Het gezin:
een voldongen feit? Over samenwonen
5
november 2008
Pa, ma en toch wel minstens enkele kinderen, u heeft meteen een blauwdruk van een doorsnee gezin tot de zestiger jaren. Woodstock, emancipatie van het zogenaamd zwakke geslacht, de pil, samenwonen maar geen boterbriefje, lat-relaties, ingrediënten als deze kleurden onze maatschappij in de jaren zeventig en tachtig. Bewust ongehuwde moeders, homohuwelijken, lesbiennes die samen een kind adopteren, het hedendaags gezinsbeeld ziet hier helemaal geen graten in. Het gezin: een voldongen feit? Zeker niet, wel een feitelijk gegeven dat constant evolueert. Zaak is de regelgeving hierop zoveel mogelijk te doen inspelen. Pas dan is er sprake van een moderne wetgeving. De sector van de kinderbijslag bleef niet achterop. Zoals mag blijken.
Intro Van bij het ontstaan van de kinderbijslagwet was de notie gezin in meerdere opzichten een ankerpunt voor de vaststelling van een recht op kinderbijslag. Steevast ging men er vanuit dat een gezin was samengesteld uit personen van verschillend geslacht, die samenwoonden als man en vrouw. Tot op een bepaald moment deze opvatting niet meer strookte met de ontwikkeling van het gedachtegoed in een moderne samenleving en dit enge concept stevig onder vuur kwam te liggen. De problematiek van niet-discriminatie op grond van geslacht en seksuele voorkeur vormt dan ook een platform voor een ruim maatschappelijk debat en ontgaat evenmin de aandacht van onze politici. Zelfs de rechtspraak ontsnapte niet aan dit thema. Sociaal verzekerden, die zich hierdoor gedupeerd voelden, gingen aankloppen bij het Arbitragehof, dat als taak heeft de naleving te waarborgen van de grondwettelijke gelijkheidsbeginselen. Niet zonder succes overigens, wanneer dit Hof stelde dat kinderen van homoseksuele koppels evenzeer hoorden gegroepeerd te worden als deze van heteroseksuele koppels. Met dit arrest, dat nota bene werd uitgesproken naar aanleiding van een dossiergegeven van Acerta Kinderbijslagfonds, was meteen een niet onbelangrijk precedent gecreëerd, waarop ook de wetgever inspeelde. Zo spreken we wanneer personen samenwonen voortaan over het vormen van een feitelijk gezin. Gevolg is wel dat ook personen van hetzelfde geslacht nu onderworpen worden aan bijkomende formaliteiten om rechten op kinderbijslag te putten uit hun gezinsvorming.
2
Wat is een feitelijk gezin? Daar waar de kinderbijslagwetgeving in het verleden enkel gevolgen koppelde aan samenwoning van personen van verschillend geslacht, werd medio 2000 het begrip feitelijk gezin nieuw leven ingeblazen. Zo worden alle samenwonenden, ongeacht hun geslacht in aanmerking genomen voor de vorming van een feitelijk gezin. We spreken van een feitelijk gezin wanneer twee of meer personen, ongeacht hun geslacht: • samenwonen op hetzelfde adres; • geen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de derde graad: bijvoorbeeld geen echtgenoten, ouders, schoonouders, kinderen, zussen, broers, grootouders, nonkels of tantes; • in gemeenschappelijk overleg hun huishouden regelen en daartoe elk financieel of op een andere manier bijdragen.
Het geslacht van de partners speelt dus niet langer een rol, daarnaast kan een feitelijk gezin ook bestaan uit meerdere personen die samenwonen en beperkt het zich niet uitsluitend tot koppels. De vernieuwde invulling van het begrip feitelijk gezin hanteert nu een economisch criterium en laat het seksuele en affectieve leven van de partners buiten beschouwing, wat garanties biedt voor de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de sociaal verzekerden. Elke medaille heeft evenwel een keerzijde: een feitelijk gezin vormen, kan voor de kinderbijslag zowel voordelen als nadelen opleveren. Afhankelijk van de gevolgen die eraan gekoppeld worden, krijgen de voorwaarden inzake het samenwonen en het gemeenschappelijk regelen van het huishouden een andere invulling. Volledigheidshalve nog meegeven dat feitelijke gezinsvorming geen synoniem is van wettelijk samenwonen. Het statuut van
3
wettelijk samenwonenden kreeg in 2000 een wettelijke onderbouw: het volstaat dat betrokkenen op de burgerlijke stand van hun gemeente een verklaring in die zin afleggen. Waarbij zelfs niet vereist is dat de personen in kwestie ook daadwerkelijk onder één dak toeven. Het gaat hier namelijk puur om een statuut dat bepaalde rechten en plichten genereert: zo is op die basis eventueel ook kinderbijslag te verkrijgen.
november 2008
Feitelijk gezin doet rechten ontstaan Om uit de vorming van een feitelijk gezin rechten te kunnen putten, moet de samenwoning blijken uit het Rijksregister of uit een andere officiële bron, daarnaast dienen de partners aan het kinderbijslagfonds te verklaren dat ze een feitelijk gezin vormen. Voor zover de samenwoning niet uit het Rijksregister mocht blijken, wordt ze toch als bewezen beschouwd wanneer door een openbaar bestuur bevestigd. Zo komen getuigschriften van gemeentediensten in aanmerking waaruit een domiciliëring blijkt en dit in afwachting van een officiële registratie in het Rijksregister evenals verblijfsvergunningen en getuigschriften van politiediensten waarbij de samenwoning wordt vastgesteld. Getuigenverklaringen daarentegen mogen wij niet weerhouden. Eens de samenwoning officieel, dienen alle partners te verklaren dat zij een feitelijk gezin vormen. Acerta Kinderbijslagfonds speelt daar op in en nodigt de samenwonenden dan ook uit een hiertoe voorziene verklaring te ondertekenen. Zijn de voorwaarden inzake samenwoning en verklaring van feitelijk gezin vervuld, dan ontstaan volgende rechten: kinderen worden gegroepeerd en de hoedanigheid van rechthebbende wordt verworven voor kinderen van de partner.
Kinderen in het gezin worden gegroepeerd Voor de kinderbijslag krijgt ieder kind volgens zijn leeftijd een rang binnen het gezin. Aan deze rang wordt een bedrag kinderbijslag gekoppeld. Ook binnen een feitelijk gezin worden alle kinderen van de partners gegroepeerd. Het tweede kind krijgt meer kinderbijslag dan het eerste of oudste en alle kinderen vanaf het derde krijgen nog meer. Gewoonlijk wordt de kinderbijslag betaald aan de moeder, maar dat kan ook de vader zijn of bijvoorbeeld een grootmoeder. Als in een feitelijk gezin meer dan één persoon kinderbijslag ontvangt, worden alle kinderen gegroepeerd.
Brigitte, een werkneemster met een maandloon van 2 200 euro, vormt met haar dochtertje Julie van 3 een feitelijk gezin met Marjan die twee zonen heeft van 10 en 8 jaar. Marjan ontvangt voor haar 2 jongens een eerste en tweede rang en Brigitte voor haar dochtertje een derde rang wat haar een surplus aan kinderbijslag oplevert van 147,02 euro. Vóór de samenwoning ontving Brigitte slechts 83,40 euro; nu ze een feitelijk gezin vormt loopt dat op tot 230,42 euro. Bovenop de basisbijslagen wordt eens het kind zes jaar een leeftijdstoeslag toegekend. Die toeslag verhoogt als het kind 12 wordt en nog eens op 18 jaar. Voor kinderen waarvoor het gewone bedrag aan kinderbijslag wordt toegekend en die een eerste rang betaald krijgen, worden deze leeftijdsbijslagen gehalveerd. Vanaf een tweede kind in een gezin ontvangt men de volledige leeftijdsbijslagen. Het vormen van een feitelijk gezin kan bijgevolg ook een bonus opleveren voor de toekenning van deze leeftijdsbijslagen. Ten gevolge van besparingsmaatregelen in 1997 is de toekenning van de leeftijdsbijslagen een vrij complex gegeven geworden. Het nodige cijfermateriaal vindt u op pag. 5. Bijkomende informatie op maat is uiteraard te bekomen in elk van onze kantoren. Keren we terug naar het gezin van daarnet. Wordt Julie 6 jaar, dan ontvangt Brigitte een leeftijdstoeslag van 28,98 euro. Het vormen van een feitelijk gezin levert Brigitte een bonus op van 14,45 euro, want moest Brigitte opnieuw alleen gaan wonen, dan zou ze voor Julie als enig kind nog slechts een leeftijdstoeslag ontvangen van 14,53 euro.
Ook kinderbijslag voor kinderen van de partner die tot het gezin behoren Vormt men een feitelijk gezin, dan kan men op basis van zijn prestaties kinderbijslag aanvragen voor de eigen (adoptie) kinderen van zijn partner voor zover die deel uitmaken van het feitelijk gezin. Waar men ook recht kan openen op kinderbijslag voor zijn kleinkinderen, achterkleinkinderen, neven en nichten die tot het gezin behoren, is dit evenzeer mogelijk voor de (achter)kleinkinderen, neven en nichten van de partner. Hier geldt evenzeer als voorwaarde dat deze kinderen deel uitmaken van het feitelijk gezin.
4
Let WEL! De bedragen in deze brochure gelden vanaf 1 september 2008 en zijn gekoppeld aan de prijsindex. Mocht er zich na het ter perse gaan van deze brochure een indexaanpassing voordoen, dan voegen wij de meest recente bedragen losbladig toe.
Bedragen Dit cijfermateriaal weerspiegelt slechts ten dele het kinderbijslagpakket. In onze Accent nr 1 ‘Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad’, vindt u een volledig overzicht terug van de bedragen. Vraag gratis een exemplaar aan in één van onze kantoren.
Basisbijslag
Euro
1 kind éénoudergezin ander gezin 2de kind éénoudergezin ander gezin 3de en elk volgend kind éénoudergezin ander gezin ste
125,86* 83,40
Zo ware het geweest zonder die innovatie van 1997
180,65* 154,33
Voor kinderen van 6, 12 en 18 jaar worden volgende leeftijdsbijslagen toegekend:
251,64 230,42
Bijslag voor langdurig zieken ** 1ste kind 2de kind 3de en elk volgend kind éénoudergezin ander gezin
174,75 180,65 251,64 235,04
Bijslag voor langdurig werklozen en gepensioneerden ** 1ste kind 2de kind 3de en elk volgend kind éénoudergezin ander gezin
125,86 180,65 251,64 235,04
Wezenbijslag per weeskind
Leeftijdsbijslagen
320,40
(*) bedragen van toepassing vanaf oktober 2008 (**) voor zover de totale gezinsinkomens 2 131,19 euro bruto per maand (of vanaf oktober 2008 2 060,91 euro als alleenstaande) niet overschrijden.
6 tot 12 12 tot 18 jaar +18 jaar
28,98 44,27 56,29
Beperkingen vanaf 1997 voor kinde- ren geboren na 31 december 1990 In 1997 werd aan de leeftijdsbijslagen gesleuteld en voor kinderen van eerste rang een halvering doorgevoerd. Het gaat hier om de oudste kinderen in een gezin of om enige kinderen, geboren na 31 december 1990
6 tot 12 jaar 12 tot 18 jaar +18 jaar
14,53 22,12 25,50 (vanaf 2009)
Deze halvering geldt echter niet voor: • kinderen waarvoor we sociale toeslag voor langdurig zieken, langdurig werklozen of gepensioneerden betalen; • weeskinderen; • kinderen met een handicap; • kinderen met gewaarborgde gezinsbij slag. Voor kinderen geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996, die reeds een tweede rang ontvingen op 31 december 1996 en daarna eerste rang worden ter vervanging van een ouder kind waarvoor al leeftijdsbijslag werd toegekend, zijn garanties ingebouwd. Zij ontvangen: 6 tot 18 jaar + 18 jaar
28,98 31,12 (vanaf 2009)
Overgangsmaatregelen Gezinnen die reeds voor hun oudste of enige kinderen leeftijdsbijslagen genoten op 31 december 1996 mogen deze behouden. Vertaald naar de concrete bedragen oogt dit complex daar we dienen te verwijzen naar geboortedata: geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990: -18 jaar 28,98 +18 jaar 31,12 geboren vóór januari 1985: 46,42
5
november 2008
Nadelige gevolgen van feitelijke gezinsvorming In de kinderbijslagwetgeving doen er zich een aantal situaties voor waar de vorming van een feitelijk gezin leidt tot het verminderen van de bijslagen of zelfs tot een verval van het recht. Hier wordt voortaan ook rekening gehouden met de samenwoning van personen en dit ongeacht hun geslacht. Om de samenwoning te bewijzen baseren we ons vooreest op het Rijksregister. Een verklaring van de betrokkenen zelf is ook bruikbaar. Wanneer een andere socialezekerheidsinstelling ons ervan in kennis stelt, dan controleren wij bij de betrokkenen thuis of er al dan niet sprake is van samenwoning. Daarbij wordt voornamelijk nagegaan of de bestaansmiddelen worden samengevoegd. Een dergelijke controle is vereist daar het begrip feitelijk gezin voor de verschillende sectoren van de sociale zekerheid niet altijd dezelfde betekenis heeft. Hieronder overlopen wij in welke situaties een feitelijke gezinsvorming de rechten op kinderbijslag kan beperken:
Minder kinderbijslag Een langdurig zieke, een langdurig werkloze of gepensioneerde kan een toeslag op de kinderbijslag ontvangen, afhankelijk van het maandelijks bruto-inkomen. Die toeslag kan echter wegvallen omdat ook het inkomen meetelt van de persoon waarmee men een feitelijk gezin vormt. Ontvangt men een sociale toeslag, dan heeft dit ook zijn weerslag op de toekenning van de leeftijdstoeslagen vanaf zes jaar. Zoals u op pagina 5 kon lezen, worden deze voor de kinderen van eerste rang gehalveerd. Deze halvering speelt echter niet wanneer men een sociale toeslag ontvangt. Wordt kinderbijslag met een sociale toeslag betaald via de buiten het gezin verblijvende (ex)-echtgenoot die langdurig ziek, langdurig werkloos of gepensioneerd is, dan vervalt deze toeslag wanneer men een feitelijk gezin gaat vormen. Wie oorspronkelijk gecatalogeerd stond als éénoudergezin ziet de specifieke bonus daaraan verbonden teloorgaan eens samenwonend. Geen maandelijks extraatje meer bovenop de gewone kinderbijslag ofwel geen opwaardering meer van de sociale toeslag vanaf het 3e kind.
Geen kinderbijslag meer Voor een kind waarvoor één van de partners reeds kraamgeld ontving, kan aan de andere partner geen adoptiepremie meer betaald worden. Sophie is weduwe en heeft een dochtertje Laura van 4 jaar. Ze ontvangt 320,40 euro verhoogde wezenbijslag. Als ze een feitelijk gezin gaat vormen met Dirk ontvangt ze voor Laura nog slechts de gewone kinderbijslag ten bedrage van 83,40 euro. Nathalie is langdurig ziek en ontvangt voor haar 5-jarig zoontje Thomas de gewone kinderbijslag van 83,40 euro en de sociale toeslag van 91,35 euro. Ze gaat samenwonen met Marc die voltijds werknemer is. Ten gevolge van het vormen van een feitelijk gezin, valt de kinderbijslag terug op 83,40 euro. Stel dat Marc uitkeringsgerechtigd werkloos wordt, zijn de sociale uitkeringen van Nathalie en Marc samen te tellen om na te gaan of de toeslag alsnog kan toegekend worden. Dit is enkel het geval wanneer de totaliteit van deze bedragen niet hoger ligt dan 2 131,19 euro.
Geniet een overlevende echtgenote een overlevingspensioen dan kan zij onder bepaalde voorwaarden rechten openen op kinderbijslag. Gaat ze echter een feitelijk gezin vormen dan vervalt haar recht. Eventueel kan er dan wel een recht geopend worden via de partner. Recht op sociale toeslag: toegelaten inkomen per maand De persoon met wie een feitelijk gezin gevormd wordt •
• geniet een sociale uitkering: het totaal van de sociale uitkerin gen van de partners mag hoog- stens 2 131,19 euro bedragen; • heeft een beroepsactiviteit: de gezamelijke bruto-inkomens mogen niet hoger zijn dan 2 131,19 euro per maand;
Weeskinderen ontvangen als kinderbijslag een hoger bedrag. Maar als de overlevende ouder een feitelijk gezin gaat vormen, hebben zij niet langer recht op die hogere wezenbijslag.
6
heeft geen inkomsten: de sociale uitkering van diegene die recht opent mag hoogstens 2 131,19 euro bedragen;
En wat als men geen feitelijk gezin vormt? Wordt op basis van samenwoning de vorming van een feitelijk gezin vermoed, dan kunnen betrokkenen dit alsnog weerleggen. Daartoe moeten zijzelf bewijzen geen feitelijk gezin te zijn en aantonen geen gezamenlijk huishouden te vormen. Krijgt Acerta Kinderbijslagfonds weet van een samenwoning, dan informeren wij de betrokkenen over de gevolgen van hun samenwoning waarbij hen de mogelijkheid wordt geboden om het tegendeel te bewijzen. De mogelijkheden tot tegenbewijs zijn echter beperkt en dienen door de kinderbijslagfondsen streng te worden beoordeeld. Een verklaring op eer volstaat hier niet. Het vermoeden kan bijvoorbeeld weerlegd worden door aan te tonen: • dat er tussen betrokkenen een huurof arbeidsovereenkomst werd afgesloten. In dat geval dient een kopie van de huur - of arbeidsovereenkomst overgemaakt te worden aan het kinderbijslagfonds. Een mondelinge huurovereenkomst op zich volstaat niet. Aparte facturen van telefoon, gas en electriciteit kunnen bijkomende elementen zijn om het vermoeden te weerleggen wanneer ze op eigen naam van elk van de vemeende partners staan.
• dat de persoon waarmee men samenwoont een feitelijk gezin vormt met iemand anders die op hetzelfde adres woont. Zo zal een weduwe met een dochter wiens vriend officieel zijn intrek neemt bij hen, toch verder aanspraak maken op de verhoogde wezenbijslag wanneer die vriend verklaart geen feitelijk gezin te vormen met de weduwe maar wel met de dochter. • of nog dat de persoon met wie men samenwoont zelf nog rechtgevend is op kinderbijslag. Zelfs wanneer de jongere na enige tijd niet meer rechtgevend is, blijft het vermoeden weerlegd voor zover deze samenwoning ononderbroken voortduurt.
Let wel! Hebben betrokkenen voordien al een verklaring van feitelijk gezin ondertekend om rechten te openen, dan kunnen zij het vermoeden van gezinsvorming niet meer weerleggen om zo te ontsnappen aan de negatieve gevolgen.
7
Stel Luc en Annemie die elk een kind uit een vorige relatie hebben, gaan samenwonen. Ze verklaren een feitelijk gezin te vormen zodat de kinderen voor de toekenning van de bijslagen kunnen gegroepeerd worden. Na enige tijd wordt Luc langdurig ziek. Opdat hij voor zijn dochter Marleen aanspraak zou kunnen maken op de sociale toeslag, wordt rekening gehouden met het inkomen van Annemie: die is loontrekkende, dus vervalt de sociale toeslag. Daar betrokkenen in het verleden reeds een verklaring van feitelijk gezin hebben afgelegd, kunnen zij het vermoeden niet weerleggen.
november 2008
Acerta Kinderbijslagfonds vzw
Accent
Acerta Kinderbijslagfonds betaalt als sociale dienstverlener op vraag van aangesloten werkgevers correct en tijdig kinderbijslag aan rechthebbende gezinnen. Daarenboven biedt het deskundige sociale begeleiding via gerichte en betrouwbare informatie- en adviesverstrekking.
is een inforeeks van Acerta over het sociaal recht.
Enig cijfermateriaal: - meer dan 31 000 aangesloten werkgevers - 136 200 rechthebbende gezinnen - 240 700 rechtgevende kinderen - circa 115 medewerkers - 9 kantoren
Deze reeks bevat de volgende brochures over de gezinsbijslag voor werknemers, uitgegeven door Acerta Kinderbijslagfonds: nr. 1 Gezinsbijslag voor werknemers: uw leidraad
Met deze Accent-brochures willen we diverse aspecten van de kinderbijslag toelichten. De regelgeving is evenwel vrij complex, ook wanneer het feitelijke gezinsvorming aangaat. Bovendien vertoont de praktijk vele varianten. Deze brochure pretendeert dan ook geen absolute volledigheid. Voor meer informatie kan u altijd terecht in één van onze kantoren. Leg gerust uw concrete situatie voor aan onze medewerkers ter plaatse. Zij maken graag tijd voor u. E-mailen kan uiteraard ook:
[email protected] [email protected] [email protected]
nr. 2 Kinderbijslag zonder grenzen: internationale overeenkomsten nr. 3 Mindervalide kinderen en gezinsbijslag nr. 4 Samen ouder blijven: co-ouderschap nr. 5 Het gezin: een voldongen feit? Over samenwonen nr. 6 Werkende jongeren en kinderbijslag: het kan! nr. 7 Geboorte- en adoptiepremie
Acerta Kinderbijslagfonds heeft kantoren in:
nr. 8 Sociale toeslagen
2610 Antwerpen-Wilrijk Sneeuwbeslaan 20 tel.: 03-829 22 99 fax: 03-829 22 44
3000 Leuven Diestsevest 14 tel.: 016-24 52 60 fax: 016-24 53 70
1020 Brussel BDC Heizel Esplanade PB 64 tel.: 02-773 16 20 fax: 02-773 16 30
5000 Namur Rue Joseph Saintraint 10 tel.: 081-25 04 64 fax: 081-24 01 85
9000 Gent Opgeëistenlaan 8/202 tel.: 09-264 12 80 fax: 09-264 12 89
9100 Sint-Niklaas Grote Peperstraat 4 tel.: 03-780 74 40 fax: 03-780 74 47
3500 Hasselt Kunstlaan 16 tel.: 011-24 94 00 fax: 011-23 19 71
2300 Turnhout Patersstraat 100 tel.: 014-40 02 30 fax: 014-40 02 38
Vraag een gratis exemplaar via onze kantoren.
Colofon Redactie: Juridische Zaken KBF Eindredactie: Guy Van Wolvelaer Grafische realisatie: F en L Acerta Verantwoordelijk uitgever: Paul Roosen Sneeuwbeslaan 20 2610 Antwerpen-Wilrijk
8500 Kortrijk Grote Markt 19 tel.: 056-26 67 08 fax: 056-21 93 29
Publicatiedatum: november 2008
Bezoek onze site www.acerta.be