afvalforum jaargang 14 • juni 2010
Afvalwensen van politieke partijen
2
English summary included
Einde aan verwijderingsbijdrage?
Hoogste tijd voor Europese richtlijn bioafval High time for a European biowaste directive
advertentie remondis 190x133 5 lPage 1 23-2-2007 10:20:15
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
VO-10539
regio-advertenties
24-02-2009
10:24
Pagina 1
1 2 3 4 12
K
KOEWEIT OLIEHANDEL KOEWEIT BV
HET ADRES VOOR AL UW AFGEWERKTE OLIE
Postbus 163 3880 AD Putten
T 0341 36 99 50 F 0341 35 68 14 E
[email protected] www.oliehandelkoeweit.nl
Smink Afvalverwerking BV Postbus 2527 3800 GB Amersfoort T 033 – 455 82 82 F 033 – 456 26 60 E
[email protected] W www.smink-groep.nl
5
Spannende verkiezingen, maar nu…
Colofon afvalforum juni 2010 jaargang 14 nummer 2 verschijnt vier keer per jaar afvalforum biedt nieuws, ontwikkelingen, feiten en meningen over afval. Het behandelt zowel het beleid als de praktijk van afvalbeheer. afvalforum wordt uitgegeven door de Vereniging Afvalbedrijven. De Vereniging Afvalbedrijven behartigt de belangen van afvalbedrijven die actief zijn in de gehele keten: van inzameling, recycling, hergebruik en rioleringsbeheer tot en met de verwerking van afval. De Vereniging Afvalbedrijven steunt haar leden bij de groei naar één Europese afvalmarkt en maakt zich hard voor optimale randvoorwaarden voor een milieuhygiënische en kosteneffectieve afvalverwijdering en -verwerking. Leden van de Vereniging ontvangen afvalforum gratis, evenals bestuurders, politici en ambtenaren bij overheden. hoofdredactie Vereniging Afvalbedrijven ’s-Hertogenbosch Daniëlle van Vleuten redactieadres De redactie van afvalforum is geïnteresseerd in afvalnieuws. Persberichten en ideeën voor artikelen kunt u sturen naar: Redactie afvalforum Postbus 2184 5202 CD ’s-Hertogenbosch
[email protected]
We zagen een spannende verkiezingstrijd. Tussentijdse peilingen gaven aan welke kant het op zou gaan. Maar het gaat natuurlijk om de echte uitslag. En de kiezer heeft altijd gelijk. Het resultaat is toch wel opvallend. Slechts één echte verliezer, het CDA en begrijpelijkerwijs is Balkenende direct teruggetreden. Andere verliezers waren de SP en, in beperktere mate, PvdA en ChristenUnie. Maar ze waren zo blij met het resultaat na eerdere slechtere peilingen dat ze winnaars leken. Echte winnaars waren de PVV, VVD, D66 en GroenLinks. Opmerkelijk is dat de VVD, voor het eerst in haar lange bestaan, de grootste partij is geworden. Bezien we het totale veld dan valt op dat de grote partijen kleiner werden en de kleine groter. Er zijn nu maar liefst zeven partijen met 10 of meer zetels in de Tweede Kamer. Al met al geen eenvoudige uitgangsituatie voor een kabinetsformatie. Belangrijk is nu de vraag welke regering we mogen verwachten. Rekenkundig is het simpel, er zijn, als we even afzien van een Nationaal Kabinet, drie varianten mogelijk: Rechts (VVD, PVV en CDA), Grote coalitie (VVD, PvdA en CDA), en LiberaalLinks, in de pers aangeduid als PaarsPlus (VVD, PvdA, GroenLinks en D66). Deze hebben alle een meerderheid in de Tweede Kamer, zij het Rechts slechts miniem, maar Rechts en LiberaalLinks hebben geen meerderheid in de Eerste Kamer. Dat kan een complicatie zijn. Nog belangrijker dan de precieze samenstelling, is het programma van het nieuwe kabinet en het vertrouwen dat het onder de burgers weet te ontwikkelen. We kennen nu vele, vooral financieel-economische problemen en die moeten effectief worden aangepakt. En er is een stabiel kabinet nodig dat een periode kan uitdienen. De kans lijkt me groot, en dat hoop ik ook, dat de nieuwe ploeg zal inzetten op het weer op orde brengen van economie en staatsfinanciën. En dat de regering het bedrijfsleven niet met hogere lasten opzadelt. Dat is goed voor het Nederlands bedrijfsleven en dus ook voor onze leden. Het is lastig te voorspellen wat er met het afvalbeleid zal gebeuren. We hebben natuurlijk een recent vastgesteld Landelijk Afvalbeheerplan en veel regels komen uit Europa. Maar gelet op de verkiezingsprogramma’s zijn voorstellen en discussies denkbaar bij nascheiding, duurzame energie en verpakkingsbelasting/afvalfonds. Maar de verschillende partijen hebben uiteenlopende voorstellen. De komende tijd zal het leren, waarbij ook de nieuwe minister en de nieuwe woordvoerders van invloed zullen zijn. Hoe dan ook, ik hoop op een goede nieuwe ploeg, die ook snel kan beginnen!
ir. Pieter H. Hofstra Voorzitter Vereniging Afvalbedrijven
engelse teksten Derek Middleton, Zevenaar opmaak Ontwerpburo Suggestie & illusie, Utrecht foto cover Europarlementariërs en composteersector pleiten voor een richtlijn voor bio-afval. Lees verder op pagina 10 drukker S&B Druk, Oss abonnement € 35,- per jaar (4 nummers) Meer informatie bij Vereniging Afvalbedrijven, t. (073) 627 94 44
Inhoud 4
Politieke partijen over afval
8
Bedrijven moeten effecten op natuur onderzoeken
10 Europarlementariërs bepleiten speciale richtlijn voor bioafval 11 MEPs argue for a special directive on biowaste 16 Eerste partijen buitenlands brandbaar afval in aantocht
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 1386-4378
18 ‘Einde afval’ slechts voor klein deel ijzerschroot
adverteren in afvalforum afvalforum wordt verspreid naar (inter)nationale bestuurders, politici, directeuren, managers, technici en andere deskundigen in de afvalsector (controlled circulation). Meer informatie bij Recent BV, telefoon (020) 330 89 98
24 Ophef over opgepotte verwijderingsbijdrage
19 ‘End of waste’ for just a small fraction of scrap iron
En verder: Korte berichten 7, 14, 23
English summary 26
www.verenigingafvalbedrijven.nl
Innovatie, verpakkingsbelasting, duurzame energie, bezuinigen, hergebruik
Politieke partijen over afval De winnaars, de verliezers, de mogelijke regeringspartners: de verkiezingsresultaten zijn inmiddels bekend. Volgende stap is een nieuw regeringsakkoord. Hoe dat eruitziet op het gebied van afval weten we niet. De verkiezingsprogramma’s lichten een tipje van de sluier op. Een gesprek met Tweede Kamerleden van CDA, PvdA, VVD, ChristenUnie en SP.
Door Addo van der Eijk
De verkiezingsprogramma’s staan weliswaar niet bol van de afvalonderwerpen, maar er komen wel diverse afvalgerelateerde punten aan bod. Zo heeft het D66-programma een tussenkop ‘Cradle to cradle’ en wijdt CDA er een paragraaf aan. De verschillen tussen de programma’s zijn groot. Zo wil de PvdA strakke milieuwetten opstellen, terwijl VDD hinderende milieuwetgeving wil afschaffen. Eén punt komt in nagenoeg alle programma’s nadrukkelijk naar voren: innovatie. Zo vindt D66 dat ‘innovatie in afvalinzameling en
Jan Boelhouwer (PvdA):
‘Consistent beleid en continuïteit zijn cruciaal.’
(foto: PvdA)
4
afvalforum juni 2010
verwerking meer ruimte moet krijgen’. ChristenUnie spreekt van ‘duurzame innovatie’, en ook CDA stelt dat innovatie hard nodig is. Antoinette Vietsch (CDA): “Voor afval geloven wij meer in technologie en economie, dan in wetgeving en subsidies. Er komen tal van nieuwe technologieën en innovaties op ons af. Neem het opwekken van duurzame energie in rioolwaterzuiveringen. De afvalsector moet beter samenwerken met kennisinstellingen. Dat staat in ons programma.”
niet doen. Plastic flesjes beslaan volgens Neppérus slechts een klein deel van het afval. “Maar wel een ergerniswekkend deel”, stelt Jan Boelhouwer (PvdA). Hij houdt de optie statiegeld als drukmiddel achter de hand. “Dat moet je pas doen als de inzameling niet deugt”, zegt hij. ChristenUnie, GroenLinks, D66 en PvdD zijn in hun programma’s voorstander van uitbreiding van het statiegeldsysteem naar
Verpakkingsbelasting De verpakkingsbelasting staat in meerdere programma’s genoemd. PvdA en GroenLinks verhogen de verpakkingenbelasting, VVD schaft ze juist af. “Een absolute draak”, noemt Helma Neppérus (VVD) het, “en dat roep ik al jaren. Schrap die onzin en kies voor nascheiding.” Ook CDA voorziet in de nabije toekomst een doorbraak voor nascheiding. Vietsch: “Nascheiding wordt technisch haalbaar en dat juich ik toe. De politiek moet eventuele belemmeringen, zoals de verschillende tarieven voor bron- en nascheiding, opheffen.” Over de verpakkingsbelasting blijft het CDA-programma enigszins vaag. De partij stelt dat ze belasting ‘wil omzetten in een milieubelasting met een eenvoudigere grondslag’. “We wachten de evaluatie van het huidige convenant af. Vervolgens bekijken we wat er moet gebeuren. Uit de evaluatie zal blijken dat de huidige regeling te ingewikkeld is, verwacht ik”, aldus Vietsch. Eén van de alternatieven voor de verpakkingsbelasting, namelijk statiegeld, wees het CDA-congres recent af. “Daar ligt wat ons betreft niet de oplossing”, zegt Vietsch. Ook Neppérus wordt er niet enthousiast van. Een linkse hobby, stelt ze, en dus:
Helma Neppérus (VVD):
‘De SDE-regeling moeten we schrappen.’
(foto: VVD)
kleine PET-flesjes en blikjes. Ook Remi Poppe (SP) sluit zich daarbij aan, en zegt: “Een PET-fles gaat 450 duizend jaar mee, maar we drinken het in een paar seconden leeg. Zonde. Een duurzaam product moet je ook duurzaam gebruiken.” Dat de huidige verpakkingsregeling niet naar behoren werkt, daar zijn de partijen het over eens. Boelhouwer vindt het systeem niet ideaal, “al zorgt het wel voor een vergroening van de belastingen, een punt uit ons programma. Wat mist, is de prikkel aan het bedrijfsleven om minder verpakkingsafval te gebruiken. Over die prikkel moeten we na de verkiezingen goed nadenken.” Poppe (SP): “Doel was het verminderen van de plasticberg, maar dat gebeurt niet. In de praktijk neemt het gebruik van plastic zelfs toe.”
Duurzame energie Het milieubesef van de partijen lijkt in de programma’s versmald tot CO2 en energie. Alle partijen reduceren de uitstoot van
broeikasgassen. Bij GroenLinks is de daling het grootst. Over subsidies als de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) zijn de partijen verdeeld. PVV en VVD zijn tegen. Neppérus wil best af ten toe innovaties subsidiëren - “Daar maken we 450 miljoen voor vrij, ook voor energie uit afval” - maar geen jarenlange exploitatiesubsidies. “De SDE-regeling moeten we schrappen. Ze kost miljarden en levert weinig innovatie op”, aldus Neppérus. Andere partijen willen af van het financieren van de onrendabele top. Liever kiezen ze voor vaste vergoeding voor het leveren van groene stroom aan het net, het zogeheten feed-in tarief. Nog beter vindt Esmeé Wiegman (CU) een verplicht aandeel duurzame energie voor energieleveranciers, een pleidooi dat in zeven programma’s terugkomt. CU spreekt zelfs van een ‘verplichte bij- en meestook van tweede generatie biomassa in elektriciteitscentrales’. Wiegman: “Innovatieve oplossingen hebben vaak een steuntje in de rug
nodig. Dat kan door prikkels als strengere normen en het lager belasten van groene producten.” Boelhouwer (PvdA) wil vooral rust, en niet alles overhoop halen. “Het grootste probleem met de energiesubsidies is het gewiebel van de overheid, waardoor bedrijven niet durven investeren en innoveren. We moeten de regeling niet telkens omgooien. Consistent beleid en continuïteit zijn cruciaal. Dan weten bedrijven waar ze » aan toe zijn.”
Remi Poppe (SP):
‘Het invoeren van leges mag niet de illegaliteit bevorderen.’
(foto: Govert de Roos)
Wat willen de politieke partijen Greep uit de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen:
PvdA • strakke milieuwetten opstellen • energievoorziening in hoog tempo verduurzamen • veel subsidies laten plaatsmaken voor wettelijke normen en verplicht aandeel groene stroom • verminderen van administratieve lasten • snoeien in het woud van regels bij het aannemen van personeel en bij doorgroei
VVD • verpakkingsbelasting en hinderende milieuwetgeving afschaffen • tegen belastingen die economisch verkeer hinderen • 450 miljoen euro voor innovatie in schone en hernieuwbare energie • afschaffen veel subsidieregelingen voor duurzaamheid • inkrimpen Agentschap NL, voorheen SenterNovem
GroenLinks • verhoging verpakkingsbelasting • vergroenen van belastingstelsel • broeikasgassen in 2020 minstens 30 procent lager • statiegeldsysteem voor blikjes en kleine petflessen • strenge Europese voorschriften voor producten en productieprocessen, die aanzetten tot een zuinig gebruik van grondstoffen
ChristenUnie • overheid moet duurzame innovatie bevorderen • afval moet zoveel mogelijk worden hergebruikt • overheid, bedrijven en burgers hebben taak bij bestrijden zwerfafval • statiegeldsysteem voor kleine PET-flesjes en blikjes • door materiaalketenbeleid producten vaker hergebruiken • sluiten van verouderde afvalverbrandingsinstallaties met laag rendement • voorlichting over hergebruik en materiaalketens • stevig vergunningenbeleid en controle en handhaving van milieu- en veiligheidsnormen • verplichting energieleveranciers om een vast aandeel duurzame energie te leveren • verplichte bij- en meestook van tweede generatie biomassa in elektriciteitscentrales
SP • zuinig zijn met gebruik van grondstoffen • verpakkingsindustrie aanpakken • illegale handel aanpakken door strenge handhaving in havens en toezien op afvalmakelaars • in Europees verband voorwaarden stellen voor verantwoorde afvalverwerking • verplicht aandeel duurzame productie voor energieleveranciers • subsidies voor duurzame energie beperken tot technieken in ontwikkeling
afvalforum juni 2010
»
5
CDA
D66
• afval is meer en meer een grondstof • verpakkingsbelasting omzetten in eenvoudigere milieubelasting • voor afval betere samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen • normering in plaats van subsidies • SDE-regeling toespitsen op overgang naar rendabele exploitatie • convenanten in plaats van dwingende wet- en regelgeving
• meer ruimte voor innovatie in afvalinzameling en -verwerking • producent aanspreken op ambitieuze hergebruikdoelstellingen • statiegeld voor kunststofverpakkingen, blikjes en glazen flessen • ontwikkelen van methoden om eiwitten uit reststromen te halen • vaste vergoeding voor leveren van groene stroom aan het net • vergroenen van belastingstelsel • in 2020 minimaal de helft van biobrandstoffen winnen uit afval en algen
PVV • straatvuil is voor veel mensen ergernis nummer één • volop werk op milieugebied, maar wel realistisch blijven • geen emissiehandel, geen klimaatbeleid • laat ondernemers ondernemen, geef ze vrijheid • minder controles voor arbo en milieudienst • minder wet- en regelgeving: één regel erbij, twee er vanaf • versnellen en versimpelen vergunningsprocedures • tegengaan van oneerlijke concurrentie van de overheid met bedrijven
SGP • efficiënter gebruik van grondstoffen en hergebruik van afvalstromen • milieu is meer dan CO2. Ook afval levert problemen op • toepassing van het principe ‘de vervuiler betaalt’ • beperken van subsidieregeling voor duurzame energie • verplichting energieleveranciers om oplopend percentage duurzame energie te leveren • onderzoek naar en benutting van ‘nieuwe’ biomassa, zoals tweede generatie biobrandstoffen
PvdD • wegwerptaks invoeren voor milieuonvriendelijke verpakkingen en statiegeld op blik en kleine drinkflesjes • een dwingend klimaat- en milieubeleid om de opwarming van de aarde te beperken • ‘De vervuiler betaalt’ moet het leidende principe worden • afschaffen milieuvervuilende subsidies • uitstoot broeikasgassen in 2050 tot nul reduceren • geen convenanten, maar regels • een streng milieubeleid dat strenger wordt gehandhaafd • fossiele grondstoffen vervangen door landbouwgewassen en –afvalstromen • externe kosten van productie- en afvalfase van producten in de prijs meenemen
Esmeé Wiegman (CU): De hoogte van de energielat verschilt per partij. D66 spant de kroon met een volledig fossielvrije samenleving in 2050. Neppérus (VVD) wil in ieder geval ‘geen koppen op de Brusselse regels’. “De hoogte van de hergebruikpercentages liggen in Nederland hoger dan in andere landen. Ik vraag me af of dat handig is. We moeten niet altijd voorop lopen.”
Afvalfonds Hét verkiezingsthema vormen de bezuinigingen. Dat we moeten bezuinigen, daar is iedereen het mee eens. Alle partijen, behalve SGP en D66, bezuinigen op milieuuitgaven. Om de politieke partijen input te geven, zijn april 2010 de rapporten ‘Brede heroverwegingen’ aan de Tweede Kamer aangeboden. In de rapporten staan waslijsten met mogelijke bezuinigingen. Een optie die de afvalsector raakt, is het stopzetten van de rijksbijdrage aan het Afvalfonds, een besparing van 115 miljoen euro. De optie krijgt de politieke handen niet op elkaar, zo blijkt uit de reacties. Een onzinmaatregel, noemt Vietsch (CDA) het. “Alle belasting,
6
afvalforum juni 2010
‘Innovatieve oplossingen hebben vaak een steuntje in de rug nodig.’ (foto: CU)
dus ook de verpakkingsbelasting, gaat naar de schatkist. Daarna wordt het uitgekeerd aan het Afvalfonds, zodat we het verpakkingsprobleem kunnen aanpakken. Het doel is niet om de algemene middelen te spekken.” Dat stelt ook Poppe (SP). Hij is het er niet mee eens als de belasting in de algemene middelen terechtkomt, in plaats van het bestrijden van de afvalberg. Boelhouwer (PvdA) benadrukt dat de bezuiniging niet ten koste mag gaan van het hergebruik - “Als hierdoor de verbranding toeneemt, is het een perverse prikkel” - maar stelt daarbij dat ook de afvalwereld een bijdrage moet leveren aan het financieringstekort. “Net als iedere sector. Dat lijkt me onvermijdelijk.” Neppérus (VVD) was sowieso al tegen de verpakkingsbelasting,
dus het Afvalfonds mag van haar part ook verdwijnen. “Nu worden burgers dubbel belast; zowel met de afvalstoffenheffing als met de verpakkingsbelasting. Ik wil dat gemeenten de afvalstoffenheffing verlagen, maar dat gebeurt niet.” Poppe (SP) sluit zich daarbij aan, en zegt: “Hetzelfde geldt voor de verwijderingsbijdrage op elektronische apparaten. Ook daarvoor betaalt de burger onnodig. Er is inmiddels zo’n 220 miljoen in kas, veel meer dan nodig is voor het verwerken van de apparaten.” Andere geopperde besparing in de rapporten is het invoeren van leges, onder meer voor exportbeschikkingen en milieuvergunningen. Neppérus wijst deze optie van de hand. “Ik wil geen extra heffingen voor het bedrijfsleven”, stelt ze. “Bovendien
Antoinette Vietsch (CDA):
‘De beste maatregel blijft dat er minder afval komt.’ (foto: CDA)
vergen leges extra ambtenaren. Van instituten als Agentschap NL - voorheen SenterNovem - krijg ik de kriebels. De vraag is of leges veel opleveren.” Boelhouwer wijst op de extra handhavers, die de leges moeten controleren, een punt waar ook Poppe bezorgd om is. “Het invoeren van leges mag niet de illegaliteit bevorderen. De winst van de ontduiking mag niet opwegen tegen de boete. Alles hangt samen met een sterke handhaving. Wij pleiten daarom voor één staatssecretaris voor handhaving. Er zijn nu zoveel inspecties; douane, VROM-inspectie, noem maar op. Bij sommige debatten komen drie
ministers opdraven, die alles naar elkaar toeschuiven.” CDA is in zijn algemeenheid voor kostendekkendheid. “Net als het verlengen van een rijbewijs of paspoort. Daarvoor worden ook de kosten in rekening gebracht, al mag de overheid niet aan leges te verdienen”, aldus Vietsch.
Hergebruik Méér hergebruik, dat is volgens de Tweede Kamerleden dé belangrijkste afval-uitdaging voor het volgende kabinet. Vaak wordt het woord afval in één adem genoemd met grondstof. ‘Afval is meer en meer een grondstof’, stelt CDA in haar
programma. D66 schrijft ‘Afval bestaat uit afgedankte grondstoffen’. Wiegman van de ChristenUnie maakt zich zorgen over de huidige overcapaciteit van verbrandingsovens. “Ook al hebben we nog zulke duurzame ovens, ze mogen geen concurrent worden van recycling. Vandaar dat we het moratorium moeten handhaven. In ons programma staat ook dat we verouderde afvalverbrandingsinstallaties met een laag rendement willen sluiten.” Ze heeft nog een punt, namelijk de kledinginzameling. “Goede doelen-organisaties, zoals Reshare van het Leger des Heils, worden bij aanbestedingen in gemeenten vaak weggedrukt door commerciële bedrijven. Dat vind ik jammer. Hier wil ik in de komende periode vragen over stellen.” Vietsch (CDA) noemt nog een specifieke taak voor het volgende kabinet, namelijk het tegengaan van voedselverspilling. “Er wordt zoveel voedsel weggegooid. Laatst was ik bij een CDA-bijeenkomst. Iemand wilde de nootjes meenemen, maar dat mocht niet vanwege de regelgeving. Het moest per se de prullenbak in. Zonde natuurlijk, want de beste maatregel blijft dat er minder afval komt.”
Website helpt de discussie over Europees afvalbeleid te volgen Eind mei heeft de Vereniging Afvalbedrijven ter ondersteuning van haar belangenbehartiging in de Europese arena een nieuwe website gelanceerd. De site wastematters.eu is vooral bedoeld voor Europese instituties en vertegenwoordigers van lidstaten in Brussel. Ook brancheorganisaties en ministeries uit de lidstaten kunnen met de op de site geboden informatie op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen in het Europese beleid. De site biedt niet alleen de visie van de Vereniging Afvalbedrijven op belangrijke onderwerpen, maar via artikelen ook de opinie van andere betrokken partijen.
Keurcompost Met het versturen van een tweet met de tekst ‘At our General Assembly in Amersfoort I proudly launch wastematters.eu.’ lanceerde de voorzitter van de Vereniging Afvalbedrijven Pieter Keurcompost is het keurHofstra op 26 mei de website. De lancering leverde meteen een reactie op van Jan Huitema, merk voor hoge kwaliteit assistent van Europarlementariër Holger Krahmer: ‘Beste Pieter Hofstra, Gefeliciteerd compost dat de Vereniging met jullie nieuwe EU website.’ Afvalbedrijven heeft geïnitieerd De website biedt naast artikelen en andere nieuwsitems over actuele onderwerpen, in samenwerking met de Branche informatie over de Vereniging Afvalbedrijven en de activiteiten van haar leden. Vereniging Organische Reststoffen Ook geeft het een toelichting op de internationale organisaties waar de Vereniging (BVOR). Op 25 maart ontvingen de proAfvalbedrijven samen met haar leden actief lid van is. Samen met de site heeft de ducenten van Keurcompost een plaquette Vereniging Afvalbedrijven een Twitteraccount geopend. De site beschikt tevens uit handen van Noud Janssen, vicevoorzitter over een RSS feed. Op deze manier hoopt de organisatie de partijen verder met van LTO Nederland. De uitreiking vond plaats elkaar te verbinden en tot een succesvolle samentijdens het symposium van de BVOR ‘Compost, werking te komen. we kunnen niet zonder!’. De producenten van Keurcompost garanderen de gebruikers topkwaliteit. De website is bereikbaar via Keurcompost voldoet aan een aantal strenge eisen www.wastematters.eu en en is bovendien gecontroleerd door een onafhankelijke via de internationale certificerende instantie. Meer informatie over de gecernaam Dutch Waste tificeerde bedrijven en de beoordelingsrichtlijn waaraan Management Association, Keurcompost moet voldoen, is te vinden op de op hetwww.dwma.eu. zelfde moment gelanceerde website www.keurcompost.nl. afvalforum juni 2010
7
Bedrijven moeten effecten op natuur onderzoeken
Natura 2000 raakt afvalsector
Onno Hoes (provincie Noord-Brabant):
‘Nu zetten de bedrijven elkaar op slot.’
Natura 2000 zorgt voor nieuwe natuurregels. Zo moeten afvalbedrijven die binnen de invloedssfeer van Natura 2000-gebieden vallen, bij een nieuwe milieuvergunning de effecten op de natuur onderzoeken. Voor individuele bedrijven een dure en complexe aangelegenheid. Een gezamenlijke aanpak van alle bedrijven in de omgeving biedt mogelijk soelaas.
In de buurt van industrieterrein Moerdijk - waar ook afvalbedrijven zijn gevestigd - ligt Natura 2000-gebeid ‘De Biesbosch’. Bedrijven met een nieuwe milieuvergunningaanvraag moeten de effecten op de natuur in kaart brengen. (foto: iStockphoto)
Willem-Henk Streekstra (VNO-NCW):
‘De effecten op de natuur moeten in een groter verband worden bekeken.’
8
afvalforum juni 2010
Door René Didde
Een afvalbedrijf met een Natura 2000gebied in de buurt kan te maken krijgen met extra regelgeving. Heeft het bedrijf een nieuwe milieuvergunning nodig, dan moeten de effecten van de voorgenomen activiteit uitgebreid worden onderzocht. “Het bedrijf moet een doorgaans duur wetenschappelijk instituut laten uitzoeken wat de effecten zijn van de rookpluim met stikstofoxiden op een kamsalamander of rugstreepschildpad die dertig kilometer verderop in het Natura 2000-gebied zit. Dat is wetenschappelijk gesproken een ondoenlijke zaak”, zegt Willem-Henk Streekstra van werkgeversorganisatie VNO-NCW. “Het is een voorbeeld van volkomen doorgeschoten regelgeving die vooral vanachter de bureaus van de ambtenaren van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselveiligheid (LNV) is bedacht”, vindt ook Janneke Snijder, Tweede Kamerlid voor de VVD. Natura 2000 is het plan om een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden aan te leggen. De gebieden moet de biodiversiteit, die in Europa sterk onder druk staat, waarborgen. Het liefst zijn ze aaneengesloten waardoor gevoelige soorten zich kunnen verplaatsen (migreren). Met dit principiële uitgangspunt van ruimte voor de natuur zijn VNO-NCW en VVD het niet oneens. Nederland, vinden ze, is bij de invulling van de Europese richtlijn echter te rigide te werk gegaan. Zoals Nederland dat de afgelopen jaren bij andere Europese regelgeving wel vaker heeft gedaan. De regering en de meerderheid in de Tweede Kamer zijn voortvarend en ambitieus op papier, zonder al te veel acht te slaan op de praktische uitvoering. Daardoor moest menig minister en staatssecretaris de laatste tien jaar naar Brussel afreizen om de Europese commissie om derogatie te vragen voor fijn stof en nitraat.
den, waardoor bedrijven met een nieuwe milieuvergunningaanvraag de effecten in kaart moeten brengen. “Je moet daar een individueel bedrijf niet mee lastig vallen”, zegt Streekstra van VNO-NCW. “We vinden dat de effecten op de natuur in een groter verband moeten worden bekeken. Onderzoek minstens de effecten van de gezamenlijke uitstoot van de vierhonderd bedrijven op Moerdijk.” Maar dan ben je er nog niet. “Vanwege de overwegend westenwind doet de industrie van het Rijnmondgebied ook een duit in het zakje voor wat betreft de verzurende depositie in de Biesbosch.” Volgens Streekstra gaat het vooral om stikstof. “Daar speelt de bijdrage in de vorm van NOx door de industrie een ondergeschikte rol ten opzichte van de ammoniak van landbouwbedrijven.” Snijder van de VVD pleit voor beheerplannen voor de gehele zone rondom een Natura 2000-gebied. Voor het opstellen van de plannen, die betaalbaar en haalbaar moeten zijn, moeten volgens haar alle betrokkenen samenwerken. “Ook het bedrijfsleven moet er nadrukkelijk bij worden betrokken”, aldus Snijder, die meent dat het beleid zich vooral moet concentreren op grote, robuuste natuurgebieden. “Van de lijst van 162 Natura 2000-gebieden kunnen er minstens dertig af. Het zijn vaak kleine postzegeltjes met natuursoorten die elders ook voorkomen.” Bij de ZMf - voorheen Zeeuwse Milieufederatie - is beleidsmedewerker Gijs van Zonneveld voorstander van een gezamenlijke aanpak per bedrijventerrein. Nationale of internationale weging heeft volgens hem weinig zin. “Ook al stoot de landbouw de meeste stikstof uit, elk individueel bedrijf moet doen wat binnen zijn vermogen ligt. De boeren zullen namelijk ook zeggen dat het water hun aan de lippen staat.” Volgens Van Zonneveld moet er snel een landelijke database komen met een precieze omschrijving van de natuurwaarde van alle 162 Natura 2000-gebieden
Moerdijk In het verplichte Natura 2000-beleid wees Nederland 162 gebieden aan, waarin een slordige vijfhonderd zeldzame plantensoorten, tweehonderd diersoorten en tweehonderd vogelsoorten leven. Industrieterreinen in de nabije omgeving moeten hiermee rekening houden. Concreet speelt het probleem reeds op industrieterrein Moerdijk, waar vierhonderd bedrijven, waaronder tal van afvalbedrijven, zetelen. In de buurt liggen de Biesbosch en het Hollands Diep, twee Natura 2000-gebie-
Janneke Snijder (VVD):
‘Van de 162 Natura 2000-gebieden kunnen er minstens dertig af.’
en welke belangrijke soorten er voorkomen. “Dan hoeft het bedrijfsleven geen dure inventarisaties uit te voeren”, aldus Van Zonneveld, die over alle ophef rond Natura 2000 stelt: “En er bestaan ook veel en soms overbodige regels over de export van goederen en arbo, en daar hoor je bedrijven zelden over.” De ZMf is tegen het schrappen van Natura 2000-gebieden. “Samen vormen de gebieden de Europese Ecologische Hoofdstructuur, zeg maar één verbonden natuurgebied voor Europa.”
Onderling regelen De provincie Noord-Brabant ontvangt meer klachten over Natura 2000, niet alleen vanuit Moerdijk. Toch blijkt de praktijk mee te vallen. “Ik heb het even laten nazoeken’, vertelt milieugedeputeerde Onno Hoes, ‘maar in Brabant is tot dusver geen enkele bedrijf met een nieuwe vergunning tegen de lamp gelopen. De bijdragen van individuele bedrijven, ook afvalbedrijven, aan stikstofoxiden en fijn stof bevinden zich onder de achtergrondconcentratie die als een deken over heel Nederland hangt.” Het probleem is wel evident, stelt Hoes. “In heel Nederland, en zeker in Brabant, hebben we te maken met veel verschillende activiteiten bij elkaar: hoogwaardige natuur, bedrijventerreinen met zware industrie, infrastructuur.” Hoes vindt dat elk bedrijf zijn bijdrage moet leveren aan het in standhouden van de natuur in Nederland. “Natuurlijk dragen boeren meer bij aan de neerslag van stikstof in Brabant, overigens vooral in de Peel en Zuidoost Brabant. Daarom hebben we een convenant gesloten met de boeren dat ze meer doen aan het terugdringen van ammoniak dan wettelijk verplicht is. Natuur- en milieuorganisaties nemen op hun beurt genoegen met een iets minder snelle natuurontwikkeling.” Een dergelijke constructie kan mogelijk ook in Moerdijk met betrekking tot de Biesbosch en het Hollands Diep soelaas bieden. “Dat betekent dat de industrie met elkaar aan tafel moet gaan zitten, en een zekere onderlinge solidariteit moet betrachten”, aldus Hoes. “Bijvoorbeeld door ruimte in geur, geluid- en luchtverontreinigingsplafonds aan elkaar te gunnen en de zaak onderling te regelen. Ja, je zou het kunnen zien als een soort regionale emissiehandel. Nu zie je nog teveel dat elk bedrijf krampachtig de ruimte, soms wel tot veertig procent van de toegestane uitstoot, voor zichzelf houdt, vanwege mogelijke uitbreiding. Dat zou flexibeler kunnen, want nu zetten de bedrijven elkaar op slot.”
afvalforum juni 2010
9
Met een Europese richtlijn voor bioafval komt het verwerken van het afval tot compost en energie op grote schaal op gang (foto: iStockphoto)
Europarlementariërs bepleiten speciale richtlijn voor bioafval
Europese Commissie ziet richtlijn niet zitten De Europese Commissie en het Europarlement koesteren hetzelfde doel: de gescheiden inzameling en verwerking van bioafval in Europa een slinger geven. De Commissie wil dat, net als Nederland, met het huidige wetgevingsarsenaal doen. Ten onrechte, menen Europarlementariërs. Een aparte richtlijn zet volgens hen meer zoden aan de dijk.
Door Pieter van den Brand
Nederland kent een stevige traditie in het composteren van zijn gft-afval. De gescheiden inzamelplicht, in 1994 door toenmalig milieuminister Hans Alders ingesteld, levert jaarlijks een stroom van 1,3 miljoen ton gft op. De verwerking is goed voor zo’n 600 duizend ton compost. Maar er is meer. Ons land heeft het vergisten ontdekt. Deze extra stap in het composteerproces levert het energierijke biogas op. De combinatie van energieopwekking en compostering is veelbelovend. De opgewekte groene energie draagt niet alleen bij aan reductie van de CO2-uitstoot. De eerste resultaten wijzen uit dat de compost nog beter van kwaliteit wordt.
Bas Eickhout (Europarlement):
‘Tot nu toe heeft de Europese Commissie nul op het rekest gegeven.
10
afvalforum juni 2010
Eind februari bracht Europarlementariër José Manuel Fernandes een bezoek aan een van de vergistingsinstallaties in ons land, die van Attero in Venlo. Hij was zichtbaar onder de indruk. “Dit is de weg die Europa ook zou moeten bewandelen. Alleen dan zullen we het Europese bioafval pas echt benutten, namelijk door er hoogwaardige compost van te maken, en ook nog eens groene stroom te produceren.” Dat laatste, rekent de Portugees voor, kan zelfs voor twee procent bijdragen aan de EU-doelstelling van twintig procent duurzame energie in 2020. Andere EU-landen zijn nog lang niet zo ver, weet Fernandes. Jaarlijks komt er naar schatting tussen de 76 en 100 miljoen ton gft vrij, naast nog eens 37 miljoen ton organische reststromen uit de industrie. “In veel lidstaten is de stortplaats de eindbestemming van deze onvoorstelbare hoeveelheden bioafval. Niet alleen een verlies voor het milieu, maar ook voor de economie.” Investeren in recycling, betoogt Fernandes, is goed voor de werkgelegenheid. “Elke tienduizend ton gerecycled afval levert 250 banen op”, vertelt de christen-democraat, die in het Europees Parlement officieel rapporteur is voor ‘Biologisch Afvalbeheer’. Fernandes is een overtuigd pleitbehartiger van een speciale richtlijn voor het gescheiden inzamelen en verwerken van
Mieke de Schoenmakere (OVAM):
‘Geen enkele EU-richtlijn stimuleert de duurzame verwerking van bioafval.
organische reststromen van huishoudens en industrie. Europese standaarden voor een hoogwaardige kwaliteit compost zijn eveneens onmisbaar, meent hij.
Getikt Fernandes vindt collega-parlementariër Bas Eickhout, lid van de Europese Groenen, aan zijn zijde. “We moeten zorgen dat de meest duurzame behandeling van bioafval een stimulans krijgt. Door bioafval te recyclen en te composteren pak je de klimaatverandering aan. Met compost verbeter je de bodemkwaliteit, ga je erosie tegen en vergroot je de opname van koolstof. Bioafval van parken en tuinen bevat vijftig tot zestig procent water, keukenafval zelfs tachtig procent. Het is getikt om water te verbranden. Dat kost een hele hoop energie.” Eickhout wil dat EU-landen een vooraf bepaald streefpercentage opgelegd krijgen. “Vervolgens kunnen ze zelf bepalen hoe ze dit invullen. In dunbevolkte gebieden heeft het misschien weinig zin lees verder op pagina 12 »
A European directive on biowaste will stimulate its processing into compost and energy on a large scale (photo: iStockphoto)
Mieke de Schoenmakere (OVAM):
‘Not a single EU directive has stimulated the sustainable treatment of biowaste.’
MEPs argue for a special directive on biowaste
European Commission rejects need for directive The European Commission and the European Parliament both want to boost the separate collection and processing of biowaste in Europe. The Commission, like the Netherlands, wants to do this with the current arsenal of legislation. Wrongly, argue MEPs. They believe a separate directive would achieve more. By Pieter van den Brand
The Netherlands has a strong tradition of composting its vegetable, garden and fruit (VGF) waste. Mandatory separate collection of this waste was introduced in 1994 by environment minister Hans Alders. Each year 1.3 million tonnes of VGF are collected and processed to yield about 600,000 tonnes of compost. But there is more. The Netherlands has discovered anaerobic digestion, an extra step in the composting process that produces energy-rich biogas. The combination of energy generation and composting is highly promising. The green
energy generated not only helps to reduce CO2 emissions, but tests so far show that the compost is of even better quality. At the end of February, MEP José Manuel Fernandes visited one the anaerobic digesters in the Netherlands, the Attero digester in Venlo. He was visibly impressed. ‘This is the way Europe should go. Only then will we be able to make real use of European biowaste, making high-quality compost as well as producing green electricity.’ The Portuguese MEP calculates that the latter could provide no less than two per cent of the EU target of 20 per cent renew-
able energy in 2020. Other EU countries have a long way to go. Each year Europe produces an estimated 76 to 100 million tonnes of VGF plus a further 37 million tonnes of residual organic waste from industry. ‘In many member states these enormous quantities of biowaste end up in landfills, a loss not only for the environment, but also for the economy.’ Investing in recycling, contends Fernandes, is good for employment. ‘Every 10,000 tonnes of recycled waste creates 250 jobs,’ says the Christian Democrat, who is the European Parliament Rapporteur for biowaste management. Fernandes is a confirmed advocate of a specific directive for the separate collection and processing of residual organic waste streams from households and industry. High European quality standards for compost are equally indispensable, he believes. go to page 13 »
afvalforum juni 2010
11
Compost legt CO2 vast in de bodem, stimuleert de groei van gewassen op milieuvriendelijke wijze, reguleert de waterhuishouding en zorgt voor een natuurlijke balans in de bodem (foto: iStockphoto)
om bioafval apart in te zamelen, maar dat kan gecompenseerd worden door in andere gebieden meer op te halen.” Op die manier, redeneert Eickhout, “houden we rekening met lokale omstandigheden en is flexibiliteit gegarandeerd.” Het is volgens Eickhout de hoogste tijd voor een richtlijn. In het Zesde Milieu Actieplan uit 2002 werd al opgeroepen tot een Biowaste Directive. “Die wens is nog vele malen herhaald door zowel het Europees Parlement als de Raad. Maar tot nu toe heeft de Europese Commissie nul op het rekest gegeven.” Sterker nog, de onwil van de Europese Commissie werd medio mei nog eens bevestigd. In een persbericht stellen de EU-bestuurders dat men liever de bestaande wetgeving aanscherpt. Volgens ingewijden zit de onwil hem vooral in het jarenlange soebatten over de Kaderrichtlijn Afvalstoffen. Daarom schrikt de Commissie terug voor weer een nieuwe richtlijn. Officieel heet het dat extra wetgeving voor bioafval niet nodig is. Wel zegt men normen voor compost op te willen gaan stellen, om ervoor te zorgen dat de lat in heel Europa op dezelfde hoogte ligt. Die normen komen in een herziening van de richtlijn voor zuiveringsslib. Fernandes constateert dat de Commissie en hij wel dezelfde ambities koesteren, maar dat de Commissie nalaat concreet een vuist te maken. “De Commissie vindt dat
Europa initiatief moet tonen om het storten van bioafval tegen te gaan, maar tegelijkertijd mogen de EU-landen zelf bepalen hoe ze dat willen doen. Terwijl de Commissie erkent dat sommige lidstaten geen actie ondernemen. Ik vind dat erg tegenstrijdig.”
Verdeeld Net als de Commissie is Nederland tegen. Het kabinet heeft volgens woordvoerder Paula de Jonge van VROM al in februari
José Manuel Fernandes (Europarlement): Duurzame ambities beklonken
‘In veel lidstaten is de stortplaats de eindbestemming.’
De Nederlandse composteerders, verenigd in de Afdeling Bioconversie van de Vereniging Afvalbedrijven, willen volop investeren in vergistingstechnologie. Op 11 juni is hiervoor tijdens de opening van de gft-vergister van Attero in Venlo een ‘Duurzaamheidsverklaring’ ondertekend. In 2015 willen de bedrijven één miljoen ton gft-afval vergisten voorafgaand aan het composteerproces. Dat is maar liefst zestig procent van het huidige aanbod van gft- en vergelijkbare stromen. Hierbij wordt voor circa 150 miljoen kilowattuur aan groene stroom opgewekt, goed voor het elektriciteitsverbruik van ruim 44 duizend huishoudens. Dit jaar wordt zo’n 200 duizend ton gft vergist. Met deze inspanning, die een gezamenlijke investering vergt van zo’n 240 miljoen euro voor de ombouw naar additionele vergistingsinstallaties, wil de afvalsector bijdragen aan de gewenste transitie naar duurzame energie en het verder terugdringen van de CO2-uitstoot. Volgens de sector is de economische haalbaarheid van de vergistingstechniek binnen bereik gekomen door de SDEsubsidie op duurzame energie. De sector roept het nieuwe kabinet op voor een blijvende robuuste regeling te zorgen, hetgeen een noodzakelijke randvoorwaarde is.
12
afvalforum juni 2010
laten weten tegen bindende regels te zijn op EU-niveau. “Lokale omstandigheden spelen een belangrijke rol. In ons land mogen de gemeenten, die primair verantwoordelijk zijn voor het beheer van gft, flexibel omgaan met de inzamelplicht. Bijvoorbeeld in gebieden waarin het praktisch onmogelijk is gft-afval gescheiden in te zamelen, denk aan de binnensteden. Die flexibiliteit willen we behouden.” Ook wil ons land, aldus De Jonge, geen verwerkingsoptie verplicht voorgeschreven krijgen. VROM stelt dat uit een levenscyclusanalyse blijkt dat geen van de verwerkingsopties voor bioafval, anders dan storten, een duidelijk milieuvoordeel heeft. Europa blijkt verdeeld over dit onderwerp. Anders dan Nederland zijn landen als Spanje, Hongarije en België voor overkoepelende wetgeving. Onze zuiderburen maken al sinds 2006 actief deel uit van een groep lidstaten die voorstander is van een richtlijn voor bioafval, vertelt Mieke de Schoenmakere van OVAM, de Vlaamse milieuoverheid. “Wij zijn er vast van overtuigd dat bioafval een belangrijke meerwaarde biedt, als het doordacht beheerd wordt. Tot nu toe stimuleert geen enkele EU-richtlijn de duurzame verwerking van bioafval. De versnipperde wetgeving zorgt alleen maar voor heel veel verwarring. Een stevig kader is nodig, dat houvast biedt voor het uitwerken van een beleid voor bioafval.”
Compost fixes CO2 in the soil, stimulates plant growth in an environmentally friendly way, regulates soil moisture and ensures a natural balance in the soil (photo: iStockphoto)
Accord on sustainable ambitions The Dutch composters, represented by the Bioconversion Section of the Dutch Waste Management Association, are going to invest heavily in anaerobic digestion technology. In their ‘Sustainability Declaration’, signed on 11 June during the opening of the Attero VGF digester in Venlo, their target for 2015 is to anaerobically digest one million tonnes of VGF waste before composting. This is no less than sixty per cent of the current supply of VGF and comparable organic waste streams. The anaerobic digestion process will generate about 150 million kilowatt-hours of electricity, enough to meet the needs of more than 44,000 households. This year about 200,000 tonnes of VGF will be anaerobically digested. By investing a total of about 240 million euros in the construction of additional anaerobic digesters, the waste sector wants to make a significant contribution to the transition to sustainable energy and reducing CO2 emissions. The sector claims that the economic feasibility of anaerobic digestion technology has come within reach because of the government assistance for sustainable energy. It calls on the new government to meet the continuing need for reliable financial support.
Crazy Fernandes has an ally in Bas Eickhout, member of the Greens/EFA. ‘We should encourage and stimulate the most sustainable way to treat biowaste. Recycling and composting helps to combat climate change. Compost improves soil quality, helps prevent soil erosion and increases carbon storage. Biowaste from parks and gardens contains fifty to sixty per cent water, and kitchen waste as much as eighty per cent. It’s crazy to burn water. It consumes masses of energy.’ Eickhout wants to see a target percentage set for EU countries. ‘They can then decide themselves how to meet this target. In thinly populated areas there may be little point in separately collecting biowaste, but that can be compensated for by collecting more in other areas.’ This approach, reasons Eickhout, ‘takes account of local conditions, while guaranteeing flexibility in implementation.’ According to Eickhout, it is high time for a directive. A Biowaste Directive was first proposed back in 2002 in the sixth Environment Action Plan. ‘Since then this has been repeatedly called for by both the European Parliament and the European Council, but so far the European Commission has consistently given no for an answer.’ In fact, the Commission’s
intransigence was confirmed yet again in mid May. In a press release the EU commissioners state that they prefer to make the best use of existing legislation through better implementation and enforcement. According to insiders, this reluctance is born of the years of wrangling over the Waste Framework Directive; the Commission now balks at the idea of a new directive. The official explanation is that additional legislation on biowaste is unnecessary, but standards for compost will be drawn up to ensure that the same quality levels apply across the whole of Europe. These standards will be introduced in a revision of the Sewage Sludge Directive. Fernandes points out that he and the Commission have the same ambitions, but that the Commission are failing to take firm measures. ‘The Commission says that Europe should demonstrate leadership in prevent the landfilling of biowaste, while allowing the EU countries to decide themselves how to do this – even though the Commission acknowledges that some member states are not taking any action. I think this is highly incongruous.’
Divided
Bas Eickhout (European Parliament):
‘So far the European Commission has consistently given no for an answer.’
Like the Commission, the Netherlands is opposed to the idea of a new directive. According to the environment ministry’s spokesperson, Paula de Jonge, the Dutch Government stated its opposition to binding rules at the EU level in February. ‘Local conditions play an important role. In our country the local authorities, who have prime responsibility for VGF waste, enjoy a measure of flexibility in how they meet their obligation to collect this waste, for example in areas where it is practically
José Manuel Fernandes (European Parliament):
‘In many member states, biowaste ends up in landfills.’
impossible to collect the waste separately, such as the city centres. We want to retain this flexibility.’ Neither does the Netherlands want the imposition of a mandatory processing option, adds De Jonge. The Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment says that a life cycle analysis has shown that none of the biowaste processing options has a significant environmental advantage over the others. Europe appears to be divided on this issue. Unlike the Netherlands, countries like Spain, Hungary and Belgium are in favour of a common legislative basis. Since 2006 neighbouring Flanders has been an active participant in a group of member states supporting a biowaste directive, says Mieke de Schoenmakere of OVAM, the Flemish public waste agency. ‘We are absolutely convinced that biowaste can deliver important benefits if it is managed properly. Until now not a single EU directive has stimulated the sustainable treatment of biowaste, and the fragmented legislation only sows confusion. We need a solid framework for developing a biowaste policy.’
afvalforum juni 2010
13
Campagne ‘Blik bij het gewone afval’ Nedvang maakt in samenwerking met Stichting Kringloop Blik in een campagne duidelijk dat blik bij het gewone afval kan. De campagne moet duidelijk maken dat metalen verpakkingen al op grote schaal gerecycled worden. Ook wordt uitgelegd hoe dat gebeurt. Blik is een verpakkingssoort die zich uitermate goed leent voor scheiding achteraf. Reeds 87% van de metalen verpakkingen krijgt een nieuw leven. Uit recente berichtgeving blijkt dit percentage in de Europese lidstaten gemiddeld op 63% te liggen. Wie blik in de afvalbak gooit, werkt al mee aan de recycling ervan. Blik wordt door afvalenergiecentrales uit het restafval gescheiden. In sommige afvalbedrijven wordt blik van het afval gescheiden voordat het restafval wordt verbrand met energieterugwinning. Bij andere installaties blijven metalen achter nadat het restafval is verbrand. Met magneten of andere magnetiseertechnieken worden de metalen verpakkingen uit de reststoffen gehaald. Het teruggewonnen blik wordt gesmolten en ingezet bij de productie van nieuw staal en aluminium. Blik komt terug in nieuwe frisdrankblikjes, conservenblikken, maar ook in bijvoorbeeld fietsen. In week 22 is de campagne van start gegaan. Gedurende twee weken zijn op de grote radiostations zoals Q-music, Radio 2, 3FM, SkyRadio en Radio Veronica de commercials van de campagne te horen geweest.
Verwerken ‘plastic soep’ vooralsnog onhaalbaar Koninklijke Boskalis Westminster en Van Gansewinkel Groep hebben onderzoek gedaan naar de plasticvervuiling in de oceaan. Een reis over de Indische Oceaan leidt tot de voorlopige conclusie dat het opruimen en verwerken van de ‘plastic soep’ uit de oceanen vooralsnog zowel milieutechnisch als financieel onhaalbaar lijkt.
Jaarbericht 2009 Vereniging Afvalbedrijven Het Jaarbericht 2009 van de Vereniging Afvalbedrijven is op 19 mei gepubliceerd. Het gaat in op de belangrijkste ontwikkelingen in het afgelopen jaar en geeft een doorkijk naar de huidige en komende periode. Het Jaarbericht 2009 heeft net als de voorgaande jaren aandacht voor de ontwikkelingen in nationaal en Europees beleid, zowel op afval- als klimaatgebied. Verder gaat het over het toewerken naar een recyclingmaatschappij, de ontwikkelingen op de markt en veilig werken. Verder zijn de belangrijkste feiten en cijfers over de sector erin opgenomen, evenals een profiel van de vereniging. Het Jaarbericht 2009 bevat een Nederlandse en Engelse tekst en kan worden aangevraagd bij het Verenigingsbureau, telefoon (073) 627 94 44. Een PDF-versie is te downloaden vanaf www.verenigingafvalbedrijven.nl.
Europa’s eerste urineverwerkingsfabriek
Door brongerichte verwerking én terugwinning van fosfaat en stikstof uit urine wordt een bijdrage geleverd aan de inrichting van een duurzame waterketen. Verontreinigende stoffen als fosfaat en stikstof kunnen worden teruggewonnen voor nuttig en duurzaam hergebruik in plaats van de urine via het riool, sterk verdund, De bedrijven waren door het VPRO-programma ‘Beagle: in het op de rioolwaterzuivering te lozen. Daarom gaat GMB, kielzog van Darwin’ uitgenodigd om mee te varen met de clipper ‘Stad onder de naam SaNiPhos™, een full-scale installatie Amsterdam’, om mogelijke opruim- en verwerkingsmethoden van de bouwen voor het verwerken en winnen van nuttige plastic soep in kaart te brengen. Met medewerking van onderzoekers van meststoffen uit humane urine in Nederland. Deze de Algalita Foundation, de Amerikaanse ‘ontdekkers’ van de plastic soep, installatie is naar verwachting in september 2010 zijn in de Indische Oceaan tussen Australië en Mauritius monsters van het operationeel. SaNiPhos™ is onderdeel van het plastic afval opgevist en geanalyseerd. concept ‘nieuwe sanitatie’. Urine wordt daarbij als een afzonderlijke afvalstroom ingezaBij het nemen van monsters werd naast plastic als bijvangst ook zeeleven, zoals meld én afzonderlijk verwerkt. In de pilot visjes, kwallen en algen opgevist. In veel grotere hoeveelheid dan het plastic. De ‘Betuwse Kunstmest’ is in 2009 reeds maximaal aangetroffen hoeveelheid plastic was op deze route ongeveer 200 gram per aangetoond dat verwerking van urine vierkante kilometer, een fractie van de elders op de wereld aangetroffen concentraties. op industriële schaal mogelijk is. De plastic deeltjes waren vaak zo klein, dat het erg lastig wordt om deze op te ruimen. Het is voor het eerst dat humane De hoeveelheid geld en energie die hiermee gemoeid zou zijn, staat in geen verhouding urine op grote schaal verwerkt tot de ecologische verbeteringen. Door de ongewilde bijvangst van zeeorganismen, zou het zal gaan worden. meer schade dan verbetering veroorzaken. De onderzoekers dringen aan op regelmatige herhaling van monstername en analyse, om meer betrouwbare informatie over de omvang en gevolgen van de vervuiling te verkrijgen. De monstername zou bij voorkeur moeten worden uitgevoerd door de bestaande internationale koopvaardij, tijdens hun reguliere reizen. Mocht uit nader onderzoek blijken dat de concentraties en ecologische schade van het plastic veel groter is (geworden) dan nu wordt aangenomen, dan zou dat een complexe schoonmaak alsnog kunnen rechtvaardigen.
14
afvalforum juni 2010
Misverstand: “Overheidsbedrijven zijn duurzamer dan private bedrijven” Er bestaan van die misverstanden, die telkens weer de kop opsteken. Neem de bewering dat overheidsbedrijven duurzamer zijn dan private bedrijven. De markt zou blindelings gaan voor winstmaximalisatie, terwijl overheidsbedrijven louter het publieke belang dienen. De dagelijkse praktijk is anders. Een deskundige licht toe. Aflevering 5: Wim van Lieshout, CEO van HVC. Door Marieke Vos
“Overheidsbedrijven werken niet per definitie duurzamer dan private bedrijven. In de benchmark van FFact van vorig jaar stonden wij in de top vijf van organisaties die onder meer het beste scoorden op duurzaamheid. Wij zijn een overheidsbedrijf, maar in die top vijf stonden ook private organisaties, zoals SITA. Of een organisatie duurzaam werkt, heeft meer te maken met rolopvatting dan met eigendomsstructuur. Een private organisatie die kiest voor duurzaamheid, heeft daar belang bij vanwege concurrentieoverwegingen en de innovatie die het met zich meebrengt. Een overheidsbedrijf kan duurzaamheid belangrijk vinden omdat het zichzelf ziet als een verlenging van het lokale bestuur, een bestuur dat duurzaamheid hoog op de agenda plaatst. De een is niet noodzakelijk duurzamer dan de ander. Voor de overheid is het een kwestie van sturing. In een overheidsbedrijf kan een overheid een permanente invloed uitoefenen en daarmee duurzaamheid op de agenda houden. Dan moet die overheid
wel een activistische aandeelhouder zijn. Een overheid kan echter ook bij de inkoop bij private bedrijven hoge eisen stellen aan duurzaamheid. Bijvoorbeeld dat het huishoudelijk afval wordt opgehaald met elektrische of hybride wagens. In dat geval biedt een privaat bedrijf net zo’n duurzame dienst als een overheidsbedrijf, met als verschil dat er geen permanente sturing is. Want is het contract eenmaal gesloten, dan zitten beide partijen eraan vast. Overigens zie je overheden vaak uitsluitend inkopen op basis van prijs, omdat ze niet weten hoe ze duurzaamheid moeten wegen. Ik weet dat dit leidt tot frustratie bij private bedrijven die graag duurzaam willen werken. Duurzaamheid is trouwens een lastig begrip en moeilijk te meten. Ik ken private bedrijven die heel duurzaam werken, maar niet als zodanig worden beoordeeld omdat het niet naar voren komt in hun
rapportages. Het is een kwestie van welke parameters als belangrijk worden gezien. Hoe weeg je die ten opzichte van elkaar? Je kunt bijvoorbeeld zo veel mogelijk recyclen, maar nascheiding kost wel extra energie. Duurzaamheid is een maatschappelijke opgave die onontkoombaar is. We zullen meer moeten samenwerken om kringlopen te sluiten. Daarin spelen overheidsbedrijven een even grote rol als private bedrijven.”
Wim van Lieshout (HVC Groep):
‘Het gaat om rolopvatting, niet om het eigendomsmodel.’ (foto: HVC)
afvalforum juni 2010
15
Eerste partijen buitenlands brandbaar afval in aantocht
R1-status net op tijd Afvalenergiecentrales met een R1-status halen opgelucht adem. Dankzij het buitenlandse afval kunnen ze binnenkort hopelijk weer op vol vermogen draaien. Verscheidene centrales staan op het punt om contracten met buitenlandse ontdoeners aan de Nederlandse overheid voor te leggen.
Werner Annaert (FEBEM):
‘De Nederlandse aanpak zint ons wel.’
Door Han van de Wiel
Net te laat of net op tijd. Gert Jan Bennink weet niet goed welke mogelijkheid hij moet kiezen. De vraag aan hem was of het toekennen van de R1-status aan de afvalenergiecentrale Twence bij Hengelo, waar Bennink manager marketing en sales is, op tijd was. “Dankzij de verlening van de R1-status kunnen we nu weer brandbaar afval van onze buitenlandse klanten verwerken. Enerzijds komt de R1-status te laat, anderzijds is-ie net op tijd verleend, waardoor grotere schade is voorkomen.” Naar de R1-status hebben de afvalenergiecentrales vurig verlangd. Die betekent dat ze installaties voor nuttige toepassing worden, waardoor zij gemakkelijker afval uit het buitenland kunnen importeren. Voor de Nederlandse installaties is de R1-status van grote betekenis, omdat er sprake is van structurele overcapaciteit.
Crisis Tot 2005 exporteerde Nederland veel brandbaar afval naar Duitsland, dat lagere verwerkingstarieven rekende. Daar kwam een abrupt einde aan door het Duitse stortverbod. In combinatie met de krappe verwerkingscapaciteit leidde dit tot verhoogde stortactiviteiten. Om het storten tegen te gaan, verzocht de regering de verbrandingssector om bij te bouwen. Dat ging goed, totdat de crisis toesloeg, het afval verminderde en er acuut overcapaciteit ontstond. Volgens commercieel directeur
16
afvalforum juni 2010
Eric Sloots van Van Gansewinkel Groep levert de Nederlandse afvalmarkt “nu onvoldoende brandbaar afval op, zodat de wens is ontstaan om afval te mogen importeren. Dat is dus redelijk nieuw”. Een voorwaarde voor toekenning van de R1-status is dat een afvalenergiecentrale voldoet aan de eisen van de Kaderrichtlijn afvalstoffen. “Hoewel de Nederlandse ovens de beste van Europa zijn”, zegt Sloots, “gaf de overheid ons niet de R1-status op het moment dat het hard nodig was.” Eind maart ging de overheid akkoord en wierp ze geen barrières meer op tegen de import van brandbaar afval. De Nederlandse overheid loopt hiermee voor op de implementatie van de Kaderrichtlijn die eind 2010 gerealiseerd moet zijn. Vanaf midden vorig jaar is Van Gansewinkel ‘verkennende bewegingen’ in het buitenland gaan maken. Sloots: “Dus kijken of er partijen zijn in het buitenland die hun afval willen laten verwerken in
Geert Jan Pastoor (E.ON):
‘Wij denken vooral aan Engeland en Ierland.’
Nederland.” Dit proces verloopt in drie fasen. Eerst moet er contact worden gelegd en een contract gesloten met een ontdoener (gemeente of particulier). Vervolgens moet de ontdoener in het herkomstland toestemming vragen aan het Milieuministerie om in het kader van de EVOA afval te mogen uitvoeren. Ten slotte moet het ontvangende land - Nederland - formeel toestemming geven. Sloots: “We zitten nu, half mei, in de fase dat een aantal herkomstlanden toestemming moet geven: Duitsland, Italië en Engeland. We verwachten in juli de eerste partijen buitenlands afval.”
Exportcontracten Bennink, van Twence, kijkt vooral naar Duitsland. “Twence ligt hemelsbreed twintig kilometer van Duitsland, dat van oorsprong bij ons intrekgebied hoort. We hadden altijd veel Duitse klanten. We voerden afval in op grond van vergunningen met een D10status (verwijdering). Ongeveer anderhalf jaar geleden kwam daar een einde aan. Door de crisis verminderde het Duitse afval. In Duitsland stonden door het stortverbod inmiddels meer installaties, en de Duitse afvalbedrijven vroegen hun overheid de export van afval naar het buitenland te herzien. Dat kon door steeds strikter de eis van R1-status te hanteren.” Het gevolg was dat Twence geen exportcontracten meer kreeg. “Onze Duitse klanten, met name
De derde lijn van Twence in Hengelo die begin 2009 in gebruik is genomen, beschikt over de R1-status (foto: Twence Afval en energie)
bedrijven, wilden wel, maar het lukte niet. Dankzij de verlening van de R1-status aan Twence begint het nu weer te lopen. Ik kan weer verder.” Twence is bezig met meerdere contracten met Duitse klanten. Twence wil tientallen kilotonnen brandbaar afval uit Duitsland halen. Op een totale hoeveelheid van 575.000 ton is dat hooguit een aanvulling, zij het een belangrijke. “Met het Duitse afval zitten we vol. Alle verbrandingslijnen draaien dan op 100 procent. Ik denk dat onze klanten binnenkort, in ieder geval voor de zomervakantie, naar het Agentschap NL gaan voor goedkeuring. Ik verwacht geen beperkingen, maar ik moet eerst het bewijs zien.” Engeland is voor Twence niet interessant, omdat ze het afval na de oversteek over de Noordzee nog moeten vervoeren. “Dat wordt te duur. Maar doordat collega’s zich wel op Engeland richten, komt er meer lucht op de Nederlandse afvalmarkt. Dan kunnen we daar afval vandaan halen.”
Flexibiliteit Ook voor E.ON in Delfzijl is de R1-status “erg belangrijk”, zegt commercieel directeur Geert Jan Pastoor. “Onze installatie in Delfzijl levert stoom aan klanten, maar heeft daarvoor momenteel te weinig langer contractueel vastgelegd afval. Toen wij vijf jaar geleden
de installatie bouwden, was er een tekort aan verbrandingscapaciteit van 1,5 miljoen. Die is nu verdwenen. De R1-status geeft ons meer flexibiliteit om afval op andere markten te halen. Wij denken vooral aan Engeland en Ierland.” E.ON heeft een aantal “vrij concrete” toezeggingen van bedrijven en hoopt “zo spoedig mogelijk” te kunnen
beginnen. Obstakels zijn er niet, zegt Pastoor, zeker vanuit Nederland niet. De enige voorwaarde die de Engelsen stellen is dat het afval bewerkt moet zijn. “Ik heb er geen moeite mee dat waardevolle materialen eruit worden gehaald.” E.ON doet ook mee met aanbestedingsprocedures voor de bouw van nieuwe afvalenergiecentrales in Engeland. Pastoor: “We laten zien dat we niet alleen willen bouwen, maar het afval nu al kunnen verbranden. Dat is een pluspunt bij de aanbesteding.”
Eric Sloots (Van Gansewinkel Groep):
‘We verwachten in juli de eerste partijen buitenlands afval.’
Ook België wil R1-status
FEBEM, de collega-branchevereniging van de Vereniging Afvalbedrijven, zou graag zien dat de Belgische overheid OVAM de Nederlandse lijn volgt en de R1-status versneld toekent aan de afvalenergiecentrales. “Wij merken dat onze overheden zitten te kijken naar Europa. Maar we krijgen meer en meer de indruk dat daar geen uniforme toepassing zal worden afgedwongen”, zegt Werner Annaert van de FEBEM. “Onze overheden moeten zich nu positioneren en rekening houden met wat Nederland en Duitsland doen. Wij verwachten met deze twee landen het meest grensoverschrijdende verkeer.” De Nederlandse aanpak zint Annaert wel, omdat de toekenning van de R1-status niet te soepel is (slecht voor het imago van de sector) en niet te streng (wat installaties in de problemen kan brengen). “We hebben de indruk dat de Nederlandse aanpak vrij neutraal is. Wij vragen een gelijke behandeling met de buurlanden.” Annaert is niet bang dat dit leidt tot eenzijdige export naar Nederland. “Wij beschikken in Vlaanderen over verschillende zeer goed presterende installaties op slechts enkele kilometers van de grens.” Voorwaarde is dat de sector de kans krijgt te blijven investeren in nieuwe state of the art verbrandingsinstallaties. “Anders zien we het somber in voor onze sector.”
afvalforum juni 2010
17
Met nieuwe Europese regelgeving is een deel van het ijzerschroot straks geen afval meer maar een product (foto: iStockphoto)
‘Einde afval’ slechts voor klein deel ijzerschroot
Schroot als eerste geen afval meer Brussel sleutelt aan regels om van ijzerschroot een product te maken. Na ijzer volgen aluminium, koper, oud papier en glas. De productstatus scheelt een hoop bureaucratie, maar brengt het ook de recyclingsociety dichterbij? Door strikte regels komt slechts een klein percentage van de afvalstroom in aanmerking. Bovendien gloort als product een nieuwe horde: REACH.
Andreas Versmann (Europese Commissie):
‘Belangrijk doel van ‘einde afval’ is om te zorgen voor harmonisatie.’
Door Harry Perrée
Als volgend jaar voor het eerst een lading ijzerschroot van de Europese Unie het stempel ‘einde afval’ (end of waste) krijgt, gaat die lading niet plots naar een andere bestemming. Of het afval is of niet; metaalschroot belandt in de smeltovens van de staalindustrie. Wat wel verandert, is de administratieve rompslomp. Nu nog moet de metaalindustrie voldoen aan strikte afvalregels. Dat hoeft niet meer als het schroot straks als eerste de ‘einde afval’stempel heeft. Hetzelfde geldt vanaf volgend jaar voor aluminiumschroot. Hoeveel ijzer- en aluminiumschroot in aanmerking komt voor het stempel is nog in nevelen gehuld. Volgens het huidige ontwerpvoorstel van de Europese Commissie mag ijzerschroot maximaal twee procent verontreiniging bevatten,
Jan Thewissen (Shanks):
‘We moeten kijken of we ‘gelijkheid’ met primaire producten kunnen aantonen.’
18
afvalforum juni 2010
aluminiumschroot maximaal vijf procent. Bovendien moet het schroot vrij zijn van olie en gevaarlijke stoffen en mag het niet radioactief zijn. “Of dat zo is, moet blijken uit het kwaliteitsmanagementsysteem van afvalbedrijven”, zo legt beleidsambtenaar Andreas Versmann van de Europese Commissie uit. De Vereniging Afvalbedrijven vreest dat door deze strikte voorwaarden maximaal tien procent van het ijzerschroot valt onder ‘einde afval’. De gewenste recyclingboost, doel van de nieuwe regelgeving, blijft hiermee achterwege. Wordt de toegestane verontreiniging verhoogd van twee naar vijf procent, dan stijgt het aandeel naar dertig tot veertig procent. Versmann schat het percentage met het huidige verontreinigingspercentage hoger in. Hij verwacht dat een derde van het ijzerschroot de kwaliteit van ‘einde afval’ gaat halen. Of dat percentage ook wordt gehaald, is volgens hem onzeker. “Het hangt er vanaf of handelaren de criteria accepteren en toepassen. Alleen dan ontstaat er ‘einde afval’.” De Europaambtenaar gelooft heilig dat bedrijven de criteria omarmen. “De criteria zijn ontwikkeld samen met de recyclaars en de metaalindustrie die het metaalschroot gebruikt. Ons doel was te komen tot werkbare voorstellen. We zullen de komende jaren monitoren hoeveel ‘einde afval’ er ontstaat.” De Europese afvalbedrijven,
verenigd in de FEAD, weten nog niet of ze tevreden zijn met het ontwerpvoorstel van de Commissie. “Daar moeten wij intern nog over discussiëren”, laat FEADbeleidsmedewerker René Schroeder weten.
Harmonisatie Bij afvalbedrijf Shanks kijken ze voorlopig de kat uit de boom. “Wij zijn als recyclingbedrijf niet betrokken bij de handel in metaal. Voor ons blijft alles hetzelfde”, analyseert Jan Thewissen, arbo-, milieu- en veiligheidscoördinator bij Shanks. Wel voorziet hij een vrijere handel door het wegknippen van afvalregels. “Dat heeft een positief effect op de prijs, zodat inspanningen makkelijker terugverdiend kunnen worden.” Metaal en aluminium zijn de eerste in een rij van afvalstromen die komende jaren de ketenen van de afvalregelgeving kunnen afschudden. Het Joint Research Centre van de Europese Commissie komt vanaf deze zomer met rapporten over de mogelijke criteria waaronder papier, koper en glas ‘einde afval’ kunnen worden. Zes tot acht maanden later zullen die rapporten zijn omgevormd in regelgeving, zo is de planning. Daarna staan plastic en compost op de rol. Thewissen: “Als de criteria er zijn, gaan we kijken: wat moeten we doen om de ‘einde afval’lees verder op pagina 12 »
Under new European legislation some scrap iron will soon cease to be waste and become a product (photo: iStockphoto)
Andreas Versmann (European Commission):
‘An important goal of ‘end-of-waste’ is to ensure harmonisation.’
‘End of waste’ for just a small fraction of scrap iron
Scrap metal first to cease being waste The EU is working on rules to turn scrap iron into a product. Aluminium, copper, waste paper and glass will follow. Product status cuts out much bureaucracy, but does it bring the recycling society any closer? The strict rules mean that just a small percentage of the waste stream is eligible. Moreover, product status brings with it a new hurdle: REACH. By Harry Perrée
The first consignment of scrap iron from the European Union to achieve ‘end-ofwaste’ status next year will not suddenly follow a different route to the market. Whether it is classified as waste or not, the first port of call for scrap metal is the steel-melting furnace. What will change is the administrative rigmarole. At the moment, the metal industry has to comply with strict waste regulations. That will no longer be necessary when scrap metal is the first category of waste to secure endof-waste status. From next year the same will apply to scrap aluminium. The amount of iron and aluminium scrap that will be eligible for end-of-waste status
is still shrouded in mystery. According to the current proposals by the European Commission, the contaminant content of scrap iron may not exceed two per cent and of scrap aluminium five per cent. Moreover, the scrap must be free of oil and hazardous substances, and must not be radioactive. ‘That will have to be determined by the waste companies’ quality management systems,’ explains Andreas Versmann, a policy officer at the European Commission. The Dutch Waste Management Association fears that these stringent criteria will mean that no more than ten per cent of scrap iron will make the ‘end-of-waste’ category. This falls short of generating the desired recycling boost, the aim of the
new legislation. If the permissible level of contamination were to be raised from two to five per cent, the end-of-waste fraction would increase to thirty to forty per cent. Versmann estimates that under the current contamination percentage limit the eligible fraction would be higher. He expects that a third of all scrap iron will meet the quality criteria for end-of-waste, but adds that it is uncertain whether that percentage will actually be achieved. ‘It depends on whether traders accept and apply the criteria. Only then will end-of-waste become a reality.’ The EU civil servant is convinced that companies will embrace the criteria. ‘The criteria have been developed in consultation with recyclers and the metal industry that uses the scrap. Our goal was to develop workable proposals. Over the next few years we will be monitoring how much scrap achieves end-of-waste status.’ The European waste companies, represented by FEAD, have not yet decided whether or not they are satisfied with the Commission’s proposals. ‘We have to hold go to page 21 »
afvalforum juni 2010
19
Marktpotentieel Percentage van totale volume
‘Einde afval’-stromen Metaalschroot
10%
Metaalschroot met 5% verontreiniging in plaats van 2%
30-40%
Aluminiumschroot (als andere metalen niet als verontreiniging worden meegeteld)
40%
Koper
14-40%
Papier
60%
Glas (op basis van gescheiden ingezameld materiaal)
90%
Inschatting van Europese afvalexperts van het percentage van de afvalstroom dat in aanmerking komt voor ‘einde afval’. De inschattingen zijn gemaakt op basis van het huidige ontwerpvoorstel van de Europese Commissie.
René Schroeder (FEAD):
‘Er zijn onzekerheden over REACH.’
status te halen? Als dan blijkt dat het iets oplevert, dan gaan we dat doen.” Zolang Europese regels ontbreken, hebben de lidstaten hun handen vrij om in hun eigen land ‘einde afval’-stromen te benoemen. De landen moeten de stromen wel doorgeven (notificeren) aan de Commissie, die toetst of de beslissing past in de Europese regels. Voor de Europese recyclingmarkt werken dit soort initiatieven verstorend. Versmann: “Waar compost in het ene land afval is, mag het in een ander land als ‘einde afval’ worden toegepast. Een belangrijk doel van ‘einde afval’ is om te zorgen voor harmonisatie en een gelijkwaardig speelveld.” Daar hoopt Thewissen vurig op. Ter illustratie geeft hij een concreet voorbeeld. Shanks exporteert afvalhoutsnippers voor de spaanplaatindustrie naar het buitenland. Het ministerie van VROM heeft die stroom aangewezen als ‘einde afval’. Maar niet alle landen denken er zo over. “Dezelfde houtsnippers gaan naar Duitsland als product en naar België als afvalstof”, aldus Thewissen. De teugels mogen wat hem betreft wel wat losser dan nu. Zo heeft hij gehoord dat metaalschroot geen plastics
Op termijn zal ook voor papier een ‘einde afval’-status worden bereikt (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
20
afvalforum juni 2010
mag bevatten. “Dan zou je door het pvc schadelijke emissies bij het smelten kunnen krijgen. Ik snap dat wel, maar je moet je afvragen of je alle snippers plastic eruit kunt halen. Wij doen veel kwaliteitscontroles om ervoor te zorgen dat een eindproduct van goede kwaliteit is, zodat we het kunnen afzetten. Als de afzet gebarricadeerd wordt door wetgeving is dat zonde.”
REACH Als eenmaal de horde van ‘einde afval’ is genomen, volgt een tweede horde: REACH. Zodra afval als ‘einde afval’ onder het regime van de afvalregelgeving vandaan kruipt, kan REACH van toepassing zijn. Dat verplicht bedrijven die in Europa stoffen en producten op de markt brengen, deze te registreren en precies hun chemische
eigenschappen aan te geven. Voor afvalbedrijven kan dat een hele klus worden; afvalstromen zijn haast per definitie gemengd, onzuiver en soms met een onduidelijke herkomst. Hoe gaat Shanks dat varkentje wassen? “Er is net een nieuwe guidance uitgekomen”, legt Thewissen uit. “We moeten kijken of we ‘gelijkheid’ (sameness) met primaire producten kunnen aantonen.” REACH bevat namelijk een uitzondering: je hoeft een productstroom niet te registeren als hij al geregistreerd wordt door een andere partij. En omdat de meeste ‘einde afval’-stromen lijken op grondstofstromen uit een primair productieproces, hoeven de afvalbedrijven alleen maar af te wachten totdat de primaire producent zijn grondstof heeft geregistreerd. Een meevaller, toch? “Het lastige is dat REACH allerlei termijnen stelt, terwijl we voor ‘einde afval’ voor een aantal stromen nog niet veel weten. Dat kan elkaar gaan bijten.” “Er zijn onzekerheden over REACH”, vindt ook FEAD-man Schroeder. “De last voor recyclaars moet beperkt blijven. Als je gelijkheid kunt aantonen, ben je uitgesloten van registratie. Maar om gelijkheid aan te tonen, moet je toegang hebben tot de gegevens over producten die in het primaire proces zijn gemaakt. Het is belangrijk dat de toegang tot deze gegevens is gegarandeerd.” Of die toegang er is, wordt pas duidelijk na november. Dan is immers de volgende registratiedeadline van REACH verstreken. FEAD vreest dat als REACH nieuwe drempels opwerpt, het voor afvalbedrijven erg duur en lastig wordt.
internal discussions on the matter,’ says FEAD policy officer René Schroeder.
Harmonisation Waste company Shanks is adopting a wait and see attitude. ‘As a recycling company we are not involved in the metal trade. As far as we are concerned, nothing has changed,’ concludes Jan Thewissen, occupational health, safety and environment coordinator at Shanks. However, he does anticipate a freer trade as a result of the elimination of the waste regulations. ‘That will have a positive effect on the price, making it easier to recover the costs of acquiring and processing the scrap.’ Ferrous metal and aluminium are the first on the list of waste streams to break free of the waste legislation straitjacket in the coming years. From this summer, the European Commission’s Joint Research Centre will be issuing reports on possible end-of-waste criteria for paper, copper and glass. The plan is for these reports to be translated into legislation six to eight months later. The next in line will then be plastic and compost. Thewissen: ‘Once the
Jan Thewissen (Shanks):
‘We have to see whether we can demonstrate ‘sameness’ with the primary products.’
criteria have been drawn up, we will look into what we have to do to secure end-ofwaste status. If it turns out to be worth the effort, that’s what we’ll do.’ Until European regulations have been adopted, the member states are free to designate end-of-waste streams in their own countries. National governments have to notify these to the Commission, which will assess whether the decision complies with European legislation. Such initiatives have a disruptive effect on the European recycling market. Versmann: ‘In one country compost is classified as a waste, but in another it can be used as an end-of-waste product, whereas an important goal of end-of-waste is to ensure harmonisation and a level playing field.’ That is Thewissen’s fervent hope. To illustrate, he gives a concrete example. Shanks exports waste wood chips for use in the chipboard industry. The Dutch Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment has designated this waste stream as end-of-waste. But not all countries agree with this. ‘The same wood chips go to Germany as a product, but to Belgium as waste,’ says Thewissen. In his opinion the regulatory regime could be relaxed somewhat. For instance, he has heard that scrap metal must not contain any plastic waste. ‘This could lead to harmful emissions from PVC during the smelting process. I understand this, but you do wonder whether it is possible to remove all the plastic fragments. We carry out many quality controls to ensure we obtain a good quality final product that we can
Market potential End-of-waste streams
Percentage of total volume
Scrap metal
10%
Scrap metal with 5% contamination instead of 2%
30–40%
Aluminium scrap (if other metals are not included as contaminants)
40%
Copper
14–40%
Paper
60%
Glass (based on separately collected material)
90%
Estimates by European experts of the percentage of waste streams that are eligible for end-of-waste. The estimates were made on the basis of the current proposal by the European Commission.
In time paper will also achieve end-of-waste status (photo: Dutch Waste Management Association)
René Schroeder (FEAD):
‘Some aspects of REACH remain unclear.’
sell. It would be regrettable if market entry was blocked by the legislation.’
REACH Once the hurdle of end-of-waste has been successfully negotiated, a second hurdle awaits: REACH. As soon as end-of-waste status relieves a waste stream of the burden of the waste regulation regime, it can become subject to REACH. This obliges companies that market products and substances in Europe to register them and declare their chemical properties in detail. This can be an onerous task for waste companies; waste streams are almost by definition mixed, impure and sometimes of uncertain provenance. How is Shanks going to deal with this? ‘A new guidance document has just come out,’ says Thewissen. ‘We have to see whether we can demonstrate ‘sameness’ with the primary products.’ This is because REACH contains a get-out clause: you do not have to register a product stream if it has already been registered by another party. And because most end-ofwaste streams are similar to raw materials from primary production processes, waste companies simply have to wait until the primary producers have registered their substances. A lucky break for waste companies. Or is it? ‘The problem is, REACH sets a whole range of deadlines, but for several streams we still know little of relevance for end-of-waste. This can put us in an awkward position,’ concludes Thewissen. ‘Some aspects of REACH remain unclear,’ agrees FEAD’s Schroeder. ‘The burden on recyclers should be limited. If you can demonstrate sameness, you do not have to register the substance. But to establish sameness, you need access to the data on products manufactured in the primary process. It is important that access to these data is guaranteed.’ This will become clear only after November, when the next REACH registration deadline expires. FEAD fears that if REACH throws up new obstacles, it will make things difficult and very expensive for waste companies.
afvalforum juni 2010
21
Remat Chemie BV houdt zich al meer dan 60 jaar bezig met de verkoop van zuivere oplosmiddelen en het recyclen van verontreinigde oplosmiddelen. Destilleren en fractioneren (het uit elkaar trekken van 2 of meer vloeistoffen) zijn de technieken waar gebruik van wordt gemaakt bij het recyclen. De energie die nodig is bij deze technieken is in de loop der jaren veel efficiënter ingezet. Talloze energiebesparende techniek- en proceswijzigingen hebben wij in de voorbije halve eeuw doorgevoerd. Ook in de toekomst zullen wij op zoek blijven naar innovatieve aanpassingen in onze processen zodat de gebruikte energie optimaal wordt benut. Het optimaal gebruik maken van energie, gecombineerd met de milieuvriendelijke aspecten van het recyclen van oplosmiddelen, maakt dat wij trots zijn op de oplossing die wij bieden voor verontreinigde oplosmiddelen.
Nieuwe bodemasinstallatie Heros IN Sluiskil Heros in Sluiskil bouwt een nieuwe installatie voor het opwerken van bodemas – restproduct van afvalverbranding in een afvalenergiecentrale. Eind mei is het eerste deel van de nieuwe installatie in gebruik Op weg naar genomen. In de installatie wordt de onbewerkte 95% recycling bodemas door diverse soorten zeven in verschilvan autowrakken lende fracties verdeeld. Elk van de zeven fracties ARN zet met de bouw van een hightechwordt door magneten, non-ferro scheiders en een fabriek in Tiel een belangrijke stap op sensorscheider ontdaan van vrijwel alle metaaldeeltjes. weg naar 95% recycling van autowrakken. In juli wordt de installatie uitgebreid met de gepatenteerde technologie “ADR” Nu al wordt 85% van een auto via recycling die Inashco gebruikt en die door de Technische Universiteit Delft is ontwikhergebruikt. De stap naar 95% is nog een grote. keld. De bodemas wordt met deze techniek gesplitst in een fractie 0-2 mm “Dat betekent dat in 2015 zo’n 25 miljoen kilogram en een fractie 2-40 mm. Dit heeft als effect dat uit de fractie 2-40 mm autoshredderafval niet meer gestort wordt, maar de metalen beter (en daardoor meer) kunnen worden teruggewonnen. wordt opgewerkt tot herbruikbare materiaalstromen”, Doordat de nieuwe techniek voor een verdergaande afscheiding van aldus Dave Bebelaar directeur ARN. metalen uit het afval zorgt, levert het een verbeterde en milieuhygiënischer grondstof op. Toepassing van de op deze manier tot bouwstof Naast de recycling van autowrakken wordt de investering opgewerkte bodemas bespaart op het gebruik van primaire grondin deze fabriek bekostigd uit de verwijderingsbijdrage. stoffen. De installatie heeft een capaciteit van 500.000 ton per jaar. Ook het onderzoek naar nieuwe recyclingtechnologie wordt hieruit betaald. Dat extra onderzoek is kostbaar maar ook hard nodig als gevolg van de snelle ontwikkeling van nieuwe materialen die worden toegepast in auto’s, onder andere om Vergistingsinstallatie Attero in de CO2-uitstoot te verminderen en de opkomst van hybride Venlo officieel in bedrijf en elektrische auto’s. Om zeker te stellen dat daarvoor in de komende jaren voldoende middelen beschikbaar zijn en om de Vrijdag 11 juni heeft de voorzitter van de Branche Vereniging continuïteit van de verwerking van autowrakken niet in gevaar Organische Reststoffen, de Limburgse Commissaris van de te brengen, is besloten de verwijderingsbijdrage tijdelijk te verKoningin, Léon Frissen, de nieuwe vergistingsinstallatie op hogen: op 1 juli gaat de verwijderingsbijdrage voor elke nieuwe de locatie Venlo van Attero officieel in bedrijf gesteld. In de auto van 15 naar 45 euro. “Zodra het kan, zullen we deze verhoinstallatie produceert Attero biogas uit in Limburg ingezameld ging weer terugdraaien, maar ook hier gaan de kosten voor de groente-, fruit- en tuinafval - goed voor de productie van zo’n baat uit”, zegt Bebelaar. 6,5 miljoen kilowattuur groene stroom per jaar.
Forse groei duurzame energie In 2009 is de productie van duurzame elektriciteit gestegen tot bijna 9 procent van het binnenlands elektriciteitsverbruik. In 2008 was dit nog 7,5 procent. De stijging komt vooral door een toename van de elektriciteitsproductie uit biomassa en windenergie. De grote elektriciteitscentrales gebruikten in 2009 bijna twintig procent meer biomassa dan in 2008. Ook buiten de grote centrales werd meer elektriciteit uit biomassa gemaakt. Het gaat dan vooral om het verbranden of vergisten van afvalhout, huishoudelijk afval en mest. De productie van energie in afvalenergiecentrales is in het afgelopen jaar ook gegroeid en bedraagt in 2009 ruim 11 procent van de duurzame energieproductie. De doelstelling van de 9 procent duurzame elektriciteit in 2010 lijkt gehaald te worden.
Na een fase van haalbaarheidsstudies en proefprojecten, is Attero in juli 2009 met de bouw van de installatie gestart. De gft-vergister is vervolgens vanaf eind 2009 stapsgewijs in gebruik genomen. Het vergisten zelf is geen nieuwe techniek. Wat bijzonder is, is de wijze waarop Attero het vergistingsproces heeft ingepast in de bestaande composteerinstallatie. Het bedrijf blijft in Venlo compost maken uit het aangevoerde gft-afval. Maar als extra stap in het proces produceert het er nu ook groene energie uit. Uit dezelfde hoeveelheid gft worden op deze manier meer duurzame producten gewonnen. Dat betekent een extra bijdrage aan het terugdringen van de CO2-emissie. Pierre Vincent, algemeen directeur van Attero, brak een lans voor de gescheiden inzameling van gft. “Dóórgaan”, bepleitte hij. “En liefst nog een tandje hoger. Daar zijn argumenten genoeg voor. Composteren is goedkoop én het is goed voor het milieu. De toevoeging van de extra stap van het vergisten stelt gemeenten bovendien mede in staat hun klimaatdoelstellingen te realiseren. Een echte win-win-strategie dus”. Vincent kondigde aan dat zijn bedrijf plannen heeft voor nog meer vergisters. Het heeft naast Venlo nog enkele potentiële locaties op het oog. Daarnaast onderzoekt Attero of ook andere organische stromen dan gft voor vergisting in aanmerking komen. Het gaat dan om bijvoorbeeld reststromen uit de agrarische sector en de industrie.
afvalforum juni 2010
23
Verwijderingsbijdrage voor de verwerking van bijvoorbeeld koelkasten staat op de tocht (foto: Vereniging Afvalbedrijven)
Ophef over opgepotte verwijderingsbijdrage
Tweede leven voor verwijderingsbijdrage? Er is veel rumoer rond de verwijderingsbijdrage, het systeem dat consumenten zichtbaar mee laat betalen aan de recycling van elektrische apparaten. De detailhandel en de Tweede Kamer willen het onmiddellijk stopzetten, terwijl producenten en importeurs azen op een verlenging.
24
afvalforum juni 2010
Ron Cramer (Coolrec BV):
‘Het maakt ons niet uit welk systeem wordt gehanteerd.’
Door Joop Hazenberg
De start van de zichtbare verwijderingsbijdrage was wat onwennig. Vanaf 1999 kregen kopers van een groter elektronisch apparaat bij het afrekenen te horen dat er een toeslag zat op het apparaat, meestal een paar euro. Met deze bijdrage kon de recycling van oude apparaten massaal en efficiënt uitgevoerd worden. Inmiddels is de toeslag ingeburgerd. Het beperkt zich tot een aantal ‘sleutelapparaten’ als televisies, wasmachines en stofzuigers. Over de verwijderingsbijdrage is het nodige te doen. De huidige bijdrage eindigt volgens de afspraken in 2011 - voor witgoed twee jaar later, in 2013 - maar dat is de politiek niet snel genoeg. In april stelde de Tweede Kamer per motie vast dat de bijdrage onmiddellijk diende te stoppen. Verder is er discussie over de toereikendheid van het Verwijderingsfonds, de reservepot die inmiddels is opgebouwd om de huidige Nederlandse voorraad van maar liefst 2,8 miljard kilo op te ruimen. En op Europees niveau wordt gesteggeld over de toekomst van het systeem en het nut van de zichtbare bijdrage.
Opluchting Pieter Walraven, secretaris van de Raad Nederlandse Detailhandel (RND), is opgelucht over de waarschijnlijke afschaffing van de verwijderingsbijdrage. “Wij zijn nooit voorstander van het systeem geweest. Het is uitermate duur en werkt inefficiënt. De bijdrage is nadelig voor de consument en de handel.” Walraven noemt daarvoor een aantal argumenten. “De verwijderingsbijdrage staat niet in verband met het afgeven van het oude artikel. Daarnaast geldt de bijdrage slechts voor een aantal sleutelproducten zoals ijskasten en televisies, maar niet voor kleine apparaten als haardrogers. En de bijdrage ligt door prijsafspraken te hoog.” De Stichting NVMP (Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten) is het hiermee oneens. De NVMP is de uitvoeringsorganisatie die namens 1.500 producenten en importeurs de inzameling en recycling organiseert. Bestuurslid Jeroen de Roos ziet juist een mooie toekomst voor de verwijderingsbijdrage: “Wij hadden in 1999 als eerste land ter wereld zo’n systeem opgezet. Inmiddels is het in 17 Europese landen ingevoerd. De detailhandel heeft zich in Nederland volledig aan de bijdrage aangepast. Er ligt een fijnmazig netwerk.” De Roos vindt het onbegrijpelijk dat de politiek en de RND ervan af willen. “Het systeem realiseert een hoog milieurendement. Ons doel is om nog meer apparaten in te zamelen. Onlangs zijn we met
vrijwel alle gemeenten en veel detaillisten overeengekomen dat we voortaan een vergoeding geven voor het afgeven van e-waste aan ons systeem.” De NVMP verwacht door deze afspraak dit jaar 110 miljoen kilo op te halen aan e-waste, dertig procent meer dan in 2009. Of het huidige bedrag in het Verwijderingsfonds toereikend is, daar verschillen de meningen over. De NVMP zegt zelf dat er 220 tot 230 miljoen euro beschikbaar is, maar dat dat niet voldoende is om de historische voorraad aan oude apparaten weg te werken. Volgens de brancheorganisatie is daarvoor tenminste 750 miljoen euro nodig. De RND bestrijdt deze cijfers. “Dit is een door accountants gecreëerde werkelijkheid. Volgens ons kun je met de huidige reserves zeker tien jaar alle kosten voor recycling betalen”, aldus Walraven. Een van de belangrijkste doelen van de zichtbare verwijderingsbijdrage is dat die zou leiden tot meer bewustzijn bij de consument van kosten en noodzaak van recycling. Is daarvan elf jaar later een duidelijk effect waarneembaar? Walraven van de RND vindt van niet. “Dit is totale onzin. Als ik nu een televisie koop ben ik vooral met de aanschaf bezig, niet met het moment dat mijn tv ooit kapot zal gaan. Voor de producent werkt het ook niet. Die wordt door de bijdrage niet gestimuleerd om zijn producten beter recyclebaar te maken.” De NVMP wijst op de jaarlijkse zeven miljoen contactmomenten tussen het systeem van de verwijderingsbijdrage en de consument. Verder voert de NVMP met middelen uit het Verwijderingsfonds onder de vlag van Wecycle campagnes uit om de bewustwording rond recycling en het stimuleren van inzameling te vergroten. Coolrec BV, onderdeel van de Van Gansewinkel Groep, is één van de bedrijven die het recyclen voor zijn rekening neemt. “Wij kunnen alle stromen aan”, zegt Ron Cramer, marketingmanager bij het bedrijf. “Wat hier binnenkomt, is altijd ten dode opgeschreven.” Coolrec verwerkte vorig jaar een miljoen koel- en vrieskasten, een miljoen tv’s en 23.000 ton kleine huishoudelijke apparaten. Cramer volgt de discussie over de verwijderingsbijdrage, maar benadrukt dat de recyclers op geen enkele manier erbij betrokken zijn. “Het maakt ons niet uit welk systeem wordt gehanteerd. Wij verwerken apparaten en sturen een rapportage en factuur naar de NVMP. Die wordt altijd keurig betaald.” Cramer vindt het huidige systeem wel veel beter dan dat in andere landen. “Het
Jeroen de Roos (NVMP):
‘Het systeem realiseert een hoog milieurendement.’
is overzichtelijk. Wij richten ons vooral op echte uitdaging; het verder optimaliseren van recycling om nieuwe grondstoffen te maken uit afgedankte apparaten.”
WEEE-herziening Hoe moet het nu verder met de verwijderingsbijdrage? Het antwoord ligt in Den Haag, maar ook in Brussel. Minister Huizinga van VROM vindt de Kamermotie niet wettelijk uitvoerbaar. Ze is in gesprek met de NVMP om tot vrijwillige afspraken te komen. De NVMP waarschuwt alvast voor de gevolgen van vroegtijdige afschaffing: “Als de bijdrage nu eruit gaat, wordt de detailhandel ongelofelijk gedupeerd”, stelt Jeroen de Roos. “Er moet een overgangstermijn komen, want de handel heeft de bijdrage al betaald bij het inkopen van de huidige winkelvoorraad. Een overgangstermijn van zes maanden lijkt ons redelijk.” In Brussel zijn het Europees Parlement en de Europese Commissie bezig met de periode na 2011. De WEEE-richtlijn, die gaat over de inzameling en recycling van afgedankte apparaten, moet worden herzien. De Commissie wil dat de zichtbare bijdrage na 2013, als de richtlijn afloopt, blijft bestaan maar laat een besluit daarover aan de lidstaten. Het Europees Parlement wil de stekker er definitief uittrekken, en bestookte het herzieningsvoorstel met bijna driehonderd amendementen. De afloop van dit politieke proces is onduidelijk en kan nog lang op zich laten wachten. Zichtbare bijdrage of niet, het percentage verplichte inzameling zal volgens het huidige Europese voorstel omhoog gaan naar circa 65 procent. Hoe moeten we dat aanpakken? Pieter Walraven van RND: “We moeten het Verwijderingsfonds langzaam uitputten en in de tussentijd een nieuw systeem ontwerpen.” Jeroen de Roos van NVMP: “Na verwerking van het stuwmeer van de historische voorraad kunnen we op een lager niveau met de bijdrage verder. Wat ons betreft blijven we op deze manier inzamelen en recyclen.”
afvalforum juni 2010
25
wasteforum The Dutch Waste Management Association (Vereniging Afvalbedrijven) serves both the national and international interests of waste-processing companies throughout the entire waste chain. This involves Dutchbased companies that collect, recycle, reuse, compost and incinerate waste, as well as those that process waste for landfill and sewage treatment companies.
Natura 2000 increases regulatory burden on industry When applying for environmental permits, industrial and waste operations near sites in the EU Natura 2000 network must produce statements on the possible effects on vulnerable habitats and species in these protected areas. Employers’ organisation VNO-NCW claims the often complex and costly scientific studies place an unfair burden on individual companies. Liberal MP Janneke Snijder agrees that the Netherlands is implementing European legislation too rigidly. Several companies on the Moerdijk industrial estate, close to the Biesbosch and Hollands Diep Natura 2000 nature reserves, now face the consequences. The VNO-NCW make the case for a collective study of the emissions and impacts of all 400 companies on the estate, taking account of wider inputs from the region and beyond. Snijder argues for management plans for zones around the main Nature 2000 areas. The provincial environmental federation also backs a collective approach, with each business takings its share of responsibility, and calls for an accessible national database on the conservation values in each Natura 2000 area. Onno Hoes, executive councillor for the environment at Noord-Brabant Provincial Council, points to the agreements in which farmers commit to additional measures to curb nitrogen emissions and nature conservation organisations accept slower progress with habitat restoration. The companies in Moerdijk could adopt a similar approach and agree a collective strategy, including regional trading, exchanging and sharing of permitted emissions.
26
afvalforum juni 2010
Uncertain future for waste disposal fee The waste disposal fee, introduced in 1999, is a levy of a few euros on electrical goods to fund their recycling. The current scheme expires in 2013, but in April the House of Representatives adopted a motion to end the levy immediately. Environment minister Huizinga disputes the legal feasibility of this and is negotiating for a voluntary system. The Dutch retail association RND wants the fee dropped, claiming it is expensive and inefficient. They say it has no effect on consumer choice, it is levied only on ‘key products’ such as TVs, vacuum cleaners and washing machines, and pricing agreements make it too high. The Dutch Foundation for Disposal of Metal and Electrical Products NVMP, which operates the collection and recycling system for the manufacturers and importers, sees a future for the fee, now also implemented in 17 European countries. Under a new agreement with most local authorities, they expect to collect 110 million kilos of appliances in 2010, a thirty per cent increase on 2009. The RND claim the Waste Disposal Fund contains sufficient reserves for ten years and want to draw on the fund while designing a new system. The recycling companies say they have no preference on how the system is operated. Meanwhile, the Waste Electrical and Electronic Equipment Directive is due for revision. The European Commission want to continue visible disposal levies after 2013 when the current directive expires; the European Parliament wants to end them. The outcome remains uncertain.
R1 status for Dutch waste-to-energy plants comes just in time After a long wait, the waste-to-energy plants granted R1 status by the government in March can finally import combustible waste to fill unused incinerator capacity. Dutch exports of combustible waste to Germany came to an abrupt end in 2005, when the German landfill ban caused a shortfall in capacity. The Dutch government encouraged the sector to invest in new plant to avoid landfilling this waste, but the financial crisis has pushed the sector into overcapacity. Various operators now expect new contracts will soon be approved. Van Gansewinkel Groep began looking abroad in mid 2009. They have several contracts awaiting consent and expect to receive the first deliveries in July. Twence, near the German border, lost its many German customers when German incineration capacity expanded and the German authorities enforced the requirement for R1 status. They expect several new contracts with German companies will allow them to operate at full capacity. R1 status is crucial for E.ON in Delfzijl, who deliver steam to customers. As existing long-term contracts are insufficient, they are pursuing options in Ireland and England, where they are also tendering for the construction of new waste-to-energy facilities, and hope to start importing waste soon.
Election manifestos on waste After the Dutch general election on 9 June 2010, the process of forming the next coalition government will begin. How will this affect the waste industry? The party programmes were reviewed and discussed with MPs from five of the main parties: the Christian Democrats (CDA), Labour party (PvdA), Liberal Party (VVD), Christian Union (ChristenUnie) and the Socialist Party (SP). Despite important differences between the parties, a common theme is innovation. All the MPs agreed that recycling and reuse will remain the key challenge, with waste increasingly seen as a source of raw materials. All agree the packaging regulations are not working properly. PvdA and GroenLinks (Green Left) want to increase the packaging tax; the VVD want to abolish it. Both VVD and CDA see promise in post-separation and reject a deposit on plastic bottles. The PvdA keeps this open for use if collection rates falter. All the other parties back a deposit system. Energy and CO2 dominate environmental policies and all parties reduce greenhouse gas emissions, GroenLinks the most. The parties are divided on subsidies for sustainable energy. The Freedom Party (PVV) and VVD want to scrap them, the latter offering some support for innovation, but not operational subsidies. Other parties prefer fixed feed-in rates for green electricity rather than funding development costs. PvdA retains the present arrangements to avoid uncertainty. Seven parties back mandatory sustainable energy targets for energy suppliers. All but two parties cut the environment budget. One of the targets in the civil service spending review is government funding of reduction and recycling schemes for packaging waste. Another option is to introduce fees for environmental and export licenses. The VVD opposes any additional costs to business, while the PvdA and SP are concerned about fraudulent practices and the need for additional enforcement. The CDA supports fees to cover administrative costs.
afvalforum juni 2010
27
Afval = nieuwe energie
Onze bijdrage aan uw klimaatdoelen Bij Attero halen wij uit afval alles wat er in zit. Letterlijk. Herbruikbare materialen, zoals metalen bijvoorbeeld. Of - niet te vergeten - allerlei soorten plastics. We produceren groen gas uit organisch afval. En brandbare reststromen zetten we om in elektriciteit en warmte. Innovatief als we zijn, hebben we een nieuwe doorbraak gerealiseerd in het vergisten van gft. Met de door ons ontwikkelde technologie wordt het een krachtige bron van groene stroom. En het mooie is: het proces levert bovendien compost op van uitstekende kwaliteit. Zo maakt Attero uit het afval van ruim zes miljoen Nederlanders nieuwe grondstoffen en duurzame energie. Samen met onze klanten brengen we milieudoelen dichterbij. Natuurlijk willen wij graag eens met u van gedachten wisselen over wat wij op dit gebied voor ù kunnen betekenen. Daar steken wij met alle plezier energie in. Nieuwe energie.
www.attero.nl