Hogere Graad - Specialisatie Graad Deeltijds Kunstonderwijs Studierichting Beeldende Kunst algemeen gedeelte
Leerplan INHOUD VOORWOORD
DEEL 1
ONTWIKKELINGSGEBIEDEN
DEEL 2
RICHTLIJNEN
DEEL 3
HET CONCRETE LEERPLAN specifiek gedeelte (aparte bundels per optie) BEELDHOUWKUNST SCHILDERKUNST TEKENKUNST specifiek gedeelte (aparte bundels per vak) BEDRIJFSBEHEER
BIJLAGE 1
BEGRIPPENKADER
BIJLAGE 2
OVERZICHT VAN DIVERSE TECHNIEKEN
BIJLAGE 3
VOORBEELDSCHEMA’S
BIJLAGE 4
BIBLIOGRAFIE
BIJLAGE 1
BEGRIPPENKADER
Apertuurkleur: kleur die niet op een bepaalde afstand gelokaliseerd kan worden en niet gestoord wordt door omgevende kleuren. De apertuurkleur is volkomen homogeen van kleurtoon, verzadiging en lichtheid. Het is de zelfstandige kleur zonder invloeden. Amateuristisch: natuurlijke drang om zich te uiten, met muzische middelen, in de vrije tijd. Artistiek/Artisticiteit: gevoelig zijn voor kunst, met kunstsmaak, getuigend van kunstvaardigheid. Attitude: verworven (na te streven) toestand die de keuze van het gedrag van een individu tegenover concrete personen, objecten en gebeurtenissen, en tegenover zichzelf beïnvloedt. In een attitude zijn cognitieve, affectieve en actiecomponenten onverbrekelijk met elkaar verbonden. Een attitude wordt op een concrete, operationele (werkbare) wijze geformuleerd. Basiscompetenties: zijn doelen met betrekking tot vaardigheden, specifieke kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes waarover iedere leerling van het (secundair) onderwijs beschikt (dient te beschikken) om vervolgonderwijs aan te vatten en/of als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen fungeren. Beeld: niet in de enge maar in de ruime zin te begrijpen, bijv. fantasiewereld, teeveebeeld, stripverhaal, visie, levensbeeld, enz. Complementair onderwijs/complementariteit: aanvullend; in de context van het leerplan betekent complementariteit: aanvullend t.o.v. het leerplichtonderwijs, meer bepaald m.b.t. de domeinen beeld, media, ... Cognitief: met betrekking tot de kennis (waarneming, taal, denken). Conceptueel denken: het opbouwen van een eigen logica in, door, voor een werkstuk (verwoorden van een visie). Creativiteit: het scheppend en herscheppend vermogen van de mens. Creatieve expressie: vermogen om zich (her)scheppend te uiten in diverse expressievormen. Opvoedend doel : problemen willen, durven en kunnen oplossen en dat willen, durven en kunnen uiten op welke manier dan ook. Curriculum: verwijst in zijn oorspronkelijke betekenis naar renbaan of loopbaan, maar heeft in de loop van de tijd en zeker de laatste dertig jaar, in het onderwijs, de betekenis gekregen van een document waarin de leerwegen van leerlingen doorheen de schoolloopbaan naar inhoud, organisatie, werkvorm en tijdsduur geschetst en vastgelegd worden. Een curriculum bestaat doorgaans uit teksten die gelezen, uitgelegd en toegelicht, of ‘vertaald’ moeten worden. Het curriculum kan de vorm aannemen van een plaatjesboek, waarin de leerwereld wordt uitgelegd of inzichtelijk gemaakt, of waarin de middelen te vinden zijn om effectief en efficiënt met leerstof en leertijd om te gaan. Het curriculum kan eveneens voorkomen in de vorm van tekstboeken, modulen, courseware, werkboeken, losbladig of gebonden, en in alle mogelijke multimediale vormen. Curricula worden steeds meer gehanteerd bij de veranderingen in scholen, schoolstructuur en samenleving. Deze ontwikkeling geeft aan dat het curriculum, in de vorm van onderwijsleerpakketten, een krachtig middel is geworden voor scholen en leraren. Een school zonder onderwijsleerpakketten kan in onze samenleving nauwelijks nog functioneren. Er wordt in het onderwijs een onderscheid gemaakt tussen drie soorten curricula met een eigen betekenis en te situeren op drie niveaus: overheid, school en klas (leergroep). Op elk van die niveaus heeft het curriculum een andere betekenis en een andere inhoud: 1. Op het niveau van de overheid gaat het om een onderwijsleerplan, waarin meestal eind-
termen, verplichte leerinhouden, leertijd en soms de organisatievorm zijn opgenomen. 2. Op het niveau van de school gaat het om een schoolwerkplan, waarin de doelen voor de school afgeleid zijn van de eindtermen. Er wordt een concrete lessentabel gemaakt voor de school, de manier van toetsen wordt vastgelegd en er wordt een verdeling van leerstof over leerjaren gemaakt. Ook wordt de wijze van werken, zowel didactisch als organisatorisch, vastgelegd. 3. Op het niveau van de klas of leergroep spreken we van een onderwijsleerpakket (jaarplan), ook wel methode of leergang genoemd. Een onderwijsleerpakket is in principe ontworpen als middel voor de leraar om effectief te onderwijzen en als middel voor de leerling om efficiënt te leren. Differentiatie: verscheidenheid; als onderwijsmethodiek: een op individueel niveau aangeboden persoonsgerichte leerinhoud. Disciplineoverstijgend: combineren van twee of meerdere disciplines op grond van evenwaardigheid, met als vertrekpunt een bepaalde discipline (voor het DKO - BK = het beeldende als vertrekpunt). Dynamisch -affectief: verbonden met gevoelens en gemoed (levendig). Expressie: het kenbaar maken, weergeven van wat er in je omgaat. Einddoel: vaardigheden, kennis en attitudes zoals beschreven in het opleidingsprofiel. Eindterm: minimumdoel dat noodzakelijk en bereikbaar wordt geacht (door de overheid) voor een bepaalde leerlingenpopulatie/-groep. Heuristiek: de leer van het vinden (via methodische weg tot ontdekking/uitvinding komen, bv. bronnen onderzoek of methodisch experimenteren, ...), systematische zoekstrategie voor het oplossen van problemen. Intercultureel: omgang met individuen en/of groepen met een andere sociale en/of culturele achtergrond, rekeninghoudend met gelijkenissen en verschillen. Kunsteducatie: leren van, met en over kunsten. N.B.: in Nederland is onze omschrijving voor muzische vorming de begripsinvulling voor kunstzinnige vorming, zo ook komt het begrip kunsteducatie overeen met onze omschrijving voor muzische vorming ! (deeltijds) Kunstonderwijs: georganiseerde kunstvorm, gericht op één of meerdere kunstdisciplines. Kunstzinnige vorming: educatief proces, gebruikmakend van middelen voortkomend uit de kunsten, gericht op het werken aan en verwerken van de wereld via de expressiemogelijkheden (kunstzinnig = voortbouwen op estethische afspraken. Leerdoel: concretisering van een eindterm, doel dat in een deel van een didactisch proces kan worden gerealiseerd (te bereiken is). Leerdomein / Leergebied: samenhangend geheel van leerinhouden. Leerinhoud: hetgeen dat wordt (kan) aangeleerd (worden). Leerlijn: een ontwikkelingsgang - in één of over meerdere leerjaren - van een bepaalde leerinhoud waarbij de moeilijkheidsgraad verschuift en de opdrachten complexer worden (van ontdekkend leren naar het trainen van vaardigheden) en/of waarbij de kennis/vaardigheden omtrent bedoelde leerinhoud wordt uitgebreid, aangevuld.. Leerproces: het proces, verloop van een leeractiviteit (van onderricht tot verwerving/beheersing van het aangeleerde).
Leerplan: een plan waarin de doelen voor de leerlingen zijn geformuleerd. Werkdocument dat op herkenbare wijze: − de vakgebonden eindtermen, de vakgebonden ontwikkelingsdoelen en basiscompetenties, voor zover ze bepaald zijn, − doelen vanuit het eigen opvoedingsproject van de inrichtende macht (en/of koepel), bevat. Een leerplan moet voldoende ruimte laten voor de inbreng van leraren, lerarenteams en leerlingen. Leerstofjaarklassensysteem: het systematisch lesgeven - behandelen van aan een jaarklas verbonden leerstof - aan een naar leeftijd quasi homogene groep die successief (jaar na jaar) opklimt naar een hogere leeftijdsklas. Leertraject: de volgorde van de modules binnen een opleiding. Leerweg: de individuele weg waarlangs een lerende de vooropgestelde leerdoelen bereikt/ wijze waarop (deel)kwalificaties kunnen worden gecombineerd en aangeboden. Mimetisch: naar geheugen (mémoire) bewust of onbewust (doen, onthouden) verder bouwen op voorgaande(n) door anderen al verwezenlijkt. Minimumleerplan: het door de overheid goedgekeurd (leer)plan in het DKO - BK dat als werkdocument/basis dient gehanteerd te worden voor de ‘gesubsidieerde’ onderwijsgeving. Minimumdoel: een minimum aan kennis, inzicht en vaardigheden, bestemd voor een bepaalde leerlingenpopulatie en een minimum aan attitudes die de school nastreeft bij de leerlingen (vastgelegd per onderwijsvorm en per graad). Module: het kleinste deel van een opleiding, samenhangend geheel van einddoelen. Multicultureel: samengesteld uit (elementen van) verschillende culturen. Muzische vorming: ontwikkelen van creativiteit en expressiviteit tot een beter verwerken van en werken aan de eigen wereld. Ontwikkelingsdoelen: minimumdoelen op het vlak van kennis, vaardigheden en attitudes die de overheid wenselijk acht en die de school bij (zo veel mogelijk van) haar leerlingen moet nastreven. Opleiding: een geheel van onderwijs- en andere studieactiviteiten, (vastgesteld/erkend door de overheid,) bestaande uit één of meer van de volgende componenten: basisvorming, en doorstroomgerichte en beroepsgerichte vorming. Ontwikkelingsgebied: leerdomein dat afgebakend wordt om de leerling op specifieke wijze naar de ermee samenhangende leerinhouden te ontplooien. Optie: een samenhangend geheel van vakken dat tot doel heeft een specifieke opleiding te verschaffen. Een differentiatie binnen een opleiding die leidt tot een specifiek geheel van kennis, vaardigheden en attitudes, met afzonderlijke vermelding op een (officieel) studiebewijs. Een optie bestaat uit het fundamenteel gedeelte dat de studierichting bepaalt en eventueel het complementair gedeelte. Orthodidactisch: aanpassen/combineren van onderwijsmethoden ten behoeve van leerlingen met leermoeilijkheden (al dan niet met lichamelijke en/of geestelijke handicap).
Orthopedagogisch: gebruik maken van onderwijsmethoden i.f.v. de opvoeding van het geestelijk onvolwaardig of in groei vertraagde kind (leerling). Pedagogisch project: het geheel van onderwijskundige en opvoedkundige uitgangspunten die vanuit een mens- en wereldbeeld door het schoolbestuur worden vastgelegd (verschillende scholen van eenzelfde schoolbestuur of van een koepel kunnen eenzelfde pedago-gisch project hebben). Het artistiek-pedagogisch project van een academie BK is een explicitering van: • wat men op het vlak van onderwijs en opvoeding op de academie wenst te bereiken; • hoe de academie haar werking hierop zal afstemmen. Het artistiek-pedagogisch project formuleert en verduidelijkt ook: • hoe men door middel van beeldtaal een specifieke vorming wenst te bereiken; • hoe de academie haar werking hierop zal afstemmen. Naast technische aspecten, attitudevorming en motivatie kunnen specifieke doelstellingen worden opgenomen. Zo kunnen bijv. levensbeschouwelijke, maatschappelijke en individuele factoren die de ontwikkeling van de diverse doelgroepen bevorderen, in het artistiekpedagogisch project worden beschreven. Het artistiek-pedagogisch project van de academie is het uitgangspunt van het schoolwerkplan. Het artistiek-pedagogisch plan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de inrichtende macht. Perspectief: perspectief ‘tekenen’ betreft een aantal mogelijkheden, om de driedimensionele werkelijkheid weer te geven op een plat vlak met de illusie van een vorm van dieptewerking. De soorten perspectief kunnen afzonderlijk of samen voorkomen in hetzelfde werk, in verschillende doseringen (zie voor meer info: bijlage 2, diverse technieken). Psychomotorisch: beweging, activiteit gestuurd/geleid door emoties en/of hersenprikkels (het denken). Procesevaluatie: vorm van permanente evaluatie waarbij de vorderingen van de leerling (wat voorafgaat aan het bereiken van een resultaat) als norm gehanteerd worden (bv. bij de beoordeling van de leerling(en)/van het optreden van de leerkracht/van de leeractiviteit/ ...). Productevaluatie: evaluatie van de bereikte resultaten van de leerling/nagaan of de einddoelstellingen werden gerealiseerd. Schooldoorlichting: systematische procedure van dataverzameling en -analyse in en voor de school met de bedoeling zich een beeld te vormen hoe de school-als-geheel bijdraagt tot het realiseren van haar maatschappelijk mandaat onder meer met betrekking tot het bereiken van eindtermen en het nastreven van de ontwikkelingsdoelen. De resultaten van de schooldoorlichting(en) geven informatie aan de overheid maar ook aan de scholen zelf.
Schoolwerkplan: document waarin een school haar eigen visie op opvoeding en onderwijs neerschrijft tegen de achtergrond van haar maatschappelijk mandaat. Dit plan door de school opgesteld bevat ten minste volgende elementen:
1. de omschrijving van het pedagogisch project, zijnde het geheel van fundamentele uitgangspunten dat door het schoolbestuur wordt vastgelegd; 2. de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen; 3. de wijze waarop het leerproces van de leerlingen wordt beoordeeld en hoe daarover wordt gerapporteerd; 4. de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief de samenwerkingsvormen met andere scholen van gewoon en/of buitengewoon onderwijs. Het schoolwerkplan bevat een eigen pedagogisch-didactische verwerking van het leerplan. Het houdt hierbij rekening met de eigen, specifieke mogelijkheden, grenzen en intenties. Het schoolwerkplan wordt geconcretiseerd in een prioriteitenplan van acties op korte en lange termijn. Het wordt het instrument bij uitstek waaraan alle participanten van de schoolgemeenschap zich kunnen inspireren bij het concreet vormgeven en sturen van het opvoedings- en onderwijsaanbod van de school. Het dient ook als een verantwoordingsplan t.o.v. de overheid over onder meer het eindtermenproces, en de onderwijskundige en organisatorische aspecten van het schoolbeleid (bijv. oriënterings - en aanbodbeleid in regionale context, het algemeen personeelsbeleid, de professionalisering van het personeel, de infrastructurele opties, enz.). Het is een instrument voor effectief en efficiënt lokaal beleid, een actieplan om vooropgestelde doelstellingen te bereiken en bij te sturen. Toonwaarde: gradatie in een toon (bijv. licht -donkergradatie) Vak(werk)groep: team van leerkrachten die hetzelfde vak onderwijzen en daartoe samenwerken. Vakoverstijgend: vakoverstijgend gebeurt meestal binnen een optie, (voor de Middelbare Graad krijg je dan een mogelijke vakoverstijging tussen: architecturale vorming, waarnemingstekenen, vormstudie, kleurstudie, kunstinitiatie, textiele werkvormen, digitale beeldverwerking, initiatieatelier, …). In de Middelbare Graad kan de vakoverstijging eveneens overheen de opties gebeuren en is fundamenteel ook al aanwezig in de optie ‘Oriëntatie Beeldende Kunst’ (zie overzicht op de volgende pagina). Waarde: de grootte van betekenis dat iets heeft (materieel of geestelijk). Waarneming: waarnemen-, weergeven-, vormgeven dient ruim geïnterpreteerd te worden als zien, voelen, horen, betasten, proeven, ervaren, enz.
Zien: bewust waarnemen ..., vergelijken van vormen ...., het samen zien .... het emotioneel beleven van een onderwerp, .... Zorgbreedte: aanpak en aanbod zodanig georganiseerd dat elke leerling de kans krijgt zich optimaal en harmonisch te ontplooien. Onderwijs afgestemd op de ontwikkeling van de (individuele) leerlingen. D.w.z. de voortgang voor iedere leerling optimaal maken. Zorgverbreding is er op gericht - door differentiatie – enerzijds leerlingen met achterstanden en/of lichte handicaps, en anderzijds meer- en hoogbegaafde leerlingen, in het (reguliere) onderwijs op te vangen.
BIJLAGE 2
OVERZICHT VAN DIVERSE TECHNIEKEN
Voor een overzicht van ateliergebonden technieken verwijzen we ook naar het Bibliografisch overzicht, waarin verwijzingen naar specifieke vakliteratuur zijn terug te vinden.
TECHNIEKEN TEKENKUNST TEKENMOGELIJKHEDEN methode : -doorlopende lijntekening; -silhouetten : positief, negatief, kleur; -visueel inschatten : belangrijker dan meten ; meten ter controle van het schatten; -assen en richtingen; -blind tekenen: proces belangrijker dan product; -negatief tekenen (met vingers, zeemleer, vod, pluim of gom in houtskool); -vlugschetsen; -krabbeltekeningen, al dan niet naar de natuur, kruiscontour; -bewegende beelden, dans; -geheugentekenen: vanuit recente of oude herinnering. inhoud : -anatomie: in functie van het tekenen: medische informatie is niet het doel. Wel bouw en werking skelet en spieren: *het hele lichaam : vaste t.o.v. scharnierende plaatsen, vorm, proportie, richting (begrijpen, zien); *details : van kop tot hoofd tot portret, hand, voet, borst, knie, torso, ...; -contra-posto : steunende en losse delen, kantelingen; -dubbelstudie : bijv. skelet naast levend model, plaasteren beeld naast levend model, schedel naast hoofd, ...; -houding, gewicht (liggen, zitten), dynamiek, beweging, evenwicht, balans (schouders, bekken). perspectief visie : -meerdere gezichtspunten op een onderwerp: op verschillende bladeren of naast elkaar getekend, of over elkaar heen; licht : -clair-obscur : in combinatie met lijnen of arceringen, of uitsluitend in vlakken werken om de schaduwpartij te tekenen (analoog met het licht op donker papier); -eenvoudige schemata voor verkortingen: meest voorkomende: bijv. dijbeen, onderarm, hand, voet, hoofd, ofwel spectaculaire: bijv. vanuit vogel- en kikvorsperspectief, of bij liggende houding vanaf voeten of hoofd. techniek als uitdrukkingsmiddel : -wassen: penseel, inkt, aquarel, bister, spons, laten uitvloeien, tamponneren, ... ; -parallelarceringen: bijv. Mantegna, da Vinci; -kruisarceringen: bijv. Dürer, Rembrandt; -tekening volledig opbouwen met vlakjes (zijkant krijtje); -stileren: vanuit de waarneming naar vereenvoudiging; -abstraheren: ritme, compositie, grijzen, kleurvlakken, texturen, papierhuid, geste; -halfdroog penseel en inkt: traag geeft donkerder en dikker, snel geeft ragfijne haarlijntjes; -tekenen op verschillende soorten papier: formaat, huid, dikte, densiteit, tint of kleur, textuur ontstaan door schepnet (Ingres); -geprepareerd papier: zelf prepareren in grijzen of kleurtinten met gesso of verdunde inkt, of aquarel, latex, ecoline. In één of meerdere lagen, van dekkend tot transparant (glacis of sluier); -wegknippen of wegschilderen van delen van de tekening (volledig of versluieren), eventueel daar opnieuw op tekenen (geraffineerd houtskool : plat vlak, punt), mengtechnieken, bewust hanteren van genuanceerde tekenmethodes); -‘recycleren’ van mislukte tekeningen: (gedeeltelijk) overschilderen en opnieuw bewerken of met collage: stimuleert durf en experiment;
-schetsboek of schetskaft: gebruik sterk stimuleren voor vrij werk, experiment, thuis leren werken - diversiteit van alle technieken en materialen er zelfstandig in oefenen; -levensgroot of groter werken: tekenen met het hele lichaam, loskomen, afstand nemen; -miniatuur: verfiijning, het delicate; -studeren naar kunstuitingen: prehistorisch, etnisch (Afrikaans, Aboriginals, ...), Precolumbiaans, modernisme, hedendaags ; - open visie: zowel tekeningen als schilderijen, keramiek, beeldhouwwerk, architectuur, ...; - van kopie tot interpretatie; -röntgentekening: de werkelijkheid wordt a.h.w. transparant, het inwendige wordt zichtbaar; -experimenten: mengen van technieken, scheuren en plooien of verfrommelen van papier, plotse koerswijzigingen in de bewerking, open proces, ongewone formaten en vormen of dragers, frottage, (gedeeltelijk) toeval, vloeitechnieken, wegkrassen van inkt op wasco, tekenen op foto’s, ... .
PERSPECTIEF Hier worden een aantal mogelijkheden opgesomd, om de driedimensionele werkelijkheid weer te geven op een plat vlak met de illusie van een vorm van dieptewerking. De soorten perspectief kunnen afzonderlijk of samen voorkomen in hetzelfde werk, in verschillende doseringen. In de opsomming kwamen de perspectiefvormen vóór «renaissanceperspectief» ook al vroeger voor in de tijd, terwijl die erna pas later werden ontwikkeld. In het modernisme wordt alles dooreengehaspeld. (perspectief als visie = standpunt). -meerdere gezichtspunten: van boven, van opzij en frontaal gezien en weergegeven in hetzelfde beeld. Vb. Egyptenaren, miniaturisten, Vlaamse Primitieven, kinderen; -principe van belangrijkheid: de belangrijkste voorwerpen, namen, onderdelen of figuren worden groter weergegeven. Vb. Egyptenaren, middeleeuwen, etnische kunsten, iconen, kinderen; -principe van reliëf: door figuren of voorwerpen achter elkaar te zetten en de voorste te laten overlappen. Eventueel met een versterkte planwerking, door de achterste donkerder/bleker of kleiner te maken; -kijkdoos: de kamer van een gebouw wordt getoond als een doos, waarbij de voorste wand is weggenomen: - bijv. miniaturisten, Vlaamse primitieven. In de 17de eeuw maakt men echte dozen met een open zijwand, waar het tafereel chaotisch lijkt en een kijkgaatje waardoor ahw. alles normaal op zijn plaats valt; - bijv. Van Hoogstraten; -intuïtieve perspectief: naar elkaar toelopende lijnen in de diepte, soms kruisend in echte verdwijningspunten, maar niet realistisch door verschillende horizonlijnen, te sterke/zwakke verkortingen, bijv. Romeinen, Vlaamse Primitieven; -coulissenperspectief: de realiteit opgedeeld als verschillende vlakken achter elkaar. Als illusie op een plat vlak of in een maquette uitgevoerd met tussenruimten, vgl. het eerste met collage en het tweede met een toneeldecor: diepteplans; -atmosferisch perspectief: wat verderaf staat wordt kleiner, vager, met minder detail, in steeds zachtere grijzen of kleurtinten, vgl. met atmosfeer in een echt landschap, ook toe te passen op de menselijke figuur, interieurs, stillevens, bijv. Van Eyck, da Vinci, Turner; -beperkte ruimte: één of meerdere verdwijningspunten liggen binnen de lijsten van het werk, ofwel zijn er geen punten, maar wijken alle lijnen wel binnenin het werk naar de diepte; -uitgebreide ruimte: één of meerdere verdwijningspunten of wijkende lijnen liggen buiten de lijsten van het werk, waardoor de illusie versterkt wordt dat de ruimte ook effectief doorloopt buiten de lijsten. Dit wordt sinds de 19de eeuw versterkt door coupures onder invloed van de fotografie en de oosterse prenten: monumentaal oogpunt; -doorkijkjes en sprongen in de ruimte: een geschilderd kamervenster met daarin een vergezicht, een holte tussen de bomen of de rotsen met daarin een vergezicht, een plotse diepteschok tussen een object op de voorgrond en een verre achtergrond;
-(bolle) spiegel: bijv. Van Eyck, Arnolfini echtpaar en Parmigianino, Zelfportret; -renaissanceperspectief = mathematische perspectief = wiskundige perspectief = lineaire perspectief: het werk is als een venster op de realiteit met slechts één horizonlijn en met één, twee of meerdere verdwijnpunten en een realistische, graduele dieptewerking. Personen of voorwerpen die evenwijdig naast of achter elkaar liggen hebben (een) gemeenschappelijk(e) verdwijningspunt(en). Bijv. een tegelvloer, traptreden, huizen naast de weg. Pioniers: Piero della Francesca, Brunelleschi, Alberti, Uccello; -symbolisch geladen perspectief: da Vinci’s Laatste Avondmaal: alle lijnen verdwijnen in het oog van Christus; -kikvorsperspectief: een laag gezichtspunt dat drie verdwijningspunten veroorzaakt: twee op dezelfde lage horizonlijn en één hoog in de lucht; -vogelperspectief: een hoog gezichtspunt dat drie verdwijningspunten veroorzaakt: twee op dezelfde hoge horizonlijn en één diep in de grond; -overdreven perspectief: met opzet de dieptewerking versterken : maniëristen, oa. Tintoretto. Vgl. met een lucifersdoosje dat getekend wordt als een flatgebouw; -verkortingen van lichamen: om de diepte te vermeerderen, om het lichaam in spectaculaire houdingen uit te beelden. Bijv. de dode Christus van Mantegna; -spelen met nabijheid en schaal: hoe dichter we bij een onderwerp staan, hoe sterker de perspectieflijnen worden. Men kan daarmee spelen door bijv. bij een naakt, dat verkort wordt getekend vanaf het hoofd, de schaal lichtjes te veranderen : worden het hoofd wat groter en de voeten wat kleiner getekend dan de waarneming, dan lijken de tekenaar en degene die de tekening bekijken kleiner ten opzichte van een monumentaler naakt; -trompe-l’oeil: werken met een grote vaagheid over de grens tussen de echte en de fictieve ruimte. Een gebouw lijkt een extra vleugel te hebben, een kamer lijkt een echte portiek met uitzicht op een landschap te hebben, een hand of voet lijkt uit het kunstwerk naar ons toe te komen. Enkele voorbeelden: Masaccio’s H.Drievuldigheid en het landschap in de Villa Farnesina door Peruzzi; -anamorfose: sterke vervormingen die abstract lijken, maar vanuit een bepaalde hoek een herkenbaar beeld vormen. Bijv. de Franse gezanten van Holbein. Ook als bizarre cirkeltaferelen (ze lijken op een langspeelplaat) die bij het centraal plaatsen van een cilindrische spiegel daarop als een normaal beeld verschijnen; -kubistisch perspectief: meerdere gezichtspunten in één werk leiden tot hoekige en (half) abstracte taferelen. Voorloper: Cézanne. Kubisme van Picasso en Braque; -psychologisch perspectief: met opzet erg verwrongen, gespannen of gekwelde vormen, verkortingen en ruimteweergave. Otto Dix, Beckmann. Vaak geïnspireerd door expressieve altaarstukken uit de 16de eeuw (Grünewald, Van der Weyden); -dubbelzinnig perspectief: overdrijvingen, afwijkingen, onmogelijke verbanden die logisch lijken : om verwarring te stichten of om een onwerkelijke, magische sfeer op te roepen: de Chirico, surrealisten, Escher; -papierreliëf: verfrommelde of gevouwen tekeningen met bijv. hoofden erop getekend, waarbij de voorstelling en de gezichtsuitdrukking veranderen vanuit een ander gezichtspunt.
MATERIALEN lijn - vlak
-
vlak-lijn
potloden : - gewone potloden: allerlei soorten; - vulpotloden; - contépotloden. houtskool : -zachte houtskool : alle diktes
-geperste houtskool -pluim, vod, zeemleer of (kneed)gom, zachte schouderborstel om negatief te tekenen pentechnieken : -inkt (water- en niet-watervaste) -profielpen, kroontjespen -bamboepen en rietpen : zelf leren snijden -lange rieten stok : staand tekenen, papier op de grond penseeltechnieken : -penselen -penseelstift -fijne en dikke viltstiften (water- en niet-wateroplosbare) -papieren plakband -aquarel -ecoline -verfsoorten voor prepareren en experimenteren : gesso, latex, acryl, ... -pastel of wasco -contékrijtjes -spons om te wassen -uitwasbaar potlood (stabilo), aquarelpotloden -meerdere papiersoorten -lijm -cutter en schaar
TECHNIEKEN BEELDHOUWKUNST OPBOUW- EN MOULEERMOGELIJKHEDEN het opbouwen van een beeld : -in klei, plaaster, was, … (toevoegen) rond een armatuur (ijzer, hout, …); -door middel van het stapelen van materiaal; -in klei in functie van een bakproces (hol opbouwen of uithollen); -in isomo (weghalen, toevoegen) waarna het beeld bekleed wordt (met plaaster, papier, cement, …); het mouleren van een beeld (het omzetten van een beeld in een ander materiaal met behulp van mallen) : -plaasteren wegwerpmal op zachte ondergrond (klei, was, plasticine) moulage in was, plaaster, beton, polyester, vubonite, … ; -plaasteren stukmal op harde ondergrond (steen, plaaster, …) voor meervoudig gebruik moulage in was, plaaster; -mal voor het estamperen met klei (meervoudig gebruik); -plaasteren stukmal (meervoudig gebruik) voor gietklei; -mal voor het gieten in brons (verloren wastechniek, zandmal) (éénmalig gebruik); -siliconenmal voor meervoudig gebruik, moulage in was, plaaster, polyester, vubonite; het patineren van een beeld : -kleur geven aan materialen;
DIVERSE TECHNIEKEN -bronsgieten: een model wordt omgezet in een bronzen replica (verloren wastechniek, shellcasting, zandtechniek); -houtsnijden: weghalen, -snijden van materiaal met behulp van gutsen en hamers, kettingzaag, …in hout; -steenkappen: weghalen, -kappen van materiaal met behulp van beitels en hamers, slijpschijven, …in steen; -smeden: verhitten en bewerken van metaal; -solderen: metalen worden verbonden met behulp van een gesmolten toevoegmateriaal (het soldeer), bvb. zink, koper, …; -lassen: basis materiaal en toegevoegd materiaal hebben eenzelfde smelttemperatuur, en vormen na het lassen één geheel, bvb.: • smeedlassen: verhit staal wordt met de hamer in elkaar gesmeed; • vlamlassen (autogeen lassen): de hitte wordt veroorzaakt door een vlam van acetyleen en zuurstof; • booglassen: een elektrische boog levert de warmte voor het smelten (met beklede elektrode/met gas en ononderbroken elektrode, halfautomaat).
PRODUCTINFORMATIE www.acrystal.fr, Caldic Belguim n.v., Hemiksem www.vubonite.com, Zonhoven, i.s.m. VUBrussel
BIJLAGE 3
VOORBEELDSCHEMA’S
De navolgende modellen zijn bedoeld als voorbeeld en houvast voor degenen die vanuit de ermee verband houdende methodiek wensen te werken (andere modellen zijn ook mogelijk). Deze modellen hebben een ordeningsfunctie, die ook op andere wijze kan tot stand komen, zoals bvb. in een intentieverklaring.
B 3.1
INTENTIEVERKLARING
Een intentieverklaring is een persoonlijk document van de leerkracht (tekst/verslag). Leerkracht(en) en directie maken aan het begin van het schooljaar hun ‘intentieverklaring’. Dit document wordt als praktisch werkinstrument (jaarplan) gedurende het schooljaar gebruikt. Op het einde van het schooljaar wordt de ‘verklaring’ geëvalueerd i.f.v. het komende schooljaar; in teamoverleg bespreekt men de vorderingen en ontwikkelingen samen met de directie (manier van werken, problemen, conclusies, wijzigingen onder invloed van situaties / gebeurtenissen). Wisselingen, zelfevaluatie en bespreking/overleg voeden op die manier de intentieverklaringen, die refereren naar het Schoolwerkplan (SWP) en Artistiek Pedagogisch Project (APP), waaraan ze ook getoetst worden. Dit document, deze werkwijze biedt de mogelijkheid een ‘openheid’ in te schrijven die in een strak vooraf gepland schema minder vlot te vatten is. In feite kan je het leerwerkplan als een intentieverklaring beschouwen, waarin beschreven staat hoe men verwacht met de leerlingen te kunnen/zullen samenwerken, wat men hen als leerkracht allemaal zou moeten en kunnen aanleren. Het vermeldt ook waarmee men allemaal rekening moet (kunnen) houden (persoonlijke ervaringen, cultuur waarin de leerling opgroeit/opgegroeid is, taal, leeftijd, enz.). Het onderscheid met andere/klassieke schema’s van jaarplan, lesplan, e.a. is dat niet (alleen) de leerkracht vooraf vastlegt wat er en op welke manier het ‘beeldend vormgeven’ zal gebeuren. De interactie en inbreng van de leerlingen wordt even belangrijk. In de intentieverklaring zal het leerprogramma zo sterk mogelijk worden uitgewerkt, de leerlingen bepalen echter met welk gewicht en in welke volgorde de doelstellingen aan bod zullen komen. De verwachtingen van iedere leerling is van wezenlijk belang. De leerkracht kan in en met de intentieverklaring een eigen lesstructuur opbouwen (die niet per se definitief hoeft te zijn) waarin met alle belanghebbende ontwikkelingsfactoren wordt rekening gehouden.
B 3.2
JAARPLAN
Hou rekening met de eigenheid en diversiteit naar parallelgroepen toe. Maak een voldoende afweging naar karakter van leerdoelen (cognitie/(psycho-)motoriek/attitude/…). Suggestie jaarplanschema: Het hier voorgesteld model tracht een mogelijke houvast te bieden, net zoals het omvattend systeem van de intentieverklaring (zie B 3.1), (er zijn natuurlijk nog heelwat andere schema’s mogelijk).
Deel 1 (algemeen doel, jaaropzet) Compositie: … Begrippen: Perspectief Constructie en ruimtelijk doorzicht Toepassing Tekenen/ontwerpen/schetsen/ … Anatomie: Bespreking: Deel 2 (jaaragenda) Schooljaar: Atelier: Periode/Maand/Week
Academie:
LG/MG/HG/SG Vak:
Lj
Onderwerp (inhoud)
Techniek
Doelstelling
Specifieke voorbereiding
Opmerkingen
…
Jaardoel:
B 3.3
LESPLAN
Lesontwikkelingsschema en/of mogelijke benaderingswijze van de individuele of groepsbegeleiding en proces/productevaluatie gedurende een eventuele klassikale lesactiviteit(en):
Beschouwen eigen beeld
beeld
experiment/beschouwing/inoefening (inhoud - beeldaspect - techniek)
Creëren
B 3.4
EVALUATIESCHEMA
Suggestie evaluatieschema:: Het hier voorgesteld model wil een houvast bieden, net zoals het omvattend systeem van de intentieverklaring (zie B 3.1), (er zijn natuurlijk nog heel wat andere schema’s mogelijk). Een voor kinderen/jongeren/volwassenen en leerkrachten interessante evaluatievorm is ook de praatronde voor/tijdens/na de beeldende activiteit, en de zelfevaluatie. CRITERIUMLIJST EVALUATIE Onderstaande opsomming van criteria kan als hulp worden gehanteerd bij het evalueren van leerlingen. Deze lijst is louter informatief en zal altijd onvolledig zijn. Deze criteria kunnen worden gewijzigd, verwijderd, opnieuw geformuleerd of worden aangevuld. Zo kan in gezamenlijk overleg - binnen de werkgroep van de lagere/middelbare/hogere/specialisatie graad - een aantal criteria worden gekozen die in aanmerking komen voor de evaluatie. De gekozen criteria kunnen vervolgens worden opgenomen op de evaluatiefiche. Hieraan kan men dan achteraf bijvoorbeeld nog een vierpuntenschaal koppelen. • Creatief gedrag: - het zich willen uiten; - gemakkelijk op ideeën komen (verbeelding/fantasie); - probleemoplossend denken/handelen; - durf voor experiment en niet naar een product toe werken; - inventief gebruik van materialen, technieken en beeldaspecten. - ... • Kennis van, inzicht in, gevoel voor en beeldend kunnen omgaan met de beeldaspecten: - Licht: lichtbronnen, lichtrichting, schaduw, weerkaatsing - weerspiegeling...; - Ruimte: dimensie, perspectief, suggestie, overlapping, doorzichtigheid...; - Lijn: lijnsoort, lineair, arcering; - Vorm: contour, vlak, geometrisch-organisch, symmetrisch-asymmetrisch, enkelvoudig-samengesteld...; - Kleur: hoofdkleuren, bijkleuren, complementaire kleuren, zuivere en verzadigde kleuren..., optische kleurmenging, kleurcontrast...; - Compositie: vlakverdeling, diagonaal/horizontaal, centraal/gespreid, ritme...; - Textuur: materiaalweergave, structuur...; • • • • • • • • • • • • •
Waarnemingsvermogen (kleur, lijn, verhoudingen, vormen, ruimte,...); Ontledingsvermogen, onderscheid maken en ordenen (volumes, constructies, composities...); Ontwikkeling van ruimtelijk denken naar tweedimensionaal vormgeven; Emotionele ontwikkeling; Ontwikkeling van grove naar fijne motoriek; Abstraheervermogen (stilering, vereenvoudiging, omzetting...); Interpretatievermogen (inhoud, thema...); Expressievermogen (gevoel, gemoed, sfeer...); Omgang met materiaal ( klei, verf, grafiet, inkt, krijt...) : creatief, ideeën aanpassen aan..., met inzicht...; Omgang met materieel (beitels, penselen, potloden, fototoestel...) : creatief, zorg, onderhoud...; Vaardigheden (beheersing van technieken, materialen en materieel); Inzicht inzake technische begrippen; ...
Attitudes: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Kritische zin; Zin voor objectiviteit; Zin voor authenticiteit/unieke-originele; Breeddenkendheid/respect en belangstelling voor ander werk; Zin voor zelfevaluatie; Zin voor initiatief; Sociale gerichtheid: openheid, hulpvaardigheid, bereidheid tot het werken in teamverband... Zelfstandigheid/onafhankelijkheid; Flexibiliteit en aanpassingsvermogen; Brede belangstelling: kennis en gebruik van informatiebronnen, documentatie opzoeken, kunsthistorische achtergronden... Werktempo: volharding, uithouding, positieve instelling bij mislukking (leert eruit)... Afwerking en nauwkeurigheid; Aandacht: opmerkzaam, aandachtig, geen belangstelling... Concentratievermogen, gaat op in zijn werk; Luisterbereidheid en aanvaarden van raadgevingen; Leergierigheid: algemene, gerichte of brede belangstelling. Inzet; Stiptheid en aanwezigheid; Taalgebruik en beleefdheid; ...
I.v.m. zelfevaluatie zie Bijv: Peter Van Petegem en Wouter Brandt, IZES, Het instrument voor de zelfevaluatie van scholen, Acco Leuven/Leusden, eerste druk, 2000, ISBN 90-334-4130-6, 63 pp. En: het tijdschrift Vonk, themanummer ‘Alternatieve Evaluatie’ deel 1 en 2, jaargang 34, oktober 2004 en december 2004
BIJLAGE 4
BIBLIOGRAFIE
Deze niet-limitatieve lijst kan individueel aangevuld en uitgebreid worden met andere/bijkomende vaktijdschriften, handboeken, schoolboeken, verzamelde werken, tentoonstellingscatalogi, enz. Op deze wijze kan de bibliografielijst een hulp zijn/worden voor de leerkracht bij het voorbereiden van de lessen en/of tijdens de lessen als didactisch hulpmiddel. In verband hiermee kan je opmerken dat het nuttig kan zijn om boeken, reproducties, tijdschriften, e.a. bij de hand te hebben in het klasatelier (klasbibliotheek/-mediatheek).
ALGEMEEN PEDAGOGIE – DIDACTIEK - FILOSOFIE Beljon, J.J., Ogen open. Grondbeginselen van vormgeving, Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam, 1987 ‘Een collectieve herinnering over het leven onder de blote hemel in het oerbos en in holen’. Zo verhaalt dit boek hoe deze zaken gezien kunnen worden als prototypes van het bouwen en wonen en dus van het ontwerpen. Hemel, koepel, boom, bos, densiteit, sfeer, doorboren, caviteit, refuseren. In verschillende ontledingen (in hoofdstukken …) van natuurlijke en menselijke bouwsels wordt gezocht naar het wezen van vormgeven. Beljon, J.J., Zo doe je dat …, Uitgeverij de Arbeiderspers, Amsterdam, Blok Cor, De werking en interpretatie van visuele beelden, University Press, Amsterdam, 2003, (ISBN: 90 5356 5841) Bossuyt, M., De Brabandere, L., De school staat niet alleen, Pelckmans, Kapellen, 1994 De Corte, E., Beknopte didaxologie, Wolters-Noordhoff, Groningen 1976 De Visser Ad, Hardop kijken. Een inleiding tot de kunstbeschouwing. Uitgeverij Sun, Nijmegen, 1986. Kunst leren begrijpen is een moeilijk en langdurig proces. Ad de Visser biedt een heldere methode om de uiterlijke verschijningsvormen van kunstwerken systematisch te onderzoeken. In een tiental hoofdstukken leidt de auteur de lezer langs beeldaspecten, waarneming, materialen en technieken: afmetingen, kader, ruimte, licht, kleur, beweging, standpunt, plaatsing, abstractie, .... Er wordt uit de doeken gedaan hoe dit alles verband houdt met het ontwikkelen van een persoonlijke voorkeur. Daarom juist leert de kunstbeschouwing ons een manier van zien die ons in staat stelt kunstwerken te bewonderen vanuit een objectiverend standpunt: analyseren, beschouwen door vooral het onderling vergelijken. In ‘Hardop kijken’ wordt kunstbeschouwing zodoende ontleed vanuit diverse thema’s en vragen. Thema’s die onder andere aan bod komen zijn: 2-, 3-dimensioneel, …, land-art, video, happening, textuur, factuur, schriftuur, … de vraag wordt bijvoorbeeld gesteld naar hoe het werk is opgesteld en of er beschouwing volgt (?), ordening, contouren, compositie, restvorm, …? Ad de Visser plaatst hier op een originele manier kunststromingen en beeldwijzen tegenover elkaar. De Visser Ad, Kunst met voetnoten. Inhoud en betekenis in de beeldende kunst. Uitgeverij Sun, Nijmegen, 1989, (ISBN: 90 6168 301 7). Gerritse A., Beginselen van de beeldende vorming, Uitgeverij Cantecleer, de Bilt, 1974. Dit boek is voornamelijk een bezinning betreffende het verschijnsel beeldende vorming. Gerritse gaat in zijn ‘beginselen …’ dieper in op het vormingsproces (doel: tekenonderwijs, object van het beeldende …) en het waarnemen. Volgend citaat illustreert zijn visie op tekenen: ‘De aarzeling is essentieel. Tekenen is een zoeken. De visuele wereld is principieel oneindig in zijn dimensies van licht, kleur en ruimte. Ik kan nooit zo getraind zijn dat ik zonder moeite, zonder aarzeling, adequaat kan dialogeren met de visuele wereld. Tekenen is geen routine !’ Leerplannen OVSG basis- en secundair (…, KSO), leerplichtonderwijs, Ravensteingalerij 3 bus 7, Brussel, 1990 … 1997/1998: Muzische Vorming, domein beeld, domein media, ….
Lowyck Joost en Nico Verloop, (1995), Onderwijskunde. Een kennisbasis voor professionals, Wolters Leuven, (ISBN: 90 309 5886 3) Een opvolger van het standaardwerk ‘Beknopte Didaxologie’ m.b.t. het onderwijzen en het leren. I.v.m het onderwijzen worden gevestigde onderwijsmodellen in vraag gesteld, er wordt aandacht gevraagd voor andere types kennis die het handelen kunnen sturen. Met betrekking tot het leren wordt het belang van het zelf actief met leerstof en leerproces bezig zijn i.f.v. het kennis-constructieproces beklemtoond. Het boek is geschreven in een leesbare stijl, met wetenschappelijk gehalte. Dit standaardwerk bevat zowel verhelderende voorbeelden, excursies, overzichtschema’s en samenvattingen, als een omvangrijk gedeelte verklaringen en bibliografische verwijzingen, bedoeld voor verdieping en mogelijk verdere studie. Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, Minimumleerplannen HG en SG DKO, Brussel, 1990 Rowland K., Over het bereik van de beeldende vorming, Uitgeverij Wolters-Noordhoff, 1983. ‘Waar de beeldende vorming goed voor is’, dat is de vraag die het boek behandelt, een kwestie die actueler is dan ooit. Zodra er in het onderwijs hervormingen op til zijn, komt onvermijdelijk de zwakke positie van de beeldende vakken aan het licht. De oorzaak van die kwetsbaarheid wordt gekweten aan het onderschatten van de waarden en mogelijkheden die de beeldende vakken te bieden hebben voor de persoonlijkheidsontwikkeling. Deze scriptie gaat over die waarden en mogelijkheden. Er wordt geen beschouwing van kunstzinnige producten gegeven, maar men laat zien hoe leerlingen door beeldende vorming een creatieve houding kunnen verwerven tegenover een veranderende omgeving (een houding die voor steeds meer mensen van belang kan zijn). Sweet Nothings, Marlene Dumas, uitgeverij De Balie, Amsterdam 1998 Van Geert P., L. Verhofstadt-Denève, A. Vyt, Handboek ontwikkelingspsychologie, Grondslagen en theorieën, Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem, vierde druk, 1995 Dit handboek geeft een volledig geactualiseerd en geïntegreerd overzicht van de belangrijkste theorieën op het vlak van ontwikkelingspsychologische. Uitgebreide praktijkvoorbeelden geven het nut aan van de besproken bevindingen voor opvoeding, onderwijs, klinisch-therapeutische situaties en interpretatie van dagelijks gedrag. Van Petegem Peter, Schoolwerkplan Van Petegem Peter en Wouter Brandt, IZES, Het instrument voor de zelfevaluatie van scholen, Acco Leuven/Leusden, eerste druk, 2000, ISBN 90-334-4130-6, 63 pp. Westerop Henk, Tips voor teamleden, collegiaal zijn en toch jezelf blijven, Uitgeverij Lurijsen, BV Tilburg, 1996 Dit boek handelt over hoe een hecht en open team kans maakt op succesvol onderwijs. Er wordt ook aangehaald dat de leerkracht naast teamlid ook personeelslid, medewerker, en collega is. Vanuit deze standpunten behandelt het werk verder het fragiele web van leerkrachten t.o.v. elkaar en t.o.v. de directie. De auteur geeft praktische tips om een zogenaamde ‘eilanden’ school te vermijden waar iedereen zijn eigen gang gaat zonder op de hoogte te zijn van wat anderen doen.
BEELDHOUWKUNST Witkower Rutger, Sculpture, Proces and principles, Penguin Books, 288pp. Beschrijft de evolutie van beeldhouwen van de antieken tot de jaren zestig aan de hand van de evolutie van de techniek. Tucker William, The language of sculture, Thames and Hudson, (nederlandse vertaling: De taal van de beeldhouwkunst, Sun), 174pp. Het boek behandelt de verschuiving in de moderne beeldhouwkunst van afbeelding naar verbeelding, aan de hand van een aantal essays over Rodin, Degas, Matisse, Brancussi, Gonzales, Picasso, … Read Herbert, Modern Sculpture, a concise history, Thames and Hudson, 310pp. Een persoonlijke en interessante visie op de geschiedenis van de moderne beeldhouwkunst van Rodin tot de jaren zeventig. Curtis Penelope, Sculpture 1900 - 1945, Oxford History of Art, 299pp. Een thematische behandeling van de Europese en Amerikaanse beeldhouwkunst (publieke kunst, het monument, benadering van verschillende materialen, het object,…). Causy Andrew, Sculpture since 1945, Oxford History of Art, 299pp. Een bespreking van de naoorlogse vernieuwende beeldhouwkunst. Zoveel mogelijk elementen worden hierbij betrokken (tijdsgeest, functie van het museum, de publieke ruimte, opdrachten, …). Rosier Pascal, Le moulage. Demain et Tolza, 158pp. Zeer volledig en didactische overzicht van oude en moderne giettechnieken. Overvloedig geïllustreerd. Declerck G., H. Thoen, Technologie van het lassen, Standaard uitgeverij, 320pp. Een zeer didactisch handboek waar vrij diepgaand alle klassieke lasprocessen worden besproken. Voor professioneel tot doe-het-zelver. Baudry MT, e.a., La sculpture. Methode et vocabulaire, … Een zeer grondig overzicht van de traditionele beeldhouwtechnieken. Sculpture, 1529 18th. St. NW Washington, DC 20036, www.sculpture.org Rijk geïllustreerd Amerikaans magazine (maandelijks). Behandelt de internationale actualiteit van de beeldhouwkunst in ruime betekenis. MUSEA, stichtingen: Le musée Zadkine, 100 bis, rue d’Arras, 75006 Paris, FRANKRIJK, tel.43269190. Museum van het atelier van de beeldhouwer Zadkine. Stichting Manzù, Via Laurentina, km 32.800 Ardea ITALIE, tel. 9161022. Museum van het werk van de beeldhouwer Manzu. Lehmbruck Museum, Friedrich-Wilhelm-Strasse 4, Duisburg, DUITSLAND, tel. 0049-203283.26.30. Museum met als kern een volledig overzicht van het werk van de beeldhouwer Lehmbruck.
The Henry Moore Foundation, Desse Tree House, Perry Green, Much Hadkorn, Hertfordshire S610, 6EE, ENGELAND, tel. (0279)843333. Museum van het atelier van Henry Moore en stichting voor de promotie van beeldhouwkunst. La Fonderie, Rue Rensport 27, 1000 Brussel, BELGIE, tel. 02 4101080. Museum en documentatiecentrum van de voormalige bronsgieterij “Compagnie des Bronzes”. Fondazione Marino Marini, Corso S. Fedi, 30 Pistora, ITALIE, tel. 0573 31 332. Museum en stichting over het werk van de beeldhouwer Marino Marini. Kröller-Müller Museum, Houtkampweg 6, Postbus 1 6730 AA Otterlo, NEDERLAND, tel. 08382-1627. Museum met openluchtbeeldenpark met werk van internationale kunstenaars. George-Kolbe-Museum, Sensburger Allee 25, 14055 Berlin (Charlottenburg-Westend), DUITSLAND, tel. 030-304.21.44, www.georg-kolbe-museum.de. Museum van het atelier van de beeldhouwer G. Kolbe. Stiftung für Bildhauerei, Sensburger Allee 26, 14055 Berlin, DUITSLAND, tel. 030308.12.277, http://www.faktokunst.com. Stichting ter promotie van beeldhouwkunst. Fondation Dina Vierny, Musée Maillol, 59-61 rue de Grenelle, 7500 7 Paris, FRANKRIJK, tel.(1)42225958. Stichting en museum van het werk van de beeldhouwer Maillol. Musée antoine Bourdelle, Rue Antoine Bourdelle 16, 75015 Paris, FRANKRIJK, tel.0149547373. Museum van het atelier van de beeldhouwer Bourdelle. Skulpturenpark, Riehler Strasse/Elsa-Brandström Strasse, Köln, DUITSLAND, tel. 0049221.921.22831, Openluchtpark met werk van internationale kunstenaars. Middelheim, Middelheimlaan 61, 2020 Antwerpen, BELGIE, tel. 03 8271534. www.dma.be/cultuur/museum_middelheim. Openluchtpark, documentatiecentrum met werk van internationale kunstenaars. Afgietwerkplaats, Jubelpark 10, 1000 Brussel, BELGIE, tel. 02 7417294. Vierduizend gietvormen van kunstwerken van de préhistorie tot de 18de eeuw. Constatin Meunier Museum, Abdijstraat 59, 1000 Elsene, BELGIE, tel. 02 6484449. Museum van het atelier van de beeldhouwer Constatin Meunier. Stichting George Grard, Ekestraat 1, 8691 Gijverinkhove, BELGIE, tel. 058-298219. Museum van het atelier van de beeldhouwer George Grard. Musée Rodin, 77, rue de Varenne 75007 - PARIS. Téléphone : 01 44 18 61 10. Télécopie : 01 41 14 35 00. Messagerie :
[email protected].
BOUWKUNST Bouwkunst, Sesam Junior boek, Lemen hutten, glazen paleizen, wolkenkrabbers van staal en beton, Uit de reeks: Kaleidoscoop van de kunst, Uitgeverij Bosch & Keuning, Baarn/Lannoo, Tielt, 1995, (ISBN: 90 209 2533 4) De geschiedenis van het bouwen wordt in een kleurig en aantrekkelijk (uitklap)boekje van 46pp. voorgesteld. De oorspronkelijke titel, 1994, luidt ‘L’art de construire’, en is een uitgave van Gallimard Jeunesse. Andere titels uit deze reeks zijn: De uitvinding van de schilderkunst Muziekinstrumenten - Vuur, vriend of vijand? - De hemel boven ons hoofd - Bossen en bomen, Theaters - Wind, wolken en het weer. Ching, Francis D.K. en Cassandra Adams, Building Construction Illustrated, second edition, Van Nostrand Reinhold Thompson Publishing GmbH, N. York - London - Bonn South Melbourne - Scarborough - Singapore - Tokyo, 1991, (ISBN: 0 442 23498 8) Het boek zelf volgt in de beschrijving ook het typisch ‘design-proces’: van selectie van bouwplaats (omgeving) tot afwerking en eventuele verdere nazorg. Het behandelt vrij gedetailleerd trapconstructies, tussenverdiepingen, opbouw, materiaalbesprekingen (hout, steen, beton, ). Nadelig is de weergave van de maten in inches. Ook het technologisch aspect komt aan bod. Naast deze uitgave verscheen er van Ching ook de volgende boeken: Drawing, a creative process - Architecture, form, space and order - Home renovation - Interior design illustrated. Eissen Koos, Architectuur presentatie, Uitgeverij Waltman, Delft, 1988. Je vindt hier vooral beschrijvingen van hoe je interieurs en gebouwen in tekeningen kunt presenteren voor het bouw-, kijkpubliek en de gebruiker. Het boek bevat een uitgebreide beschrijving van de mediatechnieken die in de bouwpraktijk gebruikt worden, met extra aandacht voor het perspectieftekenen. Betrouwbare perspectieftekeningen geven duidelijke informatie over bouwwerken. En oefeningen in het perspectieftekenen bevorderen het voorstellingsvermogen. De illustraties in het boek zijn overwegend tekeningen gemaakt met een CAD-programma. Hulsman Bernard en Theo van Oeffelt, Mijn gebouw wordt zo - Architectuur voor jongeren, BNA en NAi uitgevers, Rotterdam, 1997, (ISBN: 90 5662 052 5 / 90 5662 051 7) Overheen 88pp. wordt de Nederlandse urbanisatie gedachte en constructieprincipe verduidelijkt. (Een aansluitend museumbezoek aan het Rotterdams Architectuurinstituut is hierbij een aanrader). Janssens-Vos, F., Den Dikken, N., Werken met materialen, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1990 Dit boek concentreert zich op de vraag welke ontwikkelingsmaterialen (van nu) zinvol zijn: − omgevormde materialen (zand en water), − vormgevende materialen (om te tekenen, schilderen, te werken met papier), − bouw- constructiematerialen, − spullenmaterialen, − mogelijke werkvormen, leiding en begeleiding, − voorbeelden van activiteiten en materialen. LEGO, L’architecture est un jeu … magnifique (La Corbusier), Tentoonstellingsproject in Centre Pompidou, Parijs, juli 1985 Tien toenmalige Nederlandse jonge architecten (min 40 jaar) stelden een 30-tal concepten voor. Het betrof een mix van architecturale constructies, fabuleuze, beroemde gebouwen, naast eigen ontwerpen uitgevoerd in lego.
Pirson, Jean-François, La structure et l’objet (essais, expériences et rapprochements), éditeur Pierre Mardaga, Bruxelles-Liège, 1984, (ISBN : 2 87009 267 9) In dit 134 pagina tellend werk legt de auteur de link tussen bouwconstructie en vormgeving (bv. de kettinglijn in de Sagra Familia van Gaudi), t.o.v. kunst (bv. land-art) en natuur (bv. nest van een vogel = omgekeerde iglo-woning). De voorgestelde oefeningen zijn bedoeld om met eenvoudige materialen uit te voeren: bv. het bouwen van een toren, brug met saté-prikkers, ijzerdraad en klei, … Schouten Gerard, Over bouwen gesproken, ruimte naar menselijke maat / een onbevagen visie op bouwen, Uitgeverij Arcanum, Amsterdam, 1982, (ISBN: 90 61390 338) Dit boekwerk behandelt de drieledigheid bouwen-wonen-leven vanuit verschillende projecten: kerk, modelwoning, bouwen op Vlieland, ‘experimenteel’ predikaat, woondoos, ringenplan, woonhofjes, piramide-kringloophuis, moduul stadsplan, ziekenhuis en ZVK-basiswoning. (127pp.) De auteur vertrekt van uit de ‘van binnen naar buiten’-bouw/ontwerpfilosofie (met haast kinderlijke eenvoud). Formalistische façadebouw wordt van de hand gewezen. We ontdekken er ook de ‘bio-woning’ avant la lettre. Van der Horst Ilona en Frank, Diepte op het platte vlak, Cantecleer Bv De Bilt/Westtland nv Schoten, vierde druk, 1983, (ISBN: 90 213 0951 3) Een handig beknopt boekje van 48pp., met onder andere oefeningen op het vlak van dieptezicht en perspectiefsystemen. De afgebeelde werkstukken zijn gemaakt door leerlingen. Het boek is een uitgave uit de reeks ‘tekenkunde’.
FILM en VIDEOKUNST Anke & Anke zonder woorden, Anke en Anke zonder woorden (video met werkmap, 1995, Coe C008). Brtn i.s.m. Jekino (en CVKJF), Paleizenstraat 112, 1030 Brussel, 02/242 54 09, fax. 02/242 74 27. In één deel wordt de korte videofilm ‘Anke’ - geregisseerd door Bart De Pauw - getoond, waarbij in een tweede deel de ontleding volgt. In de ‘uiteenrafeling’ worden o.a. het selecteren van acteurs, het maken van de opnames, monteren, enz. op een overzichtelijke en bevattelijke manier in beeld gebracht. Schuim (video), Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs, Brussel Geschikt voor audio-visuele vorming in basis- en secundair onderwijs. Een speelse en ervaringsgerichte kennismaking met het medium video.
SCHILDERKUNST Collins, J. De schildertechnieken van deze eeuw, Cantecleer, De Bilt Doerner Max, Schilderkunst. Materiaal en techniek,Oorspronkelijke titel: Malmaterial und seine verwendung im Bilde /1954,1976 Ferdinand Enke Verlag, Stuttgart Ned.Uitg. Gaade, Amerongen / 1977 en 1981 / 455 p. ISBN 90-6017-712-6 Verregaande informatie over het ambachtelijk aspect van de schilderkunst. Uitleg over alle materialen, pigmenten, bindmiddelen, oplosmiddelen, ondergronden en hun toepassing. Gaat uitvoerig in op de schildertechniek van de oude meesters en behandelt het conserveren en restaureren van schilderingen. Wordt zowat beschouwd als de technische bijbel voor de kunstschilder. Schiet echter te kort wat betreft het gebruik van hedendaagse verven en materialen. Gerritsen, F., Evolutie van de kleurenleer,Cantecleer, De Bilt, 1982 Gerritsen Frans, Het fenomeen kleur, Uitg. Cantecleer / de Bilt Dit boek spant een brug tussen de wereld van de kunst en de wereld van de wetenschap. De nieuwe inzichten in onderlinge kleurverhoudingen en toepassingen hiervan in de praktijk worden door de auteur, een bekend kleurdeskundige, in dit boek uiteengezet. Hicketier, A., Kleuren ABC, Cantecleer, De Bilt, 1980 Hilderson H.E., Kunstschildermateriaal, Uitg. E. Story-Scientia, Gent / 1978 Wettelijk Depot : D 1978/0009/23
Boekje bestemd voor kunstschilders die belangstelling vertonen voor hun kunstschildermateriaal en willen weten hoe dit materaal zich gedraagt in een schilderij. Een schilderij is namelijk samengesteld uit een reeks zeer diverse producten die allen hun eigen wetmatigheden bezitten. Kunstschildertechnieken werden vermeden daar deze samenhangen met de artistieke waarde van het schilderij. Ook behandeling van hedendaagse materialen en pigmenten. Met een belangrijk hoofdstuk over nazorg van schilderijen. Itten Johannes, Beeldend vormen, Otto Maier Verlag, Ravensburg, 1963, Nederlandse vertaling: Uitgeverij Cantecleer, de Bilt, herdruk 1975 (ISBN: 90 21300575) Het beeldende vanuit de Bauhaus filosofie bekeken. Itten Johannes, Kunst en kleur. Kleurenleer, Oorspronkelijke uitgave: Kunst der Farbe / 1961 en 1970 / Otto Maier Verlag Ravenburg Ned. Uitg. Cantecleer, De Bilt / vertaling: René Smeets ISBN 90- 213-0052-4 Deze kleurenleer is ontstaan uit zijn lessen aan het Bauhaus, later in Berlijn en Krefeld en tenslotte in Zürich, waar hij jarenlang directeur van de Werkkunstschule en van het Kunstgewerbemuseum was. Voortbouwend op de kleurenleer van Goethe en de contrastleer van Hölzel heeft Itten een kleurenleer opgebouwd die grondslag werd voor de kleurstudie nagenoeg alle kunstscholen. Ondanks de onvolkomenheid om de kleuren van de nieuwe pigmenten te duiden blijft het een standaard werk voor de kunstschilder.
Marx, E., De kleurcontrasten, Cantecleer, De Bilt Smith Jos A., The Pen & Inktbook, materials and techniques for today’s Artist, WatsonGuptill Publications (1515 Broadway, New York, NY 100036, ISBN: 0 823039854) Geeft een variatie aan teken- en schildertechnieken (vooral pen en inkt), illustratief verhalend vanuit het eigen artistieke werk van de auteur. Rudolf Steiner, De kleuren,Werking en karakter Ned.uitg. Vrij geestesleven Zeist /1982 ISBN 90-6038-151-3 Oorspronkelijke titel: Das Wesen der Farben Vertaald naar de tweede druk door Wyts ten Siethoff Samenvatting van drie voordrachten uit 1921. Zij bevatten een schat aan inzichten en aanwijzingen en zijn voor veel kunstenaars een bron van inspiratie. Grondbeginselen van een geesteswetenschappelijke kleurenleer als hulpmiddel bij het kunstzinnig scheppingsproces. Door de antroposofie is het mogelijk, het elementaire kleurbeleven te objectiveren en zo tot het wezen van de kleuren door te dringen en hun werking te begrijpen. Van den Broek L., S.Debersaques, e.a.’n KIJK OP KUNST Uitg. Standaard Educatieve Uitgeverij Antwerpen / 144 p. ISBN 90-02-16722-9 4de druk , 2de oplage: 1991 Handboek voor de lessen esthetica en/ of kunstgeschiedenis in secundair onderwijs en academies. Naslagwerk waarin de vele stromingen, -ismen en figuren onmiddellijk en helder kunnen worden geduid en gesitueerd. Schilderkunst is toonaangevend in het boek, maar er is aandacht voor de verschillende componenten van de kunsttaal, zowel beeld als muziek en de onderlinge beïnvloeding. Het boek wordt afgerond met tijdslijnen en een register van kunsthistorische begrippen.
TEKENKUNST ANDERSCH Martin, Traces, signes, lettres, Paris Ulisse éditions 1989 ASENSIO CERVER Francisco, Tekenen voor beginners, Keulen Könemann 1999 BAESSLER Ruth, pentekenen. De Biltn Cantecleer.1983 CAMP Jeffery, Tekenen. Amsterdam, Becht, 1981. DODSON, Bert, Basiscursus tekenen. Baarn, Bigot &Van Rossum, 1985. ELLIOTT G. Schetsen. De Bilt, Cantecleer, 1976 FERRY David, Peindre sans pinceau. Paris Bordas 1994. FOX WEBER, Nicolas, The drawings of Jozef Albers. New Haven and Londen, Yale University Press,1984. HARDY WILSON Diana, Kalligrafietechnieken. Hedel, Librero 2000 geometrie,, Kleurenleer. Schoten, Westland. 1977. LACH Denise, Libres & égaux. Paris, éditions alternatives, 2001. LOPEZ BLAZQUES, Manuel, Morandi 1890-1964. Madrid, Globus, 1996. LORENZI Felix, Hoe teken ik perspectief. De Bilt, Cantecleer. 1993 METZGER Phil, Moeiteloos perspectief - Deel I Hedel, Taschen / Librero 1988 MUSCH Leo, Grensverleggend schilderen. De Bilt, Cantecleer 1993. DODAU Florian, Le collage; paiers collés, paiers déchirés, papiers découpés, Schiva, Genève 1988. RODWEL Jenny, Tekenen met alle materialen. De Bilt Cantecleer,1991 SCHANNON Faith, Veelzijdig papier. Houten, Gaade uitgevers 1988 SIMPSON Ian, Tekentechnieken. Hedel, Librero 1995 SIMPSON Ian, Tekenen compleet. De Bilt, Cantecleer 1995 SIMMONS, Rosemary & CLEMSON, Katie, Prenten maken in hoogdruk. De Bilt, Cantecleer. 1989. SMITH Stan & HOLT ten Friso, Handboek voor de kunstenaar. Amerongen, Gaade, 1981 STALMANS Jan, Galerie, Antwerpen, Orteliusreeks 1986. STEINBACH en WENDLER, Dieren tekenen. De Bilt, Cantecleer. 1983 STENFERT KROESE, Helen, red.,Pentekenen. Ijsselsteen, Gaade, 1988. TREMLETT David,The Mjimwema Drawings, Imschoot Uitgevers, 1990 WOLFRAM Eddie, De collage: geschiedenis van een kunsttechniek, Gaade Amerongen 1975 Kaupelis Robert, Experimenteel tekenen, tekenen als creatief proces, 1980, Cantecleer, de Bilt, voor België: Westland n.v. Schoten, eerste druk 1982 (ISBN: 90 21308819) Dit werk biedt materiaalbespreking, en is in de materiaaldifferentiëring disciplineoverstijgend (zachte en harde materialen worden behandeld). Onder andere ook het plastisch werken vanuit het grafische (vlak – lijn) komt erin aan bod. Malins Frederick, Understanding Paintings, The Elements of composition, Phaider Press, Oxford, 1980 Dit boek behandelt achtereenvolgens de beeldelementen punt, lijn, perspectief, geometrie, toon, kleur, tekening en compositie. Smith Jos A., The Pen & Inktbook, materials and techniques for today’s Artist, WatsonGuptill Publications (1515 Broadway, New York, NY 100036, ISBN: 0 823039854) Geeft een variatie aan teken- en schildertechnieken (vooral pen en inkt), illustratief verhalend vanuit het eigen artistieke werk van de auteur.
Catalogi CONTEMPORARY GRAPHICS, spring 1988, Marlborough Fine Art (London) Ltd Graphics Gallery. HEDENDAAGSE TEKENINGEN, Ministerie van de Nederlandse gemeenschap, 1979. KLASSIEKE SCHOONHEID, Lydia M. A. Schoonbaert. Koninklijk Museum voor schone Kunsten Antwerpen. 1 oktober - 4 december 1994 PAPIER, Beeld en basis Stad Aalst 1994 VAN KANDINSKY TOT CORNEILLE, linoleum in de kunst van de twintigste eeuw Cobra museum voor Moderne Kunst Amstelveen 18-12-1999 – 27-02-2000 VIEIRA DA SILVA, tentoonstelling in het Musée Maillol van 3 maart tot 13 juni 1999 RAUSCHENBERG Robert, tentoonstelling in musée Maillol Van 6 juni tot 14 oktober 2002
FOTOKUNST Teaching Photography, tools for the imaging educator, Glenn Rand and Richard Zakia, Focal Press, ISBN 978-0-240-80767-6. Een filosofie van de fotografie, Vilém Flusser, uitgeverij Ijzer, ISBN 978 90 8684 011 3. Het fotografisch genoegen, beeldcultuur in een digitale wereld, Arjen Mulder, Van Gennep, ISBN 90-5515-253-6. The Nature of Photographs, Stephen Shore, Phaidon, ISBN 978 0 7148 4585 2. Photography Reborn, image making in the digital era, Jonathan Lipkin, Abraham studio, ISBN 0-8109-9244-2. Criticizing Photographs: An introduction to understand images, Terry Barrett, McGraw-Hill, ISBN 978 0072977431. Beauty in Photography, essays in defense of traditional values, Robert Adams, Aperture, ISBN 978-0893813680. Seizing the light, Robert Hirsch, McGraw-Hill, ISBN 978-0073379210 A world history of photography, Naomi Rosenblum, Abbeville Press, ISBN 9780789209375. Photography and the Art of Seeing Freeman Patterson (uitg. Porter Books). ISBN-13: 9781552636145 Photographing The World Around You, Freeman Patterson, (uitg. Porter Books) ISBN13: 9781552636121 Photo Impressionism and the Subjective Image, Freeman Patterson, (uitg. Porter Books) ISBN-13: 9781552633274 Move Out, Robert Frank, D.A.P./Distributed Art Publishers,ISBN-13: 9781881616269 The Americans, Robert Frank, Scalo Publishers; ISBN-13: 978-3931141806 Collection Photo Poche, 2-86754-084-4, ISBN nummer naargelang fotograaf Immediate Family, Sally Mann, Reynolds Price, Sally Mann, ISBN-13: 9780893815233,Publisher: Aperture Magnum Stories, Auteur Chris Boot, Phaidon Press , ISBN13: 9780714842455 Diane Arbus Revelations, Diane Arbus, Random House, ISBN13: 9780375506208 An Aperture Monograph, Diane Arbus, Aperture Book, ISBN13: 9780912334400 Evidence: 1944-1994, Richard Avedon, Random House, ISBN-13: 978-0679409229 In The American West, Richard Avedon, Harry N. Abrams, Inc. 2005, ISBN-13: 9780810959286 On Photography, Susan Sontag, , Picador, ISBN-13: 978-0312420093
La chambre Claire (camera lucida), Roland Barthes, Publisher: Hill and Wang 1982,ISBN-13: 978-0809013982 The Nature of Photographs, Stephen Shore, Phaidon Press (February 1, 2007), ISBN13: 978-0714845852 Bibliotheek Van De Fotografie 3. Lichtpapier. Teksten Over Fotografie. Dirk Lauwaert, PROVINCIEBESTUUR ANTWERPEN, 2008, ISBN : 9078487070 Vitamin Ph, Phaidon Press, Phaidon, 2006, ISBN 9780714846569 The Photobook: A History volume 1 & 2’ Martin Parr en Gerry Badger, Phaidon, ISBN volume 1: 0 7148 4285 0, ISBN volume 2: 0 7148 4433 0 Art Photography Now, Susan Bright, Publisher: Aperture 2006, ISBN-13: 9781597110266 Fotografie van de 20e eeuw, Museum Ludwig Köln, ISBN1: 9783822841310
TIJDSCHRIFTEN / TIJDSCHRIFTARTIKELS Artefactum, Tijdschrift voor hedendaagse kunst in Europa, (Amerikalei 125, 2000 Antwerpen) Artforum, Internationaal Artmagazine, New York ArtRandom (LOKV-SBA Nederland), Utrecht, verschijnt tweemaal per jaar,
[email protected] www.sbakunst.nl www.lokv.nl Gratis nieuwsbrief kunsteducatie en computerkunst. Kelchtermans Geert, Reflectief ervaringsleren in de lerarenopleiding, Onderwijskrant 118 (november 2001), p.8-17 / “Onze Alma Mater”, jaargang 55, 2001, nr.2, p.182-201 Handelt over reflectievaardigheden. Daarin stelt de auteur dat: techniek, moraal, politiek en emotie in de concrete klas- en schoolsituatie(s) gelijktijdig voor komen, hetgeen zowel een individueel reflectief expliciteren als een bespreken van deze reflecties met anderen vergt. Dit betekent m.a.w. dat de leerkracht nood heeft aan een basishouding van openheid, alertheid, nieuwsgierigheid en motivatie om desnoods vanzelfsprekendheden in eigen situaties en ervaringen in vraag te stellen. Kwintessens, 01/2002 thema: papier en kalligrafie. Kunst-beeld. Blad waarin een grote diversiteit aan uitingsvormen wordt getoond en waarin heelwat informatie over het reilen en zeilen van de actuele kunstwereld aan bod komt. De studenten kunnen het tijdschrift inkijken in de les, het thuis lezen en er eventueel over praten met de leraar, bijvoorbeeld over ‘kwaliteitsonderscheid in kunstwerken’. Nieuwsbrief, Beeldende Kunst en Publiek en Musea, Ministerie van Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 02 - 553 68 36 Met een overzicht van tentoonstellingen, thematentoonstellingen, wedstrijden, kunstenaarsverblijven in het buitenland, … http://www.wvc.vlaanderen.be/beeldendekunst/
CD-ROMS / DVD / … M.C. Esscher interactief, Rhombus Kapellen, www.rhombus.be, Een interactieve Cd-rom (audiovisueel) met biografie, galerie en tekeningen (ca. 600 kunstwerken). Verder tref je er nog zes Esscher grafieken in 3D, onmogelijke puzzels (prikkels voor het ruimtelijk inzicht), en een tekenprogramma (bestand) voor morphing en vlakverdelingen.
WEBSITES sites voor kunst en academie http://www.theartserver.be over kunstenaars en kunst http://www.awn.com animation world magazine http://www.nada.kth.se/erena Info over het Europees ‘erena’-onderzoeksproject (Duitsland, Zweden, Zwitserland, Engeland). Dit erena-onderzoek resulteerde in het creëren van een instrumentarium voor planning, productie, management en inzicht verwerving i.v.m. hoe kunst en entertainment vorm kunnen krijgen in de 21ste eeuw. Daarbij is er sprake van tastbare naast virtuele kunstuitingen, of klassieke uitvoeringen naast en in combinatie met multi-mediale presentatie online en op ‘mainstream television’. http://www.impakt.nl Info over het jaarlijks multi-mediaal festival in Utrecht. Met een overzicht aan installaties, websites, films, optredens, … uit de voorbije edities, o.a.: ‘IMPAKT HIGHLIGHTS 2000’. http://www.cyberslag.com Samen met het world wide video festival (www.wwvf.nl) is ook in cyberslag het aandeel mediakunst en multimedia in toenemende mate gegroeid. Beide etaleren een digitaal technologisch programma. http://www.axisvm.nl Axis is actief op het gebied van beeldende kunst, podiumkunsten en massamedia. Deze organisatie zet diverse kunstprojecten op ’t getouw, gaande van tentoonstellingen, film- en video programmering tot symposia, publicaties en lezingen. http://www.v2.nl V2 (Rotterdam) brengt een reeks kunstzinnige, tot discussie uitnodigende experimenten: stedelijke projecten (installaties), twee boekpublicaties en een symposium. Ontmoeting en confrontatie tussen technologie, kunst en urbanisme. http://www.doorsofperception.nl Conferentie en website in de frontlijn van het nieuwe denken over design en vernieuwing. Een doorgeefluik, discussieruimte en ontmoetingsplaats. http://www.chipworks.com Chipworks onderzoekt semiconductor technology in functie van zakelijke en commerciële behoeften. Zo ontdekte men verschillende vormen van beeldexpressie op de onderzochte minuscule chips. Deze ‘Silicon Art’ is te bekijken op de “Chipworks’ own Silicon Art Gallery”
http://www.blender.nl Een gratis pakket voor het maken van interactieve 3D games. http://www.freeman.nl Op deze website is het artikel ‘ICT signalen voor strategievorming. Een toekomstverkenning.’ van Jan Arend Brands voorhanden met heel wat aanklikbare links naar andere websites (ICTen onderwijsveranderingen), (november 2000). http://www.designmuseum.org Op deze website maak je kennis met webdesign kunst en -kunstenaars, via ‘linken’ kan je verschillende sites m.b.t. deze kunstvorm bezoeken, zoals: www.noodlebox.com www.yugop.com www.praystation.com www.kioken.com www.insertsilence.com www.presstube.com www.showstudio.com www.sony.co.jp/en/SonyInfo/dream/ci/en/ www.bbc.co.uk sites i.v.m. het kunstonderwijs http://www.hisk.edu Info over het hoger instituut voor schone kunsten (Antwerpen). http://www.ond.vlaanderen.be Op deze site kan je op zoek gaan naar info i.v.m. het ‘hoger onderwijs’, en ‘permanente vorming (DKO)’. andere sites
[email protected] Tips voor de invoering en het gebruik van ICT in het onderwijs. Nog ander mogelijk bruikbare websites: (LG -) MG - HG − www.mowa.org − www.saskia.com − www.sbakunst.nl (zie Art Random) − www.adbusters.org − www.clickteam.com − www.fullswing.nl − www.schoolbox.nl − www.flashforward2001.com ICT - BK in het DKO
Beeldverwerkende programma’s en presentatieprogramma’s voor Mac/PC: Paint(brush)(er), QuarkXpress, Coreldraw, Photoshop, PhotoPaint, PhotoEditor, Illustrator, AutoCad, Indesign,
iMovie, Videoshop, CorelMove, CorelShow, Powerpoint, MicroMind Director, Première Director, Media Director, Quick Show, Quicktime, Flash, Dreamweaver, Fireworks, Projector, Studio - pro, Strata 3D, … Web-sites/internet: Ook het aanmaken van een web-site met bv. ‘Frontpage’², … rechtstreeks in html, … behoort tot de mogelijkheden, naast het bezoeken van musea op het ‘net’ (effectieve/imaginaire), enz.
Educatieve diensten Alde Biezen, Provinciaal domein, 011 - 41 10 49 Amarant vzw, Gent, 09 - 233 03 24 CC de Warande i.s.m. Kunst in Zicht, Kunstuitleenpakketten, www.warande.be, 014 - 41 08 21 CCH, Hasselt, 011 - 22 99 31 Centrum voor Hedendaagse Beeldcultuur, Afdeling Kunst en Beeldeducatie, De Kunstbank, Leuven, 016 - 23 31 23 Cultuurcentrum ‘De Velinx’, Tongeren, 012 - 39 38 00 Dienst Didactische Films, Koningsstraat 138, 1000 Brussel, 02 - 211 45 58 Dommelhof, Provinciaal centrum voor Theater, Neerpelt 011 - 64 27 05 Gallo - Romeins Museum, Tongeren, 012 - 23 39 14 Groeningemuseum, Brugge, 050 - 44 87 11 Memlingmuseum, Brugge, 050 - 22 99 11 Instrumentenmuseum, Brussel, 02 - 512 08 48 James Ensorhuis, Oostende, 059 - 80 53 35 KMSK, Antwerpen, 03 - 238 78 09 KMSK, Brussel, 02 - 741 72 11 KMSK, Gent, 09 - 222 17 03 Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, 02 - 741 72 11 Kunst in de metrostations, Brussel LOKV, Utrecht - Nederland, 00 31 - 30 - 33 23 28 Modemuseum, Hasselt, 011 - 23 96 21 MUHKA, Leuvenstraat Antwerpen, Kunstpluk, een museumspel van Els Verstraete, ‘Het Laddertje & Co’ (hulpboekje),’Het Laddertje (video)’ i.s.m. BRTN (VRT) televisie. 03 - 238 59 60 Muntschouwburg, Brussel, 02 - 229 13 72 Museum Plantijn - Moretus, Antwerpen, 03 - 333 02 94 Openluchtmuseum Middelheim, Antwerpen, 03 - 827 15 34 Paul Delvauxmuseum, Sint - Idesbald - Koksijde, 058 - 81 12 29 PCK Begijnhof, Hasselt, 011 - 21 02 66
PMMK, Oostende, 059 - 50 81 18 Provinciaal Museum voor Fotografie, Antwerpen, 03 - 216 22 11 Provinciemuseum Constant Permeke, Jabbeke, 050 - 81 12 88 RASA, www.rasa.be, Sint-Niklaas, 03 - 776 86 88 Met een ruim aanbod van rondreizende interactieve kunsttentoonstellingen voor kinderen. Rubenshuis, Antwerpen, 03 - 232 47 51 Sint - Baafskathedraal, Gent, 09 - 225 16 26 SMAK, Citadelpark, Gent, 09 - 221 17 03, e-mail:
[email protected], publiekswerking: 09 - 240 76 64 Stripmuseum, Brussel, 02 - 219 19 80 (Vlaamse) Parlement, Brussel, 02 - 552 11 11, Kamer van Volksvertegenwoordigers, Brussel, 02 - 549 83 02