Hoofdstuk 1 De keten ____________________________________________________ 2 1.1 De keten ____________________________________________________________ 2 1.1.1
Grondstofwinning _______________________________________________ 2
1.1.2
Producent _____________________________________________________ 4
1.1.3
Groothandel ___________________________________________________ 6
1.1.4
Detailhandel ___________________________________________________ 7
1.1.5
Consument ____________________________________________________ 8
1.2
Lokale ketens _____________________________________________________ 10
1.3
Internationale ketens _______________________________________________ 12
1.3.1
Palmolie _____________________________________________________ 12
1.3.2
Soja_________________________________________________________ 14
1.4
Missie en visie ____________________________________________________ 16
1.4.1
Missie _______________________________________________________ 16
1.4.2
Visie ________________________________________________________ 17
1.4.3
Het verschil tussen missie, visie en strategie _________________________ 18
1.5
Productimago _____________________________________________________ 19
1.5.1
Pluimveehouderij: Het Rondeel ___________________________________ 19
1.5.2
Vleeskalverhouderij: Peters farm __________________________________ 19
1.5.3
Varkenshouderij: Livar __________________________________________ 20
1.5.4
Melkveehouderij: Familiekudde ___________________________________ 20
1.6
Innovatiegolven ___________________________________________________ 21
1
Hoofdstuk 1
De keten
1.1 De keten De productieketen is het economische proces van grondstof tot consument of gebruiker. Een productieketen is een netwerk van organisaties, mensen en activiteiten die informatie en/of producten uitwisselen. Het netwerk verandert ruwe materialen en halffabricaten tot eindproducten. Het netwerk is ook een logistieke keten die ervoor zorgt dat het product of de dienst bij de gebruiker komt. De productieketen wordt vaak weergegeven als een ketting waarin elke productiestap een schakel vormt, verbonden middels logistieke processen. Het product of de dienst loopt van de producent naar de gebruiker en het geld stroomt door de keten van de gebruiker maar de producent. Alhoewel veel bedrijven op een internationale schaal opereren is geen enkele groot genoeg om de gehele productieketen te beheersen. Veel van de interacties in de productieketen vinden daarom plaats tussen bedrijven die elk op zich proberen om een maximaal rendement van deze interactie te behalen.
Figuur 1.1 De Keten
1.1.1 Grondstofwinning Bedrijven in deze bedrijfstak winnen grondstoffen van (economische) waarde uit de grond. In Nederland zijn dit grondstoffen als zand, grind, klei, steenkool, kalk, zout, aardolie en aardgas. Deze grondstoffen worden vooral in de bouw en voor de infrastructuur gebruikt. Veel grondstoffen die niet in Nederland gewonnen worden, worden geïmporteerd uit het buitenland. Voor winning van oppervlaktedelfstoffen is in Nederland jaarlijks veel land nodig. Ongeveer de helft daarvan blijft achter als diep water. De andere helft krijgt via herinrichting een nieuwe ruimtelijke bestemming, bijvoorbeeld als natuur- of recreatiegebied. De impact van delfstoffenwinning op het milieu is groot omdat er veel land voor nodig is. Er is grote invloed op het natuurlandschap omdat de delfstoffen veelal gewonnen worden uit natuurgebieden. Herbestemming van de ontgonnen gebieden als natuur- of recreatiegebied zorgt er voor dat er een goede milieubalans blijft bestaan. Communicatie over deze impact en eventuele herbestemming met direct betrokkenen voorkomt problemen. Vanwege de zware aard van de werkzaamheden spelen goed werkgeverschap en HR ook een grote rol. Denk aan het zorgdragen voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers. 2
De cradle to cradle gedachte kan ook in de delfstoffenwinning toegepast worden. Door hergebruik van ruimte en reststoffen wordt een maatschappelijke meerwaarde gerealiseerd en neemt de noodzaak tot directe grondstoffenwinning af. Het transport kan beperkt worden door het compacter maken van de producten en het verkleinen van de afstand tussen producent en klant. Directe winst zit ook in efficiëntere belading en planning. Vermindering van emissies levert ook milieuwinst op. Delfstoffenwinning heeft invloed op het natuurlandschap omdat de delfstoffen gewonnen worden uit natuurgebieden. Dit zorgt voor verstoring van de natuur, verdwijning van natuur en uitputting van natuurlijke grondstoffen. Ook na het ontginnen van natuurgebieden hebben bedrijven in de delfstoffenwinning invloed op het landschap: door de ontgonnen gebieden te herbestemmen als natuur- of recreatiegebied. Ook heeft delfstofwinning een grote impact op het milieu. Denk aan erosie en water- en bodemkwaliteit. Door bovengenoemde impact van delfstofwinnaars is het belangrijk goed contact te hebben met belanghebbenden (omwonenden, natuur- en landschapsorganisaties, waterschappen, recreatieondernemers, bouwondernemingen etc.), zodat rekening kan worden gehouden met de wensen van deze belanghebbenden. Bron: MVO Nederland, 2013
1.1.1.1 Grondstoffenschaarste Grondstoffenschaarste is een complex onderwerp, maar ook erg belangrijk. Natuurlijke grondstoffen - en dan spreken we over agrarische grondstoffen en delfstoffen - spelen een belangrijke rol in ecosystemen, bij schaarste raken deze systemen uit balans. Er zijn twee typen grondstoffen: hernieuwbare en niet-hernieuwbare. Delfstoffen bijvoorbeeld mineralen en fossiele brandstoffen - zijn voorbeelden van niet-hernieuwbare grondstoffen. Daarbij geldt: op is op. Water, zon, lucht en agrarische grondstoffen (zoals hout en gewassen) zijn wel hernieuwbaar. De tijd die nodig is om weer op peil te raken verschilt per grondstof. In veel gevallen worden ook de hernieuwbare grondstoffen sneller verbruikt dan aangevuld, én gaat de kwaliteit achteruit. Dat is bijvoorbeeld het geval bij zuiver, zoet water en schone lucht. Veel ondernemers merken de gevolgen van grondstoffenschaarste: grondstoffen worden duurder of zijn moeilijk te verkrijgen. Het is een feit dat er over het algemeen steeds meer vraag is naar grondstoffen en een afnemend aanbod. Niet alleen omdat de grondstoffen opraken, ook omdat er kunstmatig schaarste wordt gecreëerd. Landen met veel grondstoffen leggen namelijk exportrestricties op en creëren zo een monopoliepositie. Ondernemers zijn niet alleen afhankelijk van natuurlijke grondstoffen, zij hebben ook invloed op de beschikbaarheid. Daarom is het interessant voor ondernemers om zich te verdiepen in verantwoorde grondstoffenwinning en -gebruik. Het kan de volgende kansen opleveren: - Een bedrijf dat rekening houdt met de beschikbaarheid van de benodigde grondstoffen - bijvoorbeeld door productinnovatie, recycling en het gebruik van alternatieve grondstoffen - waarborgt de continuïteit van het bedrijf. - Het leidt tot een hogere aandeelhouderswaarde en een betere concurrentiepositie wanneer ondernemers op duurzame wijze grondstoffen winnen, efficiënt omgaan met grondstoffen, efficiënt produceren en duurzame producten ontwikkelen (dit blijk uit onderzoek van Sustainalitics).
3
-
-
De ontwikkeling van nieuwe producten biedt marktkansen. Bijvoorbeeld door te investeren in duurzame, alternatieve grondstoffen of Cradle to Cradle-producten die minder grondstoffen gebruiken of gebruik maken van hernieuwbare grondstoffen. Recycling of kan een enorme kostenbesparing opleveren, en het is goed voor de natuur en de maatschappij.
Veel bedrijven gebruiken al decennia lang schaarse grondstoffen. Dat kan gepaard gaan met de volgende risico's: - Reputatieschade wanneer een bedrijf grondstofbronnen uitput, of betrokken is bij onverantwoorde winning van grondstoffen, denk aan slechte arbeidsomstandigheden, ontbossing, milieuvervuiling. - Een dalende verkoop; de markt wil duurzaam en de overheid eist het. Ondernemers die de vraag naar duurzaamheid niet serieus nemen, kunnen klanten verliezen. - Onverantwoorde grondstoffenwinning leidt tot klimaatverandering, en klimaatverandering drijft bedrijfskosten op. Bron: MVO Nederland, 2013
1.1.2 Producent 1.1.2.1 Landbouw, bosbouw en visserij In de landbouw, bosbouw en visserij worden planten en dieren gehouden voor menselijk gebruik. Niet alleen voor voedselproductie, maar bijvoorbeeld ook voor bloemen en planten, bont, leer, biobrandstoffen, drugs, medicijnen en hout. Nederland is op internationaal gebied een belangrijke exporteur van agrarische producten en behoort wereldwijd tot de top drie van landbouwexporteurs. De sector is van groot economisch en maatschappelijk belang. De samenleving is dan ook erg betrokken bij de maatschappelijke invloed van de sector. Er is sprake van een grote emotionele verbondenheid met thema's als voedselveiligheid, dierenwelzijn en ruimtegebruik. De landbouw heeft grote impact op maatschappelijke vraagstukken, met name op het gebied van milieu en gezondheid. Er worden dan ook veel MVO-initiatieven ontplooid. De uitstoot van broeikasgassen is een belangrijke issue voor de sector. De landbouwsector en ketenpartijen werken op diverse terreinen samen om CO2-uitstoot te verminderen. Op zo'n manier dat naast het klimaat ook het agrarisch bedrijf er optimaal van profiteert. In de zoektocht naar nieuwe, duurzame vormen van energieopwekking liggen sommige mogelijkheden dichterbij dan het lijkt. De land- en tuinbouw heeft al veel ervaring met de productie van elektriciteit, gas en warmte. De agrarische sector kan op korte termijn kunnen uitgroeien tot een belangrijke leverancier van duurzame energie. Op het vlak van dierenwelzijn, gezondheid en voedselveiligheid valt voor de sector veel imagowinst te boeken. Dit kan door te werken comform de HACCP-procedures, volgens het ketengarantiesysteem en door een track en trace systeem te implementeren. Het toepassen van biologische gewasbeschermingsmiddelen of het produceren van EKO-producten zorgen niet alleen voor een beter imago, maar leveren ook directe milieuwinst op. De agrarische sector heeft de afgelopen jaren al veel emissies flink teruggebracht. Ook het tegengaan van overbevissing en het tegengaan van uitputting van natuurlijke hulpbronnen levert directe milieuwinst op. Boeren en tuinders gaan steeds zorgvuldiger om met het grondwater en gebruiken niet meer water dan nodig is. Er komen nieuwe maatregelen om de kwantiteit en de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren, zoals de Kaderrichtlijn Water. Boeren en tuinders 4
zullen hier meer dan andere economische spelers mee te maken krijgen, omdat zij een belangrijke rol spelen in het landelijk gebied. De land- en tuinbouw kampt met een tekort aan goed personeel. De sector moet wedijveren met andere sectoren en heeft last van het imago 'hard werken voor weinig geld'. Het werk in de sector wordt aantrekkelijker gemaakt door goede arbeidsvoorwaarden af te spreken. Die afspraken over loon, werktijden en arbeidsomstandigheden moeten natuurlijk ook acceptabel zijn voor de ondernemer. MVO is op verschillende manieren verbonden met de landbouw, bosbouw en visserij. De sector is erg zichtbaar en de samenleving zit bovenop de maatschappelijke invloed van de sector. Voedselveiligheid, dierenwelzijn, ruimtegebruik en landbouw is sterk verbonden met emotie. Daarnaast heeft de landbouw een zeer grote impact op maatschappelijke vraagstukken, met name op het gebied van milieu en gezondheid. Ook de overheid bemoeit zich sterk met de sector vanwege het grote economische en maatschappelijke belang, de sector heeft als enige haar eigen ministerie en universiteit. In de primaire agrarische productie worden veel MVO-initiatieven ontplooid. Zowel vanuit de overheid als vanuit het georganiseerde bedrijfsleven worden initiatieven op het gebied van duurzaamheid, innovatie en landbouw gestimuleerd. Bron: MVO Nederland, 2013
1.1.2.2 Industrie Industriële bedrijven verwerken grondstoffen (of halffabricaten) tot materiële producten voor de groot- of detailhandel in het binnen- of buitenland. De industrie behoort in Nederland tot de grootste sectoren qua werkgelegenheid en omzet. De industrie heeft een enorme impact op duurzaamheid. Immers, alle materiële goederen die door consumenten en bedrijven gebruikt worden, worden door de industriële sector gefabriceerd. De industrie is dan ook een belangrijke schakel in de keten van grondstof tot materieel product. MVO in de industrie heeft betrekking op de producten, maar ook op de processen waarbij deze geproduceerd worden. Door de sleutelrol in de keten zijn er binnen bijna alle bedrijfsprocessen raakvlakken met zeer veel MVO-thema's. Dat begint al bij het productontwerp en loopt door in het hele productieproces en de levensketen van het product. Door product- en marktinnovatie en EcoDesign wordt bij het productontwerp rekening gehouden met het milieu. Een product kan volgens het Cradle to Cradle principe ontworpen worden. Dat houdt in dat alle gebruikte materialen van het product na hun leven weer nuttig kunnen worden ingezet. Een industrieel bedrijf maakt vaak onderdeel uit van een (internationale) productieketen. De industrie speelt hiermee een belangrijke rol bij het stimuleren van goede arbeidsvoorwaarden in voorliggende schakels van de keten, eerlijke handel en het tegengaan van corruptie. Ook op milieuvlak is veel winst te behalen. Door gebruik van schaarse grondstoffen te vermijden wordt rekening gehouden met biodiversiteit. Waterverbruik, afvalverwerking, hergebruik van materialen, emissie van schadelijke stoffen en gebruik van oplos- en reinigingsmiddelen hebben allemaal een direct effect op het milieu. Besparing en verstandig omgaan met deze processen levert in veel gevallen ook economische winst op. Maar ook het milieu vaart wel bij de implementatie van cleantech productieprocessen en het besparen op energie.
5
De industrie is een van de grootste sectoren in Nederland op het gebied van werkgelegenheid. Ook hier speelt MVO een belangrijke rol. Goede omgang met de werknemers en een veilige werkomgeving zorgen voor grotere betrokkenheid en minder uitval. Maar ook buiten de eigen werkomgeving is goed en open contact belangrijk. Het leidt tot betere samenwerking en een goed imago. Steeds meer investeerders hebben vertrouwen in duurzame innovaties en zijn bereid daarin te investeren. De industrie heeft een grote impact op duurzaamheid: alle materiële goederen die worden gebruikt door bedrijven of consumenten worden in de industriële sector gefabriceerd. Duurzaamheid in de industrie heeft zowel betrekking op het product, als op het productieproces. De vraag naar duurzame producten stijgt. Steeds meer bedrijven in de industriële sector zien MVO als strategie die tot product- en marktinnovatie leidt. Daarom is er veel aandacht voor EcoDesign: al tijdens het ontwerpproces wordt rekening gehouden met het milieu. Gekeken wordt naar alle mogelijke milieueffecten in de gehele levensketen van het product. Van het winnen van de grondstoffen, via de productie tot en met de afdanking. Samenwerking in de bedrijfstak en met klanten en toeleveranciers versterkt hierbij het innovatief vermogen. Steeds meer investeerders hebben vertrouwen in duurzame innovatieve producten. De productieketen van industriele producten is groot, deze reikt van grondstof tot afnemer. Hieronder staan voorbeelden van verduurzaming door de hele keten. - De grondstoffen (of halffabricaten) die nodig zijn voor de productie. Gebruik duurzame grondstoffen, gerecyclede materialen en eerlijk ingekochte materialen. Let op de hoeveelheid materialen die gebruikt worden en de schaarste van materialen. - Bij de verwerking/ de productie. Kijk naar de milieuaspecten tijdens de productie (afval, water- en energieverbruik), maar besteed ook aandacht aan de veiligheid en gezondheid van de werknemers die betrokken zijn in het productieproces. - Bij de verkoop/ export. Zet in op voorraadbeheer, logistiek, transparantie, communicatie en integriteit. Bij maatschappelijk verantwoord exporteren heeft uw product een meerwaarde voor het betreffende land en een positieve invloed op de plaatselijke economie, zonder schade toe te brengen aan mens en milieu. Bron: MVO Nederland, 2013
1.1.3 Groothandel Een groothandel verhandelt allerlei goederen die niet door de onderneming zelf zijn gemaakt. De goederen worden doorverkocht aan andere bedrijven in de keten. Vaak gaat het om de verkoop van goederen in grote aantallen en hoeveelheden. De groothandel is intermediair tussen leverancier en afnemer. Onder groothandelaren vallen importeurs, exporteurs, handelshuizen en binnenlandse groothandels. Als schakel tussen buitenlandse producenten en binnenlandse afnemers speelt de groothandel een cruciale en invloedrijke rol als assortimentssamensteller en distributeur in diverse ketens. Issues in deze sector zijn breed en afhankelijk van specifieke zaken binnen de ketens. Over het algemeen vervult de groothandelaar in elke keten de rol assortimentsamensteller en distributeur. Al deze rollen kunnen op duurzame ingevuld. Bij de rol van inkoper is ketenverantwoordelijkheid een belangrijk komen de producten vandaan? Wie heeft ze geproduceerd? Ook retailers en 6
van inkoper, wijze worden thema. Waar consumenten
willen inzicht in de herkomst van producten. De groothandel kan transparantie brengen in de keten. Bijvoorbeeld met een track-en-trace-systeem. Maar ook door producten in te kopen met een keurmerk of certificaat. Ook op het vervoer van producten - een kerntaak van de groothandel - valt MVO-winst te halen. Schonere vervoersmiddelen, efficiëntere planning, alternatieven voor vervoer en schone brandstoffen zijn hierbij aandachtspunten. Slimmer verpakken draagt bij aan de winst voor zowel milieu als groothandel. Als assortimentsamensteller heeft de groothandel een belangrijke rol in het verhandelen van duurzame producten en mainstream producten met duurzaamheidskenmerken. De doelstelling van de Nederlandse overheid om MVO als exportproduct te stimuleren is onmogelijk te halen zonder meewerking van de groothandels. Vanwege de internationale context van de bedrijfstak spelen veel internationale MVOthema's als mensenrechten en arbeidsomstandigheden een rol. Maar ook het milieu of corruptie kunnen aan bod komen. Bron: MVO Nederland, 2013
1.1.4 Detailhandel De detailhandel levert allerhande producten en diensten aan consumenten. Via fysieke winkels en in toenemende mate online, via webshops. Omdat ondernemers in de detailhandel direct contact met consumenten hebben, spelen zij een belangrijke rol op het gebied van MVO. Zij kunnen consumenten informeren over duurzame producten. Op die manier stimuleren bedrijven de consumentenvraag naar duurzaamheid. MVO in de detailhandel is door te voeren in verschillende bedrijfsprocessen. Om te beginnen bij de inkoop. Een detaillist kan zijn productaanbod verduurzamen. Consumenten willen weten wat zij kopen. Door te communiceren over de herkomst van deze producten, geeft de ondernemer in de detailhandel voorlichting aan de consument. Het is ook goed voor het imago van het bedrijf. Er valt ook directe winst te behalen op het gebied van energiebesparing. Denk hierbij aan verlichting, verwarming, winkelentree, airconditioning en koeling. Maar ook door zo min mogelijk verpakkingen te verspreiden of te verbruiken levert het bedrijf een belangrijke bijdrage aan het milieu. Het bedrijf toont betrokkenheid door het beperken van geluid- en verkeershinder. En door rekening te houden met laad- en lostijden. Deze betrokkenheid wordt versterkt wanneer het personeelsbestand een afspiegeling is van de buurt waarin het bedrijf gevestigd is. Ondernemers in de detailhandel spelen een grote rol in het verduurzamen van de productenmarkt. Zij zijn immers de schakel tussen de industrie en groothandel enerzijds en de consumenten anderzijds. Consumenten vragen hoe langer hoe meer naar duurzame producten. Detaillisten spelen hierop in door hun assortiment duurzame producten uit te breiden. Hierdoor groeit de vraag naar duurzame producten bij de industrie en de groothandel. Andersom kunnen detaillisten ook op proactieve wijze consumenten informeren over duurzame producten. Hierdoor stimuleren zij consumenten om duurzame producten aan te schaffen. De consument kan bijvoorbeeld via een track en trace systeem worden geïnformeerd over de herkomst en vervaardiging van een product. Bron: MVO Nederland, 2013
7
1.1.5 Consument Consumenten of verbruikers zijn personen of huishoudens die goederen en diensten consumeren die worden geproduceerd in de economie. Omdat dit bijna iedereen omvat wordt de term ook vaak als een algemene term gebruikt als een niet persoonsgebonden categorie van mensen die een beslissing moet nemen om wel of niet bepaalde goederen of diensten aan te schaffen. Consumenten die producten of diensten afnemen hebben recht op veilige en kwalitatief goede aankopen. En op bescherming van privacy. Consumenten willen weten of de producten die zij kopen veilig zijn, of ze van goede kwaliteit zijn en of ze een negatieve invloed hebben op de gezondheid. Maar ook of er giftige stoffen zijn gebruikt. En wat de consument kan doen als er klachten zijn.Bedrijven kunnen inspelen op deze behoefte van consumenten door hun producten en diensten veilig en kwalitatief goed te maken. En door transparant te zijn over de herkomst en samenstelling van hun producten of diensten. Maar ook door duidelijk te zijn over wat een consument kan doen als er klachten zijn. En door privacy van consumenten te respecteren en persoonsgegevens te beschermen. Bron: MVO Nederland, 2013
Het is bekend dat wanneer het gaat om maken van keuzes, er conflicten kunnen ontstaan tussen de keus die je maakt als burger en die je maakt als consument. De burger in ons verklaart zich meer dan bereid duurzame goederen en diensten te willen aanschaffen. Maar dan komt de consument ineens om de hoek kijken en die wil niet dat goederen en diensten duurder zijn dan ‘gewone’ goederen en diensten. Een voorbeeld uit de praktijk is dat consumenten massaal volière-eieren zijn blijven kopen, ondanks dat het merendeel tijdens een onderzoek aangaf de duurzamere variant te verkiezen. Pas nadat van hoger hand werd besloten volière-eieren niet meer aan te bieden, kwam de omslag. Aan de andere kant zien we wel dat ongeveer de helft van alle Nederlanders over is gestapt op groene stroom en zegt dat te blijven doen, zolang het niet (veel) duurder is dan ‘gewone’ stroom. Als burger zijn we allemaal voorstander van het nastreven van duurzaam gedrag. Maar als consument zijn we lang niet altijd bereid daar meer voor te betalen. Communicatie is er mede op gericht mensen te overreden. Vooral als het gaat om het stimuleren van duurzaam gedrag blijkt dat de insteek van de boodschap van groot belang is om consumenten tot het gewenste gedrag aan te zetten. Bron: E. Cavagnora De verschillende schakels van de huidige voedselketens opereren vaak op verschillende schaalniveaus en zijn niet altijd optimaal op elkaar afgestemd. Door op innovatieve wijze schakels (beter) te verbinden kunnen gezonde voeding, ondernemerschap en duurzaamheid elkaar versterken (verticale ketenintegratie). Denk aan het beter benutten van grondstoffen, bevorderen van de energietransitie, hergebruik van restproducten en het verbeteren van agrologistiek. Ook het realiseren van regionale voedselketens waarbij ondernemers meer gaan samenwerken biedt aanknopingspunten. Naast het terugdringen van voedselkilometers kan dit boer en burger met elkaar verbinden (het bewust beleven van gezonde voeding) en de kwaliteit van de leefomgeving versterken In de keten van voedselproductie vanaf de boer tot en met de consument is op allerlei schakels in de keten en tav van diverse aspecten nog veel winst te behalen betreffende duurzaamheid. Bron: WUR, Proeftuin Food Valley
8
Figuur 1.2 Key areas for action, J. Bloemhof
De bovenstaande figuur geeft aan hoeveel winst er in het kader van duurzaamheid er per schakel in de keten er is te behalen.
9
1.2 Lokale ketens De ‘Landwinkel’ keten is een keten van boerenwinkels die opereert op een landelijke schaal. Binnen het Landwinkel concept openen boeren een winkel op hun erf. In deze winkel worden producten verkocht die vaak biologisch en van Nederlandse oorsprong zijn. Producten worden in Nederland ingekocht en in Nederland verkocht. Hoewel veel mensen bij lokale ketens denken aan ketens direct rond de stad, kan een concept als Landwinkel, ook opgevat worden als een lokaal systeem. In het landbouwontwikkelingsgebied Witveldweg in Horst aan de Maas (Noord-Limburg) staan de verschillende delen van het Nieuw Gemengd Bedrijf gepland. Hier zal voor het eerst in Nederland een modern samenwerkingsconcept voor meerdere agrarische activiteiten met intensieve veehouderij worden gerealiseerd: een systeeminnovatie voor agroproductie, verwerking én logistiek. Vier ondernemers in de agrarische sector, bundelen hier hun krachten. Het gaat dus niet om één grootschalig bedrijf, maar om verschillende ondernemingen op verschillende locaties die intensief samenwerken. Daardoor wordt het mogelijk om kringlopen te sluiten, dierenwelzijn te verbeteren, transport te reduceren, milieuwinst te behalen, grond efficiënter te gebruiken en economisch een beter rendement te behalen. Nieuw Gemengd Bedrijf zal bestaan uit een gesloten vleeskuikens- en varkensbedrijf en een Bio Energie Centrale. In totaal zullen hier 1,1 miljoen kippen en 30.000 varkens op duurzame en diervriendelijke wijze op verschillende locaties worden gehouden. Binnen het vleeskuikens- en varkensbedrijf zullen meerdere schakels in de productieketen zijn samengevoegd: bij de vleeskuikens zijn dit de houderij van vleeskuikenouderdieren, broederij, vleeskuikenhouderij en slachterij en bij de varkens zijn dit de voerfabriek en de zeugen- en vleesvarkenshouderij. De Bio Energie Centrale van 5 MWe zal alle mest, slachtafval en andere organische stromen van het kippen- en varkensbedrijf en organische reststromen van naburige bedrijven verwerken tot nuttige grondstoffen (zoals mineralenconcentraat, compost en gezuiverd water). Bron: Nieuw Gemend Bedrijf, 2013
Figuur 1.3 Keten vleeskuikenhouderij, Nieuw Gemengd Bedrijf
10
In Wageningen bevind zich zelfoogsttuin ‘De nieuwe ronde’. Op twee locaties aan de rand van Wageningen verbouwen twee professionele tuinders groente op ruim 3 ha grond. Consumenten uit Wageningen kunnen lid worden van de vereniging. Als lid hebben ze het recht om zelf groente, kruiden en/of bloemen te plukken uit de tuin. Iedereen mag elke dag plukken, maar alleen zoveel hij zelf nodig heeft en mits er genoeg overblijft voor anderen. De tuinders onderhouden de akkers, soms geholpen door leden, en bepalen welke producten rijp zijn. Bron: De Nieuwe Ronde Wageningen, 2013 Willem & Drees Willem&Drees is begonnen in juni 2009 in de regio Amersfoort om te ontdekken of het mogelijk is om aardappels, groenten en fruit van boeren uit de buurt verkrijgbaar te maken in winkels in de buurt. Het bleek mogelijk supermarkten groenten en fruit van boeren uit de buurt aan te bieden. Inmiddels wordt er regio voor regio uitgebreidt. De meerwaarde van de lokale voedselketens die Willem en Drees proberen op te zetten moet zich natuurlijk doorvertalen in lekkere, kwalitatieve producten. Maar het gaat verder dan alleen dat. Ze willen laten zien wat de seizoenen zijn, wat er specifiek uit jou regio komt en het allerbelangrijkste: ze willen de rechtstreekse band tussen de mensen die het voedsel voortbrengen en de mensen die het opeten herstellen. Als een teler weet dat zijn consumenten bij hem om de hoek wonen en de consument weet dat hij verhaal kan halen bij de teler bij hem in de buurt ontstaat er een natuurlijk evenwicht waarin de consument bereid is een eerlijke prijs te betalen en de teler een kwalitatief en duurzaam product zal telen. Een gevolg is dat de teler zich zal proberen te onderscheiden met specifieke producten en andere rassen. Bron: Willem en Drees, 2013
11
1.3
Internationale ketens
1.3.1 Palmolie Palmolie wordt gewonnen uit de vruchten van de oliepalm, één van de vele soorten palmbomen. De productie van deze plantaardige olie ligt erg hoog. Per jaar is de opbrengst gemiddeld 3,7 ton per hectare. Dit is de hoogste opbrengst van alle plantaardige oliën. En daarmee ook de goedkoopste. Palmolie zit in margarine, koekjes en chocoladerepen. In snoep, soep en sauzen. Ongeveer de helft van de verpakte dagelijkse boodschappen uit de supermarkt bevat palmolie. Dit staat niet letterlijk op de etiketten vermeld. Het wordt onder andere aangeduid als 'plantaardige oliën en vetten'. Naast palmolie vallen ook soja-olie, zonnebloemolie, raapzaadolie (of een mix van deze oliën) onder deze noemer.
Figuur 1.4 Onderverdeling binnenlands verbruik plantaardige vetten en olien, naar soort, VetteFeiten 2010
Palmolie is in nog veel meer producten verwerkt. Ook in zeep, tandpasta, cosmetica, wasmiddelen, frituurproducten, chips en ijs. Het kan ook gebruikt worden voor biobrandstoffen. In de meeste eindproducten zit ongeveer 1 tot 5% palmolie verwerkt. 1.3.1.1 De keten Hier wordt de palmolieketen besproken in 6 stappen van producent tot consument. Productie Palmolie wordt meestal verbouwd op plantages. Een grote plantage kan een oppervlakte hebben van 15.000 hectare of meer. Circa 10% van de productie komt van kleine producenten die palmolie verbouwen op gebieden van 2 tot 50 hectare. Na 3 á 4 jaar zijn de oliepalmen groot genoeg en de rijpe trossen palmolievruchten kunnen maandelijks geoogst worden. Verwerking Nadat de trossen met vruchten - die tot 50 kilo kunnen wegen - van de bomen zijn gesneden, worden ze voor verwerking naar een oliemolen gebracht. Deze molen bevindt zich vaak op
12
de plantage. Binnen 24 uur na het oogsten van de vruchten, moet de olie uit de vrucht worden geperst. De ruwe palmolie is een geel tot donkerrode vloeistof die wordt geraffineerd. Dit betekent dat de ruwe palmolie wordt gezuiverd, ontkleurd en ontgeurd. Vervolgens kan de geraffineerde palmolie gefractioneerd worden; de vloeibare en vaste palmolie worden van elkaar gescheiden. De vloeibare palmolie (oleïne) kan gebruikt worden als olie om mee te koken of om frituurolie te maken. De vaste palmolie (palmvet) wordt vooral verwerkt in margarine, zeep, schoonheidscrèmes en lipstick. De palmpitten worden geplet en geperst tot palmpitolie (ongeveer 1:10 volume t.o.v. palmolie) en palmpitmeel. De palmpitolie wordt vooral gebruikt voor margarine, als bakvet en voor het produceren van gebak en zeep en zeeppoeder. Het palmpitmeel wordt verwerkt en gemengd tot veevoer de diervoederindustrie. Transport Na de verwerking wordt de palmolie vervoerd in grote scheeptankers van 70.000 ton naar importerende landen. Veel palmolie wordt ook via tussenhandelaren ingekocht. Voor de boot bij het land van bestemming aankomt, wisselt deze meerdere malen van eigenaar, wat traceerbaarheid bemoeilijkt. Toch bestaat er wel de mogelijkheid om de herkomst van palmolie te traceren en duurzaamheid te garanderen. Verwerking Na aankomst wordt de olie nogmaals geraffineerd en vervolgens door onder andere de voedsel- en cosmetica-industrie verwerkt in producten als margarine, koek- en zoetwaren, frituurolie, zeep, shampoo, chocolade en andere etenswaren. Detailhandel De detailhandel koopt merkproducten in waarin palmolie is verwerkt en verkoopt deze in de supermarkten. Retailers laten producten met palmolie produceren onder hun huismerken. Consument De consument koopt in de supermarkt de eindproducten, waarop vaak niet meer zichtbaar is of en hoeveel palmolie erin verwerkt is. bron: MVO Nederland, 2013
1.3.1.2 Ontwikkelingen op gebied van Duurzame palmolie De Nederlandse olieverwerkende industrie, verenigd in het Productschap MVO zet zich in voor het verduurzamen van de teelt en verwerking van palmolie. Door internationaal ketenafspraken te maken kiest de vetten- en oliënsector bewust voor het streven naar een productie die uiteindelijk in haar geheel duurzaam is. Het internationale platform van waaruit maatschappelijke organisaties, industrie en retail de wereldwijde palmolieproductie duurzaam maken, heet de 'Roundtable on Sustainable Palm Oil' (RSPO). De leden van de RSPO vertegenwoordigen de helft van het totale volume van de mondiale palmolieproductie. Een aantal bedrijven, zoals Unilever en Ahold, hebben al openlijk gecommuniceerd in de toekomst alleen nog maar duurzame palmolie te gebruiken. Verkade koopt als eerste A-merk medio 2010 100% duurzame palmolie in. Per 1 januari 2012 is het streven om volledig duurzame palmolie in te kopen, dus ook wat het bedrijf indirect inkoopt.
13
1.3.2 Soja Soja is na rijst, tarwe en maïs het meest geteelde gewas ter wereld. Soja is een eenjarig gewas met rijpe sojabonen na 9 tot 120 dagen. De sojaboon heeft een hoog gehalte aan eiwitten en is daarom zeer voedzaam. Daarom zit het in veevoer, maar ook voor mensen is het gezond.
Figuur 1.5 Soja
Bij soja denkt u waarschijnlijk aan sojamelk, tofoe of andere vleesvervangers. Maar slechts 6% van de wereldwijde sojabonen wordt hiervoor gebruikt. Soja is verwerkt in 60 tot 70% van alle producten in de supermarkt zoals sauzen, soepen en broodbeleg. Van de wereldwijde productie wordt de meeste soja gebruikt als ingrediënt voor veevoer. De vraag naar soja blijft toenemen vanwege een enorme stijging van vleesconsumptie, vooral in opkomende economieën als China. 1.3.2.1 De keten Hier wordt de sojaketen besproken in 6 stappen van producent tot consument. Productie Soja wordt zowel op kleine (smallholders) als grote schaal (plantages/gemechaniseerde bedrijven) geproduceerd. Er zijn wereldwijd ongeveer 8,5 tot 9 miljoen sojaboeren (grote en kleine boeren). Na de oogst wordt de soja in grote silo's (opslagplaats voor bulkproducten) opgeslagen. De verschillende sojabonen worden hier gemengd. Verwerking Na de oogst wordt 83% van de sojabonen geperst. Hierbij worden de sojabonen gescheiden in soja-olie en sojaschroot. Deze persing gebeurt meestal in de productielanden zelf. Handel Soja wordt in grote schepen vervoerd naar Europa. Een groot deel van de handel in soja en sojaproducten is in handen van de zogenaamde ABCD. Deze letters zijn de initialen van Archer Daniel Midland (ADM), Bunge, Cargill en Dreyfuss. Deze 4 bedrijven voorzien ook een deel van de producenten van krediet, zaden en kunstmest. Verwerking Sojaolie wordt door de voedingsindustrie verwerkt in allerlei producten zoals margarine, mayonaise, snacks, wasmiddelen, cosmetica en verf. Sojameel en sojaschroot wordt verwerkt tot veevoer voor de veestapel. Detailhandel De detailhandel koopt de eindproducten in en verkoopt deze in de supermarkt. 14
Consument De Nederlandse consument koopt de soja indirect in via zijn karbonaadje, de saus over zijn sla of de bonbon bij zijn koffie. Net zoals palmolie staan soja en daarvan afgeleide producten vaak niet expliciet op de verpakking, maar onder de noemer 'plantaardige vetten en oliën'. Bron: Mvo Nederland, 2013
1.3.2.2 Verantwoorde soja Verantwoorde soja is geteeld volgens de principes van de Round Table on Responsible Soy (RTRS), of hieraan gelijkwaardig. Dit betekent aandacht voor natuurbehoud, biodiversiteit, verantwoord gebruik van bestrijdingsmiddelen, goede arbeidsomstandigheden en respect voor lokale landrechten. RTRS kent 5 basisprincipes: 1. Naleven van alle lokale en nationale wetten; 2. Zorgen voor verantwoorde werkomstandigheden, zoals een verbod op dwang- en kinderarbeid, gebruik van beschermende kleding, minimaal wettelijk minimumloon; 3. Goede relatie met lokale gemeenschappen door het vermijden of oplossen van conflicten over landgebruik en een goede klachtenafhandelingsprocedure; 4. Goede omgang met natuurlijke omgeving, inclusief behoud van gebieden met grote natuurwaarde, aandacht voor biodiversiteit op het bedrijf, goed afvalbeleid. De soja is afkomstig van velden die uiterlijk in 2006 in gebruik genomen zijn; 5. Goede landbouwpraktijken, inclusief verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, aandacht voor bodemkwaliteit en watermanagement, tegengaan van erosie. Door elk jaar meer verantwoorde soja aan te kopen laten Nederlandse bedrijven zien dat ze werk maken van het verduurzamen van grondstoffen voor de productie van voedsel. Nederlandse grootverbruikers van soja hebben in juni 2011 de eerste soja gekocht die is geteeld volgens de principes van de Ronde Tafel voor Verantwoorde Soja (RTRS). De aanschaf betekent een mijlpaal in het proces om te komen tot sojateelt die geen aantasting van waardevolle natuur en bossen en minder sociale problemen tot gevolg heeft. In mei 2011 zijn de eerste sojavelden van de Braziliaanse producent Grupo André Maggi gecertificeerd volgens de internationale criteria van de RTRS. Een groep Nederlandse bedrijven, verenigd in het Initiatief Duurzame Soja (IDS) heeft deze gecertificeerde soja gekocht. In totaal gaat het om 85.000 ton soja die in de vorm van certificaten onder de vlag van IDS zijn verhandeld aan Ahold, FrieslandCampina, Nevedi, Vion, Gebr. Van Beek Group en 2Sisters Storteboom. Ook Unilever maakte bekend dat zij een deel van de de eerste verantwoord geproduceerde soja aanschaffen in de vorm van certificaten. Bron: Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja, 2013
15
1.4 Missie en visie Waarom bestaan bedrijven en organisaties? Het lijkt zo’n eenvoudige vraag. Toch hebben verschillende antwoorden op deze vraag verregaande consequenties. Het bedrijfsleven, organisaties, de banken en de overheden: vanuit de maatschappij bezien voelen we er vaak een sterk gevoel van onbehagen bij. Dat onbehagen dwingt ons de vraag te stellen: waarin bestond ook alweer de werkelijke taak van bedrijven en organisaties? Simon Sinek is wereldberoemd geworden met een TED-filmpje waarin hij met overtuiging laat zien dat bedrijven de vraag wat ze doen en hoe ze het doen vaak goed weten te beantwoorden, maar geen antwoord hebben op het waarom van hun bedrijf. Dat is een pijnlijke waarheid die managers en bedrijfsleiders aan het denken zet. Het gaat niet alleen maar om het ‘hoe’ en ‘wat’ (zoals hoe moeten we ons maatschappelijk verantwoord profileren en wat moeten we daarvoor doen?) maar allereerst om het waarom. De les van Sinek blijft echter nog beperkt tot marketing. Wie bereid is de vraag naar het waarom radicaal te stellen, stelt uiteindelijk de vraag naar de zin van het bestaan van het bedrijf. Dat is een ethische vraag, het is de vraag naar wie je bent, niet alleen als individu, maar ook als bedrijf. Pas dan wordt ook duidelijk dat MVO weliswaar een trend mag zijn in de praktijk van het bedrijfsleven van nu, maar dat het hele idee ervan veeleer teruggaat naar de werkelijke maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven. Eerder dan dat maatschappelijke verantwoordelijkheid een nieuwe trend zou zijn, is het een terugkeer naar het hart van de economie, de oikos: de huishouding van een gezonde maatschappij waarin iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid kent en draagt. De economie is het sociale verkeer tussen mensen, hun diensten en producten, die geheel en al gebaseerd is op wederzijds vertrouwen en mensen uitdaagt om hun bijdrage aan de maatschappij te leveren. Het woord ‘bijdrage’ betekent meer dan alleen maar de rommel opruimen die je als bedrijf achter je laat. Daarom gaat maatschappelijke verantwoordelijkheid beslist niet alleen maar over zorg voor het milieu. Bron: Ruud Welton
1.4.1 Missie Elke organisatie (of het nu een ziekenhuis, sportvereniging, supermarkt of politieke partij is) heeft een bepaalde eigen identiteit, de missie, die de medewerkers betekenis of zin geeft. De missie zegt wat de organisatie wil zijn. Een missie is datgene dat de organisatie naar buiten wil uitdragen. Het geeft aan waarvoor de mensen uit de organisatie staan, wat hun identiteit en waarden zijn. Omdat een missie over zaken gaat die jaren hebben gekost om op te bouwen wordt een missie zelden veranderd. Een missie wordt soms vastgelegd in een plechtige verklaring: een mission statement (door sommigen in goed Nederlands missiestatement genoemd). Een mission statement bestaat veelal uit de volgende onderdelen: Wat is ons werkterrein, wat is ons bestaansrecht, welke betekenis hebben wij voor onze stakeholders, wat zijn onze normen, waarden en overtuigingen, wat zijn onze intenties en ambities? Goed voorbeeld van een missie: Apple: ‘wij willen werken makkelijker maken’ of 9292ov: ‘mensen prettig en efficiënt de wegwijzen van deur tot deur’. Bron: Vaststellen wat deze organisatie wil zijn, Twijnstra Gudde
16
1.4.2 Visie De visie van de organisatie geeft een kort en helder antwoord op de vraag: hoe zien wij onszelf in de wereld van morgen? Het is het idee dat een bedrijf heeft over de ontwikkelingen in haar branche en welke kant directie en medewerkers willen dat het opgaat. Een visie is een algemene voorstelling van de toekomst van een organisatie. Het geeft aan waarvoor de mensen uit de organisatie gaan, wat hun toekomstdroom is. Omdat een visie over zaken gaat die in een verre toekomst eventueel kunnen plaatsvinden wordt een visie soms bijgesteld Een visie bestaat veelal uit de volgende onderdelen: hoe ziet de omgeving van onze organisatie er in de verre toekomst uit, wat willen we als organisatie tegen die tijd bereikt hebben en langs welke weg gaan we die positie bereiken? Stelios, de oprichter van Easyjet, veranderde de passagiersluchtvaart, door een heel nieuw concept in de markt te zetten. De commerciële luchtvaartmaatschappijen waren het over een ding wel eens: vliegen is een luxeproduct, concurrentie gebeurt op basis van service. Totdat een nieuwkomer in de markt het tegendeel bewees. Volgens Stelios was voor veel mensen naast betrouwbaarheid, juist de prijs belangrijk. En die broodjes en maaltijden: ach die nemen de mensen zelf mee. Anders kunnen ze die ook kopen in het vliegtuig. Ook pakte hij de verkoop van tickets anders aan dan gebruikelijk was. Hij vermeed de (dure) reisagent volledig, gaf geen tickets uit en bevorderde directe verkoop via Internet. Easyjet vond als het ware een nieuwe variant van het 'product' vliegen uit. Een visie heeft voor een organisatie een aantal functies. - Richting geven: alle neuzen dezelfde kant op - Inspireren - Zich onderscheiden van anderen - Winnen - Overleven Richting geven Vrijwel iedere organisatie heeft te maken met onzekerheid, zeker op de wat langere termijn. Legt de organisatie zich daarbij neer en wacht men af wat er gaat komen, dan wordt de organisatie stuurloos. Een heldere visie maakt duidelijk wat je acties en doelen zijn ook in een omgeving met veel ontwikkelingen.Met een visie kun je zowel de organisatie zelf, als de omgeving beïnvloeden. Immers, ook de organisatie speelt een rol in het maken van de toekomst. Een visie is het antwoord op de vraag: hoe zou je willen dat de toekomst zal verlopen. Inspireren Een goede visie leidt tot creatieve spanning. Die spanning ontstaat doordat je een uitdagend doel hebt gesteld en nog niet helemaal weet hoe je dat gaat bereiken. Je weet wel heel goed waar je nu staat. Als je een duidelijke visie hebt, geeft dat een kader om de toekomst een beetje naar je hand te zetten. Zich onderscheiden van anderen Sommige organisaties leiden, andere volgen. Met leiden bedoelen we dat de organisatie het initiatief neemt en het spel bepaalt. Dit in plaats van af te wachten en kijken naar wat de 17
concurrenten doen. Niet reageren maar creëren. Er is immers een hoger doel en de organisatie verdoet haar tijd niet met enkel te reageren op anderen. Zij is immers bezig met het creëren van de wereld van morgen. Daar zit ook de klant waarschijnlijk meer op te wachten. Winnen De visie is dé manier om de concurrentie op langere termijn te slim af te zijn. Overleven Soms blijkt dat een organisatie wel moet veranderen om in de toekomst te overleven. Dan is een nieuwe visie noodzakelijk. De markt droogt op, nieuwe technologieën maken het product overbodig. Wetgeving verandert, een monopolie verdwijnt… Allemaal aanleidingen om een nieuwe visie te ontwikkelen. Een bedrijf moet zich dan heroriënteren op de toekomst en een nieuw toekomstbeeld creëren. Bron: Mariëlle de Groot
1.4.3 Het verschil tussen missie, visie en strategie In één zin is het verschil: een missie is waarvoor we staan, een visie is waarvoor we gaan. De missie heeft te maken met waarden en identiteit. Wie zijn we, wat zijn onze waarden, hoe willen we met onze klanten en medewerkers omgaan? Een visie geeft aan: hoe gaan wij de wereld van morgen beïnvloeden zodat wij succes hebben? Het verschil tussen een missie en een visie is hieronder weergegeven. Missie
Visie
Waarvoor we staan
Waarvoor we gaan
Gericht op organisatie
Gericht op omgeving
Wie zijn we?
Hoe gaan we met de wereld om?
Identiteit, waarden
Toekomst, droom
Vanuit een lang verleden
Vanuit de verre toekomst
In principe tijdloos
Kan worden bijgesteld
Figuur 1.6 Verschil tussen missie en visie
Een visie is wat we willen bereiken, de strategie hoe we het willen bereiken. De strategie volgt op de visie. In het voorbeeld van Easyjet was de visie iets als: ´Vliegen is geen luxeproduct, juist de prijs is belangrijk´. De vertaling in strategie is dan: - Broodjes en nootjes verkopen, in plaats van gratis aanbieden. - Tickets via internet verkopen. - Samenwerkingsverbanden aangaan om het product aantrekkelijk en voordeliger te maken. Bron: Mariëlle de Groot
18
1.5 Productimago Een bedrijf kan verschillende duurzame activiteiten ondernemen om meer rekening te houden met zij omgeving. Bijvoorbeeld door het efficiënter produceren van een bestaand product, maar ook door het product zélf te verbeteren. Bij duurzame productontwikkeling gaat het erom dat een bedrijf met een "groene bril" naar producten gaat kijken en daarbij de gehele levenscyclus van het product mee neemt, van de producten van materialen tot en met de afdanking. De organisatie kijkt dus over de muren van de onderneming heen en betrekt ook de toeleveranciers, distributeurs en anderen bij de analyse van het product. Zo vergroot de onderneming mogelijkheden om milieuwinst te boeken en tegelijk voordelen te behalen zoals het versterken van de marktpositie. 1.5.1 Pluimveehouderij: Het Rondeel Het Rondeel is een uniek huisvestingsconcept voor leghennen. Het concept is ontstaan uit een onderzoek van Wageningen Universiteit, genaamd Houden van Hennen, waarbij gezocht is naar een duurzame toekomst voor de legpluimveehouderij. Het onderzoeksteam heeft gekeken naar de spanningsverhoudingen tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen, behoeften van de leghen en een ideale werkomgeving voor de pluimveehouder. Vanuit deze diverse invalshoeken is er een pakket van eisen opgesteld, waarmee nieuwe vormen voor het houden van legkippen zijn ontworpen. De ontwikkeling van het Rondeel is geheel gefocust op duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vele facetten zijn hierin meegenomen. Denk hierbij aan dierenwelzijn, zorg voor het milieu, landschappelijke inpassing, voedselveiligheid, humane gezondheid, openheid richting burgers, eerlijk inkomen voor de pluimveehouder, etc. Bron: Rondeel, 2013
Figuur 1.7 Het Rondeel
1.5.2 Vleeskalverhouderij: Peters farm Door de sterke integratie van de vleeskalversector kunnen in feite bijna alle duurzaamheidsinitiatieven worden gezien als keteninitiatieven. Omdat de integraties zowel voerproducent, eigenaar van de kalveren en slachterij zijn kunnen ze projecten relatief eenvoudig over de hele keten uitrollen. Een voorbeeld is het Peter’s Farm (www.petersfarm.com) concept van integratie Alpuro. Dit systeem draait vooral om een beter dierenwelzijn, maar vanwege de sterke integratie is het mogelijk om het concept in alle schakels door te voeren. Daardoor kunnen consumenten bijvoorbeeld op internet de exacte herkomst van hun Peter‟s Farm kalfsvlees terugvinden. Bron: Peters Farm, 2013
19
1.5.3 Varkenshouderij: Livar Hoe magerder het vlees, hoe hoger de opbrengst, dat is het motto van de moderne varkenshouderij. Daar voelden een groep Limburgse varkensboeren zich niet goed bij, ze wilden hun vlees gaan leveren aan restaurants. Van elke chef kregen ze hetzelfde antwoord: kom maar terug als je echt iets te bieden hebt, wij willen smaak. Het Livarvarken wordt gehoed in samenwerking met Abdij Lilbosch in Echt. De eisen die Livar aan een boerderij stelt, zijn zeer hoog. De stallen moeten voorzien zijn van een comfortabele laag vers stro. De dieren moeten dag en nacht naar eigen keuze buiten kunnen. Vers stromend water en voldoende voer moeten altijd aanwezig zijn. En wat heel belangrijk is, de boerderij moet kleinschalig zijn, er mogen maximaal 1000 varkens gehouden worden. Het Livar varken is vanaf het begin altijd erg gewild geweest door chefs van de betere restaurants. Om het hele varken te verwaarden heeft Livar altijd samengewerkt met ambachtelijke bedrijven voor het maken van mooie vleeswaren zoals gedroogde en gekookte hammen en worsten. Sinds 2009 heeft Livar haar eigen slagerij waar sindsdien alle varkens worden versneden en verwerkt tot de allermooiste producten die hun weg vinden naar de meest kritische consument via de betere restaurants en slagerijen. Bron: Livar, 2013 1.5.4 Melkveehouderij: Familiekudde Binnen de (biologische) melkveehouderij bestaat steeds meer behoefte aan een houderijsysteem dat de natuurlijke leefomgeving van de koe beter benadert. De familiekudde is een innovatief concept dat bijdraagt aan een duurzame (biologische) melkveehouderij. Het streeft naar een zo natuurlijk mogelijke leefomgeving voor alle aanwezige dieren. Hierbij gaat het om stabiele kuddes, kalveren bij de koe en het niet onthoornen. Het dier krijgt de ruimte en mogelijkheid om haar natuurlijke gedrag te vertonen. Niet de productie, maar het zo natuurlijk mogelijk produceren is het doel. Ook wordt er rekening gehouden met bedrijfseconomische randvoorwaarden, milieu, diergezondheid en bedrijfsmanagement. Bron: Familiekuddes, 2013
20
1.6 Innovatiegolven In 1925 publiceerde de rus Kondratieff een theorie over een golfbeweging in de kapitalistische economie. Het komt er op neer dat er binnen een vrije economie lange termijn golfbewegingen zijn waarbinnen een economie beter en slechter wordt. Eens in de vijftig jaar vindt een clustering plaats van een aantal nieuwe aanjagers van de economie, wat zorgt voor een productiviteitsgroei voor een periode van 25, dertig jaar. Daarna volgt altijd een tijd van neergang. Ruim tweehonderd jaar geleden was het de industriële revolutie die voor een opgang zorgde, later elektriciteit en in het begin van de vorige eeuw de nieuwe transportmiddelen. De laatste Kondratieff-golf is gedreven door informatietechnologie, telecom en financiële dienstverlening.’ De K-Cyclus kent 4 fasen, heel doeltreffend vernoemd naar de jaargetijden: Lente, Zomer, Herfst en Winter. De fase waarin we nu zitten zou dan ergens in de herfst of het begin van de winter zijn. Een complete K-Cyclus zou ca 50-54 jaar duren. De lente in een K-Cyclus wordt geassocieerd met een opleving in de economie die door het ontsluiten van een nieuwe technologie of grondstof mogelijk wordt. De nieuwe technologie/grondstof zorgt voor een economische boom. In de zomer worden de vruchten van deze nieuwe technologie/grondstof door de gehele economie verdeeld en zorgt voor verdere groei ook van andere sectoren. In de herfst is de markt verzadigd, de groei loopt terug. Er is niet langer een voordeel te behalen uit de nieuwe technologie/grondstof. In de winter wordt dan duidelijk dat er te veel geïnvesteerd was in de technologie. Recessies zijn het gevolg. De werkloosheid stimuleert echter de ontwikkeling van nieuwe technieken of het zoeken naar nieuwe grondstoffen. Als er na enige tijd een nieuwe techniek of grondstof gevonden wordt, herhaalt de cyclus zich.
Figuur 1.8 Mate van verspreiding van technologische revolutie. Poppen en During, WUR, Transitieprocessen, instituties en beleid.
21
Er worden vijf Kondratieff-golven onderscheiden:
Naam en technologie
Doorbraak en centrum
1 De industriele revolutie
1771 De textielfabriek van Arkwright in Cromford (UK)
2 Stoom en spoorwegen
1829 The Rocket stoommachine op de spoorlijn Liverpool – Manchester (UK)
3 Staal, electriciteit en 1875 De Bessemer zware metaal staalfabriek van Carnegie in Pittsburg (USA)
4. Olie, chemie, de auto 1908 De T-Ford loopt van en massaproductie de band in Detroit (USA)
5. Informatie en 1971 Intel presenteert communicatietechnologie zijn eerste microprocessor in Santa Clara – Cal. (USA)
22
Fundamentele veranderingen Fabrieksproductie Mechanisatie Productiviteitsmeting Water als ideaal medium voor beweging (waterkracht, kanalen) Economie van agglomeratie: steden, nationale markten Schaalvergroting als vooruitgang Standaardisatie van onderdelen Energie waar nodig via stoom Gekoppelde beweging Gigantische constructies met staal Schaalvoordelen en verticale integratie Wetenschap als productiefactor Kostencalculatie voor efficiency en beheer Wereldwijde standaardisatie, netwerken en machtstructuren (inclusief kartels) Massaproductie Horizontale integratie Energie-intensief en synthetisch Centralisatie Metropolen als centrum Nationale macht en confrontaties Informatie-intensief Decentrale integratie en netwerken Kennis wordt kapitaal en
toegevoegde waarde Heterogeniteit, segmentatie Economies of scope Globalisering Onmiddellijk contact en actie Figuur 1.9, Vijf technologischerevoluties van C. Perez 2002, Poppen en During, WUR, Transitieprocessen, instituties en beleid.
Volgens de theorie veroorzaken belangrijke technologische innovaties industriële revoluties en daarmee nieuwe dominante economische sectoren. Wordt duurzaamheid het nieuwe dominante principe? De Zesde innovatiegolf: duurzaamheid, nanotechnologie, robotisering, medische technologie Deze ontwikkelingen spelen zich voornamelijk af in het westen, de vraag is of ze krachtig genoeg zijn om een vloedgolf aan groei te kunnen opwekken. ‘Groene’ golf: wereldwijde vergroening van de economie.
Figuur 1.10 Innovatiegolven
23