1
DE TAXSHIFT: EEN FEIT! WAT IS DE IMPACT? Zaterdag 12 oktober bereikte de federale regering een consensus over de uitwerking van de taxshift. Heel wat maatregelen worden uitgewerkt zoals deze zomer gecommuniceerd, doch zijn er ook enkele verrassingen. Zo verlaagt de overheid bijvoorbeeld de sociale bijdragen voor zelfstandigen. Een maatregel waar deze zomer nog helemaal geen sprake van was. Een overzicht.
1. GEPLANDE MAATREGELEN LASTENVERLAGING OP PATRONALE SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN Deze zomer was het reeds duidelijk dat de regering de patronale socialezekerheidsbijdragen op de brutolonen wou laten zakken van 32,43% (voor bedienden) en 38,43% (voor arbeiders) naar 25%. Nu gaat ze echter nog een stapje verder. Heeft u een werknemer met een bruto wedde van € 3.300 of hoger dan zal u in 2019 hierop nog maar een bijdrage van 25% betalen. Heeft u echter een werknemer met een lager loon, dan zal de bijdrage nog lager liggen dan 25%. Voor een werknemer met een bruto wedde van € 1.500 betaalt u in 2019 bijvoorbeeld nog maar een bijdrage van 10,89%. Deze lastenverlaging wordt stelselmatig ingevoerd over de komende 4 jaar.
VERMINDERING PATRONALE SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR EERSTE AANWERVINGEN De regering heeft nu nog een bijkomende maatregel aangekondigd om de loonhandicap verder weg te werken. Een zelfstandige of KMO met maximaal zes personeelsleden die tussen 1 januari 2016 en 31 december 2020 een eerste werknemer aanwerft, moet daar gedurende onbepaalde tijd geen patronale sociale zekerheidsbijdragen voor betalen. Ook voor de tweede tot zesde aanwerving blijven er kortingen. Het is niet duidelijk of deze maatregel stopt eenmaal de onderneming groot wordt (meer dan 6 werknemers). VERLAGING SOCIALE BIJDRAGEN ZELFSTANDIGEN De reeds aangekondigde maatregelen waren erop gericht om de hoge loonkost m.b.t. een werknemer te laden dalen. Nu heeft de overheid tevens een maatregel aangekondigd om de sociale bijdragen van een zelfstandige te doen dalen van 22% naar 20,5%. Deze verlaging zal trapsgewijs verlopen. In 2016 geldt een tarief van 21,5%, in 2017 van 21% en in 2018 wordt dan de beoogde 20,5% bereikt.
Competence Update 78 | Taxshift | 23 oktober 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
2
INVESTERINGSAFTREK Ook de investeringsaftrek voor gewone investeringen zou vanaf 1 januari 2016 worden verhoogd van 4% tot 8% voor KMO’s en van 3,5% naar 8% voor eenmanszaken. De tijdelijke regeling voor KMO’s wordt daarnaast voor onbepaalde duur verlengd. LAGE EN MIDDENINKOMENS KRIJGEN EEN EXTRAATJE Tenslotte had de regering als doelstelling de koopkracht van de consument te versterken. Concreet voorzag zij vanaf volgend jaar € 100 netto per maand extra. Nu blijkt echter dat dit extraatje geleidelijk aan zal worden toegekend en dat niet elke Belg hiervan zal kunnen genieten. Het zou namelijk worden verwezenlijkt door de volgende maatregelen: Verhoging van de forfaitaire aftrekbare beroepskosten De verhoging van de forfaitaire aftrekbare beroepskosten voor werknemers betreft een maatregel die al eind 2014 werd doorgevoerd en die in se dus niets te maken heeft met de huidige taxshift. Concreet worden de forfaitaire beroepskosten van werknemers vanaf aanslagjaar 2016 stapsgewijs verhoogd, dit door een verhoging van de percentages én de schijven. Tegen aanslagjaar 2019 zou dit resulteren in een globaal percentage van 30%, met een maximumbedrag van € 2.950 (nog te indexeren). Op vandaag bedraagt het maximumbedrag € 2.592,50 (nog te indexeren). De verhoging van de forfaitaire aftrekbare beroepskosten heeft enkel betrekking op werknemers. Een heleboel belastingplichtigen (bijvoorbeeld zelfstandigen) kunnen hier dus niet van genieten. Ook wie zijn beroepskosten zelf bewijst, kan niet genieten van deze maatregel. Verhoging van de werkbonus en het belastingkrediet Daarnaast zou de werkbonus en het belastingkrediet hierop worden verhoogd. Hoe dit concreet zal worden uitgewerkt is nog niet duidelijk. Hervorming schijven personenbelasting Ook de schijven in de personenbelasting worden vervormd. Vooreerst wordt de schijf van 30% voor aanslagjaren 2017 en 2018 gedeeltelijk overgeheveld naar de schijf die tegen 25% belastbaar is. Vanaf aanslagjaar 2019 verdwijnt de schijf van 30% volledig. Vanaf aanslagjaar 2017 wordt daarnaast de 40% schijf stapsgewijs uitgebreid, waardoor de 45% schijf ook stapsgewijs verkleint. De schijf van 50% blijft onveranderd. Een verhoging van de belastingvrije som. Tenslotte zou vanaf aanslagjaar 2020 de belastingvrije som uniform worden vastgesteld op € 4.785 (nog te indexeren). Vandaag bedraagt de belastingvrije som nog € 4.095 of € 4.206 (nog te indexeren). Voorbeeld: De federale overheid heeft intussen een website (www.mijntaxshift.be) gelanceerd waarin u kan berekenen wat de taxshift u zal opleveren. Indien u een bruto wedde heeft van bijvoorbeeld € 2.800 per maand, dan zal u volgend bijkomend netto inkomen ontvangen:
U krijgt echter geen detail te zien van hoe de regering aan deze bedragen komt.
Competence Update 78 | Taxshift | 23 oktober 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
3
2. HOE ZAL DIT GEFINANCIERD WORDEN? Door de daling van de lasten op arbeid, moet de regering als compensatie besparen en andere belastingen verhogen of invoeren. BESPARINGEN Vooreerst zal de regering zelf enkele inspanningen moeten leveren door haar uitgavenpatroon onder de loep te nemen en te besparen waar mogelijk. Ook inzake uitkeringen wordt er gesnoeid. BTW OP ELEKTRICITEIT STIJGT OPNIEUW NAAR 21% De BTW op elektriciteit werd destijds, onder de regering Di Rupo, verlaagd van 21% naar 6% en dit tot eind 2015. De huidige regering had evenwel besloten om sinds 1 september 2015 komaf te maken met het 6% tarief en het opnieuw te verhogen naar 21%. Niet onbelangrijk is dat de btw-verhoging op elektriciteit nu toch mee verrekend zal worden in de index. Door de verhoging mee te rekenen, zal de index sneller overschreden worden en zullen lonen dus sneller geïndexeerd worden. ROERENDE VOORHEFFING STIJGT NAAR 27% Het tarief van de roerende voorheffing wordt met ingang van 1 januari 2016 (een jaar vroeger dan gepland) opgetrokken van 25% naar 27%. Ook wordt het vandaag bestaand verlaagd tarief van 15% op dividenden van een residentiële vastgoed BEVAK’s en op intresten van een volkslening verhoogd tot het basistarief van 27%. Spaar- en beleggingsverzekeringen ontspringen deze fiscale dans. Indien u een beleggingshorizon viseert van minimaal 8 jaar en u niet vroeger afkoopt, of de beleggingsverzekering geeft geen rendementsgarantie, dan bent u immers geen roerende voorheffing verschuldigd. Liquidatiereserve? De liquidatiereserve blijft onderhevig aan een bijzondere heffing van 10%. Bij een latere dividenduitkering, na het respecteren van de wachtperiode, bent u nog steeds 5% roerende voorheffing verschuldigd. Keert u echter dividenden uit binnen de wachtperiode van 5 jaar, dan zal de roerende voorheffing hierop stijgen van 15% naar 17%. Interne liquidatie? Ook bij de toepassing van de interne liquidatie zal de roerende voorheffing stijgen van 15% tot 17%, indien u dividenden uitkeert binnen de wachtperiode. Dividenden van aandelen uitgegeven na 1 juli 2013 Dividenden van aandelen uitgegeven na 1 juli 2013 (de zogenaamde VVPRbis-regeling) genieten eveneens nog steeds van een roerende voorheffing van 15%. Liquidatiebonus? De verhoging geldt echter wel voor de liquidatiebonus. Wanneer u uw vennootschap vereffent, zal u 27% roerende voorheffing verschuldigd zijn. Het aanleggen van een liquidatiereserve wordt dus nog interessanter dan voorheen.
Competence Update 78 | Taxshift | 23 oktober 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
4
Spaarboekjes? De tariefverhoging is evenmin van toepassing op spaarboekjes. Voor intresten van spaarboekjes wordt de eerste schijf van € 1.880 vrijgesteld. Deze vrijstelling geldt per persoon. Zodra de intresten van een bepaalde spaarrekening boven het vrijgestelde bedrag uitkomen, zal de bank 15 % roerende voorheffing inhouden op het intrestgedeelte dat boven de vrijstelling uitkomt. Leterme staatsbons De Leterme staatsbons die in december 2011 zijn uitgegeven, blijven, in tegenstelling tot eerdere berichten, eveneens een roerende voorheffing van 15% genieten. HOGERE ACCIJNZEN OP DIESEL Zoals reeds deze zomer bekend, gaan de accijnzen op diesel omhoog en deze op benzine omlaag. In tegenstelling tot wat eerder werd gecommuniceerd gaat deze maatregel reeds in op 1 november 2015. Het is intussen tevens duidelijk hoeveel deze stijging en daling exact zal bedragen: 2015
2016
2017
Diesel (volle tank van 50 liter)
Stijging met € 2
Stijging met € 2
Stijging met € 3
Benzine (volle tank van 50 liter)
Daling met € 1,3
Daling met € 1,3
Daling met € 1,3
HOGERE ACCIJNZEN OP ALCOHOL EN TABAK Ook de stijging van de accijnzen op alcohol en tabak treedt in werking vanaf 1 november: Sterke dranken
Stijging met € 2,6
Wijn
Stijging met € 0,195
Bier
Stijging met € 0,01
Klassiek pakje tabak
Stijging met € 0,32
Pakje roltabak
Stijging met € 2,88
SUIKERTAKS Tenslotte komt er vanaf 1 november 2015 een suikertaks op alle frisdrank, ongeacht of het drankje suiker bevat of niet. Minister Maggie De Block (Open Vld) bevestigde reeds dat “de suikertaks op frisdranken nog maar een eerste stap is in een groot voedingsplan dat de Belg moet overtuigen om gezonder te gaan eten en drinken”. We mogen ons in de toekomst dan ook voorbereiden op bijkomende taksen op ongezonde voeding. Fles frisdrank (1l)
Stijging met € 0,03
Blikje frisdrank (33cl)
Stijging met € 0,01
Competence Update 78 | Taxshift | 23 oktober 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
5
SPECULATIETAKS Er wordt vanaf 1 januari 2016 tevens een speculatietaks van 33% ingevoerd op meerwaarden van beursgenoteerde financiële producten die binnen de zes maanden opnieuw verkocht worden door particuliere beleggers. Verliezen mogen niet in rekening worden gebracht. Intussen is er meer duidelijkheid omtrent de reikwijdte van deze taks. Deze wordt niet beperkt tot de beursgenoteerde aandelen, maar zal ook betrekking hebben op de afgeleide producten zoals bijvoorbeeld opties en warrants. Een koninklijk besluit zal vastleggen welke andere afgeleide producten nog onder de taks zullen vallen. Een werkgroep moet zich daar nu over buigen. De speculatietaks zal dus enkel geheven worden indien de financiële producten minder dan 6 maanden na aankoop verkocht worden. Indien ze langer dan 6 maanden worden aangehouden en pas nadien verkocht worden, zal dit verder belastingvrij gebeuren. Ontvangt u aandelen uit schenking en verkoopt u deze binnen de 6 maanden, dan zal er eveneens een speculatietaks verschuldigd zijn, dit om ontwijkingsgedrag tegen te gaan. Het zou tevens enkel gaan om meerwaarden op aandelen die ten vroegste vanaf 1 januari 2016 zijn verworven. De speculatietaks zou geen betrekking hebben op fondsen. Het kabinet van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) zei hierover het volgende: “Fondsen zijn in principe out of scope, ongeacht of ze nu fiscaal transparant (de zogenaamde gemeenschappelijke beleggingsfondsen) zijn of niet. Deelbewijzen worden immers niet geviseerd in de voorlopige wetteksten, die wel nog gefinaliseerd moeten worden”. Bijgevolg worden de bancaire producten die Optima verdeelt, niet geviseerd door de speculatietaks. Ook gereglementeerde aandelenopties vallen expliciet niet onder de speculatietaks, evenals aandelen toegekend door de werkgever die aanleiding hebben gegeven tot het in aanmerking nemen van een belastbaar beroepsinkomen. Bij de verkoop van aandelen die tot eenzelfde soort behoren, zal het principe van LIFO (last in, first out) worden toegepast. Heeft u dus 1.000 aandelen waarvan de helft 8 maanden geleden werd aangekocht en de helft 3 maanden geleden, en gaat u over tot de verkoop van 300 aandelen, dan zal u hierop een belasting van 33% verschuldigd zijn. Indien u 700 aandelen zou verkopen, dan komen de 500 laatst gekochte aandelen in aanmerking voor de berekening van de speculatietaks. De overige 200 van de eerst gekochte aandelen, zullen niet onderhevig zijn aan de speculatietaks. Bijgevolg zal het in de praktijk niet zo eenvoudig zijn – zeker bij veelvuldige transacties - om voorafgaand aan een verkoop, een inschatting te maken van het te betalen bedrag aan speculatietaks. De belasting zal bij wijze van (bevrijdende) roerende voorheffing aan de bron ingehouden worden. Bij een rekening in het buitenland moet men als Belgisch belastingplichtige de meerwaarde die onder de speculatietaks valt zelf aangeven in de belastingaangifte. Hierop bent u geen gemeentebelasting verschuldigd. KAAIMANTAKS Tenslotte zou ook de recent ingevoerde Kaaimantaks de taxshift mee moeten financieren. Dit zou echter enkel voortvloeien uit een herberekening van wat de Kaaimantaks aan jaarlijkse opbrengsten kan voortbrengen. Inhoudelijk wordt aan de bestaande regeling dus niets aangepast.
Competence Update 78 | Taxshift | 23 oktober 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A
6
BESLUIT De huidige taxshift brengt heel wat voordelen met zich mee. De loonkost voor de werkgever daalt significant en de werknemer verkrijgt maandelijks een bijkomend inkomen. Dit is een hoopvol initiatief. Jammer genoeg verkrijgt een zelfstandige wel heel wat minder van dit extraatje dan een werknemer. Bovendien staan er hiertegenover heel wat nieuwe of verhoogde belastingen op vermogen en consumptie. Meer dan ooit is het nuttig uw eigen vermogenssituatie af te toetsen aan deze taxshift. Liesje Vanneste
Competence Update 78 | Taxshift | 23 oktober 2015 v.u. Koen Petit | Optima nv | Keizer Karelstraat 75 | 9000 Gent | RPR Gent 0445 210 006 | FSMA 010900 A