VOORJAARSNOTA 2008
Hoofdstuk 3 Financiële ontwikkelingen meerjarenperspectief Bouwleges: kostendekkendheid 2008 Inleiding en kader Het college heeft voorgesteld om in de begroting 2008 een bedrag van € 75.000,= aan volumestijging en € 75.000,= aan tariefstijging van de bouwleges opgenomen. Tijdens de behandeling van de begroting 2008 heeft het college aan de gemeenteraad toegezegd de kostendekkendheid van de bouwleges nader te laten onderzoeken. Probleemstelling Er zijn twee vragen gesteld: 1. 2.
Mogen de bouwleges tot 100% kostendekkend worden gebracht. Welke kosten mogen aan de bouwleges worden toegerekend.
Kostendekking Er spelen ten aanzien van de bouwleges de volgende zaken: 1. de kostendekkendheid van de bouwleges mag op begrotingsbasis maximaal 100% zijn; 2. 3. 4.
hiervoor moet dan wel een berekening ten grondslag liggen; niet alle kosten mogen aan de kosten bouwleges worden toegerekend; de grondslagen waarover de bouwleges worden geheven.
Ad 1 de kostendekkendheid De heffing van leges gebeurd op basis van de gemeentewet. Er moet sprake zijn van het verlenen van een individueel gerichte dienst. Met andere woorden, er moet sprake zijn van een causaal verband tussen het verzoek van een belanghebbende en de door de gemeente te maken kosten. Gemeenten zijn betrekkelijk vrij in het kiezen van heffingsmaatstaf en tariefstelling voor de leges. Dit met dien verstande dat de leges op het niveau van de verordening niet meer dan 100% kostendekkend mogen zijn. Dat wil zeggen dat de geraamde opbrengsten van alle legesfeiten in de legesverordening de geraamde kosten van de dienstverlening niet mogen overschrijden. Ad 2 de berekening als grondslag De kostendekkendheid moet met een berekening worden aangetoond. Dit mag op basis van geraamde lasten en baten. De discussie spitst zich toe op de vraag of kan worden volstaan met één berekening voor alle heffingen bouwleges, of dat er voor iedere vorm van bouwleges een kostenberekening moet worden gemaakt. In de uitspraak van 4 februari bevestigd de Hoge Raad zijn oordeel dat deze toets wordt toegepast op het totaal van de geraamde lasten en baten van de rechten die in de verordening zijn geregeld. Ad 3 niet alle kosten mogen aan de kosten bouwleges worden toegerekend Welke kosten komen voor ‘verhaal’ in aanmerking? Uit jurisprudentie blijkt dat alleen de kosten welke door de dienstverlening worden veroorzaakt aan de bouwleges mogen worden toegerekend. Directe kosten zoals personeelskosten, maar ook overhead voor zover deze direct aan de activiteiten zijn toegerekend. In ons geval is de overhead als toeslag gekoppeld aan het uurloon, dus zijn de indirecte kosten op basis van urentoerekening aan de activiteiten relateerbaar. Ook kosten voor externe advisering en verplichte publicaties zijn toerekenbaar.
22
VOORJAARSNOTA 2008
Kosten die niet toegerekend mogen worden zijn beleidskosten, kosten van algemene handhaving toezicht en controle en kosten voor inspraak - , bezwaar - en beroepsprocedures. Deze kosten worden immers vooral gemaakt ten behoeve van de gemeenschap als geheel. Ad 4 de grondslagen waarover de bouwleges worden geheven De gemeente is vrij bij de keuze van heffingsmaatstaf, mits deze niet wettelijk is voorgeschreven dan wel inkomensafhankelijk is. Een raming van de bouw- of sloopkosten van het bouwwerk waarvoor een bouwvergunning wordt aangevraagd vormt doorgaans de maatstaf van heffing voor de bouwleges. Zo ook voor de gemeente Noordenveld. Het probleem daarbij is echter dat de verzoeker/belanghebbende zelf deze raming moet indienen. Daardoor kan er discussie ontstaan over de werkelijke dan wel reële kosten, wat gevolgen kan hebben voor de hoogte van de leges. Daarom wordt en door enkele gemeenten gewerkt met m 3 inhoud van het bouwwerk. (Het model Slochteren). Gelet op het feit dat er in de gemeente Noordenveld weinig tot geen discussie bestaat ten aanzien de ingediende bouwsommen, is het werken met een systeem van m 3 inhoud niet aan te raden. Berekening van de kosten en kostendekkendheid In de begroting 2008 zijn de lasten en baten voor bouw en woningtoezicht als volgt geraamd. Bouwvergunningen € 418.380 Welstandstoezicht € 141.500 Handhaving bouwregelingen Totaal lasten
€ €
197.450 757.330
Bouwleges
€
699.700 (*)
Kostendekkendheid is dan 92,39% (* is inclusief € 150.000,= volume toename en € 75.000 stijging tarieven zoals aangegeven in aanbiedingsbrief begroting 2008.) Macro gezien zou je dus kunnen spreken van een kostendekkendheid van 92,39% op begrotingsbasis. Kijkend naar de jaarrekening 2006, begroting 2007en de werkelijke lasten en baten over 2007 dan worden de kostendekkendheidpercentages als volgt. (zie bijlage 2 totaal overzicht macro 2006-2008) Jaarrekening 2006 Begroting 2007 Werkelijk 2007 Begroting 2008
117,45% 68,01% 72,41% 92,39%
Kostentoerekening Het is verleidelijk om met deze percentages en berekeningswijze te gaan werken. Echter, gelet op het vorengaande, in het bijzonder punt 3, moet nagegaan worden of alle geraamde lasten wel in de berekening thuis horen. Om meer landelijke uniformiteit te krijgen is het “Model transparantie bouwgerelateerde leges” (MTBL) Het college heeft op 21 november 2006 besloten om dit model te hanteren vanaf de legesverordening 2007. Het model staat dan nu ook niet ter discussie. De kostentoerekening wel. Dat zal nu opnieuw beoordeeld moeten worden. Zoals gesteld mogen alleen kosten (uren) handhaving worden toegerekend voor zover deze echt te maken hebben met bouwaanvragen. In het handhavingsprogramma van de vakgroep
23
VOORJAARSNOTA 2008
handhaving is aangegeven op welke manier de uren voor de handhaving van de bouwregelingen die zijn opgenomen in de begroting worden besteed. Daarbij gaat het vooral om de volgende activiteiten: controle van vergunningen tijdens de bouw, controle bouwen in afwijking van de vergunning, controle bouwen zonder vergunning, opleveringscontroles, overige controles van de bouwregelgeving en het starten van handhavingacties. Al deze activiteiten zijn gebaseerd op bouwvergunningen en kunnen worden toegerekend. De begroting 2008 geeft een geraamd dekkingspercentage van 92,39% Om tot een 100% dekking te komen moeten de tarieven met 7,61% stijgen. Voor de begroting 2009 zal u een voorstel worden voorgelegd tot verhoging van de tarieven waarbij het maximaal stijgingsplafond is begrensd op 8%. De toekomst Op dit moment is er een landelijke discussie gaande m.b.t. de tariefstelling voor bouwleges. Er wordt uitgebreid gediscussieerd over toe te rekenen kosten, rekenmodellen en zelfs of er één landelijk tarief moet komen. Vergelijkbaar met de Rijksleges paspoorten. De gedachte daarachter is dat een bouwvergunning in Almere net zo veel moet/mag kosten als in Noordenveld. Hoe merkwaardig je dit ook mag vinden, uiteindelijk zal deze discussie uitmonden in een politiek besluit. De gemeenten (VNG) krijgen tot 2010 de tijd om de prijsverschillen weg te werken. Tijdens de behandeling van de nieuwe omgevingsvergunning (Wabo) heeft de 2 e Kamer een motie en amendement aangenomen waardoor de minister de gelegenheid heeft om de kosten van bouwleges te normeren of te maximaliseren. Het is dan ook de vraag of het op dit moment wel opportuun is om onze kostentoerekening op dit onderdeel verder uit te diepen en te specificeren.
Onderhoud van kapitaalgoederen. Van af 1998 stelt de gemeenteraad een krediet van € 980.000 beschikbaar voor het onderhoud van wegen. Het krediet wordt in 20 jaar afgeschreven en de toekomstige vrijval van kapitaallasten wordt op termijn weer aangewend ter dekking van nieuwe investeringen. Daarnaast wordt in de jaarlijkse exploitatie een bedrag opgenomen voor regulier onderhoud. In het afgelopen najaar heeft de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten een notitie uitgevaardigd met als titel “ Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen”. De taak van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna: BBV) is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen. De commissie heeft in de afgelopen jaren vanuit de praktijk veelvuldig vragen over het onderwerp kapitaalgoederen gehad. Aan de hand van die vragen heeft de commissie besloten een notitie over kapitaalgoederen op te stellen om de zaken te verduidelijken. Daar toe heeft zij in de notitie een aantal stellige uitspraken gedaan die leidend zijn voor de accountantscontrole. De kosten van (klein en groot) onderhoud zijn niet levensduurverlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. - Kosten van klein onderhoud dienen in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie te worden gebracht. - Kosten van groot onderhoud kunnen op twee wijzen worden verwerkt in de administratie: 1. Kosten in het jaar van uitvoering direct ten laste van de exploitatie brengen, met eventuele vrijval via resultaatbestemming van een daartoe gevormde reserve.
24
VOORJAARSNOTA 2008
2. Kosten in het jaar van uitvoering ten laste van een vooraf gevormde voorziening brengen (artikel 44, lid 1c, van het BBV). - Kosten van het wegwerken van achterstallig onderhoud dienen ineens ten laste van de exploitatie te worden gebracht. Gevolgen voor de gemeente Noordenveld. De gevolgen van de stellige uitspraken van de commissie zijn in financiële zin groot. Echter de regels van de BBV zijn door de commissie benadrukt. De regels bestaan al sinds de invoering van de BBV. Gelet hierop is de afgelopen jaren gewerkt aan de opbouw van een reserve onderhoud kapitaalgoederen gevormd om de wijziging van regelgeving in financiële zin te kunnen opvangen. Echter blijft onverlet dat de uiteindelijke doelstelling van de regels is om alles wat aan bedragen op dit moment elk jaar geactiveerd wordt aan groot onderhoud vanaf 1 januari structureel mee te nemen in de exploitatie. Wegen Het totaal bedrag dat jaarlijks aan groot onderhoud geactiveerd wordt, verschilt per jaar. Dit heeft onder andere te maken met het aandeel van het wegenonderhoud dat ingezet wordt bij rioolvervanging. Technisch gezien gaat het dan niet meer om wegenonderhoud maar om reconstructie. Dit, omdat bij een rioleringsproject de weg er volledig uit gaat. ( noot: deze bedragen worden wel meegeteld als het gaat om de BOR-systematiek, ondanks het feit dat de BOR ook uitgaat van niet levensverlengend wegenonderhoud. ) Gebouwen Voor het overige willen de bedragen voor groot onderhoud aan gebouwen per jaar ook nog wel eens variëren. Als hoofdlijn kunnen we stellen dat het bedrag aan groot onderhoud aan gebouwen € 600.000,- per jaar is. Hoewel met de regels in de hand, het moeilijk te bepalen is welk gedeelte daadwerkelijk als groot onderhoud bestempeld moet worden. ( Waarom is nieuwe dakbedekking niet levensduurverlengend en een gedeeltelijk nieuw dak wel?) Wat wordt voorgesteld wordt mede ingegeven doordat het op dit moment ontbreekt aan een duidelijke leidraad voor het onderhoud van de gebouwen. Momenteel wordt de nieuwe beheersystematiek voor gebouwenonderhoud opgezet. De bedragen, die gespaard moeten worden voor groot onderhoud aan gebouwen zijn niet inzichtelijk. Aan de hand van de nieuwe beheersystematiek zal voor het onderhoud aan de gebouwen een meerjarig beheerplan opgesteld moet worden. Volgens de voorschriften mag er alleen gespaard worden ( voorziening) als een beheerplan de grondslag vormt voor de voorziening. Subsidie rieten daken Bij de vaststelling van de begroting 2008 is door ons toegezegd dat bij deze nota zal worden teruggekomen op de besluitvorming rondom de subsidie rieten daken. De subsidie van € 20.604 is bij de vaststelling van de begroting 2008 van de lijst met bezuinigingen gehaald.
Het budget speelt een belangrijke stimulerende rol ten aanzien van het kleine onderhoud aan monumenten. Veelal betreft het kozijnen, luiken, windveren e.d. waarvan de kosten relatief hoog zijn door de gebuikte historische materialen en historische detailleringen maar waarvan de investering (ruim) onder de drempel blijft om van rijksvoorzieningen gebruik te kunnen maken. Met name binnen het beschermde dorpsgezicht Veenhuizen wordt geregeld van de subsidieregeling gebruikt gemaakt. Doordat de provincie in het kader van de herijking van het monumentenbeleid geen budget meer beschikbaar stelt voor de rietendaken regeling en de systematiek alleen gekoppelde subsidies (provincie en gemeente) toelaat, worden momenteel geen subsidies voor rieten daken verstrekt.
25
VOORJAARSNOTA 2008
Daarvoor in de plaats komt een provinciale monumentenlijst met provinciaal subsidiestelsel, waarvan mogelijk ook een aantal rietendakenpanden deel zal uitmaken. Tegen deze achtergrond en verder mede in het licht van de ingrijpende wijziging van het rijkssubsidie stelsel zijn wij voornemens om onze gemeentelijke subsidieregeling te evalueren. Wij verwachten medio dit jaar met een voorstel te kunnen komen, nadat meer duidelijkheid is over de provinciale opzet. Algemene uitkering uit het gemeentefonds De maartcirculaire van de fondsbeheerders kijkt traditiegetrouw terug naar voorgaande jaren en geeft voor het lopende jaar 2008 geen bijzonderheden. Dit betekent voor 2008 en het meerjarenperspectief dat wij dezelfde accressen als uitgangspunt hebben genomen als ten tijde van de vaststelling van de begroting 2008. De ontwikkelingen van de accressen (zowel nominaal als reëel) worden hieronder nog eens in het kort weergegeven: Jaar
2008
2009
2010
2011
Nominaal Accres
4,47% 3,39% 2,55% 2,10%
Reëel Accres
2,42% 1,81% 1,21% 0,80%
De effecten voor 2008 en komende jaren worden in de meicirculaire verwacht die traditioneel in juni verschijnt. Zoals is vermeld in de inleiding van de voorjaarsnota en is opgenomen in de beleidsvoorstellen 2008 gaan wij ervan uit dat voor het specifieke doelgroepen beleid jeugd en gezin, onderwijs etc. aanvullende inkomsten uit het gemeentefonds worden gegenereerd. Wij verwachten voor 2008 een bedrag van ruim € 203.000. Daarnaast denken wij gecompenseerd te worden voor de extra salarislasten als gevolg van de CAO afspraken tot een bedrag van € 286.000. Heffingen en tarieven Algemeen In de onlangs door u vastgesteld financiële kaderbrief zijn de kaders opgenomen met betrekking tot de Wet Waardering Onroerende Zaken, de forensenbelasting en de toeristenbelasting. Ten aanzien van de overige heffingen en tarieven delen wij u het volgende mee. Bij de aanbiedingsbrief 2009 zullen wij u voorstellen doen met betrekking tot de gewenste stijgingen van de overige heffingen en tarieven. Van belang is daarbij de ontwikkeling van de huidige inflatie. Recente informatie van het CBS leert ons dat de toename van de inflatie progressieve vormen aanneemt. Het inflatiepercentage over maart 2008 is uitgekomen op 2,2%. Dit percentage overschrijdt daarmee het voorgestelde percentage van 2% die in de kaderbrief is aangegeven aangaande de maximaal te ramen prijsstijgingen. Voor de behandeling van de begroting 2009 zult u als raad kunnen beschikken over de nota lokale heffingen. De nota geeft het kader weer voor het beleid betreffende de lokale heffingen. De nota zal tevens een gemeentelijke vertaling zijn van de handreiking kostentoerekening leges en tarieven die in opdracht van het ministerie van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties is opgesteld. De handreiking gaat in op de problematiek van kostentoerekening en geeft inzicht in de doorberekening van de kosten in de rechten, heffingen en tarieven die maximaal 100% kostendekkend mogen zijn.
26
VOORJAARSNOTA 2008
Algemene reserve
Hieronder hebben wij in een overzicht de stand van de algemene reserve weergegeven per 1 januari 2008 op basis van de gemeenterekening 2007, evenals een prognose van de ontwikkelingen van de algemene reserve tot en met 2011. Daarbij is rekening gehouden met nog te onttrekken middelen op basis van reeds genomen raadsbesluiten, diverse dotaties, de beleidsvoorstellen van deze voorjaarsnota 2008 alsmede toekomstig beslag van eerder genomen principe-uitspraken. 2008 Stand 1-1-2008 Nog te onttrekken rbs vg jr Herinrichting Roden-Norg Restauratie meubels Winsinghhof Huisvesting Hoge Holt Ontsluiting plangebied groenstrook Woldzoom Opbrengst grondverkopen
2009
2010
2011
4.452.181 3.956.681 3.380.181
2.590.181
2.792.879
-90.000 -19.024 -5.474 -292.772 516.430 109.160
Nog te ontrekken rbs 2008 3e fase Klunderveen aankoop hertenkamp Peize bijdr aanleg fietspaden Fochteloerveen
-53.058 -32.000 -164.800 -249.858
Dotaties 2008 Herschikking reserves (aanbiedingsbrief) Jaarresultaat 2006 Jaarresultaat 2007
594.000 181.000 1.025.000 1.800.000
Beleidsvoorstellen voorjaarsnota 2008 subsidie stichting Veenhuizen Cultuur + Toer
-200.000
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
herinrichting Hoofdweg Veenhuizen inrichtingsplan Peize + waterberging
-895.000 -695.000
-312.500
-202.500 -250.000
-190.000 -250.000
-190.000 -195.000
bijdrage eenmalige middelen 2008
-133.000
-133.000
Toekomstig beslag Verkoopopbrengst GGD gebouw Nacalculatie BCF Herinrichting Roden-Norg
320.000 -394.000 -300.000
algemene reserve reserve grondexploitaties
1) 2) 3)
320.000 -394.000 -300.000 3.956.681 3.380.181 2.590.181 3.911.202 3.911.202 3.911.202
2.155.181 3.911.202
totaal weerstandsvermogen
7.867.883 7.291.383 6.501.383
6.066.383
minimum weerstandsvermogen (obv risico's)
6.300.000 6.300.000 6.300.000
6.300.000
1.567.883
27
991.383
201.383
-233.617
VOORJAARSNOTA 2008
1) bron: blz 17 PvA 2007 (zie ook rbs 28-6-2007, bw 17, bijdr Hospice) 2) bron: blz 17 PvA 2007 3) blz 136 programmabegroting 2008
De volgende fase in het inzichtelijk maken van de vermogensbestanddelen is de invoer van de verwachte uitkomsten van de grondexploitaties. Bij de begroting 2009 kunnen wij u een geïntegreerd beeld geven over de totale prognose van de vermogenspositie. Rondom de zomer 2008 kunt u van ons de nota reserves en voorzieningen verwachten waarin op deze materie verder zal worden ingegaan. Bij de allocatie van middelen vanuit het vermogen is voor ons een leidend principe geweest dat de in de jaarrekening opgenomen gewenste risicoreserve voor de algemene dienst en de grondexploitaties (het weerstandsvermogen) wordt benaderd. Wij zijn daar in 2011, op € 230.000 na, in geslaagd.
28