Hoofdredak teur :
Yves Van dezande Tien se Vest, 61 bus 13 3200 K essel - Lo
Medewerkers
:
Eddy C. Bertin - Film, Muziek Guido Eekhaut - Bo eken Ro bert Smets - Bo eken Maria Van Den Bo sch - Brains
Layout
:
Marc Co rthouts
Typin g
:
Mia Wuyts
Druk
:
AB Dick 320
Administratie
:
Lo u Grauwels Lange K ievitstraat, 27 2000 Antwerpen 0 31 / 31.15.84
RIGEL MAGAZINE is een tweemaandelijk s tijdsch rift voor Science Fiction, Ho rro r en Fantastiek.Clubblad van SFAN, Vlaamse verenigin g voor SF § F. Auteurs zijn verantwoo rdelijk voo r h un bijdragen. Behoudens wanneer an ders vermeld, behoo rt het Copyright aan de auteur. RIGEL MAGAZINE is Copyrigh t (C) 1979 by SFAN. Alle man ucripten in één exemplaar aan de hoofdredakteur. Deze wo rden niet teruggezonden.
ABO NNEMENTEN **************** België
Nederland
Rest Wereld
: 350 fr. voor 6 n ummers. 650 fr. voo r 12 nummers. 900 fr. voo r 18 nummers. Te sto rten op rek ening 293-0117794-91 tn v. SFAN Antwerpen. : door sto rting van fl. 24 o p po stgiro 737451 tnv. penningmeester NCSF, met vermelding 'SFAN-Belgie'. : Uitsluiten d via inter nationaal po stmandaat.
Maggie, Maggie, Maggie, wat doe je ons toch aan ? Je hoge prijzen en je B.T.W. dwongen me zowaar terug naar huis, meid ! Zelfs de grietjes waren zo mooi niet meer als twee jaar geleden. Pech dus en Vandezande is weer terug uit Tatcherland om aan Rigel Magazine te werken. Nog meer pech, want post-convention shock is méér dan een vieze ziekte, vooral als er editorialen moeten geschreven worden. Zo'n Worldcon als laatst in Brighton is eigenlijk een gek beest. Je legt er een bende contacten en je krijgt een hoop beloftes gedaan die later weer allemaal vergeten worden, terwijl er dan langs de andere kant brieven en stukken binnenkomen waarvan je denkt "Heb ik dàt gevraagd ?" of "Wie was dat nou ook weer". Daarom zeg ik nog liever niks concreets (Poul Anderson...mmm) over Rigel's toekomst, maar één ding wil ik al wel beloven. Bij ons uitgebreide convention report in dit nummer geven we, wegens tijdgebrek, géén foto's van Seacon. Neen, we doen het anders. Het Rigel Commando heeft er zich namelijk op toegelegd in Brighton zoveel mogelijk (en dat zijn er heel wat) auteurs te fotograferen en in één van de volgende Rigels gaan we die eens uitgebreid aan jullie voorstellen. Ik kan me wel inbeelden dat de meeste SF-fans eindelijk eens willen weten hoe hun favorieten er uitzien. (En nu maar hopen dat de concurrentie me dit idee niet afsnoept ...)
Het zal jullie ook duidelijk worden, naarmate je verder leest, dat we na het "magere" augustusnummer er weer flink tegenaan gegaan zijn. Dit is zowaar een "Britisch issue" geworden, met verhalen van de Groten : Bob Shaw, Ian Watson en Brian Stableford. Zeker is, dat er in de toekomst nog meer verhalen van Britten (de nieuwere lichting dan) zullen verschijnen, maar dat betekent niet dat we het binnenlands talent gaan verwaarlozen. Rigel Magazine is tenslotte een Beneluxblad en het is niet meer dan behoorlijk dat ik telkens weer een oproepje richt tot al die verborgen talenten out there. En die respons komt, langzaam maar zeker. Daarom is het misschien ook nuttig om het op dit punt even over ons volgende initiatief te hebben. Vanaf het eerste nummer van volgend jaar, starten we met een nieuwe rubriek die we, als een soort van bijlage, achterin zullen plaatsen. "Nieuwe auteurs" wil jonge schrijvers de kans geven om hun eerste verhaaltjes gepubliceerd te zien, en hen op die manier verder op weg helpen. Dat de kwaliteit ervan wellicht niet het gewone Rigel peil zal halen weet U net zo goed als ik, net zo goed als zij. Maar je moet ergens beginnen, niet ? Ik wil hierbij wel duidelijk stellen dat, het ene verhaaltje dat we telkens plaatsen, geen deel uitmaakt van de drie andere verhalen die we in ieder nummer trachten te stoppen. Die kwalitatieve normen liggen wel iets hoger dus. En als je iets stuurt, denk eraan : "Er zijn nog ... wachtenden voor U". (zei de zoetgevooisde stem van de telefoniste, net voor ze bloed begon te hoesten.
3
M IR AGE
onder welke zon - verder en in welke tijden - eer met welke vonken - sterker heb ik JOU bemind - en meer Mirage ach Mirage mijn lichtjarenkind - wanneer onder welk gesternte - weer ?
H AN S
4
INNE
De fan rende tot hij enkel nog dik, zout speeksel proefde, rende tot hij voelde dat verder gaan enkel zijn dood kon betekenen. Hij wist echter drommels goed, dat stoppen zeker zijn dood tot gevolg zou hebben. Ergens in de duisternis achter hem, kraakte een geweer, maar de inslag van de afgevuurde kogel kwam niet eens in zijn buurt. Dit nam niet weg, dat een overweldigend angstgevoel de fan overviel - ze moesten werkelijk bezeten zijn om één van de laatste overblijvende geweren op aarde te gebruiken om hem te pakken te krijgen. Hevig zwoegend spoedde hij zich door de smalle steegjes die het plein met de één-verdiepingswoningen scheidde van de rest van New London. Hij vertraagde voor een verlicht deurgat en spande zich in om het kleinste geluid te kunnen opvangen ... Knars, tik, zwiep, knars, tik, zwiep. Goeie Ghu, dacht de fan verbijsterd, een stencilmachine ! Iemand in de kamer achter de verlichte gang gebruikte een stencilmachine ! Hij bleef een ogenblik besluitloos staan. Er was iets helemaal mis, - niemand had nog zo openlijk jacht gemaakt op een fan, niet meer sinds de grote zuivering van '63. Opnieuw kraakte het geweer,
6
en deze keer hoorde de fan het venijnige gefluit van een aanstormende kogel. Hij strompelde over de drempel van de openstaande deur. Sterke armen vingen hem op gedurende zijn val en enkele seconden later werd hem met vriendelijke vastberadenheid een kop thee aan zijn mond gebracht. Hij dronk met intens genoegen, en toen hij weer helder zag, merkte hij dat iemand de deur gesloten had en er een gordijn voorhing. Er stonden drie mannen en twee vrouwen in de tamelijk smalle kamer, en in het midden een tafel met daarop de bewuste stencilmachine en een slordige hoop papier. "Zijn jullie ook fans ?" bracht hij uit, terwijl hij zijn krachten weer voelde terugkomen. "Natuurlijk," zei de man, "wat is er in 's hemelsnaam gebeurd ?" "Het Wereld Evenwicht Korps heeft me erop betrapt de uitdrukking "zwart gat" te hebben gebruikt in een gesprek. Het ontglipte me gewoon, ik deed het zonder erbij na te denken," voegde hij er aan toe. De eerste man keek hem verbaast en in de war aan. "Maar daarom gaan ze je nou toch niet achterna zitten ?" "Weet je dan niet wat een "zwart gat" is ?" vroeg de fan, hardnekkig proberend een gevoel van paniek te onderdrukken.
Te laat ontdekte hij de reproducties van oude trams die aan de muren hingen. Een subtiele verandering voltrok zich in de gezichtsuitdrukking van de vijf toehoorders. De fan stond op en probeerde richting deur te manoeuvreren.
Deze overlevenden zetten hun activiteiten ondergronds verder, maar ondanks alle voorzorgen werd er nu en dan toch nog eens een fan ontdekt,- ditmaal was het Edgar's beurt geweest.
"Grijp hem," fluisterde iemand, "het is geen tramfan. Ik denk dat het een science fiction fan is !" Terwijl ze langzaam op hem toekwamen ondernam hij een wanhopige poging om weg te komen, maar de voorbije achtervolging had hem zodanig verzwakt, dat hij geen schijn van kans maakte. Een krakende slag trof hem op zijn hoofd. Terwijl de duisternis hem omsloot, zag hij nog net dat hij een tik had gekregen met de stuurknuppel van een tram.
Zelfs nog vóór de fan zijn ogen opende, wist hij waar hij was. In de arena. Het beestachtige gekrijs van het dood-dorstige publiek, de geur van bloed en zand, en de wanhopige schreeuwen van de verslagenen waren dingen die hij liefst vergat, maar nooit had kunnen vergeten. Te dikwijls reeds had hij moeten toekijken, hoe zijn vrienden, -fans die gesnapt waren - in een gruwelijk gevecht als het ware in stukken werden gescheurd. Dat was toen de derde wereldoorlog uiteindelijk bewaarheid werd en het werkelijk de laatste strohalm was, waar de man in de straat, "Jan met de Pet", zich aan vastklampte. Ondanks het feit dat de wetenschap de tol die voor deze oorlog moest betaald worden op 1/5 had teruggebracht, was de wetenschap taboe geworden. Een uitvinder werd van de ene dag op de andere een misdadiger, voor wie de dood nog te goed was. De wereld keerde de wetenschap de rug toe, de gouden mogelijkheden die aan de andere kant van de regenboog lagen inbegrepen. Het was jammer genoeg een regenboog met de kleuren van atomische branden en menselijk bloed. En vandaar. Het menselijk ras was maar wat blij zich te kunnen laten wegzinken in een pseudo-barbarisme ... Behalve de fans. Zij waren er evenmin op gesteld zich te laten opblazen, maar fans zijnde, konden ze maar niet begrijpen dat de aarde geen enkele poging ondernam, zelfs niet voorzichtig probeerde,- zich een weg naar de sterren te banen. Zij begonnen zich te verenigen en acties te voeren tegen het verbranden van boeken, en vooral tegen het doden van de wetenschapsmensen. Nooit waren er zulke overtuigde fans geweest, gesterkt als ze waren door het feit dat het fandom eindelijk een DOEL had. Ze spanden zich zó intensief in, dat de rest van de bevolking zich eveneens ging organiseren, om zich dan tégen hen te keren. Hun acties waren spijtig genoeg feller en hadden meer resultaat, dit wil zeggen, vanuit hun standpunt gezien natuurlijk. In het jaar 1963 begonnen ze met het doden van elke fan die ze te pakken konden krijgen. Slechts enkelen overleefden het bloedbad.
Hij bleef enkele ogenblikken doodstil liggen, beseffend dat zijn dagen van gebaren-woordspelingen voorbij waren. Dan stond hij op. Hij was alleen in een kale betonnen cel, met enkel een reusachtige bewaker in zware uitrusting voor de deur. Door een kleine opening kon hij een gedeelte van de arena zien. Hij kreeg de tijd niet om zich een beter beeld te vormen, want de bewaker nam hem, - zodra hij merkte dat Edgar wakker was, bij de arm en zwaaide hem als het ware de arena in. Een oorverdovend gehuil steeg op uit de rijen toeschouwers. Suf en zwak werd Edgar tot in het centrum van de zonverlichte cirkel geel zand geduwd. Zijn lippen bewogen in een stil gebed toen hij gedwongen werd te knielen voor de loge van de leiders van het Wereld Evenwicht Korps. "Ghu help me, en mogen de geesten van Ackerman en Tucker, Willis en Hoffman, Slater en Clarke, kracht geven aan mijn laffe en zwakke spieren." Met deze fan zich nenkomst cert van
heilige woorden op zijn lippen draaide de om en bekeek zijn tegenstander, wiens binwas aangekondigd door een nieuw huilconhet publiek.
Hij wist reeds bij de eerste blik dat zijn nederlaag vaststond, want zijn tegenstander was gemakkelijk lm95, tegen Edgar's schamele lm75. Verder was de reus gewapend en gekleed in de gevechtsuirusting van de Vrije Amerikaanse Vredes Infanteristen. De letters VAVI vormde een blazoen op zijn borst, en ze schenen een gevoelige snaar te raken bij Edgar, die op dat ogenblik helemaal geen tijd had om zich aan een zelfstudie over te geven. Met een blinde overgave verstevigde hij zijn greep om het kleine zwaard dat hem in hand geduwd was, en stapte op de reus af. Met belachelijk gemak pareerde deze de zwakke aanval van Edgar en het volgende ogenblik lag de fan dan ook ontwapend en hulpeloos in het zand. Terwijl de reus knielde, het zwaard geheven, wachtte hij op een laatste gevoel van woede of frustratie misschien om dit verdwijnen uit de wereld van het fandem. "Zodra ik dit zwaard omlaag breng, schreeuw je," zei een zachte stem; Edgar opende zijn ogen eventjes, sprakeloos. Stomverbaasd zag hij een kleine draaiende propelller op de gouden helm van de krijger. "Mijn naam is James White ... ja, DE James White. Ik ben gekomen om je te redden, de laatste fan in Engeland, en je over te brengen naar New Fandom." "Maar alle fans zijn dood," stamelde Edgar.
7
"Onzin. Willis en Hoffman en nog een heleboel andere fans... Alle fans die verondersteld worden te zijn gedood in deze streek zijn daar."
land in vurig rode namaak-inkt en was hij op weg naar New Fandom, goed verborgen in de uitgestrektheid van de Okefenokee moerassen.
Edgar verloor het bewustzijn, en de menigte uitte haar goedkeuring met een extatisch gehuil, toen het zwaard neerkwam.
Enkele seconden later baadde de laatste fan in Enge-
(c) Bob Schaw 1953. Vertaling : M. Vanden Bosch.
fotokopie van de cover van het fanzine HYPHEN uit '53, waarin Bob Shaw 's verhaal gepubliceerd werd.
8
Kobalt, Cadmium, Kwik, Selenium, Talium, Berilium, Asbest en Lood : de metalen waaruit hun kleren samengesteld waren. En zilverachtige glans overheerste, met hier en daar een blauwe of gele glinstering. Ze kwamen uit alle richtingen toegestroomd om het Lied te horen. Het was het mooiste van alle Sirenen-Liederen. Ze voelden het zoemen in hun zielen. De Zangeres had een engelestem : wie zou haar kunnen weerstaan ? Zelf waren ze ook engelen; vluchtige, hemelse wezens die voor het oog van de gewone mens verborgen bleven, hun metalen schoonheid geheim houdend tot op de dag van de Première en ze samenstroomden voor het oog van het grote publiek. Ze waren frivool en ijdel, hun enige levensdoel bestond erin zich in schitterende metalen gewaden te hullen - om een levend kleed te worden, een levende decoratie.
Het zijn bacteriën.
Ze waren samengesteld uit verschillende groepen : een selenium-groep; een berilium-kliek; een kwikverbond; een asbest-cirkel. Ach wel, je was wat je droeg. Het verdiende ook geen aanbeveling om te intiem om te gaan met engelen die een metaal droegen dat niet in overeenstemming was met je eigen groep. Er bestond zelfs grote twijfel omtrent de vraag of de asbest-cirkel wel voldoende "in" was, voldoende metaal. Bezaten zij wel dezelfde luister ? Ondanks dat verschil, wreef je toch vleugels met hen, want zo was nu eenmaal de wet van deze wereld. Er was geen sprake van mekaar af te snauwen; engelen waren trouwens niet gemaakt om gedurende lange tijd aan iets te denken, behalve dan aan hun kleding. Tot op het moment dat het Lied weerklonk... Het kapselde hen volkomen in ! Ze werden erdoor gemagnetiseerd ! Waren ze wel goed genoeg gekleed voor de Première ? Absoluut ! Dan was het ogenblik gekomen om op engelen-vleugels naar het Opera-Huis te vliegen.
De Zangeres riep hen op Svengali-wijze, en op Svengali-wijze bracht ze hen in een trance - Haar Lied reikte tot ver buiten de muren van het Opera-Huis en beroerde hun engelen-zielen. Het zijn zware, beweeglijke bacteriën; zij dringen door lucht, water, voedsel, drank en het menselijk lichaam; terend op pollutie. Ze vlogen, drongen, stroomden samen in vol ornaat door de foyer en in het auditorium. De atmosfeer was doordrongen van Haar Lied, alhoewel het toneel nog leeg was, afgesloten door een hoog vurig gordijn, gemaakt van een dunne glasplaat in cilindervorm; want het toneel zelf was cirkelvormig, en bevond zich precies in het midden van een bolvormig auditorium. Alles wat ze tot nu toe gehoord hadden, - een tegemoetkoming van de directie, als aperitief en hors d'oeuvre, - was slechts een repetitie geweest, een opwarmingsoefening als het ware. Ondanks dat, belette enkel het glazen gordijn hen het toneel op te stormen waar Zij straks zou verschijnen. Zo sterk was hun verlangen. Zo sterk was ook de druk van de nieuw-aangekomenen achteraan. Er waren enkel staanplaatsen ! Histerie ! Ze klauwden mekaar op de rug, vertrappelden elkaar, kropen op elkaars schouders. Weldra stonden ze drie of vierhoog tegen de glazen wand aangedrukt. (Gelukkig dat hun kleren van metaal waren en zijzelf engelachtig licht !)
Zij zijn gepatenteerd door de micro-technologische afdeling van de firma Universal Recycling and Recovery Corporation.
Eindelijk verscheen er een luik op het toneel. Hieruit golfde een lied omhoog, en wat voor een lied. ENIG ! MEESLEPEND ! Uit de opening, kwam op een verhoging de Zangeres tevoorschijn. Ze klom hoger, hoger tot boven hun hoofden. Het glazen gordijn ging ook omhoog, ver
9
genoeg opdat ze eronder door konden , elkaar verdringend op het toneel, op elkaars rug klimmend, en langs de glazen wand omhoog drummend op hun engelenvleugels terwijl zij steeds verder omhoog klom naar het dak toe.
Iemand vroeg hoeveel het ding koste; en de barman grinnikte. "De Herwinningsfabriek zal aan ons dividenten uitbetalen in ongeveer een jaar. Natuurlijk zijn de eerste kosten geweldig hoog.
Zij zijn het organisch antwoord op de an-organische vergiftiging van de aarde door de industrie.
Al die genetische technieken - macro-microben zullen een campagne opbouwen tegen vervuilers...zichzelf besturende microben met vleugels... De herwinnings-afzonderingszuil is op zichzelf een ware triomf op het gebied van de micro-techniek..." Het was duidelijk dat hij de dode tijd tussen de bedrijven besteed had aan het bestuderen van de instructiefolder.
Het auditorium zelf was nu leeg, het voltallige publiek was samengepakt vlak onder de stijgende Zangeres. En het Lied begon te veranderen. Niet allen verlangden ernaar zo hoog te klimmen. Het was zo, dat hoge noten sommigen onder hen in een staat van ware euforie brachten, hen dwingend hoger te klimmen en fysiek dichter bij Haar te zijn; maar ook de lage noten bereikten sommigen, hen de ultieme vreugde schenkend in de lagere regionen van de zuil. Aldus vonden de verschillende groepen hun eigen niveau. Aldus werden Kobalt, Cadmium, Kwik, Selenium, Talium, Berilium, Asbest en Lood ieder op hun beurt de Schacht, de Kleed-cirkel, de Hoogste-cirkel en de Gallerij... anders gezegd een theater in de beslotenheid van de zuil, binnenin het grote theater. Op het ogenblik dat de Zangeres het dak bereikte, vulden zij de zuil volledig, laag op laag van metalen groepen. En op het moment dat Ze het dak raakte en ermee in contact kwam, vloeide een stroom vuur over hen in één enkele elctrische ontlading van Gallerij tot Schacht... Toen het rode lampje aanfloepte, schroefde de barman het deksel van de glazen bokaal, en verwijderde het metalen staafje (zichtbaar gescheiden ringen in verschillende kleuren van blauwen grijs en zilverwit) en mikte het in een opvangdoos onder de bar tot het zou opgehaald worden. Het kwam terecht tussen een hondertal andere zulke mini-staafjes. Dan stelde hij de machine opnieuw in, de centrale spil nogmaals tot op de basis zwengelend... Een licht gezoem herbegon; maar het werd overstemd door het geroezemoes van de operagangers die de bar bevolkten tijdens de pauze, gin-en wisky-glazen omklemmend.. Verschillenden onder hen hadden de aktiviteiten in de bokaal gadegeslagen, door middel van de vergrotende glazen wand. De machine was nog een nieuwigheid.
10
"Het moet nog volledig geautomatiseerd worden. Maar binnenkort heeft elk huis er een mijnheer ! Het is de enige veilige methode. Staatsmodellen o iedere lantaarnpaal naar het schijnt ! Veel beter dan een vliegenvanger, of niet ? Deze kleine diertjes vliegen recht je longen in en halen al het gif er zo weer uit, als ze het eerst al niet uit de lucht gehaald hebben." Hij leunde een en al enthousiasme over de bar heen. "Microben waren vroeger duivels, mijnheer - kleine dingetjes die je niet eens kon zien, ondertussen allerlei ziekten verspreidend. Nu zijn het engelen geworden. Wij hebben hen omgekocht." Toen ging de bel voor het derde bedrijf van de opera en het publiek zette wanordelijk de glazen neer en haastte zich terug naar het auditorium, jurken en smokings verkreukelend. Het vuurkleurige gordijn ging omhoog. De stem van de mezzo-sopraan galmde doorheen de zaal, hen betoverend. Een aria steeg op tot tegen het dak. Het publiek applaudiseerde wild. Ze voelden zich gezuiverd. Schoongewassen. Slecht enkelen keken omhoog naar de koepel van de operazaal, terwijl het applaus weergalmde, zich verbeeldend dat het schurend geluid dat ze hoorden, het geluid was van het dak van de zaal dat door een onzichtbare reuzehand losgeschroefd werd, hoog boven hun hoofden.
(c) copyricht Ian Watson 1979 Vertaling : M. Vanden Bosch.
De Vermaarde Geleerde sloot de overgordijnen voor de tuindeuren en keerde zich naar zijn gaste. De kamer leek opeens veel gezelliger met de ijzige nacht netjes weggemoffeld. Langzaam schreed hij naar zijn zetel bij de haard en zakte er behaaglijk in neer, stiekem glurend naar de benen van de Jonge Journaliste. Hij vroeg zich af waarom ze zo'n kort rokje droeg, want het was bitter koud buiten. Denkelijk was het een afleidingsmanoeuver om hem enkele nieuwtjes te ontfutselen in verband met zijn vrouw die hem verlaten had. Verloren moeite, de feiten waren geenszins sensationeel, en hij was ook niet van plan iets te verbergen. Maar niettemin... mooie benen ... Hij nam zijn bril van zijn neus, begon nauwgezet de glazen op te poetsen, en probeerde de benen - en dito strakke truitje - uit zijn gedachten te zetten. Zakelijk blijven, dacht hij, al is het maar een intervieuw voor "CHIC"-magazine en niet een afvaardiging van het Nobelprijs-comitée. Door de lenzen starend, merkte hij dat de Jonge Journaliste geduldig zat te glimlachen. Hij grijnsde nerveus...
Waar was ik gebleven", vroeg hij. "U begon net waar U dat prachtidee vandaan had." "Oh ... euh ... ja ... het idee. Wel, oorspronkelijk was het mijn idee helemaal niet. Mijn vrouw wilde dolgraag een bontmantel voor haar verjaardag en stond erop dat ik haar er een zou cadeau doen. En wanneer ze eenmaal iets in haar hoofd had, werd dat algauw een obsessie. Ze kon het niet laten elk gesprek in die richting te draaien, 's morgens, 's middags, 's avonds, maar ik deed alsof mijn neus bloedde. IK had het allang begrepen ... Maar ZIJ dacht van NIET, en zo ging het maar door en door ... Weet U, mijn vrouw was niet al te snugger en feeling voor mijn werk had ze helemaal niet. Ze begreep gewoon niet dat ik zo afwezig kon zijn; zo volledig geabsorbeerd door mijn experimenten. En ze beschouwde me als een mislukkeling omdat ik - ondanks al mijn kennis - nooit rijk geworden was." "Het idee ... ?", polste de Jonge Journaliste. "Daar komen we nog toe," replikeerde de Vermaarde Geleerde, die er niet van hield onderbroken te worden.
11
"Wel, ze zeurde maar door, tot het me op een dag te gortig werd en ik haar zei - nogal onbehouwen, denk ik... - dat bontmantels niet aan de bomen groeien. Dat was de druppel die het glas deed overlopen en ze snauwde me toe - eigenlijk zeer gevat moet ik zeggen : "Je zegt altijd van jezelf dat je de grootste geneticus ter wereld bent; waarom lààt je geen bontmantels aan de bomen groeien ?" "Dat was het dan," dacht ik. "Maar ... waarom eigenlijk niet ? Dat kon wel eens een zeer interessant projekt worden, wetenschappelijk gesproken dan ..." "Dat is gewoonweg fantastisch," zei de jonge vrouw, terwijl ze vlijtig haar notaboekje volkribbelde. Dit bewees eens te meer dat vleierij en benenwerk altijd de moeite lonen. Ze had nog nooit een wetenschapsmens geïntervieuwd, maar uit ervaring wist ze dat mannen van zijn leeftijd "CHIC" nooit au serieux namen. En in een vlaag van inspiratie noteerde ze een mogelijke titel voor het artikel : "NAAR DE ONTDEKKING VAN DEZE EEUW GEZEURD !" "In principe," ging de Vermaarde Geleerde verder,"... was het een zaak van lokale cytogenetische metamorfose. Wat ons te doen stond was het inbrengen van een kunstmatig chromosoom in het kurkcambium van de boom, waarna de celdeling gerevitaliseerd werd, wat zou leiden tot een symbiotische synthese van beide weefsels. Hun onverenigbaarheid werd omzeild door het afremmen van de specifieke reactiviteit van de gastheer, terwijl tegelijkertijd de algemene aanpassingsreactiviteit, kenmerkend bij embryonische inductie werd gestimuleerd ..." Hij stopte abrupt toen hij zich realiseerde dat de Jonge Journaliste stilletjes voor zich uit zat te staren, haar potlood balancerend op haar onderlip. "Kunt u ... eh ... nog volgen ?" mompelde hij. "Oh, ... ja, ... natuurlijk," antwoordde zij. "Gewoonweg fascinerend. Maar toch niet helemaal wat ik zoek. Ik ben er zeker van dat je een genie moet zijn om Uw betoog te volgen, om van begrijpen nog maar te zwijgen; maar wat is de betekenis ervan voor de modeindustrie ? Is het zo dat men geen levende dieren meer hoeft te doden voor het vervaardigen van bontjassen ? Onze lezers zijn dol op dieren en zeer bezorgd om hun voortbestaan. Bent U er zeker van dat Uw pelsen zo goed zijn dat ze niet van echte kunnen worden onderscheiden ?
"Mijn waarde juffrouw, ze zijn echt," verzekerde de Vermaarde Geleerde haar. "De pelsen zijn ontwikkeld door echte genen - onttrokken aan marters en luipaarden - te injecteren in bomen, zodat er, in plaats van schors zoals bij gewone bomen, pels op groeit. Wanneer de oude bast dan wegschilfert, zit er écht luipaardvel - of marter naar believen natuurlijk - onder. Natuurgetrouw ! En niet in zo'n onhandelbare vorm als bij levende dieren !" De Vermaarde Geleerde ademde diep, en de Jonge Journaliste voelde een nieuwe stortvloed van wetenschappelijk jargon aankomen. "Wat is dat voor een geluid ?" vroeg ze plots.
12
De oude man knipperde met de ogen, ademde zwaar uit en luisterde. Geen geluid te horen, behalve het ruisen van de wind in de bomen achter het huis. Het meisje glimlachte fijntjes. "Zal mijn verbeelding wel geweest zijn," zei ze. "Waar waren we gebleven ? Oh ja, U experimenteerde hier op U domein niet ? Uw vrouw zal wel erg geïnteressserd geweest zijn." De Vermaarde Geleerde lachte schamper : "Juist het tegenovergestelde. Ze was er van overtuigd dat ik de draak met haar stak en ik me opzettelijk idioot gedroeg. Ze dacht dat ik gèk was - en geloofde niet dat het mogelijk was, natuurlijk. Ze begreep er werkelijk niets van ..." De Grote Man negeerde deze oneerbiedige opmerking. "Enkele van de eerste bijverschijnselen waren vrij verbazend. Het hier en daar verschijnen van parenchymateuze celbundels ... de-differentiatie van de tunica ! Zelfs gemuteerde polyploiede cellagen in de xylem ! Sterke verkleuring in de bladeren en vooral toenemende elasticiteit van de takken. Ongelooflijk. Maar toen de schors volledig wegschilferde en liet zien wat eronder zat ... prachtige pelzen, volmaakt van kleur ..." Hij raakte zo meegesleept dat hij zich vooroverboog en haar strak in de ogen keek, zijn hand op haar knie. Ze kuchte taktvol, maar hij leek het niet te merken. Ten einde raad probeerde ze hem af te leiden. "Maar nu heb ik toch iets gehoord," zei ze. "Nonsens," antwoordde hij. "Er valt hier niets te stelen, weet U. De pelsoogst is binnen, dus,..." De Jonge Journaliste probeerde haar knieën te verschuiven. Dat hielp. De Oude Man besefte plots waar zijn hand zich bevond en werd vuurrood. Schuldig trok hij ze terug. Om zijn verwarring te verbergen, ratelde hij door : "Je kunt moeilijk bomen stelen, niet ? Het is wel zo dat ze zeer waardevol zijn ... eh ... als je aan de volgende oogst denkt ... dat is één van de mooie kanten van dit procédé... luipaarden, marters en andere van die lieve pelsdiertjes hebben slechts één vacht, maar mijn bomen ontwikkelen ieder jaar een nieuwe ... " Het klonk allemaal een beetje idioot. "Zolang ze maar geen bladluis krijgen," grapte de Jonge Journaliste, " ... of schurft. Maar voelde U zich niet bedroefd bij Uw eerste pelsoogst ? U die zo begaan bent met Uw werk en na eerst Uw bomen zolang vertroeteld te hebben, ze dan levend te gaan villen ?"
"Oh nee !", zei de geneticus verbaasd, "helemaal niet. Zet zoiets misleidend niet in Uw artikel, alstublieft! Bomen worden nooit overstuur, weet U. Hebben een zéér kalm karakter, bomen ... " "Maar het zijn toch niet helemaal bomen," argumenteerde ze. "Na de behandeling, bedoel ik. Ze zijn half luipaard, of half marter, of ..." "Het moet een grote schok geweest zijn voor U, toen ze U verliet ?" "De grootste teleurstelling die ik ooit had. Als ik geweten had dat mijn jonge hulp er met haar vandoor zou gaan ... Ik heb nog eens zo'n assistent gehad, jaren geleden. Wat een opluchting toen ie zijn hielen licht-
te. Kon geen Es van een Iep onderscheiden; laat staan de grondbeginselen van de genetica. Hij liep aldoor te mompelen over onnatuurlijke experimenten en hun kwade gevolgen ..." "Een beetje gelijk had hij wel," replikeerde de jonge vrouw. "Een Iep met een luipaard kruisen is nou bepaald niet doodgewoon."
En ik heb niks te verbergen ... Mijn bomen verkeren in perfekte gezondheid. Ik heb ze nauwkeurig bestudeerd na de oogst, en ik mag zeggen dat alles opperbest verloopt, behalve misschien een lichte verkleuring van de blootgestelde cellagen en de toenemende elasticiteit van het hout ... Bomen voelen géén pijn, weet U; zelfs de koude niet! Ik dacht dat U dàt toch begreep ..."
De oude "U bent als God dat ook
"Maar natuurlijk," suste de Jonge Journaliste. "Ik begrijp U volkomen. Wanneer verwacht U een nieuwe " oogst ?"
man bekeek haar streng en afkeurend. toch ook niet één van die lui die beweren, dat wilde dat bontmantels aan bomen zouden groeien, zo geregeld zou hebben, niet ?"
"Oh néé," suste de Jonge Journaliste, "Ik vind wat U verwezenlijkt hebt gewoonweg formidabel; werkelijk !"
De Vermaarde Geleerde had al dadelijk spijt van zijn voorgewende strengheid. "U bent een zeer inteligente jonge dame," zei hij, enigzins onhandig. Ze glimlachte onschuldig. Dat was een van haar specialiteiten waar ze geregeld voor oefende ...
De Vermaarde Geleerde was totaal van slag. "Ik zie dat U mij tenminste veel beter begrijpt dan HEN," zei hij. "U weet wat dit allemaal voor mij betekent heeft ... de lange, wanhopige strijd ... de opluchting bij succes. Ik had zo mijn twijfels, weet U. En toen brak de herfst aan, ... de blaren begonnen te vallen en de bast af te schilferen ... Experimentele genetica is zoiets als geblinddoekt schilderen... je weet wat je erin stopt, maar niet hoe het zich zal ontwikkelen en absoluut niet wat het eindresultaat zal zijn ..."
"Het lijkt wel op mijn kookexperimenten, " giechelde de Jonge Journaliste.
De oude man kalmeerde. "Volgend jaar," antwoordde hij, "maar dan zullen er een heleboel meer zijn ... mijn methode is toegepast op ganse bossen in de Ardennen ... Duizenden en duizenden pelzen...
De Jonge Journaliste zat al een hele tijd ongemakkelijk. Ze verschoof, masseerde zich de kuiten en kruiste daarna elegant de benen. Deze operatie trok de blik van de Grote Man aan als een magneet. Hij kon het gewoon niet helpen te staren ...
Laten we er een eind aan maken, dacht ze. "Zou U kunnen zeggen," zei ze vlug, "... dat Uw verwezenlijkingen voor zowel de wetenschap als de bonthandel een enorme stap vooruit zijn?" Heb ik tenminste één goeie verklaring, dacht ze terwijl ze nota nam en wachtte op zijn ja-woord. "Ah ...," zuchtte de Vermaarde Geleerde. Hij gritste zijn bril af en begon de glazen met overdreven ijver op te poetsen, zo zijn lustgevoelens van zich af zettend. Hij viel de ingebeelde stofdeeltjes wild enthousiast aan. "Wel ja...," ging hij verder," zo zou ... men het kunnen stellen, ja ..." Met een luid gekraak verspinterden de tuindeuren. Door de verbogen brokstukken waggelde een afgrijselijk bloedbevlekt creatuur, met wild zwaaiende takken. Kwijl droop uit de gapende scherpgetande muilen en zijn wortels kropen al over het perzisch tapijt.
"In géén geval," zei de Vermaarde Geleerde ernstig. "Geen half, nog zelfs geen kwart. Het zijn en blijven bomen, en die voelen niks. Alleen de nieuwe cellen van het cambium zijn dierlijk; alleen het buitenste laagje." "Maar ...," hield de Jonge Journaliste vol, "... het is toch juist dàt dierlijk laagje dat gevild wordt. Niet het plantaardige deel ..."
De Vermaarde Geleerde staarde bijziend over zijn schouder. "Natuurlijk ...," ging hij verder, zich afvragend wat al dat lawaai te betekenen had, "...vallen er nog één of twee kleinigheidjes bij te schaven ..."
De Vermaarde Geleerde klakte met de tong. "U mag zoiets niet zeggen. U doet té emotioneel, en in de wetenschap is er géén plaats voor emoties. Er is niets wreeds aan, en alstublieft suggereer zoiets niet in Uw artikel, anders krijg ik weer wekenlang obscene telefoontjes van die verdomde anti-vivisectionisten ...
(C) 1978 by Brian Stableford Oorspronkelijke titel "Skinned alive" Vertaling : Herman Ceulemans.
13
Brian
Stableford
Brian Stableford werd geboren in 1948 te Shiley in Yorkshire. Hij beweert van zichzelf dat hij een briljant pokerspeler en een expert in woordspelletjes is, en dat hij - als fysisch curiosum - zwemvliezen tussen de tenen heeft. Hij is grotendeels autodidact, maar werd bijgeschaafd door de Manchester Grammar School en de Universiteit van York, waar hij een graad in de biologie behaalde.
Onlangs werd hem tevens een doctoraatstitel overhandigd voor zijn thesis "The Sociology of Science Fiction". Op dit ogenblik doceert hij methodologie en sociale filosofie in de sociologie-afdeling van de University of Reading, en werkt tevens aan een "History of SF".
Bibliografie
CRADLE OF THE SUN (Ace 1969) THE BLIND WORM (Ace 1970) THE DAYS OF GLORY (Ace 1971) IN THE KINGDOM OF THE BEASTS (Ace 1971) DAY OF WRATH (Ace 1971) TO CHALLENGE CHAOS (Daw 1972) HALCYON DRIFT (Daw 1972) RHAPSODY IN BLACK (Daw 1973) PROMISED LAND (Daw 1974) THE PARADISE GAME (Daw 1974) THE FENRIS DEVICE (Daw 1974) SWAN SONG (Daw 1975) THE FACE OF HEAVEN (Quartet 1976) MAN IN A CAGE (John Day 1976) MINDRIDERS (Daw 1976) THE FLORIANS (Daw 1976) CRITICAL TRESHOLD (Daw 1977) REALMS OF TARTARUS (Daw 1977) MYSTERIES OF MODERN SCIENCE (non-fiction, Routlege and Kegan Paul 1977) WILDEBLOOD'S EMPIRE (Daw 1977) THE CITY OF THE SUN (Daw 1978) THE LAST DAYS OF THE EDGE OF THE WORLD (Hutchinson 1978) BALANCE OF POWER (Daw 1979)
HALCYON DRIFT, RHAPSODY IN BLACK, PROMISED LAND, THE PARADISE GAME, THE FENRIS DEVICE en SWAN SONG, vormen samen de "HOODED SWAN"-reeks.
14
THE FLORIANS, CRITICAL TRESHOLD, WILDEBLOOD'S EMPIRE, CITY OF THE SUN, BALLANCE OF POWER en THE PARADOX OF SETS (nog ongepubliceerdl vormen samen de "DAEDALUS"serie. REALMS OF TARTARUS werd als één volume uitgebracht in de V.S., maar is eigenlijk een trilogie, bestaande uit : THE FACE OF HEAVEN, A VISION OF HELL en A GLIMPSE OF INFINITY. Eind 1979 verschijnt bij Fontana Stabelford's volgende boek : THE WALKING SHADOW.
Vertalingen HALCYON DRIFT en RHAPSODY IN BLACK verschenen in het frans als LE COURANT D'ALCYON en RHAPSODIE NOIRE. HALCYON DRIFT verscheen in Italië als DARK NEBULA. HALCYON DRIFT, RHAPSODY IN BLACK en PROMISED LAND, verschenen in Duitsland als DAS WRACK IM HALCYON, DER SCHATZ DES SCHWARTZEN PLANETEN en DIE WELT DER VERHEISSUNG. MAN IN A CAGE verscheen eveneens in het Duits als SELBSTMORD IM ALL. Andere duitse vertalingen zijn : THE FLORlANS en CRITICAL TRESHOLD als PARADIES DES UNTERGANGS en SCHMETTERLINGE IM PARADIES. TEH FACE OF HEAVEN verscheen met als titel DIE ERDE UBER UNS.
THE RIGEL COMMANDO VS THE PHANTOM OF BRIGHTON
RAID DATA REF INFO
: : : :
Seacon '79 230879 (B) - 270879 (E) HQ COMDO TSF 50-11525 Comd SFAN
--------------Sgt Harry Fritz, USAF Project Blue Book reporting
------------------------Zoals jullie al lang vermoeden, gaat het hier om een poging de 37e World Science Fiction Convention samen te vatten in een paar honderd woorden. Een poging is tamelijk zwak uitgedrukt, want hoe beschrijf je in 's hemelsnaam vijf volle dagen convention en zo'n 135 programmapunten op bevattelijke wijze ? Het inrichtende Seacon komitee, olv Peter Weston, verdient de eerste lof voor hun uitstekende, gevarieerde en zeker overvloedige programmering. Je kan tenslotte 3200 aanwezige fans (5079 ingeschrevenen!) moeilijk verplichten allemaal naar dezelfde items te gaan kijken. Maar aan de andere kant maakte die variatie het dan ook weer moeilijk om alles te zien. Vaak liepen er vier of vijf onderdelen simultaan, zodat elke conganger zijn eigen programma kon (en moest) samenstellen. Opvallend was het grote aantal aanwezigen in het Metropole Hotel op woensdag. Nutteloos zou je denken, want je kon in geen enkele van de voor Seacon bestemde zalen binnen. De hotelbar echter kende zijn eerste grote succes en met onbekende fans een gesprekje aanknopen is nou ook weer niet zó moeilijk. De openingsceremonie donderdagnamiddag trok een volle zaal en werd opgeluisterd door de kortgerokte Caledonian Pipe Band die vooral onder de Amerikaanse gasten veel bijval kenden met hun traditionele Schotse muziek. De eregasten Fritz Leiber en Brian Aldiss, Harry Bell (fan guest) en Bob Shaw (toastmaster) werden er voorgesteld, maar zouden in de volgende dagen nog wel meer op het programma staan in diverse panels, speeches en intervieuws. Geen enkel conventieonderdeel was echt onderbezet (integendeel , vooral in de kleinere zalen en de filmzaal was het vaak duwen en trekken op een plaatsje te bemachtiqen), maar een viertal sprongen er toch uit in de omgekeerde zin. De fancy Dress Parade en de Hugo Awards ceremonie (waarover later meer) zijn er twee van. De andere twee waren de
previeuws van de films "Star Wars II : The Empire strikes back" en "Alien". Beide werden toegelicht aan de hand van dia's en een kort stukje film. De nadruk bij de dia's lag vooral op het maken van de films en van de clips kreeg je nauwelijks een idee waarover ze eigenlijk zouden kunnen gaan. But...the Yankees loved it ! (Raar volkje hoor !) Het eigenlijke filmprogramma (doorlopende vertoning) had niets echt nieuws te bieden, uitgezonderd misschien een preview van "The Quatermass conclusion" (een nieuw feuilleton) en de "Space movie", een documentaire van Tony Palmer met voorheen nog nooit vertoond NASA materiaal. Maar die werd voortdurend uitgesteld en waarschijnlijk zelfs niet vertoond. Enfin, ik heb ze toch niet meer gezien. De rest van de 34 geprogrammeerde films bestond uit ouwe koeien als "Star Wars", "Superman", "The man who fell to earth", "The car", "Phantom of paradise" "Invasion of the body snatchers" en andere belegen pellicule zoals "The man who could work miracles" en "Night of the eagle". De freaks van het kleine scherm konden terecht in de County Suite waar het videoprogramma liep en constant afleveringen van "Blake's seven", "Dr Who" en "The prisoner" te zien waren. Bij wijze van volledigheid heb ik me er, op een kalme morgen, door een paar nieuwe Blake's heengewerkt en me laten vertellen dat er mensen bereid gevonden waren om die ganse serie non-stop te blijven bekijken. Ook was er nog de Fanroom met zijn eigen programma en bar, en enkele mogelijk interessante discussies. Maar, fans kennende, werd het programma vaak niet gerespecteerd, zodat het reeds na de eerste dag een kwestie van geluk was als je al iets ervan kon meepikken.
15
De rest van het actieve programma chronologisch neer te zetten is natuurlijk onbegonnen werk, laten we het daarom bij de hoogtepunten houden. Fred Pohl is ongetwijfeld SF's vriendelijkste auteur en zijn speech "Report on the third planet" was even degelijk als zijn gesprek met Robert Silverberg, twee dagen later humoristisch was. Ik heb er ook enkele schitterende panels kunnen volgen die, en dit in tegenstelling, tot het oeverloze gezwam dat op de meeste Beneluxcons moet doorgaan voor panel, uitblonken in expertise. De deelnemers waren dan ook bekende namen van wie je tenminste mag verwachten dat ze weten waarover ze praten. Zo was er "Man's future in space" met Ben Bova, A.C. Clarke, Joe Haldeman en Norman Spinrad en "The alien condition", waarin beurtelings Greg Benford, C.J. Cherryh, Joan D. Vinge, Ian Watson en James White beschreven hoe zij er toe komen de buitenaardse figuren in hun romans zo levendig voor te stellen. Een ander interessant item was het voorlezen uit eigen werk. De auteurs in kwestie (o.a. Joe Haldeman, Ian watson, Fred Pohl, Lisa Tuttle en Joan D. Vinge) konden van de rustige County Suite gebruik maken om voor een klein publiek een selectie uit eigen werk te brengen. Gezellig was de vrijdagnacht die begon met een "Meet the celebrities"-party waarop alle aanwezige auteurs tegenwoordig waren en werden voorgesteld door Bob Shaw. Een prima gelegenheid voor een handtekening, foto of gewoon maar een babbel. De Star Dance Disco die volgde, liep uit tot in de vroege uurtjes en de, in de loop van de nacht, georgeniseerde danswedstrijd werd bovendien - en dit geloofd U vast nooit - nog gewonnen door Maria & Yves Vandezande, jawel, Uw eigenste editor ! De fles Glenfiddich was lekker, dank U. Maar de twee evenementen waar het meest naar uitgekeken werd, waren de Fancy Dress Parade zaterdagavond en de Hugo uitreiking zondag. Aan de Fancy Dress namen een veertigtal individuen, paren en groepen deel. Onder hen opvallend blote meiden, hoewel sommigen er toch erg hun best voor gedaan hebben. De meeste prijzen zijn echter naar
de Amerikanen gegaan die, naar het schijnt, de reputatie hebben erg professionele kostuums te ontwerpen en daar nog veel dollars aan besteden ook. De Hugo's daarentegen, hadden in feite een Britse aangelegenheid moeten worden, en niet alleen vanwege het feit dat Engeland dit jaar het gastland was. In bijna iedere kategorie was een werk van een Brit opgenomen, en da's jaren geleden. Ook dit jaar waren ze echter niet opgewassen tegen het Amerikaanse overwicht en alleen Bob Shaw mocht een Hugo ontvangen. Als beste Fan Writer dan nog wel. Chris Priest eindigde slechts derde in de Novella kategorie, Ian Watson kwam er bij de Short Stories helemaal niet aan te pas. "Maya" moest het bij de fanzines stellen met een tweede plaats, evenals Jim Barker bij de Fan Artiesten en de BBC's "Hitchhiker's guide to-the Galaxy", die de Hugo naar "Superman" zag gaan. (Uitslagen elders in dit blad n.v.d.r.) De Britten zijn echter niet de personen die lang treuren om hun verlies, getuige de diverse room- en suiteparties die duurden tot de (late) morgen. Dat was zo ongeveer het belangrijkste. Of zal ik nog vertellen van ... Zal ik nog vertellen van de twee Book Rooms die zo enorm waren dat je drie dagen en honderden ponden nodig had om alle standen te doen ? Of van de vijf bars die op strategische punten geopend waren, zodat je van de ene naar de andere kon wandelen en overal wel iemand vond die je kende ? Of van GoH Fritz Leiber die ik persoonlijk weinig gezien heb ? Of van de Art Show en in het bijzonder de Dragon's Room die werk bracht van pro artiesten en waar ik wel drie keer ben terug geweest om de tekeningen van Patrick Woodroffe te gaan bewonderen ? Of van al de Britten, Yankees, Aussies, Scandinaviërs en andere Beneluxers waarmee ik prettig, aangenaam en zelfs ernstig mee gepraat heb ? Of van het eten ? De drank ? De weinige uren slaap ? Nee, want je kan van vijf overvolle dagen Worldcon maar een klein aantal impressies onthouden en opschrijven. Maar goed was het wel. Voor één keer. Of misschien nog een tweede. Scandinavië in '83, remember ?
Polly Styrene, Rigel Commando Extraordinaire
---------------------+ Je loopt je een ongeluk van zaal naar zaal, want je hebt nog steeds Jerry Pournelle's handtekening niet op je "Autograph"-vel in je programmaboek staan. En niemand weet waar hij is ... + Je vindt eindelijk dat boek van Fred Pohl dat je al zo lang zocht, maar net te laat om hem nog aan te treffen bij de tafel waar hij juist een uur lang zijn boeken heeft zitten signeren ... + Je hebt net een matig boeiende film gezien en dan hoor je dat er ondertussen in een andere zaal iets ontzettend leuks gebeurd is ...
16
+ Je ziet A.C. Clarke eindelijk eens alleen staan zonder een groep bewonderaars om hem heen, maar als je de kans wilt grijpen om nou eens een goed gesprek met hem te gaan voeren kan je niks bedenken ...
+ Je ziet Lou Grauwels op een roomparty, op de wijs van een gek Vlaams liedje een meisje (gespeeld door Eddy Bertin) versieren, maar wat hij moet voorstellen kan je niet verstaan, want plat Vlaams is géén A.B.N ...
+ Je ziet dat Poul Anderson (die de Hugo zal uitreiken) duidelijk vermijdt dat hij Larry Niven (die de Hugo voor iemand zal accepteren) een hand moet geven of hem zelfs maar aanraakt, en je vraagt je af of die twee soms net geweldige ruzie hebben gehad. Maar niemand weet er de achtergrond van ...
+ Je luistert naar het hoorspel "The Hitchhiker's guide to the Galaxy" en je lacht je een ongeluk om de kolderieke grappen ("We're going into Hyperdrive now. That's an awfull feeling, rather like being drunk." "What's so awfull about being drunk?" "Ask a glass of water ..."). Maar als je daarover
nog eens wilt nalachen, blijkt dat geen van je vrienden het heeft bijgewoond ... Als men zo'n rijtje frustraties zo leest zal men zich ongetwijfeld afvragen : wat is nou in 's hemelsnaam de zin van zo'n Conventie ? Waarom gaan daar 3500 mensen naartoe ? Daar is eigenlijk maar één antwoord op, voor wie op Seacon naar het al genoemde hoorspel geluisterd heeft. Daarin heeft een computer drie miljoen jaar nagedacht over de vraag wat nou eigenlijk de zin is van het leven, de mensheid en alle dingen in het algemeen. Eindelijk heeft de computer het antwoord gevonden : Twee-en-veertig.
Major Jake Gatlin, USAF
-----------Je kan deze 37e Worldcon, die doorging te Brighton van 23 tot 27 augustus jl. ook diagonaal bespreken, zoals : "De Philip Strick Show was eigenlijk maar een slappe bedoening, terwijl de andere films nogal wat leden onder de miserabele kwaliteit van de apparatuur". Maar dan mis je wel één en ander. Laat ons dit daarom enigszins chronologisch houden. We kwamen dus aan in Brighton. Eigenlijk hadden we eerst enkele dagen in de Hoofdstad van het Imperium doorgebracht, maar daar kom ik misschien een andere keer op terug. Brighton is een luxe-badplaats, zowat het Oostende of het Knokke van Engeland. Net vóór de con hadden de plaatselijke middenstanders, in een roerend gebaar van collegiale samenhorigheid, besloten alle prijzen een stukje de hoogte in te drijven, waarschijnlijk met visioenen voor ogen van duizenden fans die toch ook moeten eten en slapen. Het Metropole Hotel was goed voor net iets minder dan 34 Pond Sterling per nacht. Reken daarbij dat we een nacht teveel hadden geboekt (waarschijnlijk onze schuld, maar betalen moesten we toch) en het feit dat ons gevraagd werd een Eurocheque in Belgische Frank te schrijven (aan een omwisselkoers van maar eventjes 77,95 fr per Pond !!), dan weet U wat we uitgegeven hebben. Volgende keer wantrouw ik dure Engelse hotels als de pest. Maar het heeft zo zijn voordelen in het conhotel te zitten, zoals we als doorgewinterde conreizigers al wisten, en dus... En waarschijnlijk staat hier dan een n.v.d.r. in de vorm van "HéHé" maar ja, de waterboiler op mijn kamer sprong dan ook niet na de eerste dag, zoals in het hotel van onze geliefde editor. Nou goed ... Even mijn verfrommelde programma bekijken om de zaken juist te hebben. Op donderdag 23 augustus hadden we om twee uur de inleidende ceremonies, waar ik me eigenlijk niets meer van herinner, waarschijnlijk omdat ik er niet geweest ben. We waren al ter plekke van de dag ervoor, juichend verwelkomd door een onverwachte schare Leuvense fans. Wat is de wereld toch klein !
Vlak na de middag was er een geïnspireerd panel met enkele van de goede Goden (Bester, Sturgeon, Williamson, Carr) over vijftig jaar SF. Tegelijk gingen andere even belangrijke gebeurtenissen door in andere zalen, zodat het moeilijk werd een keuze te maken, maar het woordspelletje "Call my bluff" (weerom met onze onovertroffen Holdstock) lokte veel publiek. Je kon Anthierens en Wies Andersen bijna horen zuchten. Over de toekomst van de mens werd nog gesproken door Clarke (veel persoonlijke fans, die man), Haldeman, en Bova, terwijl later een advance presentation gegeven werd van "Alien". Ik zat ook op de eerste rij voor de book auction, waar echt dure spullen van eigenaar verwisselden : 55 pond voor een handgeschreven versie van Cowpers "Piper at the Gates of Dawn" en dergelijke. De veiling werd o.a. geleid door Jack Chalker en de eeuwig jonge Rog Peyton. Tussendoor zag je dan wat vreemde figuren in de conzalen rondhangen, kon je fotos nemen van de al dan niet geliefde vedetten, en meer leuks. Wat opviel bij de mede-eregast Fritz Leiber was dat de man enorme voeten heeft. En ik bedoel werkelijk enorm, zo groot zelfs dat hij moeilijk kon gaan. En dan was er R.A. Lafferty, die ook al van woensdag aanwezig was en de hele tijd in de buurt van de bar rondhing. Zijn biografie vertelt dat hij SF begon te schrijven om van de drank af te raken, maar blijkbaar heeft het niet veel geholpen. Misschien net het omgekeerde resultaat. En de groep mensen, die zowat vijf jaar voorbereiding achter de rug hadden om tot Seacon te komen, slaagden er dan nog in alles redelijk vlot te laten verlopen, met de hulp van een legertje "Gophers" (loopjongens). Er werd zelfs gezorgd voor een dagelijkse publicatie, die elke morgen werd rondgedeeld en waarin kleine berichten en programmawijzigingen stonden. Zaterdagmorgen startte met nog meer bezoekers en een speech door L. Sprague de Camp over Conan, gevolgd door een gesprek tussen Chelsea Quin Yarbo en Fritz Leiber. Pas in de namiddag kwan de eregastspeech van Brian Aldiss aan de beurt, met een glunderende en snuitentrekkende Harry Harrison helemaal
17
vooraan in de zaal, op een stoel in het midden van de gangway. Goeie, ouwe Rob Holdstock was er uiteraard ook, en dan kan het nooit helemaal goed gaan. Ik geloof dat het bier werd getest in afwachting van de glorierijke Vijf Dagen, maar dat is alweer een andere historie. Wat ik me wel herinner is dat we woensdagavond in een uitstekend Grieks restaurant gedineerd hebben. De dag daarop waren we vrij vroeg uit de veren, hoewel alles pas in de namiddag begon. Uit gewoonte deden we inkopen, dit om de toegewezen financiële middelen (voor eten) niet teveel uit te putten met dure etentjes. Er moesten ook nog boeken gekocht worden, denk daaraan. Dat kon pas vanaf twee uur, maar Editor zal getuigen dat ik zowat als eerste aan de deur stond. Uiteindelijk resultaat (om jullie te doen likkebaarden) : Asimov's autobiografie, het boek over "Alien", enkele zeldzame pockets (Bradbury o.a.), wat bibliograpisch werk, waaronder een zeldzaam boek over Lovecraft; Thomas Disch nieuwste, "On wings of song"; Varley's "Titan" en meer van dat. Er was werkelijk teveel, en niets was er bijzonder goedkoop. In totaal twee verdiepingen met boekenstands doen je na enkele dagen eigenlijk zo'n beetje duizelen, temeer daar je nooit alles goed gezien krijgt. Temidden van deze boeken verwaardigden dan enkele groten een handtekeningetje te geven aan de kwijlende fanmassa, die dan eerst harde munt moest neertellen voor de grijnsende en handenwrijvende handelaars. Iedereen moet leven. Het echt mooie programmapunt van die dag was de voorpresentatie van de nieuwe Star Wars film : "The Empire strikes back", waarvan maquettes en zelfs een echt ruimteschip op ware grootte stond tentoongesteld in een zaal. Ik ben niet naar Superman gaan kijken, en ik heb slechts de twee eerste afleveringen gezien van "Quatermass and the pit". Kan iemand me vertellen wat er daarna gebeurde ? Diezelfde avond speelde een groep een toneelstuk gebaseerd op Sturgeon's "Some of your blood", terwijl enkele onmogelijke duistere films de grote filmzaal probeerden te vullen. Aha, vrijdag Met enige moeite vroeg uit bed, nou ja, acht uur of wat later. Om tien uur was er namelijk een panelgesprek met o.a. McCaffrey, Chandler en Niven over het schrijven van SF-series, waarna Peter Dickinson een geïllustreerde lezing gaf over draken. Andere zalen boden gedurende de hele convention verschillende tentoonstellingen van een menigte kunstenaars, die hun produkten probeerden te verkopen. De werkelijk mooie zaken, zoals van Thole, Foss, Achileos, waren echter niet te koop. Ook lazen verschillende auteurs voor uit hun werken en Silverberg las zelfs uit een segment van zijn nieuwe "Lord Valentine's Castle", dat als serie zal verschijnen in F & SF. Kijk dus uit voor dat tijdschrift, jongens ! Zaterdagavond werd gekenmerkt door een chaos, toen de Fancy Dress Parade werd aangekondigd. Eerst mochten de flitsfotografen hun gang gaan (figuurlijk eerder) en pas later mocht het grote publiek de kostuums zien en diegenen die erin zaten. Een FDP is een onvervreembaar deel van een grote con, en de verbeelding van sommige mensen gaat heel ver. Sommige kostuums waren eerder uitkleding dan verkleding (foto's bij
18
deze schrijver verkrijgbaar tegen woekerprijzen), maar over het algemeen was de kwaliteit hoog. Zondagmorgen werd gediscuteerd over Aliens en hun mogelijke bestaan, in een panel met o.a. Poul Anderson, Greg Benford en A.C. Clarke. Daarna was er een gesprek tussen Aldiss en Charles Platt, terwijl in een andere zaal gediscusieerd werd over de stand van SF in Frankrijk. In de namiddag hield Leiber zijn speech, terwijl heel wat fans de vier bars die de con en het hotel rijk waren, eer aan deden. Jammer genoeg kan je in Engeland op zon-en feestdagen pas na twaalf uur alcohol krijgen en ook maandag was daar een feestdag, zodat vele dorstige kelen uit eigen voorraad gingen putten (wat eveneens een misdaad blijkt te zijn als je het in het openbaar doet). Hugo-winnaar (maar dat wist ze toen nog niet) Vonda McIntyre zat eveneens in een speech, samen met Thomas Disch en Richard Cowper. Waar ik dan steeds aan denk is, ze zien er toch anders uit dan op hun foto (of indien je nog geen foto gezien hebt, zoals je van hen verwachtte dan...). Maar wat kan het je schelen, als ze maar goed schrijven. Was de FDP het hoogtepunt van de zaterdagavond, dan was de Hugo Award ceremonie die van de zondagavond. En dit gelooft U niet, beste lezer, ik ben er niet naar toe geweest. Kreten van ontzetting ! Neen, inderdaad niet, (nadat het geroezemoes is weggedeind). Kijk, dat zit zo : het banket is leuk, maar nogal duur en het eten is er verschrikkelijk slecht, werd me verteld. Dus ging ik niet. We trokken naar een film (The Stepford wives) en ik nam de moeite niet om naar de uitreiking van de Hugo's te gaan. Ik kreeg er toch geen, en daarbij, er zou gewoon teveel volk rondlopen. Toen de film gedaan was, slaagde ik er net in langs een overloop iets van de gebeurtenissen te zien en zowel de Hugo voor de afwezige John Varley als voor de aanwezige Vonda McIntyre te kunnen fotograferen. Die avond liep tot in de groene uurtjes, waarbij onze Guy Rens zijn eigen nummertjes opvoerde en voor ons aller pret zorgde. Daar we op maandag terug naar Londen gingen, maakte ik verder niets meer mee van het congebeuren. Er waren nog wat panels en toespraken, maar over het algemeen waren de interessante stukken voorbij. Wat dan nog ? Vierduizend ingeschreven, 3200 aanwezig, een beetje veel als je iemand wil proberen te ontmoeten en soms werden de zalen wat te klein. Maar alles verliep vlot en zonder ongelukken, behalve wat neervallende pinten, maar dat hoorde bij een test, uitgevoerd door enkele leden van SFAN : "kijk, we hebben de wet van Newton ..." En fans zijn toch wat apart. Neem nu Star Wars, waar zoveel averechtse kritiek op was in fanmiddens (die "parsecs", weet U nog ?). Nou, toen SW 2 uit de doeken werd gedaan was de massa gewoon niet te houden. Vooral de Amerikanen vielen bijna in onmacht. Wat zei je, Editor ? "Allemaal maften, die Amerikanen !" Waarbij ik instemmend afsluit. ========= Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Yves Vandezande - Gerben Hellinga - Guido Eekhout.
19
Orson Scott Card : "Hot sleep" (The Worthing Chronicle) Ace Books - 1979 - 407 pp. Y.V.
Deze jonge Amerikaan is dus geen familie van Mork van Ork's baas, waarmee de eerste woordspeling van deze recensie alvast de grond is ingeboord. Card komt uit Salt Lake City en schreef oorspronkelijk toneelstukken. Deze hobby zal hij waarschijnlijk gauw vergeten zijn, gezien het feit dat hij met zijn SF-verhalen betere resultaten behaalt en nog zal behalen. Hij debuteerde, net als tijdgenoot John Varley (en de rest), in de magazines (vooral Analog) met een aantal sterke kortverhalen , die hem de John Campbell Award voor de beste nieuwe schrijver van 1978 opleverden. "Hot sleep -(The Worthing chronicle)" is zijn eerste roman en werd bijna gelijktijdig uitgebracht met nog een ander boek van hem, namelijk "Capitol", een chronologische reeks verhalen en novelettes die tevens deel uitmaken van de Worthing kroniek. Die kroniek begint hier bij het dertiende levensjaar van Jason Worthing, expert astrodynamica in de dop en telepaat. Op de planeet Capitol, Jason's thuisplaneet, worden telepaten eenvoudig gelyncht als ze eenmaal ontdekt worden. Jason is dat pretje erg nabij, wanneer een leraar hem erop betrapt een wiskundetest té goed op te lossen. Maar dan is er Abner Doon, een man met een visie voor een betere wereld, die de geschiedenis van de toekomst zelf wil bepalen. Doon kan dat enigzins, door net zoals anderen die het kunnen betalen, gebruik te maken van Somec. Want nog meer dan de hoofdpersoon Worthing, is deze kroniek er een van Somec, een drug die de mensheid een zekere graad van onsterfelijkheid kan bezorgen. Door het gebruik van Somec, kan het menselijk lichaam jaren in "slaap" gehouden worden. Maar Somec wist ook het geheugen uit, waardoor er geheugentapes moeten gemaakt worden, die bij het ontwaken weer in de geest gespoeld worden. De Aarde is inmiddels een vergeten achterbuurt geworden en het centrum van de koloniewerelden is nu Capitol geworden, waar Jason zich opwerkt tot astronaut en tenslotte in een complot verzeild geraakt dat tot een Somecmonopolie moet leiden.
Volgens Doon's plan mislukt dit echter en worden de samenzweerders op een kolonieschip gezet en afgevoerd naar een maagdelijke planeet, ergens ver weg. Als kapitein hebben zij, uiteraard, Jason Worthing. Als het schip zijn bestemming bereikt, zijn de kolonisten nog intakt, maar hun geheugentapes werden beschadigd en bijgevolg verschijnen zij als volwassen babies op hun nieuwe wereld. Enkel Jason is nog compleet en hem wacht de taak God te spelen over zijn medereizigers en samen met hen een nieuw bestaan op te bouwen. Het tweede deel van "Hot sleep" gaat over deze nieuwe wereld waarin Jason inderdaad als God aanzien wordt en de vraag blijft : zal Abner Doon's Plan uiteindelijk toch lukken ? Bij deze vraag laten we het. Met het gebruik van de Somec behandelt dit boek een enorme tijdsspanne, maar zelfs Jason Worthing wordt oud... Orson Scott Card moet, wat mij betreft, zich niet al te veel zorgen maken over zijn broodwinning. Hij heeft alles in zich om een uitstekend auteur te worden.
In een aantal vingeroefeningen die betrekking hadden op deze roman ("Lifeloop" en "Breaking the game" in Analog), bewees hij reeds het moeilijke vak van kortverhalenauteur perfect te beheersen, maar op romanlengte heeft hij af en toe nog behoefte aan enkele time-outs. Niet verwonderlijk eigenlijk, zeker niet gezien het hier een future history roman betreft. Pijnlijker is het wel dat hij duidelijk uitgebreid te leen ging bij Asimov's Foundation, Haledeman's The forever war en van Vogt's The silkie (of denk ik dat maar ?) In ieder geval heeft Card met "Hot sleep" een indrukwekkende roman geschreven die, op een hoog tempo voortschrijdend, genoeg avontuur bevat om in één zitting uit te lezen. Misschien wel een kandidaat voor de Awards.
21
Garry Kilworth : "In solitary" Penguin 1979 - 139 pp Y.V. Op Lovancon, de eerste Leuvense con, was dit boek in de hardcoverversie in première te koop voor een spotprijsje. Ik geloof dat niemand er zich toen aan gewaagd heeft, achteraf bekeken wel een beetje sneu. Garry Kilworth is, ondanks zijn achtendertig jaar, toch weer zo'n auteur die meewerkt aan de heropstanding van de Britse auteurs, iets wat ik enorm toejuich, want ik prefereer de Britten toch nog altijd boven de meeste Amerikanen. "In solitary" is Kilworth's eerste roman (de tweede "The night of Kadar" verscheen niet zo gek lang daarna)en ondanks de betrekkelijke lengte toch een aardig debuut. De aarde is bezet door de Soal, een vogelachtig buitenaards ras, die de mens drastisch uitgedund hebben en hen ook verbieden contact met elkaar te hebben,
de sporadische voortplantingsritus uitgezonderd. Cave, één van de weinige aardlingen die met de Soal samenwerken, valt in ongenade en wordt vogelvrij verklaard. Hij is gedoemd tot een zinloos bestaan op de zandbanken tussen Engeland en Europa. Daar ontmoet hij echter Stella (hoe kan het ook anders) en samen trachten ze een revolutie tegen de Soal op gang te brengen, wat bijna onmogelijk is gezien het geringe aantal mensen die er nog overgebleven zijn. Maar hulp komt tenslotte uit een onverwachte hoek. Onverwacht vooral in die zin, dat in het verhaal dat eraan vooraf ging, geen enkele keer over die mogelijkheid gesproken werd. Dat is dan wel de enige fout die op "In solitary" kan geplakt worden, want voor het overige gaat het hier om een smetteloze roman.
Ian Watson - "The very slow time machine" Ace SF - 1979 - pp 244 R.S. Dit is Watson's eerste bundel kortere verhalen, met zaken die hij van 1973 tot 1978 publiceerde in SFMonthly, N.W. Quarterly, Ambit, Andromeda, Anticipations, Pulsar en andere bladen en bundels. Na de indrukwekkende reeks romans, waarmee hij ons
22
de laatste jaren verrastte, vormt een bundel van deze auteur uiteraard iets waar je naar uitkijkt, maar spijtig genoeg moet ik, voor mezelf, de mening bevestigen dat Watson's kortere werk beduidend minder overtuigt dan "The Embedding" of "The Jonah Kit".
De reden hiervan valt betrekkelijk moeilijk te omschrijven. Watson's kracht ligt m.i. in de eerste plaats in het stimulerend denkwerk dat uit elk van zijn romans blijkt, en ook in elk van deze verhalen wordt je getroffen door de briljante basisideeën. Watson is bovendien op allerlei plaatsen en gebieden thuis, wat maakt dat hij je terloops ook interessante beelden biedt van Japan of Afrika, Mexicaanse mythen of tantra. Voldoende om een veeleisende lezer te overtuigen zou je menen. En toch... Naar mijn gevoel faalt hij bij het afronden van zijn verhalen, die te vaak een wat mystiek karakter toebedeeld krijgen. Neem bv. het titelverhaal dat een zeer sterk basisgegeven heeft. Een tijd-sonde verschijnt onverwacht in 1985, met slechts een oude gekgeworden kerel aan boord. Hij blijkt vijfender tig jaar tevoren te zijn vertrokken naar de toekomst toe, maar omwille van bepaalde fysische wetten eerst een tijd het verleden in te moeten, om snelheid te winnen. Een golden-age idee, waaraan een auteur van die periode zó'n kluif gehad had. Immers, kontakt is uitgesloten, en de onderzoekers ervaren de reaktie van de ingesloten man in omgekeerde orde. Wel, zo'n dertig blz. verder zit je verward in Godsverwachting en dgl., waar je slechts met goede wil doorheen wor-
stelt en met de vage bijgedachte, dat je het wel niet zal begrepen hebben, hoewel het natuurlijk erg diepzinnig moet zijn. Een wat lang voorbeeld, dat ik slechts geef, omdat een en ander, mutatus mutandis, nagenoeg identiek geldt voor zowat de helft van de hier gebundelde verhalen. "The Röntgen Refugees" bv. dat inzet met een kosmische ramp, die slechts door de rijkere en beter beschermde minderheid van de wereldbevolking wordt overleefd, of "The Event Horizon", waarin een Arabisch telepaat/medium kontakt opneemt met een superieure geest, die in een "black hole" werd gevangen. Best geslaagd vond ik nog die korte "miniaturen", waarin Watson een heel andere sensibliteit raakt, als bv. de beide "Japanse" verhalen "Programmed Love Story" en "The Girl who was Art", of nog het bevreemdende, naïve "Our loves truly meridional", waarin de aarde plots echt verdeeld wordt in opgeschoten en ondoordringbare lengtegraden. Wat dan ook aantoont dat het niet zozeer het irrationele element is dat hier af en toe hindert. Kortom, een erg rijke bundel, boordevol erg mooie passages, die je aan het denken en aan het voelen zetten. Ook al ervaar je twijfels of gemengde gevoelens, herinner je dat dit tenslotte is "what SF is all about".
23
Andrew Stephenson : "The wall of Years" Futura 1979 - 384 pp Y.V. Met z'n bijna vierhonderd bladzijden, een waar banket én een gedurfd stukje vanwege de jonge Britse auteur Andrew Stephenson, die pas aan z'n tweede roman toe is. Waar z'n debuut "Nightwatch" deep-space aandeed, zoekt Stephenson het nu in tijdreizen en doet hij het jaar 880 aan, waar Koning Alfred de Deense indringers bestrijdt. Jerlan Nilssen hoort thuis in de 21e eeuw, maar heeft zich verplicht gezien, om samen met een aantal uitverkorenen te verhuizen naar de 26e eeuw, waar de aardbol er verwoest bijligt en zij verplicht zijn om in koepelsteden een nieuw bestaan op te bouwen. De reden voor hun gedwongen verhuis ligt in het feit dat er in paralelle 21e eeuwen oorlogen aan de gang zijn, die zich ook in hun wereld manifeste-
ren en er de samenleving naar de bliksem helpen. In de betrekkelijke rust van de 26e eeuw echter ontdekken Nilssen en de zijnen toevallig dat de baas van een concurerend genootschap , vanuit het verleden hun ondergang voorbereid. Nilssen en de psycholoog Yaer reizen vervolgens af naar 880 alwaar de boosdoener zich in het gevolg van Koning Alfred bevindt. uiteraard volgen nog een heleboel complicaties en zelfs ene schone, doch doofstomme jonge maagd komt er zich mee bemoeien. Een zware brok, ik zei het reeds, maar Andrew Stephenson bevestigt hiermee zijn talent en mag stilaan tot het gehalte van Priest, Holdstock en Watson gerekend worden. Een volwassen roman als het ware.
Fred en Geoffrey Hoyle : "The incandescent ones" Penguin 1979 - 156 pp Y.V. Nieuwe roman van vader en zoon Hoyle, waarmee ze een vruchtbare samenwerking voortzetten die ons reeds "Fifth planet"; "Rockets in Ursa Major"; "Seven steps to the sun"; "The molecule men"; "The inferno" en "The Westminster disaster" opleverden. Fred Hoyle is eveneens de man die samen met John Elliot "A for Andromeda" en "Andromeda breaktrough" schreef. Bijna was ik me gaan afvragen waarom dit boek als SF op de markt gebracht werd, want het eerste deel van "The incandescent ones" is een regelrechte thriller. Pas laat in het boek worden de aliens er echt bij betrokken.
Peter, een amerikaans student, gaat een jaar naar de universiteit van Moskou, waar hij "en passant" een vetbetaalde en gemakkelijke opdracht voor de amerikaanse veiligheidsdienst meepikt. Alleen, die opdracht blijkt niet zo gemakkelijk als hij aanvankelijk vermoedde. Hij ontmoet er zijn doodgewaande vader, die hem daar en dan bekend zelf een alien te zijn en moet vervolgens een soortement generator Turkije zien binnen te smokkelen waar de aliens hun ruimtebasis hebben. Ik kan van het boek eigenlijk niet meer zeggen, dan dat de Hoyles de verwachtingen weer ingelost hebben. Maar dat is niet verwonderlijk, want het zijn tenslotte allebei profs.
James Branch Cabell : "Figures of Earth" Ballantine Books, del Rey Fantasy Classic Mei 1979 - 290 pp Id. : "The Silver Stallion" Id. : Juni 1979 - 320 pp G.E.
Del Rey Books gaat dit jaar waarschijnlijk een deel van het werk van James Branch Cabell (18791958) heruitgeven, en "Figures of Earth" en het
24
vervolg "The Silver Stallion" zijn daar de eerste delen van. Verder volgen nog "Domnei", "The High Place"; "Something about Eve" en "The Cream
of the Jest". Zowat de helft van Cabell's vijftig boeken, behandelen de avonturen van Dom Manuel van Poictesme en zijn nakomelingen en de eerste delen verschenen oorspronkelijk al in de vroege jaren twintig. Romantiek en zwaardenspel zijn er verweven met toverij en magie, zodat hij werkelijk een geestesgenoot van Tolkien kan genoemd worden, echter minder bekend bij het grote publiek. Cabell werd in 1879 geboren in één van de meest aristocratische families van Virginia en zijn eerste verhaal werd gepubliceerd in 1902. Toen hij stierf had hij vijftig boeken nagelaten, waarvan een twintigtal pasten in de biografie van Dom Manuel : Achttien ervan met proza en twee non-fiction boeken. Om dit te bereiken had Cabell gebruik gemaakt van alle vormen van de moderne literatuur : sommige boeken uit de serie zijn romans, andere zijn verhalenbundels, één ervan is een toneelstuk, weer een ander een dichtbundel, en één begint als een bundel en blijkt dan uiteindelijk een complexe roman te zijn. Lin Carter, in zijn inleiding tot "Figures of Earth", gaat zelfs zover, dat hij Cabell de grootste fantasy-romancier noemt, in Amerika althans. Zijn verhalen en verzen verschenen slechts in de duurdere tijdschriften en in boekvorm, daar waar
andere fantasy-auteurs bijna uitsluitend aangewezen waren op de pulps. Dit gaf Cabeli een enorme voorsprong. Hij was overigens ook een heel ander auteur; gesofisticeerd, een intelligent artiest die schreef voor de betere klassen en de gevormde volwassenen. Zijn eerste zorg was een produkt van goede smaak af te leveren. Zijn verhalen en boeken verschenen temidden van de Amerikaanse literaire revolutie : tijdgenoten waren Dreiser, Hemingway, Pound, Wolfe, Fitzgerald, Lewis ... Daartegen stak hij af omdat hij nog een laat-romanticus was. Daardoor bereikte zijn fictie nooit het grote publiek en was hij van weinig invloed op de verdere literatuur. Wel werd hij bekend in de vrij gesloten kringen van ontwikkelde kenners van fantasy, en had hij een zekere invloed op enkele generaties auteurs, zoals : John Erskine, Paul Jordan-Smith, Claire Spotwood en in een meer ruimere zin op een reeks fantasy/sf-auteurs zoals Poul Anderson, David Keller, Sprague de Camp, Frits Leiber. Carter beschouwt "Figures of Earth" (1921) als Cabell's beste werk. De boeken beschrijven Dom Manuel's sociale klim van varkenshoeder tot mythische held, waarrond een cultus ontstaat na zijn dood. Het zijn zeer leesbare boeken voor de fantasy-fan en deze heruitgave bewijst, dat hetgeen Cabell schreef van blijvende waarde is.
Robert Onopa : "The pleasure Tube" Berkley SF 1979 - 212 pp G.E.
Het is prettig te kunnen zeggen, deze nieuwe auteur bevalt me, zijn stijl spreekt me aan, ik lees dat graag. Het betekent namelijk dat er nog nieuwe sterren komen opduiken in de SF-wereld. Nu geef ik toe nog nooit van Robert Onopa te hebben gehoord en het gebruikelijk "About the Author", ontbreekt in dit boek. Klassieke SF, dat in elk geval : een interweven van twee themas : de hoofdpersoon is net terug van een dramatische missie aan het verre uiteinde van het heelal en nu heeft hij recht op een verlof, een verblijf in de Pleasure Tube, een soort luxe-Disneyland, waar alle verlangens vervuld worden.
Maar zelfs daar blijft hem het spookbeeld achtervolgen van de ramp in de ruimte, die het leven kostte van verschillende bemanningsleden. Onopa werd af en toe geinspireerd door Pohl's "Gateway", het gebruik van newsflashes tussen het proza door toont dit aan. Ook landkaarten, ponskaarten en dokumenten maken van dit boek een visueel gebeuren, zodat het verhaal op deze manier wordt "geremd". Dit kan hinderend werken, doch Onopa integreert het visuele gedeelte goed in de vertelling. Een boek dus dat een belofte inhoudt.
Pamela Sargent (ed) : "More Women of Wonder" Penguin 1979 - 268 pp Y.V. Tweede deel in de reeks "Women of Wonder" van, voor en door de vrouwtjes uit het al zo kleine sf-wereldje. Samenstelster Sargent schrijft zelf ook, maar beperkt zich in dit deel tot de (uitgebreide) introductie,
waarin ze een kleine geschiedenis schetst van de andere schrijvende dames, op zoek gaat naar de rol van de vrouw in de sf en enkele beweegredenen opsomt die hen er toe aangezet hebben om sf te gaan schrijven.
25
Een degelijk stuk kritiek moet ik zeggen, behoort tot het beste dat ik tot nu toe over dames-sf heb kunnen vinden. De verhalen liegen er anders ook niet om, ze werden immers geschreven door het kruim van de amerikaanse schrijfsters, met als betrekkelijke nieuwkomer misschien Josephine Saxton. Leigh Brackett en C.L. Moore vertegenwoordigen in dit deeltje de baanbreeksters met respectievelijk : "The lake of the gone forever" (49) en "Jirel meets magic" (35). Uiteraard werden de hedendaagse super-
sterren ook niet vergeten : Ursula LeGuin met het superbe "The day before the revolution", Kate Wilhelm met "The funeral" en misschien wel de grootste feministe van allemaal, Joanna Russ met "The second inquisition". Joan D. Vinge en de enige Britse schrijfster Josephine Saxton, die al uitstekende verhalen publiceerde in New World, Orbit en New Dimensions, vervolledigen de bundel. "More women of wonder" is een prima manier voor al die macho's out there om eindelijk eens kennis te maken met enkele fijngeschreven vrouwenverhalen.
Shella Mac Leod : "Xanthe and the robots" Penguin 1979 - 255 pp Y.V. Volgens haar bio werd Sheila MacLeod geboren op The Isle of Lewis en is ze getrouwd met Paul Jones , een zanger die heel wat jaren geleden bij Manfred Mann zat. Steeds volgens haar bio is dit haar vierde boek, maar na lezing, vermoed ik dat het haar eerste flirt met het sf genre is. En laten we hopen, dat ze het meteen ook voor gezien houdt, want "Xanthe and the robots" is nou niet bepaald fijnkost te noemen. Xanthe is een (vrouwelljk) lid van een researchteam dat zich bezighoudt met het ontwikkelen van verschillende types robotten.
26
Ze zijn er al in geslaagd twee soorten te scheppen : de Pragmapractors, die conventionele handenarbeid verrichten en de Philophrenics, die geprogrammeerd worden om te kunnen praten, gevoelens te hebben en zichzelf te reconstruëren. De hamvraag is nu : mag het team deze robots nog verder ontwikkelen ? De oplossing wordt natuurlijk gevonden, zij het pas na meer dan genoeg bladzijden saaie literatuur, die me niet kon boeien. Als robotstory is dat boek wel echt de mist ingegaan.
Joe Haldeman (ed) : "Study war no more" Avon 1978 - 323 pp Y.V. Joe Haldeman, en da's common knowledge, komt uit een vrij recente lichting nieuwe sf-auteurs, die inmiddels alweer vervangen werden door knapen als Varley en Orson Scott Card. Maar wat mij betreft, mag Haldeman samen met Spider Robinson, best aanzien worden als leider van die vorige lichting. Met romans als "The forever war" en "Mindbridge" en de compilatie "All my sins remembered" op zijn actief, heeft hij op korte tijd bewezen een blijvend element te zijn, waarvan we het beste nog mogen verwachten. Haldeman is tevens Vietnam veteraan en dat weet hij maar niet te verbergen. De drie eerder genoemde boeken hadden de oorlog als centraal thema en ook voor zijn eerste werk als samensteller, is hij daar op teruggevallen. Tien verhalen van bekende mensen staan in "Study
war no more" en zo te zien is er geen enkel bij dat speciaal voor de bundel geschreven werd. Integendeel, Poul Anderson's "A man to my wounding" (59) en Damon Knight"s "Rule golden" (54) werden nog maar es een keer hernomen. Verschillende verhalen handelen zelfs niet eens over een oorlogsvorm, maar trachten een alternatief te geven dat helemaal naast het onderwerp zit. (The duelling machine - Ben Bova en Haldeman's "To Howard Hughes") Interessanter ware het geweest, om eens te kijken wat tien nieuwe verhalen rond dit onderwerp gebracht zouden hebben, i.p.v. tien oudere die allemaal al hun kracht bewezen hebben. Want goed zijn ze, stuk voor stuk, hoewel sommigen in "Study war no more" niet op hun plaats zijn.
George Alec Effinger : "Dirty Tricks" Doubleday - 1978 - 180 pp Ron Goulart : "Cowboy Heaven" Doubleday - 1979 - 185 pp John Crowley : "Engine Summer" Doubleday - 1979 - 182 pp Bob Shaw : "Medusa's Children" Doubleday - 1979 - 183 pp Chris Lampton : "Gateway to Limbo" Doubleday - 1979 - 184 pp G.E. Wanneer men weet, dat weinige amerikaanse gebonden boeken de lezersmarkt bereiken, doch voornamelijk naar de bibliotheken en scholen gaan, dan is het misschien te begrijpen, waarom uitgevers zoals Doubleday zoveel boeken van vrij lage kwaliteit kunnen uitgeven. Wat hen betreft, is de afname verzekerd en dus zoeken ze slechts naar leesbare boeken, waarvan de paperback-rechten eventueel kunnen doorverkocht worden aan andere uitgevers. Maar af en toe zit er een goed boek bij de stapel. Neem George Alec Effinger bijvoorbeeld, met een bundel van elf verhalen in F en SF : "New New York, New Orleans", waarin New York een vreemde transformatie ondergaat; "The Mothers' March on Extasy", waarin een dokter dissecties doet op mensen die het geluk zochten. "Chase our blues away", over een man die in zijn jeugd een bezoek had gekregen van zijn favoriete stripfiguur ... Dit alles beloofd van Effinger een belangrijk schrijver te maken en dat was al duidelijk toen zijn roman "What Entropy Means to Me" genomineerd werd voor de Nebula. Maar hij is meer een verteller van kortverhalen dan van romans. Ron Goulart is ... Nou ja, Ron Goulart. Een man die op alle mogelijke manieren van de pen leeft
en die wildvreemde SF schrijft, komisch, guitig, onmogelijk vreemd ... : Andy Stocker, werkende voor een talentenagentschap, achtervolgt Alicia Branble, de roddelschrijfster van Screen-freakmagazine, maar komt terecht in verwikkelingen omtrent Jake Troop, een wat oudere cowboyster, die één van Stokers cliënten is. Deze Troop is bezig een belangrijke film in de knoei te laten lopen, en Stoker moet gaan optreden met een namaak-Troop om er zeker van te zijn dat zijn cliënt hoe dan ook in staat is te acteren. Zie je de verwikkelingen ? "Engine Summer", is Crowley's nieuwste boek, na "The Deep" en "Beasts": een wereld van de toekomst met een sterk gereduceerde bevolking en een held die tijdens zijn zoektocht in de diepe geheimen van het verleden zal verwikkeld geraken. Over Bob Shaw hebben we het al voldoende gehad en het lijkt me dat deze man pas goed op dreef begint te komen, want ik zag verschillende nieuwe boeken van hem in de winkel. Deze dateert van 1977. "Gateway to Limbo" tenslotte, is van een, mij althans, onbekend auteur, die echter al een paar boeken achter zich heeft. "The Seeker" (met Dave Bischoff), "Cross of Empire" en "Cityscape" .
27
"Wordt vervolgd; striplexicon der lage landen" Samenstelling : Evelien en Kees Koudemaker Het Spectrum - 1979 - 255 pp G.E.
Het door Evelien en Kees Koudemaker samengestelde boek "Wordt Vervolgd", dat inmiddels werd bekroond met de Dolfijnprijs, is een werk dat bij ieder van jullie zou moeten te vinden zijn, ook al ben je geen strip-freak. Waarom ? Wel, in de eerste plaats werd het tijd dat er een degelijk boek verscheen over de Nederlandstalige strip. Danny de Laet deed het eerder al met het stripgebeuren in Vlaanderen geloof ik, maar dit boek bekijkt het geheel wat ruimer. De prijs is vrij fors, 545 Fr bij de eerste drie maanden en daarna nog hoger, maar dit is niet zo verbazend gezien de prijstrend van de boekenindustrie. De presentatie is afgewerkt; een reeks auteurs bespreken de hun nauw aan het hart liggende onderdelen;zo heeft Rob Zielschot het over de SF-strip, Jan Smet over het beeldverhaal in Vlaanderen en andere onderwerpen zijn o.a. politieke beeldverhalen, censuur, plagiaat, sex, religieuze strips ... terwijl ook een kort overzicht van de verdere Europese stripcultuur wordt gegeven. Dit deel beslaat in totaal de eerste honderd blz;
en de rest van het boek is een ware encyclopedie over de Nederlandstalige strip. Je zal er echter geen intros vinden voor "Kuifje" en "Robbedoes"bvb, misschien omdat deze bladen beschouwd worden als vertalingen van hun Franstalige zusterbladen. Dit is echter een tekortkoming, omdat ook Vlaamse tekenaars en auteurs voor deze bladen werken, maar ja ... Ik ben geen kenner, maar het overzicht van de Nederlandstaiige strip lijkt me vrij volledig te zijn en de research die door de samenstellers verricht werd moet groot geweest zijn. Uiteraard wordt het boek ook een kijkboek en is op dit gebied vrij aardig in zijn opzet gelukt: vele prenten, zowel in kleuren als zwart-wit sieren de tekst en worden effectief gebruikt om deze te illustreren. De Laet zal waarschijnlijk wel met trillende vinger op één of andere zere plek wijzen,waar een fout begaan werd, maar voor mij voldoet dit en er is dan ook nog het nostalgische gevoel van kijk eens naar al die oude helden die we hier terugzien. En uiteraard is het ook een goed naslagwerk.
Isaac Asimov, ea (ed) - "Dwergsterren" Bruna SF 100 - 1979 - pp 240 Y.V. "Dwergsterren" is een bundel die maar liefst vijftig verhalen (zij het dan zeer korte) bevat en werd uitgegeven ter viering van honderd Bruna SF uitgaven. De aparte SF-reeks ging in 1971 van start en bracht in die acht jaar overwegend werk van de bekendere (en dus veiligere) auteurs als Asimov, Heinlein, Simak, van Vogt en Frederic Brown. Wel wijdde zij enkele deeltjes aan betere schrijvers als Ellison, Silverberg, Spinrad, Ballard en op de valreep nog Edgar Pangborn. Ook moet gezegd, dat Bruna steeds makkelijk betaalbare uitgaven is blijven brengen, - dit in tegenstelling tot sommige concurrenten,- en daardoor momenteel de populairste SF-reeks te lande is. Wat dat laatste betreft gis ik natuurlijk maar, ik beschik over geen cijfers.
28
De verhalen van "Dwergsterren" gaan bespreken is onbegonnen werk, volstaat te vermelden dat het hier een selectie betreft uit de door Asimov, Martin Harry Greenberg en Joseph D. Olander samengestelde anthologie "100 Great Science Fiction Short Short Stories". De keuze werd gemaakt door Vince van der Linden (tevens redacteur van de Ganymedes bundels, een éénig initiatief), die er nog vijf Benelux auteurs aan toe voegde (waarbij ik me zit af te vragen, of die overige 55 verhalen uit de oorspronkelijke bundel dan zo slecht waren). "Dwergsterren" moet je gewoon kopen en niet alleen vanwege de luttele Fl. 8,50/BF 135. Wèl omdat hij in het voordeel van de fans werd uitgebracht.
Harry Harrison en Jim Burns "De reis van de Grospo" Rostrum-Haarlem - 1979 - pp; 115 (ill.) R.S. Hebben jullie ook vaak het gevoel, dat succes een dame is die steeds behoorlijk over tijd komt ? Je moet dit toch al hebben gedacht wanneer je de Beegees verkoopcijfers ziet halen, die zelfs voor een "Sergeant Pepper's" niet weggelegd waren, of wanneer je die of die schrijver nu met knoeiwerk op de bestseller-lijsten ziet, terwijl zijn betere werk vroeger nauwelijks aandacht kreeg ? Datzelfde gevoel overvalt je ongetwijfeld wanneer je er even over denkt, hoe bv. "Nightfall" destijds voor enkele centen te koop werd aangeboden, terwijl nu een tweederangsauteur als Harrison met een tweederangsverhaal in peperdure geillustreerde uitgaven te kijk wordt gesteld. Maar laten we vriendelijk blijven en sf. zijn recente topscores niet beknibbelen. Harrison verhaalt in "Planet Story" (oorspr. bij Pierrot Publ. te Londen) wat er allemaal gebeurt wanneer een geschifte ruimte-admiraal het in zijn hoofd krijgt om op een verre planeet een spoorbaan De uitvoering van het boek is zondermeer fraai te noemen, al ben ik persoonlijk minder gelukkig met zekere elementen van de vertaling. Admiraal Soddy wordt in het ndl. "Klojo" en het spoorbaan-aanleggende toestel Rragg wordt hier de "Grospo" van de titel. Waarbij je terloops noteert dat het niet
de Grospo is die hier reist, maar het treinstel met Edeldeel en "Klojo". Maar genoeg gevit op kleine details. Wat wil je echter meer van een bespreker wiens engagement zich stilaan beperkt tot een achterhoedegevecht tegen de menselijke domheid ? te laten aanleggen, om machinist te kunnen spelen. Hoofdfiguren zijn de wild-aantrekkelijke soldaat Edeldeel (ja, we zijn nu eenmaal de golden-age ontgroeid ...) en luitenant Polly Styrene, die terloops heel wat beproevingen dienen te ondergaan. Een kolderverhaal, met (spagetti-) western-reminiscenties, geschreven in de excessieve stijl, die we ook van Lafferty kennen en gekruid met oude en nieuwe grappen. Natuurlijk kenden we "Polly Styrene" al een hele tijd, maar ja : "something old and something new ..." Over het verhaal is daarmee zowat alles gezegd, waarbij dient toegegeven dat naar alle waarschijnlijkheid ook niet méér werd bedoeld. Burns' illustraties, waar het hier in grote mate om draait zijn overvloedig en bovendien erg mooi. Referenties naar Ernst en naar de hyper-realisten, maar ook naar Corben en Frazetta. Best is hij duidelijk als tekenaar van dieren, en wanneer je nader toekijkt vind je inderdaad allerlei animale elementen in zijn ruimtetuigen weer.
Bob Van Laerhoven - "Inner Smog" Kulturele Kring Mayerling - 1978 - pp. 96 R.S. Nieuw werk van Vlaamse auteurs vormt steeds ergens een evenement, en ik geef grif toe meer dan bijzondere aandacht te betonen , wanneer dit bovendien van Bob Van Laerhoven blijkt te zijn. Let wel, "Inner Smog" is niet direct SF, noch zuivere mainstream, doch een gewild experimentele brug tussen beide. Een uiterst valabel idee, al is hetvrij logisch- wel zo dat de (vaak wat conventionele) SF hierbij meer gerelativeerd wordt. De korte roman omvat in de eerste plaats een reeks opnamen, die worden toegeschreven aan een overlevende op Aarde (in feite een vertegenwoordiger van Triton), die tijdens zijn eenzame tocht door een Aziatisch woestijnlandschap zijn indrukken noteert, maar ook geleidelijk met zichzelf in het reine komt. Andere interpretaties blijven echter open, zoals uit lange (en vaak pijnlijke) persoonlijke passages duidelijk wordt. De techniek is deze die doorgaans met nieuwere SF geassocieerd wordt, met een aantal abrupte overgangen overwachte (en wel hoogstindividuele) tussenwerpingen vervreemdende monologen en zo meer. Geslaagdst hierbij is wel het "innerlijke" landschap, met de "droomreuzen".
Toch kan ik "Inner Smog", ondanks een aantal briljante bladzijden, als geheel niet volledig geslaagd noemen en wel om een tweetal redenen. In de eerste plaats omwille van de decalage tussen het groots opgezette decor en de aan dimensie missende peroonlijke problematiek die er wordt in geanalyseerd. Let wel, dat hiermee niet bedoeld wil zijn, dat slechts omvangrijker, politieke of sociale problemen tegen een kosmische achtergrond tot hun recht komen, maar wel dat hier voorgebrachte psychologische problemen reliëf te kort komen, of universaliteit, om het nog scherper te stellen. In de tweede plaats dan omwille van het tekort aan (zelf)beheersing, zelfkritiek en zelfs aandacht, dat uit heel wat, en vaak blz. lange passages blijkt. Bob kan erg ludiek te keer gaan, en hoogst spontaan associeren, maar laat zich werkelijk veel te ver meeslepen, wanneer hij bepaalde "bruitages" neerzet, kinderversjes en dgl. herneemt, of snel irriterende herhalingen pleegt. M.i. een pijnlijk gemis aan niveau, dat de betere delen van het boek omlaag haalt. Zelfs wanneer wordt gesteld dat deze uitingen de psychologie van de hoofdfiguur toelichten, dan blijft
29
(weer) die decalage met het om soberheid roepende decor, plus het feit dat bedoeld personage daardoor hooguit als hoogst a-typisch overkomt, zo de lezer inmiddels al niet tot het besluit kwam tegenover individualistische bekentenisliteratuur en dito woordkramerij te staan. Verbale (en sonore) barok, ben je geneigd te zeggen, en hierbij het oude advies te herhalen, dat suggestie
veel overtuigender is dan al te breedvoerige en te expliciete uiteenzettingen. Eenvoudiger gesteld, play is cool, Bob !
De 1979 Nebula Award Winners :
lart, Avram Davidson, Charles L. Harness, D.M. Rowles, Raylyn Moore, John Jakes, Hank Davis, Edmond Hamilton en Leigh Brackett, Mildred Downey Broxon, Joseph Green, Robert Shekley, William E. Cochrane, Nelson S. Bond, Orson Scott Card, Robert Wissner, Charles Platt, Algis Budrys, Edgar Pangborn.
Roman
: Dreamsnake - Vonda McIntyre
Novella
: The persistence of vision - John Varley
Novellette
: A glow of candles, a unicorne eye Charles L. Grant
Short story : Stone - Edward Bryant +++++
Harlan Elllson's monsteranthologie "Dangerous visions" krijgt nu definitief haar derde (en laatste) deel : The Final Dangerous Visions. Dit derde deel zal bestaan uit drie volumes en wordt door Putnam gepubliceerd, volgend jaar. Volgende auteurs zullen er hun werk in opgenomen zien :
Waarbij bij wijze van besluit dient aangemerkt dat de teleurstelling hier evenredig voortvloeit uit de omvang van de gemiste kans en dat dus vooralsnog zeker niet dient gewanhoopt.
Boek 3 : Daniel Keyes, Cordwainer Smith, Pamela Zoline, The Firesign Theatre, Steve Bates, Vonda McIntyre, Frank Herbert, Graham Charnock, Doris Pitkin Buck, Frank Bryning, Michael Moorcock, Wallace West, William Kotzwinkie, Octavia Butler, Tom Reamy, Laurence Yep, Alfred Bester, Robert Thurston, Steven Utley, Graham Hall, Edward Bryant, John Varley, Joe Haldeman, Harry Harrison, Janet Nay, Geo Alec Effinger, Fred Saberhagen, A.E. van Vogt, Stan Dryer, Gordon R. Dickson, Michael Coney, Jack Williamson. Het wachten is nog steeds op een nederlandse vertaling van de originele Dangerous Visions.
Boek 1 : James Gunn, Bob Shaw, Bruce Sterling, Delbert Casada, Mack Reynolds, A. Bertram Chandler, Anne McCaffrey, Grant Carrington, Lisa Tuttle, Patricia C. Hodgell, Ward Moore, Daniel Walther, Richard E. Peck, G.C. Edmondson, James Sutherland,Richard Wilson, Howard Fast, Joseph Pumilia, Leslie A. Fiedler, Manly Wade Wellman, Felix C. Gotschalk, Doris Pischeria, Jerry Pournelle, John Morresey, Arthur Byron Cover, Robert Thom, Wilson Tucker, Raul Judson, Gerard Conway, Craig Strete, Chan Davis, Robert Lilly, Jack M. Dann, Michael Bishop.
Boek 2 : Ian Watson, Gordon Eklund, Anthony Boucher, Susan C. Lette, David Wise, P.J. Plauger, Clifford D. Simak, Langdon Jones, Jonathan Fast, Leonard Isaacs, Philippe Curval, John Christopher, Ron Gou-
30
++++++ De twaalfde literaire Reinaertprijs voor nog niet eerder gepubliceerd werk werd toegekend aan Vincent van der Linden. Hij ontving deze prijs (honderdduizend Belgische frank - ± zevenduizend gulden) voor zijn roman "De weg naar Middelsing". Deze Reinaertprijs wordt om de twee jaar uitgereikt en dit jaar was een bedrag van 175.000 BF ter beschikking gesteld. "De weg naar Middelsing" speelt zich af op de planeet Ankorag, waarvan de bewoners niets meer weten van hun Aardse afkomst. De reis die Osen Easen, de hoofdfiguur, maakt is een odyssee die hem door vele gebieden voert en in aanraking brengt met lieden van allerlei slag. Het bekroonde werk verschijnt eind dit jaar.
Ballantine Books heeft de paperback en hardcoverrechten van "The Empire Strikes Back" (het vervolg op Star Wars) en "The Making of The Empire Strikes Back" verkocht aan Sphere Books in Engeland, waar deze uitgever voor de Britse editie zal zorgen. Het bedrag, dat niet gespecifièerd wordt, is het hoogste dat tot nu toe door een Britse uitgever werd betaald voor een uitgave. Irvin Kershner zal de regie van de film doen, met dezelfde acteurs, en Gary Kurtz produceerd het hele ding. George Lucas is executive producer en hij heeft de romanversie geschreven, gebaseerd op een script van Leigh Brackett en Larry Kasdan. Het boek verschijnt bij Ballantine del Rey in de lente van 1980, terwijl de film in de USA in mei zal uitkomen. Een ander boek "Han Solo at Star's End", verscheen enkele maanden geleden eveneens bij del Rey (gebonden) en werd geschreven door Brian Daley. We zullen nog wel meer spin-offs krijgen, zolang SF voor de grote media een kaskraker blijft. -------------Ook David The Omen Seltzer's nieuwe boek, dat begin 79 verscheen bij Ballantine, zal verfilmd worden : "Prophecy" heet dat ding. De regie is van John Frankenheimer en de film komt deze zomer uit. In juni volgt dan de première van "Goldengirl", naar een boek van Peter Lear, over een atlete die drie gouden medailles wint op de Olympische Spelen van 1980 maar op een duistere manier gedirigeerd wordt door een groep promotors, en waarschijnlijk speciaal "gefokt" is voor dit doel. -------------Ik heb vorig jaar nogal lovend geschreven over "Inherit the Stars" van James P. Logan en de man bewijst
geen ééndagsvlieg te zijn. Hij schreef later nog "The Genesis Machine", en "The Gentle Giants of Ganymede" en deze zomer verscheen nog een boek van hem "The Two Faces of Tomorrow" eveneens bij del Rey books.
+++++++ John Barry, Academy Award winnaar voor Star Wars, overleed op 1 juni l.l. te Londen. Hij werkte aan "The empire strikes back", opvolger van Star Wars. +++++++ Robert Heinlein's nieuwe roman, zoals we reeds eerder meldden, is eindelijk verkocht. "The number of the beast", zoals het monster heet. zal hem zo maar eventjes 500.000 dollar (ruim 15 miljoen BF) opbrengen. De aanbetalingen zullen over tien jaar gespreid worden. Gelukkige winnaar werd uiteindelijk Fawcett Books. dit na een veiling waarin Pocket Books de enige andere kandidaat was. Fawcett is van plan het boek in 1980 op de markt te brengen als trade paperback. De roman zal met kleurentekeningen geillustreerd worden. ++++++ DE 1979 HUGO AWARDS. Roman Novella Novelette Short Story
: : : :
Dreamsnake - Vonda McIntyre The persistence of vision - John Varley Hunter's Moon - Poul Anderson Cassandra - C.J. Cherryh
31
A L I E N
A L I E N
20th century Fox, 1979 Brandywine-Ronald Shusett-produktie
Futura/Orbit, London, 1979 door : Allan Dean FOSTER naar het scenario van Dan O'Bannon 253 blz. plus 15 kleurfotos op 8 blz. 90 pence (zonder fotos) of 1 pond (met fotos) verschijnt oktober bij Bruna, ca. 256 blz. plus fotos ; 365 BF.
Regie Ridley Scott Scenario: Dan O'Bannon Orig. verhaal Dan O'Bannon & Ronald Shusett Met : Tom Skerritt, Sigourney Weaver, John Hurt, Ian Holm, Veronica Certwright, Harry Dean Stanton, Yaphet Kotto Muziek : Jerry Goldsmith Produktie Gordon Carroll; David Giler en Walter Hill
'In space no one can hear you scream'... In de ruimte hoort niemand je gillen ! Een denderenae slogan voor een knap gemaakte en boeiende SF-griezelfilm, die helaas door de publiciteit wel wat té veel opgepept geworden is als hét kassukses na 'Jaws' en 'Star Wars' en noem maar op. Daardoor verwacht men automatisch meer dan deze uiteindelijk blijkt te kunnen bieden. Maar zover het verhaal nog niet overbekend is, laten we dit vlug even beschouwen (en wees gerust, lezer, als U de film nog niet zag, ik zal geen verrassingen weggeven). Het ruimteschip Nostromo is een kolossaal sterrenvrachtschip dat een cargo van twee biljoen ton ruwe olie vervoert, komende van de uiterste rand van de galaxy en op weg terug naar de aarde. Aan boord zijn zeven mensen (vijf mannen en twee vrouwen) en een kat, allen in diepvriesslaap. De scheepskomputer, 'Moeder' genaamd, ontvangt een noodsignaal uit de ruimte, verandert van koers en wekt iedereen. De meeste van de bemanning zijn daar niet mee gediend, maar
32
zien zich door de reglementen gedwongen te landen op een vreemde planeet vanwaar het noodsein komt. Daar ontdekken ze een neergestorte onaards ruimteschip, een versteende alien, en een soort broedkamer. Bij het onderzoeken daarvan wordt een van hen aangevallen door een onaardse parasiet of symbioot die zich aan zijn gezicht vasthecht. Het wezen blijkt niet te verwijderen, zelfs niet operatief want zijn bloed is een metaal-vernietigend zuur. De Nostromo vertrekt weer, en zet koers naar de aarde, nadat de bij de landing gehavende motoren zo goed mogelijk hersteld zijn. En dan begint het natuurlijk ; na enkele ontstellende en bloederige gebeurtenissen blijken ze opgescheept te zitten met een 'achtste passagier' ( de kat niet meegeteld), namelijk een 'alien', een onaards wezen dat voortdurend van gedaante verandert, praktisch onvernietigbaar blijkt, en dat een voorkeur heeft voor mensenbloed en vlees. Tot zover is de film praktisch hard-core SF geweest, met zeer veel mooie shots van het ruimteschip, de komputer, en een (wel wat vage) tekening van het leven aan boord.
Te betreuren valt hierbij dat bv. het personage van de komputer, 'Moeder', nooit verder uitgediept wordt, daar zaten erg veel mogelijkheden in tot satire en humor die nu verwaarloosd worden. Ook van H.R. Giger's werk kon véél meer gebruik gemaakt zijn : wie Giger's wonderbaar mooie of afzichtelijk -makabere kijkboek 'The Necronomicon' kent, of wie de vele detailfoto's zag in diverse tijdschriften (bv. het speciaal nummer over de produktie van 'Alien' van Métal Hurlant) of zelfs de filmfotos in het boek ziet, wordt enigszins teleurgesteld. Alles in de film blijft in een mysterieus waas gehuld, wat wel de sfeer van naderende doem benadrukt, maar we hadden toch graag dat werkelijk helemaal onaardse ruimteschip eens wat beter bekeken, en de versteende onaardse auto-piloot (of wat het ook precies is) komt zelfs geen enkele maal duidelijk in beeld. Maar zeuren is natuurlijk altijd gemakkelijk, en laten we eerlijk zijn, de trukagespecialisten hebben zeer goed werk geleverd. De aktie is het eerste uur wat aan de trage kant maar dit wordt ruimschoots goedgemaakt door de vizuele attrakties, de lang uitgewerkte shots, die een goed idee geven van de uitgestrektheid van het enorme ruimteschip. Al zijn deze shots dan ook vaak uit dergelijk bizarre hoeken genomen dat men zich wel eens afvraagt wélke vorm de Nostromo nu eigenlijk precies wel heeft. In het tweede deel van de film (want hij duurt zowat 1 h 50') komt dan de zuivere aktie aan bod, en al worden de gruwelmomenten (de aanval in het onaardse schip, de geboorte van de alien) niet meer overtroffen, dan wordt dit toch goedgemaakt door zuivere suspens in een strijd op leven en dood tussen de bemanningsleden en de ongrijpbare alien. Ook hier wordt veel te weinig gebruik gemaakt van Giger's kreaties : slechts op het slot krijgen we de alien enkele malen in beeld in zijn laat-
ste gedaante-fase, en dan lijkt hij wel wat teleurstellend na de in angst en schaduwen gehulde fragmentaire beelden die ons nu en dan gegund werden. Ook in dit gedeelte ontbreekt de humor niet, zoals de man die 'Poespoes' roepend zijn dood tegemoet gaat, de uiteindelijke realisatie waarvoor de alien zijn slachtoffers gebruikt (feitelijk een cliché van de horrorliteratuur), de houding van de komputer tegenover de laatste overlevenden, en natuurlijk de taferelen met de vernietigde robot die onvermijdelijk doen terugdenken aan de ingevroren kapitein in de film 'Dark Star' van dezelfde produktieploeg. Bijster origineel is het verhaal dus niet, het lijkt zelfs helemaal weggelopen uit de goedkope tweederangs-horrorfilms van de vijftiger jaren. Denk maar eens aan "It ! The Terror from Beyond Space' van Robert E. Kent uit 195B, naar een scenario van Jerome Bexby : in dit onbenullig maar wel boeiend gemaakte B-filpje keert een ploeg astronauten in hun ruimteschip terug naar de aarde, maar aan boord blijkt zich een bloeddorstige martiaan verborgen te houden (een soort humanoïde dinosaurier met primaire intelligentie maar wel voorzien van een degelijk weerwolfgebit) die het op hun leven gemunt heeft. ALIEN als dusdanig is verre van een hoogtepunt in de SF-film, het is wél een zeer mooi gemaakte en zeer onderhoudende SF-horrorthriller, die de kijkers niet veel tijd laat om over enkele ongerijmdheden na te denken, en die hem zelfs regelrechte absurditeiten als zoetekoek doet slikken door de vaart van de aktie. Meer dient er uiteraard niet verwacht te worden van een ontspanningsfilm.
33
sen, die het best in zich hebben ? Er tegen opzien ? Het te moeilijk vinden, niet durven ? Ik ben zelf ook een stuk of zes keer met een verhaal-poging begonnen, maar vind het vreselijk moeilijk. Toch heb ik dat rare, niet-uit-te-roeien-gevoel, het wél te kunnen, als ... ik misschien (meer) zou weten, hoe een goed verhaal "technisch" in elkaar moet zitten, waar je allemaal op moet letten, waar het aan moet voldoen, enz. Niet om nou in de kortste keren direkt een groot Schrijver te worden met grote Honoraria en eervolle prijzen, maar gewoon om de Gein en omdat het Leuk is en Uitdagend, ja, Prikkelend zelfs. En ik denk, dat er zo onder U nog veel meer mensen te vinden zijn. Daarom komt weer die vraag boven : hoe krijg je te weten hoe een verhaal in elkaar zit en aan welke voorwaarden een goed verhaal moet voldoen, en ... hoe anders, goede of grote schrijvers dat nou doen. Het antwoord blijkt erg simpel te zijn. Gewoon, door een kursus "Korte SF-verhalen schrijven" op te zetten c.q. te volgen! Speciaal voor leden van SF-verenigingen en lezers van SF-fanzines, enz. De motivatie is er al, gezien de gezamelijke en vaak ook nog fanatieke belangstelling voor hetzelfde verschijnsel : SF ! Zo'n kursus moet bij voorkeur plaatsvinden in een regio, omdat het gewoon praktisch is als de deelnemers dicht bij elkaar wonen, zodat het ook scheelt in de reiskosten. Bij deelname van ongeveer 15 personen (max.) vanuit een bepaalde regio is zo'n kursus erg goed te organiseren.
Beste mede-SF-fans,
(Ede, 28/6/79)
Net zoals velen van jullie, wil ik ook allerlei dingen doen om meer mensen belangstellend te krijgen voor SF, maar ook om de kwaliteit van de SF in Nederland (en België) te verbeteren. Nu is daar iets bijgekomen. Ik zou willen bereiken, dat meer fans een kortverhaal of zo willen gaan schrijven. Ik heb me dan ook suf zitten piekeren, hoe dat nou zou moeten en ik denk dat ik een haalbaar en leuk idee heb gevonden, om met name mensen, die het wel in zich hebben een goed verhaal te maken, of meer, maar waarbij het er nog niet uitkomt, te stimuleren en op weg te helpen. Naar mijn idee is er bij déze mensen kennelijk een stimulans nodig om hen over de (laatste) drempel heen te helpen. De verschillende verenigingen en(hun) fanzines, proberen althans ook van alles om hun leden/lezers zover te krijgen, zelf ook eens een verhaal te schrijven en op te sturen, maar ... dan moeten ze het wel kunnen enz.! Hoe komt dat nou, dat het er niet uit komt bij men-
34
Zo'n kursus kan bestaan uit een 12 bijeenkomsten,een bepaalde hoeveelheid huiswerk -uiteraard- en kennismaking met een drietal schrijvers, die elk een 4 keer optreden als docent of adviseur, begeleider of kritische praatpaal. Om uit de kosten te komen (voor het honoreren van de docent-schrijvers, evt. zaalhuur, porto, materiaal, enz.) kost de deelname pakweg 12 gulden per persoon, per keer. Ter vergelijking: een kursus "Korte verhalen schrijven" bij het Nederl. Talen Instituut kost ongeveer 30 gulden per les. De inhoud van de kursus betreft natuurlijk niet alleen de taalkundige aspekten en de schrijf- en verhaaltechniek (wellicht het belangrijkste!), maar ook wetenswaardigheden over verschillende stijlen en genres binnen de SF, veel grote schrijvers, wat geschiedenis en stromingen. De kursus kan bestaan uit drie delen : 1) inleiding/ lesstoftaal/stijlen/informatie - 2) uitproberen met veel huiswerk (ja, ja) - 3) competitie-element en kritische diskussie tussen deelnemers en met docent over elkaars pogingen. En dan nog iets : ik zou ontzettend graag willen dat ALLE verenigingen dit SAMEN zouden willen ondersteunen, omdat het voor ALLEN van belang is! Ideaal zou zijn als de kursus door allen SAMEN zou worden georganiseerd. En weet je, nogmaals, ik weet zeker dat juist dit een aantal mensen over de drempel heen zou kunnen helpen. Dus : gewoon DOEN! Laat eens horen wat jullie hiervan vinden, zowel lezers als schrijvers! Reakties bij mij, maar vooral aan redakties van tijdschriften of fanzines. Succes !
André J. Stolp Hogerhorst 31 - 6714 LB Ede - Nederland. RED. : Het is je misschien niet bekend, maar in Amerika wordt dit soort van cursussen al jàààren gegeven. De bekendste is wellicht de Milford Workshop, opgezet door Damon Knight en Kate Wilhelm. Heel wat be-
kende namen zijn daar de afgelopen jaren gastdocent geweest en er zijn zelfs bundels uitgegeven met uitsluitend verhalen die het resultaat waren van de Milford lessen. De, bij mijn weten, recentste vond doorgang tussen 6 en 27 augustus 79 en heel wat dichter bij ons, nl. in Londen. Voor onze nationale auteurs die vonden dat ze nog wat konden bijleren een sublieme kans dus. En dat extra mondje Engels is ook altijd meegenomen. De onkosten bedroegen 225 pond, alles inbegrepen behalve eventuele boeken. Docenten waren Brian Aldiss, Robert Sheckley, John Brunner, Chris Priest, Ian Watson en E.C. Tubb.
Beste redactie,
(05/08/79)
Ik ben nog maar een paar nummers geabonneerd op Uw tijdschrift en dat komt omdat ik voorheen het bestaan ervan niet kende. Ik wou daarom langs deze weg even reageren op uw juni-nummer. Allereerst wil ik stellen dat de hoge kwaliteit van Rigel me aangenaam verrast heeft, zowel inhoudelijk als grafisch. Jullie kunnen gemakkelijk concureren met een aantal amerikaanse tijdschriften die ik vroeger las. Ik heb nl. een aantal jaren in Groot Brittaniê gewoond, alwaar ik uitsluitend Engelse en Amerikaanse SF las. Het juni-nummer had drie goede verhalen van binnenlandse schrijvers, vooral van J,P. Léwy zou ik wel meer willen gepubliceerd zien. Maar de eigenlijke reden van mijn schrijven is het artikel "Een herinnering aan Londen" van Guido Eekhaut. Ik was terdege geschokt bij het lezen van dergelijke negatieve opmerkingen over Engeland. Dhr Eekhaut meent voortdurend te moeten stellen hoe duur alles er wel is en hoe dit allemaal toch écht véél te duur is. Terwijl iedereen weet dat Engeland voor een buitenlander een héél goedkoop land is. Zeker als je weet dat de gemiddelde Brit slechts
Leiden, 8 augustus 1979 Aan : alle betrokkenen Beste vrienden en vriendinnen, hoezeer het me ook spijt, de kogel moest door de kerk : de organisatie van de NCSF/SFAN.KKSF-verhalenwedstrijd om de KKA 1979 is - wat mij betreft de laatste geweest. Enige maanden geleden al heb ik her en der geïnformeerd om een forse gegadigde te vinden die mijn taak -inrichting van de sf-verhalenwedstrijd om de King Kong Award - voor 1980 zou kunnen/willen overnemen. Jammer, maar ik heb niemand kunnen vinden. Dat neemt niet weg, dat ik vrijwel gedwóngen ben met de organisatie te stoppen. In de eerste plaats is er natuurlijk het feit dat ik dit werk 4 jaar zo goed mogelijk heb proberen te doen (en nieuwe bezems
Maar om zoiets nou nationaal te organiseren ... De organisatie zelf zou nog doenbaar zijn en cursisten zou je waarschijnlijk volop krijgen (de samensteller van dit blad als één der eersten bijvoorbeeld) maarre ... welke Benelux SF-auteur (of auteurs) kun je in 's hemelsnaam vragen om daar enig degelijk onderricht te komen geven ? Nou ? Ik mag, in naam van SFAN, wel zeggen dat wij je voorstel met raad en daad zouden willen steunen, maar dan zouden er erg stevige en concrete initiatieven moeten genomen worden, en dat zie ik persoonlijk nog zo vlug niet gebeuren. Enne ... als je dàt gevoel hebt, dan moet je schrijven en schrijven en blijven schrijven!!!
de helft verdient van wat een Belg maandelijks opstrijkt. Ook vond hij zijn Londens hotel te duur en te slecht. Ik ken het hotel in kwestie niet, maar ik kan me inbeelden dat, als je op bezoek in Londen bent, zo'n kamer toch slechts dient om er te slapen en niet om er de ganse dag in door te brengen. Maar blijkbaar moest dat hotel ook nog dienen om indruk te maken op een Brit, die waarschijnlijk wel beter weet. Als dhr Eekhaut toch zo spaarzaam is én tegelijk zo op luxe gesteld, dan kan hij beter niet op reis gaan. Long Knife - Deurne RED : Long Knife ? Long Knife ? Jij Long Knife, ikke Kapotte Robot zeker ? Sommige mensen zijn inderdaad spaarzaam en als Eekhaut dat op papier wil zetten, dan is dat zijn zaak. De bedoeling was een artikel over Londen te schrijven voor mensen die naar Brighton gaan en nog nooit in Londen geweest zijn. Maar laat dit de rest van je Rigel niet vergallen en blijf stug doorlezen. Guido stelt voor : scheermes en fietsketting, middernacht zaterdag, onder de spoorwegbrug.
vegen schoon); doorslaggevend is echter dat mijn baan (leraar nietwaar) het komende jaar onverwacht veel inzet en problemen met zich mee zal brengen. Tijdgebrek,dus. Kortom, ik hoop dat het verenigingsleven sterk genoeg zal blijken om de King Kong Award, die me vanzelfsprekend bijzonder ter harte gaat, ook de komende jaren in stand te houden - ten dele zonder mijn overkoepelende medewerking. Graag zag ik dat de verenigingen zich beraadden over een enthousiaste opvolger/ster, en dat liefst (uiteraard) op zo kort mogelijke termijn. Ter ondersteuning van een eventuele nieuwe sterke Man of Vrouw : zowel Leo Kindt (publiciteitsverzorger) als Jan Veldhoen (geldverzamelaar) - beiden hebben werkelijk uitstekend werk verricht - hebben toegezegd hun taak ook in 1980 te willen uitvoeren. Uiteraard zal ik zelf mijn opvolger/ster met raad en daad terzijde staan.
35
Over een nieuwe opzet heb ik natuurlijk nagedacht. Zo ben ik bereid jaarlijks een aparte KKSF-prijs van ca. 150 gulden uit te loven voor het deelnemende verhaal dat ik het beste vind ; ben ik bereid, zo vaak men wil, in een jury plaats te nemen, of een bijdrage te leveren in de KKA-voor- en nazorg. Andere activiteiten zijn denkbaar. In elk geval zal zich een "werkgroep" over de zamelijke KKA-verhalenwedstrijd moeten buigen juryleden voor de KKA 1979 had ik al verzocht beelden te leveren. Wat in elk geval vermeden dient te worden, is
36
ge: denkde
opheffing van de KKA-verhalenwedstrijd : de belangstelling van schrijvers, uitgevers én fans is te groot om te negeren. Nogmaals, na afhandeling van de KKA '79 moet ik mijn taak als afgelopen beschouwen : ik hoop dat jullie daarvoor begrip hebben. Met vriendelijke groeten, Rob VOOREN Hoge Rijndijk 14-A 2313 KJ Leiden
================================================================================== ================================================================================== IJK - BELANGRIJK - BELANGRIJK - BELANGRIJK - BELANGRIJK - BELANGRIJK - BELANGRIJK - BELANGR ================================================================================== ================================================================================== EUROPA AWARDS OP EURCON VIJF !!! ================= Van 1 tot en met 4 mei 1980 gaat te Stresa (Italië) de vijfde Eurocon door en bij die gelegenheid zal het organiserend comitée de "EUROPA AWARDS" uitreiken.
Dit zijn onderscheidingen die aan vier kategorieën worden gegeven:
SF-Literatuur, Illustratie, Dramatische Kunsten en Tijdschriften.
Deze traditionele toekenning lokte bij gelegenheid van vorige Eurocons felle kritiek uit, die door het inrichtend komitee ten volle wordt bijgetreden. Het volstaat even de relatieve onbekendheid te herinneren aan de juryleden met bepaalde taalgebieden, de afwezigheid van professionele publicaties in andere, het feit dat het aanwezige publiek overwegend tot het inrichtend land hoort en andere praktische bezwaren.
Om hieraan in zekere mate tegemoet te komen, vroeg het inrichtend komitee dit jaar per land en per taalgebied (dus in ons geval nederlandstalig België) een erelijst op te stellen, waaraan een zo breed mogelijke lezerskring zou deelnemen, dus ook de "thuisblijvers".
In dit verband hadden wij graag een beroep gedaan op U. Gezien het feit echter dat het inrichtend komitee deze lijst graag op 1 december in zijn bezit zou hebben is enige haast geboden.
Daarom verwach-
ten wij Uw voorkeuren ten laatste op 25 november.
De vier kategoriën zijn : SF-Literatuur, Illustratie, Dramatische Kunsten en Tijdschriften. Zend ons een lijstje met vier namen, die volgens U de beste SF auteur is, de beste illustrator, de beste dramaturg (denk ook aan luisterspelen) en welk het beste tijdschrift. Dit alles onder vermelding "EUROPA AWARDS".
Het adres voor België is : Paul TORFS Van Trierstraat 54 2000
ANTWERPEN
=============================================================================== =============================================================================== EINDE BERICHT - EINDE BERICHT - EINDE BERICHT - EINDE BERICHT - EINDE BERICHT—EINDE BERI =============================================================================== ===============================================================================