Hoe vindt een kind zijn plaats in een nieuw samengesteld gezin? Past het zich aan of laat het alles over zich heen gaan? Nieuwe gezinsvormen ontstaan in ruimte en tijd en vandaag rijst de vraag hoe betrokken een kind zich voelt in wat sommigen « broccoligezinnen » noemen. Als een kind te maken krijgt met een scheiding en een nieuw samengesteld gezin, hoe zit het dan met zijn affectieve traject, met de permanente band tussen het kind en zijn ouders, en met het smeden van banden tussen het kind en zijn nieuwe verwanten? Waarom deze vragen? Omdat een gezin, ongeacht de samenstelling ervan, essentieel een plaats is waar iemand mens wordt. Belangrijk daarbij is het smeden van een band, en de manier waarop die al dan niet verinnerlijkt wordt is fundamenteel voor de psychische sterkte van een individu. Een vertrouwensband breekt niet, niet door afstand, en ook niet door afwezigheid of meningsverschillen. Een dergelijke band biedt een fundamenteel vertrouwen en bevordert de geestelijke groei. Een band met mensen Banden scheppen is een fundamentele vereiste voor een mens. Er bestaat geen enkele situatie waarin hij kan ontsnappen aan dit lot, maar hij kan de band wel afwijzen door te vluchten in autisme of in een psychose. Dat gebeurt als niemand luistert naar zijn weigering om te geloven in een relatie en in het bestaan van iemand die hem opvangt en bemint. We worden mens door wat ons bindt met de andere. In een context van gezinnen die zich vormen en uiteenvallen naargelang van de emotionele ervaringen van volwassenen, moeten professionele hulpverleners dan ook bijzonder veel aandacht hebben voor het respect dat het kind betoont voor de banden die het gesmeed heeft, smeedt en gaat smeden, en voor de manier waarop die banden het kind gaan smeden of aan zijn lot overlaten. Je moet bijvoorbeeld rekening houden met het feit dat een kind van gescheiden ouders zich bijzonder moeilijk kan inbeelden dat de nv gezin blijft voortbestaan: Toen ik aan Édouard vroeg om zijn gezin te tekenen, vroeg hij welk gezin. En hij voegde eraan toe: « Moet ik mijn gescheiden gezin tekenen? Ik had een gezin, maar het is gescheiden, en nu heb ik twee gezinnen. Moet ik beide gezinnen tekenen? » Ik zei hem dat hij zelf mocht kiezen. En dan tekende hij het « gezin van zijn moeder » op een blad (mama, stiefvader, zijn oudere zus en hijzelf, plus eventuele « kinderen uit de nieuwe relatie ») en het « gezin van zijn vader » op een ander blad (papa, stiefmoeder, zijn oudere zus en hijzelf, evenals de verwachte baby). Het is een goede illustratie van de dichotomie waarmee deze kinderen leven. Uiteindelijk hebben ze geen eigen gezin meer en verdelen ze hun tijd over « het gezin van mama » en « het gezin van papa ». Dit komt vaker voor sinds het gelijk verdeeld verblijf de prioritaire verblijfswijze geworden is. Voordien sprak een kind eerder over « mijn huis » als het over zijn hoofdverblijf sprak en « Ik ga bij papa » als deze gebruik maakte van zijn bezoekrecht. Nu heeft het kind het over « bij mama » of « bij papa », en spreekt het zelden over « bij mij » want het kind heeft geen « thuis » meer... Schending van de vertrouwensband Koppels vallen steeds sneller uiteen en de kinderen die dat meemaken zijn dan ook steeds jonger. Bij een scheiding is er altijd een eerste fase: die van het verzet, de ruzies, de breuk, het zwartmaken van de andere ouder. In deze periode krijgt het kind vaak, ongeacht de leeftijd, de rol van begeleider, tussenpersoon, trooster of soms ook van lastpak. Maar een kind
1
kan zich niet geborgen voelen in zijn affectieve banden met zijn ouders als deze elkaar beliegen, bekritiseren en zich enkel op elkaar willen wreken via het kind. Het kind begint te twijfelen aan de duur van de band met zijn ouders, omdat de ruimtelijke band verbroken is. In een tweede fase (die soms veel te snel komt en dus onvoldoende tijd laat om te rouwen over het eerste koppel), stellen de ouders nieuwe gezinnen samen. In deze tweede fase krijgt het kind de kans om zich te hechten aan andere personen. Het kind kan daarin investeren en banden scheppen, vinden en smeden met nieuwe « vertrouwenspersonen ». Maar blijkbaar wordt in deze tweede fase, waarin een nieuw gezin wordt samengesteld, erg weinig aandacht geschonken aan de manier waarop een kind zich opnieuw kan hechten aan de nieuwe situatie. Het nieuwe paar wordt gebouwd op voorgaande gezinsgeschiedenissen, vol goede en minder goede herinneringen. Iedereen brengt zijn hoop en zijn angst mee, evenals allerlei ervaringen, gewoontes en opvoedingsprincipes. Professionele hulpverleners uit verschillende domeinen hebben dit aspect nog niet grondig bestudeerd: het ontbreken van een nieuwe band houdt nochtans het risico in dat het kind gaat denken dat het leven zinloos is, een wettelijk vacuüm, zonder referentiepunten. Volwassenen denken dat kinderen automatisch hun harmonisch leven hervinden als elke ouder een nieuw gezin sticht. Dat is helemaal niet vanzelfsprekend! Dat is niet het antwoord op DE vraag die aan het kind vreet: het kind houdt van zijn ouders, waarom kunnen zij dan niet evengoed van elkaar houden zonder verliefd te worden op anderen? Zo is er het geval van een grootmoeder die op consult komt omdat ze zich zorgen maakt over het lot van haar kleinzoon Norbert die 8 jaar oud is. Zijn ouders zijn gescheiden toen hij 2 jaar oud was. Hij ging bij zijn vader wonen omdat zijn moeder haar partner was gevolgd naar Frankrijk. Tijdens de weekends ging het kind naar zijn grootmoeder aan moederskant. Na 4 jaar komt zijn moeder terug uit Frankrijk en kan het kind tijdens de weekends bij haar terecht. Ze beschikt over een mooie flat, maar ze woont liever in het piepkleine appartement van haar nieuwe partner met wie ze sinds een jaar een kind heeft. Als Norbert komt, slaapt hij op de grond in de woonkamer. Het halfbroertje slaapt in de kamer van de ouders. De vader van Norbert heeft een nieuw gezin gevormd met een vrouw die twee oudere kinderen heeft. Er werd een kleine kamer ingericht voor Norbert, maar van zijn vroegere verblijfplaats is niets meer overgebleven. Het kind is zwijgzaam en erg redelijk. Het is bang voor monsters en nachtmerries, en heeft duidelijk grote problemen. In zijn psychische innerlijk is er dus geen sprake van een permanente omgeving die hem beschermt in zijn slaap en hem behoedt voor dodelijke dromen. De vader begrijpt niets van zijn lijden en probeert hem tot rede te brengen door te zeggen dat hij groot moet zijn en dat hij zich gedraagt als een baby als hij gelooft dat er monsters onder zijn bed zitten. Bij zijn grootmoeder heeft hij uiteindelijk zijn hart geopend, met de smeekbede om bij haar te mogen komen wonen. Vormt zij niet de enige plaats waar de band permanent gewaarborgd is? Bovendien wordt hij ook verscheurd door de angst dat zij zou sterven. De grootmoeder wil uiteraard geen enkele andere plaats dan die van grootmoeder innemen, maar… wat kan ze doen voor dit kind dat vergaat van eenzaamheid en angst. Welk leven wacht hem morgen? Hij voelt zich als een kurk die ronddobbert op de golven van het leven van zijn ouders en hij denkt dat hij weinig voor hen betekent. Ze zeggen dat ze van hem houden, maar wat is liefde?
2
Liefde? Wat is dat? Vandaag worden banden gesmeed door de liefde. Maar een typisch kenmerk van liefde is dat ze vluchtig is en daardoor haken veel volwassenen af, wat een weerslag heeft op het traject van hun huwelijksleven en hun ouderschap. Opeenvolgende scheidingen doen kinderen twijfelen aan de duurzaamheid van relaties en van de liefde waarop ze steunen. Wie herinnert zich niet het liefdesverdriet als de kans bestaat dat de partner verdwijnt en je hem verliest? We hebben deze liefde allemaal nodig want onze diepste geborgenheid steunt op het gevoel geliefd te zijn en te bestaan in de ogen van de mensen die we koesteren. Ons vertrouwen in het goede dat het leven kan bijbrengen aan ons bestaan is gemaakt van een opeenvolging van ontmoetingen, afscheid nemen en weerzien. Kinderen worden daar steeds meer en steeds sneller mee geconfronteerd: wisselende verblijven en nieuw samengestelde gezinnen veroorzaken dergelijke steeds weerkerende bewegingen. Past het kind zich aan of laat het deze variaties in zijn omgeving gewoon over zich heen gaan? Ter herinnering: een nieuw gezin samenstellen is niet vanzelfsprekend en het paar staat vaak onder druk van de kinderen. Want ook al kunnen de kinderen goed overweg met de nieuwe echtgenoot, toch blijven ze nog lang hopen dat hun ouders opnieuw zullen samenkomen. Als de afwezigheid en de afstand de band niet hebben verzwakt, past het kind zich snel aan de nieuwe situatie aan en gaat het vlot van het gezin aan moederskant naar het gezin aan vaderskant en vice versa. Maar als de band verzwakt is omdat hij niet genoeg veiligheid en geborgenheid bood, zien we vaak dat het kind « went » aan de verandering. Uiterlijk lijkt het kind te functioneren, maar innerlijk voelt het zich angstwekkend eenzaam omdat het denkt dat het zijn geestelijke wereld helemaal alleen moet opbouwen. Men zegt dan dat het kind gemakkelijk en meegaand is, maar het is ook in zichzelf gekeerd, heimelijk, gefocust op de eigen wereld… Na de scheiding van de ouders blijven de kinderen zitten met een onoplosbare vraag: Wat is liefde? Enerzijds zeggen de volwassenen aan de kinderen dat ze hen altijd graag zullen zien omdat ze hun kinderen zijn, maar anderzijds zeggen diezelfde volwassenen dat ze hun partner, die ze zo graag gezien hebben dat ze er een kind mee wilden hebben, niet graag meer zien. Dat klinkt niet overtuigend en ook niet geruststellend. Overigens is het nog iets ingewikkelder dan dat omdat de kinderen deze ouder nog wel « graag zien » en ze kunnen dan ook niet begrijpen dat de andere ouder dat nu anders aanvoelt. In de beleving van het kind is liefde binair, er is liefde of er is geen liefde. Het begrip « niet meer graag zien » is onbegrijpelijk want zijn eigen liefde (voor zijn ouders) is tijdloos. Voor het kind is de liefde van en voor zijn ouders de voorwaarde zelf van zijn bestaan, en zijn bestaan, dat is wat het nu beleeft. Voor het kind is zijn affectie voor zijn ouders een verhaal in de tegenwoordige tijd, terwijl liefde voor volwassenen iets is dat komt en gaat, en het kan dus ook iets uit een verleden tijd zijn. Het werkwoord « houden van » verwijst dus naar verschillende begrippen: voor volwassenen gaat het om een gevoelsrelatie en voor kinderen gaat het om een relatie met de ouders. Deze dubbele gelaagdheid is een bron van verwarring en vaak ook van verlatingsangst, die volwassenen ondoeltreffend proberen weg te nemen door te zeggen dat ze hun kind « in naam van de liefde » nooit zullen verlaten, terwijl ze in naam van hetzelfde woord « liefde », gescheiden zijn! Bij een scheiding of bij het vormen van een nieuw gezin wordt het kind dus geconfronteerd met het grote probleem dat het niet begrijpt wat liefde is, want een kind vult het begrip liefde anders in dan een volwassene.
3
Ik probeer het verschil tussen de twee gevoelens voor de kinderen duidelijk te maken door het woord Liefde te gebruiken voor de band tussen ouders en kinderen en door het woord Zapliefde te gebruiken voor een relatie tussen twee volwassenen. Door twee verschillende woorden te gebruiken kan het kind beter begrijpen dat er bij Zapliefde kan worden geswitcht en dat Liefde iets blijvends is. Zo is het voor een kind duidelijker dat een ouder of een stiefouder kan verdwijnen uit zijn dagelijkse leven omdat er een breuk is in de Zapliefdesrelatie. Het kind kan dit dan los zien van de Liefde tussen deze volwassene en zichzelf en weet dat deze Liefde daarom niet verdwijnt. Liefde is een blijvend spoor. Zoals het verhaaltje van de vallende ster van Sophie. Een van mijn medewerksters vertelt over een gesprek met Sophie die 7 jaar oud is. « De vader van Sophie is vertrokken bij haar geboorte en weigerde het vaderschap te erkennen. Vandaag woont ze samen met haar zus, haar halfzus, haar moeder en diens partner. Die partner probeert een beetje gezag over haar uit te oefenen en te zorgen voor een vaderrol in het gezin. Sophie beklemtoont dat hij haar stiefvader is en niet haar vader. Ze weigert om met hem een band aan te knopen, onder het voorwendsel dat ze al een vader heeft. Terwijl ze praat over deze mythische en tegelijk reële vader, vraagt ze me of ik al een vallende ster gezien heb? Mijn antwoord is positief en zij zegt dat ze dat nog nooit gezien heeft en dat ze daar droevig om is. Ik neem mijn computer met internetaansluiting en ga op zoek naar foto's van vallende sterren. We praten lang over vallende sterren en over hoe ze mensen die ze zien kunnen begeesteren, ook al zijn ze erg vluchtig. Als ik het kind de volgende dag terugzie, zegt ze dat ze de avond voordien alles wat op haar bord lag heeft opgegeten. Grote problemen rond voeding en de spanningen die daaruit voortvloeiden in de relatie met haar stiefvader behoorden tot de redenen waarom ze op consultatie kwam. De vergelijking van haar vader met een vallende ster bood het kind de gelegenheid om een plaats te geven aan haar vader, ook al was hij niet meer fysiek aanwezig in het leven van Sophie. Door dat te erkennen kon het kind ook een plaats geven aan de stiefvader. Ze zit niet meer vast in een loyaliteitsconflict waarbij ze vreesde dat ze het bestaan van haar vader teniet deed door te gehoorzamen aan haar stiefvader. » Als het kind de band niet begrijpt, past het zich heel vaak niet aan, en investeert het psychisch niets in zijn nieuwe levenscontext. « Het kind vergeet helemaal niets, het doet gewoon, dat is alles… », zoals Brel het zei. Verwarring over betekenisdragers leidt tot on-zin Al die verwarring die voortkomt uit eenzelfde terminologie zorgt ervoor dat veel kinderen bang zijn dat de volwassene zijn band met het kind, waaraan het kind psychisch gehecht blijft, zal verbreken. De verwarring speelt op verschillende niveaus. Sommige moeders vragen hun kind om hun nieuwe partner « papa » te noemen, vooral als de officiële vader zijn verantwoordelijkheid niet echt opneemt. De kleine Jacques noemt de partner van zijn moeder « papa Cédric » en zijn eigen papa « papa Pierre ». Maar hoe kan hij elke papa zijn eigen plaats geven? Zijn alle plaatsen onderling verwisselbaar en zijn de vertrouwelijke banden niet echt belangrijk? Want Jacques kan alleen maar vaststellen dat « papa Pierre » verdwenen is uit zijn kinderleven op de dag dat zijn moeder niet meer moest weten van deze man. Dezelfde terminologische verwarring duikt ook op bij broers en zussen met een erg verschillend gezinsstatuut. Ook al zijn de kinderen niet verbonden door het bloed, toch vinden de volwassenen het wenselijk dat ze elkaar als broers en zussen beschouwen. Zijn de
4
volwassenen er zich wel van bewust dat een dergelijke overtreding van de taalwetten leidt tot structuurverlies omdat de symboliek achter de terminologie betekenisloos wordt? Door de betekenis van de woorden in te vullen, dragen de ouders immers bij tot de maatschappelijke normen van het kind… De wiskundige logica van een betekenisdrager staat borg voor de zin die niet willekeurig kan worden ingevuld. Het is precies omdat we er persoonlijk geen vat op hebben dat de taalwet zorgt voor de samenhang en de harmonie van de wereld. Anders belanden we in de spraakverwarring van de toren van Babel, dus in de on-zin, in het misverstand en in het onvermogen om een structurerende band op te bouwen. Als eenzelfde woord verschillende werkelijkheden kan dekken die sterk op elkaar lijken en toch totaal verschillend zijn, dan verliest de taal haar structurerende betekenis. Als de taal van de volwassenen voor een kind « om het even wat » kan betekenen, dan verdampt ook het vertrouwen en dus het wezenlijke in de band met de andere. Zou het leven van een kind maar een toevalligheid zijn … « Mijn ouders zijn gescheiden omdat ze elkaar niet meer graag zien ». We hebben gezien dat de betekenisdrager liefde uiteindelijk onbegrijpelijk is voor de meeste kinderen, wat hen confronteert met een andere open vraag: wat is hun reden van bestaan op aarde. Bij een scheiding staan het lijden of de wrok van de ouders hen te vaak in de weg. Dat belet hen om het verhaal te vertellen van het kind en van hun liefdesgeschiedenis als koppel waarbij ze hun liefde hebben willen concretiseren in het verwekken van een kind. Het gebeurt dat een van de ouders bij een scheiding tabula rasa wil maken met het historische en affectieve leven van het ex-paar, en soms is het ook de nieuwe partner die daar op aandringt. Het kind weet weinig van de manier waarop zijn ouders elkaar hebben ontmoet, van het plan om een kind op de wereld te zetten en van de bijzonderheden rond zijn komst op aarde. Vaak weet het veel meer over de scheiding dan over de ontmoeting! Sommige kinderen groeien op zonder foto, zonder anekdotes, zonder een mogelijke positieve vergelijking. Wat betekent het dan om bemind te worden of graag gezien te zijn? Welke betekenis moet het kind geven aan dit woord dat zo belangrijk is in de relatie met zijn ouders. Voor een kind dat zijn tijd verdeelt over twee gezinnen, is het belangrijk dat het het begin van zijn leven kan koppelen aan zijn huidig leven. Als het kind de film van zijn leven kan afrollen, voelt het dat er continuïteit zit in zijn bestaan. Dat gevoel is essentieel om zich geborgen te voelen in het leven en om projecten te kunnen uitwerken. Als deze basis in zijn leven ontbreekt, wordt het kind psychisch meer breekbaar en kwetsbaar. In nieuw samengestelde gezinnen roepen sommige plaatsen meer ambivalente gevoelens op dan andere. Zo heeft een kind uit een eerste relatie het moeilijker omdat het geregeld moet verhuizen van het ene samengestelde gezin naar het andere. Kinderen uit de nieuwe relaties van zijn ouders wonen goed en wel het hele jaar door bij hun samenwonende ouders. Zo'n kind voelt zich verschrikkelijk alleen: « Ik voel mij de enige van mijn soort », vertelde een kind van 8 jaar me onlangs. Bij een boomtest stellen we vaak vast dat dergelijke kinderen die heen en weer reizen tussen twee nieuw samengestelde gezinnen het moeilijk vinden om zin te geven aan hun leven. Als we tijdens de test vragen hoe de boom daar gekomen is, hoe hij is kunnen groeien, luidt het antwoord veelal: « Ik weet het niet, een zaadje is daar gegroeid ». Wat heeft ervoor gezorgd dat deze boom kon groeien? Het kind kan er nauwelijks op antwoorden. « Gewoon zo, omdat het daar was ». Klaarblijkelijk heeft het kind geen ouderlijk plan in zich. Voor het kind is er geen plan van iemand die daar graag een boom wou planten en heeft het
5
ook niet het gevoel dat de omgeving er door de komst van de boom mooier op geworden is. Dat komt veel voor vandaag omdat we meer bezig zijn met het kind van het Verlangen dan met het kind van de Natuur. Dat belet niet dat het kind zijn leven vaak ziet als de vrucht van het toeval: het heeft dus geen echte zin. En bovendien zijn zijn ouders gescheiden, wat voor het kind dan bevestigt dat het zelf helemaal geen verenigend element was dat zin had kunnen geven aan hun leven. Een ander kind dat « enig in zijn soort » is, is geboren in een nieuw samengesteld gezin en heeft broers en zussen van vaderskant en ook van moederskant. Op familiebijeenkomsten zijn er heel wat opa's en oma's, ooms en tantes, neven en nichten, maar hij is het enige kind van papa en mama samen. Als alles goed gaat, is er geen probleem. Maar als de ouders onophoudelijk ruzie maken over de kinderen die ze niet delen, dan blijft de laatstgeborene innerlijk alleen achter. Hij ondergaat alles: « Jij betaalt te veel voor… Jouw kinderen zijn slecht opgevoed… Zij mogen hier alles… Wij moeten ons altijd plooien naar de wensen van jouw ex enz. » Hij kan niet terecht bij zijn broers en zussen want zij verdedigen de bekritiseerde ouder. En als reactie krijgt hij van de kinderen van de vader te horen dat zijn moeder stom is en vice versa. De laatstgeborene behoort tot beide partijen: hij is het kind van twee ouders die elkaar bekritiseren over de opvoeding die ze aan hun kinderen geven. Hij voelt zich dus half goed en half slecht zowel voor de ene als voor de andere ouder. Niet gemakkelijk om zich in zo'n geval geborgen te voelen! De situatie wordt nog lastiger in het nieuw samengestelde gezin als de kinderen uit vorige huwelijken « worden ervaren » als de actieve, slechte overblijfselen van een eerste relatie. Het gebeurt dat een voormalige echtgenoot niet kan verdragen dat er liefde heerst in het nieuwe gezin van zijn ex en dat de sfeer binnen het nieuwe koppel negatief beïnvloed wordt via het kind. De kinderen voelen zich dan alsof ze belast zijn met een sabotageopdracht. Een veelheid van banden. Een goede zaak? Een slechte zaak? Als een koppel scheidt vallen ook de echtelijke band, de ouderlijke band en de afstammingsbanden die tot dan toe samenliepen, uiteen. Het kind ervaart een hevige schok als het beeld van zijn afstamming, namelijk de relatie tussen zijn vader en moeder, wankelt: het weet niet meer waar het vandaan komt, want van de ene dag op de andere bevindt het zich in een andere, soms strengere, soms meer chaotische, relationele omgeving. Hoe voelt zo'n meisje zich dat voortdurend moet verhuizen: wekelijks twee nachten bij haar vader, een nacht bij haar grootmoeder langs moederskant, een nacht bij haar meter en drie nachten bij haar moeder … Bij het ontstaan van een nieuw samengesteld gezin evolueert het kind plots in een omgeving waarin het krioelt van nieuwe verwanten, soms heeft het in een klap 8 grootouders, halfbroers en -zussen, stiefbroers en -zussen en… echte ouders die niet meer samenwonen. Zo ontstaan er steeds meer zintuiglijke banden, symbolische banden, gezagsbanden, gedeelde banden, overgedragen banden. Deze situatie is niet gevaarlijk voor een kind als er een minimale band bestaat tussen deze personen. Uit observaties van nieuw samengestelde gezinnen is overigens gebleken dat het ouderschap door verschillende personen kan worden opgenomen. Een nieuw samengesteld gezin kan een cadeau zijn voor een kind: als alles geleidelijk verloopt, als de bevoorrechte band met de ouders wordt gerespecteerd en als er geen banden worden opgedrongen. Met al die nieuwe broers en zussen ontstaan er allerlei nieuwe mogelijkheden. Tussen de kinderen kan een innige verstandhouding en een diepgaande band ontstaan zodat ze zich echt als broers
6
en zussen beschouwen. Maar als de kinderen systematisch bekritiseerd worden door de nieuwe echtgenoot, dan is het bijvoorbeeld veel moeilijker om nieuwe banden te smeden: de kinderen blijven dan verwikkeld in de strijd tussen het kamp van de moeder en dat van de vader. Als een nieuw samengesteld gezin kan steunen op een zekere emotionele intelligentie, kan het een plaats zijn waar ruimte is voor het scheppen en behouden van vele banden. Het kind ontwikkelt er zijn vaardigheid om zich aan te passen en stelt zich open voor een groter potentieel aan individuele keuzes. Van de ene scheiding naar de andere Het trauma dat kinderen kunnen oplopen, verergert nog als de kinderen opnieuw worden gescheiden van hun nieuwe verwanten met wie ze ondertussen een diepgaande vertrouwensband hebben … In dit geval rijst de vraag in hoever een kind in staat is om te blijven vertrouwen op de waarde van banden als het in zijn leven geregeld wordt geconfronteerd met het verbreken van banden. Deze kinderen krijgen vaak te maken met angst en verdriet omdat hun bestaan de volwassenen min of meer onverschillig lijkt te laten. Ze zijn bang dat ze geen banden meer kunnen smeden, maar dat wordt niet gehoord. Het enige wat ze te horen krijgen zijn typische antwoorden zoals: « Trek het je niet aan, het is niet jouw schuld dat je ouders scheiden. » Het gevaar bestaat dat ze als adolescenten verloren lopen in hun omgeving – zappen tussen vluchtige vriendschappen – hun liefdes om zeep helpen: het mentale symbolische werk is immers niet af. In de kliniek voor gedragsstoornissen zien we vaak kinderen die helemaal van slag zijn door een scheiding of door de samenstelling van een nieuw gezin: dat hypothekeert de geestelijke groei. Hyperkinetische kinderen die zich niet kunnen concentreren, wat zegt dat over de band met de andere? Of met zichzelf via hun eigen lichaam? Het zijn kenmerkende symptomen die voorkomen bij kinderen bij wie de symbolisering en de vergeestelijking gestopt zijn. Anders gezegd, het kind is bezig met de handeling en niet meer met het woord. Het woord zou nochtans kunnen zorgen voor zin en dat zou het kind kunnen helpen om te denken aan wat voor hem ondenkbaar is, namelijk de scheiding van zijn ouders. Voor een kind is het nog meer verbijsterend als het een vluchtige liefdesrelatie heeft en als het daar alleen het woord liefde kan opplakken. Aldus verliest de liefde in de ogen van het kind haar hele betekenis van vaste en veilige haven. Het kind komt terecht in een andere tijd, in een andere logica waaraan het zich noodgedwongen moet aanpassen, of waar het een gewoonte van maakt en handelingen stelt zonder echte zin. Puur handelen. Als het ondenkbare niet kan worden gedacht, neemt het lichaam het over in een driftmatige uitbarsting. En dat speelt zich allemaal af in een context waarbij er iets stopgezet is in het hoofd van het kind: het verhaal dat zijn ouders verenigde en waaruit het is ontstaan. Er is geen driehoeksrelatie meer met drie, maar relaties onder vier ogen, met de ene of met de andere. Het is dus zoals een ontkoppeling van de functies van de vader en de moeder. Vaak oefent de vader zijn structurerende gezagsfunctie niet meer uit. Zo verdwijnt de richting en meteen ook de zingeving, die de vader moet overdragen zoals hij ze van zijn vader heeft ontvangen. De vaderlijke functie wordt een doelloze tocht. De moeder daarentegen ontwikkelt onder vier ogen een meer verbindende relatievorm. Overigens is het net de afstand tot de moeder die een voorwaarde is voor het woord en voor het smeden van een band van geborgenheid. Bovendien verlenen het woord en de band die door het woord
7
wordt gevoed, toegang tot zingeving en dus tot de aanvaarding van het verlies en het tekort. Het is dezelfde aanvaarding die ook de drang naar kennis en naar leergierigheid opent. De huidige uitdaging De nieuwe gezinsstructuur in een nieuw samengesteld gezin is een maatschappelijk fenomeen dat meer of minder diepgaande vragen stelt bij alle disciplines die er verband mee houden. Dit nieuwe veld is complex en boeiend want elke situatie is specifiek, zodat modellen er weinig vat op hebben. Juristen en politici zoeken uit of ze een statuut kunnen geven aan de stiefouder zodat hij opvoedkundige en andere rechten kan uitoefenen. Sociologen proberen de complexiteit van de nieuwe gezinsconfiguraties te beschrijven en spreken bijvoorbeeld van « stiefbroer en -zus » als kinderen die onder hetzelfde dak wonen geen bloedverwantschap hebben. Antropologen spreken over een terugkeer naar een primitieve samenlevingsvorm die wordt bestuurd door een ander systeem van ouderschap en afstamming. Psychologen werken minder met stambomen en gebruiken liever genogrammen, zodat ze er personen die geen bloedverwantschap hebben, kunnen aan toevoegen. Iedereen draagt zijn steentje bij, allemaal proberen ze een structuur te geven aan iets dat er geen meer heeft en pogen ze wat daaruit komt te vertalen van een individuele naar een collectieve vorm. Kortom, allemaal proberen ze een derde in te voeren via wetten of via het scheppen van een nieuwe terminologie die opnieuw verenigt, die zin kan geven, want het is wel degelijk de zingeving die tekortschiet als we het lijden van de kinderen nader bekijken. Want iedereen is het erover eens dat professionele hulpverleners, in het geval van gezinnen met een wisselende samenstelling, diep moeten nadenken over de vraag hoe ze een kind kunnen helpen om zich duurzaam verbonden te voelen met de volwassenen die het hebben verwekt en met de volwassenen die een fundamentele rol hebben gespeeld in zijn structurering en zijn identificatie. Anders kan het kind niet sereen in het leven staan en dat komt tot uiting via steeds meer symptomen van motorische instabiliteit, psychische achterstand, onverschilligheid tegenover het leven, schoolachterstand enz. Het probleem van de vertrouwensband en de breuk kan traumatisch worden. Daarom moeten we het kind dringend in staat stellen om opnieuw na te denken over zaken die voor hem ondenkbaar zijn en om die leegte niet langer te vullen met handelingen zonder zin. De ouders, die vaak evenzeer lijden, kunnen ook hun zingeving terugvinden. Er bestaat immers een professioneel aanbod dat hen de gelegenheid biedt om vragen te stellen bij hun persoonlijke en familiale ervaringen. Zoniet, worden we misschien wel de getuigen van een nieuwe cultuur zonder geborgenheid?
Als grappige denkoefening geef ik u graag nog een tekstje mee dat ik ooit ergens gevonden heb: « Een brave man maakt een afspraak met de maatschappelijk assistente van zijn gemeente en legt haar heel eenvoudig uit wat zijn probleem is. Ik ben getrouwd, zegt hij, met een weduwe die een grote dochter had uit haar eerste huwelijk. Welnu, mijn vader die weduwnaar was kwam vaak bij mij op bezoek, hij werd verliefd op mijn stiefdochter en trouwde met haar. Aldus werd mijn vader mijn schoonzoon en mijn schoondochter mijn stiefmoeder. Enige tijd later krijgt mijn vrouw een zoon, die de schoonbroer wordt van mijn vader en tegelijkertijd mijn oom aangezien hij de broer is van mijn stiefmoeder. De vrouw van mijn vader, mijn stiefdochter, wordt zelf ook moeder van een jongen die mijn broer wordt
8
omdat hij de zoon van mijn vader is, en tegelijk is hij ook mijn kleinzoon omdat hij de zoon van de dochter van mijn vrouw is. Aldus is mijn vrouw dus mijn grootmoeder, want zij is de grootmoeder van mijn broer. Ik ben de echtgenoot van mijn vrouw, maar ook haar kleinzoon, en, aangezien de echtgenoot van de grootmoeder van een persoon de grootvader is van deze persoon, ben ik mijn eigen grootvader geworden. Welke rechten hebben wij volgens het familierecht tegenover elkaar, vroeg hij haar. De maatschappelijk assistente vroeg enkele minuten om na te denken…» Als we een stamboom maken voor deze man, raken we er misschien wel wijs uit!
Diane Drory
9