Hoogste tijd voor biodiversiteit! Verslag van de landelijke bijeenkomst Auditorium van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort
4 november 2009
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
Inhoudsopgave 1 Inleiding
3
2 Biodiversiteit werkt in de regio!
4
2.1 Presentatie van de projecten per thema
4
2.2 Discussie, conclusies en aanbevelingen
6
3 Lancering van de Coalitie Biodiversiteit 2010
12
Colophon Publicatie:
Dit verslag is een uitgave van ECNC-European Centre for Nature Conservation in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). M. Snethlage (2009) Hoogste tijd voor biodiversiteit! Verslag van de landelijke bijeenkomst. ECNC, Tilburg, Nederland
Copyright:
© 2009 ECNC Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming vooraf van ECNC.
Verkrijgbaar bij:
ECNC Postbus 90154 5000 LG Tilburg Nederland E-mail:
[email protected] www.ecnc.org
Disclaimer:
De meningen die in dit rapport worden geuit zijn niet per definitie representatief voor het beleid van ECNC en vertegenwoordigen niet per definitie de meningen of opvattingen van het Ministerie van VROM.
2
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
1
Inleiding
Op 4 november 2009 vond in Amersfoort de bijeenkomst 'Hoogste tijd voor biodiversiteit' plaats. Dagvoorzitter was Onno Hoes, gedeputeerde ecologie van de provincie Noord-Brabant en voorzitter van de Coalitie Biodiversiteit 2010. Ruim honderdvijftig vertegenwoordigers van de rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen, natuuren milieuorganisaties en bedrijven kwamen bijeen om de noodzaak en de mogelijkheden van biodiversiteitsacties te bespreken. De bijeenkomst stond in het kader van de lancering van de Coalitie Biodiversiteit 2010 ter voorbereiding op het door de Verenigde Naties uitgeroepen Internationaal Jaar van de Biodiversiteit 2010. Directe aanleiding van de bijeenkomst was de Gedeputeerde Onno Hoes opent de bijeenafronding van het door ECNC-European Centre for komst 'Hoogste tijd voor biodiversiteit!'. Foto: Nature Conservation uitgevoerde en door VROM Frits Falkenhagen gefinancierde project 'Biodiversiteit werkt in de regio'. De bijeenkomst is door ECNC georganiseerd in samenwerking met CREM en de Ministeries van VROM en van LNV. De gemeente Amersfoort trad op als gastheer van de bijeenkomst. De sprekers (zie programma op www.biodiversiteit.nl/2010) belichtten elk vanuit hun eigen gezichtspunt het belang van de biodiversiteit voor mens en samenleving. Er werd stilgestaan bij de snelle achteruitgang van de biodiversiteit als gevolg van menselijk handelen. Deze vergeten crisis vormt een grote bedreiging voor het overleven van de mensheid. De regulerende en producerende functies van de natuur (die door een hoge biodiversiteit in stand worden gehouden) zijn van levensbelang voor de mens, samenleving en economie en vormen de basis van onze alledaagse bezigheden en kwaliteit van leven. Het is daarom van groot belang om de biodiversiteit te behouden en daarmee ook de vele nuttige functies die deze voor de samenleving vervult. Naast de boodschap die de urgentie van het biodiversiteitsvraagstuk duidelijk maakte, gingen de meeste sprekers in op de vraag hoe in de praktijk de bescherming en duurzame benutting van de biodiversiteit op de beste manier zijn te stimuleren, organiseren en in goede banen te leiden.
Biodiversiteit werkt in de regio Het eerste onderdeel van de bijeenkomst, ’Biodiversiteit werkt in de regio’ (zie hoofdstuk 2 en 3) ging in op de ervaringen die in de praktijk, meestal op lokale en regionale schaal, reeds zijn opgedaan met biodiversiteitsprojecten. De resultaten van de discussies in het kader van dit onderdeel worden hieronder weergegeven.
Coalitie biodiversiteit 2010 Het tweede deel van de bijeenkomst stond in het kader van de lancering van de Coalitie Biodiversiteit 2010 (zie hoofdstuk 4), onder voorzitterschap van de Brabantse gedeputeerde voor ecologie Onno Hoes. De Coalitie Biodiversiteit 2010 is het Nederlandse antwoord op het verzoek van het Secretariaat van het VN-Biodiversiteitsverdrag (CBD) aan alle landen om in 2010 de communicatieactiviteiten betreffende het Jaar van de Biodiversiteit te coördineren en te ondersteunen onder het gezamenlijk logo van het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Al tijdens de lancering tekenden 20 organisaties, van provincies tot maatschappelijke organisaties en bedrijven, de Verklaring van Amersfoort. Hiermee zijn ze lid geworden van de Coalitie en hebben zich gecommitteerd om in 2010 een concrete bijdrage te leveren aan bewustwording en het creëren van draagvlak én het bieden van handelingsperspectieven aan burgers, bedrijven en overheden voor behoud en versterking van biodiversiteit.
3
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
2
Biodiversiteit werkt in de regio!
De bijeenkomst 'Hoogste tijd voor biodiversiteit' markeerde de afronding van het door ECNC uitgevoerde en door VROM gefinancierde project 'Biodiversiteit werkt in de regio!' waarin een reeks lokale biodiversiteitsinitiatieven is geïnventariseerd en beschreven. Een selectie van aansprekende projecten uit deze reeks is bijeengebracht in de publicatie 'Biodiversiteit werkt in de regio', die verkrijgbaar is bij ECNC. Ook kan de pdf-versie worden gedownload van de website www.ecnc.org. Tijdens de bijeenkomst kwamen 16 managers van deze projecten bij elkaar om in vier themagroepen de discussie aan te gaan over de kansen, knelpunten, V.l.n.r. Tom Bade, Frank Petter, Paul Voogt samenwerking- en communicatiemogelijkheden van en Piet Sprengers. Foto: Frits Falkenhagen veelal kleinschalige, originele en lokale biodiversiteitsinitiatieven. Hun presentaties leverden levendige discussies op met de aanwezige deelnemers die later plenair werden besproken. De vier gekozen discussiethema’s waren: • • • •
Biodiversiteit Biodiversiteit Biodiversiteit Biodiversiteit
verbetert de leefomgeving! verbindt mensen! smaakt van akker tot aan tafel! werkt voor water, klimaat en energie!
Ter illustratie zijn van elk van de vier gekozen thema’s drie biodiversiteitsprojecten geselecteerd. Voorafgaand aan deze discussierondes waren er twee inleidingen. Felix Luitwieler, plaatsvervangend directeur bij het ministerie van VROM, schetste het kader waarbinnen het project ‘Biodiversiteit werkt in de regio’ is ontstaan en hoe de praktijkvoorbeelden van biodiversiteitsprojecten anderen inspireren tot het ontwikkelen en uitvoeren van vergelijkbare initiatieven. Menko Wiersema, beleidsmedewerker biodiversiteit bij de provincie Zuid-Holland, bracht verslag uit van de ervaringen die de provincie opdeed in de Hoekse Waard en in Leiden met het opstellen en uitvoeren van een biodiversiteitsactieplan, voor en door de burgers. Hij liet zien dat het betrekken van burgers bij de visie en planvorming uitstekend werkt voor het creëren van draagvlak. En dat een pragmatische aanpak voor het prioriteren van acties gebaseerd op kosten en (politieke) haalbaarheid in de praktijk goed uitwerkt.
2.1 Presentatie van de projecten Biodiversiteit verbetert de leefomgeving! De paneldiscussie ‘Biodiversiteit verbetert de leefomgeving!’ werd geleid door Dr Frank Petter, Burgemeester van Woudrichem en voorzitter van de Brabantse MOLO Taskforce Biodiversiteit. Renée van Assema, ecoloog bij de gemeente Amersfoort, presenteerde de integrale beleidsaanpak van de stad, waarbij het versterken van de groenblauwe structuur een grote vaart heeft genomen. Amersfoort maakt de plannen voor de biodiversiteit, en voert ze uit in nauwe samenwerking met belanghebbende partijen. In het bijzonder door het betrekken van de bevolking, zoals de samenwerking in het kader van Het Groene Spoor laat zien. Joop van Hezik, loco-burgemeester van Oisterwijk, lichtte het ontstaan en de recente resultaten van het B-team (biodiversiteitsteam) toe dat in zijn gemeente in nauwe samenwerking met Natuurmonumenten is opgericht. Het B-team bestaat uit een 20-tal vrijwilligers die gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de gemeente, bedrijven e.d. over te nemen maatregelen om de biodiversiteit te bevorderen. Mirte van Daalen, beleidsmedewerker bij de gemeente Leiden, vertelde over de ervaringen die zijn opgedaan in het kader van het project Leiden Lekker Wild, en in het bijzonder Leiden Lekker Groen, waarbij de burgers middels georganiseerde avondbijeenkomsten werden gevraagd hun visies en dromen ten aanzien van biodiversiteit in de gemeente te verwoorden of in beelden te
4
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
vatten. Deze visies zijn in een later stadium omgezet in een biodiversiteitsactieplan dat nu wordt uitgevoerd.
Biodiversiteit verbindt mensen! De paneldiscussie ‘Biodiversiteit verbindt mensen’ werd geleid door Paul Voogt, adjunct directeur publiek bij Naturalis. Parknatuur.nl is een natuurnieuwsbrief voor de directe omwonenden van park Transwijk in Utrecht, uitgebracht door Mireille de Heer in samenwerking met de gemeente. In de nieuwsbrief komt natuurnieuws aan bod en worden omwonenden gestimuleerd om actief bij te dragen, bijvoorbeeld door het doorgeven van hun natuurwaarnemingen. Martijn Messing, directeur van De Kleine Aarde, legde de nadruk op het belang van direct en fysiek contact met de natuur voor de gezondheid van mensen, een idee dat door DKA wordt uitgedragen en in de praktijk gebracht (programma’s voor kinderen om in de natuur rond te banjeren, zonder angst om vies te worden). Bovendien is de natuur, met haar biodiversiteit een uitgelezen plek om mensen met elkaar in contact te brengen. Theo Verstraal, directeur van de Vlinderstichting, beaamde deze insteek, die ook was gekozen bij het opzetten van de Vlindertuinen. Deze tuinen, waarvan er inmiddels al meer dan 100 zijn ingericht, bevinden zich in de directe nabijheid van zorginstellingen. Ze zijn zo vormgegeven dat ze veel vlinders aantrekken. Kinderen van nabijgelegen scholen worden ingezet bij het onderhoud, en bewoners van de instellingen kunnen er genieten van de natuur en de vlinders om zo contact te onderhouden met de buitenwereld.
Biodiversiteit smaakt van akker tot aan tafel! Tom Bade, directeur van Triple E, leidde de sessie ‘Biodiversiteit smaakt van akker tot aan tafel’. Johan van Zoest, senior hoofd planologie bij de gemeente Amsterdam, zette de benadering uiteen die Amsterdam heeft gekozen ten aanzien van biodiversiteit. De rol van het beleven, met name door de smaak, in het creëren van draagvlak en bewustwording onder de bevolking ten aanzien van biodiversiteit en duurzaamheid is als uitgangspunt gekozen in de ‘Proeftuin van Amsterdam’ en de ‘Week van de Smaak’. Hagge de Vries, onafhankelijk adviseur, bracht in zijn bijdrage de andere kant van de voedselketen in beeld, te weten de productiezijde. In het project Veldleeuwerik zochten boeren die produceerden voor grote bedrijven Discussieronde ‘Biodiversiteit smaakt van de als Heineken, door uitwisseling van ervaringen en akker tot aan tafel!’. Foto: Hanneke Wijnja discussies met deskundigen, naar productiemethoden die gebruik maken van biodiversiteit en hiermee het natuurlijke leven op de akker beter beschermen. Marc Büchner van Stichting Free, liet zien dat verantwoord voedsel en natuurlijk beheer van natuurgebieden prima samen kunnen gaan. De runderen die Stichting Free laat grazen in natuurgebieden brengen dynamiek en variatie aan in de vegetatie, terwijl de natuurlijke aanwas van de kuddes prima vlees oplevert waarvan de opbrengsten weer in de natuur worden geïnvesteerd.
Biodiversiteit werkt voor water, klimaat en energie! 'Biodiversiteit werkt voor water, klimaat en energie!' was de titel van de laatste paneldiscussie onder leiding van Piet Sprengers, hoofd duurzaamheidsbeleid bij de ASN Bank. Eric Brinckmann, locatiemanager van Waterpark Het Lankheet, vertelde over de mogelijkheden van meervoudig landgebruik die op het Lankheet in praktijk zijn gebracht. Het terrein is ingericht en wordt beheerd op een manier waarbij verschillende ecologische functies kunnen worden benut: waterbuffering (tijdelijke opvang van overtollig oppervlaktewater), waterzuivering, productie van biomassa en recreatie. Daniel Goedbloed, projectleider groene daken bij de gemeente Rotterdam, lichtte het integrale waterbeheer van de stad toe, waarbij wordt ingespeeld op de toekomstige effecten van klimaatverandering. Een onderdeel van deze aanpak is het stimuleren van de aanleg van groene daken die meerdere functies vervullen: warmte-isolatie, tijdelijke wateropvang, invang van fijnstof, en het creëren van leefgebied voor stadssoorten. Patrick Jansen, directeur van Stichting Probos, vertelde vervolgens over het monitoren van de biodiversiteit in biobrandstofplantages, met name moderne versies van wilgengrienden. Onderzoek
5
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
toont aan dat er veel meer leeft dan verwacht. En dat deze moderne duurzame brandstofproductie een bijdrage kan leveren aan het landschap.
2.2
Discussie, conclusies en aanbevelingen
De korte presentaties werden gevolgd door een discussie waarin werd ingegaan op de vragen: • • • •
Wat Wat Hoe Hoe
zijn de succesfactoren van geslaagde biodiversiteitsprojecten? zijn de knelpunten bij het opzetten en uitvoeren van biodiversiteitsprojecten? betrek je nieuwe partners bij biodiversiteitsprojecten? communiceer je over (de resultaten van) biodiversiteitsprojecten?
Uit de discussies bleek dat drie groepen factoren leiden tot succesvolle biodiversiteitsprojecten: • • •
een integrale benadering waarin verschillende belangen en doelen worden gekoppeld (functiestapeling, win-win situaties, meervoudig landgebruik); een proces waarin belanghebbenden actief (en vanaf een vroeg stadium) worden betrokken; een aan het thema en de doelgroepen aangepaste communicatiestrategie.
Hoewel de precieze benadering afhangt van de specifieke projectdoelstellingen blijkt dat voor lokale biodiversiteitsprojecten een kleinschalige, integrale benadering in het algemeen het beste werkt. Voldoende kennis is van essentieel belang om de juiste afwegingen te kunnen maken en de doelen zo goed mogelijk te omschrijven. De integrale benadering maakt het mogelijk om tijdens de projectformulering open te blijven staan voor nieuw te ontdekken gemeenschappelijke doelen en onvermoede nieuwe partners die kunnen leiden tot win-win situaties. De rol van partners is essentieel, maar hoe betrek je ze bij het proces? Wat vaak in een vroege fase van het project helpt, is concreet aan de slag gaan, gewoon doén. Er is in het algemeen veel animo onder de burgers om vrijwillig aan projecten mee te werken, vooral als het om praktische initiatieven in de buurt gaat. Het oprichten van een zogenaamd B-team (biodiversiteitsteam) dat activiteiten op het gebied van biodiversiteit in een gemeente coördineert, en aan gemeente, waterschap en organisaties adviseert vanuit het burgerperspectief, kan hieraan bijdragen. Om de animo er in te houden, is het van groot belang om in een project een goed contact te onderhouden met de betrokken partijen. Beheer van het netwerk van betrokken partijen, met regelmatig overleg en informatie, is hierbij van groot belang. Erkenning van de vaak indrukwekkende en belangeloze bijdragen van vrijwilligers is essentieel om hun actieve deelname ook in de toekomst te behouden.
Communicatie en informatie Communicatie werd door de deelnemers aangemerkt als een van de belangrijke succesfactoren van geslaagde projecten. Een goede communicatie maakt het mogelijk de betrokken partijen enthousiast te houden, successen door te geven en zodoende meer draagvlak voor de doelstellingen te creëren. Maar in sommige gevallen is een communicatieoffensief ook noodzakelijk bij de start van een project om critici van het nut van biodiversiteitsprojecten te overtuigen. Er dient dus voldoende aandacht te worden geschonken aan een communicatiestrategie en het daaraan gekoppeld plan. Communiceren over biodiversiteit is essentieel om medestanders te winnen, mogelijke tegenstanders van het beoogde project middels goede informatie te overtuigen en financiers te interesseren. Bij het opstellen van het communicatieplan is het van belang om bij de volgende punten stil te staan: • • • •
de de de en
doelstelling van de communicatie (waarom?); ontvangers van de boodschap (wie?); daarmee samenhangende inhoud van de boodschap (wat?); de hiertoe meest geschikte vorm (hoe?).
Doel - waarom? De projectcommunicatie kan tot doel hebben: •
mensen te informeren over biodiversiteit;
6
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
• • • • • •
het door betere kennis wegnemen van onduidelijkheid, onbegrip, en zelfs soms angst voor biodiversiteit; de doelstelling, het verloop en de gewenste resultaten van het project kenbaar te maken; mogelijke partners over te halen om deel te nemen; mogelijke critici, sceptici of tegenstanders te overtuigen; financiers over te halen tot ondersteuning van de activiteiten; de mogelijkheden tot inspraak, bijdragen en inbreng te verduidelijken.
Mensen en organisaties - wie? De communicatie moet zich richten op duidelijk omschreven doelgroepen. Binnen die groepen dient een onderscheid te worden gemaakt tussen verschillende belanghebbenden (stakeholder analysis), hun relatie tot het project en de beoogde doelstellingen: •
• •
de voorstanders en mogelijke partners (en hun invloed / macht t.a.v. het project); de sceptici, critici en tegenstanders (en hun invloed / macht t.a.v. het project); de financiers; de beslissers;
•
het brede publiek.
•
Discussies met interactie vanuit de zaal. Foto: Frits Falkenhagen
Elk van de bovengenoemde groepen vergt een aparte benadering wat inhoud en vorm van communicatie betreft. Inhoud - wat? Voor een goede projectcommunicatie dient de boodschap aangepast te worden aan de beoogde ontvanger. Biodiversiteitsprojecten zijn complex, sectoroverschrijdend en dienen vaak meerdere sociale en economische doelen (functiestapeling), waarmee veel en uiteenlopende belangen zijn gemoeid. Burgers zijn vrijwel altijd een belangrijke doelgroep in dit soort projecten. Daarom zijn de volgende overwegingen van belang voor een goede communicatie ten aanzien van biodiversiteitsprojecten: • • • • • • •
concentreer de inhoud op positieve boodschappen; gebruik aansprekende thema’s en daarmee samenhangende voorbeelden; maak eerdere successen bekend en inzichtelijk; leg de verbinding met de belevingswereld van de mensen door koppelingen te leggen met gezondheid, voedsel, dromen over de eigen leefomgeving; leg voor de ambtelijke, bestuurlijke en bedrijfsdoelgroepen de verbanden vast die bestaan met landbouw, economie, regio, recreatie; benadruk de belangen die de verschillende doelgroepen hebben bij het meewerken aan een bepaald biodiversiteitsproject; benadruk de sectoroverschrijdende aard van biodiversiteitsprojecten: functiestapeling en meervoudig landgebruik; biodiversiteit kan worden beschermd en gebruikt in combinatie met andere maatschappelijke doelen en zelfs bijdragen aan het behalen van deze doelen.
Vorm - hoe? Voor elke combinatie tussen doelgroep en boodschap moet uiteindelijk de juiste communicatievorm worden gekozen. De discussies met de projectvertegenwoordigers leerden dat je het beste kunt: • • • • •
kiezen voor laagdrempeligheid voor wat betreft taalgebruik; maximaal gebruik maken van de visuele aantrekkelijkheid van biodiversiteit; taalgebruik aanpassen aan de doelgroep: vermijd ‘ambtelijk jargon’ in communicatie met de burger, maar zelfs misschien in communicatie met andere doelgroepen, inclusief ambtenaren; enthousiasme en inspiratie uitstralen door heldere taal in combinatie met zorgvuldig gekozen beeldmateriaal; dicht bij de directe belevingswereld van de doelgroep blijven.
Planning en financiering - Uiteindelijk is het nodig om al deze beschouwingen op te nemen in een goed uitgewerkt plan. Er moet dus in de projectbegroting voldoende budget worden
7
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
gereserveerd voor goed deskundig advies, en voor het omzetten van de gekozen strategie en plannen in concrete handelingen.
Samenwerken en partners betrekken De bescherming en het duurzame gebruik van biodiversiteit is reeds ver voorbij gegaan aan het oorspronkelijke aanwijzen van beschermde natuurgebieden waar de natuur vrij zijn gang kan gaan en menselijke activiteiten worden beperkt. Biodiversiteit is ook (en vooral) buiten reservaten erg nuttig voor mens en samenleving en moet daarom ook daar worden beschermd en duurzaam benut. Biodiversiteit dient daarom beter te worden geïntegreerd in de verschillende sectoren. Maar hoe betrek je nieuwe partners bij projecten die op het behoud en duurzame gebruik van biodiversiteit gericht zijn? Ervaringen opgedaan in de projecten die vertegenwoordigd waren op de landelijke bijeenkomst leerden het volgende: • • • • • •
zorg voor voldoende kennis en informatie (zie communicatie); kies een aan de schaal en projectdoelstelling aangepaste benadering; betrek de mensen en organisaties vanaf een vroeg stadium in de plan- en besluitvorming; breng vertegenwoordigers van de belangengroepen bijeen in teams en geef hen een taak in het adviseren en het mede aansturen van het proces; zorg dat de uitvoering en effecten lokaal zijn zodat mensen persoonlijk betrokken kunnen zijn en blijven doordat de behaalde resultaten hen direct aangaan; laat biodiversiteit deel uitmaken van de visies en dromen ten aanzien van de directe leefomgeving.
Gemeenschappelijke belangen Aangezien biodiversiteit een thema is dat vele beleidsterreinen doorkruist, is het van groot belang om bij het ontwerp van een projectvoorstel een goede afspiegeling van de betrokkenen te verzekeren. Het aangaan van nieuwe allianties en samenwerkingsverbanden waarbij vooral wordt ingespeeld op het creëren van win-win situaties door middel van functiestapeling (bijvoorbeeld groene daken die gelijktijdig zorgen voor warmte-isolatie, waterbuffering, invang van fijnstof en creëren van leefruimte voor stadsdieren en -planten) en meervoudig landgebruik (bijvoorbeeld het aanwijzen van een uiterwaard voor de opvang van overtollig rivierwater, natuurontwikkeling en recreatie) zijn hiervoor essentieel, omdat ze het mogelijk maken om gelijktijdig aan de belangen van verschillende partijen tegemoet te komen. Hierbij moet vooral gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van publiekprivate partnerschappen (ppp's) en intersectorale samenwerking (met name tussen stad en platteland en tussen natuur en landbouw). Nieuwe partners en doelgroepen herkennen en betrekken De rijksdoelstelling is om biodiversiteit tot een sectoroverschrijdend en breed gedragen thema op te tillen. Dan is het ook noodzakelijk om de wensen en beleving van niet traditioneel aan biodiversiteit gebonden groepen te onderkennen en in het nieuwe beleid te integreren. Wanneer men een bijdrage verwacht van het bedrijfsleven of van de ‘nieuwe Nederlanders’, dan is het van belang om ook hun belangen en hun beleving van de natuur en biodiversiteit te onderkennen. Zo hebben sommige groepen ‘nieuwe Nederlanders’ geheel andere wensen ten aanzien van de functies en diensten die de natuur hen kan bieden. Zoals bijvoorbeeld een schaduwrijke plek aan het water om met de familie op zaterdag te picknicken, te vissen, te jagen en te verzamelen. Indien de inzet is om ook deze groeiende groep Nederlanders actief bij het denken over het gebruik van biodiversiteit te betrekken, dan dient er ook ruimte te zijn om aan hun verwachtingen tegemoet te komen. Strategieën om partners te betrekken en enthousiast te houden Het betrekken van burgers en andere belanghebbenden (organisaties) bij het uitvoeren van biodiversiteitsprojecten is belangrijk. Buiten de traditionele groepen die elk op hun eigen manier werken met biodiversiteit (terreinbeheerders, natuurbeschermers, boeren, natuureducatoren etc) zijn er ook tal van mogelijkheden voor nieuwe partners om aan de slag te gaan met biodiversiteit. Woningbouwcorporaties en bouwbedrijven kunnen samenwerken met gemeenten om nieuwbouwwijken groen in te richten of bestaande bouw te vergroenen. Bedrijven kunnen hun terreinen herinrichten op een biodidiversiteitsvriendelijke manier. ‘Nieuwe Nederlanders’ kunnen hun andere kijk op natuurbeleving delen met de autochtone bevolkingsgroepen en zo bijdragen aan een nieuwe inrichting van de openbare groene ruimte die de diversiteit van de Nederlandse bevolking beter reflecteert.
8
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
Maar hoe betrek je deze nieuwe biodiversiteitspartners? Van groot belang is een heldere voorlichting. Hiervoor zijn een goede informatiebasis en een toegesneden communicatiestrategie (zie boven) nodig. Verder is van belang: • • • • •
voor het brede publiek: natuureducatie, excursies, rondleidingen, evenementen; voor de jeugd: natuurspel, ontdekking en educatie; voor de geïnteresseerde leek: betrekken bij natuurwaarnemingen en natuurbeheeractiviteiten; voor de overheden: vertalen van projectideeën naar beleidsperspectieven, benadrukken van de mogelijkheden die biodiversiteit biedt voor functiestapeling en het combineren van doelen; voor bedrijven: het vertalen van mogelijkheden van biodiversiteit in beleid en strategie t.a.v. maatschappelijk verantwoord ondernemen, alsmede investeringsmogelijkheden.
De rol van burgers (vrijwilligers) bij het opzetten en uitvoeren van biodiversiteitsprojecten moet niet worden onderschat. Of de bijdrage passief is (door financiële steun, stemgedrag) of actief (vrijwilligerswerk), het creëren van draagvlak onder de burgers voor biodiversiteit is, zoals gesteld, van groot belang. Het werk van vrijwilligers moet voldoende worden erkend. Hierbij is het ook van belang om te weten wat de drijfveren zijn die de vrijwilliger beweegt. Wanneer bijvoorbeeld de natuurwaarnemer zijn gegevens deelt met de particuliere gegevensbeherende organisaties (PGO’s) zoals de Vlinderstichting is het nuttig om te weten waarom hij of zij dat doet als men hem of haar hiervoor wil bedanken. Vaak doen vrijwillige waarnemers hun werk uit liefde voor de natuur en hopen zij dat hun gegevens bijdragen aan het beter beschermen van de natuur. Dan ligt het voor de hand om een landelijke dag te organiseren waarbij juist dit aspect de aandacht krijgt: analyse van de gegevens en hun vertaling in beleid en bescherming. Dat is precies wat de PGO’s doen.
De bijeenkomst vond plaat in het Auditorium van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed te Amersfoort. Foto: Frits Falkenhagen
Knelpunten bij het plannen en uitvoeren van biodiversiteitsprojecten Het opzetten en uitvoeren van op biodiversiteit gerichte projecten gaat zelden zonder tegenslagen. De knelpunten die door de deelnemers aan de bijeenkomst werden genoemd hebben betrekking op de volgende thema’s: • • • • •
samenwerking; geld en regels; kennis en informatie; emoties en gevoelens; tijd, ruimte en schaal.
Samenwerking - Een goede samenwerking met verschillende partijen is essentieel voor het laten slagen van sectoroverschrijdende projecten, die bovendien vaak uitgaan van meervoudig landgebruik (hetgeen betekent veel verschillende belangen). Er worden vooral moeilijkheden gesignaleerd in de onderlinge communicatie en samenwerking tussen overheid en particuliere initiatieven en organisaties en tussen de natuur- en landbouwsectoren. Dit heeft alles te maken met verschillende (werk)culturen, belevingswerelden en tegenstrijdige belangen. Ondanks het feit dat sommige projecten stranden of vertraging oplopen door dit soort moeizame verhoudingen en samenwerking, hebben de tijdens de bijeenkomst vertegenwoordigde projecten bewezen dat biodiversiteit juist in de meeste gevallen verschillende partijen succesvol bij elkaar brengt en samenwerking stimuleert. Geld en regels - Projecten kunnen ook in de knel komen door een overdaad aan regels en bureaucratische beslommeringen. Beperkte middelen die voor projectuitvoering zouden kunnen worden aangewend verdwijnen vaak in inspanningen om te voldoen aan regelgeving die in de ogen van de uitvoerders te complex en beperkend is. Een vereenvoudiging van sommige regels zou de effectiviteit van de projectuitvoering en daarmee ook de besteding van de (veelal publieke) gelden ten goede komen.
9
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
Kennis en informatie - De juiste kennis en informatie ten aanzien van het opzetten, uitvoeren, en financieren van biodiversiteitsprojecten is vaak niet voorhanden of moeilijk toegankelijk. Vaak is het niet een probleem van het bestaan van de juiste kennis en informatie, maar het weten waar deze informatie bereikt kan worden. In het communiceren van het belang van het behoud en duurzame gebruik van biodiversiteit speelt ook de complexiteit van het begrip biodiversiteit een belangrijke rol. Emoties en gevoelens - Het behoud en duurzame gebruik van biodiversiteit is gebaat bij een breed maatschappelijk draagvlak. Zoals eerder gemeld, is 'biodiversiteit' echter een complex en moeilijk te communiceren begrip, hoewel de elementen van biodiversiteit (planten, dieren, leefgebieden, landschappen, gewassen, etc) juist heel erg tot de verbeelding spreken, en zowel in schrift als in beeld goed te vatten zijn. Maar in een samenleving waar de meeste mensen een grotendeels urbaan leven leiden, en waar de werkelijkheden van het leven zoals ziekte en dood door media worden gemeden, en alles beheersbaar en controleerbaar moet zijn, boezemt het 'wilde' en onbeheersbare karakter van biodiversiteit mensen vaak angst in. Wanneer men biodiversiteit wil gebruiken om verschillende bevolkingsgroepen met elkaar in contact te brengen, dus biodiversiteit te gebruiken om sociale cohesie te bevorderen, blijkt ook de angst voor andere bevolkingsgroepen, ouderen en zieken op te spelen. Het verloren gegane besef dat de mensen en de samenleving een onderdeel zijn van de natuur, dus het besef van wederzijdse afhankelijkheid van natuur en samenleving is een van de grote uitdagingen waar biodiversiteitsprojecten aan kunnen meehelpen. Tijd, ruimte en schaal - Natuur en biodiversiteit ontwikkelen zich op een onvoorspelbare en vaak trage manier. Niet altijd zijn de factoren die het veranderen van de biodiversiteit beïnvloeden bekend. Vaak is het nodig om veel geduld op te brengen om resultaten van geleverde inspanningen te zien. In een samenleving die gericht is op snelle en meetbare resultaten is dat vaak een moeilijk punt in de communicatie naar de belanghebbenden, de financiers en de besluitvormers toe. Het is daarom een uitdaging om de continuïteit van biodiversiteitsprojecten met een lange looptijd te waarborgen en de blijvende steun van de betrokkenen te verzekeren. Biodiversiteitsprojecten met een duidelijke ruimtelijke component dienen in de ruimtelijke planvorming te worden opgenomen. Hiervoor is een goede afstemming met de lokale bestemmingsplannen noodzakelijk, maar ook integratie en afstemming met andere ruimtelijke ecologische processen zoals het uitvoeren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Natura 2000. Biodiversiteitsprojecten slagen vaak mede vanwege hun lokale uitvoering die een directe inbreng van de lokale burgers mogelijk maakt. Dat maakt het opschalen van lokale succesformules moeilijk omdat het burgerdraagvlak hiermee vervaagt. Sommige initiatieven kunnen daarom beter niet op grote schaal worden uitgevoerd.
Samen werken aan biodiversiteit – in 2010 en later! De conclusies van de vier parallelle sessies werden becommentarieerd door Pieter van der Gaag, hoofd externe relaties en communicatie van IUCN-NC, door Henk de Jong, voorzitter van het Interdepartementaal Programmateam Biodiversiteit, en door Rob Wolters, algemeen directeur van ECNC. Pieter van der Gaag benadrukte dat lokaal uitgevoerde activiteiten in Nederland, zowel door organisaties als door burgers, ook altijd een internationale component hebben. Via handelsketens beïnvloeden ons gedrag en onze consumptie sociaaleconomische ontwikkelingen elders in de wereld die hun weerslag hebben op de biodiversiteit aldaar. Rob Wolters legde de nadruk op de rol van passie, dromen, beleving, beelden, emoties en een positieve benadering voor het behalen van biodiversiteitsdoelen, en minder op normen en doelsoorten. Henk de Jong vond alle aandacht die in 2010 zal worden geschonken aan biodiversiteit heel belangrijk en urgent, maar wees erop dat we reeds moesten gaan nadenken hoe deze aandacht ook ná 2010 vast te houden. Bij het zoeken naar oplossingen voor het biodiversiteitsvraagstuk moet volgens hem speciale aandacht uitgaan naar het zoeken van win-win situaties, waarbij de verschillende belangengroepen de winst van een beter beschermde en benutte biodiversiteit voor hun sector gaan inzien en exploiteren. Tijdens het voeren van de discussies rond de genoemde thema’s bleek dat het Jaar van de Biodiversiteit voor velen al een rode draad in hun plannen en projecten is. Biodiversiteit is echter nog niet bij alle betrokkenen een uitgangspunt op zich en wordt veelal in een later stadium in de mix van beleids- en uitvoeringsplannen toegevoegd. Redenen hiervoor zijn dat het concept
10
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
biodiversiteit nog altijd ongrijpbaar is door zijn veelomvattendheid. Gemeente Oisterwijk heeft dit echter innovatief weten op te lossen door een B-team te introduceren. Dat de ‘B’ voor biodiversiteit staat weet haast niemand in de gemeente. Dat het team zich inzet voor het behoud en de verbetering van de leefomgeving weet echter bijna iedereen. Dit soort praktijkvoorbeelden, aangevuld met de ervaringen opgedaan tijdens 'Biodiversiteit werkt in de regio', werken als duurzame biobrandstof voor het Jaar van de Biodiversiteit en geven betrokkenen handvatten om deze materie breed onder de aandacht te brengen. De interesse en ambities voor 2010 waren bij de aanwezigen dan ook zeer groot. Dit bleek ook al uit de betrokkenheid voorafgaand aan de bijeenkomst, waarbij 30 organisaties al te kennen gaven lid te willen worden van de Coalitie. Voor deze organisaties was een powerpoint presentatie opgesteld waarin ze met een slogan hun doelen voor het Jaar van de Biodiversiteit presenteerden.
11
Gedeputeerde Hoes (links), Wethouder van 't Erve (Gemeente Amersfoort, midden) en DG Wouters (rechts) zaaien samen met kinderen en de voorzitter van het Groene Spoor de zaadjes voor het biodiversiteitsjaar. Foto: Frits Falkenhagen
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
3
De lancering van de Coalitie Biodiversiteit 2010
De bijeenkomst werd afgesloten met de lancering van de Coalitie Biodiversiteit 2010. De Coalitie werd door Onno Hoes omschreven als een cruciale stap voor het in beeld brengen van de vergeten crisis bij de individuele burger. "Het is van groot belang dat we daar met een hele brede groep burgers de schouders onder zetten. Dat kan door de eigen achtertuin bewuster in te richten en bewuster te consumeren. Want wat wij hier doen beïnvloedt niet alleen onze directe leefomgeving van de voordeur tot de tuin maar heeft ook grensoverschrijdende effecten op wereldwijd niveau. Omgekeerd wordt onze tuin beïnvloed door wat er daar gebeurt. Het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit geeft daarom handvatten om je eigen en andermans tuin, leefomgeving en kwaliteit van leven te laten floreren." Wethouder Sebastiaan van ’t Erve van de gemeente Amersfoort presenteerde vervolgens de vele biodiversiteitsprojecten die Amersfoort heeft gerealiseerd en de ambities die de ‘groene stad’ heeft voor 2010 en daarna. Samenwerken met de bewoners, woningbouwcorporaties en andere belanghebbenden heeft in de gemeente geleid tot een reeks spraakmakende successen. Naast het praktische werk in het veld is het ook noodzakelijk om biodiversiteit hoger op de politieke agenda te krijgen en tussen de oren van de burgers, beleidsmakers en bedrijfsleven. Hiervoor is een brede communicatie inzake biodiversiteit nodig.
Directeur-generaal Anita Wouters spreekt van een wereldwijde biodiversiteitscrisis. Foto: Frits Falkenhagen
In haar toespraak betoogde Anita Wouters, directeur-generaal bij het Ministerie van LNV, dat als er nu niet eendrachtig opgetreden wordt de biodiversiteitscrisis op langere termijn grotere gevolgen kan hebben dan de huidige economische crisis. Zaken die vandaag in Nederland nog vanzelfsprekend zijn, zoals voldoende water en schone lucht, kunnen anders een probleem in de toekomst worden. Het behoud van biodiversiteit is daarom pure noodzaak. Op rijksniveau draagt het interdepartementale biodiversiteitsbeleid reeds bij aan het behoud van biodiversiteit en de daaruit voortkomende ecosysteemdiensten die voor de samenleving essentieel zijn. De Coalitie Biodiversiteit 2010 sluit hier in 2010 op aan en zal biodiversiteit bij mensen, bedrijven en maatschappelijke organisaties thuis voor de deur brengen. Het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit wordt daarmee een sleuteljaar voor bewustwording bij brede lagen van de bevolking en een fundament voor actieve inzet in 2010 en later. Het rijk steunt de Coalitie en stelt in 2010 € 400.000 beschikbaar voor coalitieprojecten en voor het secretariaat van de Coalitie. Onder leiding van Onno Hoes hebben terstond twintig vertegenwoordigers van overheden, maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven de 'Verklaring van Amersfoort' ondertekend en zich gecommitteerd aan het vergroten van draagvlak voor biodiversiteit, het stimuleren van concrete acties hiervoor en het zoeken van innovatieve oplossingen. Vele andere organisaties hebben te kennen gegeven zich ook aan te willen sluiten bij de Coalitie om samen bij te dragen aan biodiversiteit. Organisaties die op de bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!’ de Verklaring van Amersfoort plenair hebben ondertekend en lid werden van de Coalitie zijn: • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • •
Provincie Noord-Brabant Gemeente Amersfoort Gemeente Amsterdam Gemeente Leiden Gemeente Oisterwijk Artis - Natura Artis Magistra ASN Bank De 12 Landschappen De Vogelbescherming ECNC
12
Grontmij Hortus Botanicus Amsterdam IUCN-NC IVN Large Herbivore Foundation NCB (Naturalis) Samenwerkingsverband Nationale Parken Staatsbosbeheer Stichting het Groene Spoor Stichting Nationale Boomfeestdag
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
De lancering van de Coalitie is mogelijk gemaakt door ComBIO1, de Ministeries van LNV, VROM en BuZa en vele betrokkenen die een actieve bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van de Coalitie (Gemeente Groningen, Gemeente Tilburg, IPO, LTO Nederland, Productschap Tuinbouw, Provincie Utrecht, Provincie Zuid-Holland, de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen en de Vlinderstichting). Organisaties kunnen zich vanaf 4 november 2009 en gedurende 2010 aansluiten bij de Coalitie Biodiversiteit 2010. Kijk hiervoor op: www.biodiversiteit.nl/2010/communicatiecoalitie of neem contact op met het Secretariaat via
[email protected].
Biodiversiteit is leven, biodiversiteit is ons leven!
De Coalitieleden Mirte van Daalen (Gemeente Leiden), Pieter van der Gaag (IUCN-NC), Sebastiaan van ’t Erve (Wethouder Milieu, Onderwijs en Integratie Gemeente Amersfoort), Paul Voogt (Naturalis) en Onno Hoes (Voorzitter Coalitie Biodiversiteit 2010) tekenen de Coalitieverklaring. Foto: Frits Falkenhagen
1 ComBIO is een project dat de communicatie over biodiversiteit vanuit de Rijksoverheid ondersteunt. Het valt onder het Interdepartementaal Programma Biodiversiteit (IPB), wordt gefinancierd door het ministerie van LNV en wordt uitgevoerd door de adviesbureaus NovioConsult, CREM en Pauw Sanders Zeilstra Van Spaendonck.
13
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
Coalitiepartners van het eerste uur en hun biodiversiteitsambities voor 2010 Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat het een duurzame bijdrage levert aan de kwaliteit van onze werk- en leefomgeving en onze voedselproductie. Daarom zullen we in 2010 met onze Countdownpartners op verschillende momenten de Brabantse samenleving laten zien hoe in onze provincie wordt gewerkt aan biodiversiteit voor dagelijks gebruik. Biodiversiteit is (be)leven En daarom gaan wij in 2010 op de bres voor biodiversiteit!
Biodiversiteit is belangrijk voor de leefbaarheid van onze stad. Daarom werken wij in 2010 samen met de mensen in de stad verder aan een groen en natuurrijk Leiden. Biodiversiteit is voor ons belangrijk, omdat leven van vroeger en nu onze toekomst maakt. Daarom zullen wij in 2010 met onze partners het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit oprichten! Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat het de voorwaarde voor leven vormt. en daarom zullen wij in 2010 doorgaan aan te tonen dat het vergroenen van de samenleving moet en kan.
Biodiversiteit draagt bij aan een Mooi Nederland en een Mooi Europa... ...en daarom zal ECNC ook in 2010 doorgaan het informeren, enthousiasmeren en betrekken vele diverse partijen bij het behoud biodiversiteit, door middel van het organiseren uiteenlopende activiteiten zoals de bijeenkomst vandaag!
met van van van van
Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat dit iets zegt over de kwaliteit van het landschap. En daarom vertellen wij in 2010 wat de smaak van uw landschap is!
Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat het onze wereldwijde band met natuur en elkaar vormt. En daarom zullen wij ons in 2010 speciaal inzetten voor trekvogels die mensen en natuur over de continenten met elkaar verbinden.
14
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat het bijdraagt aan de kleur en geur van het bestaan. Wij willen geen eenheidsworst.
Daarom zullen wij in 2010 doorgaan met ons werk. Het beschermen van de biodiversiteit voor mens en dier zit in de haarvaten van onze organisatie. Biodiversiteit is voor ons omdat Grontmij als missie heeft om waarde te creëren voor haar klanten en aandeelhouders door het ontwerpen en realiseren van duurzame woon-, werk- en leefomgevingen. Daarom zullen wij in 2010 het belang van biodiversiteit voor een duurzame leefomgeving waar mogelijk benadrukken en integreren in onze projecten en breed helpen uitdragen. Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat Stichting Nationale Boomfeestdag als doel heeft gesteld kinderen te betrekken bij hun leefomgeving, door het zelf planten van een boom én ze bewust maken dat ze zich ook zelf moeten inzetten voor die leefbare en duurzame leefomgeving. Daarom zullen wij in 2010 stimuleren dat kinderen zelf plannen gaan maken, om in de wereld om hen heen, meer planten en dieren te laten leven om zo een beter milieu te creëren. Dit doen de leerlingen door het klassikaal ondertekenen van de KidsBiodiversiteitsverklaring, het opstellen én uitvoeren van het Biodiversiteitsactieplan. Biodiversiteit: Natuur is iets van alle tijden en voor alle tijden, voor komende generaties. In 2010: hoe (slecht en goed) gaat het met de grote zoogdieren in Eurazië? Wat moeten we nu en straks doen om weer ruimte te maken voor deze dieren in gezonde en uitgestrekte ecosystemen?!
Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat we dankzij de veelzijdigheid en schoonheid van planten en dieren bij onze bezoekers liefde en zorg voor de natuur kunnen stimuleren. En daarom zullen wij in 2010 biodiversiteit als hoofdthema in de Artis activiteiten terug laten komen.
Biodiversiteit is voor ons belangrijk, omdat wij onze bezoekers ook in de toekomst willen laten genieten van de schoonheid en diversiteit van planten, niet alleen in onze tuin, maar ook in de hele wereld. Daarom zullen wij in 2010 een tentoonstelling organiseren waarin we op inspirerende wijze de verhalen van wereldwijd bedreigde planten aan de bezoekers gaan vertellen: Starring the Plants!
15
Verslag landelijke bijeenkomst ‘Hoogste tijd voor Biodiversiteit!'
Biodiversiteit is voor ons belangrijk: het omvat al het leven – waar ook ter wereld. Daarom zullen IVN' ers in 2010 veel mensen betrekken bij het belang van biodiversiteit en hen bewust maken van de rol die zij spelen bij de instandhouding ervan. Biodiversiteit sluit aan bij de missie van de ASN Bank om de duurzaamheid van de samenleving te bevorderen.
Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat het onlosmakelijk verbonden is met ons welzijn en onze welvaart nu en in de toekomst. Daarom zullen wij vanaf 2010 met ons investeringsbeleid de biodiversiteit beschermen en versterken. Biodiversiteit is voor ons belangrijk omdat wij er een onderdeel van zijn. Daarom zullen wij ons in 2010 inzetten voor het blijvend kunnen genieten van die bijzondere biodiversiteit in onze nationale parken
16