How do you reposition a wafer, nanometer accurate, every 50 μs? Join ASML’s Software Engineering Team and help to push the boundaries of what’s possible. At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, computer science, software and precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. At ASML the speed and precision of our machines are critical to help our customers meet their production targets. As a result, our software-controlled lithography machines have to reposition silicon wafers to nanometer accuracy in all three axes every 50 microseconds. It’s a complex piece of choreography that requires multi-disciplinary skills and real teamwork. If you’re a team-oriented software engineer who is challenged by complex technical problems, expert in programming and modeling for critical real-time applications and capable of working to demanding deadlines, you’ll find working in ASML’s Software Engineering Team a highly rewarding experience. Per employee we’re Europe’s largest private investor in R&D, giving you freedom to experiment and a culture to get things done.
www.asml.com/careers
For engineers who think ahead
3 |
|
|
Onafhankelijk nieuwsmagazine voor de hightechindustrie 13e jaargang 25 februari 2011 www.bits-chips.nl
AGRO
• Lely maakt melkrobot koevriendelijk • Nedap automatiseert stal met vee-PU • Hightech watermanager helpt Nijlboeren
Nieuws
Imec en Holst koppelen eeg los
Nieuws
Brusselaars gaan strijd aan met Kinect
Sneller fouten ontdekken Sneller slagen
Test uw ideeën sneller met NI Graphical System Design Thomas Edison produceerde een groot aantal prototypen om uiteindelijk
PRODUCT PLATFORM
de eerste gloeilamp werkende te krijgen. Hiermee leerde hij engineers
NI LabVIEW
en wetenschappers, dat het bouwen van een functioneel prototype fundamenteel is voor het tot leven brengen van ideeën. Met de grafische
NI CompactRIO
programmeeromgeving NI LabVIEW en standaard, maar op maat te maken
NI Single-Board RIO
hardware, verandert een idee in een functioneel prototype, binnen enkele
NI C Series I/O Modules
weken, in plaats van maanden.
>>
Breng uw ideeën sneller op de markt met het juiste gereedschap voor prototyping. Ga naar ni.com/succeed
National Instruments Netherlands BV ■ Pompmolenlaan 10 ■ Postbus 124 ■ 3440 AC Woerden ■ Tel +31 348 433 466 ■ Fax +31 348 430 673 Chamber of Commerce ■ # 301 168 13 ■ Utrecht ©2011 National Instruments. Alle rechten voorbehouden. CompactRIO, LabVIEW, National Instruments, NI, en ni.com zijn handelsmerken van National Instruments. Andere vermelde producten en firmanamen zijn handelsmerken of handelsnamen van hun respectievelijke bedrijven. 3048
0348 433 466
REDACTIONEEL Colofon
Bits&Chips is een onafhankelijk nieuwsmagazine voor mensen die werken aan slimme producten en machines. Bits&Chips is een publicatie van Techwatch bv in Nijmegen.
Snelliusstraat 6 – 6533 NV Nijmegen tel +31 24 3503532 – fax +31 24 3503533
[email protected] Techwatch bv– www.techwatch.nl Redactie Nieke Roos – hoofdredacteur Techwatch tel +31 24 3503534 –
[email protected] Alexander Pil – chef redactie tel +31 24 3504580 –
[email protected] René Raaijmakers – redacteur tel +31 24 3503065 –
[email protected] Pieter Edelman – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Paul van Gerven – redacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] Vormgeving Justin López – vormgever tel +31 24 3505028 –
[email protected] Marketing en events Daniëlle Jacobs – marketingmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Kim Huijng – eventmanager tel +31 24 3505544 –
[email protected] Marjolein Vissers – marketing- en eventmedewerker tel +31 24 3505544 –
[email protected] Adviseur Maarten Verboom Medewerkers Joris van Gurp, Bart van Mierlo, Jacqueline van Woerkom Columnisten en externe auteurs Lennart Tange, Anton van Rossum, Geertje Verschuren, Koen Vervloesem Uitgever René Raaijmakers tel +31 24 3503065 –
[email protected] ISSN 1879-6443 Verantwoordelijk uitgever voor België René Raaijmakers Biesheuvelstraat 1 2370 Arendonk, België Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem bv
Snelliusstraat 6 | 6533 NV Nijmegen | www.techwatch.nl
Abonneren Abonnement op privéadres: 81 euro Bedrijfsabonnement: 140 euro Internationaal abonnement: 210 euro Studentenabonnement: gratis Prijzen op jaarbasis en inclusief btw. Abonnementen lopen van januari tot en met december. Opzeggen tot uiterlijk één maand voor het verstrijken van de abonnementsperiode. Studenten en professionals die werken aan slimme producten en machines (zoals elektronica- en softwareontwerpers, systeemarchitecten, chipdesigners en technisch managers) kunnen Bits&Chips gratis thuis ontvangen. Vul het aanvraagformulier in op www.bits-chips.nl. Deze gratis abonnementen zijn beperkt tot België en Nederland. Losse nummers op aanvraag: 10 euro. Klachten over bezorging Heeft u Bits&Chips niet of te laat ontvangen of heeft u andere opmerkingen over de bezorging? Laat het ons weten. Stuur een e-mail naar
[email protected]. Adverteren Advertentietarieven staan vermeld op onze website (www.bits-chips.nl). Wanneer u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of voor het reserveren van advertenties, neem dan contact op met de afdeling sales, tel +31 24 3505544 –
[email protected]. Verschijningsdata 25 februari, 25 maart, 22 april, 6 mei, 3 juni, 17 juni, 8 juli, 9 september, 23 september, 21 oktober, 4 november, 2 december, 23 december Copyright Alle rechten voorbehouden. (c) 2011 Techwatch bv. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in Bits&Chips, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie van informatie in Bits&Chips. Columnisten en externe medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen of te bewerken. Fotografie Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij anders vermeld.
‘G
Chauvinisme
rootste chipfabrikant Intel op High Tech Campus’, kopte Eindhovens Dagblad vrolijk over de overname van Silicon Hive door de halfgeleidergigant. Bij de Philips-spin-off zelf zijn ze eveneens positief gestemd over de eigen toekomst onder Amerikaanse vlag. ‘Intel heeft niet alleen de kennis gekocht, maar zeker ook de mensen’, bezweert Silicon Hive-CTO Jeroen Leijten in dit blad. Het zou mij echter niet verbazen als het de Amerikanen wel degelijk alleen maar te doen is om de technologie, en dan is hun aanwezigheid op de High Tech Campus geen lang leven beschoren. Silicon Hive is de laatste in een heel rijtje van Nederlandse hightechbedrijven die de jongste tijd een buitenlandse eigenaar hebben gekregen. Grootste vangst van de vreemde netten is Océ, begin vorig jaar ingelijfd door Canon. Kort daarop kwam OTB Solar in handen van Roth & Rau. En in december volgde de overname van Liquavista door Samsung. Voor de bedrijven zelf was het op dat moment vast de beste keus, maar voor de Nederlandse kenniseconomie kleeft er wel een risico aan: verkoop aan een buitenlandse partij betekent toch dat de belangrijkste beleidsbeslissingen elders worden genomen en dat kan zomaar verkeerd aflopen. Een drama à la Organon in Oss ligt in principe op de loer voor elk Nieke Roos is Nederlands bedrijf in vreemde hanhoofdredacteur van den: talloze mensen die op straat Bits&Chips. komen te staan en kennis die over de grens verdwijnt. Canon mag Océ dan onlangs bestempeld hebben als Europees innovatiecentrum, maar wat als de Japanners daarvan terugkomen over een paar jaar? Roth & Rau laat zich jubelend uit over OTB, maar wat als de Duitsers ooit afwillen van hun Nederlandse vestiging? Samsung heeft zijn recente aanwinst Liquavista omgetoverd tot R&D-centrum voor displays, maar hoe lang blijven de Koreanen nog gecharmeerd van de regio Eindhoven en de kwaliteit van de mensen hier? En wat als Intel toch alleen uit is op de technologie van Silicon Hive? Wim van der Leegte is de ‘exodus’ dan ook een doorn in het oog. De VDLtopman is een echte chauvinist: hij gaat er prat op dat alle lampen en televisies in zijn bedrijven van Philips komen en dat hij alleen West-Europese bedrijfsauto’s heeft rondrijden. Van hem mogen we allemaal wel wat enthousiaster zijn over onze industrie. Hij pleit zelfs voor protectionisme: de overheid moet meer waken over de Nederlandse zeggenschap in onze bedrijven, bijvoorbeeld door er een belang in te bezitten en vaker met ze te overleggen, en zich niet meer zo passief opstellen bij verkoop aan buitenlandse ondernemingen. In andere landen probeert de regering ook veel meer de regie te houden. Met Van der Leegte vind ik dat de overheid best een dikkere vinger in de pap mag hebben bij onze technologiebedrijven, alleen al om Organon-achtige taferelen in de hightech te voorkomen. Daarnaast zouden de bedrijven zelf een stuk chauvinistischer mogen zijn. In plaats van gelijk te gaan voor de yens, wons of dollars zouden ze het geld eerst eens dichter bij huis kunnen zoeken. Dat Philips Assembléon heeft ondergebracht bij het Amsterdamse H2 Equity Partners is in dit opzicht lovenswaardig, of die keuze nu bewust chauvinistisch was of niet. ‘Het zou toch mooi zijn als we een mooi Nederlands bedrijf Nederlands kunnen houden’, zei oud-Organon-directeur Herjan Coelingh Bennink toen hij – tevergeefs – zijn plan ontvouwde om met enkele private investeerders het Osse farmabedrijf van de ondergang te redden. Wat was het mooi geweest als we bedrijven als Océ, OTB, Liquavista en Silicon Hive op een soortgelijke manier Nederlands hadden kunnen houden.
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 3
BITS&CHIPS
HARDWARE
CONFERENCE 9 JUNI 2011
Techwatch organiseert op 9 juni 2011 de vierde editie van de Bits&Chips Hardware Conference. Dit event is dé jaarlijkse ontmoetingsplaats voor professionals en technisch managers in de high-end elektronica- en IC-ontwikkeling. In het lezingenprogramma staan technologische trends en marktontwikkelingen in de elektronica- en halfgeleider industrie centraal. Terugkerende thema’s zijn chipontwerp, herconfigureerbare logica, RF, tooling en businesstrends in systeemontwikkeling en productie. Op de Bits&Chips Hardware Conference 2011 praat u op één dag bij met vakgenoten, experts en leveranciers van componenten, tooling, kennis en diensten. Standhouders
Meld u aan vóór 1 maart en profiteer van de vroegboekkorting! Als standhouder of sponsor kunt u bovendien gebruikmaken van gunstige advertentie- en promotietarieven in Bits&Chips. Kijk op de website voor meer informatie of neem contact op met Kim Huijing (
[email protected], +31 24 3505544).
Lezingenoproep
Lezingenoproep
Workshops
Leveranciers tonen in hands-on workshops de nieuwste producten en tooling aan engineers. Aan deze workshops zal Bits&Chips uitgebreide aandacht besteden. Lees over de mogelijkheden op onze website of bel met René Raaijmakers (+31 24 3503065).
Stuur uw voorstel (maximaal 200 woorden) voor een presentatie over chipontwerp, productietechnologie, FPGA’s, RF-ontwikkelingen of interessante ontwikkelcases in de elektronica- of IC-ontwikkeling uiterlijk op 14 maart naar Alexander Pil (
[email protected], +31 24 3504580).
Locatie 1931
De Bits&Chips Hardware Conference organiseren we dit jaar in ’s-Hertogenbosch, waar de Brabanthallen een geheel nieuw congrescentrum hebben ingericht in de historische veemarkt. In de runderhal van weleer is nu een geavanceerd congrescentrum dat modern comfort mixt met het authentieke karakter van toen. Dit congrescentrum ‘1931’ ligt op een steenworp afstand van het NS-station en de historische binnenstad. Zie ook www.1931.nl.
Noteer in uw agenda: Bits&Chips Hardware Conference | 9 juni 2011 1931 Congrescentrum Brabanthallen ’s-Hertogenbosch
www.hardwareconference.nl
INHOUD THEMA
NIEUWS
INTERVIEW
7
24
Hightech op de boerderij
14
Sitel in Duitse handen
Laaglandse hightech op les bij Apple
INTERVIEW MET ROB FASTENAU
EN VERDER
VERDER IN DIT NUMMER NIEUWS
7 Sitel in Duitse handen 10 Belgische 3D-camera gaat concurrentie aan met Kinect 12 Silicon Hive overgenomen door Intel
OPINIE
3 Chauvinisme – Nieke Roos 9 Lowtech – Koen Vervloesem 13 Vraag het de headhunter – Anton van Rossum 21 De klant als co-ontwikkelaar – Lennart Tange
Binnenkort in
14 Laaglandse hightech op les bij Apple 17 ‘Goed huwelijk is uitgewerkt’
TECHNIEUWS
30 Cursusagenda 30 Eventagenda 30 Advertentie-index 31 Wegwijzer
20 ISSCC onderstreept biomedische trend 22 Eeg zet eerste stapjes buiten de deur 23 Agilent levert high-endprestaties voor low-endprijs
THEMA AGRO
24 Lely zet koe centraal in natuurlijke melkrobot 26 Nedaps Velos bedient veehouder én individuele dieren 28 Nederlandse hightech verbetert Egyptisch irrigatiemanagement
Nr. 4 Thema FPGA’s
Nr. 5 Thema Modelgebaseerde ontwikkeling
Recensent gezocht
Een interessante bijdrage?
[email protected] Adverteren in deze nummers?
[email protected]
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 5
24/MAART/2011 NH CONFERENCE CENTRE KONINGSHOF VELDHOVEN
5
de
editie
Conferentie en beurs voor geavanceerde machinebouw Meld u nu aan voor gratis entree
Standhouders AAE ASML Brabantse Ontwikkelings Maatschappij Beckhoff Ceratec Technical Ceramics Controllab Products DEMCON Direct People Techforce DVC machinevision ERIKS Aandrijftechniek Festo Flanders’ Mechatronics Technology Centre FMI Group Frencken Europe Greentech Engineering HEIDENHAIN NEDERLAND IBS Precision Engineering IMS Irmato Industrial Solutions Janssen Precision Engineering KMWE Precision Systems & Precision Components LMS International Magnetic Innovations Masévon Technology Matrox Imaging maxon motor benelux Mecal Applied Mechanics MI-partners MTSA Technopower National Instruments Newport Spectra-Physics NTS-Group PM-Bearings Point-One Reden SigmaControl Simulation Research SKF SMC Pneumatics Stamhuis Lineairtechniek Technobis Mechatronics Tegema Group Telerex TMC Mechatronics VarioDrive Aandrijf- en Besturingstechniek Wijdeven Motion WITTENSTEIN Yacht Technology Informatie en registratie:
Cosponsors
Bezoek de vijfde editie van Hightech Mechatronica, de conferentie en beurs op het gebied van geavanceerde machinebouw.
Keynotes van
Inschrijvingen zijn geopend Vanaf nu is het mogelijk om u in te schrijven voor Hightech Mechatronica 2011. Vooraf registreren is verplicht en is mogelijk tot 22 maart. U kunt zich aanmelden via
Paul Wyers ECN
www.hightechmechatronica.nl/bezoekers. Entree voor bezoekers is gratis bij voorinschrijving. Partners
Lezingen van onder meer ASML, ECN, FEI , KU Leuven, Lely, MI-Partners, Philips Applied Technologies, TNO, TU Eindhoven, TU Delft en UT.
Er zijn nog enkele standplaatsen beschikbaar
WWW.HIGHTECHMECHATRONICA.NL
Jelm Franse ASML
Serge Loosveld Lely
NIEUWS
Sitel in Duitse handen Alexander Pil
D
ialog Semiconductor neemt Sitel Semiconductor over. De Duitse specialist in vermogenmanagement-IC’s weekt de Bossche chipontwerper voor 86,5 miljoen dollar los uit de portefeuille van de Britse private-equityfirma HGCapital. De overname heeft geen gevolgen voor de honderdveertig werknemers van Sitel. Ook het managementteam blijft op zijn plek. ‘Er komt alleen een nieuwe naam op de gevel’, aldus Sitel-directeur Asmund Tielens. Dialog maakt onder meer chips voor audio, beeldverwerking en vermogenmanagement in automotivesystemen, displays, mobiele toepassingen en verlichting. Het hoofdkwar-
vlag was het uitgegroeid tot marktleider in digitale chips voor snoerloze telefoons. Het zeventigkoppige team ging als zelfstandig bedrijf verder met HGCapital als meerderheidsaandeelhouder. De investeerder betaalde 53,5 miljoen dollar voor zijn belang in de Bossche chipontwerper.
Wintersport
Het bedrag dat Dialog nu betaalt, lijkt op het eerste gezicht een mooie prijs voor HG. Het had echter veel mooier kunnen zijn. In 2007, nog maar twee jaar na de afsplitsing, vroeg de Israëlische DSP Group een gesprek aan om over een mogelijke overname te praten. Tot een officieel bod is het nooit gekomen, maar naar Het Sitel-logo op het pand langs de verluidt had deze concurrent A2 maakt binnenkort plaats voor het een veelvoud van de huidige beeldmerk van Dialog Semiconductor. prijs over voor Sitel. De Israëli richtten hun pijlen daarna op de vergelijkbare Dect-divisie van NXP, die ze nog hetzelfde jaar inlijfden voor 270 miljoen dollar. HG en Sitel hadden voldoende redenen om zelfstandig verder te gaan. In die jaren gingen de zaken namelijk uitstekend. Er was bijvoorbeeld voldoende budget om met het tier zit in Kircheim unter Teck, nabij Stutt- voltallige personeel een week op wintersport gart, en herbergt de R&D, marketing en ver- te gaan. Er leek geen vuiltje aan de lucht en het bedrijf groeide snel naar honderdzestig koop. Vóór de overname van Sitel stonden er in totaal vierhonderd namen op de loonlijst. medewerkers. Toen kwam de crisis. ‘We kregen vier maanden lang uitzonderHet afgelopen jaar zette het beursgenoteerde lijk weinig orders binnen, zaten op ongeveer bedrijf 296,6 miljoen dollar om. de helft van het gemiddelde’, vertelde Tie‘Deze aanwinst is sterk complementair lens medio 2009 aan Bits&Chips. ‘Omdat we aan onze bestaande business en opent voor in 2008 erg veel hadden geïnvesteerd en op ons de deur naar aanpalende opkomende break-even hadden gemikt, zeilden we wel connectiviteitsmarkten’, aldus Dialog-CEO heel scherp aan de wind. Als het dan minder Jalal Bagherli. ‘Met de overname voegen we bijna honderd engineers toe aan onze orga- wordt, duik je het verlies in. Dat konden we nisatie, alsmede expertise in low-power RF. in 2009 niet hebben. We hebben toen ons We kunnen onze klanten nu een nog gedif- businessmodel aangepast zodat we op veel ferentieerder portfolio bieden, met vermo- mindere omzet toch winst zouden maken.’ Het personeelsbestand liep terug naar 125 genmanagementtechnologie naast energiearbeidsplaatsen, maar de reorganisatie sorzuinige draadloze technologie voor korte teerde effect. Tussen 2008 en 2010 steeg de afstanden en Voip.’ Ebitda met meer dan 60 procent. Qua omzet Tielens is ook verheugd over de deal. ‘We groeide Sitel vlak. Het afgelopen jaar kwam zaten al een tijdje in de portefeuille van een het tot ongeveer 116,9 miljoen dollar. private-equityfirma. Dan weet je dat je vroeg Het Bossche ontwerphuis is inmiddels of laat wordt verkocht. Dat is immers het kind aan huis bij de grote Dect-jongens Padoel van een partij als HGCapital. Bij Dialog nasonic en Siemens Gigaset. Ook levert het zijn we in goede handen. Het bedrijf begrijpt goed hoeveel het moet investeren in R&D. de chips voor de controllers van Microsofts Bovendien hadden we veel dezelfde toeleve- XBox-spelcomputer. Daarnaast timmert het ranciers en gebruiken we dezelfde toolketen.’ stevig aan weg met zijn ‘groene’ Voip-proSitel maakte zich in 2005 los van Natio- cessor, die onder meer te vinden is in de toestellen van LG-Ericsson en VTech. nal Semiconductor. Onder Amerikaanse
KORT VAN INTERNET Halfgeleiders
Rode cijfers voor NXP
Op een licht dippende omzet dook NXP het afsluitende kwartaal van 2010 in het rood. Het nettoverlies kwam uit op 118 miljoen dollar, tegen 368 miljoen dollar een jaar eerder en een winst van 369 miljoen dollar in het derde kwartaal. De chipmaker kampte met slappe markten voor tv’s en settopboxen, maar andere segmenten compenseerden die ruimschoots. De omzetdaling van 3,7 procent naar 1,08 miljard dollar komt dan ook op het conto van services die NXP voor derden verricht en die geen invloed hebben op de winst.
Displays
Samsung tovert Liquavista om tot R&D-centrum
Met het onlangs overgenomen Liquavista als basis heeft Samsung in Eindhoven zijn R&D-centrum voor displays op poten gezet, het Samsung LCD Netherlands R&D Center. Dit SNRC moet de Europese thuisbasis vormen voor Samsungs display-R&D. Daarbij gaat het niet exclusief om Liquavista’s electrowetting-technologie, hoewel dat voorlopig wel het enige zal zijn dat er aan bod komt.
Mobiel
Nokia keert zich af van opensource
Nokia gooit de koers radicaal om: Windows Mobile wordt zijn smartphoneplatform van de toekomst en de Finnen gaan nauw samenwerken met Microsoft op het gebied van hardwareontwerp, digitale kaarten en de evolutie van het platform. Het eigen Symbian wordt op den duur uitgefaseerd en zal alleen nog aan derden geleverd worden. Daarmee zetten de Finnen voor een groot deel een punt achter hun flirt met opensource.
Defensie
Directeur Blokhuis weg bij Thales
Na dertig jaar heeft Adri Blokhuis Thales Nederland verlaten om elders een nieuw avontuur aan te gaan. In 2007 kreeg hij de algehele leiding in Hengelo, maar deze moest hij vorig jaar afstaan aan Gerben Edelijn in het kader van de bedrijfsbrede herstructurering. Als commercieel directeur heeft Blokhuis de nieuwe organisatie vervolgens mee op de rails gezet. Toen de fundamenten daarvan eenmaal stevig stonden, was hij toe aan een nieuwe uitdaging.
Innovatie
Bedrijfsleven krijgt inspraak bij verdeling onderzoeksgeld
Het kabinet Rutte-Verhagen gaat voor elk van negen topsectoren, waaronder de hightech, een team formeren dat advies uit moet brengen over de verdeling van onderzoeksgeld in 2015 en verder. In elk team zal een ambtenaar, een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven en iemand uit de onderzoekswereld plaatsnemen. Zij formuleren nog voor de zomer een advies aan minister Verhagen van ELI over de verdeling van 1,5 miljard euro.
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 7
Trainingen voor de hightechindustrie Techwatch Hightech Training organiseert cursussen, trainingen en opleidingen, speciaal gericht op hoogopgeleide professionals in de hightechindustrie. Techwatch werkt daarvoor samen met partners en docenten die specialist zijn op hun gebied. Onze trainingen zijn sterk praktijkgericht. Doel is mensen en bedrijven succesvol te maken op de markt. Behalve aan diepgang besteden de meeste trainingen aandacht aan intermenselijke aspecten. Topexperts met praktische ervaring in de hightechindustrie verzorgen de trainingen. Trainingen zijn ook op maat te verzorgen. Contact
[email protected] +31 24 3505195
Overzicht trainingen Elektronica
Cooling of electronics - workshop (CoE) 6 - 8 april 2011 Electromagnetic compatibility - design techniques (EMC-DT) 11 - 15 april 2011 Electronics for non-electronic engineers (Ene BSc) start 10 mei 2011, 43 sessies (13 middagen en 30 avonden) Signal integrity - workshop (SI-WS) start 17 mei 2011, 3 lessen van elk 5 uur
Nanometer
CMos ICs - basics (Cmos-basic) 7 - 9 juni 2011 Bits on chips - an introduction (BoC) 14 juni 2011 Discrete-time signal processing (DTSP) start 5 september 2011, 17 sessies (avond)
Mechatronica
Ontwerpen voor ultrahoog/ultraclean vacuüm - module II (UHV2) 7, 8, 14 en 15 maart 2011 Motion control tuning (MCT) 10 - 12 en 17 - 19 mei 2011 (totaal) Design principle basics (DPB) 25 mei, 1, 8, 15, 22 juni 2011 Dynamics and modelling (DAM) 31 oktober - 2 november 2011 Advanced motion control (AMC) 28 november - 2 december 2011
Optica Applied optics (Ap-opt) start 6 september 2011, 15 sessies (ochtend) Software
Requirements engineering (RE) 12 en 13 april 2011 Software architecture (SA) 24 en 25 mei 2011
Systeem Systeem architecting (Sysarch) 14 - 18 maart 2011 Tools
Labprog: programming in Labview 2 (Labprog) 23 - 25 maart 2011 Labview: introduction in language and programming 1 (Labview) 15 - 17 juni 2011
Skills
Lateral thinking (LATH) 9 en 10 mei 2011 Six thinking hats (6-Hats) 12 en 13 mei 2011
Alle trainingen worden gehouden in Eindhoven of omgeving.
www.hightechtraining.nl
OPINIE
Lowtech
V
aak krijg ik de vraag waarom ik ingenieursstudies heb gedaan maar als journalist ben gaan werken. Eigenlijk is dat heel eenvoudig: ik ben zo gepassioneerd door technologie dat ik over zo veel mogelijk onderwerpen iets wil weten, en dat kan niet door zelf mee aan de technologie te werken, maar enkel door het helikopterzicht van de technologiejournalist. Ik smul van verhalen over plooibare schermen, DNAcomputers, GPStechnologie, en ga zo maar door. Als ik de kans zou krijgen om in de toekomst te leven, zou ik die onmiddellijk grijpen, enkel om van nog meer hightech te kunnen genieten. Ondanks deze Koen Vervloesem passie voor technologie ben ik nooit een gadgetliefhebber geweest. Ik hoef niet per se het nieuwste hightech snufje te hebben en ben altijd een late adopter van technologietrends geweest. Zo heb ik pas sinds een maand een Androidsmartphone, vooral gekocht omwille van de ingebouwde gps omdat ik vroeger wel eens verloren liep als ik met de trein naar een interview ging en nog even moest wandelen. Voor de rest ben ik vrij gadgetloos: ik heb geen Playstation 3 of XBox 360, ik heb geen Kinect, geen tablet en geen domotica in mijn
Goed nieuws voor Egyptische nerds die tijdens de volksopstand gewoon lekker door wilden internetten: de providers gaan hun klanten compenseren voor de tijd dat hun netwerk er op last van de overheid uit lag. Fotografiedocent Wafaa Bilal heeft de camera uit zijn hoofd gezet. Letterlijk, want zijn lichaam wilde het implantaat ter grootte van een vingernagel niet accepteren. Bilal liep er sinds december mee rond op zijn achterhoofd als onderdeel van een kunstproject. Biechten mag niet via de Iphone. Een priester had een nieuwe app daartoe zijn zegen gegeven, maar hogere machten in het Vaticaan hebben daar een stokje voor gestoken. Voor
boetedoening is een persoonlijke dialoog tussen zondaar en biechtafnemer noodzakelijk, zegt de Roomse Moederkerk. IT-veiligheidsspecialisten die net zo cool zijn als sportsterren? Dat is de inzet van een wedstrijd georganiseerd in de Verenigde Staten. Meedoen loont de moeite: vier winnaars krijgen studiebeurzen en aanbevelingsbrieven van hooggeplaatste politici. Makers van vuilniswagens hebben de voordelen van standaardisatie omarmd. De Can in Automation-werkgroep heeft versie 2.0 van zijn Cleanopenspecificatie vrijgegeven: een standaard voor de Can-veldbus in vuilniswagens. Het profiel strooit met afkortingen als LU (lifter), CU (compactor), CCU
huis. Hoewel ik dat technologisch allemaal uiterst interessant vind, laten die apparaten me persoonlijk koud. De laatste jaren begint er zelfs meer bij mij te knagen. Ik ben nog even gepassioneerd door technologie, wil nog altijd weten hoe alles werkt, maar ik stel mij echt meer en meer de vraag of we niet aan het overdrijven zijn met hightech. Hebben we dit alles wel nodig en zorgt het wel voor vooruitgang? De demissionaire Belgische minister van ICT Vincent Van Quickenborne bijvoorbeeld, fervent twitteraar en Iphone-liefhebber, heeft de gewoonte om overal ICT te willen toepassen en te geloven dat het dan beter, efficiënter en eenvoudiger wordt. Eén van zijn wapenfeiten: de papieren maaltijdcheque vervangen door een elektronische, waardoor werknemers weer een extra elektronisch kaartje moeten meenemen en winkels weer een extra uitleesapparaat moeten installeren. Van Quickenborne gaat er prat op dat dit de administratieve rompslomp vermindert, maar als dit de motivatie is, waarom verhoog je dan niet gewoon het belastingvrij gedeelte van het inkomen van elke werknemer? En waarom zou een digitaal schoolbord beter zijn dan een ouderwets krijtbord? Moet elke leerling echt een computer in de klas hebben? Moeten leraren echt hun tijd verspillen met het maken van Powerpoint-presentaties en filmpjes? Het zijn allemaal voorstellen die elk jaar terugkomen, maar ik heb nog niemand bewijs horen leveren dat de leerlingen daardoor betere schoolresultaten behalen. Ik hou van technologie, maar dat betekent niet dat meer technologie altijd beter is. Ik zou graag hebben dat iedereen, niet alleen politici, maar ook consumenten, eens wat kritischer nadenkt over wanneer technologie echt iets toevoegt of wanneer het de zaken enkel maar ingewikkelder en duurder maakt. Lowtech werkt vaak beter dan hightech.
(container changer), en WU (bin washer). Als wij zeggen: ‘Ipad’, denkt u gelijk aan ‘STMicroelectronics’, nietwaar? Het bedrijf brengt zijn expertise rond integrated passive and active devices immers onder deze afkorting aan de man, mét trademark. Het hanteert vier hoofdletters en zal dus weinig te vrezen hebben van Apple, waar de kleine i de producten onderscheidt – schrijfwijzen waar dit blad zich overigens niks van aantrekt. Symantec herinnert ons aan het feit dat het Anna Kournikova-virus precies tien jaar geleden wereldwijd mailboxen overnam. Met een chauvinistisch tintje: het was het eerste virus dat met een standaard kitje in
elkaar was geknutseld. En dat was weer gedeeltelijk geschreven door een Nederlander. De geinig vormgegeven mobieltjes zijn er nog steeds. NTT Docomo toonde op het Mobile World Congress een exemplaar vermomd als chocoloadereep. IBM’s supercomputer Watson heeft zijn menselijke tegenstanders ver achter zich gelaten in de Amerikaanse kennisquiz Jeopardy. 2880 processoren en zestien terabyte geheugen speelden ruim 77 duizend dollar bij elkaar, terwijl de opponenten – de twee beste deelnemers aan het spelletje ooit – ieder nog geen derde daarvan wisten te bemachtigen. Paul van Gerven / Pieter Edelman
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 9
NIEUWS
Optrima wil woonkamer bestormen
Belgische 3D-camera gaat concurrentie aan met Kinect
VUB-spin-off Optrima heeft de hele weg afgelegd van academisch idee tot commercieel product. Zijn prototype van een 3D-camera is uitgegroeid tot een apparaat dat in het tweede kwartaal van dit jaar op de markt komt. Koen Vervloesem
D
rie jaar geleden zat Daniël Van Nieuwenhove nog in de gebouwen van het Etro-lab (departement Elektronica en Informatica) van de Vrije Universiteit Brussel en kon de jonge onderzoeker enkel nog maar een prototype demonstreren van de 3D-camera waaraan hij samen met Riemer Grootjans en Ward van der Tempel zes jaar lang had gewerkt. De technologie was echter matuur genoeg, en er was duidelijk ambitie om een eigen bedrijf te beginnen. Van Nieuwenhove exposeerde daarom op de stand van het Brussels Gewest op de technologiebeurs Cebit 2008 met de bedoeling partners te vinden. Daar leerde hij de entrepreneur André Miodezky kennen, die zich een jaar later liet overtuigen om CEO te worden van de spin-off Optrima. Van Nieuwenhove zelf werd CTO. Ondertussen is het bedrijf gevestigd in een klein kantoortje in het Icab (Incubatiecentrum Arsenaal Brussel), de nieuwe broedplaats voor technologiebedrijven van het Brussels Gewest, maar de start-up barst al uit zijn voegen en gaat binnenkort weer verhuizen. Optrima heeft een hele weg afgelegd: van idee tot spin-off en dan naar het eerste commerciële product. Zoiets doe je niet alleen, benadrukt Van Nieuwenhove: ‘Instrumenteel waren de flexibiliteit van de VUB, de steun van het departement Etro en de begeleiding door de Technologietransferinterface van de universiteit wat betreft patenten en onderhandelen. Ook het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek
10 |
| nr. 3 | 25 februari 2011
en de Innovatie van Brussel draagt een significant steentje bij door ons onderzoek te ondersteunen, zodat we ons technologisch voordeel verder kunnen ontwikkelen en we morgen competitief blijven.’ Verder wijst hij op de sterke coherentie van de oprichters: professor Maarten Kuijk (Van Nieuwenhoves promotor), Ward van der Tempel (die de eerste volledig functionele 3D-sensor maakte), Riemer Grootjans (uitvinder van de camera), André Miodezky, Tomas Van den Hauwe (die de driver voor de camera schreef) en hijzelf.
Select groepje
Al vanaf de start was er een nauwe samenwerking met het Brusselse Softkinetic, dat zich meer richtte op de software- en middlewarekant van 3D-toepassingen. Dit bedrijf is opgericht in 2007 en had middleware en een software development kit (SDK) ontwikkeld voor de verwerking van gebareninterfaces in games. ‘We kenden Softkinetic natuurlijk al even’, zegt Van Nieuwenhove. ‘We zijn twee visionaire teams in dezelfde stad die in hetzelfde domein werken. Toen Softkinetic zag dat de 3D-camera die wij aan het ontwikkelen waren complementair was aan hun software, pompte het prompt anderhalf miljoen euro kapitaal in Optrima om te kunnen starten.’ Het was echter al vlug duidelijk dat beide bedrijven door hun complementariteit meer voor elkaar konden betekenen. In november 2009 richtten Optrima en Softkinetic dan ook een joint venture op waarmee ze een geïntegreerde oplossing voor
3D-toepassingen wilden aanbieden. Applicatieontwikkelaars hoefden zich hierdoor niet meer te verdiepen in de low-level details van de 3D-dieptecamera, maar konden zich dankzij de geïntegreerde SDK focussen op het creëren van vernieuwende gebareninterfaces. De joint venture mikte op de markt van consumentenelektronica en interactieve digitale entertainment. ‘De markt evolueerde echter zo snel dat ons model van de joint venture om producten samen te verkopen eigenlijk niet zo veel zin had. Onze bedrijven waren immers zo complementair dat het interessanter was om volledig samen te smelten en er één bedrijf van te maken. Het idee is dat we binnen ons samengesmolten bedrijf de hele waardeketen in 3D kunnen aanbieden. We zijn een van de weinige spelers wereldwijd die alle technologie hebben om de hele stack te kunnen aanbieden, van de dieptesensoren en PCB’s, via de drivers en middleware tot de applicaties en games. Daardoor kunnen wij alles met elkaar integreren en optimaliseren en uiteindelijk in een goede prijs-kwaliteitverhouding op de consumentenmarkt brengen.’ Ten tijde van schrijven was de naam van het nieuwe bedrijf, dat in totaal meer dan zeventig personen telt, nog niet bekend.
Structured light
Microsofts Kinect (oorspronkelijk bekend onder de codenaam Project Natal) is ondertussen de proof of the pudding in 3D-camera’s, zegt Van Nieuwenhove. De Redmondse
reus heeft in twee maanden tijd al acht miljoen exemplaren van zijn Kinect-camera verkocht. ‘Microsoft heeft met de Kinect iets succesvols op de markt gebracht. Wij waren eerder al actief met onze 3D-camera, maar pas sinds de Kinect moeten we niet meer uitleggen wat een 3D-camera is en wat de toepassingen ervan zijn. Niemand stelt ons nog de vraag wat onze technologie nu juist kan.’ De Depthsense-dieptesensor van Optrima is gebaseerd op het continue time-of-flightprincipe (zie ook Mechatronica Magazine 10, 2009). ‘We zenden kort gemoduleerd nabijinfrarood licht met een golflengte van 850 nanometer uit’, verklaart Van Nieuwenhove. ‘Deze lichtpuls wordt door de aanwezige objecten in de scène gereflecteerd en komt dan op de lichtsensor terecht. De tijdsvertraging is uiteraard evenredig met de afstand tot het object waarop de puls is gereflecteerd, zodat we die afstand voor elk punt in de scène kunnen berekenen. Dit is eigenlijk het principe van een radar toegepast op licht.’ De cameratechnologie waar Optrima nu aan werkt, is een verdere verfijning van de time-of-flight-technologie die het eerste prototype van het Etro-lab gebruikte. De resolutie van Optrima’s camera wordt bepaald door het aantal pixels in de CMossensor (QQVGA: 160 bij 120 pixels; QVGA:
processor berekent dan op basis van het vervormde patroon de diepte-informatie in het infraroodbeeld.
Interesse van Microsoft?
Van Nieuwenhove apprecieert de Primesensetechnologie, die volgens hem al heel matuur is, maar hij ziet toch een aantal beperkingen, te beginnen bij de berekening van de diepteinformatie. ‘Die berekening is intensiever dan bij de time-of-flight-aanpak, waardoor je een extra processor in de camera moet installeren én je extra vertraging introduceert. Bovendien wordt de resolutie van je dieptebeeld bepaald door het bolletjespatroon. Met structured light is het bijvoorbeeld moeilijk om randen te detecteren: als de structuur van het patroon niet fijn genoeg is, krijg je gekartelde randen te zien.’ Verder legt de structured light-aanpak volgens Van Nieuwenhove een zwaardere last op het productieproces en de levenscyclus van een 3D-camera. ‘De projector moet het patroon onder een welbepaalde hoek ten opzichte van de camera projecteren – waarmee je overigens ook schaduwen creëert – en die hoek moet exact gekalibreerd zijn. Je moet het productieproces dan optimaliseren voor een specifieke combinatie van componenten, en als je daar in een volgende versie
De oprichters van Optrima (van links naar rechts): professor Maarten Kuijk, Riemer Grootjans, Daniël Van Nieuwenhove, André Miodezky, Ward van der Tempel en Tomas Van den Hauwe 320 bij 240 pixels). Er zijn al framerates mogelijk van meer dan 100 fps. De Kinect daarentegen werkt fundamenteel verschillend: het apparaat gebruikt technologie van het Israëlische bedrijf Primesense, dat met zijn Light Coding een variant ontwikkelde van de structured light-aanpak. Hierbij wordt een roostervormig patroon van bolletjes nabij-infrarood licht geprojecteerd op de scène. Wanneer een infraroodcamera vervolgens vanuit een ander perspectief dan dat van de projector naar de lijnen op het oppervlak kijkt, lijken deze vervormd. Een
iets aan verandert, heeft dat zijn weerslag op het hele productieproces.’ Een ander nadeel van structured light is een beperkter gezichtsveld, aldus Van Nieuwenhove. ‘Microsoft heeft die beperking omzeild door een motor in de Kinect te steken, maar zoiets kun je niet in elke situatie doen, terwijl je onze Depthsense-technologie eenvoudig naast de webcam in een laptopscherm of televisie kunt inbouwen, of zelfs in een mobieltje of tablet.’ Al met al gelooft Van Nieuwenhove dus dat de time-of-flight-aanpak belangrijke
voordelen te bieden heeft, en hij denkt zelfs dat ook Microsoft het belang hiervan inziet. ‘Microsoft heeft ondertussen al twee bedrijven opgekocht die met het time-of-flightprincipe werken: 3DV Systems en Canesta. Wie weet, gebruikt de tweede versie van de Kinect wel technologie van een van deze bedrijven.’ Op de voor de hand liggende vraag of Microsoft dan al interesse getoond heeft in de technologie van Optrima houdt Van Nieuwenhove de lippen stijf.
Hulp bij parkeren
Een eerste productreeks voor de consumentenmarkt is Optricam, die de QQVGADepthsense-sensor combineert met een VGA-RGB-camera (30 fps) en een ingebouwde microfoon. De serie heeft een bereik van een tot vier meter en behaalt een diepteresolutie van minder dan twee centimeter op een afstand van drie meter. Toepassingen waarop Optrima mikt, zijn videogames, interactieve en controllerloze interfaces en videoconferencing. Niet alleen op computers, maar ook op tv’s. ‘Omdat onze Depthsense-technologie weinig processorkracht vergt, is de Optricam ideaal voor gebruik met settopboxen en connected tv’s’, aldus Van Nieuwenhove. De Optricam is nu in preproductie en zal in het tweede kwartaal van 2011 in volume beschikbaar zijn. De prijs (voor klanten, niet de consumentenprijs dus) zal voor mid-size volumes (minder dan honderdduizend camera’s) onder de zestig euro liggen. Afhankelijk van de klant, het type platform en de markt zal de Optricam gebundeld worden met software. In januari was Optrima uitgebreid aanwezig op de Ces 2011 in Las Vegas om zijn Optricam te promoten, blikt Van Nieuwenhove terug. ‘Hoewel het nog om een prerelease ging, is het product heel positief onthaald. We hebben op vier dagen tijd meer dan veertig meetings gehad met allerlei bedrijven, en het was duidelijk dat ze geïnteresseerd waren in onze one-stop shop-oplossing.’ Op de Ces bleek dat heel wat telecomoperators gebareninterfaces aan het overwegen zijn en ook LG en Samsung zijn de technologie aan het evalueren voor hun tv’s. Optrima is nu in gesprek met een aantal operators en producenten van consumentenelektronica. De Optricam is bedoeld voor indoor gebruik: de Depthsense-sensor kan tegen omgevingslicht in normale omstandigheden, maar niet tegen buitenlicht. Tolerantie voor rechtstreeks zonlicht staat op de roadmap van de volgende generatie dieptesensoren. Verder is Melexis, dat de beeldsensoren produceert, bezig de technologie te vermarkten in de automobielsector. ‘Het zal wel ten vroegste over enkele jaren zijn dat we producten in de automotivesector zien, maar het potentieel is daar heel hoog: denk bijvoorbeeld aan 3D-camera’s als hulp bij het parkeren of bij cruisecontrol.’
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 11
NIEUWS
Silicon Hive overgenomen door Intel Pieter Edelman
D
e melding stond diep verstopt in een persbericht: Intel neemt Silicon Hive over. De halfgeleidergigant wil de Eindhovense expertise gebruiken om de multimediacapaciteiten van zijn Atom-gebaseerde systeemchips voor het mobiele segment op te krikken. Volgens Jeroen Leijten, CTO en medeoprichter van Silicon Hive, is het nog te vroeg om in te gaan op de precieze gevolgen van de overname voor zijn bedrijf en de positie in de markt. ‘We blijven wel in Eindhoven bestaan, maar in welke vorm en hoe we gaan heten, is nog niet bekend. Intel heeft niet alleen de kennis gekocht, maar zeker ook de mensen’, aldus de CTO. Silicon Hive, een spin-off van Philips, is gespecialiseerd in gereedschappen waarmee processoren voor specifieke taakdomeinen ontwikkeld kunnen worden, samen met de bijbehorende compiler en toolketen. Deze processoren zijn efficiënt voor het doeldo-
mein, maar wel in C programmeerbaar en daardoor flexibel in te zetten. Het bedrijf opereert voornamelijk op multimediagebied. Intel wil het volledige pakket van IP-blokken en software gebruiken. Er liepen al langere tijd lijntjes tussen beide bedrijven. In 2008 legde de investeringstak van de chipgigant miljoenen op tafel, samen met New Venture Partners en TVM Capital. Een jaar geleden kondigde Intel aan Silicon Hives technologie in zijn Atom-Socs te willen gebruiken. Volgens Leijten was de overname net op tijd rond voor het Mobile World Congress – de overname is voor Intel onderdeel van zijn strategie in het mobiele segment. Silicon Hive werkt via verschillende bedrijfsmodellen. Het heeft processor-IPblokken en subsystemen met ondersteunende software voor specifieke domeinen op de markt, die derden in hun chips kunnen
‘Intel heeft niet alleen de kennis gekocht, maar zeker ook de mensen’, aldus Silicon Hive-CTO Jeroen Leijten. verwerken. Klanten kunnen echter ook een processorblok laten ontwerpen of aanpassen. Daarvoor heeft het bedrijf domeinexperts in huis. Als laatste optie geeft Silicon Hive zijn tools en IP-bibliotheken onder licentie uit, zodat klanten zelf aan de slag kunnen. Of dat in de toekomst zo zal blijven gaan, is nog niet duidelijk. ‘Intels belang zal nu op de eerste plaats komen. Maar we hebben ook klanten op andere terreinen, daar ziet Intel wel de waarde van’, zegt Leijten.
labprog
Labprog, programming in Labview Deze cursus is een driedaags vervolg op Labview 1. Deelnemers aan Labprog leren om programma’s te ontwikkelen met Labview voor praktische situaties en in verschillende architecturen. Deze training is gericht op engineers en projectleiders die te maken hebben met het definiëren en uitvoeren van metingen. Basisniveau is een technische hbo of universitaire studie. Minimale basis is kennis van ‘Labview; Introduction in language and programming 1’. Meer informatie:
+31 24 3505195
[email protected] www.hightechtraining.nl
Duur: 3 dagen Kosten: 1500 euro Datum: 23 - 25 maart 2011 Locatie: omgeving Eindhoven
www.hightechtraining.nl 12 |
| nr.3 | 25 februari 2011
Vraag het de headhunter N.E. vraagt:
KORT VAN INTERNET Innovatie
Geldzorgen domper op Brainport-feestje
Vorige week heeft minister Verhagen in het Evoluon het rapport ‘Brainport 2020 – Top economy, smart society’ in ontvangst genomen. Het document zoomt in op kwesties als de arbeidsmarkt, fysieke en R&D-infrastructuur, het aantrekken van geldschieters en samenwerking met aanpalende regio’s in binnen- en buitenland. Behalve veel ambitie was er bij de bijeenkomst ook bezorgdheid te bespeuren vanwege de voorgenomen bezuinigingen op innovatie.
Ik ben HR-manager bij een chipdesignhuis. We hebben het niet gemakkelijk gehad tijdens de crisis, maar nu kunnen we weer voorzichtig positief vooruitkijken. Er is zelfs voldoende vertrouwen om nieuwe mensen aan te nemen. Al een paar maanden hebben we daarvoor nu een vacature openstaan. Met alle ontslagrondes had ik verwacht dat we juist ruim de keus zouden hebben, maar we hebben nog altijd geen geschikte kandidaat gevonden. Toegegeven, ik heb de lat hoog gelegd in de vacaturetekst. Voor de crisis konden we zulke mensen echter ook vinden. We hebben al wel een aantal sollicitanten op gesprek gehad. Het niveau viel echter behoorlijk tegen. De Anton van Rossum enige kandidaat die in aanmerking anton.van.rossum@ kwam, hebben we gelijk een aanir-search.nl bod gedaan. Maar wat schetst mijn verbazing? Hij belt af met een slap verhaal dat hij toch bij zijn oude baas wil blijven. In ons gesprek had hij juist gezegd dat hij zich daar niet op zijn plek voelde. Heb ik gewoon pech? Of is dit een trend die u vaker ziet?
Ad Huijser is toegetreden tot de raad van commissarissen van de Amerikaanse microscopenbouwer Fei. Huijser komt bij Philips vandaan, waar hij in zijn laatste functie CTO was. De in 1946 geboren manager ging in 2006 met pensioen. Hij studeerde technische natuurkunde aan de TU Eindhoven en promoveerde aan de Universiteit Twente, waarna hij zijn verdere loopbaan voor Philips werkte. De vraag wie de Nederlandse vestiging van Fei gaat leiden na het vertrek van Rob Fastenau begin dit jaar blijft vooralsnog open.
De headhunter antwoordt:
Halfgeleiders
We leven in een dynamische wereld. Wie daar nog aan twijfelde, is door de gebeurtenissen van de laatste twee jaar wel overtuigd. Waar op de arbeidsmarkt in de hightechindustrie in 2009 sprake was van een compleet slagveld met honderden, zo niet duizenden ontslagen, is er momenteel al sprake van een tekort aan embedded-ingenieurs. Uit het hele land klinken nu klagende geluiden van managers die functies niet snel genoeg of helemaal niet ingevuld krijgen. Nu verbaast dit mij niet als ik zie hoe hoog de functie-eisen soms worden opgeschroefd. Kandidaten moeten op elk terrein excelleren: in techniek, communicatieve vaardigheden, teamgeest en zelfstandigheid. Daarnaast moeten zij een perfecte performance kunnen geven in een sollicitatieronde en naadloos aansluiting vinden in het team. Soms vraag ik mij af waar deze superhelden vandaan moeten komen: geen werkgever laat deze mensen ooit gaan? Maar er zijn meer redenen voor de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Zo was er vóór de crisis ook een tekort. Dit werd gedeeltelijk opgelost door het aantrekken van kennismigranten. Tijdens de crisis hebben velen van hen het land echter verlaten en de meesten zijn nog niet teruggekeerd. Daarnaast lukt het sommige ingenieurs van boven de vijftig niet meer een nieuwe plek te vinden, ofschoon zij in vorige banen altijd voortreffelijk functioneerden. Tijdens de crisis hebben ook veel ingenieurs hun carrière in de embeddedwereld verruild voor een wellicht minder hectisch bestaan in andere sectoren. Maar er zijn meer factoren die de normale werking van de arbeidsmarkt belemmeren. Denk bijvoorbeeld aan de totaal gestagneerde huizenmarkt en het vastgelopen verkeer. Het woon-werkverkeer wordt hierdoor soms een onmogelijke barrière, terwijl simpelweg verhuizen ook bezwaarlijk is. Daarnaast bemerk ik bij veel ingenieurs een toegenomen kritische instelling ten opzichte van de bedrijven die nu mensen zoeken: hoe zijn zij met het personeel omgegaan in de recente crisis? Vooral in specialistische vakgebieden zoals analoog en RF speelt dit een rol. Zelfs werkgevers die zich voorbeeldig hebben gedragen en een sociaal personeelsbeleid hebben gevoerd, krijgen hiermee te maken. Door demografische factoren zullen de komende jaren nog grotere tekorten op de arbeidsmarkt ontstaan. Werkgevers zullen zich daarom moeten voorbereiden op een grotere concurrentieslag om gekwalificeerd personeel. Een sterk imago op de arbeidsmarkt zal daarbij vermoedelijk nog een grotere rol spelen dan de concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
Microscopie
Ex-Philips-CTO Huijser commissaris bij Fei
Rudi De Winter van Melexis naar X-Fab
Rudi De Winter heeft zijn co-CEO-schap bij Melexis verruild voor dezelfde functie bij de Duitse mixed-signalfoundry X-Fab. In zijn nieuwe positie is hij verantwoordelijk voor R&D, marketing en sales, en kwaliteitsbewaking. De huidige X-Fab-CEO Hans-Jürgen Straub richt zich voortaan op operaties, financiën, administratie en HR.
Beveiliging
TKH versterkt securitycluster met Optelecom-NKF
De Twentsche Kabel Holding (TKH) koopt het Amerikaanse Optelecom-NKF, dat geavanceerde oplossingen voor videosurveillance op de markt brengt onder de naam Siqura. De technologiegroep uit Haaksbergen telt 9,2 miljoen dollar neer voor alle aandelen van het bedrijf uit Germantown, Maryland, dat daarmee verdwijnt van de beurs. Het Europese hoofdkantoor van Op telecom-NKF is gevestigd in Gouda. Daar zit ook een engineeringafdeling, die IP-camera’s en videocodecs ontwikkelt voor toepassingen in verkeer en vervoer.
Zonnecellen
Solaytec onderhandelt met eerste klant
Solaytec heeft een potentiële afnemer gevonden voor zijn supersnelle ALDtechnologie. Momenteel lopen er onderhandelingen over de levering van de eerste machine, die bedoeld is voor de ontwikkeling van procestechnologie. Daarnaast maakte de TNO-spin-out de namen bekend van twee investeerders: de Duitse machinebouwer Rena en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij.
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 13
INTERVIEW MET ROB FASTENAU
Laaglandse hightech op les bij Apple
Na bijna drie decennia zette Rob Fastenau eind vorig jaar een punt achter zijn diensttijd bij Philips/Fei. Bits&Chips sprak met hem over de lessen die hij er heeft geleerd en over zijn visie voor de hightech in de Lage Landen. Zijn lichtende voorbeeld: meester-product picker Steve Jobs. Nieke Roos
‘T
oen Steve Jobs aankondigde om in de audiomarkt voor consumenten te stappen, verklaarde iedereen hem voor gek – de Chinezen zouden gehakt maken van de Ipod – maar hij flikte het’, spreekt Rob Fastenau zijn bewondering uit voor de topman van Apple. ‘Businesssucces staat of valt met je sterktes op de factoren technologie, industrieel ontwerp en marketing. De apparaten van Apple zijn wondertjes op al deze drie terreinen: ze werken gewoon, zijn eenvoudig in gebruik, zien er goed uit en iedereen moet er een
14 |
| nr. 3 | 25 februari 2011
hebben, ook al zijn ze veel duurder dan de producten van de concurrenten. Met name de branding is fantastisch en op technologiegebied hebben nieuwe Apple-producten unieke innovaties in hardware, software én internetgebruik.’ Volgens Fastenau (58), die sinds 1 januari werkt als decaan bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica van de TU Delft, moet de laaglandse hightech een voorbeeld nemen aan Apple. ‘Het gaat erom dat je op het juiste moment het juiste product kiest voor de juiste toepassing.
Steve Jobs is daar een meester in.’ In zijn keynote op Bits&Chips 2010 Embedded Systemen, afgelopen november, riep de toenmalig executive vice president marketing and technology van Fei zijn toehoorders daarom op om toe te werken naar een ‘I-tech systems industry’, refererend aan de Ipod, Iphone en Ipad, die Apple zo veel succes hebben gebracht.
Marketingbeestje In de marketing zouden onze hightechbedrijven hun kennis meer moeten delen,
stelt Fastenau, in plaats van steeds te proberen het wiel opnieuw uit te vinden. ‘Je zou toch zeggen dat we daar veel van elkaar kunnen leren. Techniek is specifiek voor een bedrijf, maar in de marketing en sales zijn de uitdagingen niet heel anders. Het maakt niet zo veel verschil of je een microscoop moet verkopen aan een onderzoeker of een MR-apparaat aan een dokter. En waarom kan ik wel naar de TU om assistentie te vragen bij een technisch probleem en niet naar een businessschool voor hulp bij een marketing- of salesprobleem? Als die weg er al is, dan is die voor de meeste bedrijven niet te vinden.’ Fastenau spreekt uit ervaring. ‘Bij Fei hadden we al heel lang de droom om een klein en goedkoop apparaat te bouwen, bijvoorbeeld voor scholen of kleine bedrijven. Met NTS en Sioux hebben we toen de Phe nom ontwikkeld. Een technisch hoogstandje, daar lag het niet aan. De grote uitdaging was hoe je een elektronenmicroscoop verkoopt aan mensen die er nog nooit over hebben nagedacht. Hoe vind je die en hoe bereik je ze? We hebben het eerst geprobeerd met een internetsite en e-mails naar adreslijsten van de KvK. Toen resultaten uitbleven, hebben we er veel meer werk van gemaakt: naar de events gegaan waar de beoogde gebruikers samenkomen, ons gepresenteerd in de bladen die ze lezen. Het was allemaal een stuk vlotter gegaan als we hadden geweten hoe we het hadden moeten aanpakken. We hebben wel gezocht naar partijen die een soortgelijk traject hadden doorlopen, maar niemand gevonden die ons kon helpen.’ Dat ligt ook een beetje aan de aard van het marketingbeestje. ‘Technici willen best samenwerken met TNO of een TU als hen dat verder helpt. Marketeers en salesmensen kijken veel minder uit het raam, hoewel het toch extroverte lui zijn. Dat komt, denk ik, doordat ze heel gefocust zijn op resultaat. Samenwerken betekent investeren in een relatie, en soms levert die relatie niks op. Maar als je nog tien orders moet binnenhalen, ga je dat risico niet lopen. Mensen met een korte tijdhorizon hebben niet zo de neiging om een systeem met partners op te bouwen. Als management moet je daarvoor dus ruimte creëren. Verder ligt het in de marketing en sales wat gevoeliger om open kaart te spelen; techniek is in het begintraject precompetatief.’
Bak oude code Legacy is voor Fastenau een van de grote uitdagingen op technologiegebied. ‘Software-engineers hebben de neiging om daarvan af te blijven. ‘Dat is ooit door Kees gemaakt, en die werkt hier niet meer. We moeten het er maar niet uit halen, want nu werkt het’, zeggen ze dan. Maar je zult iets moeten doen om te voorkomen dat je code helemaal volloopt met legacy. Om de zoveel tijd zul je de boel op de schop moeten nemen en met een major nieuw platform moeten komen. Dat hebben we bij Fei een paar jaar geleden wel gedaan voor de scanning/ transmissie-elektronenmicroscoop Titan, maar ik had er vaker de aanzet voor moeten geven. Je komt te snel in de verleiding om maar wat legacy code te laten zitten.’ Een goede sys teemarchitectuur is onontbeerlijk. ‘Als je producten allemaal anders in elkaar zitten, moet je elke keer alles opnieuw bouwen. Als ze echter heel veel gemeen hebben met elkaar, hoef je die gemeenschappelijke delen maar één keer te doen. Met een goede architectuur kun je sneller meer producten vernieuwen. Daarom is systeemarchitectuur misschien wel de belangrijkste technische competentie. Het probleem is dat bedrijven de neiging hebben te fragmenteren in kleinere units, met ieder hun eigen ownership. Elk product heeft zijn eigen productmanager, die ook alleen verantwoordelijk is voor dat product. Waarom zou hij dan geld stoppen in iets dat niet in zijn apparaat komt maar in dat van de buurman? Dat een volgende versie wel eens zou kunnen samenwerken met het systeem van die buurman, zodat zo’n investering toch zin heeft, daar staat hij niet bij stil. Overkoepelende architectuur verdient veel meer aandacht.’ Ook daar kan de hightechindustrie in de Lage Landen nog wat leren van zijn grote voorbeeld Apple, vindt Fastenau. ‘Er zijn ik weet niet hoeveel Nokia’s, maar er is maar één Iphone. Het is onmogelijk voor een bedrijf om een heleboel productvarianten te hebben en die allemaal regelmatig te vernieuwen. Ofwel je hebt er weinig en die vernieuw je vaak, ofwel je hebt er veel en die
vernieuw je niet zo vaak. Dat is een strategische keuze. Bij Fei wilde ik naar minder producten toe, maar dat wrong bij de salesjongens, die graag een zo breed mogelijke portefeuille hebben om op alle behoeftes te kunnen inspelen. En toen we een keer hadden besloten om te stoppen met een model, kwamen daar het kwartaal erop juist orders voor binnen.’ Een ander obstakel op weg naar een gestroomlijnd productportfolio is het gebrek aan goede systeemarchitecten. ‘De onderwijsinstellingen leveren prima softwareengineers af, mensen die prachtige C# kunnen produceren en die heel goed thuis zijn in de moderne ontwikkeltechnieken. Maar dan komen ze in het bedrijfsleven en schrikken ze zich rot van de bak oude code die ze daar voor hun kiezen krijgen. En zo zijn er nog veel meer dingen waar hbo’s en universiteiten niet op voorbereiden. Dit is een probleem voor de hele hightech. Daarom heeft het High-Tech Systems Platform het initiatief genomen voor een topschool die deze software-engineers ontwikkelt tot sys teemarchitecten. Een soort MBA waar de beste mensen uit het wereldje lesgeven aan de high potentials. Het Esi heeft dit opgepakt en inmiddels heeft de opleiding de eerste lichting afgeleverd. Het niveau is goed, maar mag wat mij betreft nog hoger. Los daarvan zouden de softwareopleidingen op hbo’s en universiteiten best wat meer naar de hightechindustrie mogen kijken.’
‘Er is meer nodig dan een mooi stuk technologie om een nieuw bedrijf succesvol te maken’
Belendende percelen Meester-product pickers zoals Steve Jobs zijn volgens Fastenau ook belangrijk om succesvol nieuwe bedrijvigheid te creëren in de laaglandse hightech. ‘Daar is meer voor nodig dan een mooi stuk technologie. Je moet ook de juiste toepassing weten te vinden. Ik denk dat er wel gebieden zijn waar nieuwe ASML’s zouden kunnen ontstaan, ook in de apparatensfeer. VDL maakt bijvoorbeeld een heel innovatieve zonnecelbuizenmachine voor het Amerikaanse Solyndra en ook het nieuwe dunnelagendepositiesys teem van TNO-spin-off Solaytec zou best wat
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 15
Cooling of electronics (Coe) Om kostbaar herontwerp en vertraagde marktintroductie te voorkomen, dient thermisch beheer vanaf het begin onderdeel te zijn van het ontwerpproces. Deze training introduceert thermisch ontwerp en koeling van elektronische componenten, modules en systemen vanuit een industrieel oogpunt. Deze zienswijze is belangrijk voor vele applicaties, zoals halfgeleiders, vermogenselektronica en recent verlichting door de versnelde introductie van leds. Twee zeer ervaren docenten leren de deelnemers thermische problemen, die zij tijdens alle fases van het creatieproces van een product kunnen tegenkomen, op te lossen. De training is een gebalanceerde mix tussen theorie en (dagelijkse) praktijk. Duur: Prijs: Voertaal: Docenten: Datum: Locatie:
3 dagen 1650 euro Engels Clemens Lasance en Wendy Luiten 6 t/m 8 april 2011 Omgeving van Eindhoven
Electromagnetic compatibility design techniques (EMC-DT) Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) is het vermogen van een apparaat of systeem om naar tevredenheid te functioneren in zijn elektromagnetische omgeving, zonder ontoelaatbare storingen te genereren. Niet aan de EMC-eisen van de wet of een specifieke klant voldoen, kan erg kostbaar zijn. Met de training Electromagnetic compatibility design techniques krijgen deelnemers een grondige kennis van de basisproblemen, analysemethoden en de benodigde maatregelen om elektromagnetische emissie en EMC-gevoeligheid van producten en systemen te minimaliseren. Deelnemers kunnen hun eigen producten meenemen als testvehikel. Deze training is gericht op elektronicaontwerpers en EMC-kwaliteitsengineers in de productontwikkeling, research, productieautomatisering en systeemengineering. Basisniveau is een technische hbo of universitaire studie.
Meer informatie:
[email protected] +31 24 3505195 www.hightechtraining.nl
Duur: Kosten: Voertaal: Datum: Locatie:
5 dagen 1950 euro Engels 11 t/m 15 april 2011 Omgeving van Eindhoven
www.hightechtraining.nl
INTERVIEW MET ROB FASTENAU kunnen worden. Maar dit zijn nog niet meer dan single-product businesses, die portfolio zouden moeten krijgen.’ Startende ondernemers hebben ook een enorme dosis doorzettingsvermogen nodig. ‘Neem de Nederlander die de Quooker heeft uitgevonden, die kokendwaterkraan voor in de keuken. Op een gegeven moment had die zeven hypotheken op zijn huis en was hij bijna failliet, maar uiteindelijk is zijn vinding wel een succes geworden. Zo heeft ook het voortbestaan van ASML aan een zijden draadje gehangen toen ASMI eruit stapte. Martin van den Brink heeft het bedrijf er toen doorheen gesleept. Een starter moet een leider hebben die tegenslagen kan overwinnen. Pamperen helpt niet; via subsidieprogramma’s krijg je geen succesvolle start-ups. Als ze die man van de Quooker miljoenen hadden gegeven, was hij misschien lui geworden en had hij al die hobbels niet genomen.’ De nieuwe ondernemingen moeten we niet zoeken op het terrein van de bestaande OEM’s of de belendende percelen, denkt Fastenau. ‘Zij kennen hun markten het best en
‘Een microscoop verkopen aan een onderzoeker is niet veel anders dan een MR-apparaat verkopen aan een dokter’ als daar kansen hadden gelegen, hadden zij die al wel gegrepen. De grote hightechbedrijven in Nederland hebben goede balansen en miljoenen in cash. Daar krijg je bijna geen rente voor – des te meer reden dus om er iets mee te doen. Ze zijn helemaal niet te beroerd om met nieuwe businesses te beginnen, maar niet als de opbrengst te gering is of het risico te groot. Als je een nieuw productbedrijf wilt beginnen, doe je er goed aan om het speelveld van de bestaande OEM’s te mijden.’ Voedingsbodem voor nieuwe productbedrijven ziet Fastenau voldoende in de Lage Landen. ‘Er is een enorme behoefte. Neem het Brainport Industries-initiatief dat verschillende hightechtoeleveranciers vorig jaar hebben aangekondigd. Een van de wensen daar is meer OEM’s. Ook onder schoolverlaters wordt het steeds populairder om een eigen bedrijf te beginnen. Het moet mogelijk zijn elk jaar een zaadje te laten ontkiemen dat zou kunnen uitgroeien tot een ASML. Als dat eens in de tien jaar een topper voortbrengt, dan is dat al heel mooi.’
‘Goed huwelijk is uitgewerkt’ Nieke Roos
‘H
et is de kunst om de weg te vinden in de beperkte ruimte die je krijgt als manager bij een Amerikaans bedrijf. Mijn voormalige baas en ik waren die weg een beetje kwijtgeraakt’, aldus Rob Fastenau over zijn vertrek bij ‘ef-ie-ai’, of ‘fei’ op zijn Brabants. ‘Op een gegeven moment zijn we samen tot de conclusie gekomen dat we niet meer helder hadden hoe we met elkaar verder moesten. Het was als een goed huwelijk dat niet meer zo goed werkte.’ Fastenau studeerde natuurkunde aan de TU Delft. ‘Ik ben een Zeeuw, drie dagen na de grote overstroming in 1953 geboren in het ziekenhuis van Vlissingen terwijl de begane grond onder water stond. Waterbouwkunde is me met de paplepel ingegoten. Ik had ook altijd het plan om civiele techniek te gaan studeren in Delft. Tot ik in de vierde klas een uitnodiging kreeg voor een tweedaagse workshop in het Evoluon om jongeren enthousiast te krijgen voor techniek. In een witte jas mocht ik daar onder meer een automotor doormeten. Dat was zo leuk dat ik uiteindelijk ben geswitcht naar natuurkunde.’ Tijdens zijn studie en daaropvolgende promotie specialiseerde Fastenau zich in de materiaalkundige kant van de kernreactortechniek. In 1981 ging hij aan de slag bij het Natlab, eerst in de beeldbuizen en later in de elektronenstraallithografie. ‘Na een tijd in Eindhoven te hebben gezeten, heb ik het buitenlandse avontuur opgezocht bij het Philips-lab in Sunnyvale, onder Else Kooi. Dat jaartje in de Bay Area heeft me erg geïnspireerd. Ze werken daar nauw samen, maar bevechten elkaar tegelijkertijd keihard. En ze outsourceten er toen al zo veel mogelijk, waar ik bij Philips in Nederland gewend was om alles in eigen huis te hebben. Die sfeer van de Bay Area proef ik sinds een paar jaar ook hier in de hightech. Nog niet zo massaal als daar, maar dat kunnen we uitbouwen. Samenwerken heb ik altijd hoog in het vaandel gehad.’ Halverwege de jaren negentig stroomde hij door naar de positie van R&D-chef bij Philips Elektronenoptiek, een functie die hij bleef bekleden na de overname van deze afdeling door het Amerikaanse Fei in 1997. ‘Wij waren heel goed in elektronenoptiek, zij in ionenbundels. Samen konden we systemen maken met beide technieken. Dat heeft geresulteerd in de dual-beamproducten voor waferinspectie. Halfgeleiderfabrikanten gebruiken de machines om met ionen dwarsdoorsneden te maken van chips en vervolgens met elektronen te kijken of er defecten in zitten; in de wereld van de dataopslag controleren de systemen de koppen van harde schijven. Vervolgens hebben we een variant ontwikkeld voor inspectie op kleinere schaal, ook toepasbaar in andere markten. Deze small dual-beams zijn nog succesvoller geworden dan de wafermachines.’ En dat terwijl de halfgeleidermarketeers aanvankelijk helemaal niets zagen in het idee. ‘Het was een hele strijd om ze te overtuigen van de potentie. De echte semi-jongens in de organisatie, onder wie de vorige CEO Vahe Sarkissian, wilden het bij wafers houden. Zij vreesden een deel van die markt te verliezen als we ook kleiner zouden gaan. Met name in Eindhoven zagen we het juist wel zitten, omdat we dan ook researchinstellingen konden gaan bedienen. De cijfers bewijzen ons gelijk. Toen ik eind 2000 algemeen directeur werd van de Eindhovense activiteiten, dus van alles dat niet-waferfabgeoriënteerd was, waren die goed voor veertig procent van de totale omzet. Nu is dat 85 procent, van een veel groter bedrag bovendien.’ Werken onder Amerikaanse vlag heeft Fastenau altijd als ‘best lastig’ ervaren. ‘Als manager heb je beperkte vrijheid om je eigen beslissingen te nemen. In het begin was dat nog goed te doen. Sarkissian zat als semi-man boven op de halfgeleiderbusiness, waardoor wij hier meer onze gang konden gaan. Hoe beter we het echter gingen doen, hoe meer we hun ogen op ons gericht wisten. Sinds 2006 heeft Fei met Don Kania bovendien een CEO die sterk focust op life sciences en de andere markten die de Eindhovense afdeling bedient. Het lukte me steeds minder om mijn weg te vinden in de beperkte bewegingsvrijheid. Uiteindelijk hebben we in goed overleg besloten om uit elkaar te gaan.’
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 17
MODEL-DRIVEN DEVELOPMENT DAY 29 APRIL 2011 The increasing role of software in high-tech systems leads to more complexity. To keep in control, more and more researchers and developers look to model-based methods for the different stages in the product creation process. Techwatch jumps on this trend by organizing a practice-based day about model-driven development on 29 April. Technical management can learn all about the state of the art in a series of lectures, while engineers can play with the latest tooling in hands-on sessions.
Talks Software development Lodewijk Bergmans, Stex Close encounters in MDD: when models meet code Machiel van der Bijl, Axini Model-based testing of train traffic communication at Prorail Franc Buve, Logica Comparing hand coding and code generation in practice Martin Ritt, Mathworks Proving the value of model-based design and the quality of its output Eric Verhulst, Altreonic Beyond modeling: let the system meet the specifications
MODEL-DRIVEN DEVELOPMENT DAY 29 APRIL 2011
System development Adriaan van den Brand, Sogeti Physical modeling bridging the gap between requirement and realisation – experiences in the development of a hybrid power train Bill Chown, Mentor Graphics From concept to X – ten steps to model-driven development Christian Klein, Controllab Why model-based design works Nils-Hendric Schall, Manroland Applications of model-based design at Manroland: requirements, challenges, solutions, result Hans Spitshuis, CCM Ultrafast development of an Ultra Fast Scanner – a case for MDD
Pullman Eindhoven Cocagne
One-day seminar on model-driven development Keynote
Jos Baeten, professor Systems Engineering, TUE
Supervisory control synthesis – the focus in model-based systems engineering
> Learn more about the trends in model-driven software and system development > Listen to MDD experiences > Get to know the top experts and suppliers of model-based tooling > Get in touch with colleagues who practice MDD or are considering to > Test drive the leading MDD tooling in practical workshops
At the MDDay you will learn everything about MDD
(formerly Sofitel Cocagne Eindhoven)
Workshops
Model-based design with 20-Sim The software 20-Sim radically accelerates the design of control systems. In this workshop we will explain this by giving you ‘hands-on’ experience. With your own laptop, you will learn how to build models of machines and how to generate the controller code for these machines. We have a large number of test machines available, so you can test this code in practice. Through measurements, you will verify if the machine performs as expected. There are two different setups for testing: 1. T he torsion bar setup is specially designed to display the dynamics of modern machines at a low bandwidth. 2. T he linear drive is designed to give you experience with industrial applications. This machine is equipped with a controller and a Bachmann M1 Parker Compax3 drive and has a higher bandwidth. It is our goal to give you hands-on experience in everything that is involved in model-based design: > modeling physical systems; > designing machine controllers; > generating C code for real-time applications (automatically); > choosing hardware (PC/104, Arm9, PC, Bachmann M1, own hardware); > using real-time operating systems (real-time Linux, VXWorks, own OS); > testing and verifying the controller code; > identifying machines (time domain, frequency domain, FFT). During this workshop you will receive a free trial version of all the required 20-Sim software. So, bring your own laptop to the workshop. Minimal requirements: > Windows XP or later; > 100 Mbyte disk space; > administrator rights; > Ethernet connection (wired).
System models are essential in model-driven development. There are a number of tools available that aim to improve the model-development process by having the developer use UML. The level of support provided to take the model and turn it into the target implementation varies considerably from no support, all the way to full translation of the model and its contents. This workshop will provide an overview of the creation of models, show the use of model execution in both debug and demonstration of design behaviour and will demonstrate a fully translatable model using a highly optimized rulesbased code generator that can support numerous target languages.
How to apply NI model-based design software and real-time hardware throughout the complete development cycle Attend this session and learn how you can apply graphical model-based design (MBD) software from National Instruments in combination with modular real-time hardware. You will see how NI Labview graphical system design and NI Veristand software can be used for modeling, simulation, testing and integration with real-time hardware to connect to sensors and actuators. These tools can be used during the entire development cycle (V diagram) that is manifested in the following steps: plant modeling, controller development, deployment, hardware-in-the-loop testing and finally system test. After attending this workshop you will understand how National Instruments hardware and software can help you in the entire development cycle.
Also a workshop from Verification and validation in model-based design In this workshop you will learn with practical examples how to: > save time on automatic report generation; > increase quality by enforcing and maintaining modeling standards; > increase productivity by ensuring traceability from textual requirements to models; > build confidence in models with formal verification methods at the model level; > avoid costly errors with automatic test creation; > find errors earlier in your development process. At the end of the workshop you will know how Mathworks helps you: > link requirements to Simulink models; > automatically generate reports from Simulink, including system design specification, model coverage and test results; > build test cases manually and automatically; > formally prove properties; > customize and enforce workflow and model checks; > compare Simulink models. Who should attend: > developers; > engineers; > project managers; > quality engineers; > test engineers.
www.bits-chips.nl/events/mdday
TECHNIEUWS
ISSCC onderstreept biomedische trend België en Nederland lieten zichzelf opnieuw goed zien op de International Solid-State Circuits Conference (ISSCC), met 26 van de ruim tweehonderd papers. Een overzichtje van een aantal opmerkelijke inzendingen. Pieter Edelman
A
fgelopen week vormde San Francisco de thuisbasis voor de 54e editie van de International Solid-State Circuits Conference (ISSCC), het walhalla voor iedereen die iets met chipontwerp van doen heeft. In 27 technische en nog een flinke dosis niet-technische sessies kwamen de verschillende trends aan bod. Als thema dit jaar had de organisatie electronics for healthy living gekozen. ‘Een belangrijke richting voor de conferentie, waar geïntegreerde circuits voor biomedische systemen aan te pas komen’, aldus de IEEE, daarmee hintend op trends als halfgeleidergebaseerde sensoriek in en op het lichaam, maar vooral ook op alle elektronica die nodig is voor de aansturing en informatieverwerking in en om medische systeempjes in en op het lichaam. De technische sessies stonden echter op zichzelf: AD-converters, bundelvormers of gewoon het laatste op het gebied van extreem krachtige processoren, het kwam allemaal aan bod in het lezingenprogramma. De lage landen waren – zoals ondertussen traditie is – goed vertegenwoordigd. 26 van de ruim tweehonderd papers kwamen geheel of gedeeltelijk uit België of Nederland, op uiteenlopende gebieden. Zo zijn er de beeldsensoren: een in de sensor- en energy harvesting-track, een in de biomedische en displayssessie, en dan ook nog gewoon een in de beeldsensortrack. De eerste bijdrage is afkomstig van de Antwerpse specialist in CMos-beeldsensoren Caeleste en van de Vrije Universiteit Brussel. Het gaat om een photon counter van zestien bij zestien pixels, bedoeld voor röntgenapparatuur. De sensor is gericht op gebruik in combinatie met een scintillator, een materiaal dat zichtbaar licht uitzendt als er hoogenergetische straling op inklapt. Hij kan energiepakketjes met minder dan honderd elektronen tellen met 27 tot veertig pixels. Het andere model komt van de TU Delft, STMicroelectronics in Edinburgh en de universiteit aldaar, en een Italiaans en Zwitsers onderzoekscentrum. De sensor, van 160 bij 128 pixels, richt zich op de aankomsttijd van de fotonen en kan deze onderscheiden met
20 |
| nr. 3 | 25 februari 2011
een resolutie van 55 picoseconden. De informatie over de aankomsttijd wordt gebufferd in een geheugen van tien bits per pixel. De sensor kan vijftig keer per seconde worden uitgelezen. Een interessant toepassingsgebied is fluorescence lifetime imaging microscopy (Flim). Dit is een microscopische techniek waarbij een kleurstof gebruikt wordt die fluo resceert als die wordt aangestraald met een bepaalde kleur licht. De snelheid van terugval zegt iets over de verbinding. Als handtekening van het materiaal kijkt Flim dus naar die snelheid en niet naar de intensiteit van de fluorescentie. Daardoor is ook een goed beeld te vormen als licht niet uniform doordringt in het monster. Verder zou de sensor interessant kunnen zijn voor optische rangefinding. De Eindhovense Dalsa-tak, de Kinki-universiteit en NHK Gezondheidszorg Science and en sport Technical Labovormen een ratories uit Japan belangrijke trend en de universiteit in de elektronica, van Arizona zoeken zegt de IEEE. het in de snelheid. De CCD-sensor die zij presenteren, schiet zestien miljoen plaatjes van 165 duizend pixels per seconde. De CCD slaat 117 opeenvolgende beelden op en vereist slechts negen fotonen per pixel.
Folie
Imec en het Holst Centre zetten in op de elektronica om elektronische biosignalen op te pikken en te verwerken. Naast de volgende generatie van hun Asic voor eeg (zie
pagina 22) presenteerde een team van Holst en NXP een biomedische-signaalverwerker voor ecg: het meten van hartsignalen. Het IC werkt bij spanningen tussen de 0,4 en 1,2 volt en kan snelheden aan tussen de 1 en 100 MHz. Daarmee is het inzetbaar voor een reeks aan doeleinden. Het verbruik van de niet-gebruikte componenten wordt laag gehouden, waardoor het IC in totaal slechts 13 pJ per cyclus gebruikt bij 1 Hz en 0,4 volt. Samen met Panasonic ontwikkelde Holst ook een zuinige zendontvanger op een enkele chip die werkt in de frequentiebanden voor medische en gezondheidszorgtoepassingen. De chip is gebakken met 90-nanometertechnologie en gebruikt simpelweg het wel of niet aanwezig zijn van een puls als modulatiemethode. Voor het verzenden is 2,5 mW nodig, ervan uitgaande dat ongeveer de helft van de tijd een puls wordt verstuurd. Ontvangen van data gaat met maximaal 5 Mbit per seconde. Als dat wat wordt teruggeschroefd naar 1 Mbit per seconde, komt het verbruik van de ontvanger niet boven de 715 microwatt. Misschien de meest opmerkelijke inzending was die van Imec, de KU Leuven, Poly-
mer Vision, TNO Science and Industry en de Katholieke Hogeschool Limburg: een volledig werkende 8 bit microprocessor gefabriceerd uit organische componenten op een plastic folie. De processor gebruikt dunnefilmtransistoren van pentaceen en bestaat uit twee folies: eentje voor de processor en eentje voor de instructies – de software, hoewel die niet aan te passen is. De onderzoekers toonden aan dat ze een eenvoudig programma kunnen draaien dat binnenkomende waarden middelt. De processor kan worden gevoed met een spanning van tien volt. De kloksnelheid komt daarbij niet boven de zes hertz.
Waterlelies De klant als co-ontwikkelaar
I
nmiddels hebben al heel wat bedrijven de stap gemaakt naar een wat meer agile ontwikkelmethode. Een van de grote voordelen van Agile is de terugkoppeling van de klant: op enkele mijlpaalmomenten ga je met hem rond de tafel zitten om na te gaan of je nog steeds aan het maken bent wat hij wil. Toch zien we nog steeds projecten falen, bijvoorbeeld doordat wij vinden dat de klant toch niet zo goed weet wat hij wil en een (dure) stap voor niets genomen lijkt te zijn, of doordat de engineer een overduidelijke aanname heeft gedaan die later toch niet zo overduidelijk blijkt. Maar wie moeten we dat soort problemen verwijten? De klant (expert in het probleemdomein), omdat hij niet altijd duidelijk laat merken wat hij wil? Of de engineer (expert in het oplossingsdomein), omdat hij niet duidelijk de requirements heeft opgesteld? Het antwoord zal ergens in het midden liggen: bijvoorbeeld een klant die niet weet wat de machine in een bepaalde state zou moeLennart Tange ten doen of een ontwikkelaar die niet de
[email protected] goede afwegingen in de belangen van de klant kan maken. Een werkwijze die de laatste jaren vrij populair is geworden in de Verenigde Staten, Contextual Design, probeert de scheiding tussen deze domeinen zo klein mogelijk te maken. Wij als engineers moeten scherp zien te krijgen wat de klant nodig heeft, wat vaak iets anders is dan wat hij wil. Dat betekent iets verder kijken dan het lijstje met wensen waar de klant mee komt aanzetten. Contextual Design geeft een paar technieken daarvoor. Net als bij Agile probeer je zo veel mogelijk feedback te ontvangen van je klant, maar nu begin je daar al mee voordat je echt iets gaat maken om te voorkomen dat er in een duur stadium implementatieaanpassingen moeten worden gedaan. Dit kan bijvoorbeeld door al in een vroeg stadium de meest goedkope vormen van prototyping toe te passen, zoals samen met de gebruiker een gebruikersinterface schetsen. Maar ook door gewoon eens samen met de gebruiker te kijken hoe hij op dit moment te werk gaat (vaak zijn we als embedded-engineers toch werk aan het automatiseren) en daarin door te vragen waarom hij het zo doet. Zo kun je ontdekken waar op dit moment de tekortkomingen zitten, zodat een nieuw systeem meewerkt in plaats van tegenwerkt en een zo klein mogelijke impact krijgt. Van bovenaf kunnen de mensen immers van alles willen, maar als een product slecht ontvangen wordt door de mensen die er dagelijks mee te maken hebben, is de kans van spreken over een succesvol product nihil. In de literatuur wordt heel mooi geconcludeerd dat je de eindgebruiker dus moet inzetten als co-ontwikkelaar van je product. Een mooi voorbeeld is een project waar ik de afgelopen tijd in heb meegedaan en waar we een aantal van deze technieken hebben kunnen toepassen. Bij een grote overheidsinstelling wordt er mogelijk geïnvesteerd in een nieuw softwaresysteem en het was mede aan mij de taak om eens te kijken of deze software wel echt het probleem ging oplossen. Door op de werkvloer mee te kijken hoe mensen te werk gaan, dat terug te koppelen naar je team en te overleggen, schets je een duidelijk beeld waar een nieuw systeem wel of niet aan moet voldoen. Dat leverde onder meer een scherp gefocuste probleembeschrijving op. Die was er voor de aanvang van het project nog niet, en vormde dan ook een belangrijk onderdeel van het resultaat. Als het probleem helder is, is de oplossing immers dichtbij. Lennart Tange volgt de masteropleiding software-engineering aan de UvA.
KORT VAN INTERNET Medisch
‘Vetbolletje als medicijnkoerier kán werken’
Philips en de TUE hebben een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van hun methode om kankermedicijnen zeer lokaal af te leveren via vetbolletjes, die met behulp van ultrageluid worden gesmolten. Onderzoekers melden in een preklinische studie
voor het eerst dat dat werkt en bovendien dat de dosis nauwgezet is te volgen via MRI. Dat opent de weg naar de ontwikkeling van therapieën met de methode, een traject dat nog makkelijk een decennium kan duren.
Mobiel
Alcatel-Lucent propt zendmast in doosje
Alcatel-Lucent heeft de architectuur voor mobiele zendmasten radicaal op de schop genomen en denkt daarmee zowel het energieverbruik als de kosten ervan met de helft terug te kunnen brengen, terwijl de antennemasten een stuk minder opvallend kunnen worden. Bovendien wordt de doorvoer een stuk hoger. De Lightradio-oplossing, die naar verwachting volgend jaar op de markt komt, zet hiervoor een mix in van software-defined radio, phased array-antennes en centrale IP-processing.
Draadloos
Haastige update laat Android ook NFC-tags schrijven
Met een kleine update voor de slechts twee maanden oude Gingerbread-versie van Android (2.3) kan het platform nu ook NFC-tags schrijven. Gingerbread introduceerde voor het eerst NFC-mogelijkheden in het platform, maar hield het bij het lezen van tags. De beperkte initiële functionaliteit en de snelle update doen vermoeden dat de NFC-features onder druk van de markt zijn uitgebracht. De Androidupdate komt enkele dagen na de aankondiging van Inside Secure dat het een concurrerende gratis opensource NFC-stack voor Android uitbrengt, die wel het schrijven van tags ondersteunt.
Zonnecellen
Ionimplantatie tilt PV-cel in productie naar 19 procent
De Amerikaanse PV-fabrikant Suniva claimt zonnecellen met een rendement hoger dan 19 procent te produceren, een record voor volumeproductie met conventionele screen-printing. Het bedrijf krijgt dat voor elkaar door ionimplantatie toe te passen bij de fabricage van de emitter. Tot voor kort was deze techniek te langzaam en te duur om voor PV-productie interessant te zijn.
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 21
TECHNIEUWS
Eeg zet eerste stapjes buiten de deur Het aanbrengen van eeg-elektrodes voor het meten van hersenactiviteit is een bewerkelijke stap waarbij de gebruiker altijd aan een computer geknoopt zit. Imec en het Holst Centre sleutelen aan een prototype systeem waarbij de gebruiker simpelweg een helm kan opzetten en vervolgens zijn weg kan gaan. Dat opent ook de weg naar niet-medische toepassingen. Imec en het Holst Centre willen eeg draadloos en eenvoudig maken.
Pieter Edelman
I
mec en het Holst Centre zijn vastbesloten om eeg om te vormen van ziekenhuis toepassing tot een alledaags verschijnsel voor gamers, het in de gaten houden van automobilisten, een hulpmiddel bij leren of het trainen van gedrag. Op de Medical Device & Manufacturing-conferentie in Anaheim toonden ze het laatste prototype van hun eeg-helm met droge elektrodes en draadloze communicatie, twee vindingen die alledaags en langdurig gebruik mogelijk maken. De derde troef is een verregaande optimalisatie van het energiegebruik, want er mogen geen voedingskabeltjes lopen en het systeem moet ook wel een hele dag mee kunnen gaan. Het huidige prototype houdt het op een 100 mAhbatterij anderhalve dag tot vier dagen uit. Alhoewel een eeg-meting niet invasief, schadelijk of per se onprettig is, is het wel een gedoe. In de hedendaagse praktijk krijgen patiënten een soort badmuts met gaatjes op. Vervolgens is er iemand al gauw vijf tot tien minuten bezig om de benodigde elektrodes hierop aan te klippen. Elke elektrode is via een draadje verbonden met een signaalacquisitiekastje. Een dot gel moet – na een beetje rommelen met de positie – voor een goede geleiding zorgen. Droge elektrodes zijn daarom de natte droom van onderzoekers die eeg breder willen inzetten. Als de gel weggelaten kan worden, is het aanbrengen van een elektrode een kwestie van een helm of iets dergelijks opzetten. De impedantie is bij droge elektrodes echter een stuk hoger, waardoor de signaal-ruisverhouding naar beneden schiet en de toch al zwakke signalen nog lastiger op te vangen zijn. Tot nog toe regeert daarom vooral scepsis bij het inzetten van gelloze contacten voor serieuze toepassingen. ‘Maar wij halen vergelijkbare resultaten als met
22 |
| nr. 3 | 25 februari 2011
natte elektrodes’, zegt programmamanager Julien Penders. ‘Dat kan door er bij het ontwerp van het IC al rekening mee te houden dat je met een hoge impedantie werkt.’ Hoewel de resultaten wel sterk afhangen van de toepassing, nuanceert hij gelijk. De helm zou bijvoorbeeld in te zetten zijn voor een hersengestuurd toetsenbord. Letters op een beeldscherm lichten dan een voor een op en als de letter die de proefpersoon in gedachte heeft aan de beurt is, zal zijn brein driehonderd tot zeshonderd milliseconden later een sterke puls afvuren. Deze P300-puls is relatief makkelijk op te pikken en te herkennen, ook met droge elektrodes. De stap zal doorgaans een paar keer herhaald worden om meer zekerheid te krijgen, maar dat gebeurt met gelelektrodes ook.
Vissen
Het is niet aan Imec en het Holst Centre om zelf producten te ontwikkelen, maar de instituten maken de kennis rond het prototype beschikbaar via licenties of aan deelnemers van zijn Human++-programma. Volgens Penders kunnen er binnen twee tot drie jaar producten op de markt komen. De hoop is een beetje dat de gaminghoek eeg als eerste niet-medische toepassing adopteert als aansturing voor console- of pc-spellen. Een dergelijke grote commerciële toepassing zou het veld een aanzienlijke impuls geven. Bovendien zijn games een dankbaar toepassingsdomein. Het idee om met hersensignalen een spel aan te sturen, ligt marketingtechnisch goed en het is in een spelcontext lang niet zo raar om een helm met elektrodes op te zetten als op straat. Bovendien moeten spelers bij de grote console- of pc-games vaak veel tegelijk doen en snel reageren. Een sterk signaal
zoals de P300-puls kan worden ingezet voor ja-nee-acties, zoals het overhalen van een trekker. Naarmate de techniek verder wordt verfijnd, kunnen ook de typen acties daarin meegroeien. Het IC kan acht kanalen tegelijk bemonsteren, wat overeenkomt met acht elektrodes. Voor een deel van de beoogde toepassingen is dat meer dan genoeg, hoewel voor traditionele metingen meestal meer elektrodes worden ingezet. ‘Maar er is niemand die zegt dat je niet een aantal IC’s tegelijk kunt gebruiken’, merkt Penders op. In totaal verbruikt het hele systeem zo’n drie tot negen milliwatt, afhankelijk van het aantal gebruikte kanalen en de samplesnelheid. Dat is dus inclusief bemonstering, ADconversie, signaalverwerking en draadloze verzending. De gegevens kunnen over maximaal tien meter worden verstuurd. En toekomstige modellen zullen nog zuiniger zijn, zegt Penders. ‘We gebruiken nu een off-the-shelf microcontroller en radio en verzenden onbewerkte data naar een pc. Maar in de toekomst willen we onze eigen DSP’s en radio gebruiken.’ Door lokaal de interessante features uit de data te vissen, hoeft er veel minder verzonden te worden. Op de ISSCC afgelopen week presenteerden Imec-, Holst Centre- en TU Delft-onderzoekers alvast een volgende generatie van het IC, eveneens met acht kanalen. ‘Het IC dat we nu in het prototype hebben gebruikt, stamt nog uit 2008. Bij het nieuwe IC kijken we naar actieve elektrodes, waar een deel van de versterking al direct op de elektrode wordt gedaan en je een hogere gevoeligheid krijgt. Dat gebeurt nu ook al wel, maar dan met enkele milliwatts per elektrode. Wij brengen dat terug naar zo’n honderd microwatt’, vertelt Penders.
UITGELICHT
Agilent levert high-endprestaties voor low-endprijs Met de Infiniivision 2000 X- en 3000 X-families mengt Agilent zich nog meer in de onderkant van de oscilloscopenmarkt. De prijzen zijn zo laag dat de instrumenten zelfs binnen het bereik van elektronicahobbyisten komen. Qua prestaties kunnen ze zich echter meten met veel duurdere oscilloscopen. Alexander Pil
A
gilent heeft aan de onderkant van zijn assortiment digitale oscilloscopen twee nieuwe reeksen toegevoegd. De Infiniivision 2000 X- en 3000 X-series bestaan in totaal uit 26 modellen. Het bedrijf positioneert de instrumenten als goedkope varianten met prestaties die horen bij highend meetsystemen. ‘De specs van de twee nieuwe lijnen op zich zijn niet vernieuwend; in high-end oscilloscopen zijn ze zelfs gangbaar’, zegt Peter Kasenbacher, Agilents productlijnmanager voor oscilloscopen. ‘De crux zit ’m in de prijs. Om geavanceerde prestaties te halen, moeten gebruikers diep in de buidel tasten. High-end oscilloscopen zijn immers duur. Met onze Infiniivision proberen we daar een oplossing voor te vinden door te focussen op de kosten. De prijzen beginnen bij duizend euro voor de 2000 X-modellen en 2300 euro voor de 3000 X-versies.’ De 2000 X-familie levert bandbreedtes tussen 70 en 200 MHz, de 3000 X-reeks komt tot 500 MHz. Alle modellen zijn uitgerust met een 8,5 inch WVGA-scherm. Door Agilents Megazoom IV-technologie kunnen de 3000 X-oscilloscopen tot een miljoen golfvormen per seconde verwerken. De 2000 X-modellen hebben een updatesnelheid van vijftigduizend golfvormen per seconde. Qua bemonsteringssnelheid en geheugen biedt de 3000 X-reeks ook meer dan de 2000 Xreeks: 4 GS/s tegen 2 GS/s en 4 Mpts tegen 100 kpts. Alle versies kunnen standaard worden uitgerust met twee of vier kanalen. Dat is uitbreidbaar tot acht kanalen voor de 2000 X en zestien voor de 3000 X. Agilent is trots op de hoge updatefrequentie van een miljoen golfvormen per seconde. ‘Een niveau dat voor high-end oscilloscopen redelijk normaal is, maar niet in de prijsklasse waar wij deze reeksen in de markt zet-
ten’, zegt Kasenbacher. Agilent kwam tot dit resultaat door zelf een Asic te ontwikkelen, geproduceerd in een 90-nm-CMos-proces. In die Megazoom IV heeft het bedrijf vrijwel alle componenten voor de signaalverwerking geïntegreerd. Net als in de voorganger, de Megazoom III-chip, bevat hij de acquisitiegeheugenmanager en de plotter, beide met eigen DRam. Verder heeft Agilent een meetbuffer van 64 kbyte toegevoegd en aansturing voor de GUI, trigger, seriële decoders en de synthese van de signaalgenerator. Daardoor blijft de CPU vrij voor de mathematische bewerkingen en voor zoekfuncties. Overigens betekent die hoge updatefrequentie niet dat het WVGA-scherm een miljoen keer per seconde ververst. ‘Dat is natuurlijk niet waarneembaar voor het menselijk oog’, zegt Kasenbacher. ‘Zo’n hoge ververssnelheid zorgt er alleen voor dat de dode tijd van de oscilloscoop kleiner wordt. Gebeurtenissen die zelden voorkomen, worden dus eerder opgepikt. Als je vooraf al weet wat er zal gebeuren, kun je erop triggeren, maar onverwachte events moet je eerst met een oscilloscoop detecteren voordat je ze kunt analyseren. Dan is het belangrijk om zo veel mogelijk van het signaal vast te leggen en dus een hoge updatefrequentie te hebben.’
Upgraden
Agilent zet de Infiniivision in de markt als ‘vier instrumenten in één’. Behalve voor een ‘gewone’ digitale oscilloscoop voor analoge
signalen kunnen gebruikers ook kiezen voor de functionaliteit om digitale input te verwerken. Daarvoor zijn tot zestien ingangen beschikbaar. Verder bieden de scopen optioneel een 20 MHz functiegenerator. Kasenbacher: ‘Die combinatie is handig in het onderwijs maar ook voor ontwerpers met beperkte bureauruimte.’ Bovendien is het mogelijk om features toe te voegen om hardwareversneld seriële protocollen te analyseren. Er zijn decodeer- en triggeropties voor Can, I2C, Lin, RS232 en SPI. Om de investering van zijn klanten te beschermen, heeft Agilent het mogelijk gemaakt om veel Infiniivision-kenmerken in een later stadium te upgraden. Gebruikers kunnen de bandbreedte opschroeven als ze die prestaties uiteindelijk toch nodig blijken te hebben. Ook is het mogelijk om achteraf mixed-signalopties toe te voegen, de functiegenerator te integreren of de protocolanalyse in te bouwen. Sommige van deze updates zijn toegankelijk met een softwaresleutel, voor andere moet het instrument terug naar de fabrikant. De Infiniivision 2000 X en 3000 X zijn vergelijkbaar met de TDS2000C-, DPO/ MSO2000-, TDS3000C- en DPO/MSO3000productlijnen van Tektronix, de WaveAce- en Wavejet-series van Lecroy, de RTM-modellen van Rohde & Schwarz en de DLM2000-familie van Yokogawa. Agilent claimt ten opzichte van deze concurrenten meer performance te bieden voor dezelfde prijs, of vergelijkbare performance voor een lagere prijs.
Om hun investering te beschermen, kunnen Infiniivision-gebruikers de bandbreedte opschroeven, mixed-signalopties toevoegen of een functiegenerator en een protocolchecker integreren als ze die functionaliteit in een later stadium toch nodig blijken te hebben.
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 23
THEMA AGRO
Lely zet koe centraal in natuurlijke melkrobot ‘De natuurlijke manier van melken’, zo adverteert Lely uit Maassluis zijn nieuwste melkrobot. De Astronaut A4 probeert de natuurlijke gang van de koeien in de stal zo weinig mogelijk te beïnvloeden. Het vergt echter heel wat technische hoogstandjes om de veeboer in zijn geheel uit het proces te schrappen. Alexander Pil
I
n november vorig jaar onthulde Lely de Astronaut A4-melkrobot. De agro-innovator uit Maassluis had deze keer gekozen voor geel als basiskleur, waar Lely-machines altijd rood zijn. Die trendbreuk heeft een marketingachtergrond. Het bedrijf wil er niet alleen mee aangeven dat de machine nieuw is, maar ook dat hij vernieuwende technologieën en concepten bevat. De ‘yellow revolution’ noemt Lely dat. ‘Als je de Astronaut A4 vergelijkt met zijn voorganger – de A3 Next – is de enige overeenkomst dat ze allebei koeien melken’, chargeert Ko van de Walle, VP engineering bij Lely. De melkrobots van Lely moeten ervoor zorgen dat de inbreng van een boer bij het melken van zijn koeien tot een minimum beperkt blijft en dat het proces zo natuurlijk mogelijk verloopt. De machine lokt een koe naar binnen door haar een beetje voer aan te bieden. Als ze in de box aan het eten is, sluit het hek achter de koe. Van de Walle: ‘Je wilt haar immers enigszins onder controle houden om te voorkomen dat de melk in de goot belandt.’ Van de zijkant draait een robotarm onder de koe die volautomatisch
24 |
| nr. 3 | 25 februari 2011
vier bekers op de uier aansluit om de melk af te tappen. Dat gebeurt door de bekers vacuüm te trekken zodat de melk naar buiten wordt gezogen. Als de koe een paar minuten later volledig is gemolken, draait de robotarm weer weg en gaat het hek voor haar neus weer open. Voordat de bekers worden aangesloten, bewerkt de robot de spenen eerst met een borstel. Dat is niet alleen uit hygiënisch oogpunt, het heeft nog een tweede reden. ‘De melk begint pas te stromen als er een hormoon vrijkomt. De borstel maakt de speen schoon en stimuleert tegelijk de melkstroom. Daarna worden de bekers aangesloten. In het systeem zit een voormelkafvoer. De eerste straal gaat niet de tank in, maar komt in een apart reservoir. In die straal kan namelijk een verontreiniging zitten. Het is immers het begin van het kanaal. Dat gaat ook zo bij een normaal melkproces: de eerste straal komt niet in de emmer’, aldus Van de Walle.
Kwaliteit Iedere koe heeft een halsband met geavanceerde uniek genummerde sensor. ‘Met
RFID-technologie of via infrarood kan onze machine de koe herkennen’, legt Van de Walle uit. ‘Dat koenummer is verbonden met een database waar alle gegevens van de veestapel in zijn verwerkt. Voor iedere koe staan daar bijvoorbeeld de speencoördinaten in. Een koe is namelijk bepaald niet uniform. Een varken wel. Als die volwassen is, weet je redelijk goed hoe groot hij is en hoeveel hij weegt. Zo ook bij kippen. Koeien zijn er echter in verschillende groottes en hun uiers kunnen ook alle kanten opstaan. Als een koe voor het eerst de melkrobot binnenstapt, moet de boer het systeem even op weg helpen door grofweg aan te geven waar het de uiers moet zoeken. Als ze binnen dertig centimeter van de laser komen, kan het systeem het verder zelf af. Met een laser scant het de uier en de software bepaalt of het een speen is of niet. De volgende keer dat de koe binnenkomt, weet de melkrobot waar hij de spenen moet zoeken. Een 3D-camera registreert de achterkant van de koe en bepaalt zo waar de arm onder de koe moet, waardoor de spenen vanzelf binnen het bereik van de laser komen.’
Via het oormerk registreert de Astronaut A4 ook of de koe ziek is geweest en een penicillinekuur heeft gehad. Ze wordt dan nog wel gemolken – anders krijgt ze mastitis (uierontsteking) – maar de melk gaat gelijk weg. Sowieso let Lely goed op de kwaliteit. Het Milk Quality Control-systeem in de Astronaut bevat een aantal sensoren om de melk te controleren. ‘Je wilt bijvoorbeeld geen bloederige melk in de tank hebben’, zegt Van de Walle. ‘Als er een straaltje bloed in zit, moet die melk worden gesepareerd. Zodra de melk is onttrokken aan de koe, controleren we daarom op kleur, op geleidbaarheid, op temperatuur. Allemaal parameters op basis waarvan je kunt bepalen of het goede melk is of niet. En of de melk moet worden gesepareerd of naar het melkglas kan. Dit glas is de eerste opslagplek in het proces. Hier kan de melk ontluchten. Door het vacuüm zitten er namelijk luchtbelletjes in de vloeistof en die moeten eruit. Als het melkproces klaar is, wordt het melkglas geleegd. Dat kan in de tank, maar ook in onze M4Use-oplossing – in feite niet meer dan vier emmertjes waaruit de boer de kalveren kan voeden.’
Bewegingsvrijheid Elke koe heeft de vrijheid om zelf naar de robot te lopen. ‘Ze wordt gemiddeld zo’n 2,65 keer per dag gemolken’, weet Van de Walle. ‘De ene koe loopt tijdens haar dagelijkse routine misschien acht keer door de machine en wordt dus vijf keer geweigerd. Het hek gaat dan gelijk weer open en de koe krijgt geen eten. Er zijn natuurlijk koeien die niet uit zichzelf de machine in stappen. De boer kan daarvoor een attentielijst uitdraaien. Die spijbelaars kan hij dan naar de robot begeleiden. Maar het is ook een teken aan de wand als een koe vaak verzaakt. Als ze pijn heeft bij het lopen, bijvoorbeeld bij klauwzeer, zal ze haar bezoekjes overslaan.’ Lely heeft de vrijheid van de koe hoog in het vaandel staan. ‘Onze filosofie is om de koe een zo natuurlijk mogelijk gedrag te laten vertonen’, legt Van de Walle uit. ‘Als je haar vastzet, zal het melken niet altijd goed gaan. Het is ook een van de voorwaarden van succes: de koe moet het leuk vinden om
Afgelopen november lanceerde Lely zijn nieuwste melkrobot: de Astronaut A4.
De machine herkent welke koe de box is binnengestapt en kan volautomatisch de spenen vinden en de melkbekers aansluiten.
naar de robot te komen. Anders werkt het systeem niet. Als ze weet dat ze er gepijnigd wordt, komt ze gewoon niet. Om de drempel te verlagen, hebben we in vergelijking met de A3 de sluis omgebouwd. Vroeger moest de koe om een bocht de melkrobot in. Nu kan ze recht naar binnen lopen en recht eruit. Dat is veel natuurlijker. Bovendien staat de koe nu tussen haar kudde. Daardoor is het nog minder vaak nodig om een koe te gaan halen. Dat percentage ligt nu ongeveer op een procent.’ ‘We proberen de koe ook zo min mogelijk aan te raken’, gaat Van de Walle verder. ‘De koe staat vrij in de melkrobot. De enige verbinding tussen koe en robot zijn de bekers – precies zoals een astronaut tijdens een ruimtewandeling maar met één lijntje aan het ruimtestation vastzit. Daar hebben we de naam ook van afgeleid.’ Met een 3Dcamera houdt de Astronaut A4 in de gaten of de koe in de box beweegt. Hij vertaalt dit voor de robotarm, zodat deze zachtjes kan meebewegen en de koe niet hindert. Vrijwel altijd kan de laser de spenen vinden. De Astronaut sluit de bekers verticaal aan, ook al staan de spenen onder een hoek. Als het topje van de speen in de buurt van de beker komt, wordt het vacuüm opengezet en de speen naar binnen gezogen. Als de beker goed vastzit, wordt hij losgekoppeld van de robotarm en kan hij alle mogelijke posities innemen. Met een kabeltje kan de robot de beker weer terugtrekken. Van de Walle: ‘Het gebeurt wel eens dat een beker niet lekker zit en de koe hem er afschopt. Het systeem registreert dan een vacuümverlies. Het knijpt de beker dicht
en sluit hem opnieuw aan. Zo ben je er altijd zeker van dat alle melk eruit is. Dat is belangrijk voor de uiergezondheid.’
Zuren en basen Automatisch melken is een kunst, maar de grootste truc zit ’m in de reiniging van de leidingen, weet Van de Walle. ‘De machine moet 24 uur per dag werken, zeven dagen per week, het hele jaar door, maar je wilt hem wel af en toe schoonmaken’, schetst hij het probleem. ‘Daarom vindt er twee keer per dag een hoofdreiniging plaats. Het is lastig om dat goed voor elkaar te krijgen. Gewoon wat schoon water erdoor spoelen is niet voldoende. Melk lijkt redelijk onschuldig, maar als je het ontleedt, blijkt het chemisch een agressief product. Het is natuurlijk vet en iedereen weet hoe lastig je dat ergens vanaf krijgt. Helemaal als je geen borstel kunt gebruiken. Je moet dus aan de slag met zuren en basen om dat voor elkaar te krijgen. Die spoel je met specifieke krachten en pulsaties door de leidingen. En met de goede temperaturen en in de juiste volgorde. Ieder hoekje moet je meenemen. Tijdens het ontwerpproces van de machine moesten we dus al rekening houden met de vereiste dat het systeem goed kan worden schoongehouden.’ Een Astronaut A4 kan een veestapel van ongeveer zestig koeien aan. Het is echter een modulair systeem, waardoor Lely mikt op veeboeren van allerlei pluimages, van familieboerderijtjes met driehonderdduizend liter per jaar tot melkveebedrijven met meer dan tien miljoen liter per jaar. Van de Walle: ‘In de centrale kast zit genoeg hardware voor twee melkrobots. Zo heeft de vacuümpomp overcapaciteit, waardoor hij geschikt is om twee robots tegelijk te bedienen. Als een boer dus te veel koeien heeft voor één apparaat, kan Lely er een tweede melkcel aanhangen en is er geen hele tweede machine nodig.’ Die unit bevat verder de warmwatervoorziening, waterkleppenblokken, de reinigingsmiddelen, luchtverzorging en de regelelektronica en aansturing. De moederborden zijn compleet opnieuw ontworpen. Lely heeft de specificaties daarvoor opgesteld, Adesys uit Wateringen heeft de PCB-oplevering voor zijn rekening genomen. De software is wel intern ontwikkeld en getest door Lely-engineers. Tijdens Hightech Mechatronica 2011 op 24 maart in Veldhoven geeft Serge Loosveld van Lely een lezing over de ontwikkeling van de Astronaut A4-melkrobot.
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 25
THEMA AGRO
Nedaps Velos bedient veehouder én individuele dieren
Het Velos-systeem van Nedap Agri is een hightech automatiseringsoplossing voor alle dier- en stalsoorten. Kenmerkend zijn de scheiding van hardware en software, de universele hardwarecomponenten en de modulaire opbouw. Geertje Verschuren
D
e wereldbevolking groeit, vlees- en melkprijzen fluctueren en hulpbronnen als arbeid, energie en veevoer worden duurder en/of schaarser. De veehouderij staat voor de opgave om de productie van betaalbaar voedsel te maximaliseren door een steeds efficiëntere en meer resultaatgerichte productieomgeving te creëren. De veehouder blijft echter te maken houden met koeien, varkens, geiten of schapen die individuele aandacht nodig kunnen hebben. De diverse externe invloeden zorgen in de sector ook voor een aanhoudende schaalvergroting. Doordat de veestapel per boerenbedrijf blijft groeien, worden de gebouwen en kavels steeds uitgestrekter en neemt het aantal dieren toe dat individueel moet worden gemanaged. Onder invloed van regelgeving en publieke opinie wordt het vee bovendien steeds vaker in groepen gehouden. Het is dan de uitdaging om toch individuele dieren te kunnen herkennen, volgen en verzorgen, zodat ze optimaal produceren. Om deze ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden, zoekt de agrarische sector in toenemende mate zijn toevlucht tot hightech stalautomatisering. Daarbij is het belangrijk dat systemen betaalbaar en flexibel
26 |
| nr. 3 | 25 februari 2011
inzetbaar zijn en dat ze het individuele dier kunnen managen, zonder dat de gebruiksvriendelijkheid eronder lijdt. Met het Velosplatform levert Nedap Agri zo’n oplossing voor alle soorten dieren en stallen. Kenmerkend voor dit systeem zijn scheiding van hardware en software, de universele hardwarecomponenten en de modulaire opbouw.
Onderhoud op afstand Hart van Velos is de V-PU, een processing unit die draait onder Linux met daarbovenop een virtuele Java-machine. Alle software is aanwezig op dit centrale brein. Via een Can-verbinding stuurt de V-PU remote I/O-systemen aan. Deze zogeheten V-Packs laten op hun beurt weer de onderdelen van bijvoorbeeld een voerstation bewegen, lezen sensoren in of RFID-tags uit. Een abstractielaag in de V-PU zorgt ervoor dat het centrale brein de mogelijke V-Pack-I/O’s ziet als een verzameling objecten. De specifieke functionaliteit van een VPack wordt bij de installatie van het systeem centraal vastgelegd door de objecten van de gewenste in- of uitgangen in de V-PUprogrammatuur te koppelen aan een Javagedragscomponent. Vanuit de V-PU sturen
Toepassing 1: tochtdetectie Een koe geeft melk wanneer ze heeft gekalfd. Om een optimale melkproductie te behouden, moet een melkveehouder er dus voor zorgen dat zijn beesten op het juiste moment drachtig zijn. Inseminatie is mogelijk wanneer een koe tochtig is. Een tochtige koe is te herkennen aan het feit dat ze beweeglijker is dan soortgenoten buiten de vruchtbare periode. Bij tochtdetectie heeft elke koe een stappenteller aan de poot. Deze Lactivator is voorzien van RFID en een G-sensor, die het aantal stappen registreert. Een antenne leest de teller regelmatig uit, waarna de daaraan gekoppelde V-Pack het aantal stappen doorgeeft aan de V-PU voor opslag en verwerking. Als een koe een bovengemiddeld bewegingspatroon vertoont, is zij tochtig en klaar voor inseminatie. De veehouder krijgt hiervan melding via e-mail of sms. deze componenten dus de I/O-objecten aan en bepalen ze de werking van de V-Packs, die op hun beurt weer de apparaten en toepassingen aansturen. Door de samenstelling van I/O-objecten op een V-Pack slim te kiezen, kan het aantal verschillende V-Packs in een toepassing beperkt blijven. Een dergelijke scheiding van hardware en software brengt een aantal voordelen met zich mee. Elke V-PU is voorzien van dezelfde Velos-programmatuur, of hij nu op een melkveehouderij is geplaatst of op een bedrijf met vleesvarkens. Via licenties komen de toepassingen beschikbaar die in de betreffende stal nodig zijn. Wanneer een bedrijf aanvullende functionaliteit wenst, hoeven we enkel de bijbehorende licentie toe te kennen om de gedragscomponent vrij te geven. En als Nedap een volledig nieuwe toe-
passing heeft ontwikkeld, hoeven we slechts op één plaats in het platform, de V-PU, een software-update uit te voeren. Binnen Velos fungeert de V-PU ook als centrale opslagplaats voor de gegevens van alle dieren uit de veestapel van het bedrijf. Op basis van ‘management by exception’ brengt het systeem afwijkingen in gedrag of ontwikkeling onder de aandacht. Zo kan de veehouder van al zijn dieren de gezondheid en prestaties volgen en ze afzonderlijk de juiste verzorging bieden. De V-PU draait stand-alone binnen het Velos-platform en is daarmee pc-onafhankelijk. Het resulterende systeem is stabiel en niet onderhevig aan installatie- en compatibiliteitsproblemen. Via de webserverfunc tionaliteit is de V-PU te benaderen vanaf een pc of smartphone met internetbrowser, niet alleen voor plaatselijk gebruik door de veehouder maar bijvoorbeeld ook voor onderhoud op afstand. Daarnaast is het mogelijk om de ingelezen en opgeslagen data van de V-PU rechtstreeks via internet te versturen naar centrale databases van overheden of dienstverlenende organisaties.
Master-slave De hardware van Velos is modulair opgebouwd en bestaat uit universele componen-
Toepassing 2: varkensvoerstation Varkens zijn van nature sociale dieren. Om het welzijn van zeugen te bevorderen, worden zij daarom in groepen gehouden gedurende hun drachtperiode. Toch moet de varkenshouder ze individueel de juiste hoeveelheid voer geven om de productie van biggen op peil te houden of zelfs te verbeteren. Wanneer een zeug zich vanuit de groepshuisvesting meldt in een Velosvoerstation, herkent het systeem haar middels RFID. Vervolgens stuurt de gedragscomponent in de V-PU de VPack van het station aan om dit in werking te stellen. Omdat het centrale brein alles weet over het dier, kan de V-Pack het juiste soort voer in de juiste hoeveelheid serveren.
ten: de V-PU en de V-Packs. Is binnen een platform een nieuwe toepassing gewenst, dan hoeven we niet de hele hardware opnieuw te ontwikkelen of te vervangen, maar volstaat het toevoegen van een nieuwe gedragscomponent in de V-PU-software. De modulaire opbouw waarborgt de flexibiliteit van het systeem en maakt het mogelijk om alle denkbare toepassingen in de stal toe te voegen aan Velos: melk meten, separeren, voeren, tochtigheid of berigheid detecteren, sorteren en ga zo maar door. Alles kan binnen het platform worden aangestuurd. De modulaire opbouw garandeert ook de volledige schaalbaarheid van het automatiseringssysteem. Wanneer het aantal toepassingen de capaciteit van de V-PU overschrijdt, kunnen we dankzij het gebruikte masterslaveprincipe een of meer V-PU’s bijschakelen. Eén V-PU dient dan als master en blijft fungeren als webserver, de slaves volgen. Zo is het mogelijk om systemen te bouwen voor 25, 2500 of 25 duizend dieren, met alle toepassingen die de veehouder wil gebruiken. Geertje Verschuren is marketing- en communicatiespecialist bij de Agri-marktgroep van Nedap in Groenlo. Redactie Nieke Roos
systeemarchitect Training systeemarchitect
Datum:
14 –18 maart 2011 Locatie:
Omgeving Eindhoven Meer informatie:
+31 24 3505195
[email protected] www.hightechtraining.nl
Nog enkele plaatsen beschikbaar www.hightechtraining.nl 25 februari 2011 |
| nr. 3 | 27
Foto: Incas3/Deborah Roffel
THEMA AGRO Acht procent meer aardappelen en een even goede aardbeienoogst met 48 procent minder water en meststoffen. Dat zijn de belangrijkste resultaten van een pilot die drie Nederlandse bedrijven in Egypte hebben uitgevoerd met een hightech irrigatiemanagementsysteem. Nieke Roos
V
an september 2007 tot februari 2009 beproefden drie boerenbedrijven in de Egyptische West-Nijldelta een nieuwe irrigatiemanagementoplossing van Nederlandse makelij. Het systeem combineert de technologieën van Dacom uit Emmen, The Soil Company uit Groningen en Waterwatch uit Wageningen: bodemvochtmetingen, gedetailleerde grondkaarten respectievelijk satellietbeelden. Vorig jaar april won de pilot de eerste Partners voor Water Award als beste, meest effectieve en meest veelbetekenende project binnen het Partners voor Water-programma, uitgevoerd door Agentschap NL. Op een fundament gelegd bij de Rijksuniversiteit Groningen heeft spin-off The Soil Company de Mol ontwikkeld, een mobiele grondsensor. Gemonteerd op een tractor meet deze de gammastraling die de toplaag produceert. Omdat elk bodemtype een unieke combinatie van radioactieve sporenelementen bevat, kan het Groningse bedrijf uit de geregistreerde vingerafdruk en een vergelijking met een aantal grondmonsters de samenstelling afleiden op het betreffende meetpunt. Deze informatie koppelt het aan de bijbehorende GPS-coördinaten, waarna een Gis-pakket uit alle metingen een totaalkaart genereert. Met de Mol hebben de partners in Egypte negen proefvelden van in totaal 75 hectare in kaart gebracht, waarbij ze elk veld op vijf locaties hebben gescand. Daarnaast hebben ze 48 grondmonsters genomen, die het Groningse lab van The Soil Company heeft geanalyseerd. Het resultaat van deze werkzaamheden is een verzameling kaarten met tien verschillende bodemparameters die belangrijk zijn voor het irrigatiemanagement, waaronder de deeltjesgrootte, de hoeveelheid organische materie en de hoeveelheid vastgehouden water. Waterwatch observeert de gewassen en de toplaag vanuit de ruimte middels remote sensing. Het wetenschappelijke adviesbureau uit Wageningen neemt satellietbeelden in het zichtbare, bijna-infrarode en thermisch infrarode deel van het spectrum en voert die aan zijn Surface Energy Balance
28 |
| nr. 3 | 25 februari 2011
Nederlandse hightech verbetert Egyptisch irrigatiemanagement
Zieke piepers Dacom levert een systeem waarmee akkerbouwers hun teelt continu kunnen volgen vanachter hun pc of via een PDA. Weerstations meten lokaal de regenval, de relatieve luchtvochtigheid, de temperatuur, de straling van de zon en de windrichting en -snelheid. Een ontvanger op het veld verzamelt de data via radiotelemetrie en verzendt ze draadloos naar een indoor kastje, dat ze via het internet weer doorstuurt naar de centrale databank in Emmen. Met de Dacomsoftware op hun computer kunnen de telers
Foto: Incas3/Deborah Roffel
Algorithm for Land (Sebal). Dat genereert daaruit kaarten voor onder meer biomassagroei, bodemvocht en gecombineerde bodemevaporatie en transpiratie door planten in het geobserveerde gebied. In Egypte heeft Waterwatch satellietbeelden gebruikt op lage, hoge en zeer hoge resolutie, respectievelijk met details tot duizend, tweehonderdvijftig en dertig meter. De grovere (dagelijkse) kiekjes geven een goed overzicht voor de regio, terwijl de (tweewekelijkse) plaatjes met de fijnste korrel variabiliteit tussen en in velden kunnen blootleggen en zo helpen om te bepalen welke delen meer water verbruiken en of dat meer opbrengst oplevert. Uit het project is echter ook gebleken dat remote sensing nog tekortschiet voor dagelijks gebruik op een boerderij. Zo is het met thermisch infrarood niet mogelijk om door bewolking heen te kijken. Verder was de hogeresolutiestroom maar moeilijk stabiel te houden doordat de benodigde satelliet niet vaak genoeg langskwam. Het laatste probleem is inmiddels uit de wereld met de lancering van nieuwe satellieten waarmee vrijwel elke dag opnames zijn te maken.
de gegevens ophalen, deze koppelen aan actuele weersvoorspellingen en alles overzichtelijk in beeld brengen. Verschillende managementmodules geven bovendien informatie en adviezen over bemesting, irrigatie, insecten en ziektes. Het Emmense systeem is uit te breiden met door Dacom zelf ontwikkelde bodemsensoren. Dit zijn buizen van verschillende lengtes die vrijwel helemaal de grond in gaan en daar om de tien centimeter het water- en zoutgehalte en de temperatuur peilen. Aan het deel boven de grond zit ook een regenmeter bevestigd. De sensoren versturen de vergaarde data via een seriële verbinding naar een gateway op het veld, die ze draadloos (via GPRS of radiogolven) doorgeeft aan de centrale databank (zie ook ‘Bossch RTos bestiert bodemsensor voor boeren’ in Bits&Chips 2, 2010). Daar zijn ze weer beschikbaar voor de Dacom-software bij de telers thuis. Als bestaande gebruikers van het Emmense ziektevoorspellingssysteem hadden de proefboerderijen in Egypte allemaal al eigen weerstations. Daar heeft Dacom drie keer acht bodemsensoren bij gezet om de vochtigheid te meten op en onder het wortelni-
De Terrasenbodemvochtsensoren van Dacom peilen het water- en zoutgehalte en de temperatuur op verschillende diepteniveaus.
veau. De buislengte was daarbij afhankelijk van het soort gewas: dertig centimeter voor aardbeien, vijftig centimeter voor aardappels en een meter voor druiven. De beste plek voor de sensoren hebben de partners bepaald aan de hand van de Groningse en Wageningse bodemanalyses. Op de kantoor-pc’s van de drie boerenbedrijven heeft Dacom vervolgens zijn Agri Yield Management System geïnstalleerd, de kaarten van The Soil Company en Waterwatch hierin geïntegreerd via Google Maps en lokale telers getraind om ermee te werken. De resultaten zijn veelbelovend. Het nieuwe managementsysteem uit Nederland heeft de aardappelopbrengst in de proefperiode met acht procent doen toenemen van 25,6 naar 27,5 ton per hectare bij een ongeveer gelijk waterverbruik. Tegelijkertijd is het percentage zieke piepers afgenomen van vier à vijf procent naar een à twee procent. De aardbeientelers zagen de hoeveelheid gebruikt fertigatiewater (voor fertilisatie en irrigatie) met 48 procent dalen van 834 naar 431 millimeter, zonder dat dit een negatief effect had op opbrengst en kwaliteit. Voor druiven heeft het project geen concrete resultaten opgeleverd, hoewel de metingen laten zien dat verbetering van het irrigatiemanagement ook daar mogelijk moet zijn.
Embedded software engineer Midtronics Contactpersoon: A.E.M. Wolff E-mail:
[email protected] Tel: +31 30 6868150 De vacaturesite voor hoger opgeleide technici
Software engineer Promexx Contactpersoon: Suzanne van Dijck E-mail:
[email protected] Tel: +31 40 2676867
Sr. software engineer / (sr.) software designer
www.hightechbanen.nl
Promexx Contactpersoon: Suzanne van Dijck E-mail:
[email protected] Tel: +31 40 2676867
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 29
CURSUSSEN Matlab fundamentals 1 - 3 maart, Mechelen 5 - 7 april, Eindhoven Image processing with Matlab 15 en 16 maart, Eindhoven Statistical methods in Matlab 17 en 18 maart, Eindhoven Signal processing with Matlab 29 en 30 maart, Eindhoven Matlab and Simulink for control design acceleration 31 maart en 1 april, Eindhoven Simulink for system and algorithm modeling 12 en 13 april, Eindhoven www.mathworks.nl
EVENTS Benelux PSL: assertion-based verification with Questa 10 en 11 maart, Almelo Systemverilog for verification 14 - 17 maart, Almelo Design Capture for Expedition PCB Layout 21 en 22 maart, Almelo DXDesigner 2007 update 24 maart, Almelo CES for Expedition PCB (V2007) 28 en 29 maart, Almelo VHDL introduction 30 maart - 1 april, Almelo DXDesigner for PADS 4 - 6 april, Almelo
www.innofour.com
Labview Real-Time 1 3 en 4 maart, Zaventem 18 en 19 april, Woerden Labview core 1 7 - 9 maart, Woerden 21 - 23 maart, Zaventem Advanced architectures in Labview 7 - 9 maart, Woerden 7 - 9 maart, Zaventem Labview core 2 10 en 11 maart, Woerden Labview FPGA Module 24 en 25 maart, Zaventem 26 en 27 april, Woerden NI Multisim basics 4 - 6 april, Eindhoven NI Ultiboard basics 6 april, Eindhoven Labview Real-Time 2 20 en 21 april, Woerden www.ni.com/netherlands
Advanced VHDL 7 en 8 maart, Borne Professional VHDL 22 - 24 maart, Borne Introduction to Tcl TK 29 en 30 maart, Borne Introduction to Verilog 4 - 6 april, Borne Assertion verification with PSL 12 en 13 mei, Borne Introduction to Perl 9 en 10 juni, Borne www.dizain-sync.com
Altium Designer 7 - 9 maart, Markelo Altium Nanoboard 10 maart, Markelo Fundamentals of VHDL 15 - 17 maart, Markelo Altium Designer advanced 24 maart, Markelo Advanced VHDL 7 en 8 april, Markelo www.transfer.nl
30 |
Rapidpro 2 maart, Veldhoven
www.indumation.be
Crypto and e-voting 2 maart, Leuven ICT Spin-off Day 27 april, Heverlee
www.vision-robotics.nl
www.rapidpro.nl
www.kuleuven.be/lict
Reducing the ecological footprint of the internet 3 maart, Leuven www.leuveninc.com
Siemens PLM Connection Benelux 2011 17 maart, Etten-Leur
www.siemens.nl/plm
What about model-based design? 22 maart, Hoboken
www.dspvalley.com
Vision & RoboticsBITS&CHIPS 25 en 26 mei, Veldhoven
HARDWARE
CONFERENCE
9 JUNI 2011 Electronics & Automation 2011 25 - 27 mei, Utrecht
www.eabeurs.nl
BITS&CHIPS
HARDWARE
CONFERENCE 9 JUNI 2011
Bits&Chips Hardware Conference 9 juni, ’s-Hertogenbosch Info:
[email protected]
&
BITS CHIPS www.hardwareconference.nl
HARDWARE
CONFERENCE Internationaal 9 JUNI 2011
Sysarch 14 - 18 maart, omgeving Eindhoven Labprog: programming in Labview 2 23 - 25 maart, omgeving Eindhoven Cooling of electronics 6 - 8 april, omgeving Eindhoven Requirements engineering 12 en 13 april, omgeving Eindhoven Electromagnetic compatibility – design techniques 11 - 15 april, omgeving Eindhoven Lateral thinking 9 en 10 mei, omgeving Eindhoven Electronics for non-electronic engineers start 10 mei, omgeving Eindhoven Six thinking hats 12 en 13 mei, omgeving Eindhoven Signal integrity start 17 mei 2011, omgeving Eindhoven Software architecture 24 en 25 mei, omgeving Eindhoven Labview: introduction in language and programming 1 15 - 17 juni, omgeving Eindhoven
Test & Measurement Road Show 2011 22 maart, Geel 24 maart, Gent 29 maart, Zaventem 6 april, Hengelo 7 april, Woerden 12 april, Eindhoven 13 april, Delft 14 april, Nijmegen
www.ni.com/netherlands
www.embedded-world.de
Automate 2011 International Symposium on Robotics 21 - 24 maart, Chicago, Verenigde Staten www.automate2011.com
Smart systems integration 22 en 23 maart, Dresden, Duitsland
Hannover Messe 2011 4 - 8 april, Hannover, Duitsland
Hightech Mechatronica 2011 24 maart, Veldhoven Info:
[email protected]
www.hightechmechatronica.nl
Fabless IC implementation 28 maart, Leuven
www.imec-academy.be
Fotonica-evenement 29 en 30 maart, Nieuwegein
www.hightechtraining.nl
www.fotonica-evenement.nl
Windows Embedded CE 6.0 R3 22 en 23 maart, Apeldoorn
Rail-Tech Europe 2011 29 - 31 maart, Amersfoort
www.logic.nl
www.railtech-europe.com
Mining technology gems 24 maart, Eindhoven
Maintenance next 12 - 14 april, Rotterdam
www.techdysis.com
www.maintenancenext.nl
Signal integrity and high speed methodology 18 - 20 april, Deurne
Easyfairs Mocon29 2011 APRIL 2011 20 en 21 april, ’s-Hertogenbosch
www.sintecs.eu
Embedded World 2011 1 - 3 maart, Neurenberg, Duitsland
www.mesago.de/en/SSI/home.htm
MODEL-DRIVEN DEVELOPMENT DAY
www.easyfairs.com
MODEL-DRIVEN DEVELOPMENT DAY 29 APRIL 2011
Model-Driven Development Day 29 april, Eindhoven Info:
[email protected]
www.bits-chips.nl/events/mdday
| nr. 3 | 25 februari 2011
Indumation 18 - 20 mei, Kortrijk
www.hannovermesse.de
Wilt u ook een vermelding in de cursus- of eventagenda? Stuur de gegevens dan naar
[email protected]. Opname is gratis, mits uw evenement aansluit bij onze doelgroep. Voor meer informatie over banners kunt u contact opnemen met de afdeling sales (
[email protected]). Of kijk op onze website www.bits-chips.nl onder het kopje Adverteren.
Advertentie-index Advertentie Pagina Agilent Bijsluiter www.agilent.nl ASML 32 www.asml.com Bits&Chips Hardware Conference 2011 4 www.hardwareconference.nl Hightech Banen 29 www.hightechbanen.nl Hightech Mechatronica 2011 6 www.hightechmechatronica.nl Hightech Training 8, 12, 16, 27 www.hightechtraining.nl Model-Driven Development Day 18 www.bits-chips.nl/events/mdday National Instruments 2 www.ni.com/netherlands
WEGWIJZER C H I PO N T W E R P
Barco Silex Rue du Bosquet 7 1348 Louvain-la-Neuve Tel +32 10 486407
[email protected] www.barco.com
P R O J ECT B U R EA U
Asic and FPGA Design
HIGH TECH SOLUTIONS Linie 506 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 3606135
[email protected] www.hightech.nl
Sioux Embedded Systems B.V. Esp 405 5633 AJ Eindhoven Tel +31 40 2677100 Fax +31 40 2677101
[email protected] www.sioux.eu
D I EN ST V ER LE NI NG Alten PTS Linie 544 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 3601880 Rivium 1e straat 85 2909 LE Capelle aan den IJssel Tel +31 10 4637700 Beukenlaan 44 5651 CD Eindhoven Tel +31 40 2563080
[email protected] www.altenpts.nl
VIANEN BEST DEVENTER ROTTERDAM AMSTERDAM GRONINGEN DHAKA
HUMIQ B.V. Science Park Eindhoven 5006 5692 EA Son Postbus 6420 5600 HK Eindhoven Tel +31 40 2669100 Fax +31 40 2669101
[email protected] www.humiq.nl
Technolution B.V. Zuidelijk Halfrond 1 P.O. Box 2013 2800 BD Gouda Tel +31 182 594000
[email protected] www.technolution.eu
TOOLS
Profit Consulting Apeldoorn BV Profit Software Improvement BV Tweelingenlaan 4 7324 AM Apeldoorn Tel +31 55 5762822
CIMSOLUTIONS B.V. Havenweg 24 4131 NM Vianen Tel +31 347 368100 Fax +31 347 373777
[email protected] www.cimsolutions.nl
Profit Consulting Eindhoven BV High Tech Campus 69 5656 AE Eindhoven Tel +31 40 8009955
MathWorks BV Dr. Holtroplaan 5b 5652 XR Eindhoven Tel +31 40 2156700 Fax +31 40 2156710
[email protected] www.mathworks.nl
[email protected]
Regio Midden Herculesplein 24, Utrecht Tel +31 88 8275000 Regio Zuid Dillenburgstraat 25-3, Eindhoven Tel +31 88 8275100 Regio West Poortweg 10, Delft Tel +31 88 8275200
ENTER Mbedded BV Science Park 5001 5692 EB SON Tel +31 40 2141020
[email protected] www.enter-mbedded.nl
ESPRIT ICT Group Bastion 1-5 5491 AN Sint-Oedenrode Tel +31 413 271412
[email protected] www.esprit-it.nl
Fourtress BV Meerenakkerplein 20 5652 BJ Eindhoven Tel +31 40 2661080 Fax +31 40 2661081
[email protected] www.fourtress.nl
Regio Noord Zuiderzeelaan 21, Zwolle Kapteynlaan 17, Leek Tel +31 88 8275300
TASS B.V. Larixplein 6 5616 VB Eindhoven Tel +31 40 2503200 Fax +31 40 2503201
[email protected] www.tass.nl
NSPYRE Postbus 85066 3508 AB Utrecht Tel +31 88 8275000 Fax +31 88 8275099
[email protected] www.nspyre.nl
TASS Belgium N.V. Gaston Geenslaan 9 3001 Leuven Tel +32 16 241680 Fax +32 16 241689
[email protected] www.tass.be
National Instruments Pompmolenlaan 10 3447 GK Woerden Tel +31 348 433466 Fax +31 348 430673
[email protected] www.ni.com/netherlands
Ook in de wegwijzer? De wegwijzer geeft informatie over bedrijven die actief zijn in de markt voor hightech systemen. Vermelding is op jaarbasis. Voor meer informatie en reserveringen, neem contact op met de afdeling sales,
[email protected].
TOPIC Embedded Systems Eindhovenseweg 32c 5683 KH Best Tel +31 499 336979 Fax +31 499 336970
[email protected] www.topic.nl
25 februari 2011 |
| nr. 3 | 31