3010 Kessel-Lo 3010 Kessel-Lo Sofie Luyten energieplus
Um [W/m²K]=0,76 Verwarming
Rendement [%]=75,0 Energieverbruik [kWh/jaar.persoon]=691 module toegepast
nee
module toegepast
nee
1.0.4
Technische fiche G.0
Algemeen
Algemene gebruiksaanwijzing Gebruiksaanwijzing voor uw energieadvies
Het energieadvies dat u in handen hebt, bevat heel wat belangrijke informatie over het energiegedrag van uw woning, zowel wat de kwaliteit van de thermische isolatie (FICHE E1) betreft als inzake het energetische rendement van het verwarmingssysteem (FICHE S1) en van de productie van sanitair warm water (FICHE S4). Het bevat een aantal voorstellen tot verbetering (FICHE E2, E4, E6, S2, S4) aangepast aan uw woning, met inbegrip van een raming van de besparingen die ze met zich mee zullen brengen. Als u daarom verzocht hebt, bevat dit document ook de fiches over de evaluatie van de problemen van oververhitting in de zomer van uw gebouw (OPTIONELE MODULE ZOMERCOMFORT, FICHE E4) evenals over de evaluatie van de kwaliteit van de ventilatie (OPTIONELE MODULE VENTILATIE ; FICHE E7). U krijgt hierbij eveneens technische informatie over : • de indicatoren voor de evaluatie van de energieprestaties (FICHE G4) ; • de gebruikte terminologie (FICHE G4) ; • de normen die van toepassing zijn (FICHE G4) ; • de uitvoering van de voorstellen tot verbetering (fiche E3, E5, E7, S3, S5). Verder vindt u in het advies een lijst van de adressen, de publicaties en de financiële stimuli die verkrijgbaar zijn in uw gewest (FICHE G3), informatie over de geldende regelgeving (FICHE G3) evenals een fiscaal attest waarmee u de kostprijs van het uitgevoerde energieadvies fiscaal kunt aftrekken (FICHE G5). Deze informatie bevindt zich in uw dossier in de vorm van fiches, gerangschikt volgens drie categorieën. Die fiches zijn georganiseerd als volgt :
Categorieën fiche Gebouwschil
Algemeen
Systeem
E0 Gegevens en informatiebronnen
G1 Synthese Identificatie van het onderzochte gebouw, prestaties van dat gebouw en effecten van de voorgestelde maatregelen
S0 Gegevens en informatiebronnen
E1 Energetische evaluatie van de gebouwschil E2 Voorstel tot verbetering van de gebouwschil E3 Technische fiche(s) gebouwschil E4 Evaluatie en verbetering van het zomercomfort (optioneel) E5 Technische fiche zomercomfort (optioneel) E6 Evaluatie en verbetering van de ventilatie (optioneel) E7. Technische fiche ventilatie (optioneel)
G2 Opmerking(en) van de auditeur G3 Voor meer informatie Lijst van de steunmaatregelen, adressen en publicaties verkrijgbaar in uw gewest G4 Aanvullende informatie Beschrijving van de evaluatie indicatoren, glossarium
S2 Voorstel tot verbetering van het verwarmingssysteem S3 Technische fiches verwarmingssysteem S4 Evaluatie en verbetering van het systeem voor de productie van sanitair warm water S5 Technische fiches sanitair warm water
G5 Fiscaal attest * G6. Bijlage - Samenstelling van de wanden
E8. Bijlage - wandstructuren
*
S1 Energetische evaluatie van het verwarmingssysteem
KAN ENKEL GEBRUIKT WORDEN ALS DE AUDIT BETALEND IS
G.1.1. Algemene synthese
Algemeen
Identificatie Adres onderzocht gebouw :
3010 Kessel-Lo
Aanvrager :
3010 Kessel-Lo
Auditeur :
Sofie Luyten energieplus
Evaluatie huidige situatie Gebouwschil Verwarmingssysteem
Um [W/m²K]=0,76 Verwarming
Rendement [%]=75,0
Sanitair warm water
Energieverbruik [kWh/jaar.persoon]=691
Zomercomfort (optioneel) module toegepast (voor meer details over deze module, zie fiche E.4)
nee
Ventilatie (optioneel) module toegepast (voor meer details over deze module, zie fiche E.6)
nee
Theoretisch totaalverbruik van het gebouw Reëel totaalverbruik van het gebouw (voor de interpretatie van deze waarden, zie fiche G.1.2 hieronder)
28.967 kWh 30.227 kWh
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
G.1.1. Algemene synthese
Algemeen
Evaluatie in gerenoveerde toestand
Gebouwschil Verwarmingssysteem
Verwarming
Bespaarde energie [%]
Terugverdientijd [jaar]
41,7
68,5
30,9
7,8
Totaal van de realiseerbare energiebesparingen voor de gebouwschil en het verwarmingssysteem mits alle aanbevelingen in dit energieadvies toegepast worden
Sanitair warm water
62,0%
81,0
12,0
Opmerking(en) De gegevens over uw woning worden opgenomen in een gegevensbank van de Vlaamse overheid, zodat de Vlaamse overheid met behulp van deze gegevens statistische analyses over het gebouwenpark in Vlaanderen kan uitvoeren. Uw persoonlijke gegevens worden op geen enkele manier openbaar gemaakt. In overeenstemming met de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer, worden alle persoonsgegevens die u ons bezorgt u op uw verzoek medegedeeld en, indien u het wenst, gecorrigeerd (02 553 46 00).
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
Technische fiche G.1.2
Algemeen
Algemene synthese Opmerking met betrekking tot de interpretatie van de verbruikscijfers en de besparingen in dit advies
Theoretisch en reëel verbruik van het gebouw Het huidig energieverbruik van het gebouw werd bepaald in het kader van deze energieadviesprocedure. Er worden twee waarden voorgesteld :
Theoretisch verbruik van het gebouw Dit theoretische verbruik gaat uit van een gestandaardiseerd gebruik van het gebouw. Er zijn tal van hypotheses uitgewerkt om tot deze waarde te komen. Het gaat daarbij onder meer om de binnentemperatuur van het gebouw, de manier waarop het gebouw wordt geventileerd, het buitenklimaat enzovoort. Dit theoretische verbruik is dus een intrinsiek kenmerk van het gebouw en van het huidige verwarmingssysteem, los van de reële bezetting van het gebouw. Deze waarde kan sterk afwijken van uw reële energiefacturen en maakt het onder meer mogelijk om gebouwen onderling te vergelijken door het bezettingseffect te neutraliseren.
Het reële verbruik van het gebouw Dit reële verbruik wordt bepaald op basis van de energiefacturen. Deze waarde houdt dus rekening met de reële bezetting van het gebouw (binnentemperatuur, gedrag inzake ventilatie enzovoort). Deze waarde wordt enkel bepaald indien effectief representatieve facturen beschikbaar zijn. Als dat niet zo is, is het voorgestelde reële verbruik gelijk aan de waarde van het theoretische verbruik van het gebouw. Alle energiebesparingen die voorgesteld worden in dit advies zijn berekend ten aanzien van dat reële verbruik. De voorgestelde besparingen zijn dus gepersonaliseerd en houden rekening met uw reële situatie.
Voorgestelde besparingen in dit advies Er zijn verscheidene fiches beschikbaar met informatie over de energiebesparingen die gerealiseerd kunnen worden mits de in dit advies geformuleerde aanbevelingen toegepast worden. Die fiches bevatten de volgende informatie : • realiseerbare energiebesparingen uitgedrukt in kWh ; • realiseerbare energiebesparingen uitgedrukt in % ; • realiseerbare besparingen op de energiefactuur, uitgedrukt in euro ; Deze besparingen houden rekening met het type brandstof (gas, stookolie enzovoort) dat wordt gebruikt, evenals met de prijs ervan ; • de terugverdientijd van de investering. Dit begrip drukt de rentabiliteit van de investering uit en geeft aan op hoeveel jaar men met de jaarlijks gerealiseerde besparingen de gedane investering terugverdient. Dit begrip houdt geen rekening met de comfortaspecten, die eveneens in aanmerking moeten worden genomen bij de beslissing over de uit te voeren werkzaamheden. Deze informatie is enkel verkrijgbaar als de investeringen die gekoppeld zijn aan de uit te voeren werkzaamheden, voldoende nauwkeurig ingeschat kunnen worden door de auditeur. De voorgestelde besparingen vloeien voort uit de volgende bronnen : • de verbetering van de gebouwschil (FICHE E2) : Er wordt een kwantificering gegeven van de besparingen die voortvloeien uit de toepassing van elke afzonderlijke aanbeveling. Er wordt een kwantificering gegeven van de besparingen die voortvloeien uit de toepassing van het volledige aanbevelingenpakket (FICHE E2 EN FICHE G1.1). Het is mogelijk dat die waarde lager ligt dan de som van de besparingen van elke maatregel afzonderlijk. Al deze waarden worden bepaald op grond van de veronderstelling dat het huidige verwarmingssysteem niet wordt aangepast.
Technische fiche G.1.2
Algemeen
Algemene synthese Opmerking met betrekking tot de interpretatie van de verbruikscijfers en de besparingen in dit advies
• de verbetering van het verwarmingssysteem (FICHE S2) : • Er wordt een kwantificering gegeven van de besparingen die voortvloeien uit de toepassing van elke afzonderlijke aanbeveling. • Er wordt een kwantificering gegeven van de besparingen die voortvloeien uit de toepassing van het volledige aanbevelingenpakket (FICHE S2 EN FICHE G1.1). Ook hier is het mogelijk dat die waarde lager ligt dan de som van de besparingen van elke maatregel afzonderlijk. Al deze waarden worden bepaald op grond van de veronderstelling dat de huidige gebouwschil niet wordt aangepast. • de gelijktijdige toepassing van alle aanbevelingen met betrekking tot de gebouwschil en het verwarmingssysteem (FICHE G1.1). Het is mogelijk dat deze waarde lager ligt dan de som van de besparingen die gerealiseerd kunnen worden voor het maatregelenpakket met betrekking tot de gebouwschil en voor het maatregelenpakket met betrekking tot het verwarmingssysteem.
• de verbetering van het systeem voor de productie van sanitair warm water (FICHE S4.2 EN FICHE G.1.1) Er wordt steeds aanbevolen om eerst de verbeteringen met betrekking tot de gebouwschil door te voeren, alvorens over te gaan tot de zware maatregelen voor de renovatie van het verwarmingssysteem, zoals de vervanging van een ketel. Het vermogen van de te installeren nieuwe ketel kan dan aangepast worden aan de betere kwaliteit van de isolatie van de gebouwschil.
Waarschuwingen : • De berekende energiebesparingen in dit advies zijn slechts indicatief. • De auditeur kan in geen geval verantwoordelijk worden gesteld als de berekende besparingen niet worden gehaald of als er schade wordt berokkend als gevolg van werkzaamheden, die voortvloeien uit de aanbevelingen van dit advies.
G.2. Opmerking(en) van de auditeur
Algemeen
Het dossier werd opgesteld als voorbeelddossier voor klanten. In principe worden enkel maatregelen voorgesteld voor labels slechter dan A of B. Hier wordt ervan uitgegaan dat de eigenaar een lage-energiewoning wenst te realiseren.
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
Technische fiche G.3.1
Voor meer info Adressen (in het Vlaamse Gewest)
Voor meer informatie kunt u zich richten tot het Vlaamse Gewest • Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie North Plaza B Albert II-laan 7-9 1210 BRUSSEL Tel. : 02 553 46 00 – Fax : 02 553 46 01 Infolijn : 0800-3 02 01 E-mail :
[email protected] Webstek : http://www.energiesparen.be of • Organisatie voor Duurzame Energie Vlaanderen vzw - ODE Leuvensestraat 7b1 3010 Kessel-lo Tel. : 016 23 52 51 – Fax : 016 48 77 44 E-mail :
[email protected] Webstek : http://www.ode.be
Algemeen
Technische fiche G.3.2
Algemeen
Voor meer info Brochures (in het Vlaamse Gewest)
Het Vlaamse Gewest stelt gratis informatiebrochures ter beschikking. U kunt die brochures aanvragen bij de Vlaamse Infolijn, tel. : 0800-3 02 01 of downloaden op www.energiesparen.be, rubriek publicaties. U vindt ook meer informatie op de website van het Vlaamse Gewest.
Algemene brochures • Energie besparen bij u thuis, premies van uw elektriciteitsdistributienetbeheerder • Maak uw huis energiezuinig en betaal minder belastingen • Ideeën voor energiezuinig wonen • Ideeën voor energiezuinig bouwen en verbouwen: isoleren, verwarmen en verluchten • Ideeën voor energiebewust en veilig rijden • Duurzame energiewegwijzer • Elektriciteit uit zonlicht • Warmte uit zonlicht • Warmtepompen voor woningverwarming
Technische fiche G.3.3
Algemeen
Voor meer info Regelgeving (in het Vlaamse Gewest)
Een isolatieregelgeving is voor woongebouwen van kracht. Alle nieuw op te richten woningen moeten een minimumpeil van globale thermische isolatie (K-waarde) hebben.
Premies van de provincies en de gemeenten
Alle verwarmingsinstallaties op vaste of vloeibare brandstof moeten jaarlijks worden onderhouden en gecontroleerd.
Neem contact op met uw provincie- of gemeentebestuur voor meer inlichtingen.
Premies Als u surft naar http://www.energiesparen.be, kunt u met behulp van uw postcode of gemeente in de premiemodule nagaan welke steunmaatregelen van het Vlaamse Gewest, de federale overheid, de provincies, de gemeente of de elektriciteitsdistributienetbeheerder van toepassing zijn in uw woonplaats.
Premies van de elektriciteitsdistributienetbeheerders Premie voor de installatie van condensatieketels, dak- en muurisolatie, hoogrendementsbeglazing, zonneboilers, warmtepompen, warmtepompboilers, … Inlichtingen : brochure “Energie besparen bij u thuis : premies van uw elektriciteitsnetbeheerder” of rechtstreeks bij uw netbeheerder. De netbeheerder van uw woonplaats kunt u vinden op http://www.vreg.be .
Sommige provincies en heel wat gemeenten geven eveneens een premie voor energiebesparende investeringen.
Fiscale maatregelen Zeven energiebesparende maatregelen (vervangen van een oude CV-installatie, zonneboiler, fotovoltaïsche panelen, thermostatische kranen of kamerthermostaat, superisolerende beglazing en een energieaudit) kunt u bij uw jaarlijkse belastingaangifte inbrengen. Inlichtingen: brochure «Maak uw huis energiezuinig en betaal minder belastingen» Of Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie http://www.energie.mineco.fgov.be Of Administratie van Financiën Federale Overheidsdienst Financiën, Administratie van ondernemings- en inkomensfiscaliteit, RAC Financietoren bus 61, Kruidtuinlaan 50, 1010 Brussel, Informatieambtenaar : Hans Secelle, tel. : 02 210 24 53 of 02 210 23 40
[email protected], http://www.fisconet.fgov.be
Technische fiche G.3.1
Voor meer info Adressen (in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest)
Voor alle informatie kunt u in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest contact opnemen met : • het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) – Dienst Info-Leefmilieu Gulledelle 100 1200 BRUSSEL Tel. : 02 775 75 75 - Fax : 02 775 76 21 E-mail :
[email protected] Webstek : http://www.ibgebim.be of • het Brussels Energie Agentschap (ABEA) De Stadswinkel vzw Sint-Gorikshallen, Sint-Goriksplein 1 1000 BRUSSEL Tel. : 02 512 86 19 - Fax : 02 219 35 91 E-mail :
[email protected] Webstek : http://www.curbain.be
Algemeen
Technische fiche G.3.2
Algemeen
Voor meer info Brochures (in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest)
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest geeft brochures uit die speciaal bestemd zijn voor particulieren. Ze kunnen gratis verkregen worden (papieren versie of te downloaden vanop de website). Er zijn ook nog andere documenten verkrijgbaar : raadpleeg de webstek van het BIM en van het ABEA.
Algemene brochures • Rationeel energiegebruik thuis, een aanzet tot milieuvriendelijk gedrag (ABEA) • Verbruik minder, verbruik beter (BIM)
Technische brochures (ABEA) Verwarming • Verwarming, kies verstandig voor comfort • Condensatieketels Isolatie • Isolatie, kies verstandig voor comfort • Het hellend dak Verlichting • Spaarlampen, kies verstandig voor uw verlichting Zonneboiler • Een zonneboiler in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ? Warm aanbevolen (BIM)
Technische fiche G.3.3
Algemeen
Voor meer info Reglementeringen (in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest)
Reglementeringen De thermische reglementering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is van toepassing op de bouw en de renovatie van huizen. Ze bepaalt een K-waarde, die in zekere zin de indicator vormt voor de energieprestaties van de gebouwschil. Er is ook een reglementering met betrekking tot de verplichte jaarlijkse onderhoudsbeurten en controles van ketels met vloeibare of vaste brandstoffen.
De renovatiepremies • van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : “Alles wat u moet weten om ze te verkrijgen, extra renovatie” Brochure beschikbaar bij het ABEA Beschikbaar bij de Dienst Huisvesting, Vooruitgangsstraat 80 bus 1 – 1030 Brussel (tel. : 02 204 14 02). Bijkomende informatie op http://www.premie-renovatie.irisnet • Bepaalde gemeenten bieden een bijkomende premie aan bovenop de renovatiepremie.
Installatiepremie voor een zonneboiler • Gewestelijke premie “Een zonneboiler in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ? Warm aanbevolen !” Brochure beschikbaar bij het ABEA Beschikbaar bij het BIM Bijkomende informatie op http://www.ibgebim.be, http://www.curbain.be en voor technisch advies op http://www.apere.org • Premie van de Intercommunale Sibelga, tel. : 02 549 44 00 • Premie van de gemeenten Bepaalde gemeenten in het Gewest bieden ook een premie aan voor de installatie van een zonneboiler, informeer u bij uw gemeente. NB : er moet slechts één dossier ingediend worden bij het BIM. Het BIM zal vervolgens uw dossier doorspelen aan Sibelga en de Gemeente
• Premies, beheerd door de Intercommunale Sibelga Premie op vraag van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Premie voor de aankoop van een koelkast A+ of A++ Premies op initiatief van de netbeheerder : Premie voor de vervanging van een stookolieketel door een aardgasketel (premie van Figas) Premie voor de vervanging van een oude gaskachel (premie van KVGB) Informeer u bij uw Intercommunale voor het verkrijgen van de momenteel beschikbare financiële hulp.
Belastingverminderingen Belastingverminderingen voor energiebesparende investeringen in woningen : • Vervanging van oude verwarmingsketel • Installatie van een systeem van waterverwarming door middel van zonne-energie • Plaatsing van zonnecelpanelen • Plaatsing van dubbele beglazing • Isolatie van daken • Plaatsing van een warmteregeling van een installatie voor centrale verwarming door middel van thermostatische kranen of door een kamerthermostaat met tijdsinschakeling • Energieaudit van de woning Inlichtingen : Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie http://www.energie.mineco.fgov.be Administratie van Financiën Federale Overheidsdienst Financiën, Administratie van ondernemings- in inkomensfiscaliteit, RAC Financietoren bus 61, Kruidtuinlaan 50, 1010 Brussel, Informatieambtenaar : Hans Secelle, tel. : 02 210 24 53 of 02 210 23 40,
[email protected] , http://www.fiscus.fgov.be , http://www.fisconet.fgov.be
Technische fiche G.4.1
Aanvullende informatie De indicatoren in detail
Het gebouw De thermische kwaliteit van de gebouwschil wordt bepaald door de thermische kwaliteit van de wanden (muren, daken, vloeren, deuren en vensters), met andere woorden door hun vermogen om de warmte vast te houden. Dat vermogen om de warmte vast te houden, wordt gekenmerkt door een warmtedoorgangscoëfficiënt die met de letter U wordt weergegeven. De evaluatie van het gebouw in zijn geheel berust op de gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt van het gebouw, die wordt verkregen door weging van het specifieke warmteverlies van de verschillende wanden in verhouding tot hun oppervlakte. Naar gelang van de verkregen waarde voor de gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt kent men de gebouwschil een kwaliteitslabel toe op grond van onderstaande categorieën : Ter vergelijking : categorie A komt overeen met een niveau dat momenteel vereist is voor de nieuwbouwwoningen.
Het verwarmingssysteem De energieprestatie van het verwarmingssysteem wordt bepaald door het rendement van de verschillende elementen waaruit het bestaat en die de warmte produceren, verdelen, afgeven en regelen. Op grond van die rendementen kan men vervolgens het globaal rendement van de installatie bepalen. Naar gelang van het verkregen globale rendement van de installatie wordt aan het verwarmingssysteem een kwaliteitslabel toegekend op grond van de onderstaande categorieën:
De productie van sanitair warm water De energieprestatie van het systeem voor de productie van sanitair warm water hangt af van de doeltreffendheid van de elementen waaruit het bestaat: productie, opslag en distributie. Op grond van de doeltreffendheid van die verschillende elementen bepaalt men de globale doeltreffendheid van de installatie in de vorm van een energiebehoefte per persoon en per jaar (genoteerd als BNEpp voor netto energiebehoefte per persoon en uitgedrukt in kWh/jaar persoon). Op basis van die waarde kent men het systeem voor de productie van sanitair warm water een kwaliteitslabel toe op grond van de onderstaande categorieën.
Algemeen
Technische fiche G.4.2
Algemeen
Aanvullende informatie Glossarium
Gebouwschil Geheel van wanden die het beschermde volume begrenzen (muren, vloeren, daken, vensters, enzovoort). Beschermd volume Het volume van alle lokalen van het gebouw die men wenst te beschermen tegen warmteverlies naar buiten toe, naar de grond toe of naar aangrenzende ruimten die niet tot het beschermde volume behoren. Warmtedoorgangscoëfficiënt U [W/m²K] (vroegere notering k) Waarde die de kwaliteit uitdrukt van de thermische isolatie van een wand. Deze coëfficiënt drukt meer bepaald de hoeveelheid energie uit die zou wegstromen door een wand van 1 m2 bij een temperatuurverschil van 1°C tussen de beide kanten van die wand. Hoe lager deze waarde, hoe meer de wand de neiging vertoont om de warmte te beletten het gebouw te verlaten. Gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt Um [W/m²K] Gemiddelde waarde van alle coëfficiënten U van de wanden die de gebouwschil vormen. Deze waarde wordt verkregen door weging van de U-waarden van de wanden in verhouding tot hun oppervlakte. Thermische geleidbaarheid λ [W/mK] Waarde die de thermische kwaliteit uitdrukt van een materiaal. Hoe lager deze waarde, hoe beter het materiaal geschikt is voor thermische isolatie.
Warmtewinst door interne warmteproductie De warmte die wordt vrijgegeven door elektrische toestellen (halogeenlamp, computer, elektrische huishoudtoestellen, enzovoort), de bewoners of andere warmtebronnen binnenshuis. Deze vorm van warmtewinst is vooral belangrijk in kantoorgebouwen en wordt niet in detail bestudeerd in het kader van deze procedure. Warmtewinst door bezonning De warmte die door de zon in het gebouw wordt aangevoerd. Deze warmte komt in hoofdzaak binnen door de vensters, glazen wanden en daken. De warmtewinst door bezonning via niet-geïsoleerde ondoorschijnende wanden (voornamelijk via de daken) kan zeer belangrijk zijn en de bron zijn van oververhittingsproblemen. Dit bijzondere aspect wordt in aanmerking genomen in de optionele module «zomercomfort». Thermische inertie van het gebouw Het vermogen van een gebouw om warmte op te slaan. Het is de massa van de scheidingsconstructies van het gebouw (muren, wanden, vloer) die deze warmteopslag mogelijk maakt. K-waarde Waarde die het globale isolatieniveau van het gebouw uitdrukt, rekening houdend met de dichtheid ervan. De dichtheidsfactor wordt bepaald op grond van de verhouding volume van het gebouw/oppervlakte van de gebouwschil. Be-waarde (behoeftewaarde) De waarde van de verwarmingsbehoefte drukt een theoretisch jaarlijks verbruik uit in kWh/m² van het gebouw. Voor de berekening van deze behoefte wordt rekening gehouden met de isolatie, de ventilatie, de thermische inertie en de bezonning in het gebouw.
Technische fiche G.4.2
Algemeen
Aanvullende informatie Glossarium
(Globaal) rendement van het verwarmingssysteem Deze waarde, ook wel prestatie van het verwarmingssysteem genoemd, is afhankelijk van het afzonderlijk rendement van alle elementen waaruit het systeem bestaat : het productierendement, het distributierendement, het afgifterendement en het regelrendement. In de praktijk drukt deze waarde een verhouding uit tussen de nuttige energie, die effectief dient om de woning te verwarmen, en de energie die wordt verbruikt door het warmteproductiesysteem.
Productierendement Naar gelang van het type verwarmingssysteem kan het rendement van de warmteproductie variëren. De parameters die dit rendement kunnen beïnvloeden, zijn onder meer de kwaliteit van de verbranding, de isolatie van de ketel, de verliezen door ventilatie via de schoorsteen. Distributierendement Het distributierendement is afhankelijk van de verliezen op het niveau van de leidingen die de door de ketel geproduceerde warmte vervoeren naar de verwarmingslichamen. Die verliezen hangen af van de lengte, de diameter en de isolatie van de leidingen alsook van de temperatuur van de warmtedragende vloeistof.
Afgifterendement De afgifte van de verwarmingslichamen gaat eveneens gepaard met verliezen die ervoor zorgen dat een deel van de afgegeven warmte niet nuttig wordt gebruikt voor de verwarming van de comfortzone. Het afgifterendement wordt in hoofdzaak bepaald door het type verwarmingslichaam dat wordt gebruikt en door de temperatuurstratificatie. Regelrendement De regeling van een verwarmingsinstallatie moet ervoor zorgen dat de geschikte temperatuur wordt gehandhaafd op het juiste moment en op de juiste plaats in de woning. Voor het regelrendement wordt rekening gehouden met de manuele kranen, de thermostatische kranen, het feit of er al dan niet een kamerthermostaat, een buitenvoeler of een programmeerbare klok aanwezig is. Warmteweerstand R [m²K/W] Deze waarde is het omgekeerde van de warmtedoorgangscoëfficiënt U (R = 1/U). Ze drukt dus eveneens de kwaliteit uit van de thermische isolatie van een wand. In tegenstelling tot de warmtedoorgangscoëfficiënt U geldt hierbij : hoe hoger de waarde, hoe meer de wand zal beletten dat de warmte het gebouw verlaat.
G.5. Fiscaal attest
Algemeen
Uitgereikt aan : 3010 Kessel-Lo
Voor de uitvoering van een energie-audit van de woning gelegen te : 3010 Kessel-Lo
Uitgevoerd door de door het Vlaams gewest erkende energie-auditeur met erkenningsnummer :
Verklaring van de energie-auditeur : Ik, ondergetekende Sofie Luyten, bevestig dat deze energie-audit werd uitgevoerd overeenkomstig de toepasselijke gewestelijke wetgeving. Datum en plaats :
Handtekening van de energie-auditeur :
Opmerking(en) Fiscaal attest uitgereikt om te voldoen aan de bepalingen van het WIB 1992, inzonderheid op artikel 14524, ingevoegd door de wet van 10 augustus 2001 houdende hervorming van de personenbelasting en het KB van 20/12/02 tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de belastingvermindering voor energie-besparende uitgaven in een woning. De factuur of de ereloonnota uitgereikt door de erkende energie-auditeur moet de volgende formule bevatten: “Verklaring met toepassing van artikel 6311 van het KB/WIB 92 betreffende de uitgevoerde werken die zijn bedoeld in artikel 14524 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992”. De belastingplichtige die het voordeel vermeld in artikel 14524 van het genoemde Wetboek aanvraagt, moet bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen van het betrokken belastbare tijdperk het origineel of een door hem eensluitend verklaarde fotokopie toevoegen van de facturen en het betalingsbewijs.
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
E.0. Gegevens en informatiebronnen
Gebouwschil
Aantal gevels 2 gevels 3 gevels 4 gevels Site Stad Geürbaniseerde zone Andere
Landelijke zone Kust
Bouwjaar 1990 Opmerking(en)
Beschikbare informatie Plannen Lastenboek Aannemingscontract Facturen K-waardeberekening
Opmerking(en)
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
E.1. Evaluatie
Gebouwschil Evaluatie
Opp.
Verlies
Um
Opmerking
[m²]
[%]
[W/m²K]
[*]
380,08
100
0,76
62,79 51,13
16,5 13,5
0,42 0,42
1 1
113,91
30,0
Gevelmuur
148,84
39,2
0,60
1
Totaal muren
148,84
39,2
Vloer
82,45
21,7
0,69
2
Totaal vloeren
82,45
21,7
Venster Glasdallen zolder Velux gang Velux badkamer Voordeur Garagepoort
23,95 0,72 1,35 1,35 2,15 5,38
6,3 0,2 0,4 0,4 0,6 1,4
2,95 3,50 2,81 1,55 3,00 1,44
1 1 1 2 1 2
Totaal deuren en vensters
34,89
9,2
Gebouw in zijn geheel Degelijke isolatie
Dak of plafond – alle types Zadeldak straatzijde Zadeldak tuinzijde
Totaal dak of plafond Muur in contact met buitenlucht
Vloer in contact met de grond
Deuren en vensters
Opmerking(en) (*) De aard en de dikte van de materialen waaruit de wanden bestaan, zijn niet altijd precies bekend. Bij elke wand staat een indexcijfer dat de bron van de informatie aangeeft : 1. Ter plaatse gecontroleerd 2. Niet gecontroleerde informatie van de eigenaar 3. Standaardwaarde - ongunstige hypothese
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
E.2. Voorstellen tot verbetering
Gebouwschil
De hieronder vermelde voorstellen tot verbetering zijn gerangschikt op grond van de energiebesparing die ze genereren. Daarnaast worden evenwel ook andere elementen in aanmerking genomen met betrekking tot de context van het gebouw, dit met de bedoeling om de aanvrager op een zo realistisch mogelijke wijze de meest geschikte maatregelen voor te stellen. Zo bestudeert de auditeur ook de kostprijs van de uit te voeren werkzaamheden, de moeilijkheid daarvan, de staat van het gebouw, van het dak en van het schrijnwerk, de projecten van de opdrachtgever en de onbekende variabelen die zwaar doorwegen op sommige ramingen. Op grond van al die aspecten wijst de auditeur de meest geschikte projecten aan. De hierna volgende berekeningen zijn gebaseerd op gestandaardiseerde hypotheses qua temperatuur en klimaatgegevens. Er wordt evenwel rekening gehouden met het reële verbruik van het gebouw om de omvang van de besparingen te schatten. Die besparingen moeten gezien worden als richtcijfers, aangezien de reële waarden in grote mate afhangen van het gedrag van de bewoners. De hier voorgestelde energiebesparingen zijn geldig voor elke afzonderlijke maatregel. In het bijzonder geldt dat voor deze besparingen uitgegaan wordt van de veronderstelling dat het huidige verwarmingssysteem geen aanpassingen ondergaat. Op fiche G1 vindt u de synthese van de hier voorgestelde waarden alsook een schatting van de besparingen die gerealiseerd kunnen worden als alle maatregelen met betrekking tot de gebouwschil en tot de verwarmingsinstallatie worden gecombineerd. Raadpleeg fiche G1.2 voor de interpretatie van de hieronder opgegeven waarden.
Advies nr
Met betrekking tot
1 2 3 4 5 6 7
Gevelmuur Vloer Venster Zadeldak straatzijde Zadeldak tuinzijde Voordeur Velux gang
U-waarde gerenoveerd [W/m²K]
Energiebesparing [kWh]
Energiebesparing [%]
Geschatte besparingen [€]
Terugverdientijd [jaren]
0,22 0,33 1,61 0,18 0,18 0,00 1,61
4.768 2.524 2.362 1.308 1.065 543 119
15,8 8,4 7,8 4,3 3,5 1,8 0,4
180 95 89 49 40 20 4
121,8 43,1 46,7 12,5 12,3 48,9 64,5
Evaluatie van de gebouwschil in gerenoveerde toestand Bespaarde energie [%]
Terugverdientijd [jaren]
41,7
68,5
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Inleiding
Inleiding De “technische fiches gebouwschil” bevatten informatie over de uitvoering van de voorstellen tot verbetering die werden gedaan om de energiekwaliteit van de gebouwschil van uw gebouw te verhogen. Het is belangrijk dat u voor ogen houdt dat deze fiches werden uitgewerkt volgens een gestandaardiseerde methode en dat de definitieve uitvoering van de oplossingen in elk geval steeds in samenspraak met vakmensen moet worden bepaald. We raden u aan om de opmerkingen van uw auditeur te raadplegen. (FICHE G2).
Algemene opmerkingen De ventilatie van het gebouw Om het vereiste ademcomfort te kunnen garanderen, moet een gebouw voldoende geventileerd worden. De ventilatie is eveneens noodzakelijk om de waterdamp af te voeren die wordt geproduceerd in het gebouw. Daartegenover staat dan weer dat een overmatige ventilatie een nutteloos energieverlies met zich meebrengt. Bovendien is het zo dat te snel circulerende lucht een factor van thermisch ongemak is voor de bewoners. Het komt er dus op aan de ventilatie onder controle te houden. Daarom moet de nodige aandacht worden geschonken aan de luchtdichtheid van het gebouw, en moet tevens voorzien worden in een controleerbaar ventilatiesysteem, dat ofwel in de ramen is geïntegreerd, ofwel los daarvan staat (zie optionele module Ventilatie). De gecontroleerde ventilatiesystemen moeten voldoen aan de ventilatienorm NBN D 50- 001.
Oppervlaktecondensatie Wanneer vochtige lucht afkoelt, gaat een deel van de waterdamp die deze bevat, condenseren wanneer een voldoende lage temperatuur wordt bereikt. Dat gebeurt wanneer zeer vochtige lucht in contact komt met een koud oppervlak. Als in de winter een element van de gebouwschil slecht geïsoleerd is, zal de temperatuur aan de binnenkant relatief laag liggen en zal de vochtige lucht in het lokaal condensatie veroorzaken
op het oppervlak ervan. Dait verschijnsel noemt men oppervlaktecondensatie (omdat het zich voordoet aan de oppervlakte van het materiaal). Om deze vorm van ongemak te voorkomen, moet men koude zones (koudebruggen) vermijden, door ervoor te zorgen dat de isolatie continu doorloopt over de hele oppervlakte en door te vermijden dat de lucht binnenin te vochtig is, door de lokalen voldoende te verwarmen en te ventileren.
Interne condensatie In bepaalde omstandigheden dringt de waterdamp die in de vochtige lucht zit, door tot in de wanden en gaat die daar binnenin condenseren. Dat verschijnsel noemt men interne of inwendige condensatie (omdat het zich voordoet binnenin de materialen). Interne condensatie leidt in de meeste gevallen tot een aantasting van het materiaal, een verlies van zijn isolerende eigenschappen en de ontwikkeling van schimmels aan de oppervlakte. Om interne condensatie te vermijden wordt in bepaalde gevallen een dampscherm geplaatst aan de warme kant (binnenzijde) van de wand. De efficiëntie van dat scherm zal afhangen van het type wand, de materialen waaruit het bestaat en de relatieve vochtigheidsgraad van de beschermde lokalen. Het dampscherm bestaat uit een materiaal dat relatief goed bestand is tegen damp en belet dat de waterdamp doordringt in de wand. Dit dampscherm dient eveneens als luchtbarrière in constructies die weinig luchtdicht zijn. De voegen tussen de dampschermfoliebladen en er omheen moeten luchtdicht en stevig zijn (verlijming van de voegen). Wanneer lucht binnendringt in een wand, kan dit aanzienlijke interne condensatie veroorzaken.
Vocht in bestaande wanden Vochtproblemen in bestaande wanden (indringing, opstijgend vocht, …) moeten opgelost worden voordat men werkzaamhedenen uitvoert om de thermische eigenschappen van de gebouwschil te verbeteren.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Algemene opmerkingen
Gedrag bij brand
Theoretische efficiëntie
Isolatiematerialen vertonen niet allemaal hetzelfde gedrag bij brand. Ze moeten gekozen worden met kennis van zaken, rekening houdend met de risico’s, nadat men van de fabrikant de nodige informatie heeft ingewonnen over hoe ze reageren op vuur. Bovendien moeten ze degelijk geplaatst worden,nadat eventueel enkele voorzorgen genomen werden.
De isolatie moet perfect droog en continu zijn. Ze mag niet geplet zijn of aangetast door ongedierte. Ze moet stabiel zijn qua afmetingen, correct bevestigd zijn en haar kwaliteiten in de tijd behouden. Isolatie kan slechts efficiënt zijn als ze van degelijke kwaliteit is en geplaatst wordt volgens de regels van de kunst. Men moet vermijden dat er een luchtlaag zit tussen de isolatie en de te isoleren wand.
Overbelasting De verbetering van de thermische isolatie van de gebouwschil kan een toename van de belasting van die gebouwschil met zich meebrengen. Dit kan voortvloeien uit het gewicht van de isolatie, maar ook van de beschermings- en afwerkingselementen. In dat geval moet men nagaan of de structuur de extra last kan dragen.
De bekwaamheid van de uitvoerder Een fout of onzorgvuldigheid bij de plaatsing van de isolatie, een dampscherm of een andere dichtingsvoorziening kan ernstige gevolgen hebben, niet alleen voor de doeltreffendheid, maar ook voor de stabiliteit van het gebouw. Het is dan ook belangrijk om dit werk toe te vertrouwen aan een bekwaam persoon of op zijn minst zich te laten adviseren of een controle te laten uitvoeren.
De keuze van een isolatie en de gecertificeerde producten De gebruikte materialen moeten onderworpen zijn aan een technische keuring die hun kwaliteiten bevestigt en hun compatibiliteit met het gebruik dat ervan wordt gemaakt. De isolatie moet geplaatst worden overeenkomstig de voorschriften van de technische keuring.
Rolluiken De aanwezigheid van rolluiken verbetert de kwaliteiten van de thermische isolatie van een gebouw. Rolluiken zijn vooral nuttig als de prestaties van de vensters maar matig zijn. De efficiëntie van rolluiken zal des te groter zijn als ze hermetisch en isolerend zijn en weldoordacht gebruikt worden. Bovendien verbeteren rolluiken het zomercomfort en de geluidsisolatie van het gebouw. Een verstandig gebruik van rolluiken van degelijke kwaliteit wordt aanbevolen, vooral als de vensters niet zo goed isoleren.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Renovatie Vergelijking van de isolatietechnieken Om de onderstaande tabellen degelijk te kunnen gebruiken, moet rekening worden gehouden met de volgende opmerkingen : • Vergelijk nooit de kosten, efficiëntiegraden en moeilijkheidsgraden van verschillende tabellen. • De kosten, moeilijkheidsgraden en efficiëntiegraden zijn niet recht evenredig met het aantal symbolen (€,X,+) in de tabellen. • De technieken zijn niet allemaal toepasbaar op alle gebouwen. • De technieken hebben niet allemaal dezelfde efficiëntie in alle gebouwen. • De soorten isolaties hebben verschillende kwaliteiten. • Niet alle soorten isolatie zijn bruikbaar voor alle technieken.
Tabel 1 : Buitenmuren kostprijs Buitenisolatie (buitenafwerking meegerekend) Binnenisolatie (binnenafwerking meegerekend)
moeilijkheid
efficiëntie
- met voorafgaande demontage
€€€€€
XX
+++
- zonder voorafgaande demontage
€€€€
XX
+++
- met voorafgaande demontage
€€€
X
+
- zonder voorafgaande demontage
€€
X
+
€
XXX
++
Spouwisolatie
Tabel 2 : Platte daken kostprijs
moeilijkheid
efficiëntie
Warm dak (nieuwe dichtingslaag meegerekend)
€€€
XXX
+++
Omgekeerd dak (behoud van de bestaande dichtingslaag)
€€
XX
++
Gecombineerd dak (behoud van de bestaande dichtingslaag en isolatie)
€
XX
+++
Tabel 3 : Hellende daken kostprijs Binnenisolatie (zonder binnenafwerking) Binnenisolatie (binnenafwerking meegerekend)
moeilijkheid
efficiëntie
€€
X
+++
- met voorafgaande demontage
€€€€€
XX
+++
- zonder voorafgaande demontage
€€€
XX
+++
“Sarking”-dak (bedekking gedemonteerd en gerecupereerd)
€€€€
XXX
+++
Isolatie van de zoldervloer (nietbeloopbare vloer)
€
X
+++
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Renovatie Vergelijking van de isolatietechnieken
Tabel 4 : Vloeren kostprijs Isolatie aan de bovenzijde, vloerafwerking meegerekend
moeilijkheid
efficiëntie
- met voorafgaande demontage
€€€€
XX
++
- zonder voorafgaande demontage
€€€
XX
++
Isolatie aan de onderzijde, afwerking onderaan meegerekend
€€
XX
+++
Isolatie aan de onderzijde zonder afwerking onderaan
€
X
+++
Tabel 5 : Openingen (afwerking meegerekend) kostprijs
moeilijkheid
efficiëntie
Vervanging van beglaasd raamprofiel
(Met inbegrip van ventilatie-accessoires)
€€€€€
XXX
+++
Vervanging van beglazing en panelen
(Met inbegrip van ventilatie-accessoires)
€€€
XX
++
Voorzetraam
€€
X
+
Verbetering van de dichtheid
€
X
+
Voorzet- of achterzetraam-profiel
€€€€
XXX
+++
Tabel 6 : Kostprijs van de meest courante isolatiematerialen, bij gelijke thermische prestaties * kostprijs Glaswol
λ = 0,045 W/mK
€
Rotswol
λ = 0,045 W/mK
€€€
Cellulair glas
λ = 0,055 W/mK
€€€€€€€
Geëxpandeerd polystyreenschuim
λ = 0,045 W/mK
€€
Geëxtrudeerd polystyreenschuim
λ = 0,040 W/mK
€€€€
Polyurethaanschuim
λ = 0,035 W/mK
€€€€€
Kurk
λ = 0,050 W/mK
€€€€€€
* m.a.w. wanneer men de dikte aanpast om een gelijkwaardige prestatie te verkrijgen
moeilijkheid
efficiëntie
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Buitenmuren Buitenisolatie
Beschrijving van de techniek Buitenisolatie bestaat erin om de thermische isolatie aan te brengen op de buitenzijde van de gevelmuur. Die moet dan beschermd worden tegen weersinvloeden door middel van een afwerking die geen regen doorlaat maar wel damp.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen? Deze methode zal zo veel mogelijk gebruikt worden omdat ze de meest efficiënte is vanuit thermisch oogpunt.
Gebruikte materialen Isolatiematerialen : • Mineraalwol; • Kunststofschuim; • Cellulair glas. Buitenafwerking : • Geventileerde beplanking in metaal of kunststof, natuurlijke leien of kunstleien op een structuur in hout of metaal, • Gewapende minerale of synthetische bepleistering • Parementmetselwerk (er wordt een dubbele muur gevormd) • Steenstrips uit natuursteen of baksteen
Voordelen • De continuïteit van de isolatie is mogelijk. • Eventuele problemen met koudebruggen kunnen opgelost worden. • De correcte plaatsing van de isolatie is makkelijk te controleren. • Er is geen plaatsverlies binnen het gebouw. • De gevel wordt beschermd tegen thermische schommelingen (de muur bevindt zich aan de warme kant van de isolatie). • De werkzaamheden tasten de binnenafwerking niet aan. • De methode maakt het mogelijk om tegelijkertijd de regendichtheid van de gevel te verbeteren.
• De thermische massa van het gebouw wordt behouden.
Nadelen • In de gevallen waar de buitenafwerking gedemonteerd moet worden, zal de gevel tijdens de werkzaamheden blootgesteld worden aan de weersinvloeden. • In sommige gevallen zal het buitenuitzicht van het gebouw gewijzigd worden. Dan moet er eventueel een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden. • De buitenafmetingen van het gebouw worden vergroot. • Sommige buitenafwerkingen (beplanking, bepleistering op isolatie) zijn nogal kwetsbaar. • Buitenpleisters op isolatie kunnen scheuren. • Men moet de vensteropeningen of raamprofielen aanpassen om koudebruggen te vermijden. • Sommige regenafvoerpijpen zullen aangepast moeten worden. • Het is moeilijk om koudebruggen te vermijden aan balkons, aan kroonlijsten en aan de verbindingen met de grond en de daken.
Voorzorgsmaatregelen Men moet de volgende voorzorgsmaatregelen nemen : • de buitenafwerking beschermen nabij de circulatiezones of de toegankelijke zones, als deze kwetsbaar is; • de drainering en correcte ventilatie van de buitenbekleding controleren; • de randafwerking verzorgen, met inbegrip van de omtrek van muuropeningen; • de bekleding van de balkons bestuderen om koudebruggen te neutraliseren; • de nodige stedenbouwkundige vergunningen aanvragen en verkrijgen in geval het buitenuitzicht van het gebouw wordt gewijzigd.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Hellende daken Binnenisolatie
Beschrijving van de techniek Deze methode bestaat erin om de isolatie te plaatsen onder de dakbedekking. Als de kepers voldoende dik en regelmatig zijn, wordt de isolatie tussen de kepers geplaatst. Zo niet wordt de isolatie onder de kepers. Onder de isolatie wordt een continu dampscherm aangebracht waarvan de prestaties afhangen van het type bedekking, het type onderdak en de vochtigheidsgraad in het gebouw. De plaatsing van het dampscherm is steeds aan te bevelen om veiligheidsredenen. Vervolgens wordt het hellend plafond afgewerkt.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen ? Deze methode wordt gebruikt als men de zolder wil inrichten als bewoonbaar vertrek en de bestaande dakbedekking niet wilt demonteren om de werkzaamheden uit te voeren.
Gebruikte materialen Isolatie : • Mineraalwol, • Kunststofschuim • Cellulair glas (moeilijk tussen de kepers te plaatsen) • Kurk • Dampscherm • Polyethyleenfilm • Aluminiumfolie Binnenafwerking : • Gipsplaten, • Bepleistering op wapening, • Planchetten. Complexe materialen : • Gipsplaten + isolatie (mineraalwol of kunststofschuim).
Voordelen • De werkzaamheden worden niet blootgesteld aan de weersinvloeden. • De buitenafmetingen van het gebouw worden niet verhoogd (probleem in verband met de aansluiting van het dak op de aangrenzende gebouwen).
Nadelen • Er is plaatsverlies binnen in het gebouw als de isolatie niet tussen de kepers geplaatst kan worden.
• U moet de binnenafwerking vernieuwen. • De uitvoering is eerder delicaat, ook al lijkt ze makkelijk. • Bij het gebruik van complexe materialen is het onmogelijk om aan de binnenzijde van het dak ingebouwde leidingen aan te brengen zonder het dampscherm of de isolatielaag te onderbreken. • Het is moeilijk om de koudebruggen te vermijden aan de verbindingen van de dakbedekking met de steunmuren, de opkanten en de doorboringen.
Voorzorgsmaatregelen • Om koudebruggen te vermijden, moet de isolatie doorlopen ter hoogte van de bovenkant van de binnenmuren. Ze moet eveneens continu aansluiten op de isolatie van de gevels. • De houten structuur van het dak moet u behandelden tegen insecten en schimmels voor u ze onbereikbaar maakt. Indien nodig moet u die structuur herstellen. • De ventilatie onder de dakbedekking moet u verminderen, zonder dat u ze evenwel volledig verhindert. Er mag geen ventilatie zijn tussen het onderdak en de isolatie. In de ruimte tussen de dakbedekking en het onderdak moet u zeer licht ventileren. • U moet een voldoende efficiënt en continu dampscherm aanbrengen om condensatie te voorkomen aan de binnenzijde van het onderdak of van de dakbedekking. • Er mag geen tocht zijn tussen de binnenzijde van het gebouw en de dakstructuur. • De zijdelingse bevestiging van de isolatiepanelen moet u zeer goed verzorgen. Dat is makkelijker met soepele panelen (mineraalwol). Anderzijds is het zo dat hoe onbuigzamer de isolatiepanelen zijn, hoe makkelijker ze te bevestigen zijn. • Het dampscherm mag niet doorboord worden. Er moet een ruimte tussen de binnenafwerking en het dampscherm worden voorzien voor de plaatsing van eventuele leidingen. • Het onderdak moet efficiënt zijn, anders moet u het vervangen. • Het onderdak moet idealiter capillair en onbuigzaam zijn. • U moet de vorstbestendigheid van de dakbedekking controleren.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Vloeren Isolatie aan de onderkant
Beschrijving van de techniek
Nadelen
Isolatie aan de onderkant houdt in dat de thermische isolatie wordt geplaatst tegen de onderkant van de vloer. Die thermische isolatie wordt vervolgens afgewerkt met een buitenafwerking als de onderzijde van de vloer zichtbaar is (plafond).
• Deze techniek kan het buitenuitzicht van het gebouw wijzigen als de vloer boven een ruimte ligt die toegankelijk is voor mensen. • De buitenafwerking die op de isolatie wordt aangebracht, is eerder kwetsbaar en kan scheuren als het om bepleistering gaat. • Het is moeilijk om koudebruggen te vermijden boven de steunmuren die zich onder de vloer bevinden. • De aanwezigheid van leidingen (elektriciteit, afvoer of aanvoer van water, gas, verwarming, …) kan de plaatsing bemoeilijken.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen ? Deze methode wordt steeds gebruikt als de onderkant van de vloer toegankelijk is (holle ruimte, geventileerd of niet, onverwarmd lokaal, overhangend gedeelte buiten enz.).
Gebruikte materialen Isolatie : • Mineraalwol, • Kunststofschuim • Cellulair glas. Buitenafwerking (eventueel) : • Geventileerd plafond met metalen of kunststoflamellen, of houten planchetten, op een structuur in hout of metaal, • Gipsplaten of cementvezelplaten, • Gewapende bepleistering.
Voordelen • Er is geen plaatsverlies binnen in het gebouw. • De vloer is beschermd tegen thermische invloeden aangzien de vloer zich aan de warme kant van de isolatie bevindt. • De werkzaamheden tasten de binnenafwerking niet aan.
Voorzorgsmaatregelen • De isolatie moet continu zijn en aaneensluitend geplaatst worden. • De buitenafwerking moet beschermd worden nabij de zones die makkelijk toegankelijk zijn voor personen of voertuigen. • Bij afwerking onderaan met een houten plafond, moet gecontroleerd worden het plafond correct geventileerd wordt. • De randafwerkingen moeten correct uitgevoerd worden om elke afvloeiing op het plafond te vermijden (druiplijst). • Koudebruggen ter hoogte van de steunelementen van de vloer moeten zo veel mogelijk beperkt worden.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
Technische fiche E.3
Gebouwschil
Openingen Vervanging van ramen
Beschrijving van de techniek
Nadelen
De methode bestaat erin het bestaande raam te verwijderen en het te vervangen door een nieuw raam met goede isolatie-eigenschappen dat voorzien is van een degelijke dubbele beglazing.
• De complete vervanging van het raam is duurder dan louter vervanging van de beglazing of een verbetering van de afdichting. • Er zijn herstellingswerkzaamheden nodig aan de verbindingen met de muurafwerkingen. • Tijdens de werkzaamheden is het gebouw blootgesteld aan weersinvloeden. De duur van de werkzaamheden kan echter zeer kort zijn. De raamopeningen worden doorgaans op dezelfde dag geopend en opnieuw toegemaakt.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen ? Deze methode wordt gebruikt als de bestaande houten ramen met enkele beglazing versleten zijn. Ze zal ook toegepast worden als bestaande metalen raamprofielen met enkele beglazing versleten zijn of niet voorzien zijn van een thermische onderbreking.
Gebruikte materialen Raamprofielen : • Hout • PVC • Metaal met thermische onderbreking Beglazing : • Dubbele beglazing met verhoogd thermisch isolatievermogen of hoogrendementsbeglazing ( k < 1,3 W/m²K ).
Voordelen • Het nieuwe raam is bijzonder doeltreffend wat betreft thermische eigenschappen, luchtdichtheid en regendichtheid. • Het nieuwe raam is luchtdicht en er kunnen regelbare ventilatie-openingen aangebracht worden. • Ramen in pvc en aluminium zijn onderhoudsvriendelijker. • Ramen in hout isoleren beter.
Voorzorgsmaatregelen • De plaatsing moet de vrije uitzetting toelaten van ramen in pvc en aluminium. • Houten ramen moeten beschermd worden met verf of een speciale behandeling van zodra ze geplaatst worden, en nadien regelmatig opnieuw. • De ramen moeten voorzien zijn van regelbare ventilatiesystemen, waarvan de afmetingen voldoen aan de normen. • Er moeten randdichtingen worden voorzien in stopverf om infiltratie en tocht te vermijden. • Als de openingsrichting van de ramen wordt veranderd, moet men openingssystemen installeren die het schoonmaken van de buitenkanten makkelijk maken en toezien op voldoende beschermhoogte van de vensterbank om veiligheidsredenen. • Men dient na te gaan of de vervanging van de ramen niet kan leiden tot condensatie elders in de lokalen. • Als er geen ventilatieroosters in het schrijnwerk zijn verwerkt, moeten die in de gevel worden aangebracht.
VOOR
ALLE BIJKOMENDE INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST
VAN DE BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
E. Bijlage Wandstructuren
Gebouwschil
Gevelmuur Huidige toestand Materiaal
Zwaar metselwerk Weinig geventileerd Geëxtrudeerd polystyreen Holle blokken licht beton (14cm) Gips
Lambda [W/mK]
d [m]
1,100
Ri [m²K/W]
0,090 0,030 0,040 0,140 0,010
0,040 0,520
0,082 0,090 1,000 0,300 0,019
Toestand na renovatie Materiaal
Bezetting in hout Minerale wol Zwaar metselwerk Niet geventileerd Geëxtrudeerd polystyreen Holle blokken licht beton (14cm) Gips
Lambda [W/mK]
d [m]
0,180 0,045 0,900
Ri [m²K/W]
0,020 0,120 0,090 0,030 0,040 0,140 0,010
0,040 0,520
0,111 2,667 0,100 0,180 1,000 0,300 0,019
Vloer Huidige toestand Materiaal
Van ongekend soort
Lambda [W/mK]
d [m]
1,700
Ri [m²K/W]
0,200
0,118
Toestand na renovatie Materiaal
Geëxtrudeerd polystyreen Van ongekend soort
Lambda [W/mK]
0,040 1,700
d [m]
Ri [m²K/W]
0,060 0,200
Venster Huidige toestand
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
1,500 0,118
E. Bijlage Wandstructuren
Gebouwschil U [W/m²K]
Raamwerk
Hout
2,20
Beglazing
Dubbele beglazing – luchtlaag van 8mm
3,10
Paneel
Toestand na renovatie U [W/m²K] Raamwerk
Hout
2,20
Beglazing
Dubbele beglazing low-e – luchtlaag van 15mm
1,10
Paneel
Zadeldak straatzijde Huidige toestand Materiaal
Pannen Minerale wol
Lambda [W/mK]
d [m]
0,045
Ri [m²K/W]
0,000 2,222
0,100
Toestand na renovatie Materiaal
Pannen Minerale wol
Lambda [W/mK]
d [m]
0,045
Ri [m²K/W]
0,000 5,556
0,250
Zadeldak tuinzijde Huidige toestand Materiaal
Pannen Minerale wol
Lambda [W/mK]
d [m]
0,045
Ri [m²K/W]
0,000 2,222
0,100
Toestand na renovatie Materiaal
Pannen Minerale wol
Lambda [W/mK]
0,045
d [m]
Ri [m²K/W]
0,250
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
0,000 5,556
E. Bijlage Wandstructuren
Gebouwschil
Voordeur Huidige toestand U [W/m²K] Raamwerk Beglazing Paneel
Default paneel
3,00
Toestand na renovatie U [W/m²K] Raamwerk Beglazing Paneel
Binnen)deur – massief hout (1cm)
Velux gang Huidige toestand U [W/m²K] Raamwerk
Hout
2,20
Beglazing
Dubbele beglazing – luchtlaag van 12mm
2,90
Paneel
Toestand na renovatie U [W/m²K] Raamwerk
Hout
2,20
Beglazing
Dubbele beglazing low-e – luchtlaag van 15mm
1,10
Paneel
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
S.0. Gegevens en informatiebronnen
Systeem - Verwarming
Algemene kenmerken van het verwarmingssysteem Warmteproductie Ketel
Brandstof : Fabricagedatum : Vermogen :
Aardgas 01/01/1990 26,400 kW
Warmtedistributie Waterleidingen Luchtleidingen Warmte-afgifte Radiator Vloer-, muur- of plafondverwarming Convectiesystemen Luchtverwarming Regelsysteem Manuele kranen Thermostatische kranen Kamerthermostaat Buitenvoeler Beschikbare informatie Onderhoudsattest Technische documentatie Verbruiksfacturen
Opmerking(en)
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
S.1. Evaluatie
Systeem - Verwarming Evaluatie
Rendement [%]
Volledige installatie
75,0 Goed systeem
De globale energieprestaties van het verwarmingssysteem hangen af van het rendement van de elementen waaruit het bestaat. Men moet rekening houden met het productierendement, het distributierendement, het afgifterendement en het regelrendement. Productierendement
85,9
Distributierendement
97,8
Afgifterendement
95,0
Regelrendement
94,0
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
S.2. Voorstellen tot verbetering
Systeem - Verwarming
De hieronder vermelde voorstellen tot verbetering zijn gerangschikt op grond van de energiebesparing die ze genereren. Daarnaast worden evenwel ook andere elementen in aanmerking genomen met betrekking tot de context van het gebouw, met de bedoeling om de aanvrager op een zo realistisch mogelijke wijze de meest geschikte maatregelen voor te stellen. Zo bestudeert de auditeur ook de kostprijs van de uit te voeren werken, de moeilijkheidsgraad daarvan, de projecten van de opdrachtgever en de onbekende variabelen die zwaar doorwegen op sommige ramingen. Op grond van al die aspecten wijst de auditeur de meest geschikte projecten aan. De onderstaande berekeningen zijn gebaseerd op gestandaardiseerde hypotheses qua temperatuur en klimaatgegevens. Er wordt evenwel rekening gehouden met het reële verbruik van het gebouw om de omvang van de besparingen te schatten. Die besparingen moeten gezien worden als richtcijfers, aangezien de reële waarden in grote mate afhangen van het gedrag van de bewoners. De hier voorgestelde energiebesparingen zijn geldig voor elke afzonderlijke maatregel. In het bijzonder geldt dat voor deze besparingen uitgegaan wordt van de veronderstelling dat de gebouwschil geen aanpassingen ondergaat. Op fiche G1 vindt u de synthese van de hier voorgestelde waarden evenals een schatting van de besparingen die gerealiseerd kunnen worden als alle maatregelen met betrekking tot de gebouwschil en tot de verwarmingsinstallatie worden gecombineerd. Raadpleeg fiche G1.2 voor de interpretatie van de hieronder opgegeven waarden.
Advies nr
Met betrekking tot
1 2
Vervanging van ketel door nieuwe ketel Isolatie van leidingen in onverwarmde ruimtes
Energiebesparing [kWh]
Energiebesparing [%]
Geschatte besparingen [€]
Terugverdientijd [jaren]
9.050 401
29,9 1,3
341 15
8,1 0,7
Evaluatie verwarmingssysteem in gerenoveerde toestand Bespaarde energie [%]
Terugverdientijd [jaren]
30,9
7,8
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
Technische fiches S.3
Inleiding
Dit document bevat een eerste aanzet om maatregelen te formuleren ter verbetering van het verwarmingssysteem. Hierbij moet wel benadrukt worden dat de verwarmingsinstallateur het best een gedetaileerde beoordeling kan geven om de nodige maatregelen te bepalen. Meer informatie vindt u ook in de volgende handleidingen: • Handleiding voor de opbouw van verwarmingsinstallaties met stookolie, CEDICOL (www.cedicol.be) Informazout/CEDICOL, Dauwstraat 12, 1070 Brussel • Handboek van de aardgastoepassingen, KVBG (www.gasinfo.be); KVBG, Rodestraat 125, 1630 Linkebeek • Dimensionering van centrale verwarmingsinstallaties met warm water, WTCB (www.wtcb.be) WTCB, Av. Pierre Holoffe 21, 1342 Limelette
Systeem
Technische fiches S.3
Systeem
Economische evaluatie
De prijzen van de verschillende maatregelen variëren vrij sterk naar gelang van merk, tijdsstip, type en uitvoeringsspecificaties. Het is bijgevolg moeilijk om juiste prijzen per maatregel te vermelden en economische bemerkingen werden wel al in de technische fiches opgenomen. Een samenvattend overzicht van de orde van grootte van kosten, de techniciteit (vereiste expertise) en de haalbare besparingen op energetisch en dus ook op vlak van energiekosten (potentieel) is in de onderstaande tabel weergegeven.
Vervanging brander Onderhoud/Afstelling Onderhoud/Afstelling Vervanging brander Vervanging verwarmingsinstallatie Luchtklep in afvoer Branderregeling met kamerthermostaat Branderregeling met buitenvoeler
Kost
Techniciteit
Potentieel
€
XX
+
€€
XXX
+
€€€
XXX
+++
€
XX
+
€
XX
++
€€
XXX
++
Leidingen en warmteafgifte Onderhoud/Afstelling
Kost
Techniciteit
Potentieel
Isolatie
€
X
++
Onderbroken pompwerking
€
XX
+
Aluminiumfolie achter radiatoren
€
X
+
Ontluchten systeem
€
X(X)
-
Kost
Techniciteit
Potentieel
€
XX
+
€€
XX
++
Regelsysteem Onderhoud/Afstelling Thermostatische kranen Modulair systeem kachels
Technische fiches S.3
Systeem
Warmteproductie Vervanging van ketel of hele verwarmingsinstallatie
Beschrijving
Gebruikte technologie
Een oude ketel inclusief brander of kachel wordt gedemonteerd en vervangen door een nieuw toestel van hetzelfde type of ander type, met dezelfde of een andere brandstof en met aangepast vermogen. Vaak gaat dat gepaard met aanpassingen aan het regelsysteem (zie verder). Een decentrale verwarming (oude kachel op gas, stookolie of kolen) of een elektrische verwarming wordt vervangen door een centrale verwarming met een moderne ketel of eventueel door een warmtepomp.
Bij een nieuwe olieketel kunt u het best kiezen voor een moderne olieketel/brander met CE en OPTIMAZlabel. U kunt aanvullende specifieke energiezuinige of milieuvriendelijke technieken kiezen zoals lage NOxbranders (minder uitstoot van schadelijke stoffen), brander met stookolievoorverwarming (betere verbranding), branders met spaarklep (minder warmte gaat verloren).
In welke gevallen is deze techniek aangewezen? Bij oude olie- en gasgestookte centrale verwarmingstoestellen. als volgende voorwaarden gelden : • de ketel is ouder dan twintig jaar ; • de ketel werkt op een constante temperatuur bv. 60 à 70°C ; • de ketelmantel is niet geïsoleerd of de isolatie is in slechte staat ; • een oude ketel is overgedimensioneerd (de ketel is te groot, te zwaar voor het huis) : uit praktijkstudies blijkt dat dit meestal het geval is ; • bij oliegestookte toestellen : de inspectiepanelen voor de branderkamer en de montage van de brander vertonen zichtbare openingen (slechte aansluiting). Gas-, olie- of kolenkachels : moeilijk te bepalen met eenvoudige waarnemingen. Ook hier zijn toestellen ouder dan vijftien jaar te vermijden. Elektrische verwarming : zeker voor grote en minder goed geïsoleerde woningen is elektrische verwarming als basisverwarming te vermijden. Voor de opwekking van elektriciteit wordt o.a. fossiele brandstof gebruikt (aardgas, aardolie, steenkool). Bij deze opwekking gaat er ook energie verloren. Voor 1 kWh elektriciteit die wordt gebruikt in de woning, is er 2,5 kWh primaire energie nodig. Als we dit alles bij elkaar bekijken is klassieke elektrische verwarming minder gunstig voor het milieu en bovendien kost elektrische verwarming meer.
Bij een nieuwe gasketel kunt u het best kiezen voor een moderne gasketel met CE- en HR-+ of HR-TOP - (als u een condenserende ketel neemt) label. U kunt aanvullende specifieke energiezuinige of milieuvriendelijke technieken kiezen, zoals lage NOx -verbranding (minder uitstoot van schadelijke stoffen), bv. toestellen met voormengbranders (betere verbranding), modulerende branders (minder verbruik van aardgas), condenserende toestellen (hogere rendementen ca. 105%). U kunt ook wandtoestellen gebruiken. Bij plaatsgebrek zijn die bijvoorbeeld een handige oplossing. Als u het sanitaire warme water wilt koppelen aan de verwarming kunt u kiezen voor combitoestellen waarbij ketel en voorraadvat in één geheel zijn samengebouwd (zie fiche S.5.n Vervanging ketel). Als er geen schoorsteen mogelijk is of als de schoorsteen in te slechte staat is, kunt u kiezen voor gesloten toestellen met bijvoorbeeld rechtstreekse muurdoorvoer. Ook bij nieuwe kachels kunt u letten op de aanwezigheid van een HR-label (voor gas) of een OPTIMAZ-label (stookolie). Bij verwarmingssystemen waar met lage watertemperaturen wordt gewerkt, bijvoorbeeld vloer-/wandverwarming, overgedimensioneerde radiatoren (radiatoren die de warmte die ze op lage temperatuur ontvangen voldoende kunnen afgeven, in vergelijking met radiatoren die werken bij een normale watertemperatuur van 80°C zijn de overgedimensioneerde radiatoren groter) ) zijn ook warmtepompen een mogelijke technologie voor verwarming van de woning. De warmtepompen kunnen laagwaardige warmte uit bijvoorbeeld grondwater of bodemwarmte benutten en hebben daardoor een goede energie-efficiëntie. Het rendement is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het concept.
Technische fiches S.3
Systeem
Warmteproductie Vervanging van ketel of hele verwarmingsinstallatie
Voordelen
Beperkingen
• Bij ketelvervanging worden meestal meerdere van de vermelde maatregelen in één keer uitgevoerd door gepaste keuze van de nieuwe ketel/brandercombinatie : brandervervanging, isolatie ketelmantel, luchtklep, branderregeling. Men verbetert dus het jaarrendement van de hele installatie ; • Ketelvervanging is een maatregel die voor ketels ouder dan 20 jaar in de meeste gevallen direct rendabel is. Een individuele beoordeling is wel noodzakelijk. • Naast een energieefficiëntieverhoging en een emissieverlaging wordt ook het risico op defecten verlaagd en het veiligheidsaspect positief beïnvloed. • Bij vervanging van decentrale verwarming wordt meestal een verhoging van de energie-efficiëntie bereikt doordat een centrale verwarming een betere regeling van de binnentemperatuur afhankelijk van tijd en plaats toelaat (verhoogd comfort), ook het productierendement van de moderne ketels is meestal hoger dan dat van decentrale toestellen. Oude kachels hebben bovendien het risico van een hoge uitstoot van vervuilende stoffen en kunnen bij slechte toepassing leiden tot gevaarlijke situaties (CO-intoxicatie).
• Deze vervanging vraagt een aanzienlijke investering (1 500 euro voor een klassieke gas- of olieketel, meer dan 2 500 euro voor een condenserende ketel) voor ketelvervanging. Eventueel moeten ook nog extra kosten gerekend worden voor vernieuwing van de schoorsteen (500 euro) of aansluitingskosten in geval van overschakeling van stookolie op gas. De prijzen zijn hoger voor de volledige installatie van een nieuw systeem en ook voor een systeem met warmtepomp (meer dan 9 000 euro afhankelijk van het type warmtewisselaars dat wordt gebruikt). • Speciale aandacht moet gaan naar de schoorsteen. Doordat nieuwe toestellen immers met lagere watertemperaturen en rookgastemperaturen werken, bestaat het gevaar van condensvorming in de bestaande schoorsteen. In dat geval kan een aanpassing (bv. plaatsing van luchtklep of van inoxbuis met isolatie) van de schoorsteen noodzakelijk zijn. • U overweegt meestel enkel ketelvervanging als uw ketel het begeeft. Het komt er bijgevolg op aan tijdig informatie in te winnen over de gevolgen van een ketelvervanging. De informatie die u verzamelt, moet altijd afgestemd zijn op uw specifieke situatie . • Niet alle nieuwe technieken zijn even geschikt voor ketelvervanging. Condenserende ketels en ook warmtepompen bijvoorbeeld werken alleen optimaal als zij gekoppeld kunnen worden aan lagetemperatuursystemen (overgedimensioneerde radiatoren of vloerverwarming).
Vereiste expertise De verwarmingsinstallateur kan het best in overleg met u de ketelvervanging beoordelen en uitvoeren. Bij de plaatsing van een warmtepomp kunt u het best een beroep doen op een installateur die een specifieke opleiding over warmtepompen heeft gevolgd. Die technicus moet immers onderlegd zijn in verwarming, koeling en elektronica.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
Technische fiche S.3
Systeem
Distributieleidingen en radiatoren Isolatie van leidingen in onverwarmde ruimtes
Beschrijving
Te gebruiken materiaal
Rond de verwarmingsleidingen in niet-geïsoleerde ruimten of niet-verwarmde ruimtes (kruipkelder, kelder, niet-geïsoleerde zolder) wordt een voorgevormde buisisolatie aangebracht van minimaal 2 cm dikte. Er wordt voor gezorgd dat ook kranen, pompen… zo goed mogelijk geïsoleerd worden.
Voorgevormd buisisolatie
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen?
Isoleren op moeilijk bereikbare plaatsen (bv. bepaalde stukken kruipkelder) kan kostenintensief worden.
In situaties waarin al de volgende voorwaarden voldaan zijn: • leidingen bevinden zich in niet-verwarmde ruimtes (kruipkelder, niet-verwarmde zolder, kelder, garage); • leidingen zijn niet-geïsoleerd of de isolatie is in zeer slechte staat; • de watertemperatuur in de leidingen is constant (geen regeling op glijdende watertemperatuur). Bij regeling op glijdende temperatuur (automatische 3wegmengkraan of branderregeling via buitenvoeler) is het effect kleiner.
Voordelen De warmteverliezen verkleinen door de leidingen.
Beperkingen
Vereiste expertise Buisisolatie kunt u zelf aanbrengen mits u zorg besteedt aan de goede afwerking (aansluiting op de buis, aansluiting isolatiestukken onderling, isolatie van regelkranen,…).
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.G.3.
S.4.1 Evaluatie en verbetering sanitair warm water
Systeem - Woning
Algemene kenmerken van het systeem Opslagvolume Aanwezigheid van spaardouchekoppen Aanwezigheid van een zonneboiler
ja nee
Opmerking(en)
Evaluatie van de bestaande installatie Evaluatie
Energieverbruik [kWh/jaar.persoon]
Volledige installatie
691 Modern systeem
De globale energieprestaties van het systeem voor de productie van sanitair warm water hangen af van het rendement van de elementen waaruit het bestaat. Men moet rekening houden met het productierendement, het opslagrendement en het distributierendement. Productierendement Opslagrendement Distributierendement
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
S.4.2 Evaluatie en verbeteringen sanitair warm water
Systeem - Woning
Voorgestelde verbeteringen Raadpleeg fiche G1.2 voor de interpretatie van de hieronder opgegeven waarden. Advies nr
Met betrekking tot
1 2
Installatie zonneboilersysteem Isolatie distributieleidingen
Energiebesparing [kWh]
Energiebesparing [%]
Geschatte besparingen [€]
Terugverdientijd [jaren]
2.118 132
76,7 4,8
80 5
12,5 2,0
Evaluatie in gerenoveerde toestand Evaluatie
Volledige installatie
Energieverbruik [kWh/jaar.persoon]
132 Modern systeem
Totaal van de realiseerbare besparingen [kWh] Totaal van de realiseerbare besparingen [%]
2.236 81,0
Adres van het gebouw : 3010 Kessel-Lo
Datum : 18/09/2007
Auditeur (naam, voornaam) : Luyten, Sofie
Versie (software) : 1.0.4
Technische fiche S.5
Systeem
Sanitair warm water Inleiding
Dit document bevat een eerste aanzet om maatregelen te formuleren ter verbetering van het sanitaire warmwatersysteem. Hierbij moet wel benadrukt worden dat de verwarmingsinstallateur het best een gedetaileerde beoordeling kan geven om de nodige maatregelen te bepalen.
Meer informatie vindt u ook in de volgende handleidingen: • Handleiding voor de opbouw van verwarmingsinstallaties met stookolie, CEDICOL (www.cedicol.be); • Handboek van de aardgastoepassingen, KVBG (); KVBG, Rodestraat 125, 1630 Linkebeek • Dimensionering van centrale verwarmingsinstallaties met warm water, WTCB (); WTCB, Av. Pierre Holoffe 21, 1342 Limelette • Leidraad voor de installatie van zonneboilers, WTCB (www.wtcb.be); WTCB, Av. Pierre Holoffe 21, 1342 Limelette • Warmte uit zonlicht, Vlaamse Gemeenschap (www.ode.be); ODE Vlaanderen, Leuvensesteenweg 7b1, 3010 Kessel-Lo
Technische fiche S.5
Systeem
Sanitair warm water Economische evaluatie
De prijzen van de verschillende maatregelen variëren vrij sterk naar gelang van merk, tijdstip, type en uitvoeringsspecificaties. Het is bijgevolg moeilijk om juiste prijzen per maatregel te vermelden en economische bemerkingen werden al in de technische fiches opgenomen. Een samenvattend overzicht van de orde van grootte van kosten, de techniciteit (vereiste expertise) en de haalbare besparingen (potentieel) is in onderstaande tabel weergegeven. Er werd geen rekening gehouden met eventuele subsidies.
Economische evaluatie van verschillende maatregelen Maatregel
Kosten
Techniciteit
Potentieel
€€
XX
++
Zonneboiler
€€€
XXX
+++
Vervanging ketel
€€€
XXX
+++
€
X
++
€
X
+
Tapwaterbehoefte Spaardouchekoppen Warmteproductie
Opslag Isolatie voorraadvat Leidingen en warmteafgifte Isolatie
Technische fiche S.5
Systeem
Sanitair warm water Warmteproductie - Zonneboiler
Beschrijving
Gebruikte apparatuur
Een zonneboiler verwarmt sanitair warm water met de energie van de zon. Een zonnecollector wordt op het dak geplaatst en vangt zonlicht op. Deze zonnecollector bestaat uit een donkergekleurd buizenstelsel dat afgedekt is met een vlakke glasplaat in geval van een vlakkeplaatcollector en de zonnecollector bestaat uit luchtledige buizen in geval van een vacuümbuiscollector. De vloeistof (bijvoorbeeld water, eventueel met toegevoegd glycol in geval van volledige vulling) die door het buizenstelsel stroomt, wordt verwarmd door het zonlicht. De warmte van het door de zon opgewarmde water wordt overgedragen naar een voorraadvat door middel van een warmtewisselaar die koud leidingwater in het voorraadvat opwarmt. Het water dat door het buizenstelsel van de zonnecollector loopt, wordt dus niet gebruikt als tapwater. Als het water niet warm genoeg is, dan wordt het naverwarmd door bijvoorbeeld de cv-ketel, het doorstroomtoestel of een warmtepomp tot de gewenste temperatuur. Het oppervlak van de zonnecollector wordt afgestemd op de behoefte van de inwoners van de woning. Voor een gezin van drie à vier personen gelden richtcijfers van 3 à 8 m2, afhankelijk van het systeem en de gewenste voorzieningsgraad.
Een zonneboiler bestaat uit een zonnecollector, voorraadvat, warmtewisselaar, regelsysteem, naverwarmer en nodige aansluitingen op het tapwatercircuit.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen? Bij een woning zonder zonnecollectoren.
Voordelen De zonne-energie wordt gebruikt als energiebron wat leidt tot een daling van het gebruik van fossiele brandstoffen. In goede omstandigheden kan tot 50% op het verbruik van warm tapwater bespaard worden.
Beperkingen • Een zonneboiler vergt een aanzienlijke investering (2000-3000 euro). In veel gevallen kan wel een beroep gedaan worden op subsidies. • Er moet voldoende dakvlak met de juiste oriëntatie (zuidoost tot zuidwest met een helling tussen de 20° en 60°) zijn om een zonneboiler te kunnen plaatsen. • De afmetingen van de collector en van het voorraadvat bepalen in belangrijke mate de prestatie. Hou daar rekening mee. • Uitvoeringsdetails voor dakdoorvoer en dakinbouw zijn belangrijk om constructieve problemen te voorkomen.
Vereiste expertise Een installateur kan het best een zonneboiler plaatsen in overleg met u.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.
Technische fiche S.5
Systeem
Sanitair warm water Distributieleidingen – Isolatie van niet-geïsoleerde leidingen
Beschrijving
Voordelen
Rond de distributieleidingen wordt een voorgevormde buisisolatie aangebracht van minimaal 2 cm dikte. Er wordt voor gezorgd dat ook kranen, pompen… zo goed mogelijk geïsoleerd worden.
De warmteverliezen in de leidingen dalen en er is slechts een beperkte investering voor nodig.
In welke gevallen is deze techniek aan te bevelen? Als leidingen niet geïsoleerd zijn of als de isolatie in zeer slechte staat is, vooral als deze leidingen in nietverwarmde ruimtes lopen
Beperkingen Isoleren op moeilijk bereikbare plaatsen kan kostenintensief worden.
Vereiste expertise
Technologie
Buisisolatie kunt u zelf aanbrengen mits u zorg besteedt aan de goede afwerking (aansluiting op de buis, aansluiting isolatiestukken onderling, isolatie van regelkranen…).
Er wordt gebruikgemaakt van voorgevormde buisisolatie.
VOOR
MEER INFORMATIE VERWIJZEN WE NAAR DE LIJST VAN DE
BESCHIKBARE DOCUMENTEN IN FICHE
G.3.