vmbo
Zorg & Welzijn
voorjaar 2007
Sociale vaardigheden 1
3
Kijkje in de keuken bij het Fioretti College
Van opleider naar coach
Docent van het jaar Rudi Hoffman 4
5
Hoe belangrijk zijn sociale vaardigheden?
1
‘Nee’ zeggen, kritiek geven, kritiek ontvangen, aangeven wat jij graag zou willen. Het zijn allemaal voorbeelden van sociale vaardigheden. Voor lang niet iedereen zijn dit vanzelfsprekende vaardigheden. In het onderwijs wordt dan ook steeds meer aandacht besteed aan dit thema. Speciaal voor de methode Ik zorg er wel voor, schreven Reny Menage en Liesbeth Urbach-Bakker een werkboek over sociale vaardigheden.
3
4 5
informatie over (nieuw) lesmateriaal en ontwikkelingen binnen vmbo Zorg & Welzijn
H
et is een feit dat steeds meer leerlingen, binnen het vmbo maar ook daarbuiten, moeite hebben met sociale vaardigheden. Liesbeth Urbach-Bakker vindt het lastig om te zeggen, maar volgens haar ligt dit toch voor een deel aan de opvoeding. Zij concludeert dit op basis van haar dagelijkse praktijk. Zo heeft ze de laatste jaren gemerkt dat de houding van ouders ten opzichte van docenten ook sterk is veranderd. “Wanneer een leerling een onvoldoende haalt, ligt dit in de ogen van veel ouders niet aan de leerling maar aan de docent. Dat is een maatschappelijke tendens.”
Mondiger en brutaler Dat een dergelijke opstelling van ouders invloed heeft op de sociale vaardigheden van het kind, laat zich eenvoudig raden. Reny Menage: “Leerlingen worden daardoor steeds mondiger en brutaler en denken al heel snel dat ze het zelf allemaal wel weten. Al ligt dat natuurlijk niet alleen aan de opvoeding. De kinderen van nu, zijn meer dan vroeger op zichzelf gericht en worden sneller zelfstandig. Dit geldt zeker voor veertien- en vijftienjarigen, de categorie waar wij ons op richten.
lees verder op pagina 2
Hoe belangrijk zijn sociale vaardigheden?
‘Wanneer een leerling een onvoldoende haalt, ligt dit in de ogen van veel ouders niet aan de leerling maar aan de docent.’
En begrijp mij niet verkeerd. Op zich is dat helemaal niet slecht, maar op school, tijdens stages en later op het werk, wordt wel van ze verwacht dat ze kunnen samenwerken met anderen. Daarom is het goed dat het thema sociale vaardigheden hoog op de agenda staat in het moderne onderwijs en dat het meer en meer wordt geïntegreerd binnen de ‘gewone lessen’. Lange tijd waren omgangsvormen ondergeschikt aan goede cijfers, met alle gevolgen van dien. Als je hoort hoe leerlingen soms tegen docenten praten…”
maken krijgen. Denk aan solliciteren, omgaan met feedback en het goed formuleren van een mening. De gebruikte voorbeelden en het taalgebruik sluiten bovendien haarfijn aan bij de doelgroep.
Goede beroepshouding
Breed inzetbaar
Liesbeth: “Met goede cijfers alleen zijn leerlingen niet in staat zich staande te houden binnen het onderwijs en de samenleving. Zoals ze met goede cijfers alleen ook niet in staat zijn de arbeidsmarkt te ‘bestormen’. Ze moeten een goede beroepshouding hebben en leren samenwerken en voor zichzelf opkomen.” Reny: “Daarnaast is het ook heel belangrijk ze bewust te maken van omgangsvormen en uiterlijk. Iemand een hand geven bij binnenkomst, iemand tijdens een gesprek in de ogen kijken, geen petjes of al te opzichtige oorbellen dragen. Kortom, de algehele omgangsvormen.” Allemaal zaken die aan de orde komen in het werkboek dat is onderverdeeld in vier thema’s: wie ben ik?, samenwerken, omgaan met informatie en communiceren. Binnen deze thema’s komen situaties aan de orde waar leerlingen tijdens werk en stage mee te
Reny en Liesbeth schreven het werkboek speciaal voor de methode Ik zorg er wel voor. “Maar”, zegt Reny, “bij ons op school gaan
vmbo Zorg & Welzijn
Reny Menage en Liesbeth Urbach-Bakker
we het werkboek ook gebruiken bij handel en elektro. En ook voor bijvoorbeeld havoleerlingen is dit materiaal uitermate geschikt. Je kunt het dus heel breed inzetten.” Reny: “Want denk nu niet dat een gebrek aan sociale vaardigheden een probleem is dat zich alleen voordoet binnen het vmbo. Die indruk wil ik absoluut niet wekken.” Liesbeth: “Minder sociaalvaardige jongens en meisjes kom je tegen op alle niveaus.
Liesbeth Urbach-Bakker (30) is sinds 1999 werkzaam bij het Christelijk College Groevenbeek in Ermelo. Eerst als docente maatschappijleer/godsdienst, later als docente gezondheidskunde en nu als docente Zorg & Welzijn. Tijdens haar lerarenopleiding specialiseerde zij zich als trainer communicatieve en sociale vaardigheden. In 2003 startte zij een sociale vaardigheidstraining voor de sector vmbo binnen het college waar zij werkt. Reny Menage (37) is al ruim vijftien jaar werkzaam in het onderwijs. Momenteel is ze actief als docente Zorg & Welzijn aan de RSG Magister Alvinus in Sneek. Hier geeft zij les aan derde- en vierdeklassers op BB-, KB- en GT-niveau. Voorheen was zij werkzaam in het mbo waar ze veel deed met het thema sociale vaardigheden, zowel binnen haar lessen als tijdens stagebegeleidingen.
Docent van het jaar
Gedreven door liefde voor leerlingen Hij is wat je noemt een ‘onderwijsaanjager’. Maar bovenal ook is hij gedreven, enthousiast, recht door zee en voor zijn leerlingen dag en nacht bereikbaar. Niet voor niets is docent Rudi Hoffman van Scholengemeenschap Lelystad verkozen tot docent van het jaar 2006. Al blijft hij zelf bescheiden.
E
n of hij verrast was toen hij hoorde dat hij was genomineerd voor beste docent van het jaar 2006. ‘Leuk’, dacht hij, ‘maar daar hoor ik nooit meer iets van’. Zijn verbazing was dan ook nog groter toen hij uiteindelijk werd verkozen tot de beste. En niet omdat hij twijfelt aan wat hij doet voor zijn leerlingen, zijn school en het onderwijs in zijn algemeenheid, maar meer omdat hij er ‘werkelijk nooit bij stil had gestaan’ daarvoor in aanmerking te komen. Bovendien is het hem daar ook niet om te doen. Zijn inspanningen en zijn gedreven manier van werken worden hem ingegeven door de ‘liefde’ voor zijn leerlingen. Hij zet zich met hart en ziel voor hen in met als doel dat ze daadwerkelijk iets bereiken, dat ze uiteindelijk vol vertrouwen en met voldoende bagage de maatschappij binnenstappen. “Maar”, voegt hij daar onmiddellijk aan toe, “ik ben geen onderwijsgoeroe. Dat heb ik ook direct aangegeven op school; ‘jongens, het mag dan zo zijn dat ik deze prijs heb gewonnen, dat maakt mij niets meer of beter dan een ander.’ ”Toch denken leerlingen en ouders daar heel anders over, zo heeft hij gemerkt. Onlangs had hij oudergesprekken waarbij hij bijna letterlijk op een voetstuk werd geplaatst. “Ik werd enorm opgehemeld door die mensen. Dat was zacht gezegd heel gek. En eerlijk gezegd voelde ik me daar ook helemaal niet gemakkelijk bij.”
steken enorm veel energie in nieuwe boeken en nieuwe lokalen. Dat is de wereld op zijn kop. Steek die energie in je leerlingen. Dat is cruciaal, maar gebeurt te weinig. Veel docenten zoeken het te veel in de vorm.” Een ander punt dat bij de jury de doorslag gaf, was de strijd die Hoffman voerde om de afdeling Zorg en Welzijn op Scholengemeenschap Lelystad in stand te houden. “Enkele jaren geleden lag die afdeling op zijn gat en dreigde te verdwijnen. Daar heb ik mij met hand en tand tegen verzet. Uiteindelijk ‘vond’ ik een subsidiepotje met daarin 300.000 gulden. Dat maakte het mogelijk de boel te verbouwen en te moderniseren en nieuwe vakken, zoals bijvoorbeeld wiskunde, te integreren. Van de directie kreeg ik vervolgens toestemming dat in gang te zetten. Daar heb ik een soort vrijetijdsbesteding van gemaakt.” Het werd een succes. De afdeling floreert als nooit tevoren. “Nu wordt er vaak gezegd: ‘Hoe is het mogelijk dat we die afdeling ooit hebben willen sluiten.”
Buitenschoolse activiteiten Eén van de zaken die de jury in het oog sprongen tijdens de nominatie, waren de vele buitenschoolse activiteiten die Hoffman organiseert. Zo was er afgelopen jaar een groot congres in Lelystad. Hoffman zag er onmiddellijk een mooie opdracht in. Hij nodigde twaalf van zijn leerlingen uit en verzorgde samen met hen de gehele catering tijdens het congres. “Door dergelijke praktische vaardigheden komen leerlingen echt verder en leren ze meer dan uit welk boek dan ook. Om maar te zwijgen van het plezier dat ze er aan beleven.” Hoffman is dan ook van mening dat de zogenaamde WPS-lokalen ‘op straat liggen.’ “En begrijp me niet verkeerd. Ik wil het nut van WPS-lokalen niet bagatelliseren. Maar zo’n lokaal is geen doel, slechts een middel. Veel docenten
Het juryrapport: ‘Rudi is het voorbeeld van een docent zonder wie je als school niet kunt. Zijn gedrevenheid het beste uit leerlingen te halen en nooit op te geven, maakt dat hij ontzettend veel met hen bereikt.’
Voor het gehele interview, zie onze website: www.thiememeulenhoff.nl/vmbo
vmbo Zorg & Welzijn
‘Docenten moeten zichzelf kwetsbaar op durven stellen’ Het klinkt zo simpel, van opleider naar coach. Maar hoe maak je die stap? Wat komt daar bij kijken? Waar loop je tegenaan en hoe los je dit op? Conny de Laat schreef het succesvolle boek, De docent als competentiegericht opleider, dat antwoord biedt op tal van dit soort vragen. Wij vroegen haar naar haar ideeën over het nieuwe leren.
C
onny de Laat realiseert zich dat het beroep van docent niet eenvoudig is. Wat een docent vandaag weet, kan morgen achterhaald zijn. Continue bijscholing is volgens Conny dan ook een must. “Dat maakt het werk mooi, maar dat vergt ook veel energie en intrinsieke motivatie.” En juist dat laatste bespeurt zij te weinig in het
‘We kunnen niet langer verschillende leerlingen naast elkaar zetten en denken ze moeten allemaal zó worden.’
Conny de Laat combineert haar werk als trainer/coach in het onderwijs met een eigen adviesbureau voor teamontwikkeling en persoonlijke effectiviteit. Na haar studies Communicatie en Algemene Gedragswetenschappen heeft zij gewerkt als communicatieadviseur, onderwijsontwikkelaar en tot slot als trainer/coach op de Fontys Hogeschool Communicatie in Eindhoven.
onderwijs. In haar ogen mede een gevolg van het feit dat veel schoolmanagers allerlei dingen opleggen aan docenten, zonder deze goed te faciliteren. “Bovendien gaat het ook vaak om dingen die docenten uit eigen ervaring nog niet kennen.” Neem nu het competentiegerichte leren. Dit brengt met zich mee dat docenten de overstap moeten maken van kennisoverdrager naar coach. Wanneer docenten hierin niet of nauwelijks begeleid en ondersteund worden, een welhaast onmogelijke opgave.
Kwetsbaar opstellen Een ander probleem dat speelt in het onderwijs is dat ’iedereen overal over mee wil praten’. “Er worden meningen uitgewisseld in plaats van ervaringen. Daar moeten we
als docenten van af. Docenten hoeven niet alles te weten. Wanneer ze tegen bepaalde zaken aanlopen, kunnen ze ook te rade gaan bij collega’s of zelfs bij leerlingen. Daar moet je niet bang voor zijn. Stel jezelf maar kwetsbaar op. Maar dat is voor veel docenten nog een moeilijke stap. Die zien zichzelf nog altijd vooral als de kennisoverdrager die alles moet weten wat de leerling ‘nodig’ heeft. Een beeld waar ze, zeker in het huidige, competentiegerichte tijdperk, vanaf moeten. We kunnen niet langer verschillende leerlingen naast elkaar zetten en denken: ‘ze moeten allemaal zó worden.’ Het nieuwe leren gaat namelijk uit van de kracht en de kwaliteiten van de individuele leerling.”
Valkuilen Maar begrijp haar niet verkeerd. Met twee boeken over competentiegericht onderwijs op haar naam is ze niet alleen maar lyrisch over het nieuwe leren. “Het heeft ook zijn valkuilen.” Zo denken veel docenten dat het nieuwe leren impliceert dat alles van de leerling zelf moet komen en dat zij passief kunnen afwachten. En inderdaad, de filosofie van het competentiegerichte onderwijs luidt dat leerlingen hun studieloopbaan vooral zelf regisseren. “Maar om zichzelf te sturen, moeten ze wel weten wat ze al in huis hebben én waar ze naar toe willen. Daar ligt een belangrijke taak voor docenten. Daarom is het ook onzin te denken dat docenten hun verhaal niet meer kwijt kunnen in het competentiegerichte onderwijs. Alleen moeten docenten die verhalen niet meer brengen als dé oplossing. Die verhalen moeten veel meer een stimulans en inspiratiebron zijn. Een vertrekpunt voor de leerling om zelf op ideeën te komen. Dat vergt een groot reflecterend vermogen van docenten.”
vmbo Zorg & Welzijn
Het Fioretti College in Veghel is bezig met de invoering van WPS. Een invoering die niet van de één op de andere dag is gerealiseerd en waarbij veel komt kijken. In drie edities van dit magazine nemen wij een kijkje in de keuken bij deze school om te zien hoe de overgang verloopt en waar de school tijdens het overgangstraject tegenaan loopt. Deel 2: De bouwfase. In deel 1 van deze serie vertelde Mark van Knegsel, docent Zorg & Welzijn en onderwijsontwikkelaar van het Fioretti College, over het hoe en waarom van de vergevorderde plannen om het schoolgebouw compleet te verbouwen. In deze aflevering is het woord aan Paula Verhagen, facilitair manager van het college en verantwoordelijk voor het bouwproces. Zij gaat dieper in op de bouwfase en de bijkomende obstakels.
Kijkje in de keuken
Fioretti College ligt op koers met invoering WPS
I
nmiddels heeft het Fioretti College al flink wat voorbereidende fases achter de rug. Allereerst was daar de ‘definitiefase’, waarin de school aangaf wat ze precies wilde en, heel belangrijk, hoe ze het wilde. Nadat die fase de toets der kritiek had doorstaan, kwam er de ‘voorlopige ontwerpfase’, die uiteraard ook weer eerst getoetst moest worden. De volgende fase was de ‘definitieve ontwerpfase’. Een fase die, wanneer alles volgens plan verloopt, op korte termijn wordt afgerond. “Zodra dat is gebeurd, volgt de bestekfase. Een fase waarin alles wat wij willen, definitief wordt vastgelegd. Pas wanneer dat is afgerond, kan de bouw echt beginnen.”
Standaard procedures Het klinkt allemaal vreselijk bureaucratisch, tijdrovend en energievretend, maar zegt Verhagen, dat zijn nu eenmaal de ‘standaard procedures’, bij een dergelijke grootschalige ingreep. “Dat hadden we vooraf ingecalculeerd en we liggen dan ook nog altijd op koers.” Dat laatste is volgens Verhagen voor een groot deel te danken aan de praktijkmensen, de docenten. Van hen wordt verwacht dat ze voorafgaand aan elke fase tijdig en juiste en complete informatie aanleveren met betrekking tot hun wensen. “Daar hebben ze zich steeds goed aan gehouden. Ondanks het feit dat ze dat natuurlijk naast hun gewone werk moesten doen. Wat dat betreft ben ik erg trots op ze.”
‘De goede informatie die ik steeds krijg aangeleverd van de docenten, maakt het voor mij een stuk eenvoudiger het bouwproces goed te begeleiden.’
Duidelijke visie ”Uit de informatie die ik steeds kreeg aangeleverd, bleek dat ze heel goed hadden nagedacht en een heel duidelijke visie hadden. En ook over de inventaris hadden ze goed nagedacht. Dat maakt het voor mij, en de andere verantwoordelijken, een stuk eenvoudiger het gehele bouwproces te begeleiden. Een bijkomend voordeel van die aanpak is dat de docenten zich ook echt betrokken voelen bij de verbouwing. Natuurlijk, uiteindelijk is het de directie die bekijkt of hun plannen en ideeën passen binnen het budget, maar het zijn de docenten die in grote lijnen bepalen hoe het nieuwe gebouw er uit komt te zien. En dat is terecht. Zij zijn de deskundigen en zij moeten er straks in gaan werken.”
vmbo Zorg & Welzijn
5
WPS: Tips voor het bouwproces van het Fioretti College Goede voorbereiding is het halve werk Wanneer Verhagen scholen die WPS in willen voeren een tip mag geven, dan is het een dergelijk proces goed en nauwkeurig voor te bereiden. “Dat is echt essentieel. Om nare verassingen uit te sluiten, moet je vooraf weten wat er allemaal op je pad komt. En natuurlijk kom je onderweg wel eens een onverwachte hobbel tegen. Maar zolang je de grote lijnen ziet en duidelijk voor ogen hebt welke kant je op wilt, zijn die redelijk eenvoudig te overwinnen. Daarnaast is het essentieel dat de docenten weten wat ze willen. Dat is echt bepalend voor de voortgang. Wanneer die bij elke nieuwe fase eerst uitvoerig en eindeloos met elkaar in discussie gaan, duurt het echt jaren voordat er iets van de grond komt.”
Leer van andermans fouten Bij een goede en nauwkeurige voorbereiding hoort ook informatiewinning bij scholen die recentelijk een grootschalig bouwproces achter de rug hebben, vindt Verhagen. Alvorens de hele procedure van start ging,
bezocht zij dan ook enkele instellingen, waaronder een college in Helmond dat net een nieuw gebouw had betrokken. “Daar heb ik mijn ogen en oren goed de kost gegeven. Je moet niet bang zijn te leren van andermans fouten. Op die manier sluit je voor jezelf bepaalde verrassingen uit.”
Eerst de visie, dan de verbouwing Een andere tip die Verhagen scholen wil meegeven, is ‘de bouw niet aan te grijpen als reden voor didactische veranderingen’. “Het is juist een manier om de vernieuwde visie te realiseren. Wanneer je de omgekeerde volgorde hanteert, wordt het heel lastig de juiste informatie te verzamelen. Simpelweg omdat je dan zelf eigenlijk nog niet goed weet welke kant je op wilt.” Een laatste tip is om vooraf goed in kaart te brengen wie waar verantwoordelijk voor is en wie op elk afzonderlijk gebied de deskundige is. “Op die manier kom je bij de uiteindelijke oplevering niet voor verrassingen te staan, en is het eindresultaat ook precies zoals iedereen het zich had voorgesteld.”
Colofon Wilt u meer informatie over de uitgaven van ThiemeMeulenhoff? Kijk op onze website of neem contact op met:
TM In het onderwijs is een uitgave van
Fotografie
ThiemeMeulenhoff en wordt twee
Martin Hogeboom
keer per jaar verstuurd naar alle vmbo Zorg & Welzijn docenten.
Drukwerk ARS Grafische Producties & Communicatie
ThiemeMeulenhoff Postbus 19240 3501 DE Utrecht T (0575) 594 951 F (0575) 594 961 E
[email protected] I www.thiememeulenhoff.nl
Redactie
Met dank aan
Taalent Tekstschrijvers
Rudy Hofman, Conny de Laat, Reny Menage,
(hoofd- en eindredactie)
Paula Verhagen, Liesbeth Urbach-Bakker
Vormgeving
Redactieadres
Crossings Communications
[email protected]
978 11 112 4115 5 – 2953