets over de gemiddelde werknemer in de sector. We kunnen bijvoorbeeld op basis van de informatie vaststellen dat de kans groot is, dat als iemand werkzaam is in de sector Waterbedrijven deze persoon: •
een man is;
•
tot de leeftijdsklasse 45 tot en met 54 jaar behoort;
•
langer dan 20 jaar in dienst is;
•
in bezit is van een MBO-diploma;
•
geen leidinggevende functie heeft;
•
in 2012 niet van functie is veranderd;
•
in schaal 7 zit;
•
in 2012 zich 1 keer ziek heeft gemeld.
37
38
Bijlage 1 Tabellen Vraag 1: Wat was de bezetting in aantal personen en fte’s in uw organisatie op 31-12-2012 en de formatie in fte’s voor heel 2012?
Bezetting
Aantal personen
Formatie
FTE’s
FTE’s
534,3
DUNEA
539
506,39
Het Waterlaboratorium N.V.
112
94,9
93,3
Aqualab Zuid
106
89,9
93,3
OASEN N.V.
277
252,9
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
649
592,64
EVIDES N.V.
606
582
618,5
Brabant Water
796
738,5
771,6
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
416
399,1
400,1
N.V. Waterbedrijf Groningen
237
224,5
232,9
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
171
160,9
158,3
KWR Watercycle Research Institute
161
141,4
149,9
1406
1289,6
Vitens N.V.
251,36
1364,0
Vraag 2: Wat was de bezetting in aantal personen en fte’s in uw organisatie op 31-12-2012 en de formatie in fte’s voor heel 2012 uitgesplitst naar geslacht?
Bezetting Man
Organisatie
DUNEA
Aantal personen
Bezetting Vrouw
Aantal fte
422
Aantal personen
Aantal fte
117
Het Waterlaboratorium N.V.
63
61
49
33,9
Aqualab Zuid
55
53,2
51
36,7
OASEN N.V.
208
198,2
69
52,66
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
403
393,1
246
199,6
EVIDES N.V.
504
499,6
102
82,4
Brabant Water
610
599,5
186
139
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
331
328,3
85
70,8
N.V. Waterbedrijf Groningen
189
184,7
48
39,8
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
141
137,0
30
22,0
KWR Watercycle Research Institute
106
97,5
55
43,9
1071
1029,9
335
259,7
Vitens N.V.
39
Vraag 3: Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar fulltime en parttime en geslacht in uw organisatie op 31-12-2012?
Bezetting Man
Organisatie
Bezetting Vrouw
Fulltime
Part-time
Fulltime
Part-time
378
44
39
78
Het Waterlaboratorium N.V.
54
9
11
38
Aqualab Zuid
45
9
10
42
OASEN N.V.
188
20
24
45
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
348
55
70
176
EVIDES N.V.
483
21
36
66
Brabant Water
499
111
42
144
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
320
11
37
48
N.V. Waterbedrijf Groningen
126
63
16
32
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
129
12
8
22
72
34
18
37
924
147
109
226
DUNEA
KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 4: Wat was de bezetting in aantal mannen naar leeftijd in uw organisatie op 31-12-2012?
Bezetting Man
Organisatie
<25 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
>55 jaar
DUNEA
7
47
71
172
125
Het Waterlaboratorium N.V.
1
5
13
23
21
Aqualab Zuid
0
2
12
19
23
1
38
62
148
154
12
58
110
179
145
Brabant Water
9
54
106
254
187
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
1
22
56
158
94
N.V. Waterbedrijf Groningen
2
20
31
68
68
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
15
18
46
60
KWR Watercycle Research Institute
1
24
27
32
22
14
90
166
416
385
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
Vitens N.V.
40
Vraag 4: Wat was de bezetting in aantal vrouwen naar leeftijd in uw organisatie op 31-12-2012?
Bezetting Vrouw
Organisatie
<25 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
>55 jaar
DUNEA
0
26
44
32
15
Het Waterlaboratorium N.V.
0
7
21
15
6
Aqualab Zuid
0
6
20
19
5
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
9
77
59
77
34
EVIDES N.V.
2
20
24
32
24
Brabant Water
1
26
74
56
29
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
18
26
30
11
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
9
16
16
7
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
0
1
10
14
5
KWR Watercycle Research Institute
0
16
23
14
2
Vitens N.V.
2
50
109
104
70
OASEN N.V.
Vraag 5: Wat was de gemiddelde leeftijd naar geslacht van uw bezetting 31-12-2012?
Gemiddelde leeftijd Organisatie
DUNEA
Mannen
Vrouwen
Totaal
49,1
43,1
47,5
50
44
47
Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V.
41
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
49,9
41,8
46,8
EVIDES N.V.
47,8
45
47,3
Brabant Water
48,6
44,4
47,6
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
49,1
43,8
48
N.V. Waterbedrijf Groningen
52,5
46,8
48,6
50
47,2
49,5
KWR Watercycle Research Institute
44,7
39,6
42,9
Vitens N.V.
48,3
48,4
48,3
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
41
Vraag 6: Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar dienstjaren in uw organisatie op 31-122012?
Dienstjaren
Organisatie
<5 jaar
5-10 jaar
10-20 jaar
20-30 jaar
>30 jaar
136
42
113
141
107
Het Waterlaboratorium N.V.
11
7
34
35
25
Aqualab Zuid
11
14
20
45
16
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
196
92
65
199
97
EVIDES N.V.
175
80
56
160
135
Brabant Water
127
88
224
224
133
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
74
18
77
178
69
N.V. Waterbedrijf Groningen
64
34
30
57
52
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
26
14
36
56
39
KWR Watercycle Research Institute
67
32
26
25
11
217
130
295
467
297
DUNEA
OASEN N.V.
Vitens N.V.
Vraag 7: Wat was de gemiddelde diensttijd in jaren naar geslacht van uw bezetting 31-12-2012?
Gemiddelde diensttijd Organisatie
Mannen
Vrouwen
Totaal
17,5
12,0
16,3
21
17
19
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
19,4
10,2
15,9
EVIDES N.V.
18,4
13,9
17,7
Brabant Water
18,8
14
17,7
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
20,9
13,6
19,4
N.V. Waterbedrijf Groningen
19,8
10,3
18,5
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
21,3
15,5
20,3
12
9,3
11,1
21,5
15,6
18,5
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V.
KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
42
Vraag 8: Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar hoogst voltooide opleiding in uw organisatie op 31-12-2012?
Opleiding
Organisatie
WO
HBO
MBO
VMBO
Anders
DUNEA
42
147
239
105
6
Het Waterlaboratorium N.V.
10
37
47
18
0
6
25
53
22
0
EVIDES N.V.
86
154
318
48
Brabant Water
21
198
549
5
N.V. Waterbedrijf Groningen
29
78
85
45
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
12
26
67
66
0
KWR Watercycle Research Institute
85
23
0
0
53
Vitens N.V.
42
147
239
105
6
Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
24
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Vraag 9: Hoeveel leidinggevenden waren er in uw organisatie op 31-12-2012?
Aantal leidinggevenden Organisatie
Mannen
Vrouwen
Totaal
38
10
48
Het Waterlaboratorium N.V.
6
1
7
Aqualab Zuid
7
0
7
OASEN N.V.
23
6
29
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
32
22
54
EVIDES N.V.
66
9
75
Brabant Water
67
9
76
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
24
4
28
N.V. Waterbedrijf Groningen
18
7
25
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
20
4
24
KWR Watercycle Research Institute
11
4
15
Vitens N.V.
64
21
85
DUNEA
43
Vraag 10 en 11: Wat was de totale loonsom en wat waren de totale werkgeverslasten van uw organisatie in 2012? Organisatie
Loonsom
DUNEA
6.526.000
Het Waterlaboratorium N.V.
5.284.452
7.173.835
Aqualab Zuid
5.056.362
15.921.228
OASEN N.V.
11.969.816
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
31.437.286
44.800.000
EVIDES N.V.
35.400.000
47.889.000
Brabant Water
39.741.418
28.331.431
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
21.066.131
2.815.000
N.V. Waterbedrijf Groningen
11.758.000
10.468.030
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
7.774.591
10.607.891
KWR Watercycle Research Institute
8.255.424
87.000.000
70.400.000
70.400.000
Vitens N.V.
Vraag 12: Wat was de totale instroom in aantal personen bij uw organisatie in 2012? Organisatie
DUNEA
Aantal personen
22
Het Waterlaboratorium N.V.
4
Aqualab Zuid
1
OASEN N.V.
35
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
28
EVIDES N.V.
47
Brabant Water
25
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
10
N.V. Waterbedrijf Groningen
44
Werkgeverslasten
8
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
10
KWR Watercycle Research Institute
13
Vitens N.V.
45
Vraag 13: Wilt u het aantal mannen dat in 2012 is ingestroomd verdelen naar de volgende leeftijdscategorieën?
Instroom Man
Organisatie
<25 jaar
25-34 jaar
DUNEA
4
8
Het Waterlaboratorium N.V.
1
Aqualab Zuid
0
35-44 jaar
45-54 jaar
>55 jaar
Totaal
2
1
1
16
2
0
0
0
3
0
1
0
0
1
OASEN N.V.
26
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
0
6
5
4
1
16
EVIDES N.V.
7
9
12
4
2
34
16
12
5
3
1
37
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
1
2
2
0
5
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
1
4
1
0
6
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
7
1
0
0
10
KWR Watercycle Research Institute
0
2
2
1
0
5
Vitens N.V.
8
15
8
3
0
34
45-54 jaar
>55 jaar
Totaal
Brabant Water
Vraag 13: Wilt u het aantal vrouwen dat in 2012 is ingestroomd verdelen naar de volgende leeftijdscategorieën?
Instroom Vrouw
Organisatie
<25 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
DUNEA
0
2
4
0
0
6
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
1
0
1
Aqualab Zuid
0
0
0
0
0
0
OASEN N.V.
9
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
2
6
2
2
0
12
EVIDES N.V.
1
5
3
4
0
13
Brabant Water
4
1
0
1
0
6
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
1
3
1
0
5
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
1
1
0
0
2
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
0
0
0
0
0
0
KWR Watercycle Research Institute
0
3
3
2
0
8
Vitens N.V.
2
2
3
3
1
11
45
Vraag 14: Hoeveel vacatures zijn er in uw organisatie in 2012 vervuld, zowel intern als extern, en hoe zijn deze verdeeld naar functiegroep?
Intern vervulde vacatures
Organisatie
DUNEA
Totaal
Leiding
Adviesfun
gevend
cties
Fin/admin
Technisch
Technisch
istratief
beleid
uitv.
Overig
111
Het Waterlaboratorium N.V.
3
0
1
0
0
2
0
Aqualab Zuid
0
0
0
0
0
0
0
OASEN N.V.
6
2
0
1
0
2
1
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
21
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
7
1
0
2
0
0
4
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
0
1
0
0
1
0
KWR Watercycle Research Institute
0
0
0
0
0
0
0
Vitens N.V.
Vraag 14: Hoeveel vacatures zijn er in uw organisatie in 2012 vervuld, zowel intern als extern, en hoe zijn deze verdeeld naar functiegroep?
Extern vervulde vacatures
Organisatie
DUNEA
Totaal
Leiding
Adviesfun
gevend
cties
Fin/admin
Technisch
Technisch
istratief
beleid
uitv.
Overig
22
Het Waterlaboratorium N.V.
2
0
1
1
0
0
0
Aqualab Zuid
1
0
0
0
0
1
0
24
2
1
6
3
10
2
10
2
1
3
0
0
4
8
2
1
0
1
3
1
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
10
1
0
1
0
8
0
KWR Watercycle Research Institute
13
1
2
3
0
0
7
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
40
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg N.V. Waterbedrijf Groningen
Vitens N.V.
46
Vraag 15: Bij hoeveel van deze vacatures is het instrument markttoeslag toegepast en hoe zijn deze verdeeld naar functiegroep?
Markttoeslag toegepast
Organisatie
Totaal
Leidingge vend
Adviesfu
Fin/admi
Technisc
Technisc
ncties
nistratief
h beleid
h uitv.
Overig
DUNEA
1
0
0
0
0
1
0
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
0
0
0
0
Aqualab Zuid
0
0
0
0
0
0
0
OASEN N.V.
1
0
0
0
0
1
0
EVIDES N.V.
5
0
0
1
2
2
0
Brabant Water
5
2
1
0
0
2
0
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
2
0
0
0
0
0
2
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
0
0
0
0
0
0
0
KWR Watercycle Research Institute
0
0
0
0
0
0
0
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
Vitens N.V.
Vraag 16: Hoeveel personen zijn er binnen uw organisatie van functie en/of afdeling veranderd in 2012 en hoe zijn deze verdeeld naar leidinggevenden en niet-leidinggevenden? Organisatie
Totaal
Leidinggevenden
Niet-leidinggevenden
Het Waterlaboratorium N.V.
3
0
3
Aqualab Zuid
3
0
3
18
3
15
3
24
DUNEA
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water
43
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
27
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
7
4
3
KWR Watercycle Research Institute
26
0
26
Vitens N.V.
22
2
20
47
Vraag 17: Wat was de totale uitstroom in aantal personen bij uw organisatie in 2012?
Uitstroom
Organisatie
Totaal
Leidingge vend
DUNEA
Adviesfu
Fin/admi
Technisc
Technisc
ncties
nistratief
h beleid
h uitv.
Overig
23
3
1
1
0
6
12
Het Waterlaboratorium N.V.
6
0
1
0
0
5
0
Aqualab Zuid
7
1
0
1
0
4
1
OASEN N.V.
23
2
4
2
2
6
7
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
42
7
11
5
1
5
13
EVIDES N.V.
40
Brabant Water
22
2
4
7
0
8
1
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
14
1
1
3
0
0
9
N.V. Waterbedrijf Groningen
6
1
1
0
1
3
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
6
1
0
0
0
5
0
KWR Watercycle Research Institute
14
3
0
2
0
0
9
Vitens N.V.
72
5
5
13
5
22
22
Vraag 18: Wilt u het aantal mannen dat in 2012 is uitgestroomd verdelen naar de volgende leeftijdscategorieën?
Uitstroom Man
Organisatie
<25 jaar
25-34 jaar
DUNEA
1
4
Het Waterlaboratorium N.V.
1
Aqualab Zuid
0
35-44 jaar
45-54 jaar
>55 jaar
Totaal
5
1
7
18
1
0
0
2
4
1
0
1
3
5
OASEN N.V.
48
17
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
3
3
7
6
7
26
EVIDES N.V.
0
6
6
6
14
32
Brabant Water
0
3
4
1
6
14
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
0
0
4
4
8
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
3
2
1
6
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
1
0
0
1
4
6
KWR Watercycle Research Institute
0
2
1
2
1
6
Vitens N.V.
7
9
5
16
12
49
Vraag 18: Wilt u het aantal vrouwen dat in 2012 is uitgestroomd verdelen naar de volgende leeftijdscategorieën?
Uitstroom Vrouw
Organisatie
<25 jaar
25-34 jaar
DUNEA
3
1
Het Waterlaboratorium N.V.
0
Aqualab Zuid
0
35-44 jaar
45-54 jaar
>55 jaar
Totaal
1
0
0
5
1
0
0
1
2
0
1
0
1
2
OASEN N.V.
6
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
3
3
5
4
1
16
EVIDES N.V.
1
3
1
2
1
8
Brabant Water
0
4
2
0
2
8
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
3
1
1
1
6
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
0
0
0
0
0
0
KWR Watercycle Research Institute
0
4
2
1
1
8
Vitens N.V.
1
3
6
5
8
23
Vraag 19: Wilt u het aantal personen dat in 2012 is uitgestroomd verdelen naar reden van uitstroom?
Reden van uitstroom
Organisatie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
DUNEA
8
5
0
0
0
1
1
6
2
0
23
Het Waterlaboratorium N.V.
2
1
2
0
0
0
1
0
0
0
6
Aqualab Zuid
0
1
2
0
0
2
0
1
1
0
7
OASEN N.V.
4
2
1
13
2
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
9
2
0
10
0
1 0
18
2
Brabant Water
12
5
1
0
1
0
1
2
0
0
22
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
5
5
0
0
0
0
0
1
3
0
14
N.V. Waterbedrijf Groningen
5
0
0
0
0
0
0
1
0
0
6
KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
1
10
42
13
2
1
0
EVIDES N.V.
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
16
1
23
2
40
1
6
5
1
0
1
0
0
0
4
3
0
14
41
0
0
1
6
10
0
12
2
0
72
1=Vrijwillig ontslag
5=Privatisering, verzelfstandiging of reorganisatie
9=Overig
2=FPU/Keuzepensioen
6=Overlijden
10=Onbekend
3=Ouderdomspensioen
7=Strafontslag
11=Totaal
4= Invaliditeitspensioen/arbeidsongeschiktheid
8=Einde van rechtswege, afgelopen aanstelling
49
Vraag 20: Wilt u het aantal personen dat in 2012 uitgestroomd is door (vervroegde) pensionering uitsplitsen naar onderstaande leeftijdscategorieën?
Uitstroom door (vervroegde) pensionering
Organisatie
Totaal
60 jaar
61 jaar
62 jaar
63 jaar
64 jaar
65 jaar
Ouder dan 65 jaar
DUNEA
5
0
0
2
0
2
1
0
Het Waterlaboratorium N.V.
1
0
0
0
1
0
0
0
Aqualab Zuid
3
1
0
0
0
0
2
0
OASEN N.V.
2
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
2
0
0
1
0
1
0
0
16
0
0
0
1
2
13
0
Brabant Water
6
1
0
3
1
1
0
0
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
5
0
0
2
0
3
0
0
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
0
0
0
0
Drenthe
2
0
0
1
1
0
0
0
KWR Watercycle Research Institute
1
0
0
0
0
0
1
0
Vitens N.V.
0
0
0
0
0
0
0
0
EVIDES N.V.
N.V. Waterleidingmaatschappij
Vraag 21: Wat was in 2012 de gemiddelde pensioenleeftijd in uw organisatie? Organisatie
DUNEA
Gemiddelde leeftijd
63,4
Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid
63,3
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
64,7
Brabant Water
62,2
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
61
N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
50
62,5 65
Vraag 22: Hoeveel medewerkers van uw organisatie namen in 2012 deel aan keuzepensioen (afwijkende van de pensioenleeftijd)? Organisatie
Aantal medewerkers
Deeltijdpensioen
Eerder met pensioen
DUNEA
1
0
1
Het Waterlaboratorium N.V.
1
0
1
Aqualab Zuid
1
0
1
EVIDES N.V.
3
0
3
Brabant Water
2
0
2
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
3
1
2
KWR Watercycle Research Institute
0
0
0
Vitens N.V.
1
0
1
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
N.V. Waterbedrijf Groningen
Vraag 23: Hoe hoog was het ziekteverzuimpercentage inclusief verzuim langer dan 1 jaar in uw organisatie in 2012 en uitgesplitst naar geslacht? Organisatie
Mannen
Vrouwen
DUNEA
4,8
4,8
Het Waterlaboratorium N.V.
3,1
3,8
Totaal
3
Aqualab Zuid
7
OASEN N.V.
4
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
4
EVIDES N.V.
4
Brabant Water
3
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
4
2,6
4
N.V. Waterbedrijf Groningen
4
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
6,3
6,7
KWR Watercycle Research Institute
3,1
7,5
4
Vitens N.V.
4
51
Vraag 24: Wat was de meldingsfrequentie in uw organisatie in 2012 uitgesplitst naar geslacht? Organisatie
Mannen
Vrouwen
Totaal
DUNEA
1,4
1,4
1,4
Het Waterlaboratorium N.V.
1,2
1,6
1,4
Aqualab Zuid
1,4
OASEN N.V.
1,4
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
1,4
EVIDES N.V.
1,1
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
1 0,9
0,8
N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute
0,8 1,1
1,26
1,63
1,32
0,8
1,1
0,9
Vitens N.V.
1,1
Vraag 25: Wat was de gemiddelde verzuimduur in dagen in uw organisatie in 2012 uitgesplitst naar geslacht? Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V.
Mannen
Vrouwen
Totaal
13,5
13,5
13,5
7,1
5,8
6,4
Aqualab Zuid
22,8
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
12,5
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
2,4 16,7
9,9
N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
52
13 15,2
22,4
10,2
19,8
9,1
17,6
12,6 15,7
Vraag 26: Hoeveel medewerkers waren er op 31-12-2012 langer dan 1 jaar ziek? Organisatie
Aantal medewerkers
DUNEA
3
Het Waterlaboratorium N.V.
1
Aqualab Zuid
2
OASEN N.V.
0
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
6
Brabant Water
5
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
3
N.V. Waterbedrijf Groningen
1
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
0
KWR Watercycle Research Institute
1
Vitens N.V.
3
Vraag 27: Kunt u het aantal mannen dat op 31-12-2012 langer dan 1 jaar ziek was uitsplitsen naar leeftijdscategorieën?
Mannen
Organisatie
15-24 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
>55 jaar
Totaal
DUNEA
0
0
0
1
1
2
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
0
1
1
Aqualab Zuid
0
0
0
0
0
0
OASEN N.V.
0
0
0
0
0
0
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
5
Brabant Water
0
0
0
1
2
3
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
0
0
0
2
2
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
0
0
0
0
0
0
KWR Watercycle Research Institute
0
0
0
0
0
0
Vitens N.V.
0
0
1
1
1
3
53
Vraag 27: Kunt u het aantal vrouwen dat op 31-12-2012 langer dan 1 jaar ziek was uitsplitsen naar leeftijdscategorieën?
Vrouwen
Organisatie
15-24 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
>55 jaar
Totaal
DUNEA
0
0
0
0
1
1
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
0
0
0
Aqualab Zuid
0
0
1
1
0
2
OASEN N.V.
0
0
0
0
0
0
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
1
Brabant Water
0
0
0
1
1
2
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
0
1
0
0
1
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
1
0
0
0
1
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
0
0
0
0
0
0
KWR Watercycle Research Institute
0
0
0
1
0
1
Vitens N.V.
0
0
0
0
0
0
Vraag 28:Hoeveel (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten had uw organisatie op 31-12-2012 in dienst?
Aantal arbeidsongeschikten naar percentage ongeschiktheid
Organisatie
Totaal aantal
80-100%
35 tot 80%
Minder dan 35%
Het Waterlaboratorium N.V.
1
0
1
0
Aqualab Zuid
0
0
0
0
OASEN N.V.
2
1
1
0
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
2
0
2
0
EVIDES N.V.
2
0
0
2
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
8
0
5
3
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
8
0
6
2
KWR Watercycle Research Institute
1
0
1
0
Vitens N.V.
4
0
4
0
DUNEA
Brabant Water
54
Vraag 29: Bij hoeveel medewerkers van uw organisatie is een WIA-uitkering gestart in 2012?
Aantal medewerkers naar percentage arbeidsongeschiktheid Organisatie
Totaal
80-100%
35-80%
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
Aqualab Zuid
0
0
0
OASEN N.V.
2
1
1
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
0
0
0
EVIDES N.V.
0
0
0
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
3
0
3
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
2
0
KWR Watercycle Research Institute
1
0
1
Vitens N.V.
3
1
2
DUNEA
Brabant Water
Vraag 30: Hoeveel medewerkers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn, zijn in 2012 in uw organisatie herplaatst? Organisatie
Aantal medewerkers
DUNEA
0
Het Waterlaboratorium N.V.
0
Aqualab Zuid
0
OASEN N.V.
1
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
0
EVIDES N.V.
2
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
1
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
KWR Watercycle Research Institute
0
Vitens N.V.
2
55
Vraag 31: Had uw organisatie 1 of meer van onderstaande collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen in 2012 en zo ja bij welke verzekeraar? Organisatie
WGA hiaat
verzekeraar
verzekering
WIA
ja
rzekering
ekering
Loyalis
Aqualab Zuid OASEN N.V.
WIA Excedentverz
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V.
verzekeraar
aanvullingsve
ja
Loyalis
ja
Loyalis
ja
Loyalis
verzekeraar
ja
Pensioen APG
ja
Loyalis
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
ja
Loyalis
ja
Loyalis
ja
Loyalis ABP
N.V. Waterbedrijf Groningen
ja
loyalis
ja
loyalis
ja
loyalis
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
Loyalis (IPAP)
KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
ja
Delta Lloyd
Vraag 32: Draagt uw organisatie het eigen WGA-risico? Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V.
ja
Aqualab Zuid
nee
OASEN N.V.
nee
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
ja
EVIDES N.V.
ja
Brabant Water
ja
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
nee
N.V. Waterbedrijf Groningen
ja
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
ja
KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
56
nee
nee ja
Vraag 33: Werd bij uw organisatie in 2012 een deel van de WGA-premie verhaald op de werknemers en zo ja, welk percentage van de loonsom was dit? Organisatie
Verhaald op werknemers
DUNEA
nee
Het Waterlaboratorium N.V.
nee
Percentage
Aqualab Zuid
ja
0,04
OASEN N.V.
ja
0,03
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
nee
EVIDES N.V.
nee
Brabant Water
ja
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0,12
nee
N.V. Waterbedrijf Groningen
ja
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
0,05
onbekend
KWR Watercycle Research Institute
nee
Vitens N.V.
ja
0
Vraag 34: Wilt u het aantal mannen per loonschaal bij uw organisatie op 31-12-2012 naar geslacht aangeven?
Mannen naar schaal
Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Totaal
DUNEA
0
2
41
23
74
59
65
53
52
36
11
2
1
1
1
0
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
6
3
19
13
3
1
4
0
0
0
0
0
0
Aqualab Zuid
0
0
3
15
0
2
17
6
7
1
4
0
0
1
0
0
0
0
0
0
132
32
12
21
21
9
1
5
2
1
0
0
236
0
0
3
31
58
47
101
60
73
55
51
15
3
6
0
0
503
0
0
2
1
38
14
8
3
7
9
2
1
1
0
0
0
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
4
0
11
9
9
5
4
2
4
0
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij
0
0
0
0
0
0
3
0
3
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
11
9
3
8
7
5
6
1
0
0
0
0
3
20
27
145
251
228
118
85
81
58
14
10
4
5
0
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
7
Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
57
1049
Vraag 34: Wilt u het aantal vrouwen per loonschaal bij uw organisatie op 31-12-2012 naar geslacht aangeven?
Vrouwen naar schaal
Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Totaal
DUNEA
0
2
5
10
26
18
9
13
13
14
5
0
1
1
0
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
9
1
13
8
18
4
6
0
2
2
0
0
0
63
Aqualab Zuid
0
0
0
5
0
5
29
6
5
0
0
0
0
0
0
0
56
0
2
10
35
47
86
34
39
55
23
2
6
4
4
1
0
348
1
1
12
18
17
4
13
13
13
4
5
117
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
1
102
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
0
7
3
112
82
34
32
26
16
4
9
0
0
5
0
331
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
2
10
3
38
46
8
46
9
8
9
10
0
0
0
189
0
0
5
2
3
0
7
5
4
1
2
2
0
0
0
0
31
0
0
0
1
1
7
7
6
14
10
22
19
3
2
6
0
98
1
0
16
112
96
22
20
15
25
17
2
2
2
1
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 35: Hoeveel personen zaten op 31-12-2012 in uw organisatie op het einde van hun schaal? Organisatie
Aantal personen
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid
104 84
OASEN N.V.
153
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
545
EVIDES N.V.
428
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
368
N.V. Waterbedrijf Groningen
190
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
15
KWR Watercycle Research Institute
79
Vitens N.V.
58
139
331
Vraag 36: Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat op 31-12-2012 in uw organisatie meer verdiend dan: Alleen het maximum van de WWb-schaal? Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Totaal
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
1
1
6
7
3
1
1
0
0
0
0
0
0
20
Aqualab Zuid
0
0
3
17
0
8
13
8
5
1
2
0
0
1
0
0
58
DUNEA
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
492
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij
0
0
0
0
4
26
9
3
17
5
1
1
0
0
0
0
66
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
2
3
4
1
0
3
0
0
0
0
15
0
4
15
34
212
249
186
90
48
28
32
2
1
1
2
0
904
Limburg
Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 36: Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat op 31-12-2012 in uw organisatie meer verdiend dan: Maximum WWb-schaal plus 1 schaal? Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Totaal
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
7
1
10
9
11
2
5
0
0
0
0
0
0
45
Aqualab Zuid
0
0
2
8
0
4
4
5
2
0
0
0
0
0
0
0
25
0
0
1
1
128
29
18
16
5
4
0
0
0
0
0
0
202
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
2
4
8
0
2
2
2
5
3
7
0
0
0
35
N.V. Waterleidingmaatschappij
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
7
1
1
2
0
0
0
0
0
0
0
13
0
0
0
1
38
93
49
41
25
17
24
0
1
1
2
0
292
DUNEA
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
59
Vraag 36: Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat op 31-12-2012 in uw organisatie meer verdiend dan: Maximum WWb-schaal plus 2 schalen? Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Totaal
Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
0
4
1
9
4
3
1
1
0
0
0
0
0
0
23
Aqualab Zuid
0
0
1
9
0
4
9
3
3
1
2
0
0
0
0
0
32
0
0
8
3
3
27
5
1
1
0
0
0
0
0
0
0
48
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
8
11
18
27
18
16
4
6
4
2
0
0
0
0
0
114
N.V. Waterleidingmaatschappij
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
2
0
4
15
33
174
156
137
49
23
11
8
2
0
0
0
0
612
DUNEA
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 37: Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat in 2012 in uw organisatie een garantietoeslag ontving? Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Totaal
0
0
0
11
3
20
20
14
4
6
0
0
0
0
0
0
78
0
4
10
40
4
12
36
14
9
1
1
2
0
0
0
0
133
0
0
9
4
136
86
32
26
20
12
1
2
0
0
0
0
328
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
8
11
20
32
27
22
6
6
4
5
0
0
0
0
0
141
N.V. Waterleidingmaatschappij
0
0
11
16
27
18
19
4
13
0
7
0
0
0
0
0
118
0
0
0
0
2
9
3
4
7
2
0
3
0
0
0
0
30
0
5
16
32
229
249
189
90
54
30
33
2
0
0
0
0
929
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
60
Vraag 37: Wilt u per loonschaal het totaal uitbetaalde bedrag aangeven dat uw organisatie in 2012 in uw organisatie een garantietoeslag uitgaf? Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
0
0
0
30.324
4.560
76.584
67.560
65.568
56.988
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
492
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij
0
0
4.497
2.563
42.975
49.232
18.953
11.336
7.713
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
5.572
7.042
7.479
13.150
12.518
8.465
3.719
4.282
N.V. Waterleidingmaatschappij
0
0
5.389
7.183
12.594
7.847
8.305
3.244
7.345
0
0
0
0
2.694
20.233
4.923
6.948
18.957
0
3.255
9.377
18.176
10.9627
98.089
10.5347
70.604
36.890
Limburg
Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 37: Wilt u per loonschaal het totaal uitbetaalde bedrag aangeven dat uw organisatie in 2012 in uw organisatie een garantietoeslag uitgaf? Organisatie
11
12
13
14
15
16
17
Totaal
49.560
0
0
0
0
0
0
351.144
Limburg
6.300
585
841
0
0
0
0
144.995
N.V. Waterbedrijf Groningen
2.320
3.225
0
0
0
0
0
67.772
0
4757
0
0
0
0
0
62.893
14.509
0
3.446
0
0
0
0
71.714
21.896
25.052
2629
0
0
0
0
500.944
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
61
Vraag 38: Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat in 2012 in uw organisatie een fusietoeslag ontving? Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Tot.
0
0
0
8
2
18
14
13
1
3
0
0
0
0
0
0
59
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
8
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
0
1
0
18
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
19
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
11
12 t/m
N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 38: Wilt u per loonschaal het totaal uitbetaalde bedrag aangeven dat uw organisatie in 2012 in uw organisatie een fusietoeslag uitgaf? Organisatie
2 en 3
4
5
6
7
8
9
10
Totaal
17
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V.
0
0
20.496
4.284
38.016
35.292
44.880
6
19.680
0
162.654
0
11
0
198
0
0
0
0
0
0
209
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 39: Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat in 2012 in uw organisatie een arbeidsmarkttoeslag ontving?
62
Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
Tot.
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
20
Brabant Water
1
1
1
3
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
0
2
0
4
5
1
6
6
4
0
1
0
0
0
0
29
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
0
0
2
1
0
0
1
1
0
0
0
0
4
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
1
KWR Watercycle Research Institute
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Vitens N.V.
Vraag 39: Wilt u per loonschaal het totaal uitbetaalde bedrag aangeven dat uw organisatie in 2012 in uw organisatie een arbeidsmarkttoeslag uitgaf? Organisatie
2
3
4
5
6
7
8
9
10
0
0
0
0
0
0
1.680
0
0
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water
3.692
4.628
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
0
0
248
0
434
1710
848
2.445
2.699
N.V. Waterbedrijf Groningen
0
0
0
0
0
0
370
510
0
295
508
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute
0
0
0
0
0
0
0
Vitens N.V.
Vraag 39: Wilt u per loonschaal het totaal uitbetaalde bedrag aangeven dat uw organisatie in 2012 in uw organisatie een arbeidsmarkttoeslag uitgaf?
63
Organisatie
11
12
13
14
15
16
17
Totaal
0
0
0
0
0
0
0
1.680
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V.
436
436
4.000
12.320
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
1.467
0
500
0
0
0
0
10.351
0
949
510
0
0
0
0
2.339
0
0
0
0
0
0
N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
307
KWR Watercycle Research Institute
0
0
Vitens N.V.
Vraag 40: Hoeveel personen hadden op 31-12-2012 in uw organisatie een functiecontract? Organisatie
Aantal personen
DUNEA
2
Het Waterlaboratorium N.V.
0
Aqualab Zuid
2
OASEN N.V.
0
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
4
EVIDES N.V.
63
Brabant Water
7
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
1
N.V. Waterbedrijf Groningen
13
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
KWR Watercycle Research Institute
1
Vitens N.V.
100
Vraag 41: Welke bedrag heeft uw organisatie in 2012 uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling (alleen “out-ofpocket” kosten) en wat was er oorspronkelijk voor begroot?
64
Organisatie
Uitgegeven
Begroot
100.000
90.000
Het Waterlaboratorium N.V.
94.100
135.000
Aqualab Zuid
36.600
50.000
269.488
220.000
DUNEA
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
1.208.000
Brabant Water
848.285
1.090.600
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
383.991
665.000
N.V. Waterbedrijf Groningen
194.132
350.000
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
104.490
140.060
KWR Watercycle Research Institute
145.207
206.500
153.3000
3.179.000
Vitens N.V.
Vraag 42: Hoeveel medewerkers hebben in 2012 1 of meer externe opleidingen, trainingen en cursussen gevolgd? Organisatie
DUNEA
Aantal personen
100
Het Waterlaboratorium N.V.
58
Aqualab Zuid
60
OASEN N.V.
102
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
483
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg N.V. Waterbedrijf Groningen
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
700
Vraag 43: Hoeveel medewerkers binnen uw organisatie hebben in 2012 gebruik gemaakt van een Employability Budget (EB)?
65
Organisatie
Aantal personen
DUNEA
30
Het Waterlaboratorium N.V.
9
Aqualab Zuid
1
OASEN N.V.
21
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
72
EVIDES N.V.
32
Brabant Water
264
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
4
N.V. Waterbedrijf Groningen
7
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
13
KWR Watercycle Research Institute
16
Vitens N.V.
212
Vraag 44: Hoeveel personen hebben in 2012 het EB gebruikt voor: Organisatie
Testen en
Loopbaanad
scans
visering
Coaching op
Oriëntatiest
Oriëntatie
age
op starten
eigen verzoek
Anders
eigen bedrijf
DUNEA
15
10
4
0
0
1
Het Waterlaboratorium N.V.
1
0
4
0
1
3
Aqualab Zuid
0
0
1
0
0
0
OASEN N.V.
2
1
10
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
4
1
17
1
1
48
27
30
51
0
1
155
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
1
0
3
0
0
0
N.V. Waterbedrijf Groningen
1
3
2
0
0
1
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
3
1
3
1
0
5
KWR Watercycle Research Institute
0
2
3
2
0
8
22
4
69
0
0
117
8
EVIDES N.V. Brabant Water
Vitens N.V.
Vraag 45: Hoeveel medewerkers binnen uw organisatie hebben in 2012 gebruik gemaakt van een Inzetbaarheidsbudget (IB)?
66
Organisatie
Aantal personen
DUNEA
60
Het Waterlaboratorium N.V.
47
Aqualab Zuid
10
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
540
EVIDES N.V.
543
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
216
N.V. Waterbedrijf Groningen
39
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
47
KWR Watercycle Research Institute
74
Vitens N.V.
132
Vraag 46: Hoeveel personen hebben in 2012 het IB gebruikt voor: Organisatie
Opname verlof
Aankoop extra
Fitness abonnement
pensioen
Onvergoede
Niet (laten
scholingskost
uitbetalen)
en
DUNEA
60
0
0
0
479
Het Waterlaboratorium N.V.
41
2
3
1
0
0
0
0
1
9
107
0
0
1
65
N.V. Waterbedrijf Groningen
38
0
1
0
0
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
37
0
0
3
7
KWR Watercycle Research Institute
63
0
0
0
11
0
1
5
35
91
Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Vitens N.V.
Vraag 47: Hoeveel medewerkers binnen uw organisatie hebben in 2012 gebruik gemaakt van hun Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget (FAB)?
67
Organisatie
Aantal personen
DUNEA
539
Het Waterlaboratorium N.V.
42
Aqualab Zuid
77
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
605
Brabant Water
796
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
425
N.V. Waterbedrijf Groningen
153
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
113
KWR Watercycle Research Institute
130
Vitens N.V.
1.128
Vraag 48: Hoeveel personen hebben in 2012 het FAB gebruikt voor: Organisatie
Kopen extra
Verkopen
vakantiedagen
vakantiedagen
0
0
0
0
Het Waterlaboratorium N.V.
42
2
0
0
Aqualab Zuid
24
0
0
53
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
52
0
0
119
N.V. Waterbedrijf Groningen
67
10
1
75
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
42
10
3
68
KWR Watercycle Research Institute
66
5
0
11
489
168
8
463
DUNEA
Extra
Vakbondscontribut
pensioensparen
ie
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water
Vitens N.V.
Vraag 49: Heeft uw organisatie in 2012 werkervaringsplaatsen (o.a. Wajongers) aangeboden?
68
Organisatie
DUNEA
weet niet
Het Waterlaboratorium N.V.
ja
Aqualab Zuid
nee
OASEN N.V.
nee
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
ja
EVIDES N.V.
ja
Brabant Water
ja
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
nee
N.V. Waterbedrijf Groningen
nee
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
ja
KWR Watercycle Research Institute
nee
Vitens N.V.
nee
Vraag 50: Hoeveel werkervaringsplaatsen had uw organisatie in 2012? Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V.
1
Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
3
EVIDES N.V.
5
Brabant Water
3
NV Waterleiding Maatschappij Limburg N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 51: Waarom heeft uw organisatie in 2012 geen werkervaringsplaatsen aangeboden?
69
Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid
Daar hebben wij geen goede reden voor.|De mogelijkheid heeft zich niet voor gedaan en is ook niet actief opgezocht.
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Geen financiele middelen voor begroot
N.V. Waterbedrijf Groningen
Geen gelegenheid voor gehad
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute
Wegens omstandigheden geen aandacht aan besteed. Prioriteit was om de HRafdeling goed draaiende te houden n.a.v. vertrek leidinggevende en zwangerschapsverlof collega.
Vitens N.V.
Vitens heeft zich bezig gehouden met de reorganisatie Vitens 2.0 en zich gericht op herplaatsing eigen medewerkers.
Vraag 52: Verwacht u dit jaar werkervaringsplaatsen aan te bieden? Organisatie
DUNEA
weet niet
Het Waterlaboratorium N.V.
ja
Aqualab Zuid
ja
OASEN N.V.
weet niet
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
ja
EVIDES N.V.
ja
Brabant Water
ja
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
ja
N.V. Waterbedrijf Groningen
ja
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
weet niet nee weet niet
Vraag 53: Hoeveel werkervaringsplaatsen verwacht u dit jaar aan te bieden?
70
Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V.
1
Aqualab Zuid
1
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
3
EVIDES N.V.
3
Brabant Water
3
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
2
N.V. Waterbedrijf Groningen
2
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
Vraag 54: Waarom verwacht u dit jaar geen werkervaringsplaatsen aan te kunnen bieden? Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute
Dit jaar staan een aantal belangrijke HR-projecten op het programma onder andere m.b.t. onze nieuwbouw waardoor momenteel niet voldoende mankracht aanwezig is om dit correct op te pakken.
Vitens N.V.
Vraag 55: Heeft uw organisatie in 2012 gebruik gemaakt van stagiairs en leerlingen?
71
Organisatie
DUNEA
ja
Het Waterlaboratorium N.V.
Ja
Aqualab Zuid
Ja
OASEN N.V.
Ja
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
Ja
EVIDES N.V.
Ja
Brabant Water
Ja
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Ja
N.V. Waterbedrijf Groningen
Ja
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
Ja
KWR Watercycle Research Institute
Ja
Vitens N.V.
Ja
Vraag 56: Hoeveel stagiairs en leerlingen hebben in 2012 in uw organisatie gewerkt? Organisatie
HBO stagiairs
MBO stagiairs,
MBO
Stagiairs
BBL
leerlingen,
/leerlingen
BOL
van andere
Totaal
opleidingen
72
DUNEA
6
20
14
25
65
Het Waterlaboratorium N.V.
0
10
0
2
12
Aqualab Zuid
1
0
2
0
3
OASEN N.V.
2
1
0
0
3
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
32
EVIDES N.V.
28
Brabant Water
12
6
0
5
23
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
14
3
0
2
19
N.V. Waterbedrijf Groningen
9
9
0
2
20
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
4
0
3
9
KWR Watercycle Research Institute
33
0
0
0
33
Vitens N.V.
33
0
0
0
33
Vraag 58: Verwacht u dit jaar gebruik te maken van stagiairs en leerlingen? Organisatie
DUNEA
ja
Het Waterlaboratorium N.V.
Ja
Aqualab Zuid
Ja
OASEN N.V.
Ja
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
Ja
EVIDES N.V.
Ja
Brabant Water
Ja
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Ja
N.V. Waterbedrijf Groningen
Ja
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
Ja
KWR Watercycle Research Institute
Ja
Vitens N.V.
Ja
Vraag 56: Van hoeveel stagiairs en leerlingen verwacht u dit jaar gebruik te gaan maken? Organisatie
HBO stagiairs
MBO stagiairs,
MBO
Stagiairs
BBL
leerlingen,
/leerlingen
BOL
van andere
Totaal
opleidingen
DUNEA
10
20
10
30
70
Het Waterlaboratorium N.V.
2
10
0
2
14
Aqualab Zuid
0
0
3
0
3
OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
30
EVIDES N.V.
30
Brabant Water
12
6
0
5
23
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
15
5
0
5
25
KWR Watercycle Research Institute
20
0
0
0
20
Vitens N.V.
40
0
0
0
40
N.V. Waterbedrijf Groningen N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
73
Vraag 61: Wat zou er aan de kennis, vaardigheden en werkhouding van stagiairs en leerlingen moeten veranderen zodat uw organisatie ze vaker zou inschakelen? Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V.
nvt; Goed contact met opleidingscentra en scholen. Kwaliteit en niveau wordt beoordeeld en geevalueerd met alle stakeholders.
Aqualab Zuid
Wat ons opvalt is dat de arbeidsethos van stagiaires soms wat laag is. Schrijfvaardigheid is matig.
OASEN N.V.
meer watergerichte kennis
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
Meer eigen initiatief tonen in het oppakken van actuele thema's
Brabant Water
Geen veranderingen noodzakelijk
NV Waterleiding Maatschappij Limburg N.V. Waterbedrijf Groningen
nvt
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute
onbekend, onvoldoende inzicht om deze vraag te beantwoorden
Vitens N.V.
N.v.t. Zelf goed selecteren op kwaliteit, competenties en goede opdrachten + begeleiding
Vraag 62: Hoeveel trainees waren er in 2012 bij uw organisatie werkzaam? Organisatie
74
DUNEA
0
Het Waterlaboratorium N.V.
0
Aqualab Zuid
0
OASEN N.V.
8
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
0
EVIDES N.V.
6
Brabant Water
1
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
1
N.V. Waterbedrijf Groningen
1
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
2
KWR Watercycle Research Institute
0
Vitens N.V.
5
Vraag 63: Werkt uw organisatie op het gebied van traineeships samen met andere partijen? Organisatie
DUNEA
nee
Het Waterlaboratorium N.V.
nee
Aqualab Zuid
nee
OASEN N.V.
nee
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
nee
EVIDES N.V.
ja
Brabant Water
nee
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
ja
N.V. Waterbedrijf Groningen
ja
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
nee
KWR Watercycle Research Institute
nee
Vitens N.V.
nee
Vraag 64: Met welke partijen werkt uw organisatie samen? Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V. Aqualab Zuid OASEN N.V. N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H. EVIDES N.V.
Roos+Bijl|H2O
Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
nationale watertraineeships
N.V. Waterbedrijf Groningen
PLATO
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe KWR Watercycle Research Institute Vitens N.V.
75
Vraag 65: Wat is uw eigen oordeel over de aansluiting tussen het onderwijs en de praktijk binnen de sector? Organisatie
DUNEA Het Waterlaboratorium N.V.
voldoende goed
Aqualab Zuid
voldoende
OASEN N.V.
voldoende
N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
voldoende
EVIDES N.V. Brabant Water NV Waterleiding Maatschappij Limburg
matig voldoende goed
N.V. Waterbedrijf Groningen
voldoende
N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
voldoende
KWR Watercycle Research Institute
voldoende
Vitens N.V.
voldoende
Vraag 66: Wat zijn volgens u de belangrijkste 3 HR-onderwerpen voor uw organisatie in 2013? Organisatie
DUNEA
Nummer 1
Nummer 2
Nummer 3
Inzetbaarheid & Vitaliteit
Vereenvoudiging functie-
Invoering
indeling door aanpassing
Werkkostenregeling
functiebeschrijvingssystem atiek en gebruikmaking van generieke functies Het Waterlaboratorium N.V.
Aqualab Zuid
Kennisontwikkeling: Bij
Strategische
medewerkers en teams.
personeelsplanning.
Competentiemanagement/
Strategische
Performancemanagement
personeelsplanning/
Duurzame Inzetbaarheid.
Formatieplanning OASEN N.V.
Duurzame inzetbaarheid:
Werving van voldoende
Verantwoordelijkheid lager in
Kennisbehoud (kennis
medewerkers: focus op
de organisatie
laten stromen en hoe
aantrekken en vast houden
(leidinggevenden en
werkprocessen aanpassen
van jonge medewerkers
medewerkers)
zodat dit minder
(trainee procesoperators,
afhankelijk wordt van
mbo electrotechniek)
kennis van mensen) Gezondheid (fysiek en mentaal) N.V. PWN Waterleidingbedrijf N.H.
EVIDES N.V.
Nieuwe werken (PWNext)
duurzame inzetbaarheid
Strategische
Integraal Gezondheids
Personeelsplanning
Management
strategische
HR benchmark
personeelsplanning Brabant Water
Duurzame inzetbaarheid
Flexibilisering
Strategische personeelsplanning
76
Organisatie
NV Waterleiding Maatschappij Limburg
Nummer 1
Nummer 2
Vitaliteit/Duurzame
Werving en Selectiebeleid
Inzetbaarheid N.V. Waterbedrijf Groningen
Strategische
Nummer 3 leven lang leren/Kennismanagement
werving en selectie
duurzame inzetbaarheid
personeelsplanning N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe
Inzetbaarheid
Terugdringen ziekteverzuim
KWR Watercycle Research Institute
Formatie &
Werving & Selectie
Personeelsplanning Vitens N.V.
Competentie & Performance management
Strategiesche
Leiderschap en
personeelsplanning (SPP)
teamontwikkeling
Duurzame inzetbaarheid
77
Bijlage 2 Vragenlijst
79
80
VRAGENLIJST HR-MONITOR WATERBEDRIJVEN 2012
1
Bezetting
v 1
Wat was de bezetting in aantal personen en fte’s (afgerond op 1 cijfer achter de komma) in uw organisatie op 31 december 2012 en de formatie in fte’s voor heel 2012? Aantal personen
Aantal fte’s
Totale bezetting (werkelijk)
,
Totale formatie (begroot)
,
Toelichting Tot de bezetting worden alle personen gerekend die vallen onder de CAO van de sector waterbedrijven (in aantal personen). De omvang van de formatie is opgenomen in de begroting van de organisatie en geeft de hoeveelheid toegekende capaciteit aan om de producten/diensten te verlenen in 2012.
v 2
Wat was de bezetting in aantal personen en fte’s (afgerond op 1 cijfer achter de komma) uitgesplitst naar geslacht in uw organisatie op 31 december 2012?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in.
Bezetting
v 3
Aantal personen
Aantal fte’s
Mannen
,
Vrouwen
,
Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar full- en parttimers en geslacht in uw organisatie op 31 december 2010?
Indien het aantal perso-
nen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Bezetting
Mannen
Vrouwen
Fulltimers Parttimers
v 4
Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar leeftijd en geslacht in uw organisatie op 31 december 2012?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0
in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Bezetting Jonger dan 25 jaar 25 tot en met 34 jaar 35 tot en met 44 jaar 45 tot en met 54 jaar 55 jaar en ouder
Mannen
Vrouwen
v 5
Wat was de gemiddelde leeftijd in jaren (afgerond op 1 cijfer achter de komma) naar geslacht van uw bezetting op 31 december 2012?
Indien u dit niet
weet, kunt u deze vraag overslaan.
Bezetting
v 6
Gemiddelde leeftijd mannen
,
Gemiddelde leeftijd vrouwen
,
Gemiddelde leeftijd totaal
,
Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar dienstjaren in uw organisatie (incl. eventuele rechtsvoorgangers op 31 december 2012? Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Aantal personen
Bezetting Minder dan 5 jaar in dienst 5 tot 10 jaar in dienst 10 tot 20 jaar in dienst 20 tot 30 jaar in dienst 30 jaar of meer in dienst
v 7
Wat was de gemiddelde diensttijd in jaren (afgerond op 1 cijfer achter de komma) naar geslacht van uw bezetting op 31 december 2012?
Indien u dit niet
weet, kunt u deze vraag overslaan.
Bezetting
v 8
Gemiddelde diensttijd mannen
,
Gemiddelde diensttijd vrouwen
,
Gemiddelde diensttijd totaal
,
Wat was de bezetting in aantal personen uitgesplitst naar hoogst voltooide opleiding in uw organisatie op 31 december 2012?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook
een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Bezetting
Aantal personen
WO HBO MBO VMBO Anders
v 9
Hoeveel leidinggevenden waren er in uw organisatie op 31 december 2012? Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Bezetting Mannen Vrouwen Totaal
Aantal personen
v 10
Wat was de totale loonsom (in hele euro’s) van uw organisatie in 2012? Totale loonsom in euro’s
Onbekend
Toelichting Onder loonsom wordt verstaan loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen (kolom 14 van de modelloonstaat van de Belastingdienst).
v 11
Wat waren de totale werkgeverslasten (in hele euro’s) van uw organisatie in 2012? Totale werkgeverslasten in euro’s
Onbekend
Toelichting De totale werkgeverslasten worden gevormd door de som van de salariscomponenten + de toelagen+ de afdrachten van de pensioenpremies + de afdrachten van de sociale lasten -/- de inhoudingen pensioenpremies -/- de inhoudingen sociale lasten.
2
Instroom
v 12
Wat was de totale instroom in aantal personen bij uw organisatie in 2012?
Instroom in aantal personen
Onbekend
Toelichting Onder instroom wordt het aantal personen verstaan dat in een jaar in dienst is getreden bij de organisatie en behoort tot de bezetting van de organisatie.
v 13
Wilt u het aantal personen dat in 2012 is ingestroomd verdelen naar de volgende leeftijdscategorieën?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal per-
sonen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Mannen
Vrouwen
Jonger dan 25 jaar 25 tot en met 34 jaar 35 tot en met 44 jaar 45 tot en met 54 jaar 55 jaar en ouder Totaal aantal personen
v 14
Hoeveel vacatures zijn er in uw organisatie in 2012 vervuld, zowel intern als extern, en hoe zijn deze verdeeld naar functiegroep? Intern Aantal vacatures waarvan: Leidinggevende functies Adviesfuncties Financiële/administratieve functies Technische beleidsfuncties Technische uitvoeringsfuncties Overige functies
Onbekend
Extern
v 15
Bij hoeveel van deze vacatures is het instrument markttoeslag toegepast en hoe zijn deze verdeeld naar functiegroep? Aantal vacatures waarvan: Leidinggevende functies Adviesfuncties Financiële/administratieve functies Technische beleidsfuncties Technische uitvoeringsfuncties Overige functies
Onbekend
Toelichting Als een vacature voor een functie wegens aantoonbare beperkingen in de beschikbaarheid op de arbeidsmarkt via de gebruikelijke wervingsmethoden niet of slecht vervuld kan worden, kan de werkgever aan nieuw te werven personeel een tijdelijke arbeidsmarkttoeslag toekennen. Jaarlijks wordt met de ondernemingsraad besproken en geëvalueerd voor welke functies deze toeslag is toegekend.
3
Doorstroom
v 16
Hoeveel personen zijn er binnen uw organisatie van functie en/of afdeling veranderd in 2012 en hoe zijn deze verdeeld naar leidinggevenden en nietleidinggevenden? Aantal van functie/afdeling veranderende personen waarvan: Leidinggevenden Niet-leidinggevenden
Onbekend
Toelichting Onder doorstroom wordt verstaan een horizontale of een verticale verandering in werk en werkomstandigheden als gevolg van het (al dan niet gedwongen) veranderen van afdeling en/of functie binnen de organisatie (dit wordt ook wel mutatiegraad genoemd).
4
Uitstroom
v 17
Wat was de totale uitstroom in aantal personen bij uw organisatie in 2012? Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien u het aantal personen niet weet, kunt u deze vraag overslaan.
Uitstroom in aantal personen waarvan: Leidinggevende functies Adviesfuncties Financiële/administratieve functies Technische beleidsfuncties Technische uitvoeringsfuncties Overige functies
Toelichting Onder uitstroom wordt het aantal personen verstaan dat in een jaar is uitgestroomd uit de bezetting van de organisatie. Het gaat hierbij om 100 procent ontslag en niet om deeltijdontslag
v 18
Wilt u het aantal personen dat in 2012 is uitgestroomd verdelen naar de volgende leeftijdscategorieën?
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal per-
sonen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Uitstroom Jonger dan 25 jaar 25 tot en met 34 jaar 35 tot en met 44 jaar 45 tot en met 54 jaar 55 jaar en ouder Totaal aantal personen
Mannen
Vrouwen
v 19
Wilt u het aantal personen dat in 2012 is uitgestroomd verdelen naar reden van uitstroom?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien u het aantal personen niet
weet, kunt u deze vraag overslaan.
Vrijwillig ontslag FPU/keuzepensioen Ouderdomspensioen Invaliditeitspensioen/arbeidsongeschiktheid Privatisering, verzelfstandiging of reorganisatie Overlijden Strafontslag Einde van rechtswege, afgelopen aanstelling of arbeidsovereenkomst Overige redenen Onbekend Totaal
v 20
Wilt u het aantal personen dat in 2012 uitgestroomd is door (vervroegde) pensionering uitsplitsen naar onderstaande leeftijdscategorieën?
Indien het aan-
tal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien u het aantal personen niet weet, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal uitstromers door (vervroegde pensionering) op leeftijd van: 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar Ouder dan 65 jaar
v 21
Wat was in 2012 de gemiddelde pensioenleeftijd (afgerond op 1 cijfer achter de komma) in uw organisatie?
Indien u dit niet weet, kunt u deze vraag overslaan.
Gemiddelde pensioenleeftijd
v 22
,
Hoeveel medewerkers van uw organisatie namen in 2012 deel aan keuzepensioen (afwijkend aan pensioenleeftijd)? Aantal medewerkers waarvan: Deeltijdpensioen Eerder met pensioen
Onbekend
5 v 23
Ziekteverzuim Hoe hoog was het ziekteverzuimpercentage inclusief verzuim van langer dan één jaar in uw organisatie in 2012 en uitgesplitst naar geslacht? Ziekteverzuimpercentage inclusief verzuim van langer dan één jaar Mannen
,
Vrouwen
,
Totaal
,
Onbekend
Toelichting Het ziekteverzuimpercentage wordt als volgt berekend:
De belangrijkste kenmerken van deze meetmethode zijn: − − − −
v 24
De berekening van het ziekteverzuimpercentage wordt gebaseerd op de kalenderdagenmethode en niet op de werkdagenmethode; Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijd- en deeltijdwerknemers; Gedeeltelijk zieken dienen naar rato van het aantal uren dat men ziek is te worden geteld;
De ziekteverzuimgegevens zijn exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. Dit verlof valt sinds 1 december 2001 onder de Wet Arbeid en Zorg.
Wat was de meldingsfrequentie in uw organisatie in 2012 en uitgesplitst naar geslacht? Meldingsfrequentie Mannen
,
Vrouwen
,
Totaal
,
Onbekend
Toelichting Bij de meldingsfrequentie worden alleen meldingen in 2012 geteld. Van een verzuimgeval van 20 december 2011 tot 7 januari 2012 telt de melding niet mee, van een verzuimgeval dat begint in 2012 en eindigt in 2013 telt de melding wel mee.
v 25
Wat was de gemiddelde verzuimduur in dagen in uw organisatie in 2012 en uitgesplitst naar geslacht? Gemiddelde verzuimduur Mann
,
Vrouwen
,
Totaal
,
Onbekend
Toelichting
Alleen van in 2012 afgesloten verzuimgevallen kan de gemiddelde verzuimduur in dagen worden bepaald. Verzuimde kalenderdagen van ziekmeldingen uit eerdere jaren worden meegeteld. Verzuimde kalenderdagen van ziekmeldingen uit 2012 die op 31 december nog niet beëindigd waren, tellen niet mee in de berekening.
v 26
Hoeveel medewerkers waren er op 31 december 2012 langer dan één jaar ziek in uw organisatie? Aantal medewerkers
v 27
Onbekend
Kunt u het aantal medewerkers dat op 31 december 2012 langer dan één jaar ziek was uitsplitsen naar mannen en vrouwen en naar leeftijdscategorie? Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan
Mannen 15 tot en met 24 jaar 25 tot en met 34 jaar 35 tot en met 44 jaar 45 tot en met 54 jaar 55 jaar of ouder Totaal aantal personen
Vrouwen
6
Arbeidsongeschiktheid Toelichting Op 29 december 2005 is de WIA, Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, ingevoerd. Voor werknemers die ziek zijn geworden na 1 januari 2004 en die na 2 jaar niet hersteld zijn, volgt eerst de Poortwachtertoets door het UWV. Als werkgever en werknemer in de eerste twee ziektejaren zich genoeg hebben ingespannen voor reïntegratie om te voorkomen dat de werknemer een uitkering nodig heeft, volgt de keuring voor de WIA. Bij de keuring kijkt het UWV naar wat de werknemer, met zijn of haar beperkingen, nog wel kan en wat hij of zij daarmee kan verdienen. Waarschijnlijk zal de werknemer na de keuring een bepaald percentage minder kunnen verdienen dan voorheen. Dit percentage is het verlies aan verdiencapaciteit (het geschat ‘loonverlies’). De WIA kent drie categorieën arbeidsongeschikte werknemers: −
Werknemers met een verlies aan verdiencapaciteit van minder dan 35%; de werknemer heeft geen recht op een uitkering op basis van de WIA. Werkgever en werknemer zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de reïntegratie. Hierbij moet sprake zijn van maatwerk.
−
Werknemers met een verlies aan verdiencapaciteit van 35 tot 80% èn werknemers die wel volledig (van 80 tot 100%) maar niet duurzaam (omdat er kans op herstel is) arbeidsongeschikt zijn; zij krijgen een op activering gerichte uitkering op grond van de regeling Werkhervatting Arbeidsgeschikten (WGA).
−
Werknemers die duurzaam (geen of een geringe kans op herstel) en volledig (van 80 tot 100%) arbeidsongeschikt zijn; zij krijgen een uitkering krachtens de regeling Inkomensvoorziening voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA).
v 28
Hoeveel (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten had uw organisatie op 31 december 2012 in dienst? Aantal (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten: Waarvan: 80 tot en met 100 procent arbeidsongeschikt (IVA) 35 tot 80 procent arbeidsongeschikt (WGA) minder dan 35 procent arbeidsongeschikt
v 29
Onbekend
Bij hoeveel medewerkers van uw organisatie is een WIA-uitkering gestart in 2012? Aantal medewerkers waarvan: 80 tot en met 100 procent arbeidsongeschikt (IVA) 35 tot 80 procent arbeidsongeschikt (WGA)
v 30
Onbekend
Hoeveel medewerkers die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn, zijn in 2012 in uw organisaties herplaatst? Aantal medewerkers
Onbekend
v 31
Had uw organisatie één of meer van onderstaande collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor werknemers in 2012 en zo ja, bij welke verzekeraar?
WGA hiaatverzekering, bij verzekeraar:
WIA aanvullingsverzekering,
WIA Excedentverzekering,
Bij verzekeraar: bij verzekeraar:
v 32
Onbekend
Draagt uw organisatie het eigen WGA-risico?
Ja
Nee
Onbekend
Toelichting Onder de WGA (Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) kunt u organisatie vanaf 2007 eigen risico drager worden voor gedeeltelijk arbeidsgeschikte medewerkers of de risico’s onderbrengen bij een private verzekeraar.
v 33
Werd bij uw organisatie in 2012 een deel van de WGA-premie verhaald op de werknemers en zo ja, om welk percentage van de loonsom was dit?
Nee
Ja, percentage van de loonsom:
Onbekend
Toelichting Vanaf 2007 kan de werkgever die verzekerd is bij UWV maximaal de helft van de gedifferentieerde premie verhalen op zijn werknemers. De werkgever die eigenrisicodrager is, kan vanaf 2007 maximaal de helft van de lasten van de WGA verhalen op de werknemers. De lasten die verhaald kunnen worden zijn de kosten van de WGA-uitkeringen gedeeld door de loonsom. Dit wordt berekend op basis van een schatting van de te verwachte lasten of op basis van de gerealiseerde lasten van het voorafgaande jaar.
7
Beloning
v 34
Wilt u het aantal personen per loonschaal bij uw organisatie op 31 december 2012 naar geslacht aangeven?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien
het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal vrouwen
Aantal mannen
Aantal personen
Schaal 2 Schaal 3 Schaal 4 Schaal 5 Schaal 6 Schaal 7 Schaal 8 Schaal 9 Schaal 10 Schaal 11 Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 Schaal 15 Schaal 16 Schaal 17 Totaal
Toelichting Bedoeld wordt de schaal waarin werknemers feitelijk worden betaald.
v 35
Hoeveel personen zaten op 31 december 2012 in uw organisatie op het einde van hun schaal?
Aantal personen
Onbekend
v 36
Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat op 31 december 2012 in uw organisatie meer verdient dan: − Alleen het maximum van de WWb-schaal − Maximum WWb-schaal plus 1 schaal − Maximum WWb-schaal plus 2 schalen Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Schaal 2 Schaal 3 Schaal 4 Schaal 5 Schaal 6 Schaal 7 Schaal 8 Schaal 9 Schaal 10 Schaal 11 Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 Schaal 15 Schaal 16 Schaal 17 Totaal
Meer dan het
Maximum WWb-
Maximum WWb-
maximum van de
loonschaal plus 1
loonschaal plus 2
WWb-loonschaal
schaal
schalen
v 37
Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat in 2012 in uw organisatie een garantietoeslag ontving, inclusief het totaal uitbetaalde bedrag? Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal personen met een garantietoeslag Schaal 2 Schaal 3 Schaal 4 Schaal 5 Schaal 6 Schaal 7 Schaal 8 Schaal 9 Schaal 10 Schaal 11 Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 Schaal 15 Schaal 16 Schaal 17 Totaal
Bedrag
v 38
Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat in 2012 in uw organisatie een fusietoeslag ontving, inclusief het totaal uitbetaalde bedrag? Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal personen met een fusietoeslag Schaal 2 Schaal 3 Schaal 4 Schaal 5 Schaal 6 Schaal 7 Schaal 8 Schaal 9 Schaal 10 Schaal 11 Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 Schaal 15 Schaal 16 Schaal 17 Totaal
Bedrag
v 39
Wilt u per loonschaal het aantal personen aangeven dat in 2012 in uw organisatie een arbeidsmarkttoeslag ontving, inclusief het uitbetaalde bedrag? Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal personen
Bedrag
met een arbeidsmarkttoeslag Schaal 2 Schaal 3 Schaal 4 Schaal 5 Schaal 6 Schaal 7 Schaal 8 Schaal 9 Schaal 10 Schaal 11 Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 Schaal 15 Schaal 16 Schaal 17 Totaal
v 40
Hoeveel personen hadden op 31 december 2012 in uw organisatie een functiecontract?
Aantal personen
Onbekend
8
Opleiding en ontwikkeling
v 41
Welk bedrag heeft uw organisatie in 2012 uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling (alleen “out of pocket” kosten)? En wat had uw organisatie hiervoor oorspronkelijk begroot?
Indien het bedrag 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het bedrag
onbekend is, sla dan de vraag over.
Werkelijk bedrag (in hele euro’s)
Begroot bedrag (in hele euro’s)
Opleiding en ontwikkeling
v 42
Hoeveel medewerkers hebben in 2012 één of meer externe opleidingen, trainingen en cursussen gevolgd? Aantal medewerkers
Onbekend
Indien het aantal 0 is, vul dan ook een 0 in.
9 v 43
Personeelsbeleid Hoeveel personen binnen uw organisatie hebben in 2012 gebruik gemaakt van een Employability Budget (EB)?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in.
Aantal personen
v 44
Onbekend (ga naar vraag 45)
Hoeveel personen hebben in 2012 het EB gebruikt voor:
Indien het aantal personen 0
is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal personen Testen en scans Loopbaanadvisering Coaching op eigen verzoek Oriëntatiestage Oriëntatie gericht op starten eigen bedrijf Anders
v 45
Hoeveel personen binnen uw organisatie hebben in 2012 gebruik gemaakt van een Inzetbaarheidsbudget (IB)?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in.
Aantal personen
v 46
Onbekend (ga naar vraag 47)
Hoeveel personen hebben in 2012 het IB gebruikt voor:
Indien het aantal personen 0
is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal personen Opname verlof Aankoop extra pensioen Fitness abonnement Onvergoede scholingskosten Niet (laten uitbetalen)
v 47
Hoeveel personen binnen uw organisatie hebben in 2012 gebruik gemaakt van hun Flexibel Arbeidsvoorwaarden Budget (FAB)?
Indien het aantal personen 0 is,
vul dan ook een 0 in.
Aantal personen
v 48
Onbekend (ga naar vraag 49)
Hoeveel personen hebben in 2012 het FAB gebruikt voor:
Indien het aantal personen
0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
Aantal personen Kopen extra vakantiedagen Verkopen vakantiedagen Extra pensioensparen Vakbondscontributie
Toelichting Werkgevers en bonden vinden het belangrijk dat ook mensen die op afstand staan van de arbeidsmarkt in de sector een kans krijgen. Ter versterking van hun positie maakten werkgevers en de bonden in het cao-overleg al afspraken over extra werkgelegenheidsmaatregelen. De drinkwatersector geeft met veel enthousiasme invulling aan deze afspraken. De werkgevers hebben onder andere extra werkervaringsplaatsen met opleiding, begeleiding en coaching aangeboden, waarbij jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt (o.a. Wajong) als een bijzondere doelgroep worden gezien;
v 49
Heeft uw organisatie in 2012 werkervaringsplaatsen (o.a. voor Wajongers) aangeboden?
v 50
Ja
ga naar vraag v 50
Nee
ga naar vraag v 51
Weet niet
ga naar vraag v 55
Hoeveel werkervaringsplaatsen had uw organisatie in 2012?
Aantal werkervaringsplaatsen Onbekend
ga naar vraag v 52
v 51
Waarom heeft uw organisatie in 2012 geen werkervaringsplaatsen aangeboden?
v 52
v 53
Verwacht u dit jaar werkervaringsplaatsen aan te bieden?
Ja
ga naar vraag v 53
Nee
ga naar vraag v 54
Weet niet
ga naar vraag v 55
Hoeveel werkervaringsplaatsen verwacht u dit jaar aan te bieden?
Aantal werkervaringsplaatsen
Onbekend
ga naar vraag v 55
v 54
Waarom verwacht u dit jaar geen werkervaringsplaatsen aan te kunnen bieden?
10 v 55
v 56
Stagiairs/leerlingen en trainees Heeft uw organisatie in 2012 gebruik gemaakt van stagiairs en leerlingen?
Ja
ga naar vraag v 56
Nee
ga naar vraag v 57
Weet niet
ga naar vraag v 62
Hoeveel stagiairs en leerlingen hebben in 2012 in uw organisatie gewerkt? Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze vraag overslaan.
HBO stagiairs MBO stagiairs (Beroepsopleidende leerweg, BOL) MBO leerlingen (Beroepsbegeleidende leerweg BBL) Stagiairs/leerlingen van andere opleidingen Totaal aantal stagiairs/leerlingen ga naar vraag v 58 v 57
Waarom heeft u in 2012 geen gebruik gemaakt van stagiairs/leerlingen?
v 58
Verwacht u dit jaar gebruik te maken van stagiairs en leerlingen?
v 59
Ja
ga naar vraag v 59
Nee
ga naar vraag v 60
Weet niet
ga naar vraag v 62
Van hoeveel stagiairs en leerlingen verwacht u dit jaar gebruik te gaan maken?
Indien het aantal personen 0 is, vul dan ook een 0 in. Indien het aantal personen onbekend is, kunt u deze
vraag overslaan.
HBO stagiairs MBO stagiairs (Beroepsopleidende leerweg, BOL) MBO leerlingen (Beroepsbegeleidende leerweg BBL) Stagiairs/leerlingen van andere opleidingen Totaal aantal stagiairs/leerlingen v 60
Waarom verwacht u in het komende schooljaar geen gebruik te maken van stagiairs en leerlingen?
v 61
Wat zou er aan de kennis, vaardigheden en werkhouding van stagiairs/leerlingen moeten veranderen zodat uw organisatie ze vaker zou inschakelen?
v 62
Hoeveel trainees waren in 2012 bij uw organisatie werkzaam?
Indien het aantal
personen 0 is, vul dan ook een 0 in.
Aantal trainees
v 63
Onbekend
Werkt uw organisatie op het gebied van traineeships samen met andere partijen?
v 64
v 65
Ja
Nee ga naar vraag v 65
Met welke partijen werkt uw organisatie samen?
Wat is uw algemeen oordeel over de aansluiting tussen het onderwijs en de praktijk binnen de sector?
Slecht
Matig
Voldoende
Goed
Uitstekend
Weet niet
11
Tot slot
v 66
Wat zijn volgens u de belangrijkste drie HR-onderwerpen voor uw organisatie in 2013? 1) 2) 3)
v 67
Indien u nog opmerkingen heeft over de vragenlijst of suggesties voor verbetering heeft, kunt u die hieronder vermelden.
Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst