Hoofdstuk 6: Beoordelen fd k d l M&O VWO 2011/2012
www.lyceo.nl
Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie – Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen Commercieel
Niet‐commercieel
2. Prijsberekening
3. Resultaten
Handelsonder‐ neming
Berekening & Analyse
Industriële onderneming
Resultaten‐ Resultaten rekening
4. Balans Overzicht Vaste activa
Vlottende activa Break‐even
5. Liquiditeits‐ begroting
6. Beoordelen
Opbrengsten/ kosten en inkomsten/ uitgaven
Kengetallen Investeren
Liquiditeits‐ begroting
Eigen vermogen Vreemd vermogen g Transitieve posten
2
www.lyceo.nl
Beoordelen – Overzicht Kengetallen beoordelen bedrijven op hun winstgevendheid en op hun mogelijkheid Beoordelen
K Kengetallen t ll
om schulden te betalen
I Investeren t
Investeringen gaan we beoordelen aan de hand van 2 methodes. Van belang is welke
Liquiditeit
Terugverdien‐tijd
Solvabiliteit
Netto contante Netto contante waarde (NCW)
investering het meest winstgevend is.
Waarde toegeven betekent hetzelfde als extra winst genereren.
Rentabiliteit
3
www.lyceo.nl
Kengetallen Een kengetal geeft de verhouding tussen twee grootheden weer. •
Geeft snel inzicht in staat van een bedrijf
•
Maakt vergelijkingen mogelijk tussen jaren en bedrijven
Er zijn 3 soorten kengetallen k ll •
Liquiditeit (in hoeverre kan ik mijn schulden aflossen op de korte termijn?)
•
Solvabiliteit (in hoeverre kan ik mijn schulden aflossen op de lange termijn?)
•
Rentabiliteit (resultaat als percentage geïnvesteerd vermogen)
Bezwaren
4
•
M Momentopname t
•
Windowdressing (manipuleren van getallen > snel de schulden aflossen)
•
Veel informatie zit er niet in www.lyceo.nl
Liquiditeitskengetallen Current ratio = (vlottende activa + liquide middelen) / kort vreemd vermogen Quick ratio = (vlottende activa – voorraden + liquide middelen) / kort vreemd vermogen (beiden dienen groter dan 1 te zijn ( > 1) ) Werkkapitaal = vlottende activa + liquide middelen – kort vreemd vermogen Werkkapitaalratio = werkkapitaal / kort vreemd vermogen = current ratio – 1 Quick ratio is beter dan current ratio als: •
Liquiditeit op erg korte termijn wordt berekend. (want dan kunnen de voorraden niet verkocht worden)
•
Vergeleken wordt met andere ondernemingen. (want die waarderen mogelijk hun voorraad op een andere manier (H4))
• 5
Voorraden uit de mode zijn. (en dus niet verkocht kunnen worden) www.lyceo.nl
Solvabiliteitskengetallen Er zijn verschillende kengetallen in omloop. Op het examen kunnen ze allemaal j g p p gevraagd worden. Het bewuste kengetal zal dan wel genoemd worden. •
Totaal vermogen (TV) / Vreemd vermogen (VV) ( > 2) g ( )/ g ( )( )
•
Eigen vermogen (EV) / Vreemd vermogen (VV) ( > 1)
•
Eigen vermogen (EV) / Totaal vermogen (TV) ( > 0 5) Eigen vermogen (EV) / Totaal vermogen (TV) ( > 0,5)
Deze kengetallen worden uitgedrukt in procenten, dus alles × 100% Van belang is hier in hoeverre de grote schulden betaald kunnen worden bij opheffing van de onderneming. De volgorde van schuldeisers: •
6
Preferente schuldeisers –
Belasting
–
Hypotheken
•
Concurrente schulden (normale schulden)
•
Overigen (achtergestelde leningen & eigen vermogen) www.lyceo.nl
Rentabiliteitskengetallen Rentabiliteit Eigen Vermogen (REV) = nettowinst / gemiddeld eigen vermogen g g ( ) /g g g Interest percentage vreemd vermogen (IVV) = interestkosten vreemd vermogen / gemiddeld vreemd vermogen interestkosten vreemd vermogen / gemiddeld vreemd vermogen Rentabiliteit totaal vermogen (RTV) = ( tt i t i t (nettowinst + interestkosten vreemd vermogen) / gemiddeld totaal vermogen tk t d )/ idd ld t t l
Het gemiddelde vermogen is te berekenen door 1 januari en 31 december bij elkaar op te tellen en dat te delen door 2.
Soms kan de formule afwijken, dit zal altijd in het betreffende examen staan. Controleer dus altijd je formuleblad.
7
www.lyceo.nl
Investeren Welke investering moeten we kiezen om zoveel mogelijk winst te behalen? Beoordelen
Uitbreidingsinvestering: productiecapaciteit neemt toe.
K Kengetallen t ll
Liquiditeit
Solvabiliteit
I Investeren t
Terugverdien‐ tijd Netto contante Netto contante waarde (NCW)
Vervangingsinvestering: productiecapaciteit blijft op het zelfde niveau.
Cashflows: jaarlijkse kasstroom als gevolg van de investering
Rentabiliteit
8
www.lyceo.nl
Terugverdientijd methode •
Deze methode geeft de voorkeur aan investeringen met een koste terugverdientijd. Want bij een korte terugverdientijd zijn de risico’s klein.
De Jong BV doet een investering in een machine. Er zijn 2 mogelijkheden met de volgende specificaties: volgende specificaties: Investering Cashflow 1 C2
C3
Machine 1
100.000
25.000
45.000
120.000
Machine 2
80.000
50.000
40.000
10.000
De laatste cashflow is inclusief restwaarde. Terugverdientijd machine 1: 100.000 – 25.000 – 45.000 = 30.000 30.000/120.000 = 0,25 >> 2,25 jaar. Terugverdientijd machine 2: 80.000 – 50.000 = 30.000 30.000/40.000 = 0,75 >> 1,75 jaar. Het maakt dus niet uit welke machine we kiezen.
9
www.lyceo.nl
Terugverdientijd methode •
De investering met de hoogste netto contante waarde (NCW) wordt gekozen. Als de NCW negatief is moeten we sowieso geen investering doen.
•
We halen de cashflows naar voren door te verdisconteren. De Jong BV doet een investering in een machine. Er zijn 2 mogelijkheden met de g g j g j volgende specificaties: Investering Cashflow 1 C2
C3
Machine 1
100.000
25.000
45.000
120.000
Machine 2
80.000
50.000
40.000
10.000
De laatste cashflow is inclusief restwaarde en het rentepercentage is 6% NCW machine 1: 25.000/1.06 + 45.000/1.062 + 120.000/1.063 = 164.389,‐ 164.389,‐ – 100.000 = 64.389,‐ NCW NCW machine 2: 50.000/1.06 + 40.000/1.06 hi 2 50 000/1 06 40 000/1 062 + 10.000/1.06 10 000/1 063= 91.166,‐ 91 166 91.166,‐ – 80.000 = 11.166,‐ We kiezen dus voor machine 1 We kiezen dus voor machine 1 10
www.lyceo.nl
Tips & Tricks •
De kengetallen hoef je niet uit je hoofd te leren. Weet wel wat je aan het doen bent!
•
Verschil solvabiliteit en liquiditeit moet helder zijn.
•
Bedenk waarom de 2 methodes van investeren verschillen. Leg dat ook uit.
•
Het verdisconteren kan ook terug komen bij andere onderdelen van M&O.
•
Bij kengetallen gaat het vrijwel nooit om goed of slecht, maar om een ‘verbetering’ of een ‘verslechtering’.
11
www.lyceo.nl