HOERA!
HOERA!
Een burgerinitiatief
Een burgerinitiatief Burgerinitiatieven voor verbetering leefomgeving De belangstelling voor de eigen leefomgeving groeit. Burgers zijn mondiger geworden en nemen steeds vaker het initiatief om hun leefomgeving te verbeteren. Zij willen dat de gemeente naar hen luistert en hun initiatief voor een groene of boomrijke omgeving mogelijk maakt. Dit blijkt voor bestuurders en ambtenaren niet altijd een gemakkelijke opgave. Het gevolg is dat veel sympathieke initiatieven niet van de grond komen. Gelukkig zijn er succesvolle voorbeelden, die navolging verdienen. De publicatie Hoera! Een burgerinitiatief belicht tien geslaagde projecten. De ervaring met deze geslaagde projecten levert richtlijnen op voor het succesrijk omgaan met groene burgerinitiatieven. Met als resultaat: meer groen in de leefomgeving, meer draagvlak en een betere relatie tussen (actieve) bewoners en de gemeente.
Tien succesvolle voorbeelden
HOERA!
Een burgerinitiatief Edwin Koot, Frank Naber, Ruud Steggerda
Tien succesvolle voorbeelden
Colofon Uitgever Bomenstichting, Oudegracht 201bis, 3511 NG UTRECHT www.bomenstichting.nl
[email protected] 030-2303510 Auteurs Edwin Koot, Frank Naber, Ruud Steggerda Vormgeving Westbroek en Ter Haar, Nijmegen Productie Frank Moens Redactie Gimpel Tekst & Redactie Druk DeckersSnoeck NV, België Papier Revive 50:50 Fotoverantwoording Omslag, binnenflappen: R. Hoffman; Inleiding: I. Willeboordse; 1. Middelburg: J. Jacobs, E. Koot; 2. Utrecht: P. de Bruin, E. Koot; 3. Zaandijk: R. Steggerda, L. van Vlaanderen; 4. Schiedam: R. Steggerda; 5. Neede: bestuur Gedenkbos Neede; 6. Utrecht: E. Koot, J. Parlevliet; 7. Schoonhoven: B. Straver-van Leeuwen; 8. Epe: A. van der Sluis; 9. Harderwijk: M. Deurlo; 10. De Kwakel: gemeente Uithoorn, M. Tijdgat; Conclusie: bestuur Gedenkbos Neede. Eerste druk, november 2010 Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Deze uitgave is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Noch de auteurs, noch de uitgever stellen zich aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van onjuistheden en/of onzorgvuldigheden ten gevolge van gebruik van deze uitgave. © Bomenstichting Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN: 978-90-70405-25-0
Inhoud Inleiding
5
1
Bomenbuurt, Middelburg
6
2
Groen rond Fort Aan de Klop, Utrecht
12
3
Oude moerbeiboom, Zaandijk
18
4
Stadspark De Plantage, Schiedam
22
5
Gedenkbos, Neede
28
6
Bikkershof, Utrecht
34
7
Leonard Springerpark, Schoonhoven
38
8
Boomaanplant Zaailand, Epe
42
9
Natuurspeelplein Vrije School, Harderwijk
46
10 Multifunctionele natuur, De Kwakel
52
Bevindingen en aanbevelingen
58
4
Inleiding De laatste tien tot vijftien jaar nemen burgers steeds vaker het initiatief om hun leefomgeving te verbeteren. Problemen die ze vroeger door de overheid lieten oplossen, pakken ze nu zelf aan. Burgers zijn mondiger geworden en willen meer invloed uitoefenen dan alleen via inspraak of interactieve besluitvorming. Ze willen dat de gemeente naar hen luistert en hun initiatief voor een groene of boomrijke omgeving mogelijk maakt. Dit blijkt niet altijd een gemakkelijke opgave. Zowel bestuurders als ambtenaren worstelen met de vraag hoe ze moeten omgaan met deze burgerinitiatieven. Het resultaat van deze worsteling is dan ook dat burgers vaak een gesloten deur vinden. Gelukkig zijn er succesvolle voorbeelden, die navolging verdienen. Je moet er als burger wat voor over hebben om jouw groene initiatief te laten slagen. Uit het onderzoeksrapport ‘Help! Een burgerinitiatief ’ van Inaxis komt naar voren dat je minstens hoogopgeleid, goed gemotiveerd en zeer volhardend moet zijn om de noodzakelijke bureaucratische marathon te kunnen volbrengen. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat het aantal burgerinitiatieven snel groeit en dat de ontwikkelingen hard gaan. Dat blijkt ook uit de stortvloed aan publicaties die de laatste tijd over dit onderwerp verschijnen. Met name het medium internet draagt bij aan een snelle ontplooiing en verspreiding van een initiatief en er worden gemakkelijker medestanders gevonden en coalities gevormd. De gemeente moet zich goed voorbereiden op een faciliterende rol.
De betrokkenheid van burgers bij het groen in hun woonomgeving wordt vergroot als het voor hen aantrekkelijker wordt gemaakt om initiatieven te nemen. Initiatieven die vervolgens – al dan niet samen met de gemeente – tot uitvoering komen. Daarmee wordt de kans op succes groter, waarmee een waardevolle bijdrage aan de natuur en het groen in de directe omgeving wordt geleverd. In de huidige praktijk ervaren burgers die zelf initiatieven ontplooien nogal eens tegenwerking in plaats van ondersteuning. Dit werkt demotiverend en de negatieve ervaring leidt bovendien tot minder vertrouwen in de gemeente, wat de kloof tussen burger en overheid alleen maar groter maakt. 5 In deze publicatie belichten wij tien geslaagde burgerinitiatieven. Hier ligt de sleutel tot succes. Praktijkvoorbeelden laten immers zien waar de initiatiefnemer op bedacht moet zijn en tonen het profiel van een ondernemende en faciliterende ambtenaar. Een nadere analyse met alle betrokkenen geeft aan welke kansen er liggen en hoe we hiermee om moeten gaan. Dit resulteert in handzame aanbevelingen voor het succesrijk omgaan met groene burgerinitiatieven, met als uiteindelijk resultaat: meer groen in de leefomgeving, meer draagvlak en een betere relatie tussen (actieve) bewoners en de gemeente.
1. Bomenbuurt, Middelburg Architect Rothuizen heeft de wijk Griffioen 1 met een groene visie ontworpen. De architectuur van bebouwing, straatpatronen en groenstructuren vormt een harmonisch geheel. De wijk is ruim opgezet, alle achtertuinen zijn op het zuiden gericht en grenzen aan brede groenstroken. De straten zijn naar boomsoorten vernoemd, waardoor wordt gesproken over de ‘Bomenbuurt’. Op initiatief van de bewoners wordt het groen nu onderhouden door de buurt zelf. De bewoners zijn verenigd in de Stichting Bomenbuurt Griffioen. Ze planten, wieden, snoeien en ruimen het bladafval op van het buurtgroen. De gemeente beheert nog wel zelf de grasvelden, de bomen en de vijver.
6
Verwaarloosd groen vraagt impuls Anno 2003 constateert de gemeente dat het openbaar groen in de wijk Griffioen van matige kwaliteit is. Het beheer van het groen is lastig, temeer daar de grenzen tussen particulier en openbaar groen zijn vervaagd. De gemeente bereidt een renovatieplan voor. Volgens dat plan worden alle plantsoenen vervangen door grasvelden, waarin hier en daar een boom geplant zal worden. Het plan valt echter slecht bij de bewoners. Tijdens een informatieavond zijn tweehonderd mensen aanwezig die hun ongenoegen duidelijk kenbaar maken. De gemeente is verrast. Wat gebeurt hier? Ze had niet verwacht dat het omvormingsplan op zo veel weerstand zou stuiten. De bewoners in Middelburg zijn immers over het algemeen redelijk mild en er is meestal weinig verzet tegen plannen. De gemeente geeft echter snel aan te zullen luisteren naar wat bewoners dan wel willen.
Overleg over alternatief plan De gemeente vraagt de aanwezigen om met een ander voorstel te komen. Een bewonersoverleggroep, met uit iedere straat een vertegenwoordiger, schrijft een reactie op het plan en onderzoekt de wensen van de overige bewoners. De gemeente stelt een werkgroep samen met bewoners, de huurdersvereniging en de woningbouwcorporatie. Er worden afspraken gemaakt waaraan alle partijen zich conformeren. Zo mogen bewoners geen hoge schuttingen meer plaatsen om het open, groene karakter van de wijk te benadrukken. Er komt een alternatief groenrenovatieplan, dat uitgaat van behoud en versterking van het groen dat er is. Om het alternatieve plan uit te kunnen voeren wordt de stichting Bomenbuurt Griffioen opgericht, zodat de gemeente een partij heeft waarmee zij samen kan werken en bindende afspraken kan maken. Samen met vele
7
8 vrijwillige handen worden heesterpercelen herplant. Er komen overal in de buurt jonge bomen en de bospercelen worden voorzien van nieuwe hazelnoten en meidoorns. De door iepziekte verloren gegane bomen in de Olmenlaan worden vervangen door twintig nieuwe (resistente) ‘olmen’, zodat er weer sprake is van een laan. Niet alleen het openbaar groen, ook de ‘particuliere’ geveltuinen krijgen een opknapbeurt. De uitstraling en leefbaarheid van de buurt krijgen door dit alles nieuw elan.
Uitwerking is meer dan groen Het beheer van het groen wordt door de gemeente door middel van een beheerovereenkomst budgetneutraal overgedragen aan de stichting. De stichting zet zich in voor herstel en verbetering van de oorspronkelijke karakteristieke groenstructuur van net na de oorlog. Bij alle acties is er veel aandacht voor de communicatie met bewoners. Er verschijnt met regelmaat een nieuwsbrief en er is periodiek overleg met straatvertegenwoordigers. De stichting organiseert samen met de Zeeuwse volksuniversiteit cursussen om de vrijwilligers te leren wat er allemaal komt kijken bij het beheer van heesters en plantvakken.
9 Er wordt niet alleen gewerkt aan groen. Er zijn ook natuurwandelingen en Bomenbuurtfeestdagen en ‘onder de bomen’ wordt een toneelstuk opgevoerd. Er verschijnt zelfs een heuse documentaire over de bijzondere kwaliteiten van de buurt en het in gang gezette verbeteringsproject. Door samen te werken aan het onderhoud en beheer van het groen en ook andere activiteiten samen te doen, ontstaat betrokkenheid en samenhorigheid. De sociale cohesie in de Bomenbuurt groeit op een geheel natuurlijke wijze. Op het Olmenplein staat nu centraal de Bomenbuurtboom met daaromheen een bankje. Een ontmoetingsplek voor jong en oud die hier kan jeu-de-boulen, schaken, kletsen of chillen. Ook dit pleintje is ten dele door de vrijwilligers aangelegd. Een ander gevolg van dit groenverbeteringsproject zijn de kortere lijnen met de gemeente. Er is meer onderling vertrouwen. Dat komt bijvoorbeeld van pas bij de aanpak van de wateroverlast in de wijk: de aanleg van een nieuw, voor regen- en vuil water gescheiden rioleringssysteem kan snel worden gerealiseerd. Het enthousiasme van de stichting heeft er ook toe geleid dat de woningbouwcorporatie
10
en de gemeente gezamenlijk opdracht hebben gegeven om de geschiedenis en de kwaliteiten van de buurt in kaart te brengen en een beeldkwaliteitsplan op te stellen. Om de bescherming van de schoonheid, de ruimtelijke structuur en de cultuurhistorische waarden van de buurt voor nu en in de toekomst veilig te stellen, is de Bomenbuurt aangewezen als gemeentelijk monument.
Variatie in kennis en vaardigheid bij bewoners De belangrijkste succesfactor voor dit burgerinitiatief is de verscheidenheid aan kennis en ervaring bij de bewoners. Er is benul van zowel planten en dieren als van historie. Daarnaast weet men hoe besluitvormingsprocessen werken, waardoor de politiek direct bij de plannen wordt betrokken. Nuttige bijkomstigheid is dat het eerste plan van de gemeente in de ogen van de bewoners erg rigoureus was, wat leidde tot een massale reactie en samenhorigheid onder de bewoners. Andere kwaliteiten van bewoners die belangrijk zijn voor het slagen van het initiatief: 1. 2. 3. 4.
doorzettingsvermogen; sociale betrokkenheid; juiste netwerk; vooruitzien.
Open houding bij gemeente De gemeente is zich ervan bewust dat zij geen monopoliepositie inneemt en dus moet komen tot een plan waar zowel gemeente als burgers zich in kunnen vinden. Voor openbaar groen was dit de eerste keer dat zoiets gebeurde en het is nog steeds het meest opvallende voorbeeld. Het was moeilijk in te schatten hoe het zou gaan. De samenwerking ging ver, wat bewust en onbewust ook zijn weerslag heeft op andere projecten. Bijvoorbeeld is voor dit project gemeentelijk groenbudget ter beschikking gesteld, dat de stichting echter ook voor andere doeleinden kan gebruiken. Intern was er eerst een reactie tegen het plan; de gemeente doet immers een stap terug en ‘verliest terrein’. Maar doordat de bewoners politiek draagvlak kregen voor hun plannen, veranderde dit geleidelijk in ondersteuning van dit initiatief. De meer verdedigende houding bij dergelijke bewonersinitiatieven is inmiddels veranderd in een meer stimulerende reactie – mits er draagvlak is en een goed plan.
Burgerinitiatief: Buurtgroen in eigen beheer bewoners Looptijd: 2003-heden Succesfactoren: - Deskundigheid bewoners - Meedenkende gemeente - Beheerbudget voor stichting - Samenhang in buurt Meer info: www.griffioengroen.nl
11
2. Groen rond Fort Aan de Klop, Utrecht Fort Aan de Klop behoort tot de oudste verdedigingswerken in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Rond dit fort ligt een klein natuurgebied. Een deel van het beheer van het terrein wordt door vrijwilligers verzorgd. Zo snoeien zij ieder voorjaar de hoogstamboomgaard en is op hun initiatief een natuurbeheerplan voor het gebied opgesteld. Dat betekent dat er niet langer ad hoc wordt beheerd, maar met een visie. De cultuurhistorische en ecologische waarden van het gebied zijn hierdoor beter veiliggesteld.
Strategische plek voor natuur Fort Aan de Klop ligt op een strategische plek en werd oorspronkelijk gebruikt voor de verdediging van Utrecht. Militairen die hier gelegerd waren, richtten de directe omgeving van het fort in voor hun dagelijkse behoeften. Ten noorden van het fort lag een moestuin en rondom stonden iepen voor brandhout, knotwilgen voor afrasteringen en meidoornhagen als natuurlijk prikkeldraad. Het gebied is nu een van de weinige plekken in dit deel van Utrecht dat niet door een landschapsarchitect is ingericht. Het bos en de boomgaard rond het fort zijn jarenlang minimaal onderhouden; hier heeft de natuur haar gang kunnen gaan. De nieuwbouwplannen op het aangrenzende terrein van een oude school zetten echter druk op dit stukje natuur. Omwonenden en de Natuur- en Milieugroep Overvecht (NMO) vrezen namelijk dat het ‘verwaarloosde karakter’ van het gebied kan leiden tot vragen van de toekomstige bewoners of het bosje niet ‘opgeruimd’ kan worden. Temeer daar de woningbrochure om de interesse van potentiële belangstellenden te wekken als verkoopargument ‘uitzicht op het fort’ gebruikt. Dat kan alleen als er bomen gekapt worden, waarmee de natuurwaarden en de historie van het gebied verloren dreigen te gaan.
Duurzaam planmatig beheer Het gebied viel lange tijd tussen wal en schip. Het had qua beheer duidelijk niet de aandacht en prioriteit van de gemeente. Enerzijds was dit prima, want hierdoor had je
13
een wilde stukje natuur waar veel wandelaars gebruik van maakten. Anderzijds was er hierdoor sprake van houtje-touwtjebeheer en konden er plotseling onlogische dingen worden gedaan. Zo werden overhangende takken boven het water weggehaald, terwijl deze essentieel zijn voor de aanwezige ijsvogels. Sinds een jaar of tien heeft de NMO het gebied geadopteerd, met als doel de natuurkwaliteit te verbeteren. Tevens is de wens om het gebied toegankelijker en aantrekkelijker te maken. De wijkbewoners staan hier achter. Er is veel contact met de omwonenden, zodat iedereen op de hoogte is en de plannen steunt. De werkgroep is gaan praten met de gemeente over de mogelijkheid van het opstellen van een beheerplan dat het gebied kan veiligstellen of de aanwezige natuurwaarden zelfs kan ontwikkelen. De gemeente stelt in de regel alleen beheerplannen op voor grote parken en niet voor dit soort ‘postzegelgebiedjes’. Het beheer van het gebied rond Fort Aan de Klop moet zo veel
mogelijk binnen het reguliere beheer vallen. De vrijwilligersgroep kan wel zelf met een beheerplan komen en (niet onbelangrijk) daarvoor is ook budget beschikbaar. Met dit geld neemt de NMO een deskundig bureau in de arm voor een ecologische inventarisatie en het opstellen van een beheerplan. De uitgebreide inventarisatie geeft inzicht in de bijzonderheden van het gebied en met het juiste beheer kan het gebied ecologisch nog interessanter worden. Het plan wordt op een druk bezochte informatieavond uiteengezet en enthousiast ontvangen. Dankzij het beheerplan staat de gemeente erachter en is er sprake van continuïteit. De gemeente zal waar nodig baggeren, maaien en snoeien en er samen met de NMO voor zorgen dat de streefbeelden uit het natuurbeheerplan voor de verschillende landschapstypes worden gerealiseerd. En passant wordt deze voortuin van de omwonenden kleurrijker en het gebied voor bezoekers aantrekkelijker.
Samen-werkgroep De NMO bestaat ongeveer tien jaar. In het begin is de werkgroep reactief op plannen, maar dat werkt niet optimaal. Nu zit ze aan tafel voor overleg met de gemeente Utrecht. Inmiddels is een goede relatie opgebouwd met de gemeente, al maakt de werkgroep nu al de vijfde ambtenaar mee. De NMO is kritisch, maar denkt mee en heeft een goede, serieuze inbreng. Het kost weinig moeite de gemeente te overtuigen, wat jaren geleden wel anders is geweest. Het onderling vertrouwen dat de werkgroep en de gemeente hebben opgebouwd, betaalt zich (letterlijk) terug in het opstellen van het beheerplan voor de groenzone rond Fort Aan de Klop. Dankzij het burgerinitiatief krijgt ook dit bijzondere gebiedje meer aandacht. 16
Enthousiasmerende gemeenteambtenaar De ambtenaar die de zaak behartigt is erg bepalend. In dit geval treft het NMO steeds een ambtenaar die open staat voor goede ideeën en hen graag op weg helpt. Het is een voorwaarde voor de gemeente dat wanneer burgers met een initiatief komen, dit goed wordt uitgewerkt. Hierdoor wordt de initiatiefnemer gestimuleerd er goed over na te denken en het ook zelf uit te werken, zodat er draagvlak voor is. Het enthousiasme werkt wederzijds: door de geestdrift van de werkgroep gaat de gemeente na of, en zo ja hoe zij meer kan doen voor het gebiedje, in dit geval door te investeren in het baggeren van de grachten en onderhouden van de paden. Het beheerplan zorgt ook voor continuïteit. Burgerinitiatieven zijn vaak afhankelijk van een paar vrijwilligers en als zij wegvallen, kan het plan stil komen te liggen. Door het beheerplan staat de gemeente borg voor de voortgang.
17
Burgerinitiatief: Opstellen beheerplan voor natuurgebiedje Looptijd: 2009-heden Succesfactoren: - Samenwerkende werkgroep - Enthousiaste ambtenaar - Subsidiebudget - Continuïteit in beheer Meer info: www.bewonersplatformovervecht.nl
3. Oude moerbeiboom, Zaandijk In Zaandijk maakte een groepje bomenliefhebbers zich ernstig zorgen over het mogelijk verdwijnen van een karakteristieke moerbeiboom tijdens een restauratie van het erachter gelegen pand. De krachten werden gebundeld om de boom te behouden. Al betrof het hier maar één oude boom, het was een heel bijzondere en daarom de moeite waard.
Aanleiding In Zaandijk, onder de rook van Amsterdam, staat op de Lagedijk een zeventiende-eeuws Zaans pakhuis ‘Het Weefhuis’. In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt tegen de houten gevel een moerbeiboom (Morus nigra spp.) geplant. De zonnewarmte die terugstraalt van het hout zorgt voor een goede afrijping van de begeerde moerbeien, op bramen gelijkende vruchten. In 1960 koopt de gemeente Zaandijk het pand en renoveert het oude pakhuis, waarbij de moerbei zonder veel omhaal van woorden tot op een halve meter van de grond wordt afgezaagd. Gelukkig blijft de vitale oude stronk behouden, waardoor deze opnieuw prachtig kan uitlopen. Tot 2003 bewonen enkele organisaties het pand. Nadat de laatste vertrokken is wordt de stichting Het Weefhuis (met een brede culturele doelstelling) opgericht. Alvorens zich hier te vestigen wil deze organisatie het oude pakhuis – een rijksmonument – inclusief de fundering grondig renoveren.
Bezorgd Een groepje Zaanse bomenliefhebbers is bekend met de standplaats van deze bijzondere boom en vraagt de nieuwe eigenaar om de inmiddels imposant hergroeide moerbeiboom tijdens de renovatie te beschermen. Het
19
20
aanbrengen van nieuwe funderingspalen en een betonnen funderingsplaat onder het antieke casco van ‘Het Weefhuis’ zou funest zijn voor het wortelgestel van de moerbeiboom, waardoor deze alsnog verloren zou gaan. De net opgerichte stichting is van goede wil maar blijkt niet in staat om de kosten die gepaard gaan met het behouden van de boom voor haar rekening te nemen. De initiatiefnemers, die inmiddels ook met Kontakt Milieubeheer Zaanstreek hebben gesproken, vragen daarop de gemeente Zaanstad of zij de kosten wil dragen van de bescherming van deze boom, die zo bijzonder is dat deze geregistreerd staat in het Landelijk Register Monumentale Bomen van de Bomenstichting.
Boek De actie rond het behoud van de oude moerbei blijkt de opmaat tot een totale inventarisatie van alle bijzondere en waardevolle bomen in de Zaanstreek. Dezelfde groep bevlogen burgers, nu gesteund door het Zaans Milieu Kontakt, neemt deze omvangrijke klus op zich. De inventarisatie wordt in 2010 afgerond en heeft als resultaat het fraaie boek Kijken naar bomen in de Zaanstreek. Hierin wordt een veertigtal boomsoorten, waaronder uiteraard de moerbei, op diverse locaties in de Zaanstreek beschreven en afgebeeld zoals ze het landschap verfraaien. 21
Maatregelen De gemeente Zaanstad blijkt gevoelig voor de argumenten en geeft de firma Copijn opdracht om een onderzoek te doen en advies te geven. Naar aanleiding van de uitgebrachte rapportage neemt de gemeente de financiering en uitvoering van de beschermende maatregelen voor haar rekening. Voorafgaand aan de renovatie wordt de boom losgemaakt van de gevel. Hiervoor wordt een opvangconstructie gemaakt waarin de boom als het ware wordt opgehangen. Na afloop van de renovatie in 2006 wordt deze constructie weer verwijderd en wordt de boom tegen de gevel met de gesteltakken opnieuw verankerd. De boom heeft geen nadelige gevolgen ondervonden en staat er weer prachtig bij.
Burgerinitiatief: Behoud moerbeiboom Het Weefhuis, Zaandijk Looptijd: 2005-2006 Succesfactoren: - Vastberaden dorpsbewoners - Bereidwillige gemeente Zaandam Meer info: www.kijkopzaandijk.nl www.jmr-productions.nl/kmz www.wp.hetweefhuis.nl E-mail:
[email protected]
4. Stadspark De Plantage, Schiedam
De Plantage is een buurt met een geheel eigen karakter en gezicht, direct grenzend aan de oude binnenstad van Schiedam. De buurt is gesitueerd rond een van de oudste stadsparken van Nederland. Het park werd in 1767 aangelegd door de stadsarchitect Van Bol’es. In die tijd was dit gebied een groene zone aan de rand van de stad, waar welgestelde lieden een representatieve woning lieten bouwen met een dito tuin. In 1826 gaf de gemeente Schiedam de tuinarchitect J.D. Zocher jr. de opdracht om De Plantage opnieuw in te delen, omdat de beplanting tamelijk verwilderd was. Nadat het park in de Tweede Wereldoorlog flink was beschadigd, heeft in 1953 opnieuw een flinke renovatie plaatsgevonden.
Aanleiding Midden jaren negentig van de twintigste eeuw vindt de meest recente, ingrijpende renovatie van het park plaats. In de eerste fase wordt een drainage aangelegd om de vele monumentale bomen te behouden, in de tweede fase volgt een nieuw wandelpad en een rosarium. Ten slotte worden de onderbeplanting en diverse karakteristieke details aangepakt. Het doel van de laatste renovatie is om van De Plantage weer een aantrekkelijk stadspark te maken. Dit is zowel een sterke wens van de groendienst als van de omwonenden. Ten behoeve van de Open Monumentendagen in 1994 maken enkele kunstenaars en de gemeente een ontwerp, dat echter niet wordt uitgevoerd.
Mensen Het grootschalige karakter van de eerste renovatiefase en de onvrede bij de omwonenden en buurtbewoners over de wijze waarop deze wordt uitgevoerd, leiden tot de op-
23
richting van een protest- en belangenvereniging die vanaf dat moment actief betrokken wordt bij de herontwikkeling van het park. In de Plantagebuurt wonen ongeveer vijfhonderd mensen. De meeste bewoners zijn tevens eigenaar van hun woning of bedrijfspand en velen zijn er al jaren gevestigd. De sociale contacten zijn, zeker voor een stedelijke omgeving, hecht en er is een ‘harde kern’ van bewoners actief in diverse werkgroepen.
Belangenvereniging De vereniging Plantagebewoners houdt zich vanaf het begin bezig met het krijgen van inzicht in de plannen en met inspraak in de herinrichting van het park. Ook andere zaken die de buurt betreffen, zoals parkeerproblematiek en nieuwbouwplannen, komen op de agenda. Vanzelfsprekend is het onderhouden van een goed contact met de vertegenwoordigers van de gemeente een belangrijke bestuursactiviteit. Daarnaast organiseert de vereniging sociale activiteiten, zoals een jaarlijks evenement voor de jeugd, en sportieve, sociale en culturele evenementen.
24
Evolutie In de loop der jaren groeit de vereniging van een protest- en belangenvereniging uit tot een levende buurtvereniging. De vereniging is nauw betrokken bij de ontwikkeling en het beheer van het park. De bewoners zijn daarnaast ook actief bij organisatie en uitvoering van vele evenementen, waaronder jaarlijks in mei een stadsontbijt op de landelijke Dag van het Park, het initiëren van exposities en tal van buurt- en zomerfeesten. Ook zet de vereniging zich in voor het presenteren van tijdelijke en permanente kunst in het park. Zo kan weer iets van de oude luister ontstaan.
Het aanzien nu In het huidige ontwerp van De Plantage is in het zuidelijke deel grotendeels teruggegrepen op de landschapsstijl van het ontwerp van Zocher, echter wel met moderne invloeden. Er zijn in het huidige ontwerp slingerende paden die de diverse functies in het park (speeltuin, rosarium, kunst) met elkaar verbinden. Er ligt een duidelijke knip met het meest noordelijke deel van het park. Hier zijn nog slechts enkele relicten van het twintigste-eeuws ontwerp terug te vinden: het openluchttheater, hoogteverschillen voor het amfitheater, de strakke vormgeving rond het oorlogsmonument. In 2009 verschijnt voor deze ‘kop van De Plantage’ een inrichtingsontwerp.
25
Win-winsituatie 26
De bewonersvereniging heeft een convenant met de gemeente waarin afspraken zijn gemaakt over het (niveau van) parkonderhoud. In ruil voor het uitvoeren van een deel van de onderhoudswerkzaamheden garandeert de gemeente een hoger onderhoudsniveau. Dit levert voor beide partijen een win-winsituatie op, namelijk een mooier en beter verzorgd park. Bewoners snoeien bijvoorbeeld rozen- en andere struiken en houden de prieeltjes bij. Kennis van planten en tuinieren, en in bredere zin kennis van het dagelijks leven in het gebied en het ‘dagelijks gebruik’ van het park worden zo ingezet bij kleine en grote aanpassingen. Het resultaat tot nu toe is een ontwerp dat het gebruik van het park ondersteunt en een positieve impuls geeft aan de buurt.
Variatie in kennis en vaardigheid bij bewoners De ontwikkelingen rondom stadspark De Plantage zijn een voorbeeld van de meerwaarde van participatie van omwonenden bij ontwikkeling en beheer van de openbare ruimte. De belangrijkste succesfactor voor dit burgerinitiatief is de verscheidenheid aan kennis en ervaring bij de bewoners. Er is benul van zowel planten en dieren als historie. Daarnaast weet men hoe besluitvormingsprocessen werken, waardoor de politiek direct bij de plannen wordt betrokken. Nuttige bijkomstigheid is dat het eerste plan van de gemeente in de ogen van de bewoners erg rigoureus was, wat leidde tot een massale reactie en samenhorigheid onder de bewoners.
De resultaten laten zich als volgt samenvatten: - Een gebruiksvriendelijk en mooi onderhouden park De Plantage is een impuls voor een buurt en zorgt voor meer sociale betrokkenheid. - Meer kennis bij omwonenden en gebruikers van ‘dagelijks gebruik’ zorgt voor duurzame ontwerpen waarbij vooruitzien naar toekomstig gebruik gewaarborgd is. - Actieve betrokkenheid en doorzettingsvermogen van buurtbewoners leidt tot actieve gemeenschappen. - Samenwerking tussen bewoners en gemeentelijke overheid leidt tot begrip over en weer.
Burgerinitiatief: Opknappen stadspark De Plantage Looptijd: 1994-heden Succesfactoren: - Samenwerkende buurtbewoners - Bekendheid met openbaar bestuur - Vakmatige ‘groene’ kennis bij enkele bewoners Meer info: www.plantagebewoners.nl E-mail:
[email protected]
27
5. Gedenkbos, Neede De Stichting Gedenkbos Neede faciliteert het planten van een boom ter ere van een gebeurtenis of herinnering aan een persoon. Dit burgerinitiatief wil inspelen op de behoefte van mensen, bedrijven en instanties die gedenkbomen willen planten maar daar zelf geen blijvende ruimte voor hebben. De stichting wil tevens een positieve bijdrage leveren aan de promotie van het buitengebied van Neede door burgers bij het landschap te betrekken.
Aanleiding Een oproep voor nieuwe ideeën in het buitengebied die de gebiedscommissie Neede-Borculo rond 2002 in de krant plaatst, inspireert een vijftal bewoners van Neede tot het plan voor een gedenkbos. Zij willen een bos realiseren met bomen waaraan uiteenlopende levensverhalen en gebeurtenissen zijn gekoppeld. Een bos waar emoties een plek kunnen krijgen en wat daarnaast ook bestemd is voor recreatie en natuurbeleving, waar kinderen in het computertijdperk ouderwets kunnen spelen en ravotten. Een andere drijfveer achter een dergelijk bos is meer gebiedsgericht. Geboren en getogen in de Achterhoek zien de initiatiefnemers dat het kleinschalige landschap in de gemeente Berkelland de landbouwgebonden functie geleidelijk aan kwijtraakt. Tegelijkertijd ontstaat er daardoor ruimte voor nieuwe functies, zoals natuur en recreatie. Het Gedenkbos Neede kan er als positieve en kleinschalige impuls mede voor zorgen dat het in stand houden van het karakteristieke landschap rondom Neede wordt gewaarborgd.
Proces Het idee ontstaat tijdens een verjaardagsfeestje in 2003. Hoewel dit soort bevlogen plannen zelden een dergelijk stadium overleven, melden de bedenkers van dit idee zich bij de Gebiedscommissie Berkelland om het daadwerkelijk uit te werken. De Stichting Gedenkbos Neede wordt opgericht en de voorbereidingen starten. De stevige uitdaging is om een geschikt stuk particuliere grond aan te kopen en daarnaast de benodigde wijzigingen in het bestemmingsplan voor elkaar te krijgen. Met steun van de gebiedscommissie en de Dienst Landelijk Gebied lukte het om de financiën (de begroting wordt geschat op € 230.000,-) rond te krijgen. Tegelijkertijd wordt er naar
29
een locatie gezocht en worden binnen de bestemmingsplannen en streekplanologie de mogelijkheden verkend. In januari 2004 wordt de Stichting Gedenkbos Neede opgericht met als doelstelling: 1. Aanleg van een gedenkbos in Neede waar mensen, ondernemers en instanties bomen kunnen planten bij een bijzondere gebeurtenis in het leven. Dit gedenkbos symboliseert het leven. 2. Het in de brede zins des woords bevorderen van betrokkenheid bij en respect voor bomen, bos en natuur bij de bevolking, van jong tot oud. 3. Het bijdragen aan promotie van Neede, door samen te werken met partijen die initiatieven ontplooien op het gebied van natuur, landschap en cultuur.
Ontwerp Uiteindelijk wordt op een goed bereikbare locatie een braakliggende maïsakker gevonden, die in eerste instantie niet te koop was. De eigenaar is echter bereid om voor dit integere plan zijn erfgoed te verkopen aan de nieuw opgerichte stichting. Twee bestuursleden, een ervan vakbekwaam hovenier, maken vervolgens het ontwerp. Het goed bereikbare, drie hectare grote terrein aan de Waterleidingdijk zou gaan bestaan uit bos, waterpartijen, speelelementen en een schuilhut. De doelgroep zijn boeren, burgers en buitenlui die via aankoop en aanplant een voor hen bijzondere persoon of gebeurtenis op dit terrein met een boom wensen te markeren. Het bos moet gevormd gaan worden met per stuk aan te schaffen bomen in ‘laanboomformaat’. Dit boomformaat is redelijk ontwikkeld, maar nog altijd goed handmatig te planten; een randvoorwaarde voor de kopers c.q. planters. In eerste instantie zou het ‘bos’ door alle jonge bomen een
wat kale, parkachtige sfeer uitstralen, maar bij het volgroeid raken van de bomen zou het terrein uiteindelijk uitgroeien tot een bos met de daarbij behorende beeldkwaliteit. Op de drie hectare wordt ruimte vrijgemaakt voor vierhonderd bomen. Na alle voorbereidingen worden op 4 november 2006 de eerste bomen in het Gedenkbos Neede aangeplant: ‘En dan begint het planten van 30 gedenkbomen, het onthullen van de bordjes en het uitreiken van de boomcertificaten. De emoties zijn voelbaar. Blijde en droevige gebeurtenissen zijn aanleiding om een boom te planten. Maar iedereen vindt het hartverwarmend. Elke boom is een teken van verbondenheid met een medemens. En dat voelt goed! Tranen van geluk overheersen. Gelukkig filmt TV Gelderland de emoties op een integere manier. Ondertussen vertelt verhalenverteller Stefan de Jong prachtige boomverhalen in de verwarmde tent. De deelnemers van de zorgboerderij D’n Aoverstep luisteren ademloos toe. We kijken terug op een zeer geslaagde start van het Gedenkbos.’ Het bos is er onder meer gekomen door financiële steun van diverse (streek)partijen. Vele sponsors zijn bereid een stukje van de aanleg en van de exploitatie te financieren. De totale kosten van de realisatie bedragen € 233.000,-. De stichting rekent op vierhonderd bomen in tien jaar tijd. Eind 2006 staan er direct veertig bomen, na twee jaar is dit aantal toegenomen tot tweehonderd. Als het in dit tempo doorgaat is het bos binnen de geplande tijd vol en kan het uitgroeien tot een monument voor de toekomst.
31
32
Doorwerking
Succesfactoren
Het Gedenkbos Neede blijkt een vertrekpunt voor nieuwe projecten in de omgeving op het gebied van recreatie, cultuur en natuur. Tussen diverse initiatieven ontstaat samenhang. Zo worden rond het terrein enkele kerkenpaden hersteld en kleinschalig nieuwe natuur aangelegd. De aangelegde waterpartijen op het terrein van het Gedenkbos Neede zijn in eerste instantie bedoeld als waterspeelplek voor kinderen, maar op aangeven van het waterschap Rijn en IJssel krijgen deze ook de functie van retentiegebied en vormen zij bij hevige regenval een tijdelijke waterberging. Een informatiepaneel vertelt bezoekers over deze dubbelfunctie. Het Gedenkbos Neede is verder ingericht als speelbos en er wordt gedurende het seizoen door leerlingen van een praktijkschool in de omgeving gesnoeid en gemaaid. Als leerproject is door hen een schuilhut gebouwd.
De belangrijkste succesfactor voor dit burgerinitiatief is de in een vroeg stadium aanwezige hechte samenwerking tussen de stichting Gedenkbos Neede, de gebiedscommissie en de DLG. Een burgerinitiatief kan alleen slagen als burgers door ter zake goed geïnformeerde, professionele partijen op weg worden geholpen én blijvend begeleid. Een gebiedscommissie is goed op de hoogte van de huidige status, de maatschappelijke ontwikkelingen en de planologische voornemens van een gebied. Onontbeerlijk blijkt voorts het (ambtelijk) netwerk en toegang tot subsidieregelingen die met gebiedsontwikkeling gepaard gaan. De Dienst Landelijk Gebied kan daarin een stimulerende en faciliterende rol spelen. Ten slotte kan de gebiedscommissie, die vaak bestaat uit lokaal geworven leden, dienen als inspirator en motivator om een burgerinitiatief geslaagd af te ronden. In het Gedenkbos Neede is dit alles op voortreffelijke wijze zichtbaar gemaakt.
Burgerinitiatief: Aanleg Gedenkbos Neede Looptijd: 2003-heden Succesfactoren: - Gemotiveerde streekbewoners - Actief participerende gebiedscommissie - Medewerking van de DLG - Sponsoring aanleg en exploitatie door bedrijven Meer info: www.gedenkbosneede.nl www.gebiedscommissieberkelland.nl E-mail:
[email protected]
33
6. Bikkershof, Utrecht Wittevrouwen is een wijk net buiten de stadspoorten van Utrecht. Deze buurt is letterlijk volgebouwd met karakteristieke arbeidershuisjes en middenstandswoningen uit het begin van de vorige eeuw. Midden tussen de huizenrijen ligt een prachtige groene oase, de Bikkershof. Een gebiedje van 130 meter bij 20 meter met een heemtuin, een natuurvijver, een speeltuin, een zonneweide, een kruidentuin, moestuinen en een dierenverblijf. Kortom: een grote diversiteit aan groen dat allemaal door omwonenden vrijwillig wordt onderhouden.
Meer groen tussen het steen De Wijk kenmerkt zich door een grote afwisseling van bouwstijlen en veelal smalle straten. De huizen hebben geen voortuinen en het openbaar groen in de straten is spaarzaam. Bovendien waren tot voor kort de meeste binnentuinen in gebruik bij bedrijven. Het aantal vierkante meters groen blijft daarom ver achter bij de richtlijnen. Volgens Alterra, het kennisinstituut voor de groene ruimte, is 75 m2 groen per woning een richtgetal dat recht doet aan de behoefte aan groen. De gemeente Utrecht blijft onder deze norm en Utrecht-Noordoost, waar Wittevrouwen onderdeel van is, scoort zelfs nog slechter. Vanaf eind jaren zeventig klinken er al geluiden van wijkbewoners die de kwaliteit van de woonomgeving willen verbeteren. Hun doel is: meer groen, meer speelruimte voor kinderen en een ‘aangename openbare verblijfsruimte voor verpozing en sociaal contact’. Daarnaast wil men de overlast door geluidshinder en vervuiling van bedrijven terugdringen.
Van garage naar ecotuin In het kader van stadsvernieuwing maken bewonersorganisaties zich al langer sterk voor het opkopen en herinrichten van bedrijventerreinen. Wanneer het bedrijventerrein tussen de Goedestraat en de Bekkerstraat beschikbaar komt, is dat een mooie gelegenheid om invulling te geven aan de wensen van bewoners. Nadat in 1979 twee garagebedrijven uit de wijk vertrekken, neemt de gemeente het kavel over, mede omdat blijkt dat de grond eronder ernstig vervuild is. De bovenste laag grond wordt afgegraven en afgevoerd, en het gebied wordt voorzien van een nieuwe 2,50 m dikke leeflaag. Een groep bewoners neemt dan het initiatief om juist op deze plek een gezamenlijke ecologische tuin aan te leggen.
35
Vanaf 1987 hebben de omwonenden, verenigd in Vereniging Bikkershof, het beheer van dit openbare groengebied zelf in handen. De gemeente bemoeit zich niet of nauwelijks met dit terrein. Zelfs de openbare prullenbakken worden geleegd door de omwonenden. De gemeente ondersteunt slechts door een (beperkt) budget beschikbaar te stellen en incidentele vragen van de vereniging te beantwoorden en soms, als bijvoorbeeld de berg snoeiafval te groot is, zorgt zij ervoor dat deze wordt opgeruimd.
Een natuurlijk proces
36
Aan de inrichting en het beheer van het terrein gaan wel stevige discussies met de gemeente vooraf. De gemeente wil in eerste instantie niet verder gaan dan het inrichten van het grondgebied met veel beton en wat onderhoudsarm groen. De bewoners zien dit plan helemaal niet zitten en weten uiteindelijk de gemeente ervan te overtuigen dat hier een plek moet ontstaan waar mens en natuur in harmonie samengaan. Aan de inrichting en beheer van de Bikkershof liggen uitgewerkte groene, technische en sociale beheerplannen
ten grondslag. Het terrein bestaat uit een natuurgedeelte en een cultuurgedeelte, met daartussenin een speelplaats annex hofplein. Natuurlijk staan principes als hergebruik en een groene kringloop voorop. Het groenafval van de heemtuin en de mest uit het dierenverblijf worden gebruikt als compost voor de moestuinen. De kippen lopen in de winter vrij rond in de moestuinen en ruimen bodemparasieten en insecten op die eventueel schadelijk kunnen zijn voor de gewassen. De lokale groene kringloop wordt gecompleteerd door een biologische voedingswinkel die haar onverkochte groente, brood en fruit beschikbaar stelt als voer voor de dieren en compost voor de tuin. De stadstuin heeft een duidelijke sociale functie. Omwonenden zijn actief betrokken bij het beheer, onder andere op speciale werkzondagen. Jaarlijks worden terugkerende evenementen georganiseerd, zoals een plantenruilmarkt, een barbecue en muziek- en theateruitvoeringen. Vanwege de sociale veiligheid is deze stadstuin alleen overdag vrij toegankelijk. Regelmatig zijn er buurtbewoners in de tuin te vinden: ze maken er een ommetje, verpozen zich met een boek of eten er een boterhammetje in hun mid-
dagpauze. Het is een kleurrijk lusthof, geheel omgeven door huizen, waar men even tot rust kan komen. De Bikkershof is een van de oudste ‘zelfbeheertuinen’ van Nederland. Dit bewonersinitiatief heeft duidelijk tot navolging geleid, gezien de ongeveer zestig(!) zelfbeheerprojecten van het openbaar groen die er alleen al in UtrechtNoordoost te vinden zijn. Dit heeft ook de ‘Groen moet je doen’-dag opgeleverd, waarbij de verschillende projecten eenmaal per jaar laten zien dat zelfbeheer van openbaar groen kan bijdragen aan een betere leefomgeving.
Succes voor bewoners Deze stadstuin versterkt de onderlinge verbondenheid. De omwonenden voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor hun ecoparadijsje, zelfs na al die jaren en de vele wisselingen in het bewonersbestand. 37 De stadstuin is nog steeds een schoolvoorbeeld voor ecologisch leven en tuinieren én het versterken van de sociale samenhang in de wijk. Met enige regelmaat wordt de tuin bezocht door een of andere delegatie (zelfs uit het buitenland) om ervaring op te doen en te leren van het succes.
Succes voor de gemeente Voor de gemeente Utrecht is dit project het bewijs dat het ook anders kan. Locale politici blijven zich door de uitstraling van dit soort stadstuinen bewust van het belang van openbaar groen. De gemeente stimuleert het zelfbeheer van openbaar groen dan ook actief. Zelfbeheer sluit goed aan bij de uitwerking van het Groenstructuurplan; het zorgt voor de verbinding van groen in en om de stad. Op de gemeentelijke website staat onder ‘Groen moet je doen’ hoe burgers kunnen bijdragen aan zelfbeheer.
Burgerinitiatief: Omvormen bedrijventerrein naar groene verblijfsruimte Looptijd: 1987-heden Succesfactoren: - Samenhorigheidsgevoel omwonenden - Nauwe betrokkenheid bij (letterlijk) hun achtertuin - Gemeente stimuleert: groen moet je doen! Meer info: www.bikkershof.nl
7. Leonard Springerpark, Schoonhoven Als reactie op een voornemen van het College van Burgemeester en Wethouders van Schoonhoven tot kap van een aantal bomen en tot hoogbouw nabij het Stadspark, ontstaat een werkgroep Springerpark. Door diverse activiteiten van de werkgroep komt de gemeenteraad tot een besluit tot renovatie in de geest van het oorspronkelijke ontwerp van het park, die in mei 2008 is afgerond. De aandacht gaat nu uit naar het onderhoud dat nodig is om het karakter blijvend te behouden.
Een bedreigd Springerpark in 2003 komen twee voornemens van het College van Burgemeester en Wethouders naar buiten: een aanvraag voor een kapvergunning van 25 bomen en een plan voor hoogbouw direct grenzend aan het park. Beide zullen aanmerkelijk ingrijpen op het karakter van het stadspark. Dit park is in 1918 ontworpen door Leonard Springer. Het is gesitueerd op een deel van de stadswallen, op het Blekersbolwerk en werd in 1920 opgeleverd. Naast de bedreiging door bomenkap en hoogbouw heeft het park te leiden van achterstallig onderhoud, waardoor de ruimtelijke opzet behoorlijk is vervaagd.
Actie Op initiatief van een zeer betrokken inwoonster komt er een breed gedragen verzet tot stand uit de geledingen van de Historische Vereniging Schoonhoven, een aantal burgers en de oppositiepartijen in de gemeenteraad. De argumentatie voor dit verzet wordt
39
gegeven vanuit het historisch belang van de stad. Er worden bijna 1000 handtekeningen verzameld onder de inwoners van Schoonhoven, die worden aangeboden aan de wethouder.
Omslag
40
Een volgende wethouder trekt de voornemens in. Vanuit het besef dat verzet niet voldoende is, wordt een werkgroep Springerpark opgericht die zich wil bezighouden met de geschiedenis en de toekomst van het park. De werkgroep maakt onderdeel uit van de Historische Vereniging, maar is breed samengesteld; zo nemen ook het buurtcomité, de hondensportvereniging, ouderen, historici en de Culturele Zondag (een culturele stichting) er zitting in. Er volgen een brochure over de geschiedenis van het park, een actieve bijdrage aan Open Monumentendag en diverse activiteiten in het park, waardoor de toekomst van het park een positieve uitstraling krijgt. Dit blijkt een allesbepalende omslag. Het verzet gaat over in een positieve houding, die overslaat op de gemeenteraad. Die besluit in het najaar tot renovatie van het park en stelt daarvoor geld ter beschikking.
Actief betrokken Vanuit het initiatief van een bewoner worden omwonenden en andere burgers betrokken bij de planvorming: veel mensen zetten zich in om het park op een positieve manier onder de aandacht te brengen. Het Stadspark moet leuk en leefbaar zijn! De wandelaars, de hondenuitlaters, de genieters: iedereen kan zich scharen achter het initiatief om het park een toekomst te geven die recht doet aan de historische uitgangspunten (een Springerpark) en aan de waarden van nu. De werkgroep wordt betrokken bij de renovatie van het park en in mei 2008 wordt het herstelde park opgeleverd. Zo wordt actieve betrokkenheid beloond.
Toekomst De werkgroep wil meer. Een rol in het beheer en onderhoud zit er (nog) niet in, maar er vindt wel jaarlijks overleg plaats met de betrokken wethouder en ambtenaar. Op de gemeentelijke begroting is geld gereserveerd voor beheer en onderhoud en na de renovatie stelt een professioneel bureau een beheerplan op. Hoewel dit plan door de gemeenteraad is vastgesteld, wil het met de uitvoering niet echt vlotten. Het laatste woord daarover is tussen de betrokkenen nog niet gewisseld.
De sterke en zwakke punten De belangrijkste succesfactor in dit proces tot renovatie is het particulier initiatief, van waaruit een breed draagvlak onder de bevolking ontstaat en de vonk overslaat naar een deel van de lokale politiek. Hierdoor ontstaat een maatschappelijk item waar de politiek feitelijk niet omheen kan. Een ander opvallend punt in het proces is de omslag van verzet naar positieve betrokkenheid, die werkte als een vliegwiel van activiteiten, bijeenkomsten, brochures en dergelijke. Het zwakke punt speelt zich met name af in de periode na de renovatie: het beheerplan heeft nog niet die rol die het feitelijk wel zou moeten spelen om de kwaliteit van het park te behouden.
Burgerinitiatief: Herstel historisch stadspark Looptijd: 2003-2008 Succesfactoren: - Breed maatschappelijk draagvlak - Draagvlak in de plaatselijke politiek - Omslag van verzet naar positieve betrokkenheid Meer info: www.historischeverenigingschoonhoven.nl Publicatie: Het Stadspark in Schoonhoven, Werkgroep Springerpark Schoonhoven, 2008.
41
8. Boomaanplant Zaailand, Epe In een aantal straten in Epe is het trottoir te smal voor bomen. De groene uitstraling moet komen van de voortuinen van de huizen. Een bewoonster kan het niet langer aanzien dat de straat steeds minder groen oogt. Ze vraagt de gemeente of het niet mogelijk is om nieuwe bomen in de voortuinen te plaatsen. De gemeente reageert positief. Daardoor staan er nu weer mooie bomen in een paar voortuinen en is de woonomgeving helemaal opgefleurd.
Bomen uit beeld De wijk waarvan de straat Zaailand deel uitmaakt wordt ongeveer veertig jaar geleden opgeleverd. De groene inrichting van de openbare ruimte stelt de gemeente dan voor een probleem: een stoep van zes tegels breed biedt weinig ruimte voor een laanbeplanting. In overleg met de bewoners worden om de paar huizen kersenbomen in de voortuinen geplant, tegen de erfscheiding aan. In de loop van de jaren verdwijnen echter heel wat exemplaren van de oorspronkelijke beplanting; deels vanwege ouderdom, deels door toedoen van de bewoners zelf. Wanneer er bomen naast een school gekapt worden, is dit voor een bewoonster van Zaailand de bekende druppel. Ze stapt naar buiten en vraagt de bomenploeg waarom deze bomen weg moeten. De mannen nemen de tijd om haar uit te leggen dat de bomen ziek zijn en er geen andere mogelijkheid rest dan ze te verwijderen. De bewoonster raakt overtuigd van de noodzaak tot kap, maar blijft zich afvragen waarom er wel een kapvergunning is verleend,
maar geen herplantplicht is opgelegd. De bomenploeg adviseert haar met die vraag naar het gemeentehuis te stappen.
Bomen ter adoptie De gemeente is anno 2005 druk doende haar nieuwe bomenbeleid vorm te geven. Het streven is een gezond, gevarieerd, duurzaam en kwalitatief goed bomenbestand te creëren. Alle belangrijke bomen binnen de bebouwde kom worden ter bescherming in beeld gebracht. De gemeente Epe is zich dus zeer bewust van haar groene waarden. Niet verwonderlijk dat in dit klimaat de vraag van de bewoonster in goede aarde valt. Op het gemeentehuis reageert men enthousiast op dit initiatief. Het sluit mooi aan bij de wensen van Epe. Na een prettig gesprek is de afspraak dat de bewoonster nagaat welke straatgenoten voor een nieuwe boom in aanmerking willen komen. De gemeente zorgt op haar beurt voor een lijst met geschikte en beschikbare bomen.
43
De bewoonster stelt een brief op over het boomaanplantproject en verspreidt die huis-aan-huis, zowel in haar eigen straat als in de zijstraat Scherpe Egte. Daarna gaat ze bij iedereen langs om de interesse te peilen. Niet iedereen is ervoor te porren, maar uiteindelijk doen genoeg buurtbewoners mee om het project succesvol te laten zijn.
Groene woonstraat hersteld De gemeente plant verschillende bomen in de ongeveer acht meter diepe voortuinen. Ze geeft daarbij de garantie dat zij er de eerste twee jaar voor zorgt dat de bomen goed aanslaan. Daarna gaat het beheer en de verantwoordelijkheid voor het duurzaam voortbestaan van deze bomen over in handen van de particulieren. In eerste instantie doet een beperkt aantal buurtbewoners met het project mee. Een jaar later volgen enkele nieuwe bewoners. Uiteindelijk staan in Zaailand op zeven plekken nieuwe bomen en in Scherpe Egtel nog eens vier.
Succesvolle gemeente In de gemeente Epe is ruimte voor dit soort groene initiatieven. Gelukkig is dit ook breed bekend binnen de gemeentelijke organisatie, zodat de uitvoerders deze mevrouw doorstuurden naar het gemeentehuis. Elders in de gemeente is naderhand een vergelijkbaar boomaanplantproject gerealiseerd, waar het initiatief lag bij een woningcorporatie, samen met bewoners.
45
Ondernemende burger beloond De inwoonster heeft haar oprechte verbazing dat er weer ‘zomaar’ bomen werden gekapt om weten te zetten naar een positieve actie. Ze is niet alleen naar de gemeente gestapt met een verzoek, maar heeft ook gezorgd voor draagvlak voor het project in haar omgeving. Met als klinkend resultaat dat het aanzien van de buurt een groene impuls heeft gekregen.
Burgerinitiatief: Aanplant bomen in voortuinen Looptijd: 2005-2006 Succesfactoren: - Probleemoplossende attitude burger - Uitnodigende houding gemeente - Stimulans gemeente om initiatief uit te werken. Meer info: www.epe.nl
9. Natuurspeelplein Vrije School, Harderwijk
Bij de Vrije School Valentijn in Harderwijk ligt in 2006 een schoolplein zoals er dertien in een dozijn gaan: stoeptegels, kaal en saai. Buiten schooluren dus ook een hangplek, met de aan dit soort situaties verbonden uitingen van vandalisme. Op initiatief van twee ouders vindt in 2007 een metamorfose plaats naar een openbaar natuurspeelplein. De gemeente ondersteunt de realisatie door het ter beschikking stellen van benodigde materialen. Een groep ouders onderhoudt het plein en de school is verantwoordelijk. Een mooie drie-eenheid.
Een kale, saaie tegelvlakte voldoet niet Zoals bij zoveel scholen, is het schoolplein van de Vrije School Valentijn in 2006 een tegelplein met weinig uitstraling. Saai eigenlijk. En omdat het een openbaar plein is, wordt het buiten de schooluren niet afgesloten. Het lot is duidelijk: met name in de avonduren is het een hangplek voor jongeren, met de daarbij behorende uitingen van baldadigheid. Kleine vernielingen, graffiti, onrust. Kortom: een weinig inspirerende omgeving om in de schoolpauzes een nuttige functie te kunnen vervullen voor de schooljeugd. Op de school heerst bovendien het beeld van ´met de gemeente valt niet te praten´, dus is er geen animo en initiatief om in die situatie verandering te brengen.
Het moet anders In 2006 spreekt een van de ouders met de directeur van de school over de magere kwaliteiten van het plein en ontvouwt enkele ideeën over hoe het anders zou moeten kunnen: een plek waar de kinderen zich thuis voelen, écht kunnen spelen en inspiratie opdoen. Een plein dus dat een toegevoegde waarde heeft op het didactisch-pedagogisch programma van de school. Een natuurlijk ingericht plein zou mooi zijn: het moet een soort ´groene speeltuin´ worden. De directeur is niet direct enthousiast, maar wuift de ideeën ook niet weg. De initiatiefneemster laat het hier niet bij en weet een andere ouder te enthousiasmeren. Wanneer de school het schoolplein in 2007 als speerpunt benoemt, wordt er een werkgroep gevormd. Deze groep maakt een plan van aanpak en gaat praten met de gemeente – waar wel degelijk mee te praten valt, blijkt snel.
47
48
Het plan ´Groen spelen´ wordt door velen gewaardeerd: het is beter en leuker voor de kinderen. Ieder kind heeft op zijn eigen manier zijn groene speel- en leeromgeving. Natuur beleven is essentieel in de ontwikkeling van schoolgaande kinderen: dus geen saai tegelplein, maar water, modder, zand, keien, boomstammen, heuvels en veel groen. Wat doe je dan als kind? Dan ga je ruiken, proeven, voelen, verbazen, verstoppen en balanceren. Het plan is gevat in een ontwerp dat in stappen wordt uitgevoerd: het bijtrekken en aanleggen van groenstroken, een apart balveld, verschillende zitplekjes, kruidentuintjes, schilderingen en een amfitheater met een heuvel. Ten slotte wordt ook een wadilandschap aangelegd; een droge beek in een heuvelachtig landschap, met een waterpomp en een aansluiting op de regenpijpen. Dat alles in een langzaamaan steeds groener wordende omgeving.
De afspraken De gemeente stelt een belangrijke voorwaarde: het plein moet openbaar blijven om zo een algemene functie te kunnen blijven vervullen in de buurt. De onderhoudsplicht van het plein wordt verlegd van de gemeente naar de school. Vanwege het openbare karakter inspecteert de gemeente
49
wel jaarlijks de veiligheid van het plein en stelt het ´om niet´ de benodigde materialen, grond (70 m3!), schors en keien beschikbaar. De school is zelf verantwoordelijk voor het transport ervan. Ter wille van de borging van het noodzakelijke onderhoud spreekt de school een onderhoudscontract af, waarin de uitvoering van het onderhoud door de ouders van de schoolkinderen is vastgelegd.
Positieve effecten
50
Vanaf de eerste inrichting van het plein en het in gebruik nemen ervan zijn er duidelijk positieve effecten te bemerken, zowel bij de schoolkinderen als bij de andere gebruikers. De kinderen spelen gevarieerder, spelen veel meer samen en er zijn veel minder ruzietjes! Er wordt geen vandalisme bemerkt en de buurt is heel positief over het plein. Het wordt een beetje ervaren als ´van ons´.
tussen gemeente, schoolbestuur, leerkrachten, ouders en kinderen. Kostentechnisch is het voor de gemeente interessant: de onderhoudsverplichting vervalt en materialen worden vanaf de gemeentewerf ter beschikking gesteld. De totale kosten van het project zijn ook beheersbaar doordat er in hoge mate sprake is van zelfwerkzaamheid: bijna alle inrichting en onderhoud gebeurt door de ouders en kinderen. Het lokale bedrijfsleven heeft het project gesponsord: het project is dus ´van allen´. In dit specifieke geval geldt daarbij, dat gekozen is voor een gefaseerde aanpak, waardoor ook gewenning bij eventuele sceptici ontstaat en de betrokkenheid bij de belanghebbenden groeit. Maar zeker geldt: de twee enthousiaste motoren achter het project hebben vanwege hun bevlogenheid anderen weten te binden!
De sleutels voor het succes In relatief korte tijd is men erin geslaagd door een voortvarend initiatief een totale metamorfose te bewerkstelligen. Hoe is dat mogelijk? Voor de gemeente is het van belang dat de school in feite verantwoordelijk is. Daarmee is er een permanente basis die het nakomen van de afspraken borgt. Puur particuliere initiatieven krijgen het vaak moeilijk als de trekkers achter het initiatief wegvallen. Er werd snel een werkgroep samengesteld van drie ouders en drie leerkrachten. Daar gaat ook het signaal van uit dat het een serieuze actie is, meer dan een leuk idee van wat ouders. De werkgroep heeft ook een intermediaire functie
Burgerinitiatief: Natuurspeelplein Vrije School Valentijn Looptijd: 2006-heden Succesfactoren: - Goede trekkers van het project (voor ontwerp, uitvoering, pr, marketing en sponsoring) - Solide basis voor beheer en onderhoud - Hoge mate van zelfwerkzaamheid - Gemeente staat open voor reële ideeën Meer info: www.vrijeschoolvalentijn.nl www.springzaad.nl
51
10. Multifunctionele natuur, De Kwakel In een voormalige kleipolder bij de buurtschap De Kwakel in de gemeente Uithoorn is als antwoord op door burgers, gemeente en waterschap geformuleerde wensen een multifunctioneel gebied ontstaan van 4,5 ha. Er is ruimte voor waterberging voor de achterliggende polder in een park met een landschappelijk en natuurlijk karakter, waarin ook gewandeld en gespeeld kan worden. De mensen uit de buurt zijn nog steeds betrokken bij verdere planvorming, maar ook bij het beheer en onderhoud.
52
Nieuwe bestemming In de gemeente Uithoorn ligt bij de buurtschap De Kwakel een kleipolder van ongeveer 4,5 ha, eigendom van de gemeente. Ooit lag daar een woonbestemming op, maar na de vaststelling van de geluidscontouren van de luchthaven Schiphol ligt deze polder in dat gedeelte van het buitengebied waar niet meer mag worden gebouwd. De inwoners van De Kwakel uiten de wens om daar een buurtpark te realiseren. De oorspronkelijke bestemming moet dus worden gewijzigd. En dat komt voor elkaar.
Leefbaarheid De provincie Noord-Holland opent in 1999 de mogelijkheid voor het laten opstellen van zogenaamde leefbaarheidplannen voor kleine kernen. Ook voor De Kwakel kan zo’n plan worden opgesteld. In het bij zo’n plan behorend ´bottum-upproces´ kunnen de inwoners ruim hun wensen kenbaar maken voor diverse aspecten die de leefbaarheid van de kern zullen bevorderen. De inwoners gaan in zes werkgroepen aan de slag. In de werkgroep die zich met de buitenruimte bezighoudt, wordt de 4,5 ha grote polder getransformeerd tot buurtpark. Een park waar natuur en recreatie een ruime plek moeten krijgen. De naam wordt ook al bedacht: het Egeltjesbos. Het rapport wordt opgesteld in 2000. Een extern adviesbureau zet de plannen om in een beleidplan. Dit plan wordt in 2002 door de gemeenteraad vastgesteld, maar de uitvoering van het plan wordt afhankelijk gesteld van voldoende financiering. Voor het Egeltjesbos bos betekent dit dat een financiële drager moet worden gevonden.
Toevalstreffer De dijkdoorbraak bij Wilnis op 26 augustus 2003 betekent de start van het verwezenlijken van de wensen van de
53
bewoners van De Kwakel. Voor het dichten van de gaten heeft men klei nodig en die kan worden gewonnen in ´het Egeltjesbos i.o.´. De financiële opbrengsten van deze transactie en tegelijk met de kleiwinning gerealiseerde inrichting betekenen het groene licht voor het Egeltjesbos-ontwerp. Dan gaat het snel: er komt een samenwerking tot stand tussen de gemeente Uithoorn en Waternet, het uitvoerend orgaan van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, en er wordt aan een ontwerper opdracht gegeven voor het opstellen van een inrichtingsplan. Als een van de uitgangspunten voor de inrichting van de polder wordt geformuleerd: een park met een landschappelijk en natuurlijk karakter, waarin kan worden gewandeld en gespeeld en waar ruimte is voor waterberging. Zo komen zaken samen: er is klei nodig voor het dijkherstel en de naastgelegen polder (met glastuinbouw) heeft sterk behoefte aan waterbeheersing. Dat kan worden gerealiseerd via een overloop van het overtollige water naar het Egeltjesbos. 54
Grote betrokkenheid bij inwoners Er worden door de projectleider van Waternet en de ontwerper een aantal bewonersavonden georganiseerd. Het verdere ontwerp en inrichting wordt zo opgesteld, dat de inbreng van de bewoners volledig wordt meegenomen. In 2010 wordt door de gemeente een kwaliteitsplan (een beheerplan) opgesteld. Ook hierin hebben de bewoners een duidelijke stem. Een delegatie uit de in 2007 opgerichte ´Vrienden van het Egeltjesbos´ is vaste gesprekspartner van de gemeente. De Vrienden zijn aangesloten bij de natuur- en milieuvereniging ´de Groengroep Uithoorn´. Deze inmiddels 40-jarige groep schenkt in het kader van haar jubileum een aantal bomen aan de gemeente, die voor het grootste deel worden geplant in het Egeltjesbos. Een aantal vrijwilligers is vanaf het begin betrokken bij zowel het beheer en onderhoud als de diverse inventarisaties. Inmiddels zijn zo’n honderd plantensoorten vastgesteld in het gebied, waaronder ook enkele Rode Lijst-soorten. Een bijzonder aspect in het gebied Egeltjesbos is de zogenaamde Fladderdijk, die dwars door het gebied loopt en voor het pu-
56
bliek is opengesteld door middel van een wandelpad. De naam van deze dijk verwijst naar het voorkomen van de Fladderiep, een iepensoort die in deze omstandigheden uitstekend floreert.
Ontvankelijkheid bij overheden Zowel het bestuur als de ambtenaren van de gemeente Uithoorn hebben een open oog en oor voor burgerparticipatie en zijn zeker ontvankelijk voor initiatieven zoals bij De Kwakel voor het Egeltjesbos. Ook bij een andere bestuurslaag is deze ontvankelijkheid aanwezig: de projectleider van Waternet doet haar uiterste best om de bewoners maximaal te betrekken. Zo ontstaat een duidelijke wisselwerking: een ontvankelijke overheid en bewoners die gehoord willen worden kunnen in samenspraak tot grootste zaken komen.
Burgerinitiatief: Multifunctionele natuur Looptijd: 1999-heden Succesfactoren: - De betrokken bewoners zijn allemaal´netwerk´-mensen die elkaar in verschillende situaties ontmoeten - Overheden (gemeente en hoogheemraadschap) staan open over burgerinitiatieven - De ingeschakelde ontwerper en de projectleider betrekken de bewoners in hoge mate Meer info: www.de-kwakel.com
57
Bevindingen en aanbevelingen
58
Tien geslaagde burgerinitiatieven met een veelvoud aan leerpunten, de een wat opvallender dan de ander, soms ook met een ‘open-deur’gevoel. Ook al zouden het er veel meer hebben kunnen zijn, toch hebben wij deze tien de revue laten passeren. Natuurlijk is elk initiatief maatwerk en afhankelijk van een plaatselijke situatie, die altijd net even anders is, maar we zien in de hier beschreven initiatieven toch succesfactoren die algemeen herkenbaar zijn. Zelfs zo algemeen, dat zij ook zullen gelden voor initiatieven in ander maatschappelijke sectoren. Sinds het rapport Help! Een burgerinitiatief van Inaxis uit 2007 zijn veel onderzoeken gedaan en publicaties verschenen. Onderzoek en publicaties die vooral zijn toegespitst op gewenste veranderingen in de bestaande cultuur bij bewoners en ambtenaren, met name in het kunnen en willen honoreren van burgerinitiatieven. De door ons bekeken en beschreven initiatieven hebben in ieder geval één criterium gemeen: ze zijn geslaagd. Elke gemeente heeft het burgerinitiatief opgepakt en het project is tot uitvoering gekomen. Wat maakt nu dat het in deze gemeenten van de grond is gekomen?
Gemeenten De best geslaagde projecten vonden plaats in gemeenten waar men voorbereid was op burgerinitiatieven; men voelde zich niet overvallen, maar stond er juist voor open, wat verder gaat dan de genoemde succesfactoren bereidwilligheid en meedenken. Om de succesfactoren stimulerend en uitnodigend optimaal te benutten, lijkt het bieden van een platform waar burgers creatieve ideeën kwijt kunnen goed te werken. In andere studies zien we een veelheid aan platforms: er zijn gemeenten die een
jaarlijks budget beschikbaar stellen voor wijken of buurten om de leefbaarheid te vergroten, maar er zijn ook gemeenten die een beleidskader hebben vastgesteld. In alle gevallen geldt: maak het positief omgaan met burgerinitiatieven tot een cultuur in de gemeente. Op die wijze til je het op tot boven het niveau van het enthousiasme van een ambtenaar – want dat is uiteraard belangrijk, maar lang niet altijd voldoende. Een enthousiaste ambtenaar moet zich ook gesteund voelen, dan ontstaat de groeispiraal voor het kunnen honoreren van burgerinitiatieven.
Burgers Vastberadenheid en doelgerichtheid zijn succesfactoren voor particuliere initiatiefnemers. In bijna alle gevallen gold daarbij dat het vinden van medestanders een noodzaak is om verder te komen. Er moet draagvlak voor het idee worden gecreëerd, bij voorkeur een aantoonbaar draagvlak in de vorm van een werkgroep, stichting of vereniging. Allemaal met hetzelfde doel: organiseer je als serieuze gesprekspartner van de gemeente, dat bevordert het saamhorigheidsgevoel, de samenhang in de buurt en gemotiveerde streekbewoners. Door je te organiseren, bind je ook diverse noodzakelijke deskundigheden (vakmatig, inhoudelijk, procesmatig), dat werkt voor een gemeente ook plezierig en efficiënt. Een enkel project gaf naast het maatschappelijk draagvlak ook aan dat het organiseren van politiek draagvlak van belang is. Je agendeert dan je zaken tot in de gemeenteraad en in sommige situaties geeft dit een extra drijfveer om plannen te realiseren. Werk altijd oplossingsgericht; het is belangrijk om van oorspronkelijk verzet tegen voorgenomen plannen van bijvoorbeeld een gemeente, te komen tot een positieve betrokkenheid.
Continuïteit De achilleshiel in veel projecten vormt de borging van continuïteit. Een eenmalige investering is vaak nog wel te realiseren en is vaak ook nog wel interessant voor lokale sponsoring en subsidie, maar we hebben het hier over groenprojecten die vervolgbeheer en -onderhoud nodig hebben. Al in de planfase moet een solide basis worden gelegd voor dit beheer en onderhoud. In sommige projecten werd dit gerealiseerd door het afspreken
van een beheerbudget voor de opgerichte stichting of het in het vooruitzicht stellen van een subsidiebudget. Niet ieder project leent zich voor beheer en onderhoud door particulieren, maar dan moet een gemeentelijke dienst de verantwoordelijkheid op zich nemen of moet met externen de uitvoering bij contract geregeld worden. De rode draad in alle initiatieven was immers een blijvende kwaliteitsverbetering van de leefomgeving en die is gebaat bij permanente zorg, ook in de toekomst.
59
De Bomenstichting De Bomenstichting zet zich sinds 1970 in voor duurzaam beheer van bomen in onze woon- en werkomgeving. Dit gebeurt door het geven van voorlichting en advies, door misstanden aan te kaarten en oplossingen aan te dragen. Mensen genieten van bomen; ze verwonderen zich erover. Bomen zijn in velerlei opzicht een metgezel in ons dagelijks leven. Dat is een belangrijke drijfveer in ons werk. Met HOERA! Een burgerinitiatief laat de Bomenstichting zien dat succesvolle samenwerking tussen burgers én gemeenten leidt tot een aangename, boomrijke leefomgeving. Wilt u meer weten over de Bomenstichting en haar activiteiten? Ga naar www.bomenstichting.nl 60 Bomenstichting Oudegracht 201 bis 3511 NG Utrecht 030-2303510
[email protected]
Literatuur en websites - Help! Een burgerinitiatief, Inaxis (2007) - Succesvolle burgerinitiatieven, APPM Management Consultants (2010) - Welke Boom heeft de X-factor, Bomenstichting (2010) - Groen moet je doen!, Wijkraad Utrecht Noord Oost (2008) - www.helpeenburgerinitiatief.nl - www.inactiemetburgers.nl
HOERA!
HOERA!
Een burgerinitiatief
Een burgerinitiatief Burgerinitiatieven voor verbetering leefomgeving De belangstelling voor de eigen leefomgeving groeit. Burgers zijn mondiger geworden en nemen steeds vaker het initiatief om hun leefomgeving te verbeteren. Zij willen dat de gemeente naar hen luistert en hun initiatief voor een groene of boomrijke omgeving mogelijk maakt. Dit blijkt voor bestuurders en ambtenaren niet altijd een gemakkelijke opgave. Het gevolg is dat veel sympathieke initiatieven niet van de grond komen. Gelukkig zijn er succesvolle voorbeelden, die navolging verdienen. De publicatie Hoera! Een burgerinitiatief belicht tien geslaagde projecten. De ervaring met deze geslaagde projecten levert richtlijnen op voor het succesrijk omgaan met groene burgerinitiatieven. Met als resultaat: meer groen in de leefomgeving, meer draagvlak en een betere relatie tussen (actieve) bewoners en de gemeente.
Tien succesvolle voorbeelden