1.
Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M19 van juli 2004. Bij de behandeling van hoofdpijn kan een hoofdpijndagboek aanknopingspunten geven voor een betere diagnostiek en beleid en de patiënt stimuleren tot een actieve houding bij de aanpak van hoofdpijn. Zo kan een hoofdpijndagboek behulpzaam zijn bij het onderscheid tussen de verschillende soorten hoofdpijn. Het is bijvoorbeeld niet altijd direct duidelijk hoeveel medicatie een patiënt gebruikt en het onderscheid tussen een middelengeïnduceerde en chronische spanningshoofdpijn kan door het hoofdpijndagboek duidelijker naar voren komen. Een dagboek kan ook duidelijk maken dat een patiënt een mengvorm heeft van twee soorten hoofdpijn: de combinatie van spanningshoofdpijn en migraine is niet ongebruikelijk. Uitlokkende factoren van de hoofdpijn kunnen naar voren komen, maar het kan juist ook duidelijk worden dat iets waarvan de patiënt dacht dat het hoofdpijn uitlokt, er uiteindelijk niets mee te maken heeft. Het schrikbeeld van veel huisartsen is een hoofdpijndagboek met lappen tekst, wat veel te veel tijd kost om door te nemen. De huisarts dient dus vooraf goed te beseffen op welke vragen het dagboek of de ‘klachtenregistratie’ antwoord moet geven; hij kan de instructie dan hierop aanpassen. Zo kunt u als huisarts precies die informatie krijgen die u nodig heeft om de diagnose te kunnen stellen. Te veel informatie werkt verwarrend, met te weinig kan de diagnostiek alsnog een puzzel blijven. Zowel voor de huisarts als de patiënt is informatie die het liefst op één of twee A4’tjes past, veruit het meest overzichtelijk. Om de vertrouwensrelatie tussen huisarts en patiënt in stand te houden moet de nabespreking van een hoofdpijndagboek zorgvuldig gebeuren. De patiënt heeft tijd en aandacht aan dit huiswerk besteed, en mag dit ook van de huisarts verwachten. De huisarts zorgt ervoor dat de bespreking van het hoofdpijndagboek een duidelijke plek in het consult krijgt. Het hoofdpijndagboek heeft in eerste instantie vooral een ‘diagnostische’ waarde. Het klachtenpatroon kan duidelijker worden; daardoor kan de hoofdpijn soms beter verklaard worden of gekoppeld worden aan factoren die er mogelijk op van invloed zijn. Ook kan uit de registratie naar voren komen hoe groot de lijdensdruk is voor de patiënt. Als de huisarts die expliciet benoemt, biedt dat de patiënt de gelegenheid er meer over te vertellen. Daarmee kunnen de gevolgen van de klachten expliciet aan de orde komen en aanleiding vormen voor een gesprek over hoe de patiënt daarmee om zou kunnen gaan. Een hoofdpijndagboek kan soms ook een therapeutische waarde hebben, omdat het de patiënt stimuleert om een aantal zaken precies weer te geven. Daardoor gaat de patiënt actiever om met zijn klachten. Soms komt er ook een duidelijk verband met een onderliggend probleem naar voren, dat dan vervolgens onderwerp van gesprek kan worden. Zelfs als een hoofdpijndagboek ‘niets’ oplevert, kan het nog gebruikt worden om te laten zien dat de klachten dus geen verband houden met wat de patiënt eet of doet, of niet eet of niet doet. De klachten blijken een onafhankelijk bestaan te hebben, en de patiënt hoeft er dan ook niets voor te laten of te doen. Dat inzicht kan soms een bevrijding opleveren voor de patiënt. Aan de hand van een viertal casus gaat u oefenen in het formuleren van de vragen waar het hoofdpijndagboek een antwoord op kan geven, in en het maken van een individueel hoofdpijndagboek. Vervolgens kunnen de deelnemers zich door middel van rollenspelen oefenen in het bespreken en interpreteren van een viertal hoofd-
1 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
pijndagboeken die op de al eerder gebruikte casus zijn geïnspireerd. Het programma kan in twee delen worden gesplitst. Het eerste, het maken van een individueel hoofdpijndagboek, duurt 80 minuten. Het tweede, het bespreken en interpreteren van een hoofdpijndagboek, 45 minuten.
2.
Doel, doelgroep en tijdsduur Doelstelling:
De deelnemer kan per patiënt de doelstelling voor een hoofdpijndagboek formuleren en de vorm van het hoofdpijndagboek hieraan aanpassen. Vervolgens kan de deelnemer samen met de patiënt in een hoofdpijndagboek naar aanknopingspunten zoeken voor een verband tussen de klachten en andere factoren, of naar mogelijkheden om de klachten te beïnvloeden. Doelgroep: Groepen huisartsen, zoals WDH, hagro, huisartsen-in-opleiding Groepsgrootte: Tot 12 personen Tijdsduur: 125 minuten
3.
Uitvoering • • • •
•
• • • •
• • • • •
Leid deze module in. U kunt daarbij gebruikmaken van de tekst onder ‘Toelichting’ (2 min.). Verdeel de deelnemers in groepjes van drie (3 min.). Deel Werkblad 1 uit en vraag de deelnemers dit te lezen (5 min.). Vraag de drietallen de vragen van Werkblad 1 te beantwoorden en het schema voor een hoofdpijndagboek op een groot flap-overvel over te nemen voor een presentatie (30 min.). Vraag een groepje om het hoofdpijndagboek bij casus 1 te presenteren. Vraag vervolgens de andere groepjes om commentaar en laat dit bediscussiëren. Geef indien nodig uiteindelijk zelf nog commentaar. Kap de discussie per casus na 8 minuten af. Er hoeft geen consensus bereikt te zijn (30 min.). Vraag de deelnemers tot slot ieder een leerpunt op te schrijven (5 min.). Vraag de deelnemers deze leerpunten te noemen (5 min.). Laat de deelnemers binnen de groep een rol kiezen van huisarts, patiënt of observator (1 min.). Geef iedere groep de rollen van één casus (Werkblad 2a, 2b en 2d) en vraag ieder van hen de eigen rol door te lezen. Geef het hoofdpijndagboek (Werkblad 2c) aan degene die de patiënt speelt (5 min.). Vraag de groepjes het rollenspel te spelen (10 min.). Vraag de groepjes het rollenspel aan de hand van het formulier van de observator door te spreken (15 min.). Als de tijd het toelaat, kunt u ieder groepje nogmaals een ander rollenspel laten spelen en nabespreken (Werkblad 3a t/m d, en 5a t/m d) (30 min.). Vraag de deelnemers tot slot een leerpunt op te schrijven (5 min.). Vraag de deelnemers deze leerpunten te noemen (5 min.).
2 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
4.
Organisatie • • •
Kopieer de verschillende werkbladen voor alle deelnemers in voldoende mate. Zorg voor voldoende ruimte om de deelnemers in groepjes van drie rollenspelen te laten doen. Bereid uzelf voor door de NHG-Standaard Hoofdpijn en de casus en het Docentmateriaal 1 door te nemen.
3 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
1. Het maken van een individueel hoofdpijndagboek
Het ideale hoofdpijndagboek bestaat uit een A4’tje met vier of vijf kolommen, waarop u alle informatie aantreft die u van de patiënt wilt hebben. Niet te veel, want dan wordt het onoverzichtelijk. Niet te weinig, want dan heeft u er niets aan. Om dit te bereiken dient u ervoor te zorgen dat u voor zichzelf en de patiënt de doelstelling van het hoofdpijndagboek helder heeft. Alleen dan kunt u het dagboek zodanig opstellen dat u de juiste informatie krijgt. In de vier hieronder beschreven casus gaat het om een diagnostisch probleem. Welke informatie heeft u nog nodig om de diagnose te kunnen stellen? Wat wilt u uitsluiten? En hoe vertaalt u dit naar een hoofdpijndagboek? Vul de vragen bij onderstaande casus in:
Casus 1 Mevrouw Offringa, 41 jaar, komt op het spreekuur met hoofdpijn. Al acht maanden lang heeft ze continu hoofdpijn, maar ze is nog niet eerder op het spreekuur geweest met deze klacht. Ze geeft aan dat medicijnen niet meer helpen. ‘En wat nu?’ zegt ze terwijl ze u vragend aankijkt. U vraagt nog wat verder. De hoofdpijn zit door haar gehele hoofd. Ze kan niet aangeven of er een aanleiding is geweest voor de hoofdpijn. Als u vraagt naar medicijngebruik, vertelt ze vooral paracetamol gebruikt te hebben, in wisselende mate. Het werk valt haar zwaar. Thuis wordt ze goed opgevangen door haar man en haar twee kinderen (tieners van 14 en 16 jaar). Zelf heeft ze wel eens het idee dat het met de hoeveelheid zonneschijn te maken kan hebben. U wilt graag dat deze patiënt een hoofdpijndagboek gaat bijhouden. 1. Wat zou u door middel van het hoofdpijndagboek te weten willen komen van deze patiënt?
4 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Op welke wijze zou u het hoofdpijndagboek bij deze patiënt introduceren?
3. Maak op een A4’tje een schema voor een hoofdpijndagboek dat de patiënte de komende weken kan invullen. Wanneer u een definitief voorstel heeft, schrijf dit dan over op een flap-overvel.
Casus 2 Arnold ter Wiel, 27 jaar, vertelt op uw spreekuur enorme last van eenzijdige hoofdpijnaanvallen te hebben. Zijn moeder en zijn oma hebben beiden migraine en Arnold heeft het idee dat zijn hoofdpijn daarop lijkt. Misselijk is hij wel, zegt hij, van de pijn. Maar hij heeft nooit overgegeven. Licht en geluid zijn niet prettig. Hij ziet geen lichtflitsen vooraf. De aanvallen variëren in duur. Hij kan niet aangeven hoe lang ze precies duren. Soms heeft hij wel eens een hele dag pijn, soms heeft hij er wel dagen achter elkaar last van en soms maar een paar uur. Op uw vraag of hij ook een tranend oog heeft tijdens een aanval haalt hij zijn schouders op. Het is vaak zo pijnlijk dat hij er moedeloos van wordt, en hierdoor wel eens heeft gehuild. Op uw vraag naar toename van de pijn bij inspanning vertelt hij dat een hoofdpijnaanval zo pijnlijk is dat de beweging ook niet meer uitmaakt. Ook op verdere vragen krijgt u geen duidelijke antwoorden. Om toch een beter beeld te krijgen van de hoofdpijnaanvallen vraagt u de patiënt een hoofdpijndagboek bij te houden. 4. Wat zou u door middel van het hoofdpijndagboek te weten willen komen van deze patiënt?
5 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
5. Maak op een A4’tje een schema voor een hoofdpijndagboek dat de patiënt de komende weken kan invullen. Wanneer u een definitief voorstel heeft, schrijf dit dan over op een flap-overvel.
6. Wat zijn de instructies die u geeft voor het invullen van het dagboek?
Casus 3 Lieke Baarsma, 14 jaar, komt op het spreekuur samen met haar moeder. Lieke zit er wat stil bij. U herkent dit gedrag als de houding van een mokkende tiener die met tegenzin is meegenomen door haar moeder. Liekes moeder voert het woord. Lieke heeft nu al anderhalf jaar vaak hoofdpijn. Haar moeder wil graag dat het onderzocht wordt. Lieke is nu sinds een half jaar ongesteld en haar moeder vraagt zich af of het daar misschien iets mee te maken heeft. U probeert wat meer te weten te komen over de precieze aard van de hoofdpijn, maar Liekes antwoorden op uw vragen zijn bijzonder stug en kort. Ja, ze heeft vaak hoofdpijn. Ze weet niet precies wanneer en hoe vaak. Ze gebruikt soms medicijnen, maar zeker niet iedere dag. Op uw vraag of ze er bezorgd over is, haalt ze haar schouders op. Verder zegt Lieke niets. U komt hier in dit consult niet verder mee. Op uw vraag of ze wel een hoofdpijndagboek wil bijhouden zegt ze wat nonchalant: ‘Oké’. 7. Wat zou u door middel van het hoofdpijndagboek te weten willen komen van deze patiënte?
6 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
8. Maak op een A4’tje een schema voor een hoofdpijndagboek dat de patiënte de komende weken kan invullen. Wanneer u een definitief voorstel heeft, schrijf dit dan over op een flap-overvel.
9. Wilt u het dagboek de dag voor het volgende consult al in de brievenbus hebben?
Motivatie:
7 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Casus 4 Mevrouw Kersies, 29 jaar, komt op uw spreekuur in verband met hoofdpijn. Eigenlijk heeft ze al vanaf haar twintigste jaar hoofdpijnaanvallen aan één zijde van het hoofd. Ze gaat dan stil op bed liggen met de gordijnen dicht. Ze is daarbij ook misselijk. Met een paracetamol kon ze het tot voor een jaar terug wel dragelijk maken, maar het lijkt steeds minder goed te werken. Ze is over gegaan op sterkere pijnmedicatie, maar ook naproxen lijkt steeds minder effect te hebben. Ze wordt er moedeloos van. Ze heeft ook het idee dat de hoofdpijn steeds vaker opkomt. Soms een paar keer per week, soms ook een paar weken niet. Een patroon kan ze er zelf niet in ontdekken. Behalve dat ze de hoofdpijnaanvallen lastig vindt, maakt ze zich er ook zorgen over. Sinds een paar maanden heeft ze een nieuwe baan. Ze wil zich niet ziek melden, want ze weet dat het dan extra druk is voor haar collega’s. Maar werken met hoofdpijn gaat ook niet optimaal. Het is wel een drukke baan als verpleegkundige, maar ze heeft zelf nooit een relatie kunnen leggen tussen werkstress en hoofdpijn. Soms heeft ze wel het idee dat de nachtdiensten haar opbreken, maar niet altijd. Bij de anamnese geeft ze aan dat er wel een relatie is met de menstruatie, maar dat het ook steeds vaker daarbuiten voorkomt. Over twee weken is ze weer ongesteld. Ze gebruikt de pil sinds zes jaar.
10. Wat zou u door middel van het hoofdpijndagboek te weten willen komen van deze patiënt?
11. Maak op een A4’tje een schema voor een hoofdpijndagboek dat de patiënte de komende weken kan invullen. Wanneer u een definitief voorstel heeft, schrijf dit dan over op een flap-overvel.
8 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 1 Rol van de hu i s art s Mevrouw Offringa, 41 jaar, is drie weken terug bij u op het spreekuur geweest met hoofdpijn. Ze had al acht maanden lang hoofdpijn, maar was nog niet eerder op het spreekuur geweest met deze klacht. Ze gaf aan dat medicijnen niet meer helpen. ‘En wat nu?’ zei ze terwijl ze u vragend aankeek. Bij de anamnese bleek dat de hoofdpijn door haar gehele hoofd zat. Ze kon niet aangeven of er een aanleiding was geweest voor de hoofdpijn. Toen u vroeg naar medicijngebruik, vertelde ze vooral paracetamol gebruikt te hebben, in wisselende mate. Werken viel haar zwaar, maar thuis werd ze prima opgevangen door haar man en haar twee kinderen (14 en 16 jaar). Zelf gaf ze aan dat het erger was op zonnige dagen. Om wat meer informatie te krijgen over de hoofdpijn had u mevrouw Offringa een hoofdpijndagboek meegegeven. Ze komt nu weer op uw spreekuur, maar heeft, tegen de afspraak in, het hoofdpijndagboek niet eerder bij u gebracht. Om de bespreking van het hoofdpijndagboek te starten kunt u gebruikmaken van de volgende stappen: • Lees eerst zelf het hoofdpijndagboek eerst zelf. • Geef de patiënte waardering voor het bijhouden van het dagboek. • Leg het hoofdpijndagboek in het midden. • Vraag aan de patiënte of er aspecten aan het dagboek zijn die haar opvallen. • Vertel wat de aspecten aan het dagboek zijn die u opvallen. Geef eerst waarnemingen, dan interpretaties. Sluit zo mogelijk aan bij de observaties/interpretaties van de patiënt. Besteed met name aandacht aan gedachten (cognities) en (het vermijden van) bezigheden. • Vraag de patiënte om commentaar te leveren op uw observaties.
Va l k ui l en : • • •
Als de klachtenregistratie van tevoren is ingeleverd, zorg dan ook dat u deze van tevoren heeft bekeken. Begin niet zelf te vertellen wat u opvalt (ook al is het u nog zo duidelijk), maar geef eerst de patiënte het woord. Vraag altijd aan de patiënte om commentaar op uw observaties/interpretaties.
U heeft voor het totale gesprek 10 minuten.
9 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 2a
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 1 Rol van de pa ti ënt e U bent mevrouw Offringa, 41 jaar. Drie weken terug bent u bij de huisarts op het spreekuur geweest met hoofdpijn. U had al acht maanden lang hoofdpijn, maar was nog niet eerder op het spreekuur geweest met deze klacht. U gaf aan dat medicijnen niet meer helpen en hoopte dat de huisarts u kon helpen. U vertelde dat de hoofdpijn door uw gehele hoofd zat. Zelf zag u geen aanleiding voor de hoofdpijn. Thuis gaat het allemaal prima gelukkig. Allebei uw zonen (14 en 16 jaar) doen het goed op school. Vorig jaar heeft u wat problemen gehad met uw jongste zoon die zich niet op zijn gemak voelde op school, maar sinds hij van school is gewisseld gaat dat allemaal veel beter. Uw echtgenoot doet veel in huis en daar heeft u niet over te klagen. U sorteert drie dagen per week post tijdens de nachtdiensten, omdat u dan in ieder geval thuis bent als uw twee kinderen naar school moeten en uit school komen. Het werk valt u zwaar. U heeft wel stress op het werk in verband met de hoofdpijn. U heeft zich een aantal keren ziek gemeld en uw chef heeft daar een paar maal een opmerking over gemaakt. Hij gaf aan dat op deze manier het arbeidscontract niet zou worden verlengd. Daarover heeft u wel wat zorgen, want u heeft samen met uw partner twee jaar terug een huis gekocht. Met dit verhaal heeft u overigens de huisarts niet lastig gevallen. Wat heeft die ermee te maken! Maar ook op dagen dat u niet werkt, heeft u hoofdpijn. Alle pijnstillers die vrij verkrijgbaar zijn bij de drogist heeft u al geprobeerd, maar niks helpt. Soms heeft u wel eens het idee dat u net zo goed niets kunt nemen, maar dat is ook niet uit te houden. Soms loopt u in de zon en dan is het erger. U dacht dat u misschien wel naar een oogarts moest om de gevoeligheid van de ogen te laten testen, maar de huisarts ging er niet op in. In plaats daarvan gaf hij u een hoofdpijndagboek mee. U voelde zich een beetje bekocht en was ook niet erg gemotiveerd om het in te vullen. Uiteindelijk heeft u het toch gedaan, omdat u dacht toch weer naar huis gestuurd te worden als u nogmaals bij de huisarts kwam zonder hoofdpijndagboek. U heeft het resultaat meegenomen.
10 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 2b
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 1 Hoofdpi jn dagboek D a tu m
H o ofd p i jn: ge e n , l ic ht, m at ig, e r n st ig, on dr aa gl ij k
Medicijne n: Wel ke e n hoe v ee l
Donderdag 27 mei
matig, hele dag
paracetamol met codeï- druk, in de zon gelopen ne, 4 maal 500 mg, 2 maal ibuprofen 400 mg
Vrijdag 28 mei
matig tot ernstig, middag
paracetamol, 4 maal, tweemaal ibuprofen 400mg
in de tuin liggen, veel zon
Zaterdag 29 mei
licht, hele dag
paracetamol, 2 maal
atletiekwedstrijd kind gekeken, Alleen in de zon last
Zondag 30 mei
licht
paracetamol, 2 maal
geen
Maandag 1 juni
matig tot ernstig, hele dag
paracetamol, 4 maal, naproxen 1 maal
werk, stress
Periode niet ingevuld Z on d a g matig 6 juni
paracetamol, 2 maal
bezoek schoonouders
Maandag 7 juni
ondraaglijk, voelt als migraine, hele dag
paracetamol, 6 maal, ibuprofen 3 maal
werk, stress
Dinsdag 8 juni
matig tot ernstig, hele dag
paracetamol, 4 maal en werk, stress ibuprofen 3 maal,
Woensdag 9 juni
licht tot matig, middag paracetamol, 2 maal en afscheid collega en zon ibuprofen 1 maal
Donderdag 10 juni
licht, af en toe
paracetamol 2 maal
geen
Vrijdag 11 juni
later op de dag
paracetamol 2 maal
geen
Z a t e rda g 12 juni
matig, later ondraagparacetamol 6 maal lijk, voelt als migraine, vooral middag en avond
feest vriendin, grote drukte, hard geluid
Z on d a g 13 juni
licht, af en toe
paracetamol 2 maal
geen
Maandag 14 juni
licht, af en toe
paracetamol 4 maal
zonnig
11 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Ac tiv it ei te n , s tr e ss
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 2c
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 1 Observator
Let goed op tijdens het rollenspel. Ga daarna het gesprek na via onderstaande vragen. Vraag eerst aan de ‘huisarts’ om te reageren, daarna aan de ‘patiënte’ en geef vervolgens zelf uw mening. 1. Heeft de huisarts eerst zelf het dagboek gelezen?
2. Gaf de huisarts waardering aan de patiënte voor het bijhouden van het hoofdpijndagboek?
3. Lag het hoofdpijndagboek tussen de huisarts en de patiënte in?
12 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 2d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
4. Vroeg de huisarts eerst aan de patiënte wat opviel?
5. Vertelde de huisarts de eigen waarnemingen? Zo ja, sloten die aan bij de observaties van de patiënte?
Zo ja, heeft de huisarts de patiënte om commentaar hierop gevraagd?
13 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 2d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
6. Gaf de huisarts de eigen interpretaties? Zo ja, sloten die aan bij de observaties van de patiënte?
Zo ja, heeft de huisarts de patiënte om commentaar hierop gevraagd?
7. Is er een verband gevonden tussen de hoofdpijnklachten en andere factoren?
Kan de patiënte dit begrijpen? Zo nee, wat was niet duidelijk?
14 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 2d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Kan de patiënte dit accepteren? Zo nee, wat was de weerstand?
8. Is er een mogelijkheid gevonden om de klachten te beïnvloeden?
Kan de patiënte dit begrijpen? Zo nee, wat was niet duidelijk?
Kan de patiënte dit accepteren? Zo nee, wat was de weerstand?
15 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 2d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
9. Gaf het hoofdpijndagboek voldoende/de juiste informatie?
10. Heeft het hoofdpijndagboek bijgedragen aan de diagnostiek?
Motiveer het antwoord.
11. Heeft het hoofdpijndagboek bijgedragen aan het beleid?
Motiveer het antwoord.
16 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 2d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 2 Rol van de huisarts
Het is vrijdag. U ziet Arnold ter Wiel, 27 jaar, op uw afsprakenlijst voor het spreekuur staan. Van uw praktijkassistente hoort u dat hij afgelopen maandag ook al is geweest bij uw waarnemer. U zoekt in uw HIS op waarvoor hij toen is geweest: S: Unilaterale hoofdpijnaanvallen, misselijk +, overgeven -, fotofobie -, fonofobie -, wisselende duur tot 3 dagen, bewegingsdrang onbekend, Horner onbekend O: g.b. E: N01; Hoofdpijn P: Hoofdpijndagboek, controle 4 weken U kent Arnold al van jongs af aan, omdat hij al met zijn ouders bij u ingeschreven stond. Ofschoon hij nu naar een ander deel van de stad is verhuisd, is hij bij u in de praktijk gebleven. U weet dat zijn moeder migraine heeft en heel veel baat heeft bij subcutane injecties met sumatriptan. Om de bespreking van het hoofdpijndagboek te starten kunt u gebruik maken van de volgende stappen: • Lees eerst zelf het hoofdpijndagboek • Geef de patiënt waardering voor het bijhouden van het dagboek. • Leg het hoofdpijndagboek in het midden. • Vraag aan de patiënt of er aspecten aan het dagboek zijn die hem/haar opvallen. • Vertel wat de aspecten aan het dagboek zijn die u opvallen. Geef eerst waarnemingen, dan interpretaties. Sluit zo mogelijk aan bij de observaties/interpretaties van de patiënt. Besteed met name aandacht aan gedachten (cognities) en (het vermijden van) bezigheden. • Vraag de patiënt om commentaar te leveren op uw observaties. Valkuilen: • Als de klachtenregistratie van tevoren is ingeleverd, zorg dan ook dat u deze van tevoren heeft bekeken. • Begin niet zelf te vertellen wat u opvalt (ook al is het u nog zo duidelijk), maar geef eerst de patiënt het woord. • Vraag altijd aan de patiënt om commentaar op uw observaties/interpretaties. U heeft voor het totale gesprek 10 minuten.
17 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 3a
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 2 R ol pa ti ë n t U bent Arnold ter Wiel, 27 jaar. Sinds twee weken heeft u hoofdpijnaanvallen aan één kant. Eerst was het maar één aanval per dag, maar het worden er steeds meer. Ze zijn verschrikkelijk pijnlijk. U bent geen doetje, bij het sporten (kickboksen) krijgt u ook wel eens een klap, maar deze hoofdpijn slaat werkelijk alles. U kent het wel van uw moeder en oma, die vaak met migraine op bed lagen. U bekijkt hen nu met heel andere ogen. Zo’n pijn!!! U was maandag al op het spreekuur geweest bij de waarnemer van de huisarts in de hoop dat u medicijnen zou krijgen, want uw moeder heeft sinds een jaar een soort injecties gekregen die perfect helpen. De waarnemer vroeg eerst van alles. Alsof u tijdens zo’n pijnaanval oplet of u een tranend oog heeft of misselijk bent! Ook bleef de waarnemer maar doorzagen over de duur van een aanval. Als u maar één aanval heeft op een dag, duurt die een uur of twee. Maar u krijgt steeds vaker aanvallen en dan bent u de hele dag bezig met het slikken van pijnstillers. Soms gaat dit wel dagen achter elkaar door. Helaas helpen de pijnstillers niet voldoende, anders was u niet naar het spreekuur gegaan. In plaats van medicijnen kreeg u een hoofdpijndagboek mee dat u moest invullen. Dat heeft u drie dagen gedaan, maar u vindt het wel goed zo. De aanvallen worden alleen maar meer en u voelt zich er invalide door. Gisteren kwam uw moeder langs en die had drie spuitjes van haar eigen medicatie meegenomen, sumatriptan. Bij de volgende hoofdpijnaanval gaf zij u een injectie en toen zakte de pijn na ongeveer een kwartier. U voelde dat echt als een bevrijding. Voor u het bewijs dat u ook migraine heeft, want anders zou de injectie niet hebben geholpen. Ook bij de volgende twee aanvallen heeft u die dag een injectie genomen. U besloot dat het zo niet langer kon en dat u niet wilde wachten tot de waarnemer er weer is. U maakte meteen voor de volgende dag een afspraak met uw eigen huisarts. U hoopt flink veel van die injecties mee naar huis te krijgen, want u kunt ze wel een paar maal per dag gebruiken. U heeft het dagboek wel meegenomen.
18 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 3b
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 2 Hoofdpi jn dagboek D a tu m
Hoe v ee lhe id pi jn op ee n s c ha al va n 0 tot 4 en de duu r v an de pijn .
G eb ru i k m e d i c at i e : Activ iteite n: w e l k e , h o e v e e l e n w a t b e w e g i n g s dr a n g wa s he t ef f ec t of stil ligge n e n w a n n e er
T ijdstip v an naar bed gaan en o p s t aa n
Dinsdag 6 mei
4, zeer pijnlijk, 1e aanval: 2 uur 2e aanval: 1,5 uur
1e aanval: naproxen 1e aanval: lopen 2 tabletten 2e aanval: heen en weer lopen 2x, weinig effect 2e aanval: naproxen 2x en paracetamol 2 x.
7.30 opstaan 11.45 naar bed
1e aanval: naproxen 2 tabletten 2e aanval: sumatriptan+ 3e aanval: sumatriptan 4e aanval: sumatriptan
1e aanval: heen en weer lopen 2e aanval: idem 3e aanval: idem 4e aanval: idem
7.30 opstaan 0.30 naar bed
1e aanval: liggen
7.30 opstaan
Woensdag 4, zeer pijnlijk 7 mei 1e aanval: + 2 uur 2e aanval: kwartier 3e aanval: kwartier 4e aanval: kwartier
Donderdag 4, zeer vroeg in de 1e aanval: naproxen 8 mei ochtend, zeer pijnlijk twee tabletten 1e aanval: onbekend, na uren wakker geworden
0 = niet pijnlijk 1 = licht 2 = matig 3 = ernstig 4 = ondraaglijk
19 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 3c
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 2 Ob se rv at or Let goed op tijdens het rollenspel. Ga daarna het gesprek na via onderstaande vragen. Vraag eerst aan de ‘huisarts’ om te reageren, daarna aan de ‘patiënte’ en geef vervolgens zelf uw mening. 1. Heeft de huisarts eerst zelf het dagboek gelezen?
2. Gaf de huisarts waardering aan de patiënt voor het bijhouden van het hoofdpijndagboek?
3. Lag het hoofdpijndagboek tussen de huisarts en de patiënt in?
20 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 3d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
4. Vroeg de huisarts eerst aan de patiënt wat opviel?
5. Vertelde de huisarts de eigen waarnemingen? Zo ja, sloten die aan bij de observaties van de patiënt?
Zo ja, heeft de huisarts de patiënt om commentaar hierop gevraagd?
21 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 3d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
6. Gaf de huisarts de eigen interpretaties? Zo ja, sloot dit aan bij de observaties van de patiënte?
Zo ja, heeft de huisarts om commentaar van de patiënte hierop gevraagd?
7. Is er een verband gevonden tussen de hoofdpijnklachten en andere factoren?
Kan de patiënt dit begrijpen? Wat was niet duidelijk?
22 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 3d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Kan de patiënt dit accepteren? Wat was de weerstand?
8. Is er een mogelijkheid gevonden om de klachten te beïnvloeden?
Kan de patiënt dit begrijpen? Zo nee, wat was niet duidelijk?
Kan de patiënt dit accepteren? Zo nee, wat was de weerstand?
23 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 3d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
9. Gaf het hoofdpijndagboek voldoende/de juiste informatie?
10. Heeft het hoofdpijndagboek bijgedragen aan de diagnostiek?
Motiveer het antwoord.
11. Heeft het hoofdpijndagboek bijgedragen aan het beleid?
Motiveer het antwoord.
24 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 3d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 3 Rol van de hu i s art s Drie weken geleden is Lieke Baarsma, 14 jaar, op het spreekuur geweest samen met haar moeder. De moeder van Lieke was ongerust en het was wel duidelijk dat Lieke zelf niet zo’n zin had in het huisartsenbezoek. Haar antwoorden bestonden uit ja, nee en oh. Eigenlijk werd u niet veel wijzer. Haar moeder vertelde dat Lieke sinds anderhalf jaar regelmatig hoofdpijn heeft. Sinds een half jaar is Lieke ongesteld. De vraag was of de hormonale verandering misschien de hoofdpijn veroorzaakt kon hebben. En eigenlijk wilde moeder het liefst een scan om een hersentumor uit te sluiten. Lieke gebruikt wel pijnstillers, maar wanneer en hoeveel bleef volstrekt onduidelijk. U heeft toen de gemoederen weer wat kunnen sussen en u heeft verteld dat u echt meer informatie nodig heeft. Dochter stemde er mee in een hoofdpijndagboek bij te houden. Nu staat ze weer op het spreekuur. Ditmaal komt ze, zoals afgesproken, alleen. Om de bespreking van het hoofdpijndagboek te starten kunt u gebruik maken van de volgende stappen: • Lees eerst zelf het hoofdpijndagboek (als de patiënte het al eerder heeft ingeleverd, lees het dan ook al eerder en niet pas bij binnenkomst van de patiënt). • Geef de patiënte waardering voor het bijhouden van het dagboek. • Leg het hoofdpijndagboek in het midden. • Vraag aan de patiënte of er aspecten aan het dagboek zijn die haar opvallen. • Vertel wat de aspecten aan het dagboek zijn die u opvallen. Geef eerst waarnemingen, dan interpretaties. Sluit zo mogelijk aan bij de observaties/interpretaties van de patiënt. Besteed met name aandacht aan gedachten (cognities) en (het vermijden van) bezigheden. • Vraag de patiënte om commentaar te leveren op uw observaties.
Va l k ui l en : • • •
Als de klachtenregistratie van tevoren is ingeleverd, zorg dan ook dat u deze van tevoren heeft bekeken. Begin niet zelf te vertellen wat u opvalt (ook al is het u nog zo duidelijk), maar geef eerst de patiënte het woord. Vraag altijd aan de patiënte om commentaar op uw observaties/interpretaties.
U heeft voor het totale gesprek 15 minuten.
25 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 4a
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 3 Rol van de pa ti ënt e U bent Lieke Baarsma, 14 jaar. Sinds anderhalf jaar heeft u regelmatig last van hoofdpijn. U klaagde hier wel eens over tegen uw moeder, maar daar heeft u spijt van. Drie weken terug nam ze u mee naar de huisarts. U ging er al vanuit dat de huisarts toch niets kon doen en dat klopte: u werd weer naar huis gestuurd met een hoofdpijndagboek. Het leek u het gemakkelijkst om maar toe te stemmen, dan was u er weer snel weg. Sindsdien vraagt uw moeder dagelijks of u al gestart bent met het invullen van het hoofdpijndagboek. U wordt er helemaal gek van. Uiteindelijk bent u wel wat gaan invullen, ook al heeft u er helemaal geen zin in. U schrijft het allemaal wat summier op. De laatste tijd vindt u dat uw moeder u sowieso teveel op de huid zit. Op school gaat het niet zo best en uw moeder is allerlei bijlessen voor u aan het regelen. U baalt van school en wilt er eigenlijk niet nog extra mee bezig zijn. Er is een clubje van vier kinderen dat het speciaal op u gemunt heeft en dan kun je een vervelende moeder er niet bij hebben. In de pauze schelden ze, maar dat laat u meestal van u af glijden. Laatst hadden ze echter uw tas afgepakt en daar was u wel erg boos om geworden. Zeker toen ze deze niet terug wilden geven en uiteindelijk leeg kieperden over de trap toen de bel ging. Natuurlijk kwam u te laat in de klas. Soms gebruikt u wel eens paracetamol tegen de hoofdpijn, maar als dat eens in de twee weken is, is dat veel. U verwacht niet veel van de huisarts. U heeft u al voorgenomen om na de afspraak met de huisarts aan uw moeder te vertellen dat er niets ernstigs aan de hand is en om haar nooit meer te laten merken dat u hoofdpijn heeft.
26 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 4b
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 3: Spanningshoofdpijn Hoofdp ijndagboek D a tu m
Ho e e r g i s d e h oo f d p i jn o p een schaal van 0 t ot 4 ? Z i jn er o ok an d e r e kl a c h te n ?
M e di c i j n e n genom en? Sch ri jf o p w e l ke e n hoe v e e l .
W a t he b j e g e d a a n d ie dag? B i j v o o r be e l d: u itgaan , tvki jke n, s chool
G evoelens: Menstr uatie b i jv o or b ee l d blij /bezor gd/ boos
Donderdag gemiddeld 24 juni duizelig
niet
computeren
normaal
Vrijdag 25 juni
gemiddeld
niet
naar school geweest
normaal
Zaterdag 26 juni
niet
niet
niks
normaal
Zondag 27 juni
beetje
niet
computeren, niks
normaal
Maandag 28 juni
niet
niet
school, turnen normaal, boos
Dinsdag 29 juni
niet
niet
school
normaal
Woensdag beetje 30 juni
niet
school
boos
Donderdag niet 1 juli
niet
school
normaal
Vrijdag 2 juli
beetje
niet
club van de kerk
normaal
Zaterdag 3 juli
niet
niet
zingen met de kerk
normaal
Zondag 4 juli
niet
niet
niks
normaal
Maandag 5 juli
beetje
1 paracetamol, school beetje effect
normaal
Dinsdag 6 juli
beetje
niet
school
normaal
Woensdag beetje 7 juli
niet
school, (laatste normaal schooldag)
27 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
begin
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 4c
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 3 Ob se rv at or Let goed op tijdens het rollenspel. Ga daarna het gesprek na via onderstaande vragen. Vraag eerst aan de ‘huisarts’ om te reageren, daarna aan de ‘patiënte’ en geef vervolgens zelf uw mening. 1. Heeft de huisarts eerst zelf het dagboek gelezen?
2. Gaf de huisarts waardering aan de patiënte voor het bijhouden van het hoofdpijndagboek?
3. Lag het hoofdpijndagboek tussen de huisarts en de patiënte in?
28 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 4d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
4. Vroeg de huisarts eerst aan de patiënte wat opviel?
5. Vertelde de huisarts de eigen waarnemingen? Zo ja, sloten die aan bij de observaties van de patiënte?
Zo ja, heeft de huisarts de patiënte om commentaar hierop gevraagd?
29 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 4d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
6. Gaf de huisarts de eigen interpretaties? Zo ja, sloten die aan bij de observaties van de patiënte?
Zo ja, heeft de huisarts de patiënte om commentaar hierop gevraagd?
7. Is er een verband gevonden tussen de hoofdpijnklachten en andere factoren?
Kan de patiënte dit begrijpen? Wat was niet duidelijk?
30 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 4d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Kan de patiënte dit accepteren? Wat was de weerstand?
8.
Is er een mogelijkheid gevonden om de klachten te beïnvloeden?
Kan de patiënte dit begrijpen? Zo nee, wat was niet duidelijk?
Kan de patiënte dit accepteren? Zo nee, wat was de weerstand?
31 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 4d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
9. Gaf het hoofdpijndagboek voldoende/de juiste informatie?
10. Heeft het hoofdpijndagboek bijgedragen aan de diagnostiek?
Motiveer het antwoord.
11. Heeft het hoofdpijndagboek bijgedragen aan het beleid?
Motiveer het antwoord.
32 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 4d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 4 Rol van de hu i s art s Cindy Kersies, 29 jaar, is twee maanden terug op uw spreekuur geweest in verband met migraine: eenzijdige hoofdpijn met misselijkheid en fotofobie. Deze aanvallen heeft ze al sinds haar twintigste jaar. Langzaam aan lijkt de frequentie toegenomen. Een oorzaak kon ze niet geven. Ook de pijnstilling leek steeds minder goed te werken: met paracetamol en NSAID’s krijgt ze de pijn niet onder controle, ofschoon u eigenlijk geen idee heeft hoeveel ze hiervan slikt. Ze legt zelf wel een relatie met de menstruatie, maar dat is het niet alleen. Ze heeft een drukke baan als verpleegkundige en het is mogelijk dat stress of nachtdiensten haar opbreken. Het verloop leek te gecompliceerd en u kon er in tien minuten geen goed beeld van krijgen. U heeft met haar afgesproken dat ze een hoofdpijndagboek bijhoudt over een periode waarin minimaal twee keer een menstruatie valt. Het hoofdpijndagboek heeft ze gisteren al aan de praktijkassistente gebracht, zodat u het alvast kon bestuderen. De relatie met de menstruatie is u meteen duidelijk. Ook tijdens de eisprong en na laat naar bed gaan heeft ze last van migraine. Om de bespreking van het hoofdpijndagboek te starten kunt u gebruik maken van de volgende stappen: • Lees eerst zelf het hoofdpijndagboek. • Geef de patiënte waardering voor het bijhouden van het dagboek. • Leg het hoofdpijndagboek in het midden. • Vraag aan de patiënte of er aspecten aan het dagboek zijn die haar opvallen. • Vertel wat de aspecten aan het dagboek zijn die u opvallen. Geef eerst waarnemingen, dan interpretaties. Sluit zo mogelijk aan bij de observaties/interpretaties van de patiënt. Besteed met name aandacht aan gedachten (cognities) en (het vermijden van) bezigheden. • Vraag de patiënte om commentaar te leveren op uw observaties.
Va l k ui l en : • • •
Als de klachtenregistratie van tevoren is ingeleverd, zorg dan ook dat u deze van tevoren heeft bekeken. Begin niet zelf te vertellen wat u opvalt (ook al is het u nog zo duidelijk), maar geef eerst de patiënte het woord. Vraag altijd aan de patiënte om commentaar op uw observaties/interpretaties.
U heeft voor het totale gesprek 15 minuten.
33 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 5a
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 4 Rol van de pa ti ënt e U bent Cindy Kersies, 29 jaar. U bent ten einde raad twee maanden terug bij de huisarts geweest. Vanaf uw twintigste heeft u al hoofdpijn, maar het is de laatste maanden wel erg bar en boos. Het komt steeds vaker voor. U heeft eenzijdige hoofdpijn in combinatie met misselijkheid en lichtschuwheid. Als u een dag zo’n aanval heeft gehad, blijft de pijn vaak de dagen erna nog wat nazeuren. U had altijd wel baat bij paracetamol, maar de laatste tijd werken zelfs ibuprofen en naproxen niet goed meer. U wordt er moedeloos van en u maakt zich zorgen over hoe het nu verder moet. U ziet uzelf al in de WAO terechtkomen door die stomme hoofdpijn. Sinds een paar maanden heeft u een nieuwe baan als verpleegkundige op de afdeling cardiologie. U wilt zich niet ziek melden, want u weet dat het dan extra druk is voor uw collega’s. U meldt zich al vaker ziek dan anderen en uw collega’s beginnen al een beetje te morren. Het is wel een drukke baan als verpleegkundige, maar u heeft zelf nooit een relatie kunnen leggen tussen werkstress en hoofdpijn. Soms heeft u wel het idee dat de nachtdiensten u opbreken, maar niet altijd. U heeft de huisarts verteld dat de hoofdpijn altijd opkomt bij de menstruatie, maar nu ook steeds vaker daarbuiten. U gebruikt sinds zes jaar de pil en u kunt zich niet voorstellen dat het daar iets mee te maken heeft. U heeft er wel eens aan gedacht om de prikpil te vragen. Misschien dat u dan wat minder hoofdpijn heeft. U heeft het hoofdpijndagboek twee maanden bijgehouden. U vond het wel een heel lange tijd, maar u kon dat wel begrijpen omdat de menstruatie helemaal in kaart moest worden gebracht. U bent benieuwd naar het voorstel van de huisarts.
34 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 5b
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 4 Hoofdpi jn dagboek Vul de volgende onderdelen in het schema in. U kunt ook alleen de hoofdletter gebruiken, zoals hieronder is aangegeven. Hoofdpijn (H):
Pijnmedicatie (P):
0 = geen hoofdpijn
welk middel en hoeveel
1 = licht hoofdpijn 2 = matig hoofdpijn 3 = ernstig hoofdpijn 4 = ondraaglijk hoofdpijn
Stress (S): hoeveel en waardoor
Welke dienst (dag, avond, nacht) Menstruatie (M) Andere redenen laat naar bed gaan
M a an d a g D i n s d a g Week 1
Wo e n s da g D o n d e r da g Vr i jda g
Z a t e rda g
Zo nda g
H0 avond
H0 avond
H0, nacht
H3, nacht, P Aleve 220 mg, 4 keer
H3, nacht, P Aleve 220 mg, 3 keer
H1 vroeg
H1 vroeg
H1 dag
H0 dag
H0 vrij
H3 dag ongesteld Aleve 220, 3 keer
H1, dag H 1, M, vrij, H0 vrij, H3 vrij, uitongesteld ongesteld, trouwfeest geslapen Paracetamol Naar huis nichtje Aleve 500 mg, nichtje, laat 220 mg, 2 keer 4 keer
Week 2 H1 vrij Week 3 H1 dag
H0 vrij
Week 4 H1 vroeg
H0 vroeg
H0 dag
H3 dag, Aleve 220 mg, 4 keer
H1 laat nog H3 laat, H1 nacht, wat gaan Aleve 220 Paracetamol drinken mg, 4 keer 500 mg, 2 keer
Week 6 H3 vrij
H1 vrij
H0 dag
H0 dag
H0 laat
Week 7 H1 vrij Week 8 H2 nacht
H0 vrij H4 vrij ongesteld Aleve 220 mg, 4 keer
H0 dag H4 vrij ongesteld Aleve 220 mg, 4 keer
H0 dag H3 vroeg ongesteld Aleve 220 mg, 4 keer
H0 laat H0 laat H0 nacht H1 vroeg H1 dag H0 dag ongesteld ongesteld
Week 9 H0 nacht
H3 nacht
H4 (nacht) ziek gemeld, Aleve 220 mg, 4 keer
H2 (vrij) ziek H4 (vrij) gemeld, ziek Aleve 220 gemeld, mg, 3 keer Aleve 220 mg, 4 keer
Week 10 H0 dag
H0 avond
H0 avond
H4 dag ongesteld ongesteld Aleve 220 mg, 4 keer
Aleve 220 mg, 2 keer
35 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
H0 laat daarna stappen
H4 vrij, Aleve 220, 4 keer
H2 (vrij) H1 dag ziek gemeld, Aleve 220 mg, 2 keer
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 5c
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
2. Bespreking en interpretatie van het hoofdpijndagboek
Casus 4 Ob se rv at or Let goed op tijdens het rollenspel. Ga daarna het gesprek na via onderstaande vragen. Vraag eerst aan de ‘huisarts’ om te reageren, daarna aan de ‘patiënte’ en geef vervolgens zelf uw mening. 1. Heeft de huisarts eerst zelf het dagboek gelezen?
2. Gaf de huisarts waardering aan de patiënte voor het bijhouden van het hoofdpijndagboek?
3. Lag het hoofdpijndagboek tussen de huisarts en de patiënte in?
36 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 5d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
4. Vroeg de huisarts eerst aan de patiënte wat opviel?
5. Vertelde de huisarts de eigen waarnemingen? Zo ja, sloten die aan bij de observaties van de patiënte?
Zo ja, heeft de huisarts de patiënte om commentaar hierop gevraagd?
37 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 5d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
6. Gaf de huisarts de eigen interpretaties? Zo ja, sloten die aan bij de observaties van de patiënte?
Zo ja, heeft de huisarts de patiënte om commentaar hierop gevraagd?
7. Is er een verband gevonden tussen de hoofdpijnklachten en andere factoren?
Kan de patiënte dit begrijpen? Wat was niet duidelijk?
38 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 5d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Kan de patiënte dit accepteren? Wat was de weerstand?
8. Is er een mogelijkheid gevonden om de klachten te beïnvloeden?
Kan de patiënte dit begrijpen? Zo nee, wat was niet duidelijk?
Kan de patiënte dit accepteren? Zo nee, wat was de weerstand?
39 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 5d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
9. Gaf het hoofdpijndagboek voldoende/de juiste informatie?
10. Heeft het hoofdpijndagboek bijgedragen aan de diagnostiek?
Motiveer het antwoord.
11. Heeft het hoofdpijndagboek bijgedragen aan het beleid?
Motiveer het antwoord.
40 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Werkblad 5d
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
1. Het maken van een individueel hoofdpijndagboek
Casus 1 1. Wat zou u door middel van het hoofdpijndagboek te weten willen komen van deze patiënte? Er is nog veel niet duidelijk bij deze patiënte. Is de hoofdpijn nu wisselend met een intermitterend beloop of is het chronisch, al dan niet met exacerbaties? Naast spanningshoofdpijn komt vaak ook migraine voor. Om te kunnen bepalen of er sprake is van een middelengeïnduceerde hoofdpijn is het handig te weten hoeveel medicijnen de patiënte per dag precies slikt. Om een idee te krijgen of er sprake is van spanningshoofdpijn heeft de huisarts al gevraagd naar mogelijke zorgen. De patiënte antwoordde ontkennend, maar vaak leggen patiënten eventuele problemen ook niet zomaar op tafel. Een vraag naar de belangrijkste gedachte kan hier soms helderheid geven. Ook is het handig om te weten wat mevrouw zoal doet, welke activiteiten er wél ondernomen worden en wat ze níet kan of wil door de hoofdpijn.
2. Op welke wijze zou u het hoofdpijndagboek bij deze patiënt introduceren? Soms is het lastig om een hoofdpijndagboek ter sprake te brengen. Patiënten kunnen hier erg afwerend tegenover staan. En hiervoor zijn legio motieven: sommige patiënten voelen zich afgescheept met een dagboek, anderen hebben het idee dat het alleen maar uitstel is voordat ze een verwijzing krijgen, weer anderen zijn veel te angstig. Duidelijk moet in ieder geval zijn dat een hoofdpijndagboek de anamnese niet kan vervangen, het is alleen maar een hulpmiddel om de klacht en het beloop helder te krijgen. Het is handig om met de patiënt te bespreken wat u helder wilt krijgen in het dagboek. Ook is het belangrijk voor de patiënt om te laten blijken dat u de klacht belangrijk vindt en dat u het in het ene consult niet helder kunt krijgen. 3. Maak op een A4’tje een schema voor een hoofdpijndagboek dat de patiënt de komende weken kan invullen. Natuurlijk is het juiste hoofdpijndagboek voor u afhankelijk van uw antwoord op de eerste vraag. Een mogelijkheid is het volgende schema: Dat um
H oo fd p i jn:
g een, li cht , mat ig , er ns t i g, ondr aag l ij k
Medicij nen : Acti vite iten : w el k e e n h o e v ee l w at d oe i k
Etcetera 41 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
G e da c h te n : w at den k ik
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Docentmateriaal 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Casus 2 4. Wat zou u door middel van het hoofdpijndagboek te weten willen komen van deze patiënt? Bij deze patiënt is het belangrijk om te onderscheiden of het migraine dan wel clusterhoofdpijn betreft. Een belangrijk onderscheidend fenomeen is of de patiënt tijdens een aanval stil op bed gaat liggen of loopt te ijsberen. Tijdens de anamnese kwam hier geen eenduidig antwoord op. Ook de duur van een aanval is hier van belang. Eventueel kunt u uitlokkende factoren laten opschrijven, zoals een verstoord slaapritme.
5. Maak op een A4’tje een schema voor een hoofdpijndagboek dat de patiënt de komende weken kan invullen. Natuurlijk is het juiste hoofdpijndagboek voor u afhankelijk van uw antwoord op de vorige vraag. Een mogelijkheid voor een dagboek is het volgende schema: Dat um
Hoe v e el he id p ij n op e e n s c ha a l v an 0 to t 4 e n de d uu r v an de pijn.
G ebr u ik m edic a tie : we lke , hoe v ee l en wa t wa s h et e ffe ct
Activ itei ten: T ijdstip va n b e w e g in g s na ar bed gaa n d r a ng o f st i l l i g - en op st aa n ge n en wa nn ee r
0 = geen hoofdpijn 1 = licht 2 = matig 3 = ernstig 4 = ondragelijk
6. Wat zijn de instructies die u geeft voor het invullen van het dagboek? Met de patiënt wordt afgesproken op welk moment hij de klachtenregistratie gaat invullen, bijvoorbeeld ’s avonds, of op het moment dat de klacht optreedt, of driemaal per dag. In deze situatie waarbij het onduidelijk is of er sprake is van clusterhoofdpijn, kan het driemaal per dag invullen effectief zijn. Meestal zal een hoofdpijndagboek over een periode van twee weken voldoende informatie opleveren. Dit is afhankelijk van de frequentie of fluctuatie van de klacht. Als het clusterhoofdpijn betreft, zal dit waarschijnlijk in één week al duidelijk zijn. Betreft het migraine dan liggen de aanvallen waarschijnlijk verder uit elkaar en kan het soms wel zes weken duren voor er voldoende informatie is.
42 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Docentmateriaal 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
De huisarts dient te benadrukken dat voor het ontdekken van een patroon in het klachtenbeloop het noteren van de ‘goede dagen’ even belangrijk is als het invullen op ‘slechte momenten’. Het hoofdpijndagboek mag in steekwoorden worden ingevuld. Op die manier wordt het hoofdpijndagboek overzichtelijk en zijn er soms bepaalde patronen te ontdekken die anders ‘ondergesneeuwd’ kunnen raken.
Casus 3 7. Wat zou u door middel van het hoofdpijndagboek willen weten van deze patiënt? Lieke heeft in ieder geval geen zin om u te antwoorden terwijl haar moeder erbij is. Mogelijk heeft ze hier ook geen zin in als haar moeder er niet bij is, maar vraag toch of Lieke de volgende keer alleen komt. Door de stugge en gesloten antwoorden weet u eigenlijk niets van de aard en de mate van de hoofdpijn. In deze situatie kan het makkelijk zijn om een vrij standaardhoofdpijndagboek mee te geven. Hoe vaak heeft ze hoofdpijn? Hoe erg is deze dan? Waar zit de hoofdpijn precies (eenzijdig, tweezijdig)? Zijn er nog andere klachten? Heeft het met spanning te maken (gedachten) of met activiteiten (uitgaan, tv-kijken, computer) of met de menstruatie? Slikt ze medicijnen? Vraag wanneer ze de menstruatie weer verwacht, voordat u het hoofdpijndagboek meegeeft.
8. Maak op een A4’tje een schema voor een hoofdpijndagboek dat de patiënt de komende weken kan invullen. Natuurlijk is het juiste hoofdpijndagboek voor u afhankelijk van uw antwoord op de vorige vraag. Een mogelijkheid is het volgende schema: D a tu m
H o e e r g is d e hoofdpijn (op een s c h a a l va n 0 to t 4 ) ? Z i j n e r o ok a n d e r e kl ac h ten?
M ed i ci j ne n g enom en? S ch r ij f op w el ke e n h o e ve e l
0 = geen hoofdpijn 1 = licht 2 = matig 3 = ernstig 4 = ondragelijk
43 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Wa t he b je ge d aa n d ie dag? Bi j v oo r be e l d u i tg a a n, tv - k ij ke n, s c h oo l
G e v o el e n s : Me n st r u a t i e b i j vo o rb e e l d b l i j /b e z o rg d / bo os etc
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Docentmateriaal 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
9. Wilt u het dagboek de dag voor het volgende consult al in de brievenbus hebben? Motivatie: Mocht u het hoofdpijndagboek van tevoren willen bekijken, vraag dan aan de patiënte om het dagboek op de dag voor het volgende consult bij de praktijk af te leveren. Als u dit laat doen, zorg dan ook dat u het van tevoren bekeken heeft, ook al heeft u er nog geen conclusies uit kunnen trekken. Streep eventueel aan wat u opvalt.
Casus 4 10. Wat zou u door middel van het hoofdpijndagboek te weten willen komen van deze patiënte? De hoofdpijn van mevrouw Kersies betreft migraine: eenzijdige hoofdpijn met misselijkheid en fotofobie waarbij ze stil wil liggen. Mogelijk is het een gecombineerde hoofdpijn met spanningshoofdpijn. Voor een eventuele behandeling van de hoofdpijn is het bijvoorbeeld handig om te weten hoe vaak ze migraineaanvallen heeft en hoe vaak spanningshoofdpijn, wat de relatie is met de menstruatieperiode, haar nachtdiensten en de spanning op haar werk. Om de relatie met de menstruatie aan te kunnen geven moet het dagboek minimaal één of beter twee periodes beslaan. Daarbij zegt de patiënt dat ze ook wel eens een paar weken geen hoofdpijn heeft. Het dagboek moet dus gedurende een langere periode worden bijgehouden.
11. Maak op een A4’tje een schema voor een hoofdpijndagboek dat de patiënte de komende weken kan invullen. Natuurlijk is het juiste hoofdpijndagboek voor u afhankelijk van uw antwoord op de vorige vraag. Een mogelijkheid is het volgende schema: M aan dag Din s dag
Woe n s da g Do n de rd ag V rij dag
Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6 Week 7 Week 8 Week 9 Week 10
44 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Zate rda g
Zo n da g
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Docentmateriaal 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule
Vul de volgende onderdelen in het schema in. U kunt ook alleen de hoofdletter gebruiken, zoals hieronder is aangegeven. Hoofdpijn (H):
Pijnmedicatie (P):
0 = geen hoofdpijn
welk middel en hoeveel
1 = licht hoofdpijn 2 = matig hoofdpijn 3 = ernstig hoofdpijn 4 = ondraaglijk hoofdpijn
Stress (S): hoeveel en waardoor
Welke dienst (dag, avond, nacht) Menstruatie (M) Andere redenen laat naar bed gaan
Bijvoorbeeld: een dag met matige hoofdpijn, bij avonddienst, geen menstruatie, niet laat naar bed, wel driemaal paracetamol genomen en een beetje stress omdat de hond ziek is, ziet er in het schema als volgt uit: H2, A, P paracetamol 500 mg 3 keer, S hond ziek.
45 © Nederlands Huisartsen Genootschap, november 2008
Hoofdpijndagboek
Hoofdpijndagboek Docentmateriaal 1
V erdiepingsmodule
Verdiepingsmodule