H OOFD S TU K
3
Willem van de Ven
Willem (Wilhelmus, Petrus) van de Ven GEBOREN
29-01-1873 Lith
OVERLEDEN 20-10-1947 Boekel, 74 jaar 1E HUWELIJK 22.05.1903 Hanna (Johanna Wilhelmina) Maas
*07.01.1874 Hernen
+26.12.1913 Boekel, 39 jaar
KINDEREN
(6) Piet 1904-45, Anna 1905-97, Cor 1907-89, Koos 1908-98, Wim 1910-66 en Toontje 1912-13
2E HUWELIJK 14-09-1915 Mie, (Josephina Maria Francisca)
Verheijen KINDEREN
* 10-07-1882 Milheeze +07-09-1954 Helmond, 72 jaar
(6) Mien 1916, Louis 1918-96, Lies 1919,
Antonia 1921-21, Toon 1923 en Fien 19252008
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
21
Willem heeft, vanaf zijn vierde jaar, bij deze molen gewoond
De molen in de Molenwijk te Boekel
Cor van de Ven, Wim van de Ven, Gerard Coppens in de bakkerij op De Logt te Boekel
warme toewijding De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
3.1 Het warme bakkernest Cor van de Ven, de 1e bakker in Venhorst, kwam uit een warm bakkersnest. Zijn vader Willem was molenaar, bakker en eerst caféhouder, later kruidenier op De Logt. Zijn oom Sjef van de Ven was bakker in Horst. Daarnaast werden twee broers van Cor bakker: Wim (Boekel) en Louis (Den Bosch). En trouwden drie zussen met een bakker: Mien (Grard Coppens, Helmond) , Lies (Jan Kerkhof, De Logt) en Fien (Marcel van Eldonk, Valkenswaard). De maalderij op De Logt en in Venhorst werd overgenomen door achtereenvolgens zijn broers Piet en Toon. 1873 Willem van de Ven, het 4e kind van Cornelis van de Ven en Johanna Driessen, werd geboren op 29 januari in Lith. 1875 Op 30 april, negen dagen na de geboorte van het 5e kind, Sjef, stierf zijn moeder. Een jaar later, verhuisde zijn vader Cornelis als weduwnaar met 5 kinderen, naar zijn ouderlijk huis te Nistelrode, het Laar, waar op dat moment zijn broer Adrianus (landbouwer) en zijn zus Petronella (winkelierster) woonden. Tien dagen later, in 1876, ging Willem naar tante Maria Anne van de Ven, een zus van Cornelis. Zij was getrouwd met Nicolaus van der Sande, molenaar, bakker en handelaar in Boekel, Molenwijk. De familie Van der Sande Nicolaus had een café, toen Gewanthuis geheten, waar de opkopers van laken kwamen, dat de boeren in de winter hadden geweven. Verder runde hij een transportbedrijf met hoogkarren op twee wielen getrokken door paarden, een taxibedrijf bestaande uit drie rijtuigen, een boterfabriek en een kolenhandel. Verder was hij molenaar. Theodorus, zijn zoon, werd de latere molenaar en stond op 28 april 1883 thuis ingeschreven als bakker. In 1920 werd de molen, in de Molenwijk, verkocht aan de familie Van Grinsven. Omdat de windmolen niet meer voldeed aan de eisen van een modern molenaarsbedrijf, werd deze in 1955 afgebroken. Willem werd ook wel Willem Klosse genoemd, vernoemd naar Nicolaus, roepnaam Klaas, van der Sande. Toen Willem daar in huis kwam bij van de familie Van der Sande, was hij 4 jaar oud. Zijn vader Cornelis ging vanuit Nistelrode, als bakker(knecht), de wijde wereld in. Terwijl zijn zoon Willem zich in Boekel ontwikkelde, trok hij als bakkersknecht van plaats naar plaats. Twee jaar na het overlijden van Nicolaus van der Sande (13.12.1884) ging Willem (13 jaar) voor een jaar van Boekel naar Horst (Limburg), en ging waarschijnlijk wonen bij de familie Driessen, waar zijn zus Til en broer Sjef al woonden. 1890 Op 26 februari stond Willem (17 jaar) in het gemeentearchief van Boekel ingeschreven als bakker en woonde bij zijn tante Maria Anna van der Sande, geboren Van de Ven, hoofd van het gezin. 1898 Op 18 december kwam zijn tante Maria Anna te overlijden. Twee jaar later trouwde haar zoon Theodorus en vertrok Willem, op 11 december 1900, naar Bergharen. Hij stond daar ingeschreven bij Johannes van Lith, molenaar. Daar ging hij waarschijnlijk werken als molenaarsknecht. Vlakbij Bergharen ligt Hernen, daar woonde zijn toekomstige vrouw Hanna Maas; waarschijnlijk heeft hij haar, in die tijd, leren kennen.
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
23
Ansichtkaart: Molen op De Logt
Huize “Elshof” te Druten. Met in de deuropening v.l.n.r.: Koos met oom Wim op haar arm, Mien en Grard Coppens
Luchtfoto gemaakt door KLM van Huize Padua met links op de voorgrond Bakkerij van de Ven
warme toewijding Willem van de Ven en zijn eerste vrouw Hanna Maas
De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
1902 In dit jaar verhuisde Willem (28 j) van Bergharen naar Handel en huurde de (wind)molen in Handel op De Logt 4 (tegenover “Huize Padua”) en ging onder in de molen wonen. Een jaar later kocht hij de molen. Zie het verhaal van oud-molenaar Toon van der Ven (paragraaf 3.5): “De geschiedenis van de molen op De Logt.” 1903 Op 22 mei trouwde Willem met Hanna Maas, 29 jaar oud, een dochter van een molenaar uit Hernen. Zij kregen zes kinderen: Piet 1904-45, Anna 1905-97, Cor 1907-89, Koos 1908-98, Wim 1910-66 en Toontje 1912-13. Na hun huwelijk gingen Willem en Hanna in Gemert wonen, op de Strijbosscheweg te Handel. Hier werd Piet, hun eerste kind, geboren. Een jaar later verhuisden ze naar De Logt bij de molen. Ze gingen wonen op een oude boerderij met café die lag langs de weg Boekel-Handel op De Logt, tegenover Huize Padua. Achter het huis stond een grote schuur met paardenstal en varkensstal. Langs een pad naar de graanmolen lag een groot weiland, een boomgaard (meestal appels) en een kippenren. Aan de rand van het bos stond de windmolen, waar graan werd gemalen. 1905 In dit jaar vroeg Willem een vergunning aan: “Dat hij voornemens is op te richten eene Brood, Koek en Kleingoed-bakkerij te Boekel in Wijk A, Nr 4, Logt. Kadastraal bekend Sectie F, Nr 960” De vergunning was aangevraagd op 17 april en verleend op 16 mei. Direct kwam zijn jongste broer Sjef twee maanden bij hem werken als bakkersknecht. In 1909 kreeg de molen een graanmaalinrichting met petroleum / benzinemotor, 14 pk. Afwisselend werd gemalen met wind en motor. 1913 Negen maanden na het overlijden van hun jongste zoon Toonje (9 maanden oud), overleed op 26 december zijn vrouw Hanna Maas, te jong, 39 jaar oud. Willem bleef achter met vijf kinderen: Piet 9 j., Anna 8 j., Cor 6 j., Koos 5 j. en Wim 3 jaar. In verband met de drukte thuis, verhuisde de jongste dochter, Koos, naar Druten en ging tijdelijk wonen bij de vrijgezelle dames Elsen. Later, in april 1915, is Koos definitief op Huize “Elshof” gaan wonen. Het was in die tijd de mode dat vrijgezelle dames een kind adopteerden en deze adoptie is waarschijnlijk door de familie Maas, zijn schoonfamilie, geadviseerd. Anna, de oudste dochter, 8 jaar, moest direct na het overlijden van haar moeder helpen met de was, schrobben en de geit melken. De geit zette ze tussen de sporten van een leer, zodat ze niet met haar poten kon trappen. Binnen twee jaar vond Willem een nieuwe vrouw. Men zei: “Daar in Milheeze, bij Verheijen, hebben ze nog vijf vrouwen, daar kunnen ze er nog best een missen.”
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
25
Familie Willem van de Ven thuis aan tafel. V.l.n.r. Mien, Toon, Cis van Hoorn (vaste hulp), Mientje (nicht, dochter van Sjef), Willem (vader), Mie (moeder), Els van Wel (vriendin van Mien) en Lies
Willem van de Ven met zijn tweede vrouw Mie Verheijen
Familie van de Ven, 1940, zittend v.l.n.r. Anna, Willem (vader), Mie (moeder), Piet. Staand v.l.n.r. Cor, Wim, Louis, Fien, Lies en Mien. Op de foto ontbreken Toon en Koos.
Toon van der Ven, 18 jaar oud
Koos van de Ven, 23 jaar oud
warme toewijding De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
1915 Op 4 september trouwde Willem met Mie Verheijen, 32 jaar oud, een dochter van een molenaar uit Milheeze. Zij kregen zes kinderen: Mien 1916, Louis 1918-96, Lies 1919, Antonia 1921-21 (3 maanden oud), Toon 1923 en Fien 19252008. Door een fout in de Burgerlijke Stand van Boekel ging Willem vanaf toen “Willem van der Ven” heten. Dus alle kinderen die hij kreeg met zijn tweede vrouw, gingen “van der Ven” heten. Toon, de jongste zoon, vond dat lastig en heeft dit vermeden door consequent zijn naam verkort te schrijven als Toon v/d Ven, molenaar. Zijn oudere broer heette Piet van de Ven en hij zou dan Toon van der Ven heten en dat voelde niet goed.. 1929 Het café (uitgebaat door dochter Anna, 24 j.) in de boerderij werd omgebouwd tot winkel. Volgens Toon: “Toen ik zes jaar oud was, brak ik mijn been met schommelen. Heb toen in Helmond in het ziekenhuis gelegen. Bij terugkomst deed vader de deur open van het café en wat zag ik: het café was veranderd in een winkel.” 1933 In dit jaar liet Willem een pakhuis met maalinrichting bouwen langs de weg Boekel – St. Jozefpeel buiten het dorpscentrum, tegen de Hoekstraat aan. Zijn zoon Piet ging dit bedrijf runnen. (Later is dit bedrijf omgebouwd tot een eendenslachterij.) Met het pakhuis beconcurreerde Piet het pakhuis van de CHV-NCB dat een jaar later (mei 1934) in het dorpscentrum werd geopend. 1934 Willem liet een woonhuis/bakkerij annex winkel bouwen aan het dorpscentrum in St. Jozefpeel. Zoon Cor ging dit bedrijf runnen. Later bleek er een duidelijke samenwerking: de boeren lieten hun graan malen bij molenaar Willem van de Ven en na het afleveren van het meel, bij bakker Cor van de Ven, kregen ze broodbonnen. 1937 In september koopt Willem het café van Piet van den Elzen aan het dorpscentrum in Venhorst. 1937 28 september Het Huisgezin: “Feestelijke opening Café. De heropening van het nieuwe Café van de Ven, heeft zondag op feestelijke wijze plaats gehad. De aloude Brabantsche tradities getrouw, werd gratis bier gedronken en sigaren gerookt, terwijl van 4 tot 10 uur het accordeon-humoristen-ensemble van Brussel-Meijers de pret danig De broodbon, vooren achterzijde
verhoogde. Een en ander bracht in ons rustige dorp een gezellig vertier teweeg.” Willem laat zijn dochter Anna het café met pension uitbaten, met de ervaring die ze thuis op De Logt had opgedaan. Later, in 1945, toen Anna trouwde en in Gemert ging wonen, is Willie Verstegen caféhouder geworden. Het café is nu omgebouwd tot woonhuis en “Servicebedrijf (Karl) Van der Ven”. (Wel naamgenoot maar geen familie.) Volgens zijn zus Mien: “Voordat Willem (OPA MOLEN) een schone kiel aandeed, werd deze eerst “ingewreven” met een meelzak. Als je hard werkt dan ziet een kiel er toch gebruikt uit….! De bakkermuts werd gebruikt als poetslap. Wanneer je iets fout deed dan kon hij de muts/pet naar je toe gooien. Deze moest je dan netjes komen terugbrengen. Dat deed je dan met lood in de schoe-
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
27
nen…!” Zoals het in die tijd de gewoonte was, werkte iedereen thuis of, als ze thuis niet nodig waren, gingen ze “op een ander” werken, totdat men trouwde. Zo werkten de kinderen van Willem, vanaf de leeftijd van 12 jaar, als hulp in de huishouding, winkel of bakkerij of ze gingen elders werken om te leren en te verdienen. In totaal hebben ze samen “ca. 150 jaren” thuis gewerkt, voordat ze gingen trouwen. Willem was een groot ondernemer Op De Logt kocht hij een windmolen met bouwland (januari 1903) en een boerderij met café, schuur, tuin en bouwland (mei 1903). Verbouwde een gedeelte van de boerderij tot bakkerij (1905) en verbouwde het café tot kruidenierswinkel (1929). De jonge familie Willem van de Ven in de tuin, met op de achtergrond de molen. V.l.n.r.: Mien, Willem (vader), Toon (voor Willem), Wim, Louis, Koos, Mie (moeder) Piet, Fien (op schoot van moeder) en Lies. Op de foto ontbreken Cor en Toon
In de jaren ’20 ging hij, vanuit De Logt, winkelwaar rondbrengen in de Boekelse Peel. En ten slotte…hij was al 60…bouwde hij in St. Jozefpeel (het latere Venhorst) een pakhuis/maalderij (1933) en een kruidenierwinkel/bakkerij (1934) en kocht hij een café (1937). Daarnaast heeft Willem al zijn 10 kinderen gemotiveerd tot ondernemen: drie zonen werden bakker, drie dochters trouwden met een bakker, twee zonen werden molenaar. De oudste dochter Anna runde een café, eerst op De Logt en later in Venhorst. En dochter Koos, die al jong naar Druten was verhuisd maar toch regelmatig op De Logt was te vinden, was de stimulerende kracht naast haar man Therus van der Zandt bij het opzetten van een prachtige kwekerij
Elshof in Druten.
Kwekerij Elshof te Druten
warme toewijding De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
De bakkers. 1935. V.l.v.r. Cor, Grard Coppens, Wim en Louis
3.2 De bakkers Cor (1907-1989), Wim (1910-1966) en Louis (1918–1996) Cor van de Ven, het 3e kind van Willem van de Ven, wordt in het volgende hoofdstuk besproken. Wim van de Ven, het 5e kind van Willem van de Ven, werd geboren op 27 augustus 1910. In de jaren dertig werd hij molenaarsknecht bij Hein Jacobs in Berlicum, waar hij ook zijn vrouw leerde kennen. Hoewel het er aanvankelijk op leek dat hij molenaar zou worden, kocht hij op 1 april 1937 van Carolus van den Bogaert een broodbakkerij met winkel aan de Kerkstraat B42 in Boekel, voor 6000 gulden. Op 29 juli 1937 trouwde Wim met Agnes van de Rijt, 32 jaar oud en dochter van een aannemer in Sint-Oedenrode. Zij kregen zes kinderen. De bakkerij bleek al snel te klein. Daarom werd aan de achterkant van het pand een nieuwe bakkerij gebouwd. De heetwater-oven, gestookt
Bakkerij van de Ven in Boekel, 1954, v.l.n.r. Leo van de Valk (zoon van Klaas), Ties van Dooren, Klaas van de Valk en Wim van de Ven
met briketten en tijdens de oorlog met turf, werd later omgebouwd tot een oven die met olie werd gestookt. Nog voor de oorlog werd er ook een pakhuis bij gebouwd, waarin een korenmalerij werd ondergebracht. Dit was voor de lokale boeren die er hun rogge of tarwe lieten malen. Omdat tijdens de oorlog het brood was gerantsoeneerd, werd gemalen met dichte deuren, zodat controleurs daar geen zicht op hadden. Tijdens de jaren vijftig werd er een diepvrieskluis ingericht waardoor het mogelijk werd om het brood langer op voorraad te houden. In 1947 werd de winkel aangepast aan de moderne eisen van toen. Veel artikelen waren niet voorverpakt (suiker, bloem, vermicelli en dergelijke) en moesten met de hand worden afgewogen. Daarom kwamen er ruime toonbanken en voldoende weegschalen om de klant snel te kunnen helpen. Voor dure luxeproducten zoals vlees en bonbons werden weegschalen met een extra fijne schaalverdeling gebruikt. Na het overlijden van Wim van de Ven op 19 november 1966 werden winkel en bakkerij gesloten. Niet één van zijn kinderen had er interesse in om de zaak over te nemen of had daartoe een opleiding gevolgd. In het voorjaar van 1967 werd de bakkerij (goodwill) verkocht aan Wim van de Ven in Venhorst. Dit kwam toentertijd in bakkerstermen neer op 35 baaltjes per week (1 baaltje is 50 kg bloem). Het bedrijf behoorde daarmee tot de grotere bakkerijen in Boekel. Met de verkoop
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
29
Kruideniers- en bakkerswinkel van Bakker van de Ven in Boekel Winkel, woonhuis en bakkerij van Wim van de Ven in Boekel, Kerkstraat. Een pentekening van zoon Christ, 1975
Winkel van Louis van der Ven in Den Bosch, Vughterstraat
Bakker Louis van der Ven
warme toewijding De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
gingen ook de medewerkers Ties van Doren en Theo Smits over naar Venhorst. Zijn vrouw Agnes trok in het huis naast de voormalige winkel, dat zij en Wim eerder al gekocht hadden met de bedoeling daar later samen in te gaan wonen. Agnes is in 1983 naar het verzorgingstehuis Annenborgh in Rosmalen verhuisd en daar op 90-jarige leeftijd overleden. Het bedrijfspand werd verkocht aan een steenhouwerij en later aan een fotograaf. Momenteel is er een computersoftwarebureau gevestigd en heeft het pand een onherkenbare verandering ondergaan. De pentekening die zoon Christ in 1975 maakte, geeft een fraai beeld van de oorspronkelijke situatie. Louis van der Ven, het 8e kind van Willem van de Ven, werd geboren op 16 juni 1918. Als kind ging Louis al niet graag naar school. Hij mocht gaan studeren, maar moest dan wel priester worden. Ook hier had hij geen zin in. Louis heeft toen gekozen voor werken in de bakkerij bij zijn vader en volgde zijn halfbroers Cor en Wim op, nadat deze waren getrouwd. Op 15 juli 1947 trouwde Louis met Bets van Eldonk, 29 jaar oud en dochter van de caféhouder/kruidenier Petrus Johannes van Eldonk in Handel. Zij kregen acht kinderen. Drie jaar later, in 1950, huurde hij in Den Bosch, Vughterstraat 29, een pand met daarin een bakkerij, winkel en woonhuis en werd daar brood- en banketbakker. In het contract met verhuurder Godefridus van Vugt stond o.a. “huur met recht tot koop voor 67 duizend gulden na 10 jaar”. In de bakkerij lag een driedubbele heetwateroven, merk “Probat”, met bijbehorend twee stookijzers. Toch wilde hij wat anders gaan doen en hij is daarom in zijn vrije tijd voor huizenmakelaar gaan studeren. In 1955 stopte hij als bakker (37j.) en ging het bedrijfspand over naar zijn opvolger De Koning. Het gezin heeft nog een jaar boven de winkel gewoond. In die tijd handelde hij in bakkerijmachines. Een rozijnenwasmachine, KEROEWA (krenten-en- rozijnen-ontsteen- en was-apparaat), was een prachtige uitvinding van Louis, die hij op de markt heeft gebracht. In 1956 ging hij als beëdigd makelaar/taxateur in St.-Anthonis wonen aan de Molenstraat 9 in een huis genaamd De Bloe-
menhof. Momenteel is hier een restaurant in gevestigd.
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
31
De bakkersvrouwen Mien, Lies en Fien met een militair en Louis
3.3 De bakkersvrouwen Mien (1916), Lies (1919) en Fien (1925-2008). Mien van der Ven is het 7e kind van Willem van de Ven, geboren op 19 augustus 1916. Na 7 jaar lager onderwijs ging Mien naar de tweejarige kweekschool, intern in Schijndel. Die opleiding heeft ze niet kunnen afmaken omdat ze langdurig erg ziek is geweest, ernstige griep. Lies mocht toen in haar plaats dat jaar invullen.
Bakker Grard Coppens
Mien werkte, bij haar broer Cor, in de kruidenierswinkel, was daar dag en nacht. Cor die overdag op De Logt werkte in de bakkerij, ging ‘s avond naar de winkel om er ook te gaan slapen. Als knecht bij haar vader Willem van de Ven leerde Mien Grard Coppens kennen. Grard kwam uit een gezin van 15 kinderen. Vader, Bert Coppens, was molenaar in Volkel en daarnaast veekoopman. Grard heeft het bakkersvak geleerd op de bakkersschool in Eindhoven. Daarnaast was hij in verschillende plaatsen bakkersknecht: Nistelrode, Uden, St.- Michielsgestel, Best, Handel en Liessel. In Best werkte Grard in klooster Nazareth, samen met zijn broer Sjef, die later Winkel van Grard Coppens in Helmond, Markt 28
hoofdbakker werd. Grard heeft ca. 6 jaar in Liessel gewerkt bij Hoeben, een handelsman die een kruidenierswinkel had. Hij bouwde een bakkerij bij de zaak en vroeg aan Grard om zijn zoon Mathieu (Broer Hoeben) het bakkersvak te leren. Grard ging met Houben machines kopen voor de bakkerij. Toen vroeg Hoeben aan Mien om in de zaak te komen werken, maar Mien voelde daar niks voor. Ze wilde samen met Grard een zelfstandige zaak beginnen. Maar voordat ze zelfstandig in Helmond konden beginnen, ging Mien een kruidenierscursus volgen in Den Bosch. Ze kon regelmatig meerijden met haar broer Piet op de motor. Bij een late cursus bleef ze regelmatig overnachten bij haar nicht Truus van de Ven. Deze had een bontzaak,“De ZilverVos” op de Markt, schuin tegenover het gemeentehuis. Op 6 mei 1943 trouwde Mien met Grard Coppens, 30 jaar en zoon van een
warme toewijding molenaar en veekoopman uit Volkel. Ze kregen zeven kinderen. In datzelfde
De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
jaar begonnen ze met een bakkerij, in Helmond op de Noord Koninginnenwal 27. Een oude bakkerij, op de hoek van het Ketsegangske, dat naar de markt loopt. Het bedrijf was van Le Blanc, die in het ziekenhuis lag, zijn dochter Lien runde het bakkersbedrijf. Cor was met Grard naar het pand gaan kijken en hij zei: ”Wedde da di dur got, ’t is zo’n oud gebouw.” Ze hebben dit pand kunnen huren en hier ca. 6 jaar een bakkerij gerund. Daarna hebben ze op Markt 28 in Helmond een bakkerij gekocht. Om gezondheidredenen is Grard, 53 jaar oud, gestopt als bakker in 1966. Toen had hij ineens veel tijd om aan zijn grote passies te werken: viool bouwen en erop spelen en portretschilderen. Ze zijn toen verhuisd naar de Warandalaan 32. In 1998 verhuisden ze naar een appartement op Zuidkoninginnenwal 88 en woonden ze weer vlakbij het Ketsegangske. Lies van der Ven is het 9e kind van Willem, geboren op 5 november 1919. Na de lagere school ging Lies naar kostschool in Schijndel. Haar oudere zus Mien zat op deze school, maar omdat die ziek werd, mocht Lies haar plaats innemen. Dit heeft ze maar een jaar volgehouden. Lies kreeg wel eens van de zuster een “Sientje” voor onbeleefd gedrag, dat was een ongunstige aantekening in het schrift. Zo ging ze een keer brutaal opstaan en keek in het schrift en zei: “Ze schrijf niks op.” Deze brutaliteit kostte haar een aantal negatieve aantekeningen. En dat betekende, na een aantal “Sientjes”, een behoorlijKruideniers- en bakkerswinkel in Boekel, De Logt. Met achter de toonbank Lies en Jan Kerkhof
ke straf. Na elk trimester kwam ze thuis en moest ze van vader goede dag gaan zeggen bij de burgemeester. Meestal was alleen de vrouw van de burgemeester thuis. Ze ging ook “dag” zeggen bij de buren Dries Umke en Mieke Moetje. Dries vroeg dan steevast: “Hé Lies, kende ge nou ’n letter zo groot as ’n hous(huis)? ” Bij Dries en Mieke woonde ook nicht Grarda, dochter van zus Tonia, getrouwd met Frans Melis, en hun moeder Grutje. Tante Lies ging wel eens als “rus” op de eg zitten van Dries. Lies ging elke week met de fiets naar Venhorst, naar haar broer Cor, om te helpen met de was. Als er veel sneeuw lag, ging ze te voet. Op maandag was het wasdag en dan deed ze samen met Nolda Bevers, die ze Nulleke noemde, de was. Als Lies thuiskwam, ging ze vaak nog naar tante Mies om daar weer mee te helpen met de was. Jan Kerkhof was tien jaar lang, dag en nacht, bakkersknecht in de bakkerij bij Willem, de vader van Lies. In Handel heeft hij de praktijk geleerd en hij ging op de bakkerscursus in Eindhoven, waar hij op de fiets naar toe ging. Op 24 oktober 1950 trouwde Lies met Jan Kerkhof, 34 jaar oud en zoon van een caféhouder en winkelier uit Keldonk. Zij kregen drie kinderen. In 1950 hebben Lies en Jan het bakkersbedrijf bij het stamhuis overgenomen van Louis, die in Den Bosch een bakkerij was begonnen.
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
33
Lili vertelt: “In de bakkerij hadden we een heel grote tafel, waar je omheen kon lopen. Daarop werden een keer per jaar de carnavalskranten gevouwen. Alle stapels lagen naast elkaar, je raapte van elke stapel een blad, tot je uiteindelijk een hele krant bij elkaar had. De Raad van Elf heeft zo heel wat rondjes gelopen. Op zaterdag kwam Marie van Deursen uit Handel vaak bij ons. Ze had zelf thuis deeg gemaakt met krenten en bracht dit mee in een theedoek. Ze wist dat de oven nog warm was en vroeg onze vader (Jan) om dit krentenbroodje mee te bakken.” In 1962 werd er een nieuwe bakkerij met een elektrische oven gebouwd op het erf achter het huis. Maar na 6 jaar moest Jan (52 j.), om gezondWinkel van Marcel van Eldonk in Valkenswaard, Eindhovenseweg
heidsredenen, stoppen als bakker. Enkele jaren later werd ook de winkel gesloten. Jan Kerkhof heeft nog 26 jaar genoten van zijn vrije tijd samen met Lies. Fien van der Ven, 12e en jongste kind van Willem, geboren op 5 januari 1925. Na de lagere school heeft ze ‘schriftelijke algemene ontwikkeling gedaan’ en kreeg ze privéles Engels, op zondagochtend bij een leraar in Gemert. Ook Frans, maar dat heeft ze niet lang volgehouden. Daarna volgde ze avondcursussen, de kruidenierscursus en haalde ze haar middenstandsdiploma. Daarvoor ging ze op de fiets naar Helmond. 15 jaar oud wilde en mocht ze naar Wageningen om voortgezet onderwijs te gaan volgen, maar dat ging helaas niet door, omdat de oorlog uitbrak. Ze was erg boos en teleurgesteld. Later wilde ze alsnog doorstuderen, maar dat lukte niet meer omdat va-
Bakker Marcel van Eldonk
der daarvoor geen toestemming gaf. Daarom ging ze overal in de familie
Winkel, woonhuis en bakkerij van Marcel van Eldonk in Valkenswaard, Eindhovenseweg 125
werken. Als voorbeeld: twee weken bij Anna, toen deze een miskraam
warme toewijding De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
kreeg. Nadat Mien trouwde, ging ze
thuis bij haar ouders in de kruidenierswinkel werken, ze was toen 18 jaar. Daarnaast hielp ze veel in de winkel van Cor en Martina in Venhorst. Fien ging graag, met haar vriendin Johanna Mertens, naar de kermis, dat was iets aparts. Ze moesten dan wel eerst naar de mis. Fien heeft op de Gemertse kermis in de zweefmolen Marcel van Eldonk echt leren kennen. Waarschijnlijk kenden ze elkaar al van het huwelijk van Bets van Eldonk (een oudere zus van Marcel) met haar broer Louis in 1947. Op 5 juni 1951 trouwde Fien met Marcel van Eldonk, 29 jaar, zoon van caféhouder/kruidenier Petrus Johannes van Eldonk in Handel. Jeanne en Wies, de dochters van haar broer Cor, waren de bruidsmeisjes. Na het trouwen gingen ze in Valkenswaard wonen aan de Eindhovenseweg 125. Ze namen een bakkerij met winkel over van de familie Van Heeswijk en huurden de benedenverdieping om te wonen. Ze begonnen met het bedrijf op 1 juli 1951. Tot beginjaren ‘90 heeft Marcel gewerkt als zelfstandige brood- en banketbakker. De winkel was al eerder (1977, zie hieronder) dichtgegaan. Dit moest omdat zijn gezondheid het niet meer toeliet om honderd procent te werken. Fien is, op 15 oktober 2003, verhuisd naar een appartement in de Hoogstraat 4, Valkenswaard. Jeugdherinneringen van Marja (dochter van Fien): “Wij hebben vaak ‘moeten’ werken in de winkel of in de bakkerij. Meewerken op drukke dagen zoals met Kerstmis. Op vrijdagavond het brood snijden dat de volgende ochtend bezorgd werd bij klanten thuis. Er kwamen na sluitingstijd ook regelmatig klanten achterom die nog iets nodig hadden uit de winkel. Vaak gebeurde dit tijdens het eten en dan ging de klant toch voor en werd het eten koud. Omdat pa en ma veel in de zaak moesten werken, mochten wij in het huis en in de tuin volop spelen. Ze wilden dat we het thuis fijn hadden, ook al konden zij niet zo vaak iets met ons samen doen. Wij hadden een heel grote tuin. Deze was omheind en de poort naar de straat achter de tuin was altijd dicht. Veel buurkinderen speelden vaak bij ons. De zolder van het huis was voor ons ook een speelpaleis. Er hingen een schommel, rekstok en ringen. Ook bouwden we daar vaak tenten met allerlei lappen en sliepen daar dan ook in.”
TER KENNISGEVING! Met ingang van 5 september 1977 zal de winkel van onze brood- en Banket zaak gesloten zijn. Wel willen wij nog graag vanaf deze datum telefonische bestellingen van banket voor verjaardagen – bruiloften – recepties e.d. voor U verzorgen. Hierbij danken wij onze klanten voor het gedurende ruim 25 jaar in ons gestelde vertrouwen. Met vriendelijke groet,
MARCEL VAN ELDONK
Valkenswaard, Eindhovenseweg 125
tel.: 04902 - 12992
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
35
3.4 De molenaars Piet (1904-1945) en Toon (1923). Piet van de Ven, het 1e kind van Willem van de Ven, werd geboren op 22 april 1904. Hij volgde zijn vader op als molenaar op De Logt. In 1933 werd door zijn vader in St. Jozefpeel een pakhuis met maalinrichting gebouwd. 1933 11 juli De Zuidwillemsvaart: “De eerste graanmaalderij van Dhr. W.P. van de Ven in St. Jozefpeel is onder grote belangstelling voor het eerst in werking gesteld. Tegenwoordig waren de eigenaar met gezin, Burgemeester Schafrat, Kapelaan Breukel, als vervanger van de Z.E. Hr. Pastoor, de algemene Vader Overste van “Huize Padua”, Dhr. Jaspers uit De molenaars Piet en Toon op de wieken van de molen in Handel, op De Logt
Aarle-Rixtel als leverancier van stenen en Grosleij-motor, vele molenaars uit geheel den omtrek en bewoners uit de
Piet temidden van mooie dames, 1941. V.l.n.r. Mien, Jeanne (eerste dochtertje van Cor), Els van Wel (vriendin van Mien), Piet en Fien
buurt. Na inzegening van een kruisbeeld door Kapelaan Breukel, werd door Burgemeester Schafrat de motor aangezet en het eerste graan werd
Gezin van Toon van der Ven, 1957. V.l.n.r Jose, Toon (vader), Vincent, Gerard, Bernadette, Els, Mies (moeder), Wim, Maria. Richard en Rene ontbreken, zijn dan nog niet geboren
tot meel gemalen. Hierop werden alle
aanwezigen onthaald op een fris glaasje. Deze maalderij is een uitkomst
warme toewijding De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
voor de boeren van dit afgelegen gewest.” Op 2 mei 1944 trouwde Piet met Bertha Hendriks, 36 jaar oud en dochter van een aannemer in Gemert. Zij kregen een kind, Marianne. Helaas is Piet, een jaar later, veel te vroeg overleden, 41 jaar oud. Toon van der Ven, het 11e kind van Willem van de Ven, werd geboren op 28 augustus 1923. Toon ging naar de lagere school te Handel. Daarna ging hij met de fiets naar de mulo in Veghel. In Eindhoven volgde hij een opleiding tot bakker en hij werkte als bakkersknecht bij Cor in Venhorst en bij Wim in Boekel. Toon leerde Mies Hendriks, een jongere zus van Bertha, kennen op de bruiloft van zijn broer Piet. De Plechtige Communie 1933, Toon van der Ven, de jongste zoon van Willem, op de lagere school in Handel
Nadat Piet was gestorven “moest” Toon molenaar worden, maar hij was liever bakker gebleven. De molen was, na het overlijden van Piet, het eigendom van Bertha. Zij vroeg Toon om haar te helpen op de molen, hij heeft toen 2 jaar als knecht bij Bertha gewerkt. Hij volgde verschillende cursussen in het molenaarsvak. Op 10 september 1948 trouwde Toon met Mies Hendriks, 31 jaar oud en dochter van een aannemer in Gemert. Zij kregen negen kinderen. In datzelfde jaar kocht hij de molen. Na hun trouwen woonden ze in een groen “huisje” op het terrein voor de molen. In 1951 zijn ze verhuisd naar het hoekhuis aan de weg. In december 1954 zijn ze verhuisd naar een nieuw gebouwd huis, Daniel de Brouwerstraat 14. Daar hebben ze vele jaren gewoond. De maalderij in Venhorst werd omgebouwd tot kippenslachterij. Kippen werden uitgezet bij boeren. In Uden werd een slachterij opgericht in de vorm van een stichting door een groep molenaars: Toon van der Ven, Cor van Grinsven uit Boekel en Jan van Dieten uit Uden. Toon werd bestuurslid van deze stichting. De slachterij in Venhorst werd verkocht aan deze stichting. Na verloop van tijd ging men over van “windmalen” naar “elektrisch malen”. De molen werd overbodig en in 1960 afgebroken. Van maalderij ging het naar een mengvoederbedrijf. Er werd steeds minder gemalen, maar wel veel voer e.d. verkocht aan boeren. Dit werd thuisgebracht of de boeren kwamen het ophalen. Er werd kant-en-klaar mengvoeder gekocht van grote bedrijven, zoals UTD. Toon had ’n knecht, Bertje van Dooren (een broer van Jan en Ties van Dooren, die bij Cor in Venhorst werkten) uit Venhorst, die meer dan 25 jaar bij het bedrijf heeft gewerkt. Het wegbrengen ging eerst met paard en wagen, daarna met een trekker met aanhanger en met een vrachtwagen en op den duur met een busje. Het was zwaar sjouwen. Zeker met de zware kunstmestzakken. Ook de kinderen moesten daarbij meehelpen, vooral Gerard. Later werd steeds meer niet alleen voer verkocht, maar ook grote flessen zeep, bezems, e.d. Het werd steeds meer een dierenspeciaalzaak. Het bedrijf werd overgenomen door zoon Vincent op 1 augustus 1981. Door meer concurrentie en minder omzet is Vincent gestopt met het bedrijf in 2000. Toon vertelt: “Als er een reiziger of een de kapelaan op bezoek kwam, werd wel eens bij het afscheid met een “meel”hand een schouderklopje geven. Dan liep de bezoeker onbewust weg, met een...!
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
37
Als iemand op de maalderij kwam en aan Toon vroeg: “Ik zuuk den baas,” dan zei ome Toon standaard: “Die zit binnen.” Na verloop van tijd kwamen ze toch naar Toon... nadat ze van Tante Mies een kopje koffie hadden gekregen. Als een vertegenwoordiger aan Toon een sigaar aanbood, zei hij: “Ik heb er liever van Willem twee, dan van Karel één.” In 1991 zijn Toon en Mies verhuisd naar een seniorenwoning in Handel, Rector Meeuwsstraat 32. 3.5 De geschiedenis van de molen op “De Logt” Publicatie in “De Wanmeule” , december 1990 Boekel. Geschreven door oud-molenaar Toon van der Ven. Deze molen die stond op Logt 4, wat later veranderde in Daniel de Brouwerstraat 14, heeft altijd op Gemerts grondgebied gestaan terwijl de diverse Vergezicht op de molen op De Logt
eigenaars in Boekel woonden. De molen was een achtkantige grondzeiler die in 1899 opgebouwd is door Toontje Verheyen, molenaar uit Nistelrode. Hij had de molen gekocht in Noord-Holland. In die streek was men in die tijd al overgegaan op stoommotoren en zodoende waren deze voor afbraak bestemde molens vaak goedkoop. Ik kan me nog wel herinneren dat er balken in lagen, waarin het jaartal 1772 gegrift was. Toontje Verheyen was vermoedelijk een opkoper van dergelijke molens uit de Zaanstreek, want hij heeft in meerdere dorpen
warme toewijding oude molens opgebouwd.
De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
De grond waarop de molen werd gebouwd, kocht hij van een zekere Franciscus Janssen uit Boekel. Waarschijnlijk heeft de molenbouwer Verheyen zelf nog enige jaren op de molen gewerkt. In 1902 heeft mijn vader W.P. van de Ven de molen met 22 are grond gekocht voor 4.250,= guldens van molenaar Verheyen. Mijn vader kwam uit een bakkersfamilie. Een tijd lang heeft mijn vader onder in de molen gewoond, tot hij in 1902 trouwde met een molenaarsdochter uit Hernen bij Wijchen en op de Strijbosscheweg in Handel ging wonen. Twee jaar later kocht hij de boerderij tegenover Huize Padua. De molen was opgebouwd met een stel houten roeden (wieken), die werden later vervangen door stalen roeden. Om het achtkantige skelet van de molen op te bouwen, werd eerst een fundering gemaakt die bestond uit een greppel wit zand waar losse zongebakken stenen op elkaar werden gelegd, die later weer met kalk werden besmeerd. In het stenen gedeelte waren zowel aan de voor- als achterkant grote deuren gehangen, wat nodig was om zowel een voor- als een achteruitgang te hebben, daar de wieken bijna tot de grond kwamen en de molen altijd naar de windzijde gedraaid moest kunnen worden. Het draaien naar de windzijde noemt men “kruien”. Aan de voorkant was in de grote deur een klein deurtje aangebracht dat als ingang diende. De buitenkant van de molen was bedekt met asfaltpapier, dat elke zomer weer opnieuw werd geteerd. Met een houten trap kwam men op de eerste verdieping (de maalzolder) waar het graan in een houten pijp werd opgevangen. Op de tweede verdieping lagen de twee maalstenen, die de ligger en de loper werden genoemd. Er lag ook nog een maalsteen die alleen werd gebruikt voor het malen van tarwe en boekweit en dat was een blauwe natuursteen. De volgende trap leidde naar de zogenaamde luizolder, waar de zakken naar boven werden gehesen. Dit kon men nauwelijks een zolder noemen, omdat het niet meer was dan een paar losse planken die op wat balken lagen. Vanaf de luizolder kon men met het zogenaamde kippenleertje naar de kapzolder waar de grote as lag, waar de roeden (wieken) waren bevestigd. De kap moest iedere morgen naar de wind gezet worden en de as ingesmeerd met reuzelvet of met een zwezerik. De voorkant van de as lag in een houten lager (pakhout) terwijl het einde of pineind van de as in een hardstenen lager lag. Rondom de as was een groot wiel bevestigd met allemaal houten tanden, kammen genaamd. Deze dienden voor de aandrijving van de verschillende raderen en stenen. Rondom dit grote wiel was een vang (rem) gemaakt die door een zware balk om het grote wiel werd geklemd als de wieken moesten stoppen. Men kon deze vang zowel van binnen als van buiten bedienen. Wanneer er weinig wind was, kon men met behulp van doeken (zeilen) de molen toch laten draaien. Als in de winter de zeilen moesten worden gebruikt, kon het wel eens gebeuren dat men eerst met een moor (ketel) met heet water naar boven moest klimmen om de zeilen te ontdooien. Dat was niet zo’n leuk werkje. Rond 1930 werd de molen nog van een stroomlijn voorzien, wat inhield, dat de achterzijden van de wieken die haaks tegen de wind in draaiden, nu tot helemaal de voorkant rond gemaakt werden met gegalvaniseerde platen waardoor men met minder wind toch nog kon malen. Het binnenste van de molen was allemaal van hout. Dikwijls werden er namen, versjes of tekeningen op het hout getekend of ingekerfd. De maalzolder leek één groot schilderij. De spreuk die ik me nog heel goed kan herinneren, was: “Vandaag voor geld, morgen voor niets.” Er waren wel eens mensen die daags daarna terugkwamen en dan pas zagen dat er nog steeds hetzelfde stond geschreven. In de oorlog gebeurde het wel eens dat we vanwege werkweigering voor de bezetter als onderduiker ‘s nachts de toevlucht in de molen zochten. In die tijd werden ook wel eens overdag de wieken in een bepaalde stand gezet, als er controle in aantocht was. Men mocht immers alleen maar op vergunning malen. In 1944 is de molen overgegaan naar mijn halfbroer Piet van de Ven, die helaas in 1945 op vrij jonge leeftijd is gestorven.
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
39
De molens waar de vrouwen van Willem zijn opgegroeid zijn behouden gebleven.
Pas in 1947 heb ik, Toon van der Ven, de molen met bijbehoren overgenomen en in 1960 vanwege de enorm grote onderhoudskosten moeten slopen. De overheid had toen geen belangstelling voor oude molens. De wieken zijn overgeplaatst naar de molen “De Koning”in Middelburg.
Molen in Hernen. Geboortegrond van Hanna Maas 1e vrouw van Willem van de Ven. Voor de molen staan v.l.n.r. Will (zoon van Wim), Fien, Mien en Egi (zoon van Anna).
Orkest van de Ven. V.l.n.r. Louis, Anna, Hans Dobis, Mien, Wim, Cor, Grard en Piet
Orkest Van de Ven. Nagespeeld in 2009. V.l.n.r. Jos (zoon van Louis), Anneke (dochter van Koos), Lili (dochter van Lies), Leonie (dochter van Mien), Will (zoon van Wim, Jef (zoon van Cor), Marianne (dochter van Piet) en Egi (zoon van Anna). De “dirigent” was Marja (dochter van Fien) en de fotograaf Wim (zoon van Toon).
warme toewijding Molen in Milheeze. Geboortegrond van Mie Verheijen, tweede vrouw van Willem van de Ven
De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven
3.6 F amiliewapen Van de® Ven. De kleinkinderen van Opa Molen (Willem van de Ven), totaal 56 personen, hebben elke twee jaren een OPA MOLEN-reünie. Tijdens deze reünies wordt er aandacht besteed aan een stukje geschiedenis van de familie in de vorm van een toneelstuk, voordracht. Zo werd in 2007 het leven van Willem samengevat in een familiewapen en in 2009 het Orkest Van de Ven “nagespeeld”. Het wapen werd ontworpen door Jos (zoon van Louis en onderwijzer op de St. Cornelius-school in Venhorst), Lili (dochter van Lies), Ton (echtgenoot van Mia, dochter van Cor) en onder supervisie van Will (zoon van Wim). Zie hier de beschrijving van het familiewapen: Het schild met de molen Willem van de Ven (1873 – 1947) verdiende de kost in een molen en bakkerij op De Logt in Boekel. Schoonzoon Gerard Coppens maakte een pentekening van “de zwarte dame”, zoals Willem zijn molen noemde. De aren molenaar, bakker, vruchtbaarheid Helmstuk De poffer met strikken staat symbool voor zijn beide Brabantse vrouwen, Johanna Maas en Josephina Verheijen Franjes De strikken eindigen in handen met zes vingers. Elk huwelijk schonk hem zes kinderen. De korte vingers laten zien dat in beide echtverbintenissen een kind binnen het eerste levensjaar stierf. Banier De witte kruisjes op het zwart staan voor de dorpen Bergharen, Leur en Hernen. Hernen, gevangen in het hart van de strikken, is de geboorteplaats van Johanna Maas. Het geblokte Brabants bont vinden we ook in het wapen van Milheeze, de herkomst van Josephina Verheijen.
Bergharen
Milheeze
W i l l e m , d e d e r d e b a k k e r 1873 | 1947
PAG
41
warme toewijding De geschiedenis van familiebedrijf Van de Ven