1
Het belang van vitamine D
Onderzoeker: Hans Schuiling, Orthomoleculair therapeut Assistent: Silvia Broekkamp, Verpleegkundige
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
2
Inhoudsopgave
2
Waarom dit onderzoek?
3
Vitamine D
4
Twee vormen van vitamine D
4
Activatie van vitamine D
5
Hormoon
5
Calciumbalans
5
Immuniteit
5
Celdifferentiatie
6
Insuline
6
Tekorten aan vitamine D
7
Oorzaken tekort aan vitamine D
7
Interacties met andere stoffen
8
Symptomen van een vitamine D- tekort
9
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid
10
Voedingsnormen vitamine D volgens de gezondheidsraad 2012
10
De optimale hoeveelheid vitamine D.
11
Omrekeningsfactoren vitamine D
11
Bijwerkingen en toxiciteit van vitamine D
11
Onderzoek vitamine D in relatie tot aandoeningen
12
Conclusie
13
Literatuurverwijzing
14
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
3
Waarom dit onderzoek? Ik werk als orthomoleculair therapeut in mijn praktijk in Sassenheim. De afgelopen 4 jaar heb ik in mijn praktijk veel mensen begeleidt met uiteenlopende klachten. Een van de meest voorkomende klachten is gebrek aan energie, vermoeidheid en depressie. Bij al deze mensen was er na onderzoek sprake van een lage vitamine D3 (cholecalciferol) status. Lager dan de gezondheidsraad norm, en veel lager dan de norm die orthomoleculair therapeuten en zelfs academische ziekenhuizen zoals het AMCG als een gezonde en veilige norm stellen. In dit onderzoek richt ik mij op de gevolgen die een lage vitamine D status kan hebben in termen van ziekte en deficiënties en heb ik een vertaling gemaakt naar de voorkomende klachten en aandoeningen van mijn cliënten in relatie tot hun vitamine D spiegels. Een belangrijke vraag hierbij is of ik in mijn praktijk een relatie kan leggen naar vitamine D deficiënties die overeenkomen met deficiënties die externe partijen, onderzoekers maar ook de gezondheidsraad hebben waargenomen.
Daarnaast bedank ik Silvia Broekkamp die mij goed geholpen heeft met het verzamelen van alle cliëntgegevens en Guido Schuiling die tekstueel adviezen heeft gegeven.
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
4 Vitamine D Vitamine D is eigenlijk geen vitamine maar een hormoon dat een veelheid aan lichaamsfuncties regelt. Het is de enige vitamine die we niet alleen uit voeding halen maar hoofdzakelijk halen uit voldoende zonlicht. Dat laatste kan wel een probleem zijn met name in de wintermaanden op het noordelijk en zuidelijke halfrond.Vroeger dacht men dat vitamine D uitsluitend van belang was voor de calciumopname. De enige ziekte die men vroeger koppelde aan een tekort aan vitamine D was rachitis, een botziekte die veel bij kinderen voorkwam. Tegenwoordig worden er veel meer ziektebeelden gelinkt aan een tekort aan vitamine D, ook als er op basis van de officiële referentielijsten geen sprake is van een tekort. Twee vormen van vitamine D Vitamine D komt voor in verschillende vormen. De belangrijkste zijn calciferol of ergocalciferol (vitamine D2) en cholecalciferol. (vitamine D3). Cholecalciferol is de beste vorm. Deze vorm wordt in de huid aangemaakt uit cholesterol, onder invloed van zonlicht, uv-B stralen. Vitamine D3 kan ook uit voeding worden opgenomen, voornamelijk de lever, nieren, eieren en vette vis. Vitamine D2 zit in planten. Vitamine D is een vet oplosbare vitamine. Vet oplosbaar wil zeggen dat er vet nodig is om de vitamine op te nemen en dat ze in de lever en in vetweefsel opgeslagen kan worden. Vitamine D wordt gezien als een steroïdhormoon. Dit komt omdat vitamine D een gelijksoortige structuur heeft als cholesterol, testosteron, oestrogeen en cortisol. Vitamine D heeft een hormonale werking en een signaalfunctie in het lichaam. Vorm Vitamine D2
Benaming (ergo) Calciferol
Vitamine D3
Cholecalciferol
Bron Plantaardig voedsel Dierlijk voedsel Zonlicht
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
Eigenschap Geen goede bron voor de mens Sterker dan D2 en de beste vorm van vitamine D voor de mens
5 Activatie van vitamine D Vitamine D wordt opgenomen door chylomicronen, dit zijn transporteurs die vetten van de darm naar de weefsels voeren en afgeven aan de lymfevaten. Vitamine D wordt gebonden aan het vitamine D-bindend proteïne, en via het bloed getransporteerd naar de vetcellen, en vervolgens naar de lever waar vitamine D wordt opgeslagen. Vitamine D is van zichzelf niet actief. Het moet in het lichaam worden omgezet in haar biologisch actieve vormen. In de lever wordt vitamine D omgezet in 25-hydroxy vitamine D of calcidiol. Deze vorm wordt in het bloed gemeten om de hoeveelheid vitamine D in het lichaam te bepalen. In de nieren wordt 25-OH vitamine D omgezet in 1,25-dihydroxy-vitamine D of calcitriol. Dit is de actieve vorm van vitamine D, die een hormonale functie heeft. Hormoon Vitamine D wordt beschouwd als een hormoon dat de activiteit van een groot aantal genen beïnvloed. Hiervoor wordt de vitamine D receptor (VDR receptor) actief. De receptor wordt geactiveerd als vitamine D in de cel komt. De vitamine D receptor wordt vervolgens gekoppeld aan een vitamine A receptor(RXR) die geactiveerd is door vitamine A. Er wordt op deze wijze een complex aan receptoren gevormd die een keten van acties in gang zet van aan en uit zetten van genen. Inmiddels weet men dat er meer dan 50 genen door vitamine D gereguleerd wordt. Met name het effect van vitamine D op de celdeling, de immuniteit, inflammatie en de calciumbalans is goed bekend.
Calciumbalans Voor een goede werking van het zenuwstelsel, de cel functies en voor botgroei en botdichtheid, is het van belang dat het calciumgehalte in het bloed binnen een strikte marge wordt gehouden. Wanneer calcium in het bloed te laag is maken de bijschildklieren parathyroïdhormoon (PTH) aan. PTH verhoogt de aanmaak van actief vitamine D in de nieren (calcitriol). Calcitriol wijzigt de activiteit van een aantal genen die het calciumgehalte regelen, met als gevolg dat er meer calcium wordt opgenomen in de darm, dat er meer calcium door de nieren terug in het bloed wordt opgenomen en dat er calcium uit de botten wordt gehaald. Immuniteit Immuuncellen (macrofagen, T-cellen), hebben vitamine D receptoren, dat wil zeggen dat vitamine D de activiteit van deze cellen beïnvloed. Vitamine d reguleert de immuniteit, ze verhoogt de weerstand tegen vreemde stoffen zoals virussen en bacteriën en verminderd de immuunreactie tegen onschuldige stoffen bij allergie en auto-immuniteit van het eigen weefsel. Vitamine D verhoogt de aanmaak van natuurlijke antimicrobiële stoffen (cathelicidine, defensine) en beschermt tegen de zogenaamde ziekenhuisresistente bacteriën.
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
6 Celdifferentiatie Vitamine D stimuleert celdifferentiatie, remt de groei en proliferatie van kankercellen en zet aan tot apoptose (zelfvernietiging van cellen). Differentiatie van een cel betekent dat de cel zich ontwikkelt tot een gespecialiseerde cel. Met een specifieke functie. Als een cel gedifferentieerd is gaat ze minder snel delen. Proliferatie van cellen (vermenigvuldiging door celdeling) is belangrijk voor de groei en voor wondgenezing, echter ongecontroleerde proliferatie kan leiden tot tumorgroei. Insuline De insuline aanmakende cellen in de pancreas hebben vitamine receptoren en worden beïnvloed door vitamine D. Steeds meer studies tonen aan dat vitamine D een rol speelt bij het afscheiden van insuline, wanneer de bloedspiegel hoog is, maar niet wanneer de bloedsuikerspiegel laag is. Er is een duidelijk verband tussen een gebrek aan vitamine D en insuline resistentie en diabetes type 2. Vitamine D speelt waarschijnlijke rol bij diabetes type-2 Overgewicht en erfelijkheid spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van diabetes type 2. Van de mensen bij wie de ziekte wordt vastgesteld heeft slechts 15 % een normaal gewicht. In dit opzicht is een onderzoek relevant dat in Noorwegen is gedaan naar het verband tussen levensstijl en de mate van overgewicht. De nadruk werd gelegd op de inname van calcium en vitamine D. De mate van overgewicht werd bepaald met behulp van de BMI. Aan het onderzoek deden 9252 mannen en 9662 vrouwen uit het noorden van Noorwegen mee. Zij vulden vragenlijsten in over hun voeding en levensstijl. De Noren die het minste vitamine D binnenkregen, hadden vaker overgewicht dan de Noren met de hoogste vitamine D inname. Bij de mannen kwam een BMI boven 30 kg/m2 in de groep met de minste vitamine D inname meer dan twee keer zo vaak voor als bij de mannen die het meeste vitamine D binnenkregen. Bij de vrouwen was dit anderhalf keer zo vaak.Dr Michael Holick haalt in zijn overzichtsartikel over vitamine d-deficiëntie, dat in 2007 werd gepubliceerd in de gerenommeerde New England Journal of Medicine, twee studies aan rond diabetes uit 2004 en 2006. In het eerste onderzoek werd gevonden dat mensen met een tekort aan vitamine D meer kans hebben op insulineresistentie. Ook hadden ze significant vaker symptomen van het metaboolsyndroom. Insulineresistentie treedt vaker op samen met verhoogde bloeddruk, een verstoorde vethuishouding en overgewicht. Deze opeenstapeling van stoornissen staat bekend als het metabool syndroom. Het metabool syndroom is een belangrijke risicofactor voor zowel diabetes type 2 als voor hart- en vaatziekten. Bron Dr Gert Schuitemaker, Nieuw licht op vitamine D en chronische ziekten.
Tekorten aan vitamine D De meest bekende deficiëntieziekte van vitamine D is rachitis of Engelse ziekte. Rachitis wordt vooral gezien bij kinderen. Rachitis wordt veroorzaakt door een ernstig gebrek aan vitamine D, waardoor de botten niet of onvoldoende gemineraliseerd worden waardoor misvorming van het botweefsel optreedt. Een voorbeeld hiervan zijn de bekende O-benen. Bij baby’s kan een gebrek aan vitamine D het sluiten van de fontanel vertragen en de ribbenkast vervormen, kippenborst. Rachitis komt ondanks de verrijking van voeding nog steeds over de hele wereld voor. Alhoewel een absoluut tekort niet veel meer voorkomt, wordt geschat dat minstens één miljard mensen wereldwijd te weinig vitamine D hebben volgens de huidige opvatting van voldoende waarden. (>80 mmol/l of > 30 ng/ml. Bron gezondheidsraad 2012.
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
7 Oorzaken van een vitamine D tekort De oorzaken van een vitamine D tekort kunnen veroorzaakt worden door diverse invloeden. Invloeden cultuur, denk hierbij aan gesluierde vrouwen, maar ook voeding en het land waar we in leven. Heparine (bloedverdunner) remt de omzetting naar de actieve vorm in de nieren. Langdurig gebruik kan osteoperose veroorzaken De vetblokker orlistat (Xenical, Alli) en het synthetische vet olestra verminderen de opname van vitamine D. Cholesterolremmers: cholesterolverlagende medicijnen remmen de aanmaak van vitamine D. Overgewicht: Vitamine D wordt na inname of aanmaak opgeslagen in de vetcellen; bij mensen met veel vet is vitamine D minder beschikbaar. Darmaandoeningen kunnen de beschikbaarheid van vitamine D verminderen. Mensen die hun hele lichaam bedekken als ze buitenkomen maken weinig tot geen vitamine D aan. Zonnecrème of zonblokkers of zonnebrillen verminderen de aanmaak van vitamine D. Bij het ouder worden vermindert het vermogen om vitamine D aan te maken in de huid. Daarnaast komen veel ouderen minder buiten of blijven in de schaduw. Mensen met een donkere huid maken minder vitamine D aan onder invloed van de zon. Eenzijdig eten. Voeding nemen dat arm is aan vitamine D. Vitamine D beschermt tegen baarmoederfibromen Baarmoederfibromen (leiomyomen) zijn goedaardige bindweefselgezwellen in de spieren van de baarmoederwand. Ze komen voor bij 20 tot 30% van de vrouwen tegen de tijd dat ze veertig zijn en bij 50% van alle vrouwen. Hoewel baarmoederfibromen goedaardig zijn, kunnen ze zeer groot en talrijk worden en voor allerlei klachten zorgen, zoals pijnlijke, zware maandstonden, tussentijdse bloedingen, verhoogde vaginale afscheiding, bloedarmoede, vermoeidheid, pijn tijdens het vrijen en druk op de blaas of de darmen. Sommige vrouwen hebben geen klachten van hun fibromen en ontdekken ze pas bij een routineonderzoek. Fibromen worden gelinkt aan te veel oestrogeen. Veel vrouwen denken dat ze daar niets aan kunnen doen, omdat dat ‘iets genetisch’ is. Tenzij je de pil of andere oestrogeensupplementen neemt, is te veel oestrogeen vaak het gevolg van een slechte ontgifting, te weinig vezels in de voeding en een verstoorde darmflora. Ook hoge concentraties van het hormoon insuline en insulineachtig groeihormoon (IGF-1), die aangemaakt worden na inname van voeding met een hoge glycemische belasting (vooral geraffineerde koolhydraten en suikers) en zuivelproducten stimuleren de groei van fibromen. Vitamine D heeft een beschermende werking, los van de voeding. Het remt de vorming van baarmoederfibromen door het uitschakelen van genen die betrokken zijn bij fibroomvorming. Dat is aangetoond in laboratoriumonderzoek en bij dieren. Het verband tussen vitamine D en baarmoederfibromen werd nu ook bevestigd in een onderzoek bij meer dan 1.000 vrouwen van 35 tot 49 jaar. Bij vrouwen die voldoende vitamine D in hun bloed hebben, komen baarmoederfibromen 32% minder voor dan bij vrouwen met onvoldoende vitamine D. Vrouwen die tijdens zonnige dagen minstens een uur in de zon lopen, hebben 40% minder kans op fibromen dan vrouwen die niet in de zon komen.
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
8 Interacties met andere stoffen De werking van vitamine D wordt beïnvloed door andere stoffen. Met name medicatie en tekorten van andere vitaminen en mineralen zijn hieraan debet. Een tekort aan magnesium verhindert de werking van vitamine D. Te veel vitamine A in verhouding tot vitamine D kan de werking van vitamine D tegengaan. Calciumsupplementen: hoge doses extra calcium in combinatie met hoge doses vitamine D kunnen hypercalciëmie veroorzaken (plaquevorming, atherosclerose, hartziekten), tenzij er ook vitamine K en magnesium genomen wordt of voldoende aanwezig is in de voeding. Bij gebruik van hartmedicatiedigoxine kunnen hoge dosis vitamine D suppletie het risico op hartritmestoornissen verhogen, doordat er te veel calcium in het bloed komt, hypercalciëmie. Bij 40 mcg, 1000 IE is er geen probleem.
Top tien van de VTV-ziekten met de hoogste sterfte in 2011 Ziekte/aandoening Mannen Vrouwen
Totaal
Longkanker
6.586
3.958
10.544
Coronaire hartziekten
5.724
4.152
9.876
Dementie (inclusief Alzheimer)
2.544
6.617
9.161
Beroerte
3.315
5.165
8.480
HartfalenHartfalen
2.499
3.999
6.498
COPD
3.466
2.887
6.353
Infecties van de onderste luchtwegen
2.613
3.068
5.681
Dikkedarmkanker
2.619
2.508
5.127
Borstkanker
22
3.261
3.283
Privéongevallen
1.246
1.575
2.821
70.482
135.741
Alle doodsoorzaken samen 65.259 VTVVTV: Volksgezondheid Toekomst Verkenning Bron: CBS Doodsoorzakenstatistiek
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
9
Hepatitis B virus is actiever bij een gebrek aan vitamine D Hepatitis B is een leverziekte die veroorzaakt wordt door het hepatitis b virus(HBV). Besmetting gebeurd door contact met bloed, lichaamssappen, sperma en vaginaal vocht, via de huid of via de slijmvliezen (seksueel contact, bevruchting, bevalling, besmette injectienaalden,.....). HBV is een krachtig virus. Het dringt binnen in de levercellen, repliceert zich (maakt kopieën van zichzelf) en scheidt nieuwe virusdeeltjes af in de bloedcirculatie. Het DNA van het virus dringt tijdens infectie de celkern binnen en vormt een reservoirvoordevorming van de virusdeeltjes gedurende heel het leven van de cel. Het virus muteert gemakkelijk en wordt resistent tegen de meeste medicijnen. Dat maakt de behandeling van hepatitis B heel moeilijk. Acute hepatitis B gaat in 95% van de gevallen vanzelf over. In dat geval heeft de persoon meestal levenslange immuniteit tegen HBV, hoewel viraal DNA nog jaren later in het bloed gevonden kan worden. Een daling van de weerstand of onderdrukking van het immuunsysteem (vb. met corticosteroïden) kan het HBV opnieuw activeren. Chronische HBV infectie kan ernstige gevolgen hebben, zoals chronische leverziekte, levercirrose, bacteriële maagdarminfecties, leverkanker, leverfalen en hepatische encefalopathie (verminderde hersenfunctie door opstapeling van toxische stoffen in de hersenen). In een recente studie stelde men vast dat bij chronische HBV infectie de virale last (de hoeveelheid van het virus in het bloed) stijgt naarmate de bloedwaarden van vitamine D dalen. De hoeveelheid HBV in het bloed is ook hoger in de winter, wanneer vitamine D in het bloed lager is, en lager in de zomer, wanneer vitamine D in het bloed hoger is. Vitamine D suppletie kan daarom een belangrijke rol spelen in de preventie en behandeling van hepatitis B.
Mogelijke gevolgen van een vitamine D- tekort Tekorten van vitamine D uiten zich op velerlei manier zowel chronische als niet chronische aandoeningen worden waargenomen bij een vitamine D tekort. Kippenborst, o-benen, rachitis of engelse ziekte, misvormde botten Broze botten, osteoporose Botpijn Spierpijn, spierzwakte, spierafbraak Hyperparathyroïdie Te weinig calcium in het bloed Verzwakte immuniteit. Allergie Auto-immuniteit
Vitamine D is geïndiceerd bij o.a. de volgende aandoeningen Osteoporose, botverlies, zwakke botten Kanker, darmkanker, borstkanker, prostaatkanker Diabetes Spierziekte, spierafbraak Auto-immuunziekten Reumatoïde artritis Multiple sclerose
Systemische lupuserythematosus Amytrofe laterale sclerose Vitiligo Allergie Psoriasis Infecties Ziekenhuisbacteriën
Hoge bloeddruk Hart en vaatziekten Chronische darmziekten Autisme Depressie, psychose Schitzofrenie Altzheimer
Vitamine D en psychose Bij patiënten met een psychose treft men vaak een vitamine D gebrek aan. Nog niet bekend was of patiënten al aan het begin van hun ziekte een vitamine d gebrek hebben of dat dit pas later ontstaat. Daarom werd bij 69 patiënten die hun eerste psychose doormaakten de vitamine D spiegel bepaald en vergeleken met de vitamine D spiegel van 69 controle personen. Er werd voor gezorgd dat de controlepersonen vergelijkbaar waren voor wat betreft leeftijd, geslacht en etniciteit. De vitamine D spiegels van de patiënten die hun eerste psychose doormaakten bleken significant lager te zijn dan die van de controlepersonen, respectievelijk 36,7 ± 22,9 nmol/l en 53,7 ± 33,0 nmol/l. Bij 34,8 % van de patiënten kwam een vitamine D gebrek (< 25 nmol/l) voor en bij 14,5 % van de controle personen. Een inadequate vitamine d status ( tussen 25 en 50 nmol/l) kwam in beide groepen ongeveer even vaak voor, namelijk bij 43,5 % van de patiënten en bij 40,5 % van de overige deelnemers. Gezien het feit dat vitamine D een neuro protectieve functie heeft, zou vitamine D gebrek een risicofactor voor het ontstaan van psychoses kunnen zijn. Dit verband zou in vervolgonderzoek nader bestudeerd moeten worden.Bij patiënten met een psychose zou men in ieder geval allert moeten zijn op een vitamine D deficiëntie.
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
10 Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid De officiële aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) voor vitamine D is recent verhoogt naar 400 IE voor baby’s en kinderen en tot 800 IE voor volwassenen. Uit diverse wetenschappelijk studies blijkt echter dat deze nivo’s voor de meeste mensen onvoldoende zijn.
Referentiewaarden van vitamine D in het bloed Ernstig tekort
< 20 nmol/l
< 8 ng/ml
Tekort
< 50 nmol/l
< 20 ng/ml
Voldoende
80-100 nmol/l
30-40 ng/ml
Optimaal
>100 nmol/l
> 40 ng/ml
Rachits, zwakke botten Geen optimaal calcium metabolisme Voldoende voor calciummetabolisme en andere lichaamsfuncties Optimale werking van alle functies
Lage vitamine D-status bij migraine Laaggradige ontstekingen, die steeds vaker in verband worden gebracht met type II diabetes en hart- en vaatziekten, lijken nu ook een relatie te hebben met migraine. Vitamine D is een belangrijke nutriënt voor het immuunsysteem en bij lage bloedwaarden zien we vaak verhoogde ontstekingsmarkers. In een recente studie is onderzocht of er ook een directe link is tussen migraine en vitamine D-waarden in het bloed, vitamine D-bindende eiwitten en vitamine D receptoren. Uit analyse van bloedwaarden van 52 migrainepatiënten en 49 mensen zonder migraine bleek dat de vitamine D status en de hoeveelheid vitamine D-receptoren significant lager zijn in de groep migrainepatiënten. Overigens bleek dat migrainepatiënten met een deficiëntie geen andere symptomen of hoofdpijnklachten hadden dan migrainepatiënten met toereikende vitamine D-spiegels. Vervolgonderzoek zal zich richten op het nader bestuderen van de rol van het immuunsysteem in dit verband. Ook is het nog niet duidelijk of vitamine D zou kunnen bijdragen aan vermindering van klachten bij migraine.
Voedingsnormen vitamine D volgens de gezondheidsraad 2012 Tabel 11 Voedingsnormen a voor vitamine D in microgram per dag. Deze gelden bij onvoldoende blootstelling aan zonlicht. Groep
Criterium
0 tot 1 jaar
Risico rachitis en serum 25OHD-gehalte > 30 nmol/l
10
Risico rachitis en serum 25OHD-gehalte > 30 nmol/l
10
1 tot 4 jaar
4 tot 50 jaar (vrouwen) en 5 tot 70 jaar (mannen) 50 tot 70 jaar vrouwen
Vanaf 70 jaar
Adequate Inname
Gemiddelde behoefte
Aanbevolen hoeveelheid
10
20
Serum 25OHD-gehalte > 30 nmol/l en 10 totale voorziening
Serum 25OHD-gehalte > 30 nmol/l en totale voorziening Risico op botbreuken en serum 25OHD-gehalte > 50 nmol/l
Zwangere vrouwen Serum 25OHD-gehalte > 30 nmol/l
10
Vrouwen die borstvoeding geven Serum 25OHD-gehalte > 30 nmol/l
10
A De voedingsnormen dekken de totale vitamine D- voorziening uit voeding en zonlicht. Bij voldoende blootstelling aan zonlicht wordt circa twee derde van het benodigde vitamine D in de huid geproduceerd en is een derde afkomstig uit de voeding.
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
11 De optimale hoeveelheid vitamine D. Over de optimale hoeveelheid van vitamine d zijn veel deskundigen het nog lang niet eens. Hier moet nog veel onderzoek naar gedaan worden. Als je zoekt op de referentiewaarden van vitamine D vind je grote verschillen tussen de diverse laboratoria en zelf academische ziekenhuizen. Zo vindt het AMCG dat er minimaal 80nmol/l moet zijn en het AMZL dat 30 nmol/l volstaat De meeste mensen hebben dagelijks 800 tot 1000 IE vitamine D nodig om de orthomoleculair aanbevolen concentratie van 80 nmol/l in het bloed te bereiken. Vitamine D is belangrijk voor een goede werking van B vitaminen. Door deskundigen wordt preventief 800 tot 5000 IE per dag aangeraden. Voor therapeutische doeleinden kan 2000 tot 10.000 IE per dag genomen worden. Volgens vitamine D deskundige Dr Cannel moeten kinderen 1.000 Ieper 10 kg lichaamsgewicht per dag nemen (bij gebrek aan zonlicht). Baby’s die borstvoeding krijgen hebben 1.000 IE extra nodig, baby’s die flesvoeding krijgen 600 IE. Vitamine D wordt beter opgenomen bij een vetrijke maaltijd. Vitamine D3 is de beste vorm van suppletie. Levertraan is een goede bron van vitamine D, maar bevat meestal te veel vitamine A in verhouding. De verhouding vitamine A/D is belangrijk voor een goede werking van vitamine D. Te veel vitamine A doet de werking van vitamine D teniet. De ideale verhouding is 2000 IE vitamine A tenopzichte van 6.000-8.000 IE vitamine D. Omrekeningsfactoren vitamine D 1 µg = 40 IE 10 µg = 400 IE 1 mg = 40.000 IE 0,025 µg = 1 IE
Bijwerkingen en toxiciteit van vitamine D Van vitamine D zijn geen bijwerkingen of toxiciteit bekend. Ook niet bij hoge doseringen. Extreem hoge doses van 50.000 IE per dag kunnen op de lange termijn hypercalciëmie veroorzaken met mogelijk nierstenen en verkalking van organen en bloedvaten tot gevolg. Toxiciteit is heel onwaarschijnlijk bij gezonde mensen die elke dag tot 10.000 IE vitamine d nemen. Dit wordt door deskundigen als de veilige bovengrens beschouwd.
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
12 Onderzoek vitamine D in relatie tot aandoeningen Om een beeld te krijgen van de externe onderzoeken naar de tekorten van vitamine D heb ik een 20 tal dossier gelicht om te onderzoeken of er overeenkomsten zijn in de externe conclusies over een tekort aan vitamine D en wat ik in mijn eigen praktijk waarneem. Steekproef inzet vitamine D3 in relatie tot klachten: praktijk Hans Schuiling 2014 Steekproef inzet vittamine D 2014 HSC orthomoleculair therapeut Kolom1 Kolom2 Initialen Leeftijd M/V MB 50 V AB 60 V BB 35 M JA 50 V CB 44 V RD 71 V GE 45 M ME 70 V MF 44 M YH 46 V SH 60 V AI 40 V HK 59 M BK 49 V BL 62 V TM 57 V SN 37 V As 64 M JS 73 M JV 57 V
Kolom3 Vitamine D status 46 nmol/l 58 nmol/l 63 nmol/l 79 mmol/l 42nmol/l niet bepaald 47 nmol/l 52 nmol/l niet bepaald 68 nmol/l niet bepaald 43 nmol/l 63 nmol/l Niet bepaald 105 nmol/l 70 nmol/l niet bepaald 44 nmol/l niet bepaald 68 nmol/l
Kolom4 Gewicht 72 kg 65 kg 116 kg 52 kg 94 kg 81 kk 88 kg 78 kg 68 kg 70 kg 90 kg 90 kg 84 kg 89 kg 99 kg 89 kg 58 kg 68 kg 78 kg 60 kg
Kolom5 Kolom6 Hoofklacht Vitamine D suppletie per dag Depressie 800 IE Migraine 400 IE Metaboolsyndroom 2000 IE Vermoeidheid 0 IE Collitis Ulcerosa 2000 IE Diabetes II 0 IE Hypertensie 1000 IE Hartritmestoornis 2000 ie Insulineresistentie 0 IE Darminfectie 1000 IE Fybromyalgie 1000 IE Vermoeidheid 3000 IE Metaboolsyndroom 1000 IE Overgeicht 0 IE Vermoeidheid 0 IE Metaboolsyndroom 1000 IE Vermoeidheid 1000 IE Diabetes II 2000 IE Cardiomyopathie 1000 I?E Hypofosfatasamie 1000 IE
Vitamine D status niet bepaald 79 mmol/l 70 nmol/l 68 nmol/l 63 nmol/l 58 nmol/l 52 nmol/l 47 nmol/l 46 nmol/l 44 nmol/l 43 nmol/l 42nmol/l 105 nmol/l 0
1
2
3
4
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
5
6
7
13 Van de 20 onderzochte dossiers was er bij 1 persoon sprake van een optimale hoeveelheid vitamine D, 105 nmol/l. Bij 10 personen is er sprake van een tekort 9 personen hebben volgens de richtlijnen een voldoende vitamine D status.
Vermoeidheid Overgeicht Migraine Metaboolsyndroom Insulineresistentie Hypofosfatasamie Hypertensie Hoofklacht Hartritmestoornis Fybromyalgie Diabetes II Depressie Darminfectie Collitis Ulcerosa Cardiomyopathie 0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
4,5
De verschillende aandoeningen in relatie tot de vitamine D status van de onderzochte dossiers/cliënten komt in hoofdlijn overeen met de ziektebeelden waarvoor therapeutisch gezien vutamine D suppletie wenselijk is. Met name de als chronisch te classificeren ziektebeelden springen in het oog te weten: Fibromyalgie, Metaboolsyndroom, Diabetes II, Collitis Ulcerosa en depressie.
Conclusie Gezien de kleinschaligheid van dit onderzoek is het moeilijk uitspraken te doen over de inzet van vitamine D in relatie tot de geconstateerde aandoeningen. Wel s er een duidelijke overeenkomst tussen de extern geconstateerde aandoeningen en de tekortrelatie van vitamine D en de door mij geraadpleegde dossiers over 2014. Het maakt mij duidelijk dat vitamine D een belangrijke vitamine/hormoon is dat ingezet kan worden in de orthomoleculaire praktijk. Wel is het van belang dat van elke patiënt de bloedwaarden gemeten worden.
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015
14 Literatuurverwijzing 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7.
8.
9.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Kamychea E, Jockimsen RM, Jorde R, Intakes of calcium and vitamin D predict body mass index in the population of Northern Norway. J Nutr 2003; 133:102-6 Chiu KC, Chu A, Saad ME, Hypovitaminosis D is associated with insuline resistence and beta cell dysfunction. Am J Clin Nutr 2004; 79: 820-5 Vieth R. Vitamin D supplementation, 25-hydroxyvitamin D concentrations, and safety. Am J Clin Nutr. 1999;69 (5):842-56. GRATIS: http://www.ajcn.org/cgi/content/full/69/5/842 Tangpricha V, Turner A, Spina C, et al. Tanning is associated with optimal vitamin D status (serum 25- hydroxyvitamin D concentration) and higher bone mineral density. Am J Clin Nutr. 2004;80(6):1645-9. GRATIS:ttp://www.ajcn.org/cgi/content/full/80/6/1645 Levis S, Gomez A, Jimenez C, et al. Vitamin d deficiency and seasonal variation in an adult South Florida population. J Clin Endocrinol Metab. 2005;90(3):1557-62. GRATIS: http://scholar.google.com/scholar? q=10.1210/jc.20040746&hl=en&lr=&btnG=Search Holick MF. High prevalence of vitamin D inadequacy and implications for health. Mayo Clin Proc. 2006;81 (3):353-73. GRATIS: http://www.mayoclinicproceedings.com/inside.asp?AID=1672&UID Muskiet F.A.J., van der Veer E. Vitamine D: waar liggen de grenzen van deficiëntie, adequate status en toxiciteit? Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk. 2007;32:150-8. GRATIS: http://www.nvkc.nl/publicaties/documents/2007-3p150-158.pdf Armas LA, Hollis BW, Heaney RP. Vitamin D2 is much less effective than vitamin D3 in humans. J Clin Endocrinol Metab. 2004;89(11):5387-91. GRATIS: http://jcem.endojournals.org/cgi/content/full/89/11/5387 Houghton LA, Vieth R. The case against ergocalciferol (vitamin D2) as a vitamin supplement. Am J Clin Nutr. 2006;84(4):694-7. GRATIS: http://www.ajcn.org/cgi/content/full/84/4/694 Bettoun DJ, Burris TP, Houck KA, et al. Retinoid X receptor is a nonsilent major contributor to vitamin D receptormediated transcriptional activation. Mol Endocrinol. 2003;17(11):2320-8. GRATIS: http://mend.endojournals.org/cgi/content/full/17/11/2320 9. Pruimboom L. Vitamine D, vitamine A en DHA. 'To restore health we have to go back to the future' Van Nature. 2006;1(1):30-2. Redactie Van Nature Uitkomsten vitamine D-onderzoek onvoldoende benut .Van Nature. 2007;(5):5. Dr. Gert Schuitemaker; Nieuw licht op vitamine D en chronische ziekten. Placebo nocebo; December 2014, 3;16 Hilda Maris Baird DD, Hill MC, Schectman JM, Hollis BW. Vitamin d and the risk of uterine fibroids. Epidemiology. 2013 May;24(3):447-53. Halder SK, Goodwin JS, Al-Hendy A. 1,25-Dihydroxyvitamin D3 reduces TGF-beta3-induced fibrosis-related gene expression in human uterine leiomyoma cells. J Clin Endocrinol Metab. 2011 Apr;96(4):E754-62. Farnik H,Bojunga A, et al. Low vitamin D serum concentration is associated with high levels of hepatitis B virus replication in chronically infected patiens. 2013 Oct;58(4):1270-6 Crews M. Lally J. Gardner – Sood P, et al. Vitamin D deficiëncy in first episode psychosis:a case control study. Schizophr Res. 2013. Nov;150 (2-3):5337 Anweiler C, Scott AM, Rolland Y, Blain H, Hermann FR, Beauchette O. Dietary intake of vitamin D and cognition in older women: a large population bases study.Neurology. 2010 Nov 16; 75 (20):1810-6. Celibilik A, et al: Serum levels of vitamin D, vitamin D-binding proteïn and vitamin D receptor in migraine patientsfrom central Anatolia region; International Journal of Clinical Practice, 18 mei 2014 [Epub ahead of print]. PMID 24837712
Het belang van vitamine D. Hans Schuiling 15 maart 2015