HOMO IN DE HOOIBERG
Homo in de Hooberg Handreiking voor het Sociaal Cultureel werk; aan de slag met (jonge) holebi’s in plattelandsgemeenten. Olaf Wesel (Student pedagogiek) Projectleider ‘Holebi’s op het platteland’ • 2007
Homo in de hooiberg is een methode om vanuit het sociaal cultureel/jongeren werk een project op te zetten voor (jonge) homo-, lesbo,en biseksuelen op het platteland. Dit is een groep die vaak vergeten wordt, ze zijn niet direct zichtbaar, komen in alle sociale milieus voor en voelen zich door hun geaardheid niet altijd op hun plaats in hun gemeenschap. De hooiberg in de titel staat symbool voor de gemeenschappen op het platteland. De homo is er vaak moeilijk te vinden, als een speld in een . . . juist!
Homo in de Hooiberg
Het is een praktische methode waar je makkelijk mee aan de slag kan. De hoofdstukken worden steeds geopend met dagboekpassages van Stijn, een jonge holebi in een dorp. Je leest wat er bij hem speelt en wat je er als sociaal cultureel werker kunt ondernemen. De methodiek is voortgekomen vanuit een pilot-project dat door het jongerenwerk van Stichting Welzijn Deurne is ontwikkeld en uitgevoerd in de gemeente Deurne (N-Br). De ervaringen vanuit dat project zijn gebruikt voor het schrijven van deze methodiek. OLAF WESEL
Een uitgave van MOVISIE • Stichting Welzijn Deurne Tot standgekomen met financiële steun van Gemeente Deurne • Provincie Noord-Brabant • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Handreiking voor het Sociaal Cultureel werk; aan de slag met (jonge) holebi’s in plattelandsgemeenten.
Olaf Wesel
Pilotproject Jongeren en Homoseksualiteit DEURNE – Sinds september dit jaar is Olaf Wesel, tweedejaars student pedagogiek, bezig met een stage bij het jongerenwerk van Stichting Welzijn Deurne. Voor zijn stage gaat hij een project uitvoeren rondom jongeren en homoseksualiteit in Deurne. Ook lesbiennes en biseksuelen vallen hieronder. Het pilotproject is gestart naar aanleiding van signalen die bij het jongerenwerk zijn binnen gekomen van jongeren die worstelen met hun seksualiteit en hier met weinig mensen over kunnen praten. Ook in andere plattelandsgemeenten is dit aan de orde. Olaf Wesel: “Stel, je bent 15 of 16 en je bent er voor jezelf net uit dat je homo, lesbo of bi bent. Geen probleem, moet kunnen, kijk maar naar de tv-programma’s vol met potten en nichten. Je oma is fan van Carlo Boshard en je broer luistert altijd naar Claudia de Breij op 3FM”. Voor jongeren die in een dorp wonen en achter hun geaardheid komen is het vaak moeilijk hier voor uit te komen.“O jee,wat zullen ‘ze’ zeggen”, “Ik ben de enige hier, ik hoor er nooit wat over”, “Weet je wat, ik neem gewoon een vriendin voor de buitenwereld, dan weten ze het niet. Als ik wat ouder ben kijk ik wel verder en ga ik wel in de grote stad wonen waar niemand me kent”. Alles liever dan homo zijn in een klein dorp. Misschien klinkt het wat overdreven, maar volgens Olaf Wesel is dit wel wat er vaak gebeurt. “In een dorp is veel sociale controle waardoor iedereen altijd alles weet en rondom homoseksualiteit heerst nog steeds een groot taboe. Dat is natuurlijk ontzettend jammer want jezelf kunnen zijn is voor iedereen prettig. Het niet
voor hun geaardheid uit komen kan jongeren een gevoel van eenzaamheid geven omdat ze zich anders voordoen dan ze eigenlijk zijn.” Het project Het project Jongeren en Homoseksualiteit bestaat uit verschillende onderdelen. Er wordt een onderzoek gehouden onder jongeren naar hun mening over homoseksualiteit. Verder worden er gastlessen gegeven op scholen zodat leerlingen samen met voorlichters kunnen praten over het onderwerp. Ook wordt er een folder samengesteld voor homo, lesbo en biseksuele jongeren uit Deurne, met informatie waar ze terecht kunnen met vragen. De uitkomsten van het project worden gebundeld en aangeboden aan organisaties in vergelijkbare gemeentes. Meedenken De organisatoren willen ook dat er iets structureels zal komen voor deze groep jongeren. Ze zijn daarom op zoek naar mensen die homoseksueel zijn (jong en oud) en die mee willen denken in het project. Belangstellenden kunnen contact opnemen met Olaf Wesel via de Stichting Welzijn Deurne, tel. 0493-352500 (op woendag) of e-mail:
[email protected]. Bron: Weekblad voor Deurne e.o./Peelbelang.
Werkgroep Holebi in Deurne aan de slag
Gay en Lesbian Night in gasterij De Keyzer Door onze correspondent MARTIEN KEUNEN
DEURNE – In Deurne is vorig jaar september, onder supervisie van de Stichting Welzijn Deurne (SWD), een pilotproject gestart over jongeren en homoseksualiteit. Ook lesbiennes en biseksuelen worden hierbij betrokken. Volgens Hester Dadema van de SWD werden er bij het jongerenwerk signalen opgevangen van jongeren (en ouderen) die worstelen met hun seksualiteit en hier met weinig mensen over kunnen praten. Ook in andere plattelandsgemeenten is dat volgens haar aan de orde van de dag. Het project in Deurne wordt uitgevoerd door Olaf Wesel, student pedagogiek aan de Universiteit in Tilburg. Hij is stagiaire bij de SWD. Samen met Dadema bezocht hij ruim een jaar geleden in Tilburg het symposium ’Brabant bekent kleur’. Via workshops moest er een plan op tafel komen. Zo is het allemaal begonnen. Uit de kast “Voor jongeren die in een dorp wonen is het vaak moeilijk om voor hun geaardheid uit te komen”, stelt Olaf Wessel. Maar toch zijn ze ook in Deurne uit de kast gekomen. Een kleine oproep in de krant heeft voor deze ommekeer gezorgd. Een eerste ontmoetingsbijeenkomst werd door dertien belangstellenden bezocht.
Inmiddels is er een heuse werkgroep Holebi (homo, lesbo of bi) actief. Deze groep bestaat uit zestien personen in de leeftijdscategorie van 15 tot en met 54 jaar. Wesel ziet het helemaal zitten en de groep is volgens hem laaiend enthousiast. Er staan verschillende promotie-activiteiten op de rol. Er zijn plannen voor een flyer speciaal voor Deurne, een website en een telefoonlijn. Behoeftes Ook zullen de behoeftes en wensen van holebi’s in Deurne geïnventariseerd moeten worden, want de werkgroep is van mening dat er in Deurne blijvend aandacht aan het onderwerp geschonken dient te worden. Ook moet er voorlichting worden gegeven aan de leerlingen van het middelbaar onderwijs in Deurne. Op zaterdag 6 mei treedt de werkgroep Holebi voor de eerste keer officieel naar buiten. In gasterij De Keyzer aan de Spoorlaan wordt vanaf 21.00 uur een Gay & Lesbian Night gehouden. De toegang is gratis. Voor meer informatie kan men e-mailen naar projectleider Olaf Wesel, e-mail:
[email protected].
Homo in de Hooiberg Handreiking voor het Sociaal Cultureel werk; aan de slag met (jonge) holebi’s in plattelandsgemeenten. Olaf Wesel
Een uitgave van MOVISIE • Stichting Welzijn Deurne Tot standgekomen met financiële steun van Gemeente Deurne • Provincie Noord-Brabant • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Colofon Homo in de Hooiberg; handreiking voor het sociaal cultureel werk; aan de slag met (jonge) holebi’s in plattelandsgemeenten. Stichting Welzijn Deurne is initiatiefnemer van het project; ‘Holebi’s op het platteland’. Samen met stagiaire pedagogiek Olaf Wesel is dit project ontwikkeld en uitgevoerd in de gemeente Deurne. Deze handreiking is geschreven naar aanleiding van dit project. www.welzijndeurne.nl MOVISIE lesbisch en homo-emancipatiebeleid. Kenniscentrum voor de ondersteuning van lokaal lesbisch en homo-emancipatiebeleid. www.homo-emancipatie.nl. Uitgave, maart 2007 Telefoon 030-7892000 Coördinatie: Peter Dankmeijer Tekst: Olaf Wesel Opdrachtgever: Stichting Welzijn Deurne Eindredactie: Marc van Bijsterveldt Vormgeving: CASE, Kees Wagenaars, Breda Druk: Em. de Jong b.v. Meer exemplaren zijn te bestellen via
[email protected].
Voorwoord Fijn dat dit boekje bij je onder ogen is gekomen. Dat betekent hoogstwaarschijnlijk dat je vanuit het sociaal cultureel werk iets wilt gaan doen voor jonge holebi’s in een plattelandsgemeente. Voor de duidelijkheid: ‘holebi’ staat voor homo, lesbisch en bi seksueel. Dit woord zul je regelmatig tegenkomen in dit boekje. Dit boekje is geschreven omdat er geen werkbare methodiek bestond om holebi’s op het platteland in de eigen omgeving te ondersteunen bij hun welzijn. Om een dergelijke methodiek te ontwikkelen, is vanuit het jongerenwerk van Stichting Welzijn Deurne een pilot-project ontwikkeld en uitgevoerd in de gemeente Deurne, Noord-Brabant. De doelgroep van (jonge) holebi’s in Deurne was erg blij met dit initiatief. Binnen een jaar is er iets wezenlijks in gang gezet in deze middelgrote gemeente: voorlichting op scholen en een werkgroep die zich inzet voor de belangen van holebi’s. Deze werkgroep geeft het signaal af naar de Deurnese gemeenschap dat ook in hun gemeente holebi’s wonen, en dat die er thuis horen. Het project is opgezet voor jonge holebi’s, maar in Deurne kwamen we ook in contact met volwassen holebi’s. Dit bleek een meerwaarde voor het project omdat de volwassen holebi’s in de samenwerking een wat stabielere factor zijn. Dit was onder meer een voordeel bij het voortbestaan van de werkgroep. De jongeren en volwassenen werkten prima samen. Er zijn meer dorpen als Deurne waar het welzijn van holebi’s nog verbeterd kan worden. Dit boekje biedt de mogelijkheid om hier op een makkelijke en effectieve manier mee aan de slag te gaan. Om de leesbaarheid te vergroten is ervoor gekozen om de lezer met ‘je’ en ‘jij’ aan te spreken. En als je in dit boekje het woord ‘homoseksueel’ tegenkomt, bedoelen we hier vanzelfsprekend ook lesbiennes en biseksuelen mee.
In dit boekje vind je het dagboekverhaal van Stijn, een jongen die in een hooiberg woont (zoals hij zijn dorp noemt) en ontdekt dat hij homoseksueel is. Het verhaal van Stijn illustreert wat je als welzijnswerker allemaal kunt doen voor deze doelgroep, en hoe dat door de plaatselijke holebi’s ervaren wordt. Stijn bestaat niet echt, maar het verhaal van Stijn zou echt kunnen zijn. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om enkele mensen en instanties te bedanken voor hun inzet bij het ontwikkelen van dit boekje. Allereerst de provincie Noord-Brabant en de gemeente Deurne voor het financieel mogelijk maken van het project. Verder MOVISIE Lesbisch en homobeleid voor de ondersteuning en de publicatie van deze handreiking. Ook ben ik Stichting Outway erkentelijk voor hun advies en deskundigheid, vooral bij de voorlichting. Maar vooral bedank ik de Stichting Welzijn Deurne, die mij de mogelijkheid heeft geboden om dit project samen met hen te ontwikkelen en uit te voeren binnen hun organisatie en werkgebied. Ik waardeer de rol die jongerenwerkster Hester Dadema door haar begeleiding hierin heeft gespeeld. Ten slotte bedank ik de werkgroep van holebi’s in Deurne, die me hebben verrast met hun enthousiasme en input. Rest mij nog om iedereen die met dit boekje aan de slag gaat veel succes te wensen. Als er vragen of opmerkingen zijn, schroom dan zeker niet om contact op te nemen met het jongerenwerk van Stichting Welzijn Deurne. En natuurlijk met de Deurnese werkgroep Pinkpeel! zelf. Olaf Wesel
1
10 augustus Ik wist al dat ik jongens leuker vond dan meisjes, dat geheim ken je al, lief dagboek. Meisjes vind ik echt wel leuk hoor, heus waar. Maar mijn beste vriend Emiel, tja, Emiel is het einde. Ik weet ook wel dat ik verliefd op hem ben. Die vlinders in mijn hoofd, het warme gevoel als ik hem zie. Ik dacht dat het voor altijd zo zou blijven. Maar Emiel heeft wat met Karlijn. Dat heeft hij me vandaag zelf verteld. Hij vroeg nog of ik het erg vond. Daar schrok ik van. Wist hij dat ik verliefd op hem was? Nee, lief dagboek, nee. Hij dacht dat ik jaloers zou zijn op hem dat hij iets met Karlijn had. Hij zei dat ik zo goed met haar op kon schieten, dat is ook zo. Hij zei dat ik haar al vanaf mijn eerste dagen kende, dat is ook zo. Hij zei dat we eigenlijk wel een leuk stel zouden zijn, dat is ook zo. Ik zou ook wel verliefd kunnen worden op Karlijn, ja lief dagboek, heus waar. Maar ik vind jongens leuker dan meisjes. En Emiel leuker dan Karlijn.
Benaderen van holebi’s
7 september De tranen rollen over mijn wangen. Ze weten het hier, ze weten het thuis. Eén keer ben ik het vergeten, één keer maar. Mijn broer heeft in de geschiedenis van de browser gekeken. Het was heel onschuldig hoor, niks vies, niks seks. Gewoon een site met andere jongens zoals ik. Mijn moeder vroeg het net tijdens de afwas: ‘Stijn, wat vind je van jongens?’ Ik zei niks. ‘Is het echt zo, jongen? Dat geeft toch niks.’ Weer zei ik niks, ik wilde wel, maar ik blokkeerde. Zelfs mijn tranen blokkeerden. ‘Voor ons blijf je hetzelfde, hoor.’ Ze pakte me vast, ik deblokkeerde… Ik ben weggegaan. Ik moest weg. Weg van huis, weg van de straat, weg van iedereen die ik ken. Ik zit nu langs de sloot achter het voetbalveld tegenover het maïsveld. Ja ik ben dus homo. En nee, dat geeft niks. Maar ik woon hier, hier waar de melk nog uit de koeien komt, de aardappels niet aan bomen groeien en het leven nog zo normaal is als de punten op de koffiepakken. Het is hier één grote hooiberg. En verder is niemand zo als ik, alleen maar ik. Ik ben een homo. Een homo in een hooiberg, en niemand zal mij vinden.
7
1
Benaderen van Holebi’s
Zoals je kunt lezen heeft Stijn niet direct moeite met zijn geaardheid. Waarschijnlijk heeft hij het er al eerder over gehad in zijn dagboek en heeft hij er best vrede mee. Maar hij voelt zich alleen in zijn dorp en denkt de enige te zijn met dergelijke gevoelens. Wat doe je als sociaal cultureel werker om jongens en meisjes als Stijn te vinden?
8
Doelen: • Je hebt de eerste contacten gelegd met holebi’s in je werkgebied. • Je hebt inzicht in hun wensen en behoeftes. Doelgroep: Jonge holebi’s in het werkgebied. Tijdsinvestering: Een halve dag voor het uitzetten van de contacten. Daarna een uur voor elke persoon die je voor een gesprek uitnodigt.
Contacten leggen Als je op zoek gaat naar holebi’s is het van belang om ze neutraal te benaderen. Het gaat hier immers om gewone jongeren. Alleen vanwege een klein verschil met de meerderheid – hun seksuele voorkeur – worden ze door sommigen als anders gezien. Veel jonge holebi’s voelen zich redelijk prettig met hun gerichtheid. Treed ze dan ook tegemoet als elke andere jongere die je in je werk tegenkomt, en duw ze niet in een ‘minderheidsrol’. Door jonge holebi’s neutraal en niet vooringenomen te benaderen, krijg je een veel eerlijker antwoord op je vragen. Veel welzijnswerkers kennen amper holebi’s in hun werkgebied. Dit komt waarschijnlijk doordat het een groep is die gemakkelijk wegvalt in andere groepen. Holebi’s komen in echter alle lagen en groepen van de bevolking voor. Omdat er zeker in kleinere gemeenten geen sprake is van een holebi-subcultuur, zul je enige moeite moeten doen om deze groep
toch te bereiken. Hieronder beschrijven we drie mogelijkheden. 1) Internet Via sites met profielen zoals Gay.nl, Cu2.nl en Femfusion is het mogelijk om holebi’s te vinden. De meeste van deze sites beschikken over uitgebreide zoekmogelijkheden, waar ook op homo/bi/hetero gezocht kan worden. Soms kun je ook op regio zoeken. Spreek de mensen die binnen jouw doelgroep passen gewoon aan. Na enkele berichtjes kun je voorstellen een kennismakingsgesprek te houden. Let op: deze sites zijn bedoeld om vrienden te maken, een partner te zoeken of erotische contacten te vinden. Voorkom dus misverstanden en wees zakelijk: laat duidelijk merken dat het je gaat om ondersteuning vanuit een welzijnsorganisatie. Sommige sites hebben advertenties van pornografische aard, en op sommige profielen staan erotische foto’s. Houd hier rekening mee bij het gebruiken van dit middel. Tip: Je kunt ook zelf een profiel plaatsen. Laat daarop weten wat je doel is. Een vlotte tekst, een fotootje en een heldere profielboodschap worden meestal zeer gewaardeerd. 2) Lokale krant Je kunt ook een stukje in het plaatselijke huis-aan-huisblad plaatsen. Hierop komen waarschijnlijk vooral reacties van wat oudere personen. In het stukje in de krant vertel je wat je van plan bent en hoe je dat wilt aanpakken. Daarnaast kun je vermelden dat je nog mensen zoekt die bij je initiatief betrokken willen zijn. Als deze personen reageren, kun je ook met hen een kennismakingsgesprek houden. 3) Professioneel netwerk Vraag eens in je netwerk rond of mensen holebi’s kennen in jouw werkgebied. Je hebt grote kans dat je vage verhalen te horen krijgt over mensen die homoseksueel zijn, maar dat men ze niet persoonlijk kent. Toch kun je op deze manier via via ook aan contacten komen. Gebruik dus je netwerk van collega’s en andere professionals, maar zeker ook je contacten met jongeren en volwassenen in je werkgebied.
Het kennismakingsgesprek De personen met wie je in contact komt, kun je uitnodigen voor een kennismakingsgesprek. In een gesprek kun je verschillende punten aan bod laten komen, zoals: • Persoonlijke kennismaking. • Hoe is het om in de woonplaats homo te zijn? • Hoe was je coming out? • Heb je vervelende reacties gehad? • Ken je meer holebi’s in het dorp? • Zou je die willen leren kennen? • Wat mis je hier voor holebi’s? Dit eerste gesprek moet er vooral op gericht zijn om elkaar te leren kennen. Maar het geeft je ook de gelegenheid een globaal beeld te krijgen van de doelgroep. Bestaat er behoefte aan een ondersteuningsproject? Als al je respondenten aangeven geen behoefte te hebben aan contacten binnen het dorp, dan is het bijvoorbeeld niet nodig om hier verdere actie op te ondernemen. Als je een aantal mensen enthousiast hebt gekregen, is het verstandig om een gezamenlijke bijeenkomst te houden. Zie hiervoor hoofdstuk 3 ‘Opzetten van een werkgroep’. Tip: Wees eerlijk wie je bent en wat je zoekt. Als direct blijkt dat iemand niet op een jongerenwerker zit te wachten, dring dan niet aan. Deze jongere zou later waarschijnlijk alsnog afvallen.
Ja ik ben homo. En nee, dat geeft niks. Maar ik woon hier en verder is niemand zoals ik.
9
2
Voorlichting
18 november Vandaag begon als een gewone dag. Tot aan de les maatschappijleer. ‘Omdat we het over liefde en relaties hebben,’ zei Vanneste, ‘heb ik twee mensen uitgenodigd die het daar met jullie over willen hebben.’ Robbert en Saskia, leuk stel hoor. Ze stelden zich voor, nog niks aan de hand. Maar Robbert had niks met Saskia. Saskia had een vriendin, en Robbert wilde een vriend. Buiten scheen de zon, maar het donderde in mijn hoofd. Kwamen ze mij uit de kast halen, moest ik het hier vertellen, hier in de klas? Saskia vertelde dat één op de tien mensen homo is, we waren nu met 24 mensen in de klas, zij waren homo, dus het klopte. Maar als zij er niet zijn, dan zitten er toch nog twee, eentje weet ik, dat ben ik, maar wie is dan de ander? In de pauze ging het er nog over. Peter vond het maar raar. ‘Homo’s zijn verwijfd en potten zijn net mannen,’ zei hij. ‘Maar Saskia was een gewoon meisje en Robbert een leuke jongen,’ zei Karlijn. Dat klopt, en nee dagboek, niet leuk op die manier ;-). Emiel zei dat hij vond dat homo’s gewoon moeten zijn wie ze zijn. Dat vond ik tof om te horen. Het zou niet moeten, maar ik vind Emiel’s mening toch wel belangrijk. Eigenlijk vond iedereen het heel knap dat Robbert en Saskia voor de klas zijn komen praten. En zo vreemd waren ze ook niet, ze vielen best wel mee. Zou ik ook meevallen dagboek? Zouden ze mij ook maar gewoon Stijn vinden, die al jaren bij ze in de klas zit? Stijn die het beste is in Frans? Stijn die gym niet zo graag doet. Ik weet het niet, en ik ga het ook niet zeggen. Dadelijk vinden ze me Stijn die raar is. Stijn die achter alle jongens aanzit. Stijn die in een roze jurkje uitgaat. Nee, dagboek, ik ga dat echt niet zeggen.
11
2
Voorlichting
Homo’s in de klas? Kan dat? Zoals je ziet heeft het op Stijn de nodige indruk gemaakt. En het is natuurlijk niet alleen voor een jongen als Stijn bedoeld. De hele klas heeft er iets van opgestoken, en in de pauze wordt er nog op door gegaan. Doelen: • Jongeren tonen begrip voor andere opvattingen en levenswijzen die niet de hunne hoeven te zijn. • Jongeren weten wat homoseksualiteit is en wat het voor impact op iemands leven kan hebben. • Stereotypen zijn weerlegd en vooroordelen weggenomen. • (Homo)seksualiteit is meer bespreekbaar. • De sociale afstand tussen homo’s en hetero’s is kleiner. • Er is grotere onderlinge sociale steun.
12
Doelgroep: Leerlingen in het voortgezet onderwijs vanaf 13 jaar. Tijdsinvestering: Varieert van de afspraken die je met een organisatie maakt; van een uur tot enkele dagen.
De noodzaak van voorlichting Homo’s kunnen trouwen, Jamai kwam als eerste winnaar van Idols uit als homo, en de kranten schreven over de Gay Games. Homoseksualiteit lijkt de normaalste zaak van de wereld, ook op onze scholen. Maar dat laatste is helaas schijn. De meeste holebi-jongeren durven op school niet te vertellen over hun homoseksuele of lesbische gevoelens. Op scholen wordt meestal weinig aandacht besteed aan voorlichting over homoseksualiteit. In ieder geval is er weinig of geen aandacht voor de behoeften van homoseksuele of lesbische jongeren. Het is belangrijk om dit onderwerp in het onderwijs onder de aandacht te brengen en bespreekbaar te maken. Dat is ook relevant als het gaat om verwante onderwerpen als discriminatie, je onveilig voelen, keuzevrijheid, en omgaan met anders zijn. Op veel scholen, en zeker niet alleen de ‘zwarte’, besluiten holebi-docenten en -leerlingen om niet openlijk voor hun seksuele voorkeur uit te komen. Ze voelen zich onvoldoende veilig om dat te doen, omdat heteroseksualiteit de norm is. Holebi’s zijn al gauw de ‘underdog’, en veel holebi-docenten en leerlingen ervaren onvoldoende steun van schoolleiding, collega’s of medeleerlingen. Scholen zien vaak niet de noodzaak om aandacht aan homoseksualiteit te besteden, of ze zijn bang het expliciet te benoemen vanwege reacties in en buiten de school. Dit alles geldt zowel voor ‘witte’ als ‘zwarte’ scholen, en zeker ook voor plattelandsscholen. In grotere steden trekken multiculturele spanningen op scholen soms de aandacht. Ook de negatieve houding van sommige allochtone leerlingen naar holebi’s valt op. Daardoor lijkt het misschien dat homovijandigheid op de vaak ‘wittere’ plattelandsscholen niet voorkomt. Maar ook daar kan voorlichting geen kwaad, al was het maar omdat mensen er soms minder bekend zijn met homoseksualiteit. In steden zijn jongeren immers vaak gewend aan homocafés, openlijke holebi’s en grote gay-evenementen. Voor bewoners van kleinere plattelandsgemeenten zijn dergelijke zaken eerder een ver-van-mijnbed-show.
Voorlichting door ervaringsdeskundigen Voor veel jongeren is het een hele ervaring om eens een ‘echte homo en lesbienne’ in de klas te hebben. Vaak neemt een voorlichting door ervaringsdeskundigen al de grootste vooroordelen weg. Jongeren vinden het meestal erg interessant om te horen hoe een homo het ervaart om homo te zijn, hoe het is om als meisje te merken dat je op meisjes valt, of hoe je het aan je ouders en vrienden hebt verteld.
Hoe realiseer je voorlichting over homoseksualiteit in de klas? Allereerst moet je scholen daartoe een aanbod doen. Je stuit daarbij waarschijnlijk vaak op scholen met een dichtgetimmerd curriculum en volle roosters die een jaar van tevoren zijn gepland. Maar je stuit soms ook op vrees voor negatieve reacties van ouders. Om deze knelpunten te overwinnen, is het zeer raadzaam om vooraf in overleg te gaan met een homobelangenorganisatie in de buurt. Deze hebben voorlichting op scholen vaak al jaren in hun aanbod, en hebben ervaring in het effectief benaderen van het onderwijs. Samenwerking met de homobelangenorganisatie kan variëren: van een enkel signaal naar deze organisatie dat er behoefte is aan voorlichting tot samen een plan van aanpak maken. Het kan erg effectief zijn om gebruik te maken van hun deskundigheid op het gebied van voorlichtingen en homoseksualiteit, en die te combineren met de contacten die jij binnen je werkgebied hebt. Op die manier kun je tot de beste resultaten komen. Tip: Vraag eens of de holebi’s die je bent tegengekomen – en met wie je eventueel een werkgroep bent gestart – interesse hebben om zelf ook voorlichtingen te geven. De ervaring leert dat het voor jongeren nog interessanter wordt als er iemand vanuit de eigen omgeving voor de klas staat. Hierdoor komt het onderwerp dichterbij en gaat het meer leven. Zo geven zes leden van de holebi-werkgroep Pinkpeel in Deurne voorlichting op de middelbare scholen in hun eigen gemeente. Tip: Naast scholen bestaan er nog andere settings waar je voorlichting over homoseksualiteit kunt verzorgen. Denk ook eens aan je
13
eigen jongerencentrum, de gemeenteraad of de plaatselijke plattelandsvrouwenvereniging. Wees creatief!
Aandachtspunten voor de voorlichting De meeste homobelangenorganisaties zijn gewend om in de stad voorlichting te geven. Voor het geven van voorlichting in een kleine gemeente zijn er enkele speciale aandachtspunten. Zoals hierboven al aangegeven, kennen jongeren in een dorp vaak geen cafés voor holebi’s omdat ze die gewoonweg niet in de eigen omgeving hebben. De jongeren hebben minder vaak van holebi-organisaties en bijvoorbeeld speciale evenementen gehoord. Ook zijn holebi’s meestal minder zichtbaar in kleinere kernen. Het is verstandig om hier rekening mee te houden in de voorlichtingen. Ga er niet van uit dat leerlingen al in aanraking zijn geweest met dergelijke fenomenen uit de holebi-subcultuur. Jongeren hebben door hun onbekendheid met homoseksualiteit mogelijk grote vooroordelen, of ze vinden homoseksualiteit ‘iets van de grote stad’. Daar komt nog bij dat jongeren in een plattelandsgemeente vaak andere waarden en normen hebben. Ze kunnen minder open zijn over seks en zullen misschien minder snel schuttingtaal gebruiken. Direct taalgebruik als ‘neuken’ of ‘beffen’ kunnen dan shockerend overkomen. Het is raadzaam om voor je begint aan de voorlichtingen met je contactpersoon op een school te bespreken wat voor leerlingen je in de voorlichtingsles krijgt en wat je aan reacties kunt verwachten.
In de pauze ging het er nog over. Zo vreemd waren ze ook niet, ze vielen best wel mee.
14
3
7 december Ik hoef niet meer te liegen tegen Emiel. Ik heb het hem verteld. Gewoon zomaar kwam het uit mijn mond. Niet dat ik dat durfde, maar het kwam er toch gewoon uit. Hij vindt het OK, geen probleem. We zijn nog steeds hetzelfde, alleen vindt hij meisjes leuker dan jongens en ik jongens leuker dan meisjes. Karlijn kwam later, ze vond dat ik wat stil was. Ik heb het haar ook maar verteld. ‘Ow, OK.’ Dat zei ze, alleen maar dat, was dat alles? Moest ze meer zeggen? Nee, Karlijn is cool, Karlijn vindt het OK, Karlijn is mijn beste vriendin. Maar ik had anders verwacht. Ik dacht dat mensen me anders zouden vinden, of vind ík dat alleen maar? Ben ik anders? Ja, ik ben anders dagboek! Ik ben homo en dat is best OK. Alleen jammer dat er hier geen homo’s zijn.
Opzetten van een werkgroep
5 februari Vorige week woensdag stond in het nieuwsblad dat het jongerenwerk hier iets voor homo’s gaat doen. Mijn vader kwam ermee aan. ‘Hé Stijn, niks voor jou?’ Ik heb gelijk gebeld, er hadden nog vijf mensen gereageerd. Nee, ik lieg niet. Een man, die getrouwd is geweest. Twee dames met kinderen, dat wist ik, die wonen hier schuin achter. Een meisje van mijn leeftijd. En Johan, de oudere broer van Emiel! Ja, echt waar, hij had het nog niet tegen Emiel durven zeggen, ’t watje! Weet je, ik kende ze wel, allemaal heb ik ze al eens gezien. Maar ik wist het niet, ik heb het niet aan ze gezien. Vanavond zijn we voor het eerst samen gekomen. Keigezellig. Ik heb nog een tijd met Johan zitten kletsen, heb nooit echt zo met hem gepraat. Hij was gewoon de broer van mijn beste vriend. Iemand waar ik niet veel mee had. Maar nu wel, we zijn een beetje hetzelfde. Hij vertelde dat hij niet naar een homocafé durfde te gaan, tenminste niet alleen. Nou, ik ook niet hoor. En Natasja (het meisje) ook niet. En met z’n drieën? Ja, dan wel, ik zou het wel eng vinden, maar durven zou ik wel. Maar hoe komen we daar? Nou, Carlo (die man) heeft een auto, daarmee mogen we meerijden. En Marion en Marielle gaan ook mee, als ze tenminste oppas kunnen vinden. O ja, Marion en Marielle gaan trouwen. Gewoon hier, in het gemeentehuis, midden op de markt. Stoer hè?!
17
3
Opzetten van een werkgroep
Vaak kennen homo’s elkaar niet in een kleine
Doel: • Er is een werkgroep die vervolgacties kan ondernemen.
plaats. Zoals je hebt gelezen, vinden ze het heel prettig om elkaar te leren kennen. Ze hebben een overeenkomst, ze zijn holebi en ze komen uit dezelfde plaats. Alleen dat al schept een band.
18
Doelgroep: Holebi’s in het werkgebied Tijdsinvestering: Drie uur per bijeenkomst en drie uur voorbereiding, coördinatie en dergelijke. Reken erop dat een werkgroep minimaal anderhalf tot twee jaar ondersteuning vergt.
Waarom een werkgroep? In grotere plaatsen en steden vind je vaak homobelangenorganisaties, meestal met een werkgebied dat groter is dan hun stad. Toch blijkt nogal eens dat ze die stad niet goed uitkomen, vooral omdat ze op vrijwilligers draaien en werk genoeg hebben in hun vestigingsplaats. In kleinere kernen is het moeilijk om een belangengroep op te zetten vanuit de doelgroep. Het is organisatorisch een forse klus, en holebi’s zijn vaak nog niet in beeld als potentiële vrijwilliger. Daarom is het van belang om als professional het initiatief te nemen. Omdat de sociale betrokkenheid in dorpen vaak groter is dan in steden, bestaat er een grote kans dat de mensen die je vindt erg enthousiast zijn over je idee. Mocht er toch geen draagvlak zijn, heb je als welzijnswerker in ieder geval je best gedaan.
De start van de werkgroep In de eerste fase van je project ben je een aantal holebi’s tegengekomen. Vraag ze na de kennismaking of ze eventueel interesse hebben om in een werkgroep te stappen. Houd vooral open wat deze groep gaat doen. Het werkt het beste als je ze zelf laat bedenken wat ze willen doen. Plan een eerste bijeenkomst en nodig iedereen uit om te komen. Benadruk dat de komst vrijblijvend is. Je wilt ze de gelegenheid geven zich te oriënteren op wat er mogelijk is binnen een werkgroep, en om te peilen wat de potentiële deelnemers zouden willen doen. Een agenda voor de eerste bijeenkomst vind je in bijlage 2. Bij de eerste bijeenkomst moet je er rekening mee houden dat de deelnemers het vooral erg leuk vinden om andere holebi’s binnen hun gemeente te leren kennen. Ruim daar tijd voor in. Laat iedereen zich uitgebreid voorstellen. Verder is het een goed idee om tijdens de eerste bijeenkomst een brainstorm te houden. Hoe vinden de deelnemers dat de situatie op dit moment voor holebi’s is? Wat zou er beter kunnen? Wat missen ze? En: wat zouden ze er zelf aan willen gaan doen? In het volgende hoofdstuk ‘Producten’ vind je hier ideeën voor. Tip: Stel voor om na afloop naar een cafeetje in de buurt te gaan om wat na te kletsen en nader kennis te maken. Dit voorziet in de behoefte om elkaar beter te leren kennen. Daardoor zal men tijdens de volgende vergadering ook minder bezig zijn met kennismaken en heb je meer tijd voor inhoudelijk overleg.
De werkgroep na verloop van tijd In het begin zul je merken dat je veel tijd in de werkgroep moet steken. Het opstarten van een dergelijke groep kost de nodige inspanning. Als je er enige tijd mee bezig bent, is het goed een tussentijdse evaluatie te houden: wat vinden de deelnemers van de werkgroep? In bijlage 3 vind je hier een handige vragenlijst voor. Uit de tussenevaluatie maak je op waar je je aanpak kunt bijstellen. Ook wordt duidelijk of de werkgroep ondersteuning wil blijven ontvangen. Als de groep blijvende steun wil,
maar jij hebt er onvoldoende uren voor, overweeg dan hulp te vragen bij een homobelangenorganisatie bij jullie in de regio. De werkgroep kan wellicht een onderdeel van hun organisatie worden. Dat vervangt weliswaar niet echt de gewenste ondersteuning, maar geeft wel een gevoel van verbondenheid. Bovendien krijgt de werkgroep een contactpersoon van de organisatie als klankbord. Waarschijnlijk zul je merken dat sommige deelnemers zich na de eerste golf van enthousiasme gaan realiseren dat ze ook zelf de nodige tijd en inspanning in een werkgroep moeten steken. Sommige mensen hebben die tijd niet en anderen zullen hun energie anders willen gebruiken. Wees hierop bedacht. Het is geen ramp als er mensen afvallen. Er zal een kern overblijven die zich vol enthousiasme blijft inzetten, en een kleinere groep is vaak ook meer werkbaar. Bovendien: de mensen die vertrekken, zijn niet verloren. Ze vormen een directe achterban voor je werkgroep en kunnen desgevraagd nog wat betekenen voor de activiteiten.
Weet je, ik kende ze wel, allemaal heb ik ze al eens gezien. Maar ik wist het niet, ik heb het niet aan ze gezien.
19
19 oktober
4
Vandaag was de grote dag! De postertjes hingen al zeker een week. Er heeft een stukje in het nieuwsblad gestaan. En we hebben het allemaal op ons profiel bij gay.nl gezet. Alleen Carlo niet, die weet niet hoe hij die aan moet passen; oude mensen! Ik heb zelfs met Johan een avond uitgetrokken om iedereen op gay.nl uit onze buurt een berichtje te sturen, dat was erg gezellig hoor. Om tien uur zaten we klaar in het dorpshuis. Tot elven hebben we er alleen met de werkgroep gezeten, we dachten al dat er verder niemand zou komen. Maar toen kwamen de eersten binnen. En langzaamaan kwamen er meer en meer mensen, uiteindelijk toch een man of dertig, geen idee dat er zoveel waren hier. Niet dat het nou stampvol was, maar wel vol met mensen die hier in onze hooiberg wonen. Sommigen kende ik van naam, sommigen van gezicht en anderen helemaal niet. Homo, lesbo, oud, jong, Van alles. Volgende maand weer!! En o ja, ook niet geheel onbelangrijk, ik heb met Johan gekust. Whaaaaaa, echt waar. Ik geloof dat hij mij ook leuk vindt. Ik wist niet dat alles wat ze over verliefd zijn zeggen waar kon zijn. Even zien: ik zweef, heb vlinders in mijn buik (dat bestaat dus echt hè!), ik denk zelfs bij het bezorgen van mijn krantjes aan hem, ik kan niet eten, echt allemaal waar. Toen ik thuis was heb ik gelijk Karlijn ge-smst. ‘We hebben ge-X-t, het zat al in de lucht, ik voel me zweven. Greetz X Stijn.’ Anderhalve minuut later: ‘Zei ik toch, worden we toch nog familie! Greetz Karlijn.’ Een halve minuut later: ‘Hey schoonbroer! loopt er hier een te neuriën, is half vijf in de ochtend. Jouw schuld!?! Emiel.’
20 oktober
Producten Vanmorgen om half tien wakker ge-smst. Was gelijk pissig op Karlijn, veel te vroeg! Maar het was Johan, vannacht was nog een beetje vaag, is dat echt gebeurd? Hebben we gezoend? Ik voel me al de hele dag zweven. Zouden mensen het aan me zien, dat ik gezoend heb. En niet zomaar gezoend, maar met een jongen. En niet zomaar een jongen, maar met Johan. Zouden ze het kunnen zien? En wat als ze het zouden kunnen zien? Ik weet niet eens of ik dat wel zo erg zou vinden. Vanavond zie ik hem weer, gaan we aan de teksten van de website en de folder werken. Die moeten binnenkort ook af. Hoop wel dat het schrijven er van komt. Nou ja, stiekem hoop ik ook van niet.
23
4
Producten
Je kent de holebi’s in jouw werkgebied. Je weet dat ze iets willen doen. Maar wat is ‘iets’? Ze zullen daar vast allemaal een goed idee over hebben. Maar zo niet – of om je op weg te helpen – hieronder een aantal ideeën voor producten van een werkgroep. Uitgaansavond
24
Doel: Holebi’s hebben de gelegenheid elkaar te ontmoeten. Doelgroep: Holebi’s uit het werkgebied en de omgeving daarvan. Tijdsinvestering: De organisatie gaat mee in de werkgroepbesprekingen, daarnaast per avond ongeveer vier uur extra ondersteuning.
zijn gemak is. Ze voelen zich dan bijvoorbeeld toch bekeken en dat belemmert ze in hun vrijheid om genegenheid voor hun eventuele partner te tonen. En dat is voor veel bezoekers wel een belangrijk onderdeel van een uitgaansavond. Ook voor personen die net hun seksuele voorkeur hebben ontdekt, of hier nog niet zeker van zijn, is een meer besloten locatie aan te bevelen.
Locatie Als eerste heb je een locatie nodig. Dit kan een café in het centrum zijn, of een buurthuis of iets dergelijks. Belangrijk is wel om te kiezen voor een specifieke ruimte voor de uitgaansavond, dus niet dezelfde die je gebruikt voor werkgroepvergaderingen. Je kunt kiezen voor een gemengde locatie die ook toegankelijk is voor publiek. Vooral als dat publiek er normaal ook al komt, bied je met de uitgaansavond meteen een mogelijkheid om de zichtbaarheid en integratie van homoseksualiteit aan te pakken. Houd er wel rekening mee dat de doelgroep in een gemengd homo- en heteroseksueel gezelschap niet altijd even op
Publiciteit Hoe laat je andere holebi’s weten dat er een avond voor hen is? Je kunt postertjes maken die je in winkels, openbare gebouwen, scholen en dergelijke laat ophangen. Via gay.nl kun je berichten versturen. Als je dat met een paar mensen van je werkgroep doet, heb je al snel een groot aantal potentiële bezoekers een persoonlijk berichtje gestuurd. Ook kunnen de werkgroepleden de avond op hun eigen profielen vermelden. Met een stukje in enkele huis-aan-huisbladen bereik je bovendien mensen die niet naar homosites gaan.
Organisatie Het ligt aan de gekozen locatie wat je verder nog moet organiseren. Als het een café is, hoef je niemand achter de bar te hebben. In een buurthuis moet je dat wel regelen. Spreek af dat iedereen van de werkgroep er al vanaf het begin is. Dan is niemand alleen en zijn er altijd al mensen als er bezoekers binnenkomen. Zorg ervoor dat mensen die voor het eerst komen even aangesproken worden en een drankje krijgen. Voor veel mensen is het een hele stap om binnen te komen, dus een welkom is dan erg prettig. Je kan er voor kiezen om ontmoetingsavonden te organiseren zonder een echt programma. Tip: De ervaring leert dat als je een ‘passieve’ activiteit organiseert, de drempel lager wordt om voor het eerst binnen te komen. Met een ‘passieve’ activiteit bedoelen we bijvoorbeeld een film of een spreker. Het is dan niet gelijk noodzakelijk om met anderen te communiceren. Dit kan een veiliger gevoel geven. Je komt in de eerste plaats om naar iets te kijken of te luisteren. Als bezoeker kun je daarnaast de sfeer proeven en het even rustig aankijken. Ook ontstaat er makkelijker een informeel samenzijn. Een bezoeker kan er dan voor kiezen om te blijven en contacten te leggen, of te gaan als hij of zij het toch nog lastig vindt. Dat is ook niet erg: ook dit is al een eerste contact. Initiatief vanuit de werkgroep om de nieuwe mensen aan te spreken blijft belangrijk!
Website en folder Doel: De werkgroep presenteert zich in het werkgebied. Doelgroep: Holebi’s en hetero’s uit het werkgebied. Tijdsinvestering: Het uitdenken van de opzet voor de website gaat mee in de werkgroepbesprekingen. Delegeer het schrijven van teksten, updaten van de site en ander onderhoud aan de werkgroep. Reken daarnaast acht uur voor de coördinatie van het opzetten van een site en het maken van een folder. Internet als medium Als je het project richt op jongeren, is internet een niet te onderschatten medium. Het is vaak de eerste plek waar (jonge) holebi’s gaan zoeken naar informatie. Het is makkelijk,
maar vooral ook anoniem. Dat kan erg prettig zijn, zeker in de fase van een coming out. Wat komt er op de site en in de folder? Laat op je site zien wie jullie zijn. Plaats een leuke foto van de werkgroep, zodat mensen weten wie er achter het initiatief zitten. Foto’s van de activiteiten zijn ook een goed idee. Zorg er voor dat alle informatie over wat de werkgroep doet steeds up-to-date op de site staat. Vermeld ook hoe mensen met jullie in contact kunnen komen, via e-mail of telefoon. Kijk voor een voorbeeld op de site van de werkgroep uit Deurne: www.pinkpeel.nl. Van de informatie die je op de site zet, kun je ook een folder maken. Verspreid deze onder vertrouwenspersonen op scholen, maatschappelijk werk, huisartsen en andere sleutelfiguren in de regio. Bedenk samen waar je als holebi als eerste zou aankloppen voor informatie over homoseksualiteit, en zorg dat de folders daar beschikbaar zijn. Tip: Zet geen privé-telefoonnummers op de site of in de folder. Mensen kunnen immers ook negatieve reacties geven. Kies er bijvoorbeeld voor het nummer van je eigen organisatie erop te zetten, zodat je vanuit jouw instelling eventueel telefoonnummers van de werkgroepleden kunt doorgeven. Regel dit goed met jullie receptie. Tip: Zorg dat het e-mailadres op de site wel te kopiëren is, maar niet direct aanklikbaar. Als je dat wel doet, levert dat op den duur veel spam op. Ontwerpen van een site Het professioneel laten ontwerpen van een site is een kostbare aangelegenheid. Maar gelukkig zijn er veel mensen die het leuk vinden om er een te bouwen, vaak tegen een fors lagere vergoeding dan een professional ervoor zou vragen. Bedenk dus goed wie je hiervoor inschakelt. Zet ook de contacten van de werkgroepleden in. En misschien ken je zelf iemand die het zou willen doen. Tip: Het is belangrijk dat iedereen die op de site afgebeeld is hier geen problemen mee heeft. Het kan erg vervelend uitpakken als er iemand op staat van wie de omgeving nog
25
niet op de hoogte is van zijn of haar seksuele gerichtheid. Bovendien kan je instelling te maken krijgen met een rechtszaak over portretrecht. Als je dit risico wilt afdekken, laat dan de mensen op foto’s een contractje tekenen. Een voorbeeld daarvan vind je op www.homo-emancipatie.nl/jongeren/model contract.html.
Belangenbehartiging Doel: Homoseksualiteit is zichtbaar en er is expliciet aandacht voor de positie van holebi’s. Doelgroep: Holebi’s uit het werkgebied en de algemene bevolking. Tijdsinvestering: Afhankelijk van de uitwerking en de rolverdeling met een homobelangenorganisatie. Belangenbehartiging van holebi’s in jullie regio is een derde activiteit waar de werkgroep zich op kan richten. Zoek contact met de gemeente om met een ambtenaar, een wethouder of iemand uit de gemeenteraad te spreken. In het gesprek kun je laten zien dat homoseksualiteit ook in hun gemeente leeft en dat het belangrijk is om ook aan de groep holebi’s te denken in het lokale beleid. Hierbij kan de werkgroep fungeren als adviesorgaan.
...En o ja, ook niet geheel onbelangrijk, ik heb met Johan gekust. Whaaaaaa, echt waar. Ik geloof dat hij mij ook leuk
Bespreek of het nodig is om op nieuws of bijvoorbeeld incidenten te reageren als werkgroep. Geef zonodig een reactie vanuit je instelling. Het voorgaande maakt duidelijk dat belangenbehartiging heel breed kan zijn. Je kunt als werkgroep een aantal mensen aanwijzen die het leuk vinden zich hiermee bezig te houden en kansen op dit gebied in de gaten houden. Zoek zeker ook contact met een holebi-organisatie uit een stad in de buurt, zodat ze je hierbij kunnen helpen. Tip: Als mensen niet weten dat je er bent, zullen ze ook geen contact zoeken. Laat dus zien dat je er bent als werkgroep en wat je doet aan het verdedigen van hun belangen. Sta open voor reacties. Ten slotte: wees creatief bij het bedenken van producten We hebben hier enkele producten genoemd waarmee de werkgroep zich bezig kan houden. Realiseer je dat het aantal mogelijke producten en activiteiten in principe oneindig is. Wees creatief, en laat in eerste instantie vooral de werkgroep goed nadenken over wat ze zouden kunnen gaan doen. Als je bovenstaande producten meteen zelf aanreikt, loop je het risico dat de werkgroep zelf niet geactiveerd wordt. Het is ook goed om bovenstaande ideeën door de werkgroep te laten bedenken. Dan is het draagvlak om er tijd en energie in te stoppen ook groter. Dan hebben ze het immers zelf bedacht!
vindt. Ik wist niet dat alles wat ze over verliefd zijn zeggen waar kon zijn...
26
Zorg ervoor dat je regelmatig in de lokale media komt. Zo laat je andere holebi’s weten dat de werkgroep er is. Bovendien zorg je er zo voor dat andere bewoners uit het dorp lezen en horen dat er ook holebi’s wonen bij hun in het dorp, en niet alleen in de grote stad. Zorg altijd dat contactgegevens van de werkgroep bij de uiting vermeld worden. Nodig mensen uit om te reageren. Houd de media in de gaten en zorg dat je weet wat er allemaal speelt op het gebied van homoseksualiteit binnen je werkgebied.
Tip: Als de werkgroepleden daar belangstelling voor hebben én het aandurven, kun je het geven van voorlichting (zie hoofdstuk 2) ook aan de werkgroep overlaten,. Als je eenmaal contacten hebt met scholen en met een homobelangenorganisatie, is al veel van het werk gedaan. De werkgroepleden die willen voorlichten, kunnen zich daar in een weekend voor laten scholen op een training van COC Nederland (zie www.coc.nl).
12 november Vandaag met John gesproken, die van het jongerenwerk die de werkgroep heeft opgezet. Was wel grappig. Is een toffe vent hoor, lekker relaxed en je kunt er nog eens een goed gesprek mee hebben. Hij had het over ‘jullie doelgroep’, dat is op z’n welzijns voor homo’s die in ons dorp wonen. Hij vertelde dat hij het best wel lastig vond in het begin. Hij wist niet goed hoe hij met ons om moest gaan. En toen dacht ik: het is ook wel anders, niet dat we minder zijn of zo, maar gewoon anders. Maar goed, iedereen is anders natuurlijk. De een heeft een bril, de ander is protestant, weer iemand is wat geel en heeft knijpoogjes, en ik ben een jongen die jongens leuker vindt dan meisjes. Maar John had wel een punt. Als homo maak je toch wel een moeilijke periode door. Iedereen vertellen dat je homo bent. Maar hij had er nog niet eens bij stil gestaan dat je er eerst zelf achter moet komen dat je homo bent. Maar hoe dat precies gaat, weet ik ook niet. Wanneer wist ik voor het eerst dat ik anders was dan anderen? Dat ik jongens leuker dan vind dan meisjes?
5
Achtergrond informatie Ik vond het ook wel goed dat hij vertelde dat hij, een paar jaar geleden, al eens een meisje was tegengekomen dat toen verteld had dat ze dacht dat ze lesbisch was. John had toen tegen dat meisje gezegd dat het wel een fase zou zijn en dat het over zou gaan. Hij was haar laatst nog tegen gekomen met haar vriendin, waar ze nu mee samenwoont. Ze heeft toen tegen John gezegd dat de fase nu wel erg lang duurde. Hij zat daar wel mee, dat hij haar geaardheid niet serieus had genomen. Hij had er spijt van, ook al had hij dat toen niet durven zeggen. Dat vind ik goed van een mens, als hij inziet dat hij iets fout heeft gedaan en dat hardop durft toe te geven. Maar wel vreemd dat je als jongerenwerker niet weet hoe je met holebi’s om moet gaan. Terwijl ongeveer een op de tien mensen homoseksuele gevoelens heeft.
18 november Bij Johan en Emiel thuis een discussie gehad met Emiel en Karlijn. Ze vonden dat we ons afzonderden als we naar een homokroeg uit gaan. Maar we gaan toch altijd naar een heterokroeg, en daar heb ik het ook heus wel naar mijn zin. Maar ik wil gewoon eens naar jongens kijken zonder dat ik dat stiekem moet doen. En ik ben blij dat ik eindelijk mensen heb gevonden die hetzelfde zijn als ik. Nou ja, hetzelfde? Die ook weten hoe het is om hier homo te zijn. Daar mag ik toch wel samen iets mee gaan doen? Ik blijf heus wel mezelf, en ik ga ook heus nog wel mee naar ons vaste café. Maar ik denk dat ik het ook wel tof vind om met homo’s onder elkaar te zijn. Gewoon praten over wat ons bezig houdt, en met Johan zoenen zonder dat de hele hooiberg staat te kijken. En dat ik wat andere kleding aan heb de laatste tijd? Nou ja, dingen die jongens in de stad ook aan hebben Het is niet dat ik me terug wil trekken in een homowereld. Ik wil me, af en toe, eens terugtrekken uit de heterowereld. 29
5
Achtergrond informatie
In dit hoofdstuk bespreken we hoe een holebi zijn of haar seksuele identiteit ontwikkelt. We
Ontwikkeling van seksuele identiteit Om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van homoseksuele gevoelens is het van belang om de fasen in de relatievorming bij heteroseksuelen te kennen. In 2003 beschreven de onderzoekers De Graaf en Rademakers hoe (hetero)jongeren bij hun relatievorming in de puberteit een zogenoemde ‘seksuele interactiecarrière’ in vier stappen doormaken. • Pre-puberteit (t/m 13 jaar) Tijdens de basisschool en het begin van het voortgezet onderwijs bewegen jongeren zich vooral in seksespecifieke groepen. Ze maken af en toe speelse uitstapjes naar personen van het andere geslacht. • Vroege puberteit (14-15 jaar) In de puberteit gaat een deel van de jongeren uitlokkend, uitdagend gedrag vertonen. Er wordt voor de eerste keer gezoend. De uitstapjes naar het andere geslacht komen steeds meer in een sekse- en rolgebonden kader te staan, en krijgen een meer erotisch karakter.
geven informatie over de holebi-subcultuur en beschrijven waarom er holebi-specifieke organisaties, ontmoetingsgelegenheden en
• Late puberteit (16-17 jaar) In het contact met de andere sekse vinden steeds meer experimenten plaats. Van ‘volwassen’ relaties en een vast patroon kan men echter nog niet spreken. In deze fase vinden meestal de eerste seksuele contacten plaats. Er is een geleidelijke ontwikkeling van korte verkeringen naar langere relaties.
evenementen bestaan. Ten slotte vind je een niet onbelangrijke paragraaf over valkuilen waar je voor moet waken als je met holebi’s gaat werken Achteraan hebben we een lijst
• Post-puberteit (18-19 jaar) Het experimentele karakter van de contacten neemt af en er vormen zich meer stabiele heteroseksuele tweerelaties. Er ontstaat een grotere emotionele betrokkenheid bij de partner en het merendeel van deze groep heeft inmiddels ervaring met geslachtsgemeenschap. De seksespecifieke vrienden- en vriendinnenkringen lossen steeds meer op en worden doorgaans vervangen door vriendenkringen rond de tweerelaties.
websites, boektitels en organisaties opgenomen voor als je behoefte hebt aan meer lees30voer, informatie en ondersteuning.
Deze beschrijving van de ‘seksuele interactiecarrière’ is gebaseerd op gemiddelden, en geeft geen standaardpatroon of ‘ideale’ ontwikkeling aan. Een belangrijk bezwaar van het model is dat het ‘heteronormatief’ is en sterk gebaseerd is op westerse culturele pa-
tronen. Sommige groepen jongeren, waaronder allochtonen, maken een andere ontwikkeling door. Dat geldt ook voor jonge holebi’s. Hieronder beschrijven we een gemiddelde ‘interactiecarrière’ van holebi- jongeren. • Pre-puberteit (t/m 13 jaar) Al voor de puberteit hebben kinderen die later holebi blijken te zijn vaak al het gevoel dat ze anders zijn. Dit gevoel kan al ontstaan op zeer jonge leeftijd (5-6 jaar). Wanneer ze vooral in seksespecifieke groepen optrekken, is er nog weinig aan de hand voor holebi-jongeren. Ze zijn vaak nog niet zo bezig met seksuele gevoelens en fantasieën. De seksespecifieke groepen bieden dan een relatief veilige omgeving. Maar de ontwakende belangstelling van heteroseksuele leeftijdsgenoten voor het andere geslacht, zet holebijongeren vaak aan het denken. Ze merken dat deze gevoelens voor het andere geslacht niet bij hen passen, en dat kan leiden tot een gevoel van vervreemding. Ze beseffen ‘niet als de anderen te zijn’, of twijfelen soms zelfs aan hun sociale vaardigheden. Dit kan een holebi-jongere erg onzeker maken. • Puberteit (14- 17 jaar) De contacten van heteroseksuele leeftijdsgenoten met het andere geslacht worden steeds serieuzer. Van holebi’s wordt ook verwacht dat zij meegaan in het heteroseksuele ontmoetingspatroon. Veel holebi-jongeren doen dat wel, maar vinden het soms ook alsmaar moeilijker. Zij komen steeds vaker voor de keuze te staan om zich aan te passen, voor hun seksuele voorkeur uit te komen, of hun heil ergens anders te zoeken. Nog altijd zijn er holebi’s die trouwen en pas na een huwelijk voor hun gerichtheid uit durven komen. Holebi-jongeren uit kleine gemeenten denken er nogal eens aan om in een stad te gaan wonen. Tegenwoordig biedt internet de mogelijkheid om contacten te vinden met mensen die niet in de buurt wonen. Holebi-jongeren vinden zo een bepaalde vorm van nabijheid zonder dat het gevaar bestaat dat de eigen omgeving op de hoogte komt. Heteroseksuele leeftijdsgenoten kunnen afwijkingen van het hetero-ontwikkelingspatroon sterk afkeuren. In deze experimentele fase zoeken ze naar zekerheden en dan voelt het soms veiliger om ‘afwijkingen’ zo sterk
mogelijk te veroordelen. Daardoor voelen holebi’s zich vaak eenzaam en onbegrepen. Veel jonge holebi’s maken een – soms lange – periode door dat ze weten holebi te zijn, maar het nog met niemand durven delen. Dit kan een moeilijke tijd zijn. • Post-puberteit (18-19 jaar) Holebi’s die er in deze fase nog niet voor uitgekomen zijn en geen eigen netwerk en goede relaties met accepterende heteroseksuelen hebben opgebouwd, komen steeds meer alleen te staan als de seksespecifieke vriendenkringen uiteenvallen. Zij komen voor belangrijke keuzes te staan. Moeten ze zichzelf benoemen als holebi en daarvoor uitkomen? Moeten ze hun gevoelens ontkennen? Of kiezen ze voor een andere vorm, bijvoorbeeld door voor de buitenwereld een heteroleven te leiden, maar toch homoseksuele contacten en relaties aan te gaan? Dergelijke keuzes leveren voor veel holebi-jongeren een zware psychische belasting op.
Coming-out Veel jongeren met holebi-gevoelens kiezen er op een bepaald moment voor om aan anderen te vertellen (of op een andere manier te laten merken) op hetzelfde geslacht te vallen. Dit noemt men de ‘coming out’ of ‘uit de kast komen’. Dit is een belangrijke keuze, waar iemand zelf klaar voor moet zijn. Of en hoe iemand uit de kast komt, wordt beïnvloed door factoren als sociale omgeving, persoonlijke waarden en normen, etnische of religieuze achtergrond en persoonlijkheidsfactoren. Ook het gegeven dat iemand in een stad of dorp woont, heeft invloed op de keuze. In een dorp heerst veel meer een ons-kent-ons mentaliteit. Ervoor uitkomen dat je je anders voelt of wilt gedragen dan de norm is dan vaak moeilijker. Een coming out is niet zozeer een specifiek moment, maar eerder een proces. Het is vaak erg moeilijk voor het eerst aan een ander te zeggen dat je holebi bent. De meesten vertellen het aan een vertrouwenspersoon uit hun directe omgeving; iemand die heel nabij staat, laat jou waarschijnlijk niet zomaar vallen. Anderen kiezen juist iemand die wat verder af staat. Als die wegvalt is dat niet zo heel erg. 31
Als de eerste ervaring in het coming out-proces positief is, gaan de meeste jongeren verder, en nemen ook anderen in vertrouwen. Hoe meer succeservaringen iemand heeft met coming out, hoe makkelijker het zal worden. Uiteindelijk ontstaat de situatie waarin een holebi-jongere vrijwel volledig open kan zijn over zijn of haar gerichtheid; hij of zij heeft er dan geen problemen meer mee dat iedereen ervan op de hoogte is. Toch zal ook dan bij nieuwe ontmoetingen steeds weer een vorm van coming out nodig zijn. Hetero-zijn is immers de norm, en over een andere voorkeur verwacht men vaak uitleg.
Maar wel vreemd dat je als jongerenwerker niet weet hoe je met holebi’s om moet gaan. Terwijl ongeveer een op de tien mensen homoseksuele gevoelens heeft.
32
De coming out naar ouders of opvoeders is een verhaal apart. Ouders hebben vaak een vaststaand toekomstbeeld voor hun kinderen, en hoewel de Nederlandse opvoeding jongeren steeds meer ruimte biedt, zien we dat bepaalde waarden centraal blijven staan. Deze waarden vormen de verwachtingen van ouders, maar ook die van de jongeren zelf. De ‘standaard’ verwachtingen zijn nog altijd de volgende: • iedereen is heteroseksueel • iedereen streeft een romantische, eeuwigdurende, monogame relatie na • een relatie leidt tot een gezin waarin een sekserolverdeling bestaat • mensen willen niet afwijken van de omgeving • mensen verbergen afwijkende gevoelens of gedrag. Sommige jongeren zijn overdreven angstig voor een coming out bij ouders, opvoeders of familie. Ze denken soms dat hun wereld zal instorten als hun holebi-gevoelens bekend worden. Zulke angst kun je als jongerenwerker tot reële proporties helpen terugbrengen door over deze bange gevoelens te praten, en samen een realistische inschatting te maken van wat werkelijk zou kunnen gebeuren. Ook
concrete ervaringen van anderen kunnen de angst nuanceren. Als het niet helpt om overdreven angst weg te nemen, kun je een jongere suggesties geven om op een niet ‘gevaarlijke’ manier te peilen hoe zijn of haar ouders zullen reageren op een coming out. Jongeren kunnen bijvoorbeeld op subtiele wijze vragen stellen, publicaties laten slingeren of naar bepaalde televisieprogramma’s kijken, en dan te kijken hoe de omgeving reageert. Ook kunnen ze bevriende kennissen het onderwerp laten aanroeren, en hen laten inschatten hoe een coming out zou vallen. Overigens kiezen niet alle mensen met holebi-gevoelens voor een coming out in de ‘klassieke’ zin van dat woord. In bepaalde etnische en religieuze groepen, bijvoorbeeld bij Hindoestaanse Surinamers, en (islamitische) Marokkanen of Turken, wordt een expliciete holebi-identiteit vaak moeilijk of zelfs helemaal niet geaccepteerd. Voor een aantal holebi’s uit deze groepen is dat niet te rijmen met hun wens zich als holebi te uiten. Zij kiezen voor het risico om te worden afgewezen of zelfs ‘verstoten’ om die reden. Anderen hechten er niet zo aan zich expliciet te benoemen als homo- of biseksueel. Of ze kiezen er om andere redenen voor in hun directe omgeving niet een uitgesproken holebi-identiteit uit te dragen. Sommigen leiden daardoor een belastend ‘dubbelleven’. Maar voor anderen speelt dat probleem veel minder, en zijn de verschillende rollen (bijvoorbeeld die van zoon of neef, en die van partner of minnaar) uitstekend met elkaar te combineren. Zij zijn dan voor hun omgeving weliswaar ‘anders’, zonder expliciet ‘holebi’ te hoeven zijn.
Holebi-subculturen, -organisaties en -bedrijven Bij het woord homoseksualiteit denken veel mensen dat het hier alleen om seksualiteit gaat in de zin van de seksuele daad. Maar voor veel holebi´s omvat het veel meer facetten van hun leven dan alleen seksuele aantrekking en partnerkeuze. Het heeft ook invloed op hun dagelijks gedrag en rolpatronen, interesses, vrienden en hobby’s. Alle zaken die holebi’s samen doen, buiten de door heteronormen geregelde ‘mainstream’ cultuur, zijn onderdeel van wat de homo- of lesbische
subcultuur genoemd wordt. Of misschien moeten we zeggen: subculturen. De holebi-subcultuur kent allerlei organisaties, evenementen, bedrijven en vriend(inn)enkringen die zich richten op holebi’s en de specifieke waarden en normen die binnen deze kringen leven. Welbeschouwd zegt het woord ‘subcultuur’ het al. We hebben het hier niet over groepen die zich afzonderen, maar ze vormen als het ware een ‘onderafdeling’ van de Nederlandse cultuur: op veel punten hetzelfde en op sommige punten wat anders. De verschillende holebi-subculturen kennen ook weer hun specifieke organisaties en bedrijven, zoals café’s en andere ontmoetingsgelegenheden, of bijvoorbeeld belangenorganisaties. Vanuit ‘hetero-perspectief’ reageert men soms afkeurend op deze organisaties. Men vindt dan dat holebi’s zich ‘terugtrekken’ in een homowereld. Dat is onterecht, omdat deze groep juist geaccepteerd wil worden binnen de maatschappij, en holebi’s natuurlijk ook naar ‘gewone’ gelegenheden gaan en zich bij ‘gewone’ organisaties aansluiten. Een belangrijke functie van de subcultuur is ontmoeting. Het is erg prettig om mensen te ontmoeten met dezelfde gevoelens. Je kunt ervaringen uitwisselen en erkenning van je eigen identiteit vinden. Veel holebi’s ervaren de eerste keer dat ze een dergelijke omgeving bezoeken dan ook als ‘thuiskomen’. Nadat je een tijd moeite hebt gehad om te erkennen dat je anders bent dan de norm, kom je eindelijk mensen tegen die in dezelfde situatie zitten en hetzelfde proces hebben doorgemaakt. De ontmoeting levert dus erkenning en herkenning op, maar biedt ook mogelijkheden een partner te vinden. Ook in onze maatschappij ben je nog altijd hetero, tenzij je expliciet aangeeft holebi te zijn. Dit betekent ook dat uitgaansgelegenheden heterogericht zijn, tenzij expliciet holebi. Voor holebi’s is het lastig om in een ‘gewone’ gelegenheid op iemand af te stappen om beter te leren kennen. De kans is groot dat die ander hetero is, waarmee ook de kans op een afwijzing of zelfs negatieve reacties dus realistisch is. Zijn holebi-subculturen nu een belemmering van de integratie van holebi’s, zoals nogal eens gezegd wordt? Misschien is er geen
behoefte meer aan een subcultuur, als het vanzelfsprekend wordt dat ook holebi’s elkaar ontmoeten en met elkaar flirten op ‘gewone’ ontmoetingsplaatsen. Als dat al gebeurt, zal dat nog wel enige tijd duren. Holebi’s zijn een minderheid in onze samenleving. Maar in tegenstelling tot veel andere minderheden zijn ze van nature minder zichtbaar. Er zijn geen algemene uiterlijke kenmerken zoals bij veel andere minderheden. Holebi’s zijn overal in de samenleving te vinden, en er is geen vanzelfsprekende groepsvorming of concentratie zoals bijvoorbeeld onder sommige geloofsgemeenschappen. Om tot acceptatie te komen, moet een groep zichtbaar zijn, moet men weten dat zij bestaat, en moeten de leden trots kunnen zijn op de eigen identiteit. Voor deze trotse zichtbaarheid zorgen juist ook evenementen als de botenoptocht Canal Pride in Amsterdam, de jaarlijkse Gay Pride-demonstratie, en de inmiddels beroemde roze maandag op de Tilburgse kermis. Sommigen hebben kritiek op het ‘overdreven’ karakter van deze manifestaties, maar hoe dan ook draagt elk van deze evenementen bij aan het zichtbaar maken van de groep. Zeker voor ‘beginnende’ holebi’s is de eerste keer dat ze meedoen aan zo’n evenement een emotioneel moment van verbondenheid. Volgens sommigen zijn bepaalde uitingen of gedragingen van holebi’s shockerend. Dit ligt waarschijnlijk extra gevoelig omdat het over rolgedrag en seksualiteit gaat. De afkeurende houding heeft veel te maken met vooroordelen, bijvoorbeeld over de vermeende ‘vrouwelijkheid’ van homomannen. Vooral mensen die vinden dat rolafwijkend gedrag niet ‘gewoon’ of ‘fatsoenlijk’ is, kunnen zich daaraan ergeren. Als holebi’s gaan zoeken naar manieren om met hun ‘afwijkende’ seksuele voorkeur om te gaan, experimenteren zij vaak ook met rolgedrag. Het kan prettig zijn om niet de hele tijd ‘macho’ of ‘truttig’ te zijn. Als je toch de vrijheid neemt om openlijk homo of lesbisch te zijn, waarom dan niet ook de vrijheid genomen om met rolgedrag te experimenteren? Ook al komt dat soms provocerend over?
33
Valkuilen in het werken met holebi’s Er zijn enkele valkuilen waar je als jongerenwerker voor uit moet kijken. We werken deze hieronder kort uit. • Geen ‘vraag’ naar aandacht voor homoseksualiteit Homoseksualiteit is vaak een onzichtbaar onderwerp binnen het sociaal cultureel werk, met name het jongerenwerk. Dit komt vooral doordat deze sector vaak vooral vraaggericht werkt. Homoseksualiteit is geen populair onderwerp onder jongeren, en de doelgroep zal er niet snel concreet om vragen. Jongeren – maar ook collega´s – zouden bovendien kunnen denken dat de persoon het thema aan de orde wil stellen omdat hij of zij zelf homoseksueel is. Holebi-medewerkers op hun beurt zijn soms terughoudend het thema op te pakken, omdat het onbedoeld zou kunnen leiden tot hun coming out op het werk. Heteroseksuele jongerenwerkers zullen het thema wellicht niet snel aan de orde stellen, omdat het de indruk wekt dat hij of zij daarmee afstand neemt van ‘de norm’, waardoor ze een gevoelig punt zouden raken bij de jongeren met wie ze werken. Hoe dan ook, het is voor jongeren meestal niet duidelijk dat ze met vragen over homoseksualiteit bij het sociaal cultureel werk terecht kunnen. En doordat ze er niet zo makkelijk over zullen beginnen, kan de indruk blijven bestaan dat er geen vraag naar is. Deze valkuil is te vermijden door niet zozeer in eerste instantie te beginnen over homoseksualiteit, maar vooral te werken aan de zichtbaarheid en bespreekbaarheid van seksuele diversiteit.
34
• Homoseksuele gevoelens bagatelliseren Het komt nog steeds voor dat volwassenen tegen een holebi-jongere zeggen dat zijn of haar gevoelens alleen maar een ‘fase’ vormen die wel weer voorbij zal gaan. Soms is dat waar, maar met een dergelijke uitspraak kun je ook makkelijk voorbij gaan aan de gevoelens van de betreffende jongere. Professionals willen jongeren die onzeker zijn over hun gevoelens nogal eens ondersteunen door te stellen dat ze zich niet in een hokje moeten laten stoppen: ‘Wat maakt het uit of je jezelf “homo” noemt of niet?’ Ook dit klopt theoretisch gezien wel, maar voor onzekere jongeren die op zoek zijn naar duidelijke antwoorden, kan dit advies misschien te weinig
houvast geven. Voor hen maakt een expliciete zelfbenoeming op dat moment juist heel veel uit. Het is de kunst om een jongere aan de ene kant te steunen bij de acceptatie van zijn of haar gevoelens, en aan de andere kant de ruimte te laten bestaan om van gedachten te veranderen. • Teveel meegaan in angst Sommige professionals gaan te veel mee in de vrees die jongeren kunnen hebben om uit te komen voor hun holebi-gevoelens. Deze angst voor de gevolgen van een coming out is soms erg groot. Dit geldt vooral als een jongere zich niet kan voorstellen hoe anderen zullen reageren. In zulke gevallen is het van belang om samen met de jongere na te gaan hoe specifieke mensen op een coming out zouden kunnen reageren. Een dergelijk gesprek – of eventueel een rollenspel – kan al veel onterechte angst wegnemen, en het geheel in een realistischer perspectief plaatsen. • Overmatig optimisme over acceptatie Overdreven vrees is een valkuil, maar overmatig optimisme over de mogelijkheden van acceptatie van holebi’s is dat net zo goed. Als je zelf weinig moeite hebt met homoseksualiteit, heb je misschien te makkelijk het idee dat de hele omgeving er ook zo over denkt. De valkuil is dan dat je mogelijke risico’s niet ziet en het advies geeft ‘er niet zo moeilijk over te doen’. In dat geval stuur je mogelijk te snel aan op een openbare coming out. Zelfs in hoger opgeleide kringen, waar de norm is om tolerant te zijn, kunnen ouders het bijvoorbeeld moeilijk vinden als blijkt dat hun eigen kind homo of lesbisch is. En klasgenoten kunnen moeite hebben te accepteren dat de beste vriend die altijd naast je zit en met wie je op vakantie gaat, homo of lesbisch is. Houd er rekening mee dat er vaak nog vooral sprake is van tolerantie op afstand. Persoonlijk kunnen mensen het prima vinden dat iemand holebi is. Maar in concrete gevallen houden ze soms toch afstand, bijvoorbeeld wanneer er een conflict optreedt en personen in de omgeving van de holebi-jongere hun sociale status riskeren als zij hem of haar zouden willen beschermen.
Meer leesvoer, informatie en ondersteuning • Lezen over homoseksualiteitualiteit Alles over gay Een website met 100 vragen over homoseksualiteit die echt leven onder jongeren, op een begrijpelijke manier beantwoord. www.allesovergay.nl Dubbel Divers Dubbel Divers: Routeplanner voor het omgaan met seksuele diversiteit en cultuurverschillen in onderwijs en hulpverlening. Tips voor voorlichters, docenten, leerlingenbegeleiders en jeugdhulpverleners op negen thema’s rond homoseksualiteit. www.diversity-in-europe.org Boekhandel Vrolijk Boekhandel Vrolijk is een holebi-boekhandel in Amsterdam. Onderstaande link is een lijst van actuele jeugdliteratuur met een holebithema. Deze kun je doorgeven aan jongeren die willen lezen over homoseksualiteit. www.vrolijk.nu/boeken/jeugd.html
• Belangenorganisaties en ondersteuning Bij de onderstaande homobelangenorganisaties kun je terecht voor vragen en ondersteuning over belangenbehartiging en voorlichting: www.coc.nl www.outway.nl Er zijn nog veel meer lokale organisaties, allemaal te vinden via www.switchboard.nl Gay & Lesbian Switchboard Voor alle vragen rondom homoseksualiteit. Ook voor adressen van lokale holebi- organisaties en mogelijke ondersteuning. www.switchboard.nl
36
Werkgroep Pinkpeel (homowerkgroep Deurne): www.pinkpeel.nl.
Stichting Welzijn Deurne 0493-352500 www.welzijndeurne.nl . MOVISIE kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling waaronder de ondersteuning van lokaal lesbisch en homo-emancipatiebeleid. www.homo-emancipatie.nl www.movisie.nl
• Voorlichting en schoolbeleid Voor informatie over voorlichtingen op scholen kun je terecht bij: www.vrolijkescholen.nl en www.tolerantescholen.net Meer informatie over het veilig maken van scholen (schoolbeleid, docententraining) is te vinden bij Empowerment Lifestyle Services. www.empower-ls.com
• Informatie voor jongeren Expreszo is een Nederlands holebi-jongerenblad. www.expreszo.nl ‘Wel Jong Niet Hetero’ is de koepelorganisatie van Belgische holebi-jongeren groepen, die ook veel interessante informatie op hun site hebben. www.weljongniethetero.be Op de website van MOVISIE Lesbisch en Homobeleid staat een actueel overzicht van lokale homojongerengroepen. www.homo-emancipatie.nl/Jongeren/jongerengroepen.html
Bijlage 31 december Het is drie uur ik moet zo weg, oud en nieuw bij Emiel en Johan thuis, daarna het dorp in. We hebben met wat anderen afgesproken. Nee, niet allemaal van de werkgroep, nou ja, ook wel, maar ook van school. Maar nog even over afgelopen jaar. Wat een jaar! Johan en ik gaan keigoed. Is nu al weer twee maanden dat we iets hebben. De werkgroep gaat ook erg lekker, de avonden worden best goed bezocht en de site wordt goed bekeken, vooral als de foto’s van de avonden erop komen. Ik heb me aangemeld om net als die Robbert en Saskia voorlichting over holebi’s te gaan geven in klassen. Lijkt me erg spannend, maar vind het wel belangrijk dat het gebeurt. Wat toch allemaal kan komen van een oproepje in een huis-aan-huis blad. Gaat alles nu goed hier in de hooiberg, nou nee, ik fietste afgelopen dinsdag met Natasja daar het dorp. Gooide een of ander pubertje een rotje voor onze fietsen. ‘Homo!’ zei hij nog voordat hij als een bang haasje de brandgang in vluchtte. Dat doet wel zeer, weet je dat, is niet tof hoor. Heb daarover even met John van het jongerencentrum gebeld, was wel fijn dat hij naar me luisterde. Ze gaan daar zeker iets mee doen, of eigenlijk, wij gaan er iets mee doen. We zijn er nog niet in onze hooiberg, maar we zijn op de goede weg. Weet je dat ik me achter afgezien erg eenzaam heb gevoeld in deze hooiberg, toen niemand het nog wist? Ik dacht dat ik heel anders was als iedereen hier in het dorp. Maar ik ben gewoon een van hen. Alleen ben ik een jongen die jongens leuker vindt dan meisjes. Johan leuker dan Karlijn, en achteraf toch ook leuker dan Emiel. Weet je dat ik dat het fijnste heb gevonden van afgelopen jaar? Dat ik mezelf ben geworden... of gebleven... nou ja, eigenlijk dat ik nu helemaal mezelf kan zijn. Dat ik serieus ben genomen en andere homo’s en lesbo’s heb leren kennen die zich ook eenzaam hebben gevoeld. En ja, ik ben dus homo. En nee, dat geeft dus helemaal niks. En ik woon hier, hier waar je de melk ook in een pak koopt, de aardappels uit de supermarkt komen, en het leven nog zo normaal is gebleven als de punten op de koffiepakken. Het is hier echt een hooiberg, mijn hooiberg! 37
Bijlage 1 Voorbeeldvragenlijst kennismaking met holebi’s Holebi’s algemeen: • Hoe voel je je in [naam dorp of stad]? • Voel je je veilig in je woonomgeving? • Heb je een coming out gehad? Hoe verliep die? • Zit je bij een club of vereniging hier in [naam dorp of stad]? Hoe wordt daar op je voorkeur gereageerd? • Hoe is de omgang met heteromensen uit [naam dorp of stad]? • Merk je iets van verharding in [naam dorp of stad]? • Wat zou er in [naam dorp of stad] moeten veranderen? • Heb je nog aan- of opmerkingen, wil je nog iets kwijt? Jongeren: • Wil je in [naam dorp of stad] blijven wonen? Waarom? • Wat zou je van een specifiek aanbod voor holebi’s in [naam dorp of stad] vinden (groep, website of iets dergelijks)? • Op welke school zit je/heb je gezeten? Hoe was de sfeer daar rondom homoseksualiteit?
Bijlage 2 Agenda eerste bijeenkomst Werkgroep Homoseksualiteit Betreft: Datum: Tijd: (tijdsduur 2 uur) Locatie: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
38
opening (5 minuten) Voorstelrondje (15 minuten) Toelichting over doel van de werkgroep (15 minuten) Brainstormen in groepjes over mogelijke activiteiten (45 minuten) Pauze (15 minuten) Centraal ideeën uit groepjes bespreken (20 minuten) speerpunten bepalen (15 minuten) rondvraag (5 minuten) sluiting (5 minuten)
Bijlage 3 Evaluatie Werkgroep Homoseksualiteit Wat vind je in het algemeen van de werkgroep?
Wat vind je van hoe vaak we samen komen? ❍ veel te vaak ❍ te vaak ❍ goed
❍
Wat vind je van de grootte van de werkgroep? veel te groot ❍ te groot ❍ goed
O te klein
❍
te weinig
❍
veel te weinig
O veel te klein
Wat vind je van de inhoud van de bijeenkomsten?
Wat vind je van de activiteiten die we ondernemen?
Wat zou er beter/anders kunnen?
Hoe zou willen dat de werkgroep in de toekomst verder gaat? ❍ Welzijn houdt het initiatief; zij bedenken plannen waar wij mee aan de slag gaan ❍ Met welzijn verder, maar met veel eigen inbreng ❍ Zelfstandig verder met structurele steun van welzijn ❍ Zelfstandig verder, maar als we vragen hebben kunnen we bij welzijn terecht ❍ Helemaal zelfstandig verder ❍ Anders:
Welk cijfer zou je de werkgroep willen geven (graag aankruisen)? 1- ❍ 2- ❍ 3- ❍ 4- ❍ 5- ❍ 6- ❍ 7- ❍ 8-
❍
9- ❍
10-❍
Wat wil je verder nog kwijt over de werkgroep?
39