Hoe versterk je de zelfregie van je cliënt? – Een aantal instrumenten besproken Onze participatiemaatschappij is gebaseerd op het mensbeeld van mondige burgers die maatschappelijk actief zijn, zelf kunnen kiezen en beslissen wat ze nodig hebben en die bereid en in staat zijn ook voor anderen iets te betekenen. De maatschappelijk werker ziet de mensen vooral op de momenten en in de situaties dat ze niet aan dit ideaalbeeld voldoen. Versterken van zelfregie is dan de opgave. Hoe wordt zo’n kwetsbare burger weer zelf baas over zijn bestaan, in plaats van geleefd te worden door beperkende omstandigheden, overheersende naasten, negatieve emoties en overtuigingen, ontbrekend toekomstperspectief en last but not least zich met hem bemoeiende en elkaar tegensprekende professionals? Veel maatschappelijk werkers die wij spreken geven aan, dat ze behoefte hebben aan concrete hulpmiddelen en instrumenten om deze stap met cliënten te zetten. In dit artikel bespreken we het begrip zelfregie, wat voor steun daarbij nodig is en welke instrumenten je daarbij in het hulpverleningsgesprek kunt gebruiken. Zelfregie en maatschappelijk werk De maatschappelijk werker is dagelijks bezig met het versterken van de zelfregie van cliënten, meestal kwetsbare burgers. Mensen die niet zo mondig zijn en moeite hebben om mee te komen in de samenleving. Vier elementen van zelfregie 1. Kracht: zelfregie benadrukt de kracht en mogelijkheden van mensen en het belang van (zelf)vertrouwen. 2. Drijfveren: zelfregie gaat uit van het belang van drijfveren en motivatie voor het vormgeven van je leven. 3. Zeggenschap: zelfregie betekent zelf beslissen over hoe je leven er uit ziet en over de eventuele professionele ondersteuning daarbinnen. 4. Met het netwerk: zelfregie betekent niet alles zelf doen, maar continue interactie met je eigen sociale netwerk, in wederkerige relaties. Hoe kunnen en willen kwetsbare mensen werken aan zelfregie? Wat doe je met een alleenstaande moeder die moeite heeft met de invulling van veel van haar rollen, eenzaam worstelt om haar eigen leven vorm te geven in deze veeleisende samenleving en snakt naar een medestander? Of met een oudere werkloze allochtoon, die alleen maar met rust gelaten wil worden, zich uitputtend in zijn pogingen om te overleven, misschien wel schuilend in een eigen sociale kring met andere overlevers? Of de WAJONG-er die wel weet wat hij zou willen, maar aarzelt of hij het kan, worstelt met overbeschermende ouders en niet goed weet welke mogelijkheden er zijn? Of een bejaarde weduwe die altijd steun en toeverlaat voor anderen geweest is, maar zelf liever dood gevonden wil worden dan een ander om hulp te vragen? Of de uitgebluste mid career-man of-vrouw die op de vlucht voor alle eisen zichzelf probeert te troosten met alcohol en eten, kopen, telefoonseks of internetspelen? Wat doe je als deze kwetsbare mensen in hun problematische omstandigheden niet open staan voor een beroep op eigen kracht en zelfregie? Een nieuwe impuls en uitdaging Dit zijn de kernvragen van het beroep. De actuele opgave is om hier mee aan de slag te gaan volgens de bakens van Welzijn Nieuwe Stijl: in resultaatgerichte trajecten, in samenspraak met andere informele en formele ondersteuners en allereerst met de cliënt en zijn directe sociale omgeving. Ook bij cliënten zoals hiervoor geschetst, waar al snel gezegd wordt dat ze “het toch niet kunnen” of “het toch niet willen”. Of cliënten roepen dit zelf: “het ligt aan de samenleving en niet aan mij”; “anderen doen het ook”. Voor het handelen van de maatschappelijk werker gaat het om het vinden van de balans tussen individu en maatschappij. Concreet betekent dat voor de aanpak: dialooggestuurd, niet vraag- of aanbodgestuurd, voortdurend balancerend tussen enerzijds aansluiten op de drijfveren en
persoonlijke behoeften van de cliënt, zijn kracht naar boven halen en anderzijds kijken op welke punten en momenten hij open staat voor je professionele kennis en hem confronteren met de maatschappelijke realiteit. Je werkt samen met, niet vóór je cliënt: Je helpt de cliënt op een coachende manier zich bewust te worden van zijn drijfveren en deze te verwoorden. Je moedigt de cliënt aan om eigen oplossingen te vinden. Je confronteert hem tegelijkertijd met de maatschappelijke consequenties van zijn keuzes. Je helpt hem bij dilemma’s te focussen op de voordelen van de in maatschappelijk opzicht positieve keus. Je bemiddelt eventueel in contacten met derden. Je moet daarbij vertrouwen op de vaardigheden en het beslissingsvermogen van de cliënt en de (vrijwillige) ondersteuners die je betrekt, ook als het niet gaat zoals je het hebt bedacht. Je bent steeds bezig het netwerk van de cliënt te betrekken in de begeleiding en veel ruimte en steun te geven aan hun eigen oplossingen, zoals bijvoorbeeld gebeurt in het samenwerken met een Eigen Kracht Centrale. Gereedschapskist Veel maatschappelijk werkers die we spreken, geven aan dat ze behoefte hebben aan concrete hulpmiddelen, instrumenten, om hierbij te gebruiken. MOVISIE is bezig om instrumenten die behulpzaam zijn bij het versterken van de eigen kracht en regie van cliënten bij elkaar te brengen in een “gereedschapskist”. Met een gereedschapskist bedoelen we: een verzameling praktische hulpmiddelen (instrumenten, checklists, aanwijzingen) die een professional kan gebruiken binnen de handelingsruimte die hij heeft en die ingekaderd wordt door in de instelling gehanteerde protocollen, methoden, registratiesystemen. Veel van de in de gereedschapskist opgenomen instrumenten zijn onderzocht op bruikbaarheid en effectiviteit. Daarbij blijkt dat een instrument ertoe kan bijdragen om sneller en/of effectiever met de cliënt tot een bepaald resultaat te komen, doordat de cliënt zich meer eigenaar voelt van zijn traject. In dit artikel bespreek ik als voorbeeld de volgende instrumenten die in de gereedschapskist zijn opgenomen: de Zelfredzaamheid-Matrix, het leefplan, de wensenboom en de cirkel van motivatie. Naast informatie over het instrument, hoe je het kunt gebruiken en aanwijzingen waar het is te downloaden, geef ik een casus waarin het instrument gebruikt wordt. De Zelfredzaamheid-Matrix De Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) is een instrument om de zelfredzaamheid te meten op de volgende domeinen: inkomen, dagbesteding/werk, huisvesting, gezinsrelaties, geestelijke gezondheid, fysieke gezondheid, verslaving, ADL-vaardigheden, sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en contact met justitie. Per domein is aangegeven welke omstandigheden bij welk niveau van zelfredzaamheid horen. Zie hieronder een voorbeeld in het domein inkomen. DOMEIN Inkomen
1
2
3
4
5
Geen
Onvoldoende
Komt met uitkering aan basis
Komt aan basis
Inkomen is
inkomen,
inkomen en/of
behoeften tegemoet; gepast
behoeften
voldoende, goed
hoge en
spontaan of
uitgeven; indien sprake is
tegemoet
financieel beheer;
groeiende
ongepast uitgeven,
van schulden zijn deze
zonder uitkering
heeft inkomen en
schulden
groeiende schulden
tenminste stabiel.
en beheert zelf
mogelijkheid om te
Bewindvoering/ curatele.
schuld
sparen
Het instrument kan worden gebruikt in verschillende fases van de hulpverlening (intake-, voortgangs-, uitstroomgesprek) om een beeld van de zelfredzaamheid op alle of op de relevante levensdomeinen te krijgen. Je loopt de (relevante) domeinen samen met de cliënt langs en bespreekt welke omschrijving het beste bij zijn huidige situatie past. Wanneer je in de loop van de hulpverlening de matrix opnieuw invult, kun je inzicht krijgen in de vooruitgang die is geboekt. Met name bij mensen met
multiproblemen blijkt het een goed hulpmiddel om hen meer te betrekken bij de invulling van het hulpverleningstraject. De matrix is opgenomen in het instrumentenoverzicht op de MOVISIE-website en ook te downloaden van http://www.gezamenlijkebeoordeling.nl/281/lokale-initiatieven/eenduidig-enuniform-beoordelen-met-de-zelfredzaamheid-matrix.html Patrick (19) meldt zich op verwijzing van de straathoekwerker bij het algemeen maatschappelijk werk. Het gaat niet goed met hem: hij is gestopt met het ROC, werkt op afroep als dj, en slaapt meestal bij een van zijn vrienden, hoewel hij officieel bij zijn moeder woont “maar daar ben ik nooit”. Hij heeft schulden, is niet verzekerd en blowt veel. Hij wil hulp “om zijn leven op de rails te krijgen”. De maatschappelijk werker kan de zelfredzaamheidsmatrix bij de start gebruiken om met Patrick te kijken waar hij nu zit en welke problemen hij het eerst wil aanpakken. Ze omcirkelen samen de hokjes die het beste passen bij de situatie van Patrick en schrijven erbij hoe zijn situatie er op dat moment uitziet. Dan maken ze een keus met welke “cirkel” (dat wil zeggen leefgebied) ze aan de slag gaan. Ze gaan bijvoorbeeld op verzoek van Patrick eerst aan de slag met de schulden en het vinden van een wat vastere woonplek. Na drie maanden nemen ze de matrix er weer bij en kunnen dan bij wonen en inkomen vaststellen dat Patrick bij alletwee een stap heeft gemaakt. Door hier de in het begin ingevulde matrix bij te nemen is het ook voor Patrick zelf in één oogopslag duidelijk: hij is bij alle twee de leefgebieden een hokje opgeschoven. Zijn schulden zijn in kaart gebracht en er komen geen nieuwe meer bij; hij heeft een vaste kamer bij de ouders van een vriend, waar hij nu ook officieel ingeschreven staat. En hoewel daar geen stap voor was gepland, is er ook op een derde leefgebied een stap gezet. Doordat Patrick zich minder beroerd voelt, is hij ook minder gaan blowen. Met het omcirkelen van de nieuwe hokjes (bijvoorbeeld in een andere kleur) zijn zowel de stappen vooruit als de nieuwe uitgangssituatie vastgelegd. Ze kiezen voor de volgende drie maanden een nieuwe stap erbij, nu in het domein dagbesteding/werk: Patrick wil met ingang van het nieuwe schooljaar via de contacten die hij al heeft een echte baan zoeken in de horeca, die hij kan combineren met een beroepsbegeleidende leerweg. Door te werken met de matrix wordt het traject en de bereikte resultaten voor Patrick veel duidelijker. Hij wordt er daardoor zelf meer eigenaar van. Het leefplan en de wensboom Kwetsbare mensen lijken soms zelf niet meer te weten wat ze wel willen, ze zijn al zo vaak teleurgesteld, ze voelen zich overgeleverd aan anderen, ze zijn vooral aan het overleven. Er zijn op verschillende vlakken instrumenten en vragenlijsten ontwikkeld om mensen op weg te helpen om hun eigen wensen te formuleren en er het gesprek met anderen over aan te gaan. Een voorbeeld is het leefplan, www.leefplanvenv.loc.nl, een website ontwikkeld door en voor mensen met een beperking, die het gevoel hebben geleefd te worden door hun hulpverleners. De instrumenten helpen mensen stapsgewijs hun voorkeuren en eigenschappen, wensen en doelen vast te leggen op vijf levensgebieden: persoonlijke leefstijl en dagritme, belangrijke personen, belangrijke activiteiten, leefomgeving en gezondheid en zorg. De maatschappelijk werker kan de site samen met de cliënt bezoeken en ermee werken, ook zijn de verwerkingsformulieren uit te printen. Je kunt het gebruiken om erachter te komen wat de cliënt belangrijk vindt, maar ook als gezamenlijke voorbereiding op een gesprek met bijvoorbeeld mantelzorgers of zorgprofessionals. Een variant hierop specifiek gericht op werken en activiteiten ondernemen is Makkeweb (zie www.makkeweb.nl voor een demo). Mensen kunnen daar bijvoorbeeld een energiedagboek op bijhouden en hun “gebruiksaanwijzing” formuleren t.b.v. collega’s en leidinggevenden. Omdat Makkeweb alleen te gebruiken is met (betaald) abonnement, heb ik deze hier niet verder uitgelicht. Een concreet instrument dat onderdeel uitmaakt van het leefplan, maar ook los te gebruiken is, is de wensboom, zie onderstaand plaatje. De wensboom is ook te downloaden van www.leefplanvenv.loc.nl/venv/wensboom.aspx. Je kunt de boom leeg uitprinten en met cliënten samen de wensen die ze hebben in de boom invullen.
Met Patrick kun je zijn leefsituatie in kaart brengen bij het begin, hetzij als hulp om te kijken met wat voor hem belangrijke dingen zijn in zijn leven, waar hij energie van krijgt en wat hij liever zou veranderen, hetzij om daarbinnen het gewenste streefdoel te concretiseren. Bij het element leefomgeving noemt hij bijvoorbeeld: ik wil niet meer bang zijn als er aan de deur gebeld wordt, dat het de deurwaarder is. Of je kunt met hem de wensboom invullen als jullie samen hebben vastgesteld wat Patrick het eerst wil veranderen. Stel dat het zijn schulden zijn, dan vult hij bijvoorbeeld een takje in met: lijst bijhouden van uitgaven, SMS-je regelen dat waarschuwt als ik bijna door mijn beltegoed heen ben, mijn baas vragen of ik vaker kan werken. Je kunt dit regelmatig terug laten komen. Cirkel van motivatie De cirkel van motivatie maakt inzichtelijk hoe een proces verloopt van gedragsverandering en vooral dat er veel vooraf gaat aan daadwerkelijke verandering. Het veranderingsproces wordt in zes stappen weergegeven, waarbij de vierde pas de daadwerkelijke verandering is. De cirkel is gebaseerd op het transtheoretische veranderingsmodel van Prochaska en Diclemente (o.a. 1984) en wordt onder meer toegepast binnen de verslavingszorg. Je kunt hem gebruiken bij cliënten die hun gedrag willen of moeten veranderen om hun doelen te bereiken. Het kan bijvoorbeeld gaan om mensen die beter om willen gaan met hun gezondheid of om mensen die meer willen participeren. De cirkel van motivatie geeft cliënt en hulpverlener inzicht in welke fase in het veranderingsproces de cliënt zit. Dit maakt duidelijk op welke manier cliënt en hulpverlener verder kunnen werken aan verandering: moet nog gewerkt worden aan bewustwording, is het tijd voor een beslissing of is de cliënt al klaar voor het werken aan de daadwerkelijke verandering? Je kunt er samen met een cliënt naar kijken of hem zelf raadplegen bij de voorbereiding van je gesprek, om na te gaan in welke fase je cliënt zit en wat dus de volgende stap kan zijn. Wat heel belangrijk is in deze cirkel, is dat terugval niet gezien wordt als mislukking maar als iets wat hoort bij dit moeilijke proces.
In het geval van Patrick kun je meteen in het begin met hem vaststellen dat hij al in het stadium van overpeinzing zit: ik wil uit deze situatie, wat is daarvoor nodig. Je kunt samen markeren dat hij echt de beslissing neemt: nu ga ik het anders doen. Als het dan toch niet meteen lukt, kun je samen de onderste helft nog een keer doorlopen. Je kunt de cirkel daarbij gebruiken om duidelijk te maken dat terugval veel voorkomt en niet betekent dat alles verloren is. Tot besluit In dit artikel zijn een paar voorbeelden gepresenteerd van de grote hoeveelheid snel vindbare en toegankelijke instrumenten die voor de maatschappelijk werk praktijk voor handen zijn. De bedoeling is de gereedschapskist de komende jaren steeds verder te vullen met gereedschap “uit het veld”. Heb je zelf een interessant, goed bruikbaar instrument dat in de gereedschapskist zou passen? Stuur het, liefst met een toelichting over concrete gebruikservaringen naar
[email protected]. Bronnen C. Brink, A. Lucassen en A. Poll, Inventarisatie zelfregie, methoden voor professionals die werken met mensen in kwetsbare situaties, Utrecht:MOVISIE, 2010, te downloaden van www.movisie.nl/zelfregie Prochaska, JO; DiClemente, CC. The transtheoretical approach: crossing traditional boundaries of therapy. Homewood, IL: Dow Jones-Irwin; 1984. ISBN 087094438X Lauriks. S. e.a., Zelfredzaamheid-Matrix, Amsterdam: GGD Amsterdam, 2010 Lauriks S. e.a.., Handleiding en toelichting bij de Zelfredzaamheid-Matrix, Amsterdam: GGD Amsterdam, 2010 Meer informatie over de besproken onderwerpen en instrumenten is te vinden op de MOVISIEwebsite, www.movisie.nl/zelfregie. De instrumenten die hier zijn besproken zijn daar vanaf medio oktober te raadplegen, vaak ook te downloaden.