RIS158869A_06-NOV-2008
HOEZO GEHANDICAPT?! NOTA GEHANDICAPTENBELEID 2008-2011 Uitvoeringsprogramma WMO prestatieveld 5 en 6
2
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING ........................................................................................................................5
2
DE DOELGROEP EN DE PIJLERS VAN ONS BELEID..................................................7 OVER WIE HEBBEN WIJ HET? .................................................................................................................. 7 WAT IS HET VERTREKPUNT?................................................................................................................... 8 WAT ZIJN DE PIJLERS VAN BELEID? ........................................................................................................ 9 AANDACHT VOOR BIJZONDERE GROEPEN ................................................................................................ 9
3
HAGENAARS VAN NIET-WESTERSE AFKOMST MET EEN HANDICAP ..................11
4
JONGEREN MET EEN HANDICAP ...............................................................................13
5
GELIJKWAARDIG MET ELKAAR OMGAAN, VOLWAARDIG MEEDOEN..................17 VERGROTEN VAN EIGEN KRACHT ALS VOORWAARDE ............................................................................. 17 GELIJKWAARDIGHEID ........................................................................................................................... 18 VOLWAARDIG MEEDOEN ....................................................................................................................... 19 INKOMEN ............................................................................................................................................. 19 ONBEPERKT AAN HET WERK ................................................................................................................. 20 SAMEN SPORTEN, GEWOON DOEN! ....................................................................................................... 21 CULTUUR ZONDER DREMPELS .............................................................................................................. 22
6
VOLWAARDIGE TOEGANG..........................................................................................25 TOEGANKELIJKE GEBOUWEN EN OPENBARE RUIMTEN............................................................................ 25 TOEGANKELIJKE WONINGEN ................................................................................................................. 27 TOEGANKELIJK OPENBAAR- EN INDIVIDUEEL VERVOER EN PARKEREN .................................................... 28 TOEGANKELIJKE INFORMATIE ............................................................................................................... 29
7
SAMENSPRAAK, ONDERZOEK EN MONITOREN ......................................................31
8
SAMENVATTING ...........................................................................................................33
9
BIJLAGEN ......................................................................................................................37 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6
INTEGRALE UITVOERING ACTIEPUNTEN NOTA “HOEZO GEHANDICAPT?!” GEBOEKTE RESULTATEN AFGELOPEN JAREN FINANCIEEL KADER ADVIES VOORALL: HAAGS GEHANDICAPTENBELEID 2007-2011 SIGNAAL: MENSEN MET BEPERKINGEN…HAAGSE CIJFERS GEBRUIKTE BRONNEN
3
4
1
Inleiding
De afgelopen collegeperiodes is in Den Haag een rijk geschakeerd voorzieningenaanbod ontwikkeld voor gehandicapten en chronisch zieken. De nadruk ligt daarbij op zorg, inkomen, vervoer, wonen, vrijetijdsbesteding en sport. In de geest van het VN-verdrag van de rechten van mensen met (functie)beperkingen zijn tal van zaken bereikt. Die resultaten nemen niet weg dat Hagenaars met beperkingen nog steeds onvoldoende volledig en zelfstandig kunnen meedoen aan de samenleving en daarin hun eigen keuzes maken. Dit beeld komt ook naar voren uit de bijeenkomsten, discussies en interviews die wij de afgelopen maanden hebben gehouden met de gehandicapten, hun belangenorganisaties en professionele ondersteuners. Deze gesprekken zijn een belangrijke aanzet voor deze nota en de daarin opgenomen actiepunten waarmee wij de komende jaren aan de slag gaan. Dat is geen vrijblijvende zaak. Gemeenten zijn immers sinds 1 januari 2007 verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en dat schept verplichtingen. Ook burgers verwachten het nodige van de gemeente en de partners waar de gemeente mee samenwerkt. Centrale leidraad, ook voor deze nota, is de kadernota ‘Aandacht voor elkaar’ die de hoofdlijnen van het Haagse beleid voor de WMO bevat. De Haagse raad heeft op 27 november 2007 met de nota ingestemd. Sindsdien zijn op een aantal deelterreinen van de WMO nota’s uitgebracht. Prestatieveld 5 Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem.
Deze nota ‘Hoezo gehandicapt?!’ werkt de voornemens in de kadernota voor de komende jaren uit voor mensen met beperkingen. De prestatievelden 5 en 6 van de WMO schrijven dat ook voor. De gemeente moet daarin de zelfstandigheid en deelname aan de samenleving bevorderen èn daarvoor voorzieningen regelen. Dit zogenoemde inclusieve beleid dient meer en meer richtsnoer te worden voor ons handelen en wij zullen daar ook meer en meer op afgerekend worden door mensen en organisaties die afhankelijk zijn van of betrokken bij deze voorzieningen. Prestatieveld 6 Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer.
Drie speerpunten staan aan de basis van deze nota: 1. volwaardig meedoen 2. volwaardige toegang 3. aandacht voor bijzondere doelgroepen
5
Wij werken deze speerpunten niet alleen beleidsmatig uit, maar zetten ze tevens in acties om. Wij introduceren twintig nieuwe actiepunten in ons beleid. Het gaat onder meer om: •
maatschappelijke stageplekken voor gehandicapte leerlingen.
•
afspraken met welzijnsinstellingen over ontmoetingen in de wijk samen met mensen met een beperking.
•
verbreding van het welzijnsaanbod voor mensen met een beperking.
•
campagne voeren op het terrein inkomensondersteunende maatregelen, in het bijzonder voor mensen van niet-westerse afkomst met een beperking.
•
Educatieve tv (E-tv) maakt speciale uitzendingen om de beeldvorming van gehandicapten positief te beïnvloeden.
•
wij zorgen voor een passend sportaanbod voor gehandicapten.
•
wij breiden de mogelijkheden tot uitgaan i.s.m. cultuur- en zorginstellingen verder uit.
•
wij stellen een programma op, speciaal gericht op de behoefte van gehandicapte personen van niet-westerse afkomst.
•
wij zorgen dat ook onze eigen gebouwen toegankelijker zijn, evenals I-shops en loketten.
•
wij zien erop toe dat meer akoestische signalering en blindegeleidelijnen op belangrijke bestaande verkeerspunten worden geplaatst.
•
wij komen tot een beter vervoerssysteem voor gehandicapten.
•
onze gemeentelijke websites zijn toegankelijker.
Daarnaast zijn tien actiepunten een versterking en verdere uitbouw van ons bestaand gehandicaptenbeleid. Het gaat om het project: Ouders ontmoeten Migranten Ouders, het jongerenproject “Ik ben jong en ik wil wat… in Den Haag”, gericht op competentie- en netwerkversterking, de publiekscampagne “Wat nou gehandicapt?!”, het cultuuronderwijstraject “de Kunstmagneet”, de toegankelijkheidsregeling, de toegankelijkheidsgids, en de toetsing op toegankelijkheid van gebouwen en vervoershalten. Tenslotte zullen wij de burgerpanels voortzetten, evenals de belangenorganisatie Voorall gevraagd en ongevraagd advies blijven vragen.
6
2
De doelgroep en de speerpunten van ons beleid
Deze nota vat mensen met een lichamelijke, verstandelijke, of zintuiglijke beperking en chronisch zieken of een combinatie hiervan allen onder de noemer gehandicapten of mensen met een beperking. Uiteraard houden wij in de uitwerking van deze nota wel rekening met de onderlinge verschillen.
Over wie hebben wij het? Gehandicapten vind je overal, komen voor in alle leeftijdsgroepen en in alle sociaal-culturele lagen van de bevolking. Het gaat om mensen met lichamelijke beperkingen, zintuiglijke beperkingen, verstandelijke beperkingen, chronische ziekten of combinaties hiervan. Dit maakt de doelgroep gehandicapten divers. Het is om twee redenen niet eenvoudig een inventarisatie te maken van de doelgroep ‘mensen met een beperking’.Ten eerste is er geen eensluidende definitie van de doelgroep. Het is bijna onmogelijk een definitie op te stellen waarin subjectiviteit geen rol speelt. Ten tweede is er geen centrale registratie van alle mensen met een beperking. Dit heeft uiteraard met het eerste punt te maken: het is moeilijk om te bepalen wie er wel en niet voor die centrale registratie in aanmerking komen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft het aantal mensen met een beperking in Nederland geschat. Het SCP maakt onderscheid tussen mensen met een lichte, matige en ernstige beperking. Volgens deze cijfers heeft 24 procent van de Nederlanders een lichamelijke beperking, bijna één procent heeft een verstandelijke beperking en dertig procent heeft een chronische ziekte. In 2006 is geprobeerd het aantal mensen met een beperking in Den Haag te inventariseren. Daaruit blijkt dat het aantal Hagenaars met een lichte beperking rond de 100.000 personen ligt. Daarnaast blijkt dat ongeveer 29.420 Hagenaars een matig lichamelijke beperking kennen en circa 15.370 een ernstige, in totaal rond de 45.000 Hagenaars.1
Wat is al bereikt? In samenwerking met partijen zoals Sophia Revalidatie Stichting, Stichting Vrijetijds Vorming (VTV), Inspecteur de Vries school, Centraal Informatiepunt voor Ouderen (CIPO), de Regionale Federatie voor Ouderverenigingen (RvFO) Haaglanden en Voorall is onder meer het volgende bereikt: • •
Gehandicapten kunnen in alle Haagse zwembaden terecht; er zijn speciale rolstoelen voor de stranden van Kijkduin en Scheveningen. In nieuwbouwprojecten geldt sinds 1993 het principe van ‘aanpasbaar bouwen’: woningen zijn snel aan te passen aan de specifieke behoefte van mensen met beperkingen.
1
Deze cijfers én de andere cijfers in deze Nota over het aantal gehandicapten, zijn altijd een grove benadering van het werkelijke aantal. De cijfers meestal gebaseerd op landelijk onderzoek en het is waarschijnlijk dat de situatie in Den Haag afwijkt van de landelijke situatie (meer allochtonen, meer mensen met een laag inkomen e.d.). Licht, matig en ernstig worden worden gedefinierd in termen van de aard en het aantal handelingen dat men al dan niet kan verrichten. Het gaat hier bijvoorbeeld om “krantekoppen lezen” of aan- en uitkleden, enzovoorts. zie OCW, Signaal, nr. 9 jaargang 2007)
7
• • • • • •
Het virtuele loket www.vr@@gwijzer.nl biedt gehandicapten informatie over vervoer, gezondheidszorg, welzijn en hulpmiddelen; duizenden mensen gebruiken de site jaarlijks. Gehandicapten kunnen gebruikmaken van maaltijdvoorzieningen aan huis. Een toegankelijkheidsregeling biedt subsidie om gebouwen toegankelijk te maken voor mensen met beperkingen. Er is een netwerk opgezet voor ouders of verzorgers van migrantengehandicapten. Mensen met verstandelijke beperkingen nemen via projecten meer deel aan sport- en hobbyclubs in buurt- en sporthuizen en bij sportverenigingen. Het landelijk jaar van de Handicap (2003) en een campagne (2005) hebben leven, werken en welzijn van mensen met beperkingen nadrukkelijk onder de aandacht gebracht.
Een uitgebreid overzicht van de belangrijkste resultaten staat in bijlage 2.
Wat is het vertrekpunt? Het forse aantal gehandicapten in Den Haag rechtvaardigt een integrale intersectorale gemeentelijke aanpak. Meedoen kan vaak alleen door het slechten van fysieke, sociale en psychologische barrières. Deze nota formuleert de uitgangspunten en geeft aan hoe wij die de komende jaren voor en vooral met Haagse gehandicapten concreet gaan maken. Wij geven aan wat onze doelen en ambities zijn en hoe wij die willen realiseren. Het doel is dat de gehandicapten – binnen hun mogelijkheden - volledig en zelfstandig mee kunnen doen aan de Haagse samenleving, hierin zelf hun keuzes maken en een actieve bijdrage (blijven) leveren aan deze maatschappij. We keren het gangbare beeld om: niet de beperking van de gehandicapte staat centraal maar de kracht van een ieder om op eigen wijze mee te kunnen doen aan de samenleving. Daar waar nodig en mogelijk nemen wij de ervaren barrières of belemmeringen bij hun alledaagse activiteiten weg. Gehandicaptenbeleid is net als jeugdbeleid, seniorenbeleid of emancipatiebeleid facetbeleid: het raakt aan veel aspecten van de samenleving. Gehandicapten meten hun welzijn mede af aan de mogelijkheden en kansen die zij krijgen op verschillende terreinen: wonen, gezondheid, inkomen, maatschappelijke ondersteuning, educatie, sport, cultuur, verkeer, vervoer, leefbaarheid, veiligheid, welzijn en werk. Deze nota is dan ook tot stand gekomen in overleg met alle relevante partijen, zowel binnen als buiten de gemeente. Verschillende nota´s en plannen op bovengenoemde terreinen vullen dat ook al in. Zo schenkt de nota ‘Natuurlijk Gezond! (nota Volksgezondheid) aandacht aan gezondheidsproblemen van gehandicapten en chronisch zieken. De mantelzorg voor gehandicapten die dat nodig hebben komt uitvoerig aan bod in het uitvoeringsplan Mantelzorg 2008-2010: “Zuinig op Mantelzorg”.2 Dit betekent dat we de samenwerking binnen de gemeente de komende jaren verder moeten versterken. Alleen dan kunnen we de ambities in deze nota realiseren, onder andere op de terreinen sociale zaken, onderwijs, stedelijke ontwikkeling, sport, volksgezondheid, welzijn en personeel. Die intensievere samenwerking geldt ook voor externe partijen als sportorganisaties, musea, woningcorporaties, zorginstellingen en winkels. Op al die terreinen moet meer dan nu geval is rekening worden gehouden met de wensen, de kansen en behoeften van de gehandicapten. Maar het is geen eenrichtingsverkeer. Ook gehandicapten zijn mondiger en beter opgeleid dan voorheen. Het spreekt voor zich dat waar mogelijk zij zelf ook een bijdrage moeten leveren om knelpunten op deze terreinen op te lossen. 2
Dit is een uitwerking van prestatieveld 4: de WMO-nota “Aandacht voor elkaar”.
8
Wat zijn de speerpunten van beleid? De nota gehandicaptenbeleid kent vanuit bovenstaand vertrekpunt tot en met 2010 twee speerpunten, te weten: volwaardig meedoen en volwaardige toegang. Wij werken deze speerpunten samen met de verschillende partijen in het veld nader uit, voeren de actiepunten uit en houden goed in de gaten wat er in de praktijk van terecht komt. Speerpunt 1: Volwaardig meedoen, gelijkwaardig omgaan met elkaar Wij blijven de komende jaren investeren in gelijkwaardigheid van mensen met een handicap. Immers: oprecht ervaren gelijkwaardigheid helpt burgers om (uiteindelijk) volwaardig mee te kunnen doen. Dat geldt voor jong en oud, gehandicapt en valide, autochtoon en migrant. Dit komt niet vanzelf. Het vereist inzet en inbreng van de gehandicapte zelf, kracht van de samenleving, burgerschap, maar ook juiste beeldvorming en acceptatie. Speerpunt 2: ·Volwaardige toegang Wij willen gehandicapten gelijke kansen bieden op het gebied van werk, sport, cultuur en wonen in Den Haag. Daarom streven wij na dat het voorzieningenaanbod voldoende en beter toegankelijk is en toegesneden op de wensen en behoeften van de verschillende gebruikers. Dat kan bijvoorbeeld door bij elk plan of voornemen zoveel mogelijk vooraf rekening te houden dat de basis- of algemene voorziening ook toegankelijk moet zijn voor mensen met een beperking. Het accent ligt daardoor vooral bij het opheffen van de nadelige situatie die binnen alle redelijke (financiële) kaders uit te voeren zijn. Gehandicapten moeten zoveel mogelijk gebruik kunnen maken van de algemene Haagse voorzieningen. Specifieke voorzieningen zijn alleen nodig als het niet anders kan. Speerpunt 3: ·Aandacht voor bijzondere groepen De doelgroep gehandicapten is, zoals aangegeven, nogal divers. De situatie is ook niet gelijk voor elke groep. Deze nota geeft twee groepen gehandicapten bijzondere aandacht, te weten: gehandicapte jongeren en gehandicapten van niet-westerse afkomst. Mensen met beperkingen van niet-westerse afkomst zien zich dikwijls geconfronteerd met zaken die om extra aandacht vragen. Zij kennen ons zorgsysteem niet of nauwelijks, hebben problemen met de communicatie en kijken soms anders aan tegen gezondheid en gezondheidscultuur dan autochtonen. Dit leidt ertoe dat zij onvoldoende gebruikmaken van de mogelijkheden, ook in Den Haag. Extra aandacht voor gehandicapte jongeren is nodig omdat zij zich vaak vanuit een achterstandspositie voorbereiden op hun toekomst. Het ontbreken van cruciale persoonlijke competenties als overtuigingskracht of gebrek aan een sociaal netwerk, is daarbij niet zelden een hinderpaal. Dat is zorgwekkend en zou niet zo moeten zijn: jongeren zitten in een levensfase die de inrichting van en de kansen voor hun verdere leven sterk beïnvloedt.
9
10
3
Hagenaars van niet-westerse afkomst met een handicap
Mensen met beperkingen van niet-westerse afkomst verdienen extra aandacht. Die signalen krijgen wij van belangenorganisaties Voorall en RFvO Haaglanden, maar ook van zorgaanbieders en hun steekproeven over het gebruik van hun aanbod. De belangenorganisaties en zorgaanbieders constateren daarnaast dat mensen van niet-westerse afkomst het fenomeen handicap niet altijd herkennen. Culturele achtergronden en beperkte communicatie kunnen hierbij een rol spelen. Het komt erop neer dat: -
Hagenaars van niet-westerse afkomst relatief weinig gebruikmaken van voorzieningen zoals thuiszorg, althans minder dan autochtonen. Er aantoonbare verschillen zijn in gezondheidsbeleving en gezondheidscultuur. Hagenaars van niet-westerse afkomst het zorgsysteem minder goed kennen. Er problemen zijn in het communiceren. Organisaties dikwijls ook niet weten op welke wijze zij goed met personen van nietwesterse afkomst moeten communiceren of hoe zij hen niet goed kunnen bereiken. Bejegening speelt hierbij een belangrijke rol.
Demografische studies noemen personen van niet-westerse afkomst niet apart omdat hierover geen gegevens zijn. In steekproefonderzoeken zijn mensen van niet-westerse afkomst vaak ondervertegenwoordigd: ze zijn moeilijker te bereiken dan andere groepen. Instanties mogen de etniciteit van cliënten vanwege privacywetgeving tegenwoordig niet meer registreren. Niettemin is het aannemelijk dat de groep gehandicapten en chronisch zieken in Den Haag een groot aandeel van niet-westerse afkomst kent. Dit heeft te maken met de samenstelling van de Haagse bevolking van wie ruim 40% van niet-westerse afkomst is. Met de uitkomsten van nader onderzoek kunnen we beter inspelen op de behoeften. Momenteel gebeurt er al het nodige en zijn er ook voor Hagenaars van niet-westerse afkomst met een beperking handvatten om volwaardig mee te kunnen doen. Daarbij is het uitgangspunt van de ondersteuning: zo algemeen mogelijk, maar specifiek waar nodig. Zijn er specifieke voorzieningen nodig, dan proberen wij die te realiseren. Goede informatieverstrekking en vertrouwen zijn sleutelwoorden. Sleutelfiguren en belanghebbende organisaties uit de niet-westerse hoek worden bij het verstrekken van informatie en het ontwikkelen van positieve beeldvorming betrokken. Het project Ouders ontmoeten migranten Ouders van de RFvO Haaglanden levert hieraan een bijdrage. Sprake dient te zijn van een wisselwerking, waarbij zowel organisaties als gehandicapten van niet-westerse afkomst of hun verzorgers hun verantwoordelijkheid nemen. Wat gaan we doen? Cruciaal is dat we meer gehandicapte Hagenaars van niet-westerse afkomst bereiken en hen meer doordringen van de mogelijkheden die er zijn voor hulp en ondersteuning. Daarbij gebruiken wij instrumenten voor betere voorlichting- en communicatievoorzieningen en een betere beeldvorming. Tevens willen wij de eigen kracht van niet-westerse gehandicapten vergroten. In de wijk komt in 2008 een steunpunt waar specifiek verzorgers van gehandicapten van niet-westerse afkomst ondersteuning kunnen krijgen indien zij vragen hebben.
11
Doel In 2011 worden aantoonbaar meer gehandicapten van niet-westerse afkomst beter bereikt dan nu het geval is. Verzorgers van gehandicapten van niet-westerse afkomst maken meer gebruik van voorzieningen, en werken aan het opbouwen van een sterk netwerk. Actiepunt 1 Het project ‘Ouders ontmoeten ouders’ gaat door in 2009. Dit project werkt aan lotgenotencontact, versterkt het netwerk en de kennis van ouders van niet-westerse afkomst met gehandicapte kinderen. In samenwerking met de RFvO Haaglanden en Mooi Escamp willen wij (informatie)voorzieningen voor migranten toegankelijk maken door bij de i-shop in Laak een informatieloket specifiek voor verzorgers van migranten gehandicapten onder te brengen.
12
4
Jongeren met een handicap
Het College van B&W stelt in het actieprogramma Jeugd vast dat jongeren het kapitaal vormen voor de toekomst van de stad. Niet alle jongeren verzilveren dat kapitaal op eigen kracht, soms is een steuntje in de rug nodig. Dat kan alleen als we de belevingswereld van jongeren (en hun ouders) goed kennen. Zo kunnen we hen de noodzakelijke kansen bieden, rekening houdend met de achtergronden. De jeugd kent relatief minder gehandicapten dan andere leeftijdsgroepen, mede als gevolg van de verbeterde zorg. Zo heeft gemiddeld 9 procent van de jeugd van 6 tot 19 jaar een lichamelijke beperking. Het aandeel chronisch zieken onder de jeugd is 16%. Over het aantal verstandelijke beperkingen onder de jeugd is weinig informatie bekend, maar het lijkt erop dat aandeel voor de jeugd niet anders is dan onder andere leeftijdsgroepen. Verschillende instanties zoals scholen, politie, jongerenwerk en gehandicapteninstellingen signaleren een toenemende problematiek van licht verstandelijk gehandicapte jongeren. Deze jongeren zijn dikwijls snel beïnvloedbaar, handelen impulsief en kunnen hun handicap niet goed overzien of onderkennen. Dit leidt tot gedragsproblemen zoals spijbelen, schooluitval en hanggedrag. Dit onderwerp moet nader in kaart worden gebracht zodat wij op een adequate wijze hiermee om kunnen gaan. Het doel bij jeugdige gehandicapten is ook om hen in staat te stellen gebruik te maken van de kansen die zij krijgen en hebben, zodat zij op termijn ook zelfstandig of zo zelfstandig mogelijk kunnen zijn. Gehandicapte jongeren willen net als valide jongeren ook iets van hun leven maken en ‘erbij horen’. Publicaties tonen echter aan dat jongeren met een beperking maar moeizaam actief deelnemen en dat zij zich moeilijker kunnen handhaven in de samenleving. Het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (nu: Vilans), schrijft hierover: “Het is voor deze jongeren vooral lastig om: - goede plannen voor de toekomst te maken; - daar op een gestructureerde wijze invulling aan te geven; - te leren andere personen te betrekken (sociaal netwerk) die hen daarbij kunnen ondersteunen; - medewerking van organisaties te krijgen waar jongeren bij de invulling van de plannen afhankelijk zijn; - een loket, organisatie te vinden die dit proces kan ondersteunen.” Haagse scholieren met een chronische ziekte kunnen bijvoorbeeld moeilijk mee komen op school. Dat kan leiden tot stoppen met school en matige kansen op werk. Jeugdige gehandicapten zijn vaak ook laag opgeleid. In het hoger onderwijs hebben mensen met een beperking door hun handicap twee keer zoveel kans op voortijdig stoppen. Onderwijs is cruciaal om goede kansen te bieden. Een goede opleiding geeft niet alleen meer kans op (beter) werk. Onderwijs kan ook de doorslag geven bij het ontwikkelen van positieve beeldvorming en integratie van mensen met een beperking of chronische ziekte. Daarom moet beleid op het gebied van jeugd, volksgezondheid en gehandicapten met elkaar samenhangen. Vrijwel alle scholen voor voortgezet onderwijs bereiden zich voor op- en ongeveer 15 scholen werken reeds met maatschappelijke stages. Deze stage moet scholieren kennis laten maken met de samenleving. Dit gebeurt bij voorkeur niet op winst gerichte instellingen of vrijwilligersorganisaties. Wij juichen het gebruik van maatschappelijke stages toe, ook in het speciaal onderwijs. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten. Juist voor jongeren met een handicap, maar ook voor mensen zonder beperking, is dit een waardevolle manier om met elkaar en met de samenleving kennis te maken. We stimuleren dit door: -
jonge vrijwilligers te bewegen zich in te zetten voor andere (gehandicapte) jongeren; inzet van maatschappelijke stages; creëren van betere kansen voor Haagse scholieren met chronische ziekte; 13
-
voorlichting op scholen.
Sinds kort bestaat voor langdurig zieke leerlingen de mogelijkheid om met gebruikmaking van internet vanuit huis virtueel aanwezig te zijn in de klas. Hiervoor worden thuis en in de klas camera’s en beeldschermen ingezet. Daarnaast biedt internet de mogelijkheid om contact te maken met jongeren van de eigen leeftijd, mits dit in een beschermde omgeving gebeurt. Maar gehandicapte kinderen krijgen ook de mogelijkheid om in daarvoor bestemde speelplekken te spelen. We hebben het voornemen om twee speelplekken aan te passen voor kinderen met een beperking, na besluitvorming in de raad over de nota: ‘Spelen in de stad’. In Leidschenveen-Ypenburg en in Escamp kunnen dan op bestaande speelplekken aanpassingen gedaan, speciaal voor gehandicapten. De uitgangspunten voor de keuze van deze speelplekken zijn: een goede bereikbaarheid en een intensief gebruik. Deze speelplekken zullen een stedelijke functie vervullen voor mindervaliden. Ook sociale relaties zijn -naast onderwijs- essentieel om volwaardig te kunnen meedoen. Innerlijke kracht, investeren in jezelf en een goed netwerk dragen bij aan de ontwikkeling van de jongere. Uit het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau valt op te maken dat een netwerk met allerlei relaties de prestaties vergroot. Jongeren geven aan dat het hebben van een netwerk nog beter leidt tot volwaardig meedoen dan bijvoorbeeld het geven van voorlichting voor een betere beeldvorming.
Wat gaan we doen? Wij investeren door samenhangend beleid te presenteren voor jongeren met een handicap. Wij kiezen voor projecten die leiden tot positieve beeldvorming, integratie en kansen voor jongere gehandicapten. Daarbij werken alle gemeentelijke sectoren en externe partijen, zoals MEE en Steinmetz / Compaan, samen. Wij intensiveren ons beleid voor licht verstandelijk gehandicapten door de problematiek goed in kaart te brengen en oplossingen te vinden. Den Haag maakt met (speciaal onderwijs) instellingen afspraken om voor gehandicapte leerlingen in het speciaal voortgezet onderwijs maatschappelijke stageplekken beschikbaar te stellen en voor mbo/hbo- studenten met een beperking meer leerwerk- of stageplekken. In het kader van de nota ‘Spelen in de stad’ willen wij op bestaande speelplekken in de wijk aangepaste toestellen voor gehandicapte kinderen. Overige speelplekken zullen voldoen aan de basisvoorwaarden van ‘toegankelijkheid’ voor mindervaliden.
14
Doel In 2011 hebben jongeren met een beperking meer eigen kracht en kunnen zij beter meekomen in het onderwijs en in de maatschappij. Actiepunt 2 In 2008 is het proefproject ‘Ik ben jong en ik wil wat’ voortgezet. Dit project versterkt competenties van jongeren en hun sociaal netwerk. Bij positief resultaat wordt de werkwijze in het begeleiden van de jongeren in 2009 onderdeel van het gewone werk van Stichting MEE. Wij vragen MEE deze werkwijze vooral ook te implementeren voor licht verstandelijk gehandicapten door samen te werken met scholen en hulpinstanties. Actiepunt 3 In 2010 zijn met (onderwijs) instellingen afspraken over maatschappelijke stageplekken voor gehandicapte leerlingen in het voortgezet (speciaal) onderwijs en meer leerwerk- en stageplekken voor de mbo/hbo-studenten met een beperking. Actiepunt 4 In 2009 willen wij twee bestaande speelplekken aanpassen voor gehandicapten in de stadsdelen Leidschenveen-Ypenburg en Escamp.
15
16
5
Gelijkwaardig met elkaar omgaan, volwaardig meedoen
Vergroten van eigen kracht als voorwaarde Voldoende eigen kracht en voldoende inkomen zijn belangrijke voorwaarden om mee te kunnen doen in de samenleving. Wat houdt die eigen kracht in en hoe is die groter te maken? Het vergroten van de eigen kracht kent de volgende elementen: •
(Er)Kennen en gekend worden: Eigen kracht start met het accepteren van de handicap en inzicht in het eigen kunnen. De omgeving speelt daar ook een belangrijke rol in door deze kracht ook te onderkennen.
•
Assertief: Gehandicapten hebben binnen hun mogelijkheden de regie over hun leven zoveel mogelijk in eigen hand en komen zelf op voor hun belangen.
•
Verantwoordelijkheid: Gehandicapten kunnen goed verantwoordelijkheid dragen en weloverwogen keuzes maken. Zij doen dit alleen of met gebruikmaking van hun persoonlijke netwerken.
•
Ontwikkeling, ontplooiing en activering: Gehandicapten zijn in staat deel te nemen aan activiteiten die hun persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing bevorderen.
Wat gaan we doen? We kiezen voor het bevorderen van de kracht van de gehandicapten. Die keuze heeft gevolgen voor zowel instellingen en voorzieningen als voor de gehandicapten zelf. Instellingen moeten zich meer richten op het vergroten van mondigheid en de zelfredzaamheid van gehandicapten. Dat betekent dat het versterken van kracht van gehandicapten centraal moet staan in het werk van professionele welzijnsinstellingen. Aan de hand van de op te stellen wijkperspectieven zullen wij met de professionele welzijnsinstellingen afspraken maken over de wijze waarop de kracht van gehandicapten kan worden versterkt. Doel In de periode 2009-2011 moeten de professionele welzijnsactiviteiten de eigen kracht van gehandicapten versterken. Actiepunt 5 Voor 2009 spreken wij met de welzijnsinstellingen af hoe zij dit versterken van eigen kracht in hun aanbod verwerken. Actiepunt 6 Het huidige aanbod gericht op de eigen kracht van gehandicapten van niet-westerse afkomst wordt geïnventariseerd en op basis hiervan wordt een actieplan opgesteld.
17
Gelijkwaardigheid De samenleving moet openstaan voor gehandicapten en daadwerkelijk invulling geven aan burgerschap. Solidariteit met kwetsbare groepen is daar onderdeel van. Evenzeer moet iedereen binnen de eigen mogelijkheden zijn of haar verantwoordelijkheid nemen. Een gehandicapte is meer dan zijn of haar handicap. Net als iedere andere burger kan de Haagse gehandicapte ook zijn steentje bijdragen, maar dan moet de omgeving dit hem/haar ook gunnen. Dat is helaas nog geen gemeengoed. Gehandicapten worden nog te vaak gediscrimineerd of simpelweg vergeten. De praktijk laat vaak zien dat in bijzijn van de gehandicapte over hem of haar wordt gepraat in plaats van met de persoon zelf, alsof hij of zij onzichtbaar is. Dit punt is tijdens de samenspraakbijeenkomsten veelvuldig genoemd. Gehandicapten ervaren dit gebrek aan acceptatie of onachtzaamheid als een belemmering om zich gelijkwaardig te voelen en zo actief deel te nemen aan de Haagse samenleving. Gehandicapten zijn niet zielig. Gelijkwaardig met elkaar omgaan begint met jezelf en elkaar te accepteren en daarmee een reëel beeld van elkaar hebben. Dat betekent wederzijds in elkaar willen blijven investeren. Mensen moeten begrip en respect voor elkaar hebben, dat is de basis om goed met elkaar te kunnen samenleven. Dat begint met elkaar kennen en waarderen in de buurt. Daarom investeert Den Haag in betere sociale samenhang en leefbaarheid in de buurt. Uitgangspunt daarbij is de wezenlijke gelijkwaardigheid tussen groepen mensen, met of zonder handicap. Het organiseren van ontmoetingen tussen mensen met en zonder handicap is daarbij een kerntaak van het welzijnswerk. Dat laat onverlet het belang van de inzet van vrijwilligers voor en door gehandicapten bij het organiseren van activiteiten.
Wat gaan wij doen? Wij gaan op lokaal niveau, binnen onze mogelijkheden, door met het verbeteren van het beeld over en de bejegening van gehandicapten bij zowel mensen met een beperking als hun omgeving. Wij roepen het professionele welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties op om ontmoetingen in de wijk zoveel mogelijk toegankelijk voor iedereen te maken en zullen daarover ook afspraken maken. Doel In de periode 2009 - 2011 stimuleren wij een meer gelijkwaardige omgang (in de directe woonomgeving) tussen zowel mensen met als zonder een beperking. Actiepunt 7 Ontmoetingen in de wijk georganiseerd door het welzijnswerk moeten zoveel mogelijk toegankelijk zijn voor gehandicapten. De behoefte hiertoe dient ook vanuit de wijk te worden aangegeven. Wij maken hierover afspraken met het welzijnswerk en stellen die jaarlijks aan de orde bij de belanghebbenden. Tevens wijzen wij vrijwilligersorganisaties erop dat het belangrijk is dat gehandicapten daadwerkelijk worden betrokken en worden ingezet bij hun activiteiten.
18
Volwaardig meedoen Volwaardig meedoen betekent dat wij de mogelijkheden en kracht van de gehandicapten willen vergroten en versterken op zoveel mogelijk gebieden. Een integrale aanpak moet hen gelijke kansen bieden op het gebied van inkomen, werk, sport en cultuur in Den Haag. Daar spannen wij ons voor in. Sinds 2006 is er een campagne om Haagse burgers mét, maar ook zonder een beperking te informeren, activeren en te prikkelen om meer te participeren, zowel bij de totstandkoming van ons beleid als in de Haagse samenleving. Ieder jaar gaat het om een ander thema en voert een andere wethouder de campagne uit. In 2006 was het thema sport en in 2007 stond arbeid centraal. In 2008 wordt cultuur extra belicht. Samenwerking met andere portefeuillehouders op verschillende terreinen maar ook met externe partijen draagt bij aan volwaardig meedoen.
Wat gaan wij doen? Wij werken samen met verschillende gemeentelijke diensten, andere portefeuillehouders en relevante externe organisaties aan betere en gelijke kansen voor gehandicapten zodat die volwaardig kunnen meedoen. Jaarlijks stellen wij in overleg met een portefeuillehouder een thema centraal en vragen hiermee extra aandacht voor mensen met een beperking. Doel In de periode 2008-2011 organiseren wij specifieke activiteiten voor mensen met en zonder een beperking om volwaardig meedoen onder gehandicapten te vergroten. Actiepunt 8 Jaarlijks organiseren wij de brede publiekscampagne: “Wat nou gehandicapt!” waarin ieder jaar één thema centraal staat. Voor 2008-2009 is het thema Cultuur zonder drempels, in 2009-2010 Toerisme en in 2010-2011 Verkeer. De website www.denhaagenhandicap.nl wordt als centraal medium ingezet en er worden diverse activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd. Actiepunt 9 Van 2009 tot en met 2011 besteedt Educatieve TV (E-TV) tenminste 4 afleveringen aan de beeldvorming van gehandicapten in het onderwijs.
Inkomen Gehandicapten hebben vaak extra kosten vanwege hun beperking. Dat maakt bijvoorbeeld de mogelijkheid om lid te worden van een sportvereniging of uit te gaan er niet makkelijker op. De gemeente Den Haag heeft hiervoor een specifieke regeling: het Fonds voor chronisch zieken en gehandicapten. Mensen kunnen hieruit jaarlijks een bedrag krijgen voor indirecte kosten vanwege het feit dat ze gehandicapt of chronisch ziek zijn. Tevens biedt de Haagse Ooievaarspas mensen met een minimum inkomen mogelijkheden voor korting bij sportverenigingen en culturele instellingen. Personen die recht hebben op een bepaalde voorziening, dienen daar ook gebruik van te maken. Een belangrijk streven voor de komende jaren is het verder terugdringen van het niet-gebruik van voorzieningen. Tevens wordt de komende jaren specifiek aandacht besteed aan kinderen uit gezinnen met een minimum inkomen. Het gaat hier eveneens om gehandicapte kinderen. Door de afspraken die worden vastgelegd in het convenant “Kinderen doen mee!” krijgen deze kinderen meer kansen om mee te doen in de Haagse samenleving. 19
Wat gaan wij doen? Wij gaan het gebruik van de verschillende inkomensondersteunende maatregelen voor gehandicapten stimuleren. Dit gebeurt in overeenstemming met het plan Harmonisatie Mimimabeleid. Doel In 2011 is het aantal gehandicapten dat gebruik maakt van het recht op een inkomensondersteunende maatregel toegenomen. In het bijzonder gehandicapten van niet- westerse afkomst. Actiepunt 10 In 2010 wordt in het kader van de armoedemonitor onderzocht hoeveel gehandicapten van niet-westerse komaf gebruik maken van gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen. Wij zetten in op betere voorlichting om gehandicapten te wijzen op de mogelijkheden van aanvullende bijstand en/of bijzondere bijstand.
Onbeperkt aan het werk Werken is voor een ieder belangrijk. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft cijfers over de arbeidssituatie van mensen met een langdurige aandoening3. Volgens deze cijfers had in 2006 bijna 40 procent van de gehandicapten een betaalde baan van twaalf uur of meer per week. Dat is aanzienlijk minder dan bij de totale beroepsbevolking; daar heeft 65 procent een betaalde baan van twaalf uur of meer. Wij zijn in 2007 de campagne ‘onbeperkt aan het werk’ gestart om ondernemers en organisaties te stimuleren meer gebruik te maken van gehandicapte arbeidskrachten. De campagne informeerde mensen met een beperking over de mogelijkheden om aan het werk te komen. De Haeghe Groep werkt samen met de Haagse dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor meer banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hiertoe behoren ook mensen met een beperking. Gehandicapten kunnen nu gebruik maken van de sociale werkplaats van de Haeghe groep. Verkorting van de wachtlijst bij de Haeghe groep is een permanent gespreksonderwerp van gesprek tussen dienst SZW en dienst Haeghe groep. De zogenoemde commissie Herbezinning Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) presenteerde onlangs eentoekomstschets van een regeling voor participatie voor mensen met beperkingen. In deze schets wordt een breder perspectief geformuleerd dan de huidige opdracht voor de WSW. Naar verwachting krijgt een ruimere groep dan nu het geval is kansen op een gesubsidieerde werkplek. De verwachte wet Stimulering Arbeidsparticipatie gaat werken met behoud van uitkering voor een periode van twee jaar mogelijk maken. Dat biedt kansen aan gehandicapten voor werkplekken om werkervaring op te gaan doen. De methodiek van ‘Startbaan’, de trainingsfaciliteit naar werk van de dienst SZW, wordt vernieuwd. Er wordt door een nieuwe arbeidsgeschiktheidskeuring, die de aandacht richt op kansen in plaats van beperkingen, aanvullende beoordeling en intensieve inzet van gezondheidsbevorderende programma’s ondersteuning geboden om klanten met een zekere af3
Daarbij worden arbeidsgehandicapten als volgt gedefinieerd: Personen van 15-64 jaar met een langdurige ziekte, aandoening of handicap, die hierdoor worden belemmerd in het uitvoeren of verkrijgen van werk.
20
stand tot werk actief te leiden. Verder breiden wij gesubsidieerde arbeid uit tot van 5000 banen in 2009. Het gebruik van subsidie wordt eenvoudiger gemaakt en de inzet wordt flexibel vorm gegeven. Dat betekent dat subsidie meer ingezet kan worden naar de individuele behoeften. De SZW-voorzieningen worden door de genoemde maatregelen aanzienlijk toegankelijker voor gehandicapten. Bij het zoeken naar werk voor mensen met beperkingen geldt het principe ´zo algemeen als mogelijk en zo specifiek als noodzakelijk´. Dat betekent dat mensen met beperkingen bij voorkeur moeten kunnen werken in algemene (niet op handicap gerichte) organisaties (en bedrijven) en daar ook een meer evenredig deel van moeten uitmaken dan thans het geval is.
Wat gaan we doen? Wij willen mensen met een beperking meer kansen geven op werk- en stageplekken. Daarvoor informeren wij mensen met een beperking over de mogelijkheden om aan het werk te gaan. Wij gaan er meer op toezien dat alle gemeentelijke diensten - waarmee wij al afspraken hebben gemaakt – in het personeelsbestand streven naar een goede afspiegeling van de Haagse samenleving. Dit betekent dat bij het aannemen van nieuw personeel dan wel bij stageplekken expliciet wordt gelet op het aannemen van mensen met een beperking. Wij zullen werkgevers overtuigen van de capaciteiten van gehandicapten en helpen gehandicapten bij hun inzet om werk te vinden. Waar nodig helpen wij gehandicapten specifiek werk krijgen. Doel In 2011 werken meer gehandicapten. Actiepunt 11 Wij overtuigen in 2009 en volgende jaren meer Haagse werkgevers om meer gehandicapten in dienst te nemen. Wij maken met de relevante partijen zoals de UWV,CWI, Haeghe Groep en de Sociale Dienst afspraken hoe gehandicapten te motiveren voor werk en/of aan een baan te krijgen, en hen daarin te begeleiden. Tevens wordt het aantal werkzoekende gehandicapten vastgesteld (nulmeting).
Samen sporten, gewoon doen! Mensen met een beperking sporten aanzienlijk minder vaak dan mensen zonder beperking: van de Hagenaars met een beperking doet 53 procent aan sport, terwijl van de Hagenaars zonder beperking 65 procent sport (Stadsenquête 2006). De lagere sportdeelname komt onder meer door de negatieve beeldvorming over de eigen (on)mogelijkheden, onvoldoende kennis van de concrete sportmogelijkheden in Den Haag en door het feit dat sportaanbieders nog onvoldoende inspelen op de beperkingen van gehandicapten. Om hier verbetering in te brengen hebben wij onlangs de sportnota (sport zonder hindernissen) voor mensen met beperkingen aangepast.
21
Tevens hebben wij in kaart gebracht welke sporthulpmiddelen toegevoegd kunnen worden aan de lijst van WMO individuele voorzieningen. Naar aanleiding van deze inventarisatie vergoeden wij vanaf 2009 sporthulpmiddelen zoals een zwemprothese of een handbike. Momenteel wordt de sportrolstoel door de WMO vergoed. Sporters met een beperking worden hierdoor niet financieel meer geremd in hun sportbeoefening.
Wat gaan we doen? Wij gaan Haagse sportaanbieders aanspreken op een groter en meer passend aanbod voor gehandicapten, met name voor jongeren. Met informatie en gerichte verenigingsondersteuning ondersteunen wij de sportaanbieders hierbij. De informatie over de mogelijkheden om te kunnen sporten in Den Haag wordt verbeterd. Vanaf 2009 worden ook andere sporthulpmiddelen dan de sportrolstoel via de WMO- individuele voorzieningen verstrekt. Uitgangspunt daarbij is dat het gaat om sportbeoefening met een sociaal of recreatief karakter.
Doel In 2011 doen meer mensen met een beperking aan sport. Actiepunt 12 Vanaf 2009 verbreden wij het WMO individueel aanbod met andere sporthulpmiddelen voor mensen met een beperking. Actiepunt 13 We zorgen voor een passend sportaanbod voor jongeren met een beperking. Dit doen wij in samenwerking met ouders, scholen en sportverenigingen. In de periode 2009-2011 stimuleren wij de organisatorische integratie van schoolsporttoernooien tussen het speciaal en regulier onderwijs.
Cultuur Hagenaars met een beperking of chronische ziekte maken minder gebruik van cultuur dan andere Hagenaars, zo blijkt uit onderzoek naar cultuurparticipatie in Den Haag (OIV, 2007). Vooral bij het bezoek aan voorstellingen (toneel, cabaret, dans, film, concert) is het verschil groot: 62 procent van de Hagenaars met een beperking heeft in 2006 één keer of vaker een voorstelling bezocht, terwijl dat bij andere Hagenaars 78 procent is. Bij chronisch zieken ligt het percentage bezoekers van voorstellingen op 68 procent. Bij festival- en museumbezoek is er ook een verschil tussen Hagenaars met en zonder beperking, maar dat is wel wat kleiner. De Haagse cultuur moet toegankelijk zijn voor iedere Hagenaar. De gemeente heeft de ambitie het cultuurbereik te vergroten, het aanbod meer divers te maken en talentontwikkeling de ruimte te geven. Het actieplan wijkcultuur ´De vonk die overslaat´ van april 2007 moet er aan bijdragen dat nog meer Hagenaars kunnen genieten van en meedoen aan kunst en cultuur. Het plan richt zich met name op de ontwikkeling van cultuur in de verschillende stadsdelen.
22
Wat gaan we doen? Wij zorgen dat er meer mogelijkheden komen voor gehandicapten om deel te nemen aan cultuuractiviteiten. Samen met cultuurorganisaties en onderwijsinstellingen willen wij met name de jongeren stimuleren mee te doen in reguliere verenigingen. Op scholen voor speciaal onderwijs wordt cultuureducatie (waaronder ‘Kunst als magneet’) verbreed op basis van projectplannen. Doel In 2011 nemen meer gehandicapten deel aan kunst- en cultuuractiviteiten. Actiepunt 14 In 2009 hebben gehandicapten mede door de inzet van de campagne ‘Wat nou gehandicapt!’, thema: “Cultuur zonder drempels”, meer mogelijkheden deel te nemen aan cultuuractiviteiten Actiepunt 15 In 2009 zetten wij in het kader van cultuureducatie, bij aangetoond succes, projecten zoals ‘Kunst als magneet’ voort op scholen voor speciaal onderwijs. Dit gebeurt op basis van projectplannen. Actiepunt 16 In 2009 komen extra mogelijkheden voor uitgaan door samen met relevante (zorg) instellingen maandelijks culturele activiteiten te organiseren voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel en licht verstandelijk gehandicapten.
23
24
6
Volwaardige toegang
Wij willen dat het voorzieningenaanbod voldoende en toegankelijk is en beter past bij de wensen en behoeften van de verschillende gebruikers ervan. Het verbeteren van de toegankelijkheid is al lang een politieke prioriteit. Gehandicapten moeten zoveel mogelijk gebruik kunnen maken van de algemene voorzieningen in Den Haag. Specifieke voorzieningen moeten er alleen zijn wanneer dat nodig is. Toegankelijke woningen, gebouwen, openbare ruimten, toegankelijk vervoer en toegankelijke informatie maken het mensen met een beperking makkelijker om mee te doen aan de Haagse samenleving. Wij gaan dit zogenoemde inclusieve beleid de komende jaren een extra impuls geven op het terrein van toegankelijkheid van voorzieningen. Zo willen wij dat bij elk plan of voornemen zoveel mogelijk vooraf rekening wordt gehouden met de basis- of algemene toegankelijkheid van de voorziening, óók voor mensen met een beperking. Het accent ligt bij het opheffen, binnen alle redelijke (financiële) kaders, van de nadelige situatie. In 2005 is de Haagse stimuleringsregeling toegankelijkheid voor openbare gebouwen in werking getreden. Deze regeling maakt het mogelijk om openbare gebouwen met een maatschappelijke functie toegankelijk te maken voor mensen die vooral lichamelijk of zintuiglijk gehandicapt zijn. Onze toegankelijkheidsgids waarin de toegankelijkheid van 100 Haagse gebouwen beschreven is, is een zeer succesvol element. De gids die vanaf eind 2007 wordt uitgebracht zowel in het Engels als in het Nederlands, kent inmiddels zijn derde druk. Zo is onlangs ook de Smartline gepresenteerd. De SmartLine is een elektronische gids voor visueel gehandicapten. Via een mobiele telefoon, uitgerust met GPS-ontvangst en toegevoegde software, krijgt de gebruiker tijdens zijn/haar wandeling informatie over te volgen richting, aankomsttijden van trams en toegankelijkheid van gebouwen. De fysieke gidslijn (ribbels en blindegeleidelijn) blijft de basis om de route volgen. De Smartline geeft aanvullende informatie. Daarnaast heeft de komst van Randstad Rail de toegankelijkheid van het openbaar railvervoer de afgelopen periode sterk verbeterd. Alle Randstadrailhaltes zijn volledig nieuw ontworpen waardoor de voertuigen nu gelijkvloers in en uit te gaan zijn. Op dit moment worden bij de Randstadrail nog kleine verbeteringen toegevoegd. Naar verwachting is in 2009 de Randstad Rail optimaal toegankelijk. Dit betekent op dit vlak een enorme stap voorwaarts.
Toegankelijke gebouwen en openbare ruimten De stad moet voor iedere Hagenaar fysiek goed toegankelijk zijn. Waar dat kan, moet bij het inrichten en aanpassen van gebouwen en openbare ruimten rekening worden gehouden met de verschillende soorten beperkingen. Inclusief beleid moet meer de norm worden. Iedere Hagenaar heeft belang bij het veiliger maken van drukke- en risicovolle verkeerssituaties en het toegankelijk houden van trottoirs. Mensen met een visuele beperking zijn bij zeer drukke verkeerspunten en verkeerslichten goed geholpen met rateltikkers of een blindegeleidelijn en dat hun blindengeleidehond in openbare gebouwen mag. Slechthorenden zijn in openbare gebouwen goed geholpen met een ringleiding die het ‘constante geruis’ tijdens het communiceren oplost. Infrastructurele projecten moeten daadwerkelijk gebonden zijn aan een strakke planning. Hoe sneller deze afgerond zijn, hoe minder hinder mensen met een beperking ondervinden van belemmeringen die hierdoor ontstaan. Tv West heeft een verkeersjournaal dat over de actuele bereikbaarheid in het verkeer bericht.
25
Vooral de diensten Stedelijke Ontwikkeling en Stadsbeheer spelen een grote rol bij het fysiek toegankelijk maken en houden van onze stad. Het Handboek Openbare Ruimte van deze diensten houdt rekening met mensen met een lichamelijke, verstandelijke en/of zintuiglijke beperking; het wordt gebruikt bij alle projectinitiatieven die te maken hebben met de inrichting van de openbare ruimten in Den Haag. Maar de gemeente kan niet alles regelen. Externe partijen zoals winkeliers, woningcorporaties, scholen, ziekenhuizen en bedrijven zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor het fysiek toegankelijk maken en houden van onze stad.
Wat gaan we doen? Wij blijven ons de komende periode inzetten voor het fysiek verbeteren van de toegankelijkheid van woningen, openbare gebouwen en openbare ruimten in Den Haag voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke en/of zintuiglijke beperking en chronische zieken. Wij spreken onze externe partners hier ook op aan. Het gebruik van de toegankelijkheidsregeling wordt nadrukkelijk gestimuleerd en wordt aangevuld met een brochure waarin ook informatie over de voordelen van domotica (elektronische hulpmiddelen) worden genoemd. Vooral in de herstructureringsgebieden (bijvoorbeeld bij het Centraal Station) letten wij extra op de toegankelijkheid en de veiligheid voor de gehandicapten, informeren wij hen en maken indien nodig hiervoor tijdelijke voorzieningen. Wij zien toe op een nog strakkere planning van infrastructurele projecten. Goed voorbeeld doet volgen en daarom gaan wij, waar nodig en zinvol, ook de toegankelijkheid van onze eigen gebouwen verbeteren. Het Handboek Openbare Ruimte blijft de leidraad voor de openbare ruimten. Mensen met een beperking kunnen hun ideeën en klachten op dit terrein bij ons melden. De belangenorganisaties voor mensen met een beperking waaronder Voorall en Zorgbelang, hebben hierin ook een belangrijke rol. De werkgroep Toegankelijkheid Den Haag (WTD), onderdeel van Voorall, adviseert regelmatig over toegankelijkheid van verkeerspunten, vervoersmogelijkheden, gebouwen en woningen. Doel In de periode tot 2011 is een aanzienlijk aantal openbare ruimten en openbare gebouwen toegankelijker geworden. Actiepunt 17 Wij houden vanaf 2009 jaarlijks een campagne om relevante partijen te wijzen op de mogelijkheden van de gemeentelijke toegankelijkheidsregeling. Minimaal 40 openbare ruimten en gebouwen worden met gebruikmaking van deze regeling toegankelijk gemaakt. Actiepunt 18 Wij maken duidelijk hoe toegankelijk de eigen gebouwen zijn. Op basis hiervan komt een plan van aanpak om de gebouwen toegankelijk(er) te maken. Actiepunt 19 Wij toetsen jaarlijks tenminste 50 gebouwen in Den Haag of die voldoende toegankelijk zijn en presenteren de resultaten op een website voor toegankelijkheid. Wij actualiseren één keer in de twee jaar de toegankelijkheidsgids. Actiepunt 20 Wij toetsen jaarlijks relevante bouwaanvragen en stratenplannen in Den Haag op goede toegankelijkheid volgens de bestaande wet- en regelgeving en verwerken het maximaal haalbare in nieuwbouwplannen en nieuwe- of aanpassingen aan de (her)inrichting van de openbare ruimte. Ook een toets achteraf blijkt in dit proces nuttig te zijn. Wij vragen Voorall ism de WTD deze taak uit te breiden en faciliteren hen daar voor. Actiepunt 21 Meerdere bestaande verkeerspunten krijgen akoestische signalering en/of een blindegeleidelijn. Uitgangspunt wordt dat nieuwe en aan te passen verkeerspunten deze technologische voorzieningen hebben. Er komt hiervoor een protocol.
26
Toegankelijke woningen Het College wil met de WMO-nota ‘Aandacht voor elkaar’ onder meer binding van bewoners met hun buurt, ontmoetingen tussen buurtbewoners stimuleren en toegankelijke wijken opzetten waarbij woningen, hulp- en welzijnsvoorzieningen fysiek goed te bereiken zijn voor mensen met een beperking. Mensen met en zonder functionele beperking moeten elkaar in het dagelijks leven tegen kunnen komen en ontmoeten. Dit sluit aan bij de wensen van veel burgers om zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen buurt te kunnen blijven wonen, zonodig geholpen met een toereikend aanbod van welzijn en zorg dicht bij hen in de buurt. De Haagse richtlijn ‘Aanpasbaar bouwen’ geldt sinds 1993. Aanpasbaar gebouwde woningen hebben een gunstig woningoppervlak en indeling. De afmetingen van gangen, deuren, kamers en sanitaire ruimten zijn geschikt voor rollator en rolstoelgebruik. In de afgelopen 15 jaar zijn meer dan 20.000 woningen aanpasbaar gebouwd. Net als iedere andere Hagenaar moeten ook mensen met een beperking zelf kunnen kiezen waar zij willen wonen. De woningcorporaties in Haaglanden, verenigd in de Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) hebben hun huurwoningen ingedeeld in categorieën van toegankelijkheid. Dit omdat geconstateerd werd dat onduidelijkheid bestond over het aanbod van reeds bestaande en nieuw aangepaste woningen. Bij het adverteren (labelen) van woningen in de woonkrant ‘Beter wonen in Haaglanden’ en op de website www.woonnet-haaglanden.nl maken corporaties sinds 1 januari 2007 gebruik van pictogrammen voor nultredenwoningen (woningen die zonder trappen van buitenaf bereikbaar zijn), rollatorwoningen en rolstoelwoningen. Nieuwe elektronische technieken in en rond het huis en de openbare ruimte kunnen de zelfstandigheid van de gehandicapte vergroten. Het gaat om het gebruik van domotica. Domotica omvat alle apparaten en infrastructuren in en rond woningen, die met elektronische informatie het leven vergemakkelijken. Een voorbeeld van domotica is via een druk op een knop deuren of gordijnen openen. Of FLATnet, een intranet in woongebouwen dat Haagse woningcorporaties hebben opgezet. Doel van FLATnet is dat mensen met beperkingen en ouderen via internet allerlei zaken zelf kunnen regelen vanuit hun woonkamer. Zoals een maaltijd bestellen bij een zorginstelling. Maar ook kan de gehandicapte via internet contact hebben met anderen en daardoor minder eenzaam zijn. Het eerdergenoemde Smartline is ook een goed voorbeeld van toegepaste elektronica waarmee visuele gehandicapten zich beter door de stad kunnen bewegen.
Wat gaan we doen? De gemeente Den Haag gaat door om bestaande en nieuwe woningen meer toegankelijk te maken en zonodig aanpassingen in de woningen voor mensen met een beperking aan te brengen. Bij nieuwbouwprojecten in Den Haag wordt het principe van aanpasbaar bouwen toegepast. Dat wil zeggen dat nieuwbouw (en verbouw) zodanig is ontworpen dat latere aanpassingen op eenvoudige en daardoor relatief goedkope wijze kunnen plaatsvinden, wanneer een bewoner dat nodig heeft; de woonruimte hoeft niet op voorhand speciaal aangepast en bestemd te zijn voor ouderen of gehandicapten. Wij passen in 2009 de bestaande definitie voor ‘Aanpasbaar Bouwen’ aan en laten deze dan ook gelden voor alle nieuw te bouwen woningen in de periode 2009-2011. De mate van toegankelijkheid van nieuw gerealiseerde woningbouwprojecten in de sociale sector wordtn – na de bouw – ook door de Stichting Voorall getoetst. Hagenaars met een beperking kunnen bij de gemeente terecht voor woonaanpassingen. Wij blijven met woningcorporaties en belangenbehartigers zoeken naar andere geschikte woonvormen die aansluiten bij wensen en mogelijkheden van mensen met een (specifieke) beperking. Gedacht wordt aan mantelzorgwoningen. 27
Wij maken daarbij gebruik van concrete voorbeelden in het land zoals in Rhenen. We blijven het gebruik van de Haagse wisselwoning stimuleren voor mensen die moeten wachten op een aangepaste woning. Wij investeren in de toepassingen van domotica en willen een folder uitbrengen om organisaties zoals woningcorporaties en zorginstellingen te stimuleren om een bijdrage hierin te leveren. Doel In 2011 kunnen gehandicapten dankzij de aanpassingen, meer dan nu het geval is, in hun woning en wijk blijven wonen, en is het aanbod van geschikte woningen op peil gebracht en inzichtelijk gemaakt. Actiepunt 22 In 2008 onderzoeken wij gericht de (nieuwe) woonbehoeften en wensen van gehandicapten. Op basis hiervan stellen wij voor of en op welke wijze dit gerealiseerd kan worden. Wij vragen de Sociale Verhuurders Haaglanden om aanpasbaar gebouwde woningen afzonderlijk bij het woningaanbod in de woonkrant en op internet te adverteren. Met DSZW kijken wij of we een gezamenlijke folder uitbrengen voor het gebruik van domotica binnen de WMO voorzieningen.
Toegankelijk openbaar- en individueel vervoer en parkeren Bij een fysieke toegankelijke stad hoort ook toegankelijk openbaar en individueel vervoer. Hagenaars met een beperking kunnen gebruik maken van de HTM, het aangepast vervoer (Achttax en regiotaxi) of de taxibus via de regeling “vervoersvoorziening gehandicapten”. Anders kunnen zij een beroep doen op andere vormen van individueel vervoer zoals een scootmobiel, speciale fiets en rolstoel. Voor het openbaar vervoer in deze stad is de gemeente niet alleen verantwoordelijk. Wel voor het individueel vervoer. Zo hebben wij een traject in gang gezet om het taxibusvervoer in deze stad beter aan te laten sluiten bij de wensen en behoeften van de gebruikers, onder wie mensen met een lichamelijke, verstandelijke en/of zintuiglijke beperking en chronische zieken. Het taxibusvervoer in Den Haag blijft noodzakelijk. Parkeren voor mensen met beperkingen is de afgelopen jaren sterk verbeterd. De aanvragen voor invalidenparkeerplaatsen gaan volgens landelijke richtlijnen. Daarnaast werkt de gemeente aan nieuwe maatregelen om parkeren voor gehandicapten te verbeteren. Het gaat hier bijvoorbeeld om het parkeren van scootmobielen bij woongebouwen.
Wat gaan we doen? We blijven ons de komende periode inspannen voor een klantgericht en toegankelijk vervoer in Den Haag. Hoewel de gemeente Den Haag hierin niet de regie heeft (die ligt bij Haaglanden), blijven wij in het Stadsgewest Haaglanden voortdurend aandacht vragen voor de wensen en behoeften van gehandicapten in relatie tot het openbaar vervoer. De Werkgroep Toegankelijkheid Den Haag (WTD) doet dit al een aantal jaren en met succes. Onze inspanningen hebben zich vertaald in een contract met een nieuwe vervoerder en aangepaste, aangescherpte voorwaarden, voornamelijk op het gebied van de toegankelijkheid van de voertuigen.
28
Daarnaast is de eigen bijdrage voor de taxibus gewijzigd in een vast bedrag van € 24 (2008) per jaar in plaats van een bijdrage per ritzone. Om te meten of de klanttevredenheid is toegenomen, wordt eind 2008 een klanttevredenheidsonderzoek verricht onder de taxibusgebruikers. Doel In 2011 sluiten het aanbod van de HTM, het aangepast openbaar vervoer (Achttax en regiotaxi) voor gehandicapten beter op elkaar aan. Actiepunt 23 In 2008 is de samenvoeging van de taxibus met de regiotaxi onderzocht om tot een beter vervoerssysteem te komen. In 2009 vindt hiervoor de aanbesteding plaats. Actiepunt 24 Eind 2008 vindt een klanttevredenheidsonderzoek plaats onder taxibusgebruikers. Actiepunt 25 We toetsen jaarlijks alle nieuwe- en te vernieuwen openbaar vervoer halten in Den Haag op een goede toegankelijkheid en verwerken het maximaal haalbare in de plannen.
Toegankelijke informatie Informatie, advies en cliëntondersteuning in de WMO-nota ‘Aandacht voor elkaar’ moeten burgers de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning (informatie) en waar nodig advies geven. Met digitale middelen wordt het hen mogelijk gemaakt om ook meer en beter mee te doen aan de Haagse maatschappij. Er is hard gewerkt om de (standaard) informatie en advies over de maatschappelijke ondersteuning (onder andere vervoer, wonen, huishoudelijke verzorging) op een makkelijke manier bij iedere Hagenaar te krijgen. Elk stadsdeel heeft onder de noemer “Den Haag op maat” een ondersteuningsloket op het stadsdeelkantoor en de welzijnsorganisaties hebben een I-shop. Informatie moet toegankelijker gemaakt worden, in het bijzonder voor mensen met een visuele-, auditieve- en verstandelijke beperking en die van niet-westerse afkomst. Dit geldt zeker voor de websites zoals www.welzogezond.nl, www.denhaagenhandicap.nl , www.vraagwijzerdenhaag.nl . Dat houdt in dat we een spraakmodule toe voegen voor blinden, dat het lettertype vergroot wordt voor slechtzienden en dat eenvoudige, begrijpelijke taal voor verstandelijk gehandicapten wordt gebruikt. De genoemde gemeentelijke websites zullen ook meegaan in de ontwikkelingen van www.denhaag.nl waarbij gestreefd wordt naar een toegankelijke, duidelijke en klantgerichte presentatie op internet. Hiervoor hebben wij al een paar stappen gezet. Zo hebben wij bij de landelijke en gemeenteraadsverkiezingen het zelfstandig stemmen door mensen met een visuele beperking mogelijk gemaakt. Op twee locaties stond hiervoor een aangepaste stemmachine. In de nota ‘Natuurlijk gezond!’ hebben we aangekondigd intensief gebruik te gaan maken van media in woord, geluid en beeld. Voorbeelden zijn: educatieve televisie, migrantenradio, theater, voorlichting in wachtkamers, gebedshuizen en koffiehuizen en het ontwikkelen van voorlichtingsmaterialen in eenvoudig Nederlands en indien noodzakelijk in de eigen taal.
29
Tevens wordt de “Teletolk” in het stadhuis, de digitale tolk, opnieuw geactiveerd zodat doven op een makkelijke manier informatie over gemeentelijke activiteiten kunnen krijgen. In de WMO-nota en de seniorenbeleidsnota (2008-2010) is een commissie aangekondigd die op ons verzoek de gemeentelijke folders, brochures en nota´s toetst op begrijpelijkheid, informatiewaarde en op de toegankelijkheid voor mensen met een verstandelijke en/of zintuiglijke beperking. Ook wordt deze beleidsnota ingesproken zodat vooral mensen met een visuele beperking de nota tot zich kunnen nemen.
Wat gaan we doen? We starten met het meer toegankelijk maken van de informatie over: diverse regelingen en voorzieningen in het kader van de WMO; (fysieke) loketten. Daarbij houden wij rekening met de wijze van communicatie voor de verschillende doelgroepen zoals doven, blinden en verstandelijk gehandicapten. Wij investeren in speciale ondersteuning en zetten hiertoe de beeldtelefoon in om beter te communiceren met doven. Tevens zoeken wij aansluiting bij de ontwikkelingen van www.denhaag.nl waarbij de digitale toegankelijkheid voor mensen met een beperking voorop staat. Doel In 2011 kunnen Hagenaars met een met een beperking antwoorden vinden op vragen die hen verder helpen bij het vinden en gebruik van regelingen en voorzieningen in het kader van de WMO en worden ze in de gelegenheid gesteld om optimaal gebruik te maken van digitale informatie. Actiepunt 26 We zorgen ervoor dat zowel de I-shops als de loketten in de stadsdeelkantoren fysiek toegankelijk zijn voor mensen met beperkingen. Daarnaast optimaliseren wij de toegankelijkheid van de gemeentelijke website(s) en andere informatiekanalen voor mensen met een beperking.
30
7
Samenspraak, onderzoek en monitoren
Met elkaar in gesprek zijn, onderzoek doen en het goed volgen van ontwikkelingen zijn essentieel om op de hoogte te blijven van gebreken zowel als veranderingen in noden, wensen en behoeften van de gehandicapten in Den Haag. Het delen van kennis tussen betrokken partners over de ervaringen is belangrijk om stappen voorwaarts te kunnen maken. We kunnen daarbij niet alleen leren van succesvolle acties maar ook van minder succesvolle. Op zowel landelijk als lokaal niveau leveren wij gegevens voor de WMO-monitor. De gegevens uit de stadsenquête, de jaarlijkse panelbijeenkomsten en de evaluaties van onze acties moeten voldoende zijn om te kunnen bepalen of we op koers zitten en waar we onze koers moeten wijzigen.
Wat gaan we doen? Wij brengen jaarlijks de voortgang in beeld die is geboekt bij de actiepunten in deze nota. We volgen en evalueren de komende periode zo veel mogelijk onze acties en verzamelen gegevens uit de diverse bronnen van de verschillende gemeentelijke diensten. We delen regelmatig onze kennis met andere steden en met belangenorganisaties in deze stad. Wij blijven investeren in de samenwerkingsverbanden die zowel het beleid als de uitvoering ervan volgen en toetsen. Doel Vanaf 2008 geven gehandicapten en hun vertegenwoordigers informatie aan de gemeente over de uitvoering en voortgang van de actiepunten uit de nota, en suggesties ter verbetering van het beleid en de uitvoering ervan. Actiepunt 27 Wij organiseren elk jaar in de stad een paneldiscussie waarin alle Hagenaars met en zonder beperking hun vragen, opmerkingen en ideeën naar voren kunnen brengen over de onderwerpen in deze nota. Actiepunt 28 Met stichting Voorall maken wij afspraken om ons gevraagd en ongevraagd te adviseren over vraagstukken in deze nota waaronder: het meer meedoen van gehandicapten aan cultuur, sport en werk en het gelijkwaardig omgaan met elkaar. Doel In 2011 weten we in hoeverre de acties uit de nota ‘Wat nou gehandicapt’ een positief effect hebben gehad op het volwaardig mee kunnen doen van Hagenaars met een beperking aan de samenleving. Actiepunt 29 Wij organiseren een structureel overleg waar wij met alle relevante sectoren onze acties evalueren, gegevens verzamelen en adviezen uitbrengen over onze maatregelen en acties. Jaarlijks rapporteren wij hierover aan de commissie. Actiepunt 30 In 2011 hebben wij meer zicht op de aard en omvang van de doelgroep gehandicapten in Den Haag, uitgesplitst naar aard van de handicap.
31
32
8
Samenvatting
Aanleiding en achtergronden Gemeenten zijn sinds 1 januari 2007 verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De Haagse raad heeft op 27 november 2007 de hoofdlijnen van het Haagse beleid voor de WMO vastgesteld met de kadernota ‘Aandacht voor elkaar’. Sindsdien zijn op een aantal deelterreinen van de WMO nota’s uitgebracht. Ondanks deze resultaten kunnen Hagenaars met beperkingen nog steeds onvoldoende volledig en zelfstandig meedoen aan de samenleving en daarin hun eigen keuzes maken. Dit blijkt ook uit de bijeenkomsten, discussies en interviews die wij de afgelopen maanden hebben gehouden met de gehandicapten, hun belangenorganisaties en professionele ondersteuners. Deze gesprekken zijn een belangrijke aanzet voor de drie uitgangspunten van deze nota en de dertig actiepunten waarmee wij de komende jaren aan de slag gaan. Het precieze aantal gehandicapten in Den Haag is niet bekend: er is geen centrale registratie en ook de definitie is niet eenduidig. In 2006 is wel een poging tot inventarisatie gedaan. Daaruit blijkt dat Den Haag naar schatting 100.000 mensen met een lichte beperking heeft, 29.000 met een matige beperking en 15.000 met een ernstige beperking. Circa 3.000 Hagenaars zijn verstandelijk gehandicapt. Gehandicapten komen in alle leeftijdsgroepen en in alle sociaal-culturele lagen van de bevolking voor. Vooral mensen met matige en ernstige beperkingen kunnen alleen meedoen als fysieke, sociale en psychologische barrières geslecht worden. Resultaten totnutoe De afgelopen collegeperiodes is een rijk geschakeerd voorzieningenaanbod ontwikkeld voor gehandicapten en chronisch zieken. De nadruk ligt op zorg, inkomen, vervoer, wonen, vrijetijdsbesteding en sport. In de geest van het VN-verdrag van de rechten van mensen met (functie)beperkingen is onder meer het volgende bereikt: • • • • • • • •
Gehandicapten kunnen in alle Haagse zwembaden terecht; er zijn speciale rolstoelen voor de stranden van Kijkduin en Scheveningen. In nieuwbouwprojecten geldt sinds 1993 het principe van ‘aanpasbaar bouwen’: woningen zijn snel aan te passen aan de specifieke behoefte van mensen met beperkingen. Het virtuele loket www.vr@@gwijzer.nl biedt gehandicapten informatie over vervoer, gezondheidszorg, welzijn en hulpmiddelen; duizenden mensen gebruiken de site jaarlijks. Gehandicapten kunnen, net als ouderen, gebruikmaken van maaltijdvoorzieningen aan huis; Een toegankelijkheidsregeling biedt subsidie om gebouwen toegankelijk te maken voor mensen met beperkingen. Er is een netwerk opgezet voor ouders of verzorgers van migrantengehandicapten; Mensen met verstandelijke beperkingen nemen via projecten meer deel aan sport- en hobbyclubs in buurt- en sporthuizen en bij sportverenigingen. Het landelijk jaar van de Handicap (2003) en een campagne (2005) hebben leven, werken en welzijn van mensen met beperkingen nadrukkelijk onder de aandacht gebracht.
33
Speerpunten nota: volwaardig meedoen, volwaardige toegang en aandacht voor bijzondere doelgroepen: jongeren en migranten. Ondanks deze resultaten kunnen Hagenaars met beperkingen nog steeds onvoldoende volledig en zelfstandig meedoen aan de samenleving en daarin hun eigen keuzes maken. Dit blijkt ook uit de bijeenkomsten, discussies en interviews die wij de afgelopen maanden hebben gehouden met de gehandicapten, hun belangenorganisaties en professionele ondersteuners. Deze gesprekken zijn een belangrijke aanzet voor de drie speerpunten van deze nota - volwaardig meedoen, volwaardige toegang en aandacht voor bijzondere doelgroepen en de dertig actiepunten waarmee wij de komende jaren aan de slag gaan. De drie speerpunten zijn: •
Volwaardig meedoen, gelijkwaardig met elkaar omgaan. Wij blijven investeren in eigen kracht en gelijke kansen voor mensen met beperkingen op het gebied van werk, sport, onderwijs, cultuur en wonen in Den Haag. Dat zijn belangrijke voorwaarden voor volwaardig meedoen. Dat vraagt ook een actieve eigen inbreng van gehandicapten zelf. Daarnaast dient de samenleving zich open te stellen voor gehandicapten en het gehandicapten mogelijk te maken hun waardevolle inbreng te leveren.
•
Volwaardige toegang. Gehandicapten moeten zoveel mogelijk gebruik kunnen maken van algemene voorzieningen in Den Haag. Er moeten voldoende voorzieningen zijn en die moeten beter toegankelijk zijn en voldoen aan de wensen en behoeften van de verschillende gebruikers. Wij gaan daarom de komende jaren meer werk maken van zogenoemd inclusief beleid. Bij elk plan of voornemen voor een basis- of algemene voorziening moet vooraf zoveel mogelijk rekening bedacht worden dat die voorziening ook toegankelijk moet zijn voor mensen met beperkingen. Wij leggen daarnaast het accent op het opheffen van de nadelige situatie binnen redelijke (financiële) kaders.
•
Extra aandacht gehandicapte jongeren en mensen van niet-westerse afkomst. Twee groepen gehandicapten krijgen in deze nota en onze acties de komende jaren bijzondere aandacht: jongeren en mensen van niet-westerse afkomst. Gehandicapte jongeren missen soms belangrijke persoonlijke competenties als overtuigingskracht en een sociaal netwerk om zich vanuit hun achterstandsituatie goed voor te kunnen bereiden op hun toekomst. Daar investeren wij de komende jaren extra in. Mensen van niet-westerse afkomst met beperkingen hebben extra problemen doordat zij het Nederlandse zorgsysteem niet goed kennen, onvoldoende kunnen communiceren en anders met gezondheidssituaties omgaan.
Concrete acties De nota bevat dertig actiepunten op onder meer de terreinen werk, inkomen, verkeer, vervoer, wonen, welzijn en sport. Ze moeten de zelfredzaamheid en de kracht van gehandicapten bevorderen, belemmeringen in de voorzieningen wegnemen en behoeften beter in kaart brengen. Twintig actiepunten zijn nieuw, terwijl 10 actiepunten bestaand beleid versterken.
Enkele nieuwe actiepunten zijn onder meer: •
•
Wij gaan Haagse werkgevers overtuigen van de noodzaak meer gehandicapten in dienst te nemen. Wij maken afspraken met het UWV, CWI, de Haeghe Groep en de sociale dienst afspraken gemaakt om dit te realiseren. Daarnaast willen wij een goed beeld krijgen van het aantal gehandicapten dat werk zoekt. Wij gaan het huidige welzijnsaanbod voor gehandicapten inventariseren en zonodig uitbreiden. 34
• • • • • • • • •
Wij willen dat meer gehandicapten gebruikmaken van hun recht op inkomensondersteuning. Via schoolsport zorgen wij dat in 2011 meer gehandicapten aan sport doen. Wij stimuleren de cultuurparticipatie van mensen met een handicap. We maken meer van onze eigen gemeentelijke gebouwen toegankelijk. Wij toetsen belangrijke bouwaanvragen en stratenplannen op goede toegankelijkheid en voorzien meerdere bestaande verkeerspunten van geluidssignalering en/of blindegeleidelijn. Wij brengen de woonbehoefte van en voor gehandicapten in kaart en realiseren de wensen zodanig dat in 2011 gehandicapten dankzij aanpassingen meer dan nu in hun woning of wijk kunnen blijven wonen. Wij onderzoeken de samenvoeging van taxibus met regiotaxi voor een beter vervoerssysteem. Wij breiden binnen de WMO voor individuele voorzieningen het aantal sporthulpmiddelen uit. Wij zorgen dat de I-shops (informatie) en de loketten van de stadskantoren fysiek en digitaal toegankelijk voor mensen met beperkingen.
Wij trekken voor de dertig actiepunten van 2008 tot en met 2010 in totaal ongeveer € 3,9 miljoen uit. Betere samenwerking binnen en buiten gemeente; bewaken voortgang nota De dertig acties moeten gehandicapten – binnen hun mogelijkheden – volledig en zelfstandig mee laten doen aan de Haagse samenleving, zodat zij hun zelf hun keuzes kunnen maken en een actieve bijdrage leveren aan de samenleving. Niet de beperking staat centraal, maar de kracht van een ieder om op eigen wijze mee te kunnen doen aan de samenleving. Het succes van het gehandicaptenbeleid hangt sterk af van de mogelijkheden en kansen op verschillende terreinen: wonen, gezondheid, inkomen, maatschappelijke ondersteuning, educatie, sport, cultuur, verkeer, vervoer, welzijn, werk, et cetera. Op al die terreinen moet rekening worden gehouden met de wensen, behoeften en kansen van gehandicapten. Maar zij moeten zelf ook bijdragen aan het oplossen van knelpunten. Wij kunnen de ambities in deze nota alleen realiseren door meer en betere samenwerking tussen gemeentelijke diensten op beleidsterreinen als sociale zaken, onderwijs, stedelijke ontwikkeling, sport, volksgezondheid, welzijn en personeel. Dat gebeurt ook al. Zo besteedt de nota ‘Natuurlijk gezond!’(nota Volksgezondheid) ook aandacht aan gezondheidsproblemen van chronisch zieken en gehandicapten. De notitie ‘Zuinig op mantelzorg’ gaat ook in op noodzakelijke mantelzorg voor gehandicapten. De noodzakelijke intensieve samenwerking geldt ook voor de samenwerking met niet-gemeentelijke partijen als sportorganisaties, musea, woningcorporaties, zorginstellingen en winkels. Elk jaar zullen wij de raad een rapportage sturen met een overzicht van de voortgang in de dertig actiepunten. Daarbij kijken wij ook of nieuwe, extra maatregelen nodig zijn en of daar extra geld voor nodig is en in welke mate.
35
36
9
Bijlagen
37
38