Hagemeyer Nederland is al enige tijd bezig om de logistieke structuur te stroomlijnen. Het voorlopige hoogtepunt hiervan is een samenwerkingsverband met kabelleverancier Jobarco, waarbij deze leverancier de voorraad voor Hagemeyer in eigen huis houdt. Die proef is midden april van start gegaan. Logistiek manager Reinoud Pauwels verwacht nog veel meer initiatieven, waar ook de afnemers bij zullen worden betrokken. Door Marco van der Hoeven
Hagemeyer houdt een deel van de voorraad bij de leverancier
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E 04 / 2006
30
H
et werk aan de logistieke structuur van Hagemeyer is zeven jaar geleden begonnen. Hagemeyer was op dat moment decentraal georganiseerd. Iedere provincie had een eigen magazijn, en die structuur is eind jaren negentig nog eens kritisch onder de loep genomen. Het bleek efficiënter te kunnen, en ondertussen is Hagemeyer overgestapt naar een model waarbij het bedrijf nog één centraal magazijn heeft, in Bergschenhoek. Daar ligt vrijwel het gehele aanbod (voor het overgrote deel bestemd voor de installatiebranche) opgeslagen. Daarnaast zijn er zestien verkoopvestigingen in het land en drie regionale logistieke distributiecentra. Logistiek Manager Reinoud Pauwels: ‘We hebben gezien de situatie waar we vandaan kwamen niet voor één centraal magazijn zonder regionale steunpunten gekozen. Op onze manier werkt het ook erg goed. We hebben de oude vestigingen gemoder-
Foto’s: Guus Pauka
Nadenken over de keten H niseerd, en er zijn een aantal vestigingen geïntegreerd in een groot geheel.’ Dat proces was in 2003 afgerond, en deze situatie vormde het uitgangspunt van verdere modernisering, onder meer in de vorm van ketenintegratie. Daarbij is Hagemeyer in eerste instantie gaan kijken naar de leveranciers. De samenwerking met de leveranciers ging op dat moment niet verder dan het praten over prijzen en artikelen. Logistieke coördinatie stond eigenlijk niet op de agenda. Pauwels: ‘Dat was in de oude situatie ook lastig, want wanneer je als leverancier met allemaal decentrale magazijnen moet praten krijg je nooit een eenduidig antwoord. Dat is net zoiets als het Nederlands elftal door alle Nederlanders laten opstellen, dat komt ook niet goed. Maar zodra we een centraal magazijn hadden zijn we begonnen met het uitnodigen van leveranciers om te praten over onder meer de kwaliteit.’
04 / 2006
leveranciers zijn wat betreft lay out en methode eenduidig.’ Daarna is Hagemeyer gaan kijken naar de relatie met zijn klanten. Pauwels: ‘Feitelijk is dat hetzelfde verhaal als bij de leveranciers. Een verkoop is toch erg gericht op de prijs waarvoor je iets levert, maar de vorm waarin je levert was nooit echt onderwerp van gesprek. Maar we merken dat juist dat aspect bij de klant steeds meer van belang wordt. Het is belangrijk op welke manier je iets aanlevert, wanneer je het aanlevert, of je artikelen kunt combineren, of je de goederenstroom kunt automatiseren.’ Om de nieuwe vormen van samenwerken met klanten te formaliseren is een Logistiek Concept Coördinator benoemd in de staf die zich daar specifiek mee bezig houdt. Vanaf 2003 was al één persoon verantwoordelijk voor de leveranciersgesprekken, naar analogie daarvan is daar de verantwoordelijke voor klantgesprekken bijgekomen. ‘Dat wil niet zeggen dat hij de functie van de
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E
Die kwaliteit houdt Pauwels bij in een zogenoemde leverancierscockpit. Hierin worden allerlei variabelen over de prestaties van leveranciers bijgehouden, onder meer over de logistieke prestaties. In een spreadsheet staan onder meer overzichtelijk naast elkaar de scores op het gebied van levercompleetheid, levertijden, het aantal manco’s en de levergraad die met een bepaald assortiment wordt behaald bij de klanten. Hagemeyer heeft in de loop der tijd met allerlei leveranciers verschillende vormen van samenwerking bekeken. Dat varieert van het introduceren van Vendor Managed Inventory (VMI), het ophalen van goederen bij de leverancier en nadenken over verpakkingsgroottes tot de wijze van aanleveren door leveranciers, eventueel met herbruikbare verpakkingen. ‘Wat je met de ene leverancier doet hoeft niet per definitie ook aan te sluiten bij andere leveranciers. Alleen de cijfers en de metingen over onze
31
‘Het denken over ketenintegratie is duidelijk in beweging, zowel bij klanten als bij leveranciers’
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E 04 / 2006
32
vertegenwoordiger of vestigingsmanager overneemt, maar hij kan er wel bij zitten.’ De volgende stap in de ketenintegratie is het bij elkaar brengen van leveranciers en klanten, maar dat staat nog in de kinderschoenen.
Ketenintegratie Volgens Pauwels is duidelijk te merken, zowel bij klanten als bij leveranciers, dat het denken over ketenintegratie in beweging is. ‘De gesprekken die we voeren over concepten met klanten zijn een recente ontwikkeling, het is niet zo dat daar al tien jaar over gepraat wordt. Met leveranciers zitten we al iets langer aan tafel, maar ook dat is een groeiproces. Het gaat vast nog komen dat je in de hele keten de partijen bij elkaar gaat brengen, maar dat is nog niet zo heel concreet.’ Een andere vorm van samenwerking die nieuw is voor Hagemeyer, is die met partijen die bij dezelfde klanten leveren als
Hagemeyer. ‘Daarbij kun je je afvragen of het niet mogelijk is in de distributie partijen bij elkaar te brengen, om die distributie efficiënter te maken. We doen dat natuurlijk niet met concurrenten, maar wel met bedrijven die op ons lijken. We hebben vormen van transport die je efficiënt kunt combineren.’ ‘Aanvankelijk hebben we dat gedaan bij leveranciers, maar dat kan ook met collega-bedrijven. Voor een eindklant kan dit interessant zijn omdat hij dan in plaats van meerdere keren per dag één keer wordt beleverd, zodat hij zijn pakket in één keer compleet heeft. Uiteindelijk kun je al onze activiteiten samenvatten als: een eindklant heeft spullen nodig en monteert die in zijn proces, en waar wij mee bezig zijn is ervoor te zorgen dat uiteindelijk de hele stroom van artikelen op een geoptimaliseerde wijze bij de eindklant komt.’ Omdat het huidige Hagemeyer gegroeid is vanuit een decentrale organisatie, én omdat het belangrijk is dicht bij de klant te blijven
Hagemeyer Nederland Hagemeyer Nederland BV heeft zestien verkoopvestigingen, een centraal magazijn in Bergschenhoek en een regionaal distributiecentrum in Deventer zonder verkoopfunctie. Twee verkoopvestigingen (in Venlo en Den Bosch) verzorgen ook een regionale distributiefunctie. De 24.000 artikelen die het bedrijf in voorraad heeft kunnen vrijwel allemaal binnen 24 uur worden geleverd. Hagemeyer claimt daarin een score van 98 procent. De gemiddelde omloopsnelheid van deze 24.000 goederen bedraagt 10 tot 12 dagen. Het totale aantal artikelen dat wordt verhandeld is overigens vele malen groter. In totaal staan enkele honderdduizenden artikelen genummerd in het ERP-systeem waarvan de belangrijkste in de catalogus. Sinds de industrie een van de belangrijkste doelgroepen is geworden levert Hagemeyer ook zaken als toiletpapier en koffie. Een groot aantal van dat soort artikelen is ongecodeerd. Het centraal magazijn in Bergschenhoek is 10.000 m2 groot, de omvang van het regionaal distributiecentrum in Deventer is 5000 m2 , de twee ondersteunende centra in Venlo en Den Bosch zijn ieder 2500 m2 . Bergschenhoek en Deventer zijn het meest geautomatiseerd. Bergschenhoek werkt zelfs papierloos, met name door het intensief gebruik van scanners. Pauwels: ‘We hebben niet alleen aandacht voor de keten gehad, maar je moet ook naar je eigen proces blijven kijken om te zien
Business case De meest vergaande proef is die met een van de leveranciers van kabels, Jobarco. Kern van de samenwerking is dat niet meer Hagemeyer, maar Jobarco zelf de voorraad houdt en op order
04 / 2006
gens het jaarverslag zijn er ook geen plannen om daar op korte termijn verandering in te brengen. Overigens draait het nieuwe systeem ondertussen wel naar tevredenheid in Engeland. Uiteindelijk is het afblazen van de Intentia-implementatie volgens Pauwels niet alleen nadelig geweest, omdat de ketenintegratie een stuk eenvoudiger is geworden. ‘We hebben hier de mensen in huis die de koppeling kunnen verzorgen. De programmeertaal is een standaard taal, en de mensen kunnen elkaars code lezen. Als beheerder moet je bij zo’n eigen systeem wel de zekerheid aanbrengen dat kennis niet beperkt blijft tot een paar specialisten waar je dan van afhankelijk bent.’
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E
zitten, zijn er nog zoveel verschillende vestigingen in Nederland. Maar financiën, verkoopondersteuning, IT en staf logistiek zijn weer wel centraal georganiseerd in het hoofdkantoor in Capelle aan den IJssel. In Capelle staat het hart van de automatisering, een AS/400machine waarop een door de eigen automatiseringsafdeling geschreven programma draait. In het centrale magazijn in Bergschenhoek draait wel Warehouse Management Systeem om het scannen te beheren, maar de eigenlijke ERP-applicatie is het in eigen beheer geschreven systeem. Een aantal jaren geleden wilde Hagemeyer wereldwijd wel overgaan op een nieuw ERP-systeem. Het nieuwe ERP systeem, het pakket Movex van Intentia, werd als eerste in het Verenigd Koninkrijk geïmplementeerd tezamen met een logistieke herstructurering. Hieruit zijn zulke grote problemen voortgekomen, dat de overgang op dit systeem in Nederland niet gemaakt is. Vol-
of het goedkoper of beter kan. Met name het scannen is vanuit de verbetering van de kwaliteit gekomen.’ De doelgroep bestaat uit twee grote sectoren: traditioneel levert Hagemeyer voornamelijk aan de installatiebranche. Daar is meer en meer de laatste jaren als speerpunt de industrie bijgekomen. Grote klanten krijgen extra aandacht via key account managers, maar het grootste deel van het klantbestand wordt via de vestigingen bediend. De installateurs gebruiken de materialen in de eerste plaats om in bijvoorbeeld een huis in te bouwen, de industrie bestelt om hun proces aan de gang te houden, bijvoorbeeld voor het beheer van de verlichting. Met klanten in de sector industrie maakt Hagemeyer over het algemeen al afspraken over wanneer en in welke vorm de goederen moeten worden geleverd. Bij de installatiebranche neemt dat, vooral bij de grote klanten, snel toe. Pauwels: ‘We zijn groot geworden met ‘vandaag besteld, morgen geleverd’, maar dat is eigenlijk een dienstenpakket dat voor veel klanten te beperkt geworden is.’ ‘We merken dat in deze markt de vorm van leveren steeds belangrijker wordt omdat deze klanten ook hun eigen kosten in kaart gaan brengen, en zich er bewust van worden hoeveel tijd een installateur nu echt bezig is met zijn eigenlijke werk, en hoeveel tijd hij ermee kwijt is om ervoor te zorgen dat hij de juiste spullen bij elkaar heeft.”
33
‘Alles is te regelen, maar je moet daarbij wel letten op de kosten’ verpakt. Aan deze proef ligt niet een strakke business case ten grondslag, maar hij is gedreven door de wens een breder pakket efficiënter en binnen 24 uur te kunnen leveren. ‘We hebben meer dan 400 leveranciers. Een aantal van de leveranciers houdt zelf ook voorraden. Een ervan is Jobarco. Hun magazijn ligt op 25 kilometer van ons centraal magazijn af. Dat betekent dat we dus dubbele voorraden vlak bij elkaar hebben, waar onze eindklant niet van profiteert.’ Het opnemen van Jobarco in de keten is vrij eenvoudig gegaan. ‘Alles is te regelen, maar je moet daarbij wel letten op de kosten. We zijn met elkaar de werkprocessen gaan afstemmen, om te kijken in hoeverre dit overeen komt. Bij vervoer kijk je wie wat op kan halen. In dit geval maken wij met ons nachtnet een stop bij de leverancier. Dat was vrij goedkoop, ons netwerk was er, er was een aantal palletplaatsen open, dus vanuit de logistiek waren er eigenlijk geen extra kosten.’
De meeste aandacht ging uit naar het afstemmen van de ICTsystemen op elkaar. Daar is uiteindelijk een relatief eenvoudige en goedkope oplossing voor gevonden. In het systeem van de AS/400 is de leverancier opgevoerd als een logistieke vestiging van Hagemeyer, met een eigen vestigingsnummer. Orders die voor Jobarco bedoeld zijn worden direct doorgestuurd in een formaat dat zij kunnen lezen. Jobarco loopt de order, koppelt terug dat het ook daadwerkelijk gepakt is, plakt een sticker op de goederen die er precies zo uitziet als de stickers van Hagemeyer. De verdere verwerking verloopt precies zoals bij de producten van Hagemeyer zelf. De klant merkt hier verder niets van, alleen is de voorraad waaruit geput kan worden veel groter dan voorheen. Pauwels: ‘Als we zo 400 leveranciers hadden zou ik ermee kunnen stoppen, en hadden we geen magazijnen meer nodig.’ U kunt reageren op dit artikel via
[email protected]
De weg omhoog Hagemeyer Holding is beursgenoteerd en actief in 25 landen, met 17.200 medewerkers. In 2005 bedroeg de omzet 5,6 miljard euro, waarvan 93 procent afkomstig was van de tak Professional Products en Services, de businessto-business distributie van vooral elektrotechnische materialen. De overige 7 procent komt voor rekening van consumentenelektronica. In 2002 manifesteerden zich grote problemen in de bedrijfsvoering, onder meer door problemen met de automatisering in Groot-Brittannië. Dat leidde in 2003 tot een netto resultaat van -318 miljoen euro. Ondertussen is de weg naar boven weer ingezet, want over 2005 rapporteerde Hagemeyer een netto resultaat van -58 miljoen euro.
Vestigingen Hagemeyer in Nederland Centraal distributiecentrum: Bergschenhoek Regionaal distributiecentrum: Deventer Verkoopvestiging met regionale distributiefunctie: Venlo en Den Bosch
Hagemeyer: de cijfers resultaat in miljoenen 400 bedrijfsresultaat S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E
300 200 100 0
-200 -300
nettoresultaat Verkoopvestigingen: Almelo, Breda, Capelle a/d IJssel, Diemen, Doetinchem, Eindhoven, Groningen, Heerenveen, Heerhugowaard, Kerkrade, Monster, Nijmegen, Rijswijk, Utrecht
x 1000 m2)
-400 2001 Graphic: SCM
2002
2003
2004
2005
Magazijn Jobarco: Benthuizen
04 / 2006
-100
35