Hoofdstuk 1b De functies van vitamine D
Auteurs
Jesse Faber Hilde van der Wijk
Groningen, 19 februari 2015
De functies van vitamine D
Inhoudsopgave Samenvatting
pagina 2
1. Inleiding
pagina 3
2. Calcium Huishouding
pagina 4
3. Biochemie en productie
pagina 5
4. Nieuwe inzichten in functies 4.1 Immuunsysteem 4.2 Zenuwstelsel 4.3 Kanker 4.4 Cognitief functioneren 4.5 Stemmingen, depressie, schizofrenie
pagina 5 pagina 5 pagina 6 pagina 7 pagina 7 pagina 8
5. Conclusie
pagina 9
6. Referenties
pagina 11
1
De functies van vitamine D
Samenvatting Vitamine D is een hormoon dat al honderden jaren bekend is. Het hormoon kan worden opgenomen via zonlicht op de huid, via voeding en voedingssupplementen. Vitamine D3 is makkelijk binnen te krijgen, maar toch is er een hoog percentage mensen in de bevolking die en tekort aan vitamine D hebben. Vitamine D moet via verschillende enzymatische processen worden omgezet in een actieve vorm. Vitamine D3 is een actieve vorm van vitamine D. Jarenlang is gedacht dat vitamine D3 alleen de calcium huishouding in ons lichaam verzorgde. De calcium huishouding, die vitamine D3 regelt samen met het schildklierhormoon PTH, is echter maar een van de vele functies van vitamine D. Uit onderzoeken van de laatste jaren blijkt dat vitamine D3 onder andere invloed heeft op het immuunsysteem, het heeft bijvoorbeeld een positieve werking op longtuberculose en eczeem. Vitamine D3 heeft ook een gunstige werking op het zenuwstelsel. Het gaat de degeneratie van neuronen tegen, waardoor het een positieve invloed heeft het cognitief functioneren van ouderen en op de ziektes zoals, de ziekte van parkinson, alzheimer MS. Ook heeft vitamine D3 een helende werking via een alternatief mechanisme met betrekking tot een vorm van kanker, leukemie. En vitamine D3 heeft een functie in het voorkomen depressie en schizofrenie. Vitamine D heeft dus een nog belangrijkere functie binnen het lichaam dan dat men eerst dacht. Het is dus van cruciaal belang om voldoende vitamine D binnen te krijgen.
2
De functies van vitamine D
Inleiding De stof vitamine D is al lange tijd bekend bij de mensheid. In 1645 zijn de gevolgen van een vitamine D-deficiëntie voor het eerst beschreven in de wetenschap, door Dr. Daniel Whistler. Dit werd rachitis genoemd. Rachitis is een botaandoening die ontstaat door een tekort aan vitamine D en calcium. Het is een ziekte die vooral voorkomt bij jonge kinderen. Het kan voorkomen worden door genoeg in de zon te zijn waardoor er genoeg vitamine D in de huid kan worden aangemaakt. Tussen 1910 en 1930 zijn er grote stappen gemaakt in het begrijpen van het mechanisme van Rachitis. Toen werd steeds meer het bestaan van vitaminen en het belang ervan ontdekt (University of California). In 1930 is de chemische structuur van verschillende vormen van vitamine D vastgesteld. Dit is gedaan het laboratorium van Professor Adolf Otto Reinhold Windaus in de universiteit van Göttingen, door zo’n 55 mensen die hier samen aan werkten. Hij heeft hier in 1928 de nobelprijs voor de scheikunde voor ontvangen. De chemische structuur van vitamine D3, de vorm die in dit boekhoofdstuk het meeste besproken gaat worden, is pas in 1936 vastgesteld (University of California). Een belangrijke manier om vitamine D in je lichaam te krijgen is door de zon. Zonlicht zorgt ervoor dat vitamine D in de huid geprocedeerd kan worden. Vitamine D is een pro-hormoon waarvan de belangrijkste vorm voor mensen, vitamine D3, door de huid wordt geproduceerd. Vitamine D is dus geen vitamine, maar een hormoon. De hormonale vorm van vitamine D3 is 1alfa,25-dihydroxyvitamin (1,25(OH)2D3) (Voedingscentrum). Naast productie van vitamine D in de huid, kan het ook opgenomen worden uit voeding. Het voedingscentrum geeft een goed overzicht van producten waar vitamine D in zit. Het zit onder andere in vette vis, zoals haring, zalm en makreel. Ook zit er vitamine D in vlees en eieren. Dit echter in mindere mate. Het belang van vitamine D wordt steeds meer ingezien. Daarom wordt in Nederland ook vitamine D toegevoegd aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten. In roomboter zit van natura ook vitamine D. Sinds 2007 is het toegestaan om vitamine D toe te voegen aan andere producten dan de hiervoor genoemde producten. Vanaf toen is het vooral toegevoegd aan zuivelproducten voor jonge kinderen. Zoals bij veel stoffen, kun je ook supplementen voor vitamine D kopen. Dit is te verkrijgen als druppels, capsules, pillen of het zit verwerkt in multivitaminen supplementen. Dit gaat dan meestal om vitamine D3 (Voedingscentrum). De voornaamste functies van vitamine D zijn het reguleren van de toename van de resorptie van calcium en fosfaat in de darmen en het reguleren van calcium huishouding in het bot. (Deluce, H,F, 2004) In dit hoofdstuk wordt onder andere de bekendste functie van vitamine D, de calciumhuishouding, toegelicht. Ook wordt de productie van vitamine D in het lichaam kort besproken. Het blijkt dat vitamine D veel meer functies heeft dan deze functie die er voorheen aan gegeven werd. In dit hoofdstuk zal er ook gekeken worden naar wat andere, vrij nieuw bekende functies van vitamine D3, buiten de eerdere bekendste functies zijn. Functies die besproken gaan worden zijn allereerst die van vitamine D op het immuunsysteem. Het blijkt een belangrijke rol te spelen in het ontstaan van longtuberculose en het ontstaan van eczeem. Vervolgens worden de functies van vitamine D op het zenuwstelsel besproken. Het wordt steeds duidelijker dat vitamine D een belangrijke rol speelt in ziekten als MS, parkinson en alzheimer. Genoeg vitamine D speelt daarnaast een rol bij het verminderen van bepaalde vormen van kanker. Vitamine D blijkt ook een 3
De functies van vitamine D
belangrijke rol te spelen bij het cognitief functioneren bij ouderen. Het kan de achteruitgang sterkt verminderen ten opzichte van ouderen die te weinig vitamine D produceren. Als laatste worden aandoeningen zoals stemmingswisselingen, depressie en schizofrenie behandeld. Veel van deze functies zijn relatief recente ontdekkingen ten opzichte van de al vroeg bekende functie in het reguleren van de calciumhuishouding (Voedingscentrum). Het onderzoek naar vitamine D blijft erg populair. Dit kan mede komen, doordat de laatste jaren steeds meer naar voren komt dat grote delen van bevolkingen, van landen waar duidelijk een herfst en winter voorkomen, last hebben van een vitamine D tekort in deze seizoenen. Er wordt nog steeds veel onderzoek verricht. 2. Calcium huishouding De regulatie van de calcium huishouding wordt gezien als de standaard en hoofdfunctie van vitamine D3. Calciumplasma concentraties worden gemeten in de bijschildklier. De calciumplasma concentraties worden op een constant niveau gehouden, dit niveau wordt onder andere gehandhaafd door de mineralisatie van de botten. Wanneer het calcium niveau in het plasma te laag is, verandert de mineralisatie. Als calcium concentraties verlagen wordt er door schildklier PTH afgegeven. PTH stimuleert de aanmaak van Vitamine D3 (1,25(OH)2D3) . Vitamine D3 heeft als functie de calcium concentratie in het plasma te verhogen. Vitamine D3 kan dit op drie manieren doen. Allereerst zorgt vitamine D3 voor het induceren van calciumabsorptie eiwitten in de maag. Hierdoor wordt er meer calcium geabsorbeerd en wordt de concentratie calcium in het plasma verhoogd. Ten tweede zorgt vitamine D3 ervoor dat het calcium niveau in het bloed op peil blijft ook al wordt je op een calcium arm dieet gezet. Dit gebeurt doordat, vitamine D osteoblasten stimuleert om RANKL te produceren. RANKL stimuleert osteoclastogenese wat botresorptie activeert, dit resulteert in het verlies van calcium uit het skelet en een verhoging in het plasma. Ten derde beïnvloed vitamine D de distale niertubulus. Deze is verantwoordelijk voor reabsorptie van calcium, waardoor ook de calcium concentratie in het plasma wordt verhoogd. (DeLuca, H.F., 2004)(Collge prof. dr. T.P.Links 9-22015)
Figuur 1. De rol van vitamine D3 en PTH in het verhogen van de calcium concentratie in het plasma (DeLuca, H.F., 2004)
4
De functies van vitamine D
3. Biochemie en productie Vitamine D wordt normaal gesproken geproduceerd in de huid door een fotolytisch proces van een afgeleide van cholesterol (7-dehydrocholesterol). Deze afgeleide van cholesterol maakt pre-vitamine D en dat wordt vervolgens omgezet in Vitamine D3, cholecalciferol-D3. Vitamine D zit ook in voedingsproducten, zoals vis en melk en kan worden geslikt via voedingssupplementen. Vitamine D3 is de natuurlijke vorm van vitamine D die in de huid wordt geproduceerd. (DeLuce, H,F, 2004) De vitamine D3 uit de huid is inactief en moet worden omgezet in een actieve vorm. Vitamine D wordt enzymatisch in de lever omgezet in 25-hydroxyvitamin D3 (25(OH)D) ook wel calcidiol genoemd. In een tweede stap wordt caldidiol enzymatisch in de nieren omgezet in de actieve vorm van vitamine D, 1alfa,25-dihydroxyvitamine D3 (1,25(OH)2D3) ook wel calcitriol genoemd.(College prof.dr.T.P. Links 09-02-2015). Een belangrijk enzym in afgifte van Vitamine D is het cytochroom enzym CYP24. CYP24 zorgt voor een vergrote activiteit van 24-hydroxylase. 24-hydroxylase heeft als functie vitamine D omzetten in zijn laatste product, calcitriol. (DeLuca, H,F, 2004).
Figuur 2. De structuurformule van vitamine D3 (DeLuca, H.F., 2004) 4. Nieuwe inzichten in functies 4.1 Immuunsysteem Vitamine D3 is mogelijk een immunoregulator. Veel onderzoek op dit gebied is gedaan bij vitamine D in combinatie met longtuberculose. Longtuberculose Longtuberculose (TB) wordt veroorzaakt door Mycobacterium tuberculosis (MBT). Voordat antibiotica werden gebruikt, werd vitamine D vaak gebruikt als behandeling. Hoge doses van vitamine D werkten effectief maar het mechanisme was niet volledig bekend. Tegenwoordig wordt vitamine D niet meer als behandeling gebruikt. Echter is het nog steeds een veel onderzocht onderwerp (Selvaraj, P, 2012) Vitamine D heeft waarschijnlijk een immunoregulerende werking in het geval van TB. Er is onderzocht wat de effecten van vitamine D3 zijn op pro-inflamatoire cytokine responsen op het Mucobacterium tuberculosis antigen (Mtb). Dit is onderzocht in patiënten met tuberculose. Er is gebleken dat vitamine D3 deze respons vermindert en daarmee het ziektebeeld sterk vermindert. Vitamine D3 controleert de ontstekingsreactie en voorkomt daarmee externe weefselschade bij patiënten (Harishankar, M., 2014) 5
De functies van vitamine D
Eczeem Atopische dermatitis (AD) is een veel voorkomende chronische allergische ziekte. AD komt voor bij ongeveer 15 tot 30% van de kinderen en bij 2 tot 10% bij volwassenen. Uit een onderzoek bij schoolkinderen uit Hong Kong is een significante correlatie gevonden tussen vitamine D niveaus en AD. De serum waarden bij AD patiënten en controles waren respectievelijke 28,9 nm en 32,2 nm. AD ernst blijkt volgens dit onderzoek in relatie te staan met vitamine D niveau. Echter bestaat hier toch nog veel onduidelijkheid over. Uit andere onderzoeken blijkt namelijk dat bij kinderen met een vitamine D deficiëntie geen significant verband tussen eczeem en lage serum gehaltes 25(OH)D aanwezig is. Wel hebben deze kinderen een grotere kans op pinda- of ei-allergie (Shuxin, W.S., et all. 2013). Dit is een goed voorbeeld van de vele onderzoeksmogelijkheden die er nog zijn op dit gebied 4.2 Zenuwstelsel Uit onderzoek blijkt dat vitamine D3 specifieke nucleaire bindingen vormt die in de hersenen en in het ruggenmerg voorkomen. Er is bewijs dat mRNA coderend voor de vitamine D receptor (VDR) en het eiwit zelf aanwezig zijn in het zenuwstelsel. De VDR receptoren worden specifiek tot expressie gebracht in de ontwikkeling van neuronen. Dit duidt allemaal op de aanwezigheid van vitamine D in de hersenen en het perifere zenuwstelsel. Vitamine D speelt een rol in de ontwikkeling van de neuronen in het perifere zenuwstelsel. De synthese van nerve grow factor (NGF) wordt door vitamine D3 gereguleerd. Vitamine D3 heeft een stimulerende werking op de productie van NGF neurotrofine 3 en glia cellen. Ook zorgt vitamine D3 voor het verminderen van het induceren van hypokinesie (verminderd vermogen tot bewegen) en neurotoxiteit door stimulatie van hydroxydopamine in ratten. Dit laat zien dat vitamine D3 gebruikt zou kunnen worden bij de behandeling van neurodegeneratieve ziekten, zoals bij de ziekte van parkinson. (Garcion, E. 2002) Parkinson, Alzheimer en MS Bij de ziekte van Alzheimer is er in de piramidale cellen een vermindering van VDR mRNA gedetecteerd hier zou vitamine D3 dus ook een rol kunnen spelen. Vitamine D3 kan de syntheses van stikstofoxidesynthases (iNOS) remmen, een enzym dat geïnduceerd is in CNS neuronen en in niet-neuronale cellen gedurende ziekten, zoals de ziekte van Alzheimer, parkinson en MS. iNOS beschadigt neuronen en oligodendrocyten, wanneer het wordt geproduceerd en is dus zeer schadelijk voor de hersenen. Ook een vermindering van de tumor necrose factor alfa (TNF-alfa) wordt gezien bij met vitamine D3 behandelde astrocyten. De vermindering van iNOS en TNF-alfa hebben een positief effect op de de neuro bescherming. Daarnaast wordt de activiteit en expressie van y-glutamylstranspeptidase gestimuleerd. yglutamyltranspeptidase is betrokken bij de glutathion cyclus wat een belangrijke antioxidant is in astrocyten en neuronen. Een toename van een glutathion-niveau is gekoppeld aan een neuro beschermend effect. Doordat vitamine D, yglutamylstranspeptidase stimuleert kan het ook hierdoor gelinkt worden aan het neuro beschermend effect. (Garcion, E. 2002)
6
De functies van vitamine D
4.3 Kanker In 1981 werd voor het eerst vitamine D gebruikt in de behandeling van kanker in leukemiecellen, omdat het antiproliferatieve eigenschap heeft. In CNS tumoren heeft 1,25(OH)2 D3 een positief effect op de celdood van glioom cellen. Het produceert tenascine-C wat pro-angiogenese eigenschappen bezit en verhoogd de expressie een leukemie remmende factor. Dit impliceert dat 1,25-(OH)2 D3 een alternatief mechanisme voor de behandeling van tumoren kan beïnvloeden. (Garcion, E. 2002)
Figuur 3. De functies van vitamine D3 in kankercellen. 4.4 Cognitief functioneren Vitamine D3 heeft een positieve werking op de achteruitgang van het cognitief geheugen van ouderen. Ouderen met een vitamine D-deficiëntie hebben een 60% grotere kans op cognitieve achteruitgang ten op zichtte van de ouderen die voldoende vitamine D3 produceren. De lagere niveaus van vitamine D werden geassocieerd met een grotere daling per jaar gedurende 6 jaren. Een groter vitamine D gebrek lijkt een grotere achteruitgang tot gevolg te hebben. De deelnemers van deze onderzoeken kwamen uit verschillende sociaal-demografische omgevingen, maar waren allen van blank-Europese afkomst. Er is geen onderzoek gedaan naar een effect binnen andere etnische groepen. De verminderde achteruitgang van de cognitie heeft te maken met het neuro beschermende effect. De cognitieve achteruitgang wordt door anti oxidatieve mechanismen en de detoxificatie verminderd. De detoxificatiemechanismen hebben een remmend effect op de syntheses van stikstofoxidestynthase (NOSs) en hebben een stimulerend effect op de toename van antioxidant glutathion, wat al eerder beschreven is. Ook wordt betaamyloide fagocytose gestimuleerd en het beschermt tegen apoptose. Dit helpt om de ziekte van Alzheimer te voorkomen (Llewellyn, D. L., 2010)
7
De functies van vitamine D
Figuur 4. De verandering van cognitieve functie bij verschillende vitamine D3 concentraties. (Llewellyn, D. L., 2010) 4.5 Stemmingen, depressie, schizofrenie Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vitamine D van belang is in de geestelijke gezondheid. Een ‘winterdepressie’ is daar een goed voorbeeld van. Het is algemeen bekend dat relatief veel mensen zich in de winter niet helemaal goed voelen. Ze voelen zich futloos, hebben nergens zin in en hebben weinig energie. Dit zijn de eerste verschijnselen van een lichte depressie. Deze verschijnselen zijn bij de meeste mensen vrij onschuldig. Ze kunnen worden opgelost door ook in de winter meer naar buiten te gaan of vitamine D supplementen te gebruiken. Langdurige vitamine D tekorten kunnen echter ook ergere gevolgen hebben. In het volgende stuk worden schizofrenie en depressie in verband met vitamine D besproken. Schizofrenie Zoals eerder genoemd is vitamine D een cruciale stof in de bescherming van neuronen en de neuronale ontwikkeling. Een laag niveau van vitamine D is geassocieerd met een verhoogde cel veroudering en een verhoogde kans op schizofrenie. Vitamine D is vrij seizoensgebonden. In de winter krijgen mensen vaak te weinig vitamine D door middel van de zon. Een groter deel van de mensen met schizofrenie zijn geboren tegen het einde van de winter of het begin van de herfst. Dit betekent dat zij in hun prenatale en perinatale perioden lagere levels van vitamine D hadden. Ook komt schizofrenie meer voor in landen die verder bij de evenaar vandaan liggen. Vooral mensen met een donkere huid zijn in deze gebieden gevoelig voor schizofrenie. (Cieslak, K. et all, 2014) Het ontstaan van schizofrenie is geassocieerd met de activatie van inflammatoire pathways. Een manier om oxidatieve stress en inflammatie te meten is door te kijken naar de Leukocyte Telomeer Lenge (LTL). Van vitamine D is bekend dat het een remmende werking op oxidatieve stress en oxidatie. (Cieslak, K. et al. 2014)De relatie tussen vitamine D en telomeerlengte is waarschijnlijk een belangrijke bio8
De functies van vitamine D
marker voor bescherming van neuronen. (Jain S. K. et al, 2013) Een Amerikaanse pilotstudie uit 2014 wees uit dat patiënten met schizofrenie inderdaad te lage levels van vitamine D hadden. Ze beschreven dat lage vitamine D levels ook oorzaak kunnen zijn voor andere neuro psychiatrische ziekten, zoals MS of depressie. De symptomen van deze ziekten werden in veel gevallen sterk verminderd bij behandeling met vitamine D.(Cieslak, K. et all, 2014) Depressie Zoals eerder al genoemd wordt er, wanneer calcium concentraties verlagen, door schildklier PTH afgegeven. PTH stimuleert de aanmaak van Vitamine D3 in het lichaam (DeLuca). Bij een te laag vitamine D gehalte in het lichaam, bijvoorbeeld door een gebrek aan zonlicht, wordt er PTH afgegeven. Hoge PTH gehaltes worden geassocieerd met depressie. (bronnen 5 en 6 van artikel Hoogendijk). Je kunt dit van twee kanten bekijken. Een persoon kan een tekort krijgen aan vitamine D door een gebrek aan zonlicht. Hierdoor wordt veel PTH aangemaakt waardoor er zich een depressie ontwikkelt. In dit geval is het vitamine D tekort de oorzaak. Dit kan echter ook het gevolg zijn. Een persoon kan een depressie ontwikkelen, om deze reden de deur niet meer uit gaan, hierdoor te weinig zonlicht vangen en een vitamine D tekort ontwikkelen. Het is nog niet goed bekend hoe dit systeem zich ontwikkeld. Het is in ieder geval duidelijk dat depressie in oudere volwassenen een relatie heeft met lage niveaus van vitamine D en hoge niveaus van Parathyoid hormoon (PTH). (Hoogendijk, W.G.H., et a., 2008) Conclusie De calcium huishouding is niet de enige functie die vitamine D heeft. De laatste jaren zijn er veel verschillende nieuwe functies van Vitamine D3 ontdekt. Vitamine D3 is een belangrijk hormoon in het immuunsysteem en zenuwstelsel. Vitamine D3 kan een ontstekingsreactie controleren wat het ziektebeeld van tuberculose kan verminderen. In het zenuwstelsel speelt vitamine D3 een rol in het ontwikkelen van neuronen en het zou kunnen helpen bij de behandeling van neuro generatieve ziekten, zoals de ziekte van Parkinson en de ziekte van Alzheimer. De vormingen van neuronen en verminderde achteruitgang van neuronen heeft een positief effect op het cognitief functioneren van ouderen. Schizofrenie, depressie en stemmingswisselingen kunnen worden verminderd door vitamine D3. Ook kan vitamine D3 via een alternatief mechanisme van tenascine-C gebruikt worden in de behandeling van kanker. Deze ziektes en aandoeningen worden niet door een tekort aan vitamine D3 veroorzaakt. Maar vitamine D3 kan een preventieve en verminderende werking hebben op al deze ziekten en aandoeningen. Als de zon schijnt wordt er voldoende vitamine D aangemaakt door de huid om aan de benodigde hoeveelheid binnen te krijgen. Als er echter weinig zon is, bijvoorbeeld in de winter kan er een tekort aan vitamine D3 ontstaan. Vitamine D is ook makkelijk via voeding, zoals vis en melk, of via voedingssupplementen binnen te krijgen. Vitamine D3 heeft dus een gunstige werking op veel verschillende mechanismen in het lichaam, het is makkelijk te verkrijgen en makkelijk op te nemen in het lichaam. In een land zoals Nederland zou iedereen makkelijk voldoende vitamine D3 binnen moeten kunnen krijgen. Helaas wordt het belang van vitamine D nog vaak onderschat. De bekendheid van de “nieuwe functies” van vitamine D is klein. De nieuwe functies van vitamine D zouden beter bekend moeten worden gemaakt. 9
De functies van vitamine D
Hierdoor kan het belang van vitamine D meer algemeen bekend worden. Hierbij zou ook de overheid een rol kunnen spelen en het belang vitamine D meer onder de aandacht van de burgers brengen en er zo voor zorgen dat er minder tekort aan vitamine D is onder de Nederlandse bevolking. Vitamine D is van cruciaal belang voor de gezondheid en kan helpen bij het voorkomen van verschillende aandoeningen en ziektes. Zorg dus dat je genoeg vitamine D binnenkrijgt. Het is makkelijk binnen te krijgen en van cruciaal belang voor de gezondheid.
10
De functies van vitamine D
Referenties DeLuca, H.F., 2004. Overview of general physiologic features and functions of vitamin D1– 4. Am J Clin Nutr 80:1689S-96S. Cieslak, K., Feingold, J. 2014. Low vitamin D levels predict clinical features of schizophrenia. Elsevier 159:543-545. Harishankar, M., Afsal, K., et al. 2014. 1,25-Dihydroxy vitamin D3 downregulates proinflammatory cytokine response in pulmonary tuberculosis. International Immunopharmacology. Vol. 23: 148-152. Jain S. K., Manna, D. 2013. In African American type 2 diabetic patients, is vitamin D deficiency associated with lower blood levels of hydrogen sulfide and cyclic adenosine monophosphate, and elevated oxidative stress?. Antioxid. Redox Signal. Vol 18: 1154–1158 Garcion, E., Wion-Barbot,N. et al. 2002. new clues about vitamin D function in the nervous system. Trends in Endocrinology & Metabolism. Vol 13:101-105. Hoogendijk, W. J. G., Libs, P. et al. 2008. Depression Is Associated With Decreased 25-Hydroxyvitamin D and Increased Parathyroid. Arch Gen Psychiatry Vol 65:508512. Krishnan, A. V. and Feldman, D. 2012. Mechanisms of the Anti-Cancer and AntiInflammatory Actions of Vitamin D. Annual Review of Pharmacology and Toxicology. 2011.015:311-336. Links, T.P., 2015. College schildklier en bijschildklier op negen februari 2015 Llewellyn, D. J., Lang, I. A., 2010. Vitamin D and Risk of Cognitive Decline in Elderly Persons. Arch Intern Med. 170 (13):1135-1141. Munger, K.L., Levin L.I. et al, 2006. Serum 25-Hydroxyvitamin D Levels and Risk of Multiple Sclerosis. JAMA, Vol 296: 2832-2838. Selvaraj, P., Harishankar, M. et al. 2012. Effect of vitamin D3 on chemokine expression in pulmonary tuberculosis. Cytokine. Vol 60:212-219 Shuxin ,S.W., Hon, K.L. et all. 2014. Vitamin D deficiency is associated with diagnosis and severity of childhood atopic dermatitis.Padiatric Allergy and Immunology. Vol25:30-35. University of california. (z.d.) History of Vitamin D. Geraadpleegd op 18 februari 2015, van http://vitamind.ucr.edu/about/ Voedinscentrum. (z.d.). Vitamine D. Geraadpleegd op 18 februari 2015, van http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-d.aspx
11