Carolien Daalderop 1603743
t d u o h r e v e Ho n i t s n u k e g o anal r e v o n e g e t h c i z a e s mu e d n e r e s i l a t i g i d n e e ? ij p p a h c s t maa Onderzoeksverslag Dream Discover Do Docent: Madris Duric 2013-2014 | Periode D Communication & Multimedia Design
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Hoofd- en deelvragen 5 Definitie kernbegrippen 6 Synopsis 7 Onderzoek 8 1.0 Wat is een digitaliserende maatschappij? 9 1.1 Onstaan digitaliserende maatschappij 1.2 Casestudie Rathenau Instituut Den Haag 2.0 Wat zijn de voor- en nadelen van digitalisering? 11 2.1 Voordelen 2.2 Nadelen 3.0 Welke nieuwe technieken zijn voordelig voor musea? 13 3.1 Waarom willen musea nieuwe technieken? 3.1 Welke technieken worden al gebruikt in musea? 4.0 In hoeverre is de museumbezoeker klaar voor digitalisering? 16 4.1 Verschillende doelgroepen 4.2 Eigen ervaring
Conclusie 18 Hoe verhoudt kunst in musea zich tegenover een digitaliserende maatschappij?
Reflectie 19 Literatuurlijst 20 3
Inleiding De eerste fase van mijn seminar begon voor mij vrij vaag. Ik wilde een veel te breed onderwerp gaan onderzoeken. Aan de ene kant vind ik de communicatie van musea naar het museumpubliek interessant. Aan de andere kant speelde de tegenstelling van analoge kunst en digitale kunst ook een grote rol van belangstelling. Na enkele ‘kill your darlings’ ben ik tot het huidige onderwerp gekomen. CMD Relevantie Het onderwerp is relevant voor CMD’ers omdat wij zelf uitingen en kunst produceren, maar er nooit een duidelijk verband met musea mee hebben gelegd. Terwijl juist musea hun kunstwerken met nieuwe technieken willen laten zien. Communication & Multimedia Design kan als opleiding juist inspringen bij musea. Zelfs al heb je te maken met minder budget, ouder publiek of andere kaders. Het zou juist een uitdaging moeten zijn. Dat miste ik nog in de opleiding en heb ik door dit onderzoek opgevuld. Ook ben ik van mening dat we altijd iets kunnen leren van de geschiedenis, zowel in het algemeen als van de kunst. Dit zou überhaupt beter in de opleiding moeten zitten, want het ontbreekt in de huidige lesstof. In dit onderzoeksverslag ga ik in op de digitale maatschappij, en vooral hoe de analoge kunst zich er tegenover verhoudt. Nu is dit een redelijk theoretisch onderwerp, maar door het gebruik van verschillende cases heb ik het tot behapbaar gehouden. Met behulp van het pas heropenede Rijksmuseum ga ik dieper in op de voordelen van digitalisatie binnen musea. Paleis Het Loo en het Nationaal Historisch Museum maken ook gebruik van digitalisering, maar hier zijn er vooral nadelen. Wel licht ik de voor- en nadelen kort toe. Na de voor- en nadelen ga ik in op de huidige en toekomstige technieken, die musea kunnen inzetten. Het wordt al door een aantal musea juist ingezet, maar het overgrote deel loopt op dat gebied nog achter. Terwijl er wel enthousiasme en vraag naar is. Ten slotte vraag ik me af wat het publiek wil. De nieuwe technieken kunnen ook té nieuw zijn, waardoor de functionaliteiten er juist door achteruit gaan. Ik wil voor mezelf sowieso een beter beeld krijgen bij onze digitale maatschappij en de ontwikkelingen binnen onze maatschappij. Hoever we de ontwikkelingen zelf laten gaan of wanneer het ons overspoeld.
4
Hoofd- en deelvragen Voordat ik tot mijn huidige hoofd- en deelvragen ben gekomen, ging er een heel proces aan vooraf. Allereerst wilde ik iets doen met ‘kunst’ en ‘communicatie’. Vanaf deze twee kernwoorden ben ik verder gaan brainstormen en nadenken over een onderwerp waar ik echt iets wil onderzoeken. Ik kwam al gauw op digitale kunst tegenover analoge kunst. Het probleem bij dit onderwerp komt al snel naar voren als ik begin met deskresearch. Het is veel te breed. Ik moet nog specifieker zijn in mijn hoofd- en deelvragen.
Hoofdvraag: Hoe verhoudt analoge kunst in musea zich tegenover een digitaliserende maatschappij?
Deelvragen: »» »» »» »»
Wat is een digitaliserende maatschappij? Wat zijn de voor- en nadelen van digitalisering? Welke nieuwe technieken zijn voordelig voor musea? In hoeverre is de museumbezoeker klaar voor digitalisering?
5
Definitie kernbegrippen ana·loog (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1 overeenkomstig: analoog zijn aan 2 niet werkend op basis van het binaire stelsel; gebruikmakend van wijzers bij het weergeven (tegenstelling: digitaal): een analoog horloge
di·gi·ta·li·se·ren (digitaliseerde, heeft gedigitaliseerd)
1 (computer) (informatie) omzetten in digitale vorm (nullen en enen)
maat·schap·pij (de; v; meervoud: maatschappijen)
1 samenleving, gemeenschap; wereld 2 vereniging ter bevordering van bep. Belangen 3 vereniging van personen tot een handelsonderneming enz.: verzekeringsmaatschappij
di·gi·taal (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1 in cijfers, cijfer-; werkend op basis van het binaire stelsel: digitaal vastgelegdedatabestanden; digitale klok met cijfers, niet met wijzers (tegenstelling: analoog) De werkelijke betekenis van een museum maakt vanaf 1946 telkens een ontwikkeling door. Het richt zich vooral op de sociale en maatschappelijke gebeurtenissen van een bepaalde tijd en de globale museumgemeenschap. De definitie anno 2014 van een museum volgens ICOM, International Council of Museums (2007): “A museum is a non-profit, permanent institution in the service of society and its development, open to the public, which acquires, conserves, researches, communicates and exhibits the tangible and intangible heritage of humanity and its environment for the purposes of education, study and enjoyment.” Het museum wordt hierbij gezien als een instituut voor de maatschappij, die het erfgoed van de mensheid op alle vlakken behoudt ten behoeve van onderwijs, studie en plezier.
6
Synopsis Al vanaf de middelbare school ben ik geïnteresseerd in kunst en vooral, de geschiedenis erachter. Tijdens CMD ben ik steeds meer gaan nadenken over de musea achter de kunst en hoe ze communiceren naar de bezoeker. Welke nieuwe technieken worden gebruikt, of welke juist niet. Hoe kunnen musea de nieuwe digitale media en technieken op de juiste manier gebruiken. Kortom: hoe is de verhouding van analoge kunst met onze digitale wereld? In mijn essay zet ik uiteindelijk een conclusie uiteen. Deze conclusie wordt omgevormd tot een advies voor musea. Om achter de hoofdvraag te komen wil ik de deelvragen gedurende het essay beantwoorden. Dit doe ik aan de hand van meerdere casussen van onder andere het Rijksmuseum, het Stedelijk Museum en het Nationaal Historisch Museum. Ik zet twee musea tegenover elkaar en wil zo dieper ingaan op het fenomeen digitalisering. Welke vernieuwingen werken wel en welke niet? Je weet of een medium werkt door het bij de doelgroep te testen. Ook al zijn de technieken in een museum splinternieuw, als de doelgroep er niet mee om kan gaan heeft het geen functie. Het resultaat is waarschijnlijk dat digitalisering in musea aangemoedigd moet worden, maar wel op de juiste manier en afgestemd op de doelgroep. Ook wil ik voor mezelf een beter beeld krijgen bij onze digitale maatschappij en de ontwikkelingen die alsmaar doorgaan.
7
Onderzoek
“Hoe verhoudt kunst in musea zich tegenover een digitaliserende maatschappij?”
»»Wat is een digitaliserende maatschappij? »»Wat zijn de voor- en nadelen van digitalisering? »»Welke nieuwe technieken zijn voordelig voor musea? »»In hoeverre is de museumbezoeker klaar voor digitalisering? »»Conclusie 8
Wat is een digitaliserende maatschappij? De letterlijke betekenis van het begrip ‘digitaliseren’ is volgens het Van Dale woordenboek als volgt: informatie omzetten in digitale vorm. Ik vraag me vooral af wanneer deze digitalisering is begonnen en wanneer men sprak van een digitale of digitaliserende maatschappij?
Ontstaan digitaliserende maatschappij
De technologie begrijpt ons inmiddels heel goed, maar begrijpen wij de technologie nog wel? Ons dagelijks leven wordt beïnvloed door de digitalisering. Ook op het web gaan we naar de winkel, naar school , naar het werk en naar het pretpark. We maken er vrienden en solliciteren naar baantjes. Het begon allemaal met de komst van de digitale elektronica. Toen onze analoge wereld plots door elkaar werd geschud met de komst van digitaliseringen, veranderde onze maatschappij. (Hinssen, 2010, p. 151-153) Het ontstaan van digitale ontwikkelingen zijn gecreëerd op basis van bestaande ideeën. Zoals Einstein heeft gezegd: “Innovatie is niet het gevolg van een logische gedachtegang, hoewel het resultaat toch altijd verband houdt met een logische structuur.” Eind jaren tachtig ontstond er door digitale technologie een revolutie in de foto-industrie. Polaroid was de eerste die het revolutionaire middel aanbood aan hun klanten. Dat de digitalisering zover zou uitrollen, wist niemand. Polaroid is er dan ook niet in geslaagd mee te gaan met de innovaties, waarbij concurrenten hun kansen grepen. Zo mis je de boot, terwijl de revolutie of techniek er wel is begonnen. Binnen onze maatschappij ontstond met de komst van het internetnetwerk een nieuw medium. Dit medium bracht een nieuw, crossmediaal bereik met zich mee. Internet is tot nu toe de belangrijkste onwikkeling geweest voor onze maatschappij. Tot dusver zijn de ontwikkelingen van het Internet afhankelijk van onderzoek. Mede door de verbeteringen van de computer, die steeds groter en sneler wordt, breidt het netwerk zich uit. Ook de introductie van glasvezel heeft een groot aandeel gehad in de uiteindelijke uitbreiding van het netwerk. Crossmedialisering is in productieland het toverwoord: soortgelijke content via verschillende platforms aanbieden. (De Haan & Huysmans, 2010, p. 18) Na het World Wide Web ontstaan er al snel mobiele telefoons, die tegenwoordig vele uren per dag in beslag nemen. De technologie en digitale ontwikkelingen stoppen niet, het zal alleen maar toenemen. Ons ‘echte’ leven gaat tegenwoordig moeiteloos over in de schaduwwereld van het web en de dingen die we op het web doen nemen we weer mee naar het echte leven. Vooral de sociale media geven ons het gevoel dat we de digitale wereld naar onze hand hebben gezet. Maar is dat werkelijk het geval? De verdere ontwikkeling van het internet wijst er op dat ons vertrouwen in digitale technologie misschien wat naief is. Hoever kunnen en willen we als maatschappij meegaan? Dat is een vraag die ik helaas niet kan beantwoorden, het ligt nog in de toekomst. We kunnen nu niet voorspellen hoe het er over twintig jaar uit gaat zien. Toekomstschetsen worden wel gemaakt, met alle fantasieën van dien, maar of dit e rook werkelijk uit gaat zien? Dat weet niemand.
9
Casestudie Rathenau Instituut Den Haag
Drie experts van het Rathenau Instituut hebben mij veel inzicht gegeven met het gepubliceerde boek “Check in / check uit: de digitalisering van de openbare ruimte”. De casestudie ‘Sleutelmobiel’ stelt dat de functie van de mobiele telefoon in 15 jaar is uitgegroeid van een curiositeit tot een dagelijks gebruiksvoorwerp. Een opkomende technologie waarin diensten als betaling, toegang en identificatie zijn geïntegreerd, is Near Field Communication. Het is een technologie waarbij op zeer korte afstand draadloos gecommuniceerd kan worden. De fysieke wereld wordt hiermee gekoppeld aan de digitale wereld. (Daemen, Van Est en Van ’t Hof, 2010, p. 103-126) Camera’s, betaalkaarten in het openbaar vervoer, navigatiesystemen, Google Streetview en mobiele telefoons. Samen vormen deze media een omvangrijk netwerk waarvan overheden, bedrijven, musea, maar ook burgers gebruik van maken. Alles en iedereen wordt tegenwoordig vastgelegd. We gaan van ‘op het internet’ naar ‘in het internet’. De maatschappij maakt een verschuiving mee. Maatschappelijke problemen of vraagstukken komen door deze verwikkeling in een ander daglicht te staan. De ontwikkelingen en case studies die Christian van ’t Hof en zijn collega’s aankaarten vind ik interessant. Het gaat over grenzen stellen, zowel de burgers als instellingen of musea zullen dat op een gegeven moment moeten doen. Het gaat ook over privacy. Hoever mogen bedrijven wettelijk gaan en wanneer stellen wij als burgers of museumbezoekers grenzen aan ons digitale gebruik. Deze publicatie heeft mij persoonlijk laten nadenken over onze maatschappij. Van heel veel case studies die in het boek beschreven stonden, had ik nog niet zo goed nagedacht over de gevolgen. Het heeft mij veel inzichten gegeven in mijn onderzoek.
10
Wat zijn de voor- en nadelen van digitalisering? Digitalisatie heeft zijn voordelen en zijn nadelen. Om de voor- en nadelen duidelijk tegenover elkaar te zetten, doe ik dat aan de hand van twee musea. Het Rijksmuseum en Paleis het Loo. Het Rijksmuseum heeft ruimte voor digitalisatie en het past bij de internationale uitstraling van het museum. Paleis het Loo doet gedeeltelijk mee met de digitalisatie, maar ziet het grote verhaal eigenlijk niet. Het is een lastige opgave om digitalisering binnen een museum als Paleis het Loo uit te rollen. De algemene boodschap van het museum is nou eenmaal de historie van het koningshuis.
Voordelen
• Openbaarheid Als musea digitalisering binnen bijvoorbeeld de collectie delen met het publiek, schept dat een mate van openbaarheid. Dit hangt samen met toegankelijkheid. Een platform wat door bezoekers bezocht kan worden, schept een vertrouwensband. Het kan door iedereen bezocht worden, niet alleen de museumbezoekers. • Toegankelijkheid De content van een museum kan op meerdere kanalen worden benaderd dan alleen het museum zelf. Het geeft de bezoeker toegang tot bepaalde informatie of content, waardoor de toegankelijk wordt vergroot. • Archiveren van collectie Dit komt overeen met de online documentatie voor noodgevallen, alleen richt ik het hier vooral op de kunstwerken. Wanneer de kunstwerken digitaliseren, kan er altijd een archief opgezocht worden. Bijvoorbeeld voor controles of noodgevallen. • Online documentatie Het museum heeft bij het digitaliseren van de documentatie een plek waar op teruggevallen kan worden. Het is een soort back-up voor eventuele onvindbare documenten of bestanden. • Overzichtelijk Mits goed uitgevoerd, kan digitalisering een overzicht geven van de collectie. Waar kunstwerken fysiek door elkaar staan, kunnen de digitale kunstwerken op een volgorde of selectie gezet worden. • Duurzaamheid Directeur van het Rijksmuseum doet een relevante uitspraak over duurzaamheid. “Duurzaamheid voor het Rijksmuseum betekent vooral dat je iets doet wat een lange adem heeft. Het conserveren van schilderijen doe je nu eenmalig voor volgende generaties. Het Rijksmuseum kiest ervoor om duurzaamheid als kernelement te nemen voor de beslissingen.” Met deze uitspraak maakt het museum een link naar de 10-jarige renovatie van het Rijksmuseum, maar ook naar digitale ontwikkelingen. Het conserveren van schilderijen, die in hoge resolutie op de website te zien zijn, is daar een voorbeeld van.
11
• Grotere interactie met publiek De interactie kan op een grotere schaal plaatsvinden. De bezoeker van het digitale platform is niet tijdsgebonden, wat een museum wel is. • Geen beperking tot locatie Een online platform of website kan ten alle tijden bezocht worden. Het museum is beperkt qua locatie, terwijl er op digitaal gebied talloze mogelijkheden zijn. • Zelfstandig publiek centraal Het publiek heeft zelf het overzicht. Waar in een museum toch het museum grotendeels bepaald wat de bezoeker doet, staat het publiek digitaal centraal en is zelfstandiger.
Nadelen
• Digitalisering los van museum De digitalisatie moet een duidelijke connectie hebben met het museum, zodat het niet los van elkaar wordt gezien. Dit gebeurde bij het Nationaal Historisch Museum helaas wel. • Integratie van digitalisering De digitalisering moet doorgevoerd worden op alle vlakken. Het is voor een bezoeker niet duidelijk als er op één gedeelte van een museum digitalisering zichtbaar is. • Crossmediale verwijzingen De verwijzingen naar alle digitale uitingen moeten aanwezig zijn. Zonder crossmediale verwijzingen blijft het voor de bezoeker onopgemerkt. • Medium overheerst het museum Het medium moet een bijrol spelen, het museum blijft het belangrijkste. Als de balans tussen museum en digitalisatie niet klopt, zal het medium het museum overheersen. • Altijd nieuwe content Een digitaal medium moet altijd actueel zijn en daarbij zal er altijd nieuwe content gemaakt moeten worden. Hier moeten extra werknemers voor aangenomen worden.
12
Welke nieuwe technieken zijn voordelig voor musea? De ontwikkelingen in digitale media zijn in volle gang. Ook in musea zien we steeds meer digitale snufjes verschijnen. Ik vraag me vooral af; wat is de beweegreden achter deze nieuwe technieken. De musea gaan er langzaamaan in mee, maar wanneer beslissen ze en hoe ver gaan musea met digitale ontwikkelingen?
Waarom willen musea nieuwe technieken?
Uit de documentaire “Holland Doc: Paleis het Loo, een experience” deed conservator Paul Hem een relevante uitspraak. Deze volledige uitspraak luidt als volgt: “Het is voor een heel net, keurig museum, zoals Paleis het Loo, moeilijk om heel erg in te spelen op de belevenis; de experience. Hoever moet je gaan? Waar blijft de charme van een paleis, zoals een paleis nu eenmaal is? Misschien kun je toch overleven door jezelf te blijven. Misschien is dat het beste, ook om een lange adem te hebben. Je kunt ook enorm veel geld vergaren om de boel op z’n kop te zetten, maar wat verlies je ermee? Straks zijn wij de enige nog die gewoon laten zien wat het is. Het gouwe oude, oude trouwe. Het Loo, met gewoon zijn mooie kamers en zijn verhalen over de Oranjes die er gewoond hebben. Niks mis mee.” Nu is het natuurlijk de vraag of dit standpunt haalbaar is. Wanneer alle musea meegaan met de digitalisering, zijn juist de ouderwetse musea uniek. Zoals Jos de Mul zei: Uniciteit en permanentie maken plaats voor een veelheid en vluchtigheid. (De Mul, 2010) Dan is het ook de vraag of het museum dan nog een maatschappelijke relevantie bevat. Hetgeen volgens mij het belangrijkste is waar een museum voor staat. Als er een grote hoeveelheid musea ontstaat die hetzelfde willen uitstralen of dezelfde technieken gebruiken, verliest het zijn uniciteit. Om dieper in te gaan op de ontwikkelingen en welke gevolgen die hebben, duiken we de technologische wereld in, waar zich het een en ander afspeelt. Digital Storytelling Allereerst is daar de komst van digital storytelling. Musea maken gebruik van een interactieve manier om hun publiek te benaderen. De smartphone is een veelgebruikt medium om digital storytelling aan de man te brengen. De nieuwe generatie museumbezoekers groeit op in een digitale maatschappij, waaruit geconcludeerd kan worden dat vooral die generatie interesse heeft voor digital storytelling. Smartphones Een applicatie of een smartphone zelf waarmee iedere smartphone verandert in een persoonlijke museumgids. Zie het als de nieuwe audiogids maar dan van deze tijd. Objecten in een museum worden verrijkt met audio, video, foto’s en tekst. Smartphones kunnen ook meer zijn dan alleen een multimediale museumgids. Het kan sociaal worden, als bezoekers kunstwerken kunnen delen via Facebook en Twitter. De smartphone wordt hiermee persoonlijk en bezoekers kunnen bijvoorbeeld hun eigen voorkeuren ingeven. Het concept van de smartphone is inmiddels doorontwikkeld tot een product dat al in musea beschikbaar is.
13
Applicaties Applicaties worden in combinatie met smartphones veel door musea en instellingen gebruikt. De kunst om een applicatie aan een musea te verbinden, wordt afgekeken van de gemiddelde applicaties. Met functionaliteiten van de smartphone, zoals geluid, camera en GPS, worden er multifunctionele applicaties ontwikkeld. Deze zien we al terug in het Van Gogh Museum, het Spoorwegmuseum en het Rijksmuseum. Augmented reality Door het gebruik van advanced augmented reality technology, bijvoorbeeld objectherkenning, kan er toegevoegde informatie op een interactieve manier worden weergegeven. Augmented reality is gerelateerd aan mediated reality, waarbij de waarneming van de realiteit wordt gewijzigd door een computer. Het is gekoppeld aan virtuale realiteit. Augmented reality laat een extra informatielaag zien op een waarneming uit de fysieke wereld. Deze wordt aangevuld met de informatie uit de virtuele wereld. Deze twee werelden komen met het gebruik van augmented reality samen. In combinatie met draadloze verbindingen kan augmented reality in de toekomst ook op bijvoorbeeld de Google Glass. Hierin zit vooruitgang in de toekomst, ook voor musea. Google Art Project Het Google Art Project is een online verzameling van afbeeldingen met hoge resolutie van kunstwerken uit musea over de hele wereld. Ook zijn er virtuele tours mogelijk, die op dezelfde manier werken als Google Street View. De collecties van het Kröller-Möller Museum, het Gemeentemuseum Den Haag, het Museum Boijmans van Beuningen en het interieur van het Koninklijk Paleis in Amsterdam zijn online te bekijken. iBeacons iBeacons is een product van Apple, bedoeld om een technologie op korte afstand iOS-apparaten te laten herkennen. iBeacons maken gebruik van de bestaande Bluetooth-technologie die al sinds de iPhone 4s wordt ondersteund. iBeacons biedt een groot scala van mogelijkheden. De huidige concepten geven een klein onderdeel weer van wat er in de toekomst mogelijk is. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een app die jou, op basis van je locatie, suggesties voor producten en promoties geeft. Persoonlijke suggesties, dat is ook voor musea een handige technologie. Tijdens een museumbezoek kan het publiek rondlopen met een smartphone en krijgen dan aanvullende informatie over de verschillende kunstwerken via audio- en videofragmenten en foto’s. Het is zelfs mogelijk om kunstwerken door de bezoeker te laten waarderen. Meer over iBeacons is onderaan dit hoofdstuk te lezen. Social media Social media, zoals Facebook, Twitter en Youtube, hebben ervoor gezorgd dat miljoenen mensen, op een makkelijke manier met elkaar in contact kunnen komen. Dan zou je denken dat het niet onopgemerkt blijft bij musea. Inmiddels zijn er talloze social-media-accounts ontstaan, die in een korte tijd zijn gegroeid. Zo is bijvoorbeeld het aantal Nederlandse musea met een Twitteraccount gestegen van 1,1% in 2008 naar 53,3% in 2012. Om maar een paar cijfers te noemen. Het verschil is alleen dat je er met alleen een account of pagina nog niet bent. Musea moeten de social media ook bijhouden. Dit is een kritiek punt, waar meestal te weinig aandacht aan wordt gegeven. Het bijhouden en actualiseren van social media is een kans voor bijna alle musea in Nederland. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Ook samenwerkingen worden in combinatie met de website met social media gepromoot.
14
Welke technieken worden al gebruikt in musea?
Een aantal van de genoemde technieken worden al toegepast in musea. Onder andere het Van Gogh Museum, die gebruik maakt van Augmented Reality. Dit is een techniek waarmee virtuele informatie over fysieke objecten wordt geprojecteerd. De app Touch Van Gogh is gemaakt voor tablets en bevat functies om gebruikers spelenderwijs de informatie te laten ontdekken die in en onder de verf schuilgaat. Zo kan men met de app zelf de oude vernislaag van een schilderij verwijderen. In sommige musea werkt Augmented Reality goed, maar bijvoorbeeld het Rijksmuseum kan er geen gebruik van maken. Dit is een bewuste keuze geweest. De app van het Rijksmuseum is echt bedoeld voor in het museum en Augmented Reality is niet geschikt voor een druk museum als het Rijksmuseum. Omdat de app niet als camera wordt gebruikt, is het strikt genomen geen Augmented Reality, maar het ‘magische venster’ heeft min of meer hetzelfde effect. Ook de audiotour legt in zekere zin een digitale laag over de werkelijkheid. Hiermee bewijst het Rijksmuseum dat er ook zonder de allernieuwste technieken een interactief, digitaal medium ontwikkeld kan worden. Ook de iBeacon technologie wordt al in musea toegepast. Het Groninger Museum heeft de iBeacon-technologie ingezet voor interactieve informatievoorziening rond de nieuwe tentoonstelling De Collectie, die vanaf 29 maart te zien is. Het Groningse museum is daarmee het eerste museum in Nederland dat iBeacons gebruikt. Niet alleen voor bezoekers van het museum is de iBeacon-technologie interessant. Het museum haalt er zelf ook informatie uit. Zo kan het museum zien hoe bezoekers zich door het museum verplaatsen en wat de interesse en mening van de museumbezoeker is. Deze informatie gaat het Groninger Museum gebruiken om de bezoekerservaring te verbeteren. Zo kan de bezoeker kan met de app zelf kunstwerken beoordelen op basis van een waardering tussen één en vijf sterren.
15
In hoeverre is de museumbezoeker klaar voor digitalisering? De digitale technieken kruipen langzaam alle musea in. Het gebruik van audiotours, smartphones en andere technieken wordt steeds meer de standaard. Het is bedoeld als ondersteuning van het museum en laat vooral de bezoeker een ervaring meemaken. Nu vraag ik me af of dit bij elke doelgroep wel nodig is, sterker nog; kan het soms niet juist afleiden? Ervaringen kunnen ook alleen met observeren worden opgedaan. In dit hoofdstuk duik ik in de behoeftes en voldoeningen van museumbezoekers. Ik heb in mijn essay vooral mijn eigen ervaringen laten spreken, maar in dit verslag wil ik vooral een aantal recensies aankaarten.
Verschillende doelgroepen
Elk museum heeft een ander bezoekersprofiel. Deze wil ik nader toelichten door wederom het Rijksmuseum en Paleis Het Loo te gebruiken. Allebei de musea hebben digitale technieken in huis gehaald. Bij het Rijksmuseum is dit de ‘multimediatour’ en bij Paleis Het Loo is dit een ‘multimediale presentatie’. Ervaringen Rijksmuseum Bij de multimediatour leiden zeven routes de bezoeker langs de hoogtepunten van het RijksmuBij de multimediatour leiden zeven routes de bezoeker langs de hoogtepunten van het Rijksmuseum; de Gouden Eeuw, het gebouw en de tijdelijke tentoonstelling. Door het ‘magische venster’ van de smartphone kijkt het publiek met andere ogen naar de kunstwerken. Ik vroeg me vooral af of de functie duidelijk overkomt. Het kan als zowel bijkomend als onafhankelijk medium worden gezien. Hieronder een aantal opvallende uitspraken. “Jammer dat de batterij van de elektronische gids van alle leden van het gezelschap leeg raakten, een zelfs twee keer.” “Te laat ontdekt dat er een speciale app is voor bezoekers, voor de volgende keer in het achterhoofd houden. Ook zonder toelichting een geweldige belevenis om door dit museum te toeren.” “Met de media tour krijg je goede info en kun je in je eigen tempo rondlopen.” “Schitterende topstukken die mooi geëtaleerd zijn en via de app toegelicht worden, mooier kun je het niet hebben!” “Helaas is er nog geen kindertour, dat is jammer want ze leren er zoveel van!” Hieruit kunnen we concluderen dat het doel van de multimediatour over het algemeen goed overkomt bij de museumbezoeker. Het is een toevoeging voor het museumbezoek, maar neemt het bezoek zelf niet over. Dat de bezoeker centraal staat en zelf kan bepalen welke route hij of zij kiest, is aangenaam voor het publiek. Wel zijn er een aantal punten van kritiek. Het falen van functionaliteiten van de smartphone, zoals de batterij en het touchscreen worden niet door iedereen gewaardeerd. De communicatie van de applicatie voor de eigen smartphone verloopt niet duidelijk genoeg. De museumbezoeker is er niet van op de hoogte, waardoor er juist meer multimediatours van het Rijksmuseum zelf worden verstrekt. Dit is puur economisch gezien een voordeel voor het museum, maar niet voor de bezoeker. Ook zou het Rijksmuseum een kans moeten zien in een kindertour, waarbij vooral de leeftijd van de doelgroep goed wordt afgestemd op de tour.
16
Ervaringen Paleis Het Loo De permanente multimediale presentatie ‘Nederland en Oranje’ is geïntegreerd in een van de stallen van Paleis Het Loo en richt zich op een breed publiek. De vormgeving met foto’s, filmpjes, tekst en quizzen geven een kijkje in het leven van de Oranjes. Ook bij de presentatie van Paleis Het Loo vroeg ik me vooral af of het digitale medium niet teveel afweek van het museum. Hieronder een aantal uitspraken. “Navigatie is niet erg toegankelijk en als je geen gids hebt en toch wel veel wilt ontdekken dan zijn de hulpmiddelen beperkt. Veel te leren van het Rijksmuseum wat dat betreft.” “Ook voor de jonge bezoekers is er volop te beleven. In de stallen is een interactief programma waarmee je informatie kunt opzoeken.” “Daarna eerst even een kijkje bij de stallen en de geschiedenis van de Oranjes, leuke informatie maar ook diverse defecte media systemen.” Uit deze ervaringen blijkt dat er bij Paleis Het Loo positieve ontwikkelingen plaatsvinden, maar dat ze niet altijd goed worden uitgevoerd. Uit de recensies lijkt het alsof de digitale middelen vooral op jonge bezoekers is gericht, terwijl het voor elke bezoeker relevant is. De eerste opmerking vond ik interessant omdat er een verwijzing gemaakt wordt naar het Rijksmuseum. Als er geen gids aanwezig is, moet de bezoeker zelfstandig net zoveel informatie kunnen vergaren. Dit zou niet afhankelijk moeten zijn van een gids of audiotour.
Eigen ervaring
Mijn bezoek aan het Rijksmuseum was nadat het heropend was. Ik bracht samen met mijn 78-jarige oma en nicht een bezoek aan het veelbelovende Rijksmuseum. Mijn ervaring wordt als verwarrend en onduidelijk omschreven, zowel op het gebied van navigatie als überhaupt enige uitleg over de smartphone. Oudere bezoekers hebben moeite met de omgang met een touchscreen en dus ook de smartphone. Paleis Het Loo heb ik een tijd geleden bezocht, toen er nog geen multimediale presentatie was. We hadden geen audiotour of gids, maar de route van het museum was prima te volgen. Mijn bezoek aan Paleis Het Loo is minder relevant dan het Rijksmuseum. Wel kan ik zeggen dat ik naar een paleis ging om de sfeer van eeuwen geleden opnieuw te beleven. We kunnen concluderen dat de jongere doelgroep het liefst door interactie en beeld geïnformeerd wordt. De oudere doelgroep daarentegen prefereert tekst met enig beeld als ondersteuning hiervan. Over het algemeen ziet de jongere doelgroep liever een interactief verhaal dan een traditioneel verhaal. Het geeft de bezoeker zelf meer zelfstandigheid en invloed op hetgeen wat de bezoeker interessant vindt. Personificatie binnen musea is dus een toekomstbeeld waar met ontwikkelingen vooral op ingespeeld moet worden.
17
Conclusie Na mijn onderzoek heb ik een antwoord op mijn hoofdvraag gevonden. Deze conclusie komt overeen met de conclusie in mijn essay. Mijn hoofdvraag: Hoe verhoudt analoge kunst in musea zich tegenover een digitaliserende maatschappij? De verhouding tussen analoge kunst en de digitaliserende maatschappij is langzaam aan het verschuiven. In vijftig jaar zijn er zulke revolutionaire ontwikkelingen gaande, dat de digitalisering binnen een museum onmisbaar lijkt. De analoge kunst is naar mijn mening echter nog steeds een op zichzelf staand concept, wat altijd zal voortbestaan. Een kunstwerk bekijken vanaf een tablet of computerscherm blijft toch minder speciaal dan het kunstwerk daadwerkelijk in het echt zien. De digitale ontwikkelingen vormen zich om de kunst heen met de nieuwste technieken. De technieken die zich ontwikkelen vind ik interessant. Uit het onderzoek is ook gebleken dat bijna alle ontwikkelingen nog bezig zijn of in een hoger stadium ontwikkeld kunnen worden. Het viel me op dat over het algemeen alles persoonlijker wordt. Musea passen zich aan voor de museumbezoeker, terwijl pakweg tien jaar terug het museum zelf centraal stond. Ik ben dan ook van mening dat de maatschappelijke rol van een museum veranderd. De beleving van de bezoeker komt steeds centraler te staan. Door de digitalisatie geven we de keuze en mogelijkheden aan de museumbezoeker. “Mechanische reproductie ontsluit de wereld, onze medemensen en onszelf op een nieuwe wijze, die zowel nieuwe mogelijkheden als nieuwe gevaren met zich meebrengt.” (De Mul, 2010) Ik ben het hierbij eens met De Mul, de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van digitalisering zijn op zich positief. Aan de andere kant kunnen er met de nieuwe technieken ook misstappen gemaakt worden. Als de digitale technologieën de analoge kunst gaan overnemen, zie ik dat als een misstap van de maatschappij. Ook ben ik van mening dat er een grens getrokken moet worden met betrekking tot privacy. Dit zijn onderwerpen waar ik me tijdens dit seminar niet in heb verdiept, maar wat allemaal met de digitalisering van musea te maken heeft. Wij, de museumbezoekers, zijn immers de mensen die de digitalisering goed- of afkeuren. Zonder museumbezoekers bestaan er geen musea, zowel met als zonder digitale technologieën.
18
Reflectie Het seminar was samengevat: op het eind bikkelen en in het begin een beetje vaag. Bij projecten krijg je kaders mee, bij dit vak moest je die zelf gaan stellen. Daar had ik in het begin wel moeite mee. Ik ben vanuit een enorm breed onderwerp steeds specifieker mijn hoofd- en deelvragen gaan stellen. Het resultaat zijn zo’n drie hoofdvragen, die steeds veranderden. Achteraf denk ik dat ik te lang bij de hoofd- en deelvragen ben blijven hangen. Het had veel sneller vastgesteld kunnen worden, waardoor ik sneller aan het onderzoek kon beginnen. Door de gesprekken met de docent in de les, werd ik geconfronteerd met mijn onderwerp, waardoor ik er verder mee kon. Toen ik eenmaal begon met deskresearch en literatuur verzamelen, kwam ik erachter dat niet alles even relevant was. Ik had letterlijk een stuk of vier pagina’s met bronnen. Het doornemen van de bronnen, met veel documentaires, was veel werk. Ik denk dat ik in totaal wel acht uur aan documentaires heb gekeken. Ik ging met de audiovisuele bronnen makkelijk verder zoeken naar nog meer materiaal. Na elke documentaire kon ik eigenlijk pas vaststellen of het relevant genoeg was, dus hier ben ik best lang mee bezig geweest. Ook met het lezen van de artikelen en boeken vond ik het lastig om bronnen weg te strepen, die gewoon minder relevant waren. Toch ben ik uiteindelijk tot mijn huidige bronnen gekomen. Van het onderzoek heb ik veel geleerd, eigenlijk op alle gebieden van de digitaliserende maatschappij. Ook heb ik door de case studies en documentaires een beter beeld gekregen van onze digitaliserende maatschappij. Sommige cases waren herhaling voor mij, maar ik ontdekte ook zoveel nieuwe ontwikkelingen. Om informatie te verkrijgen heb ik alleen gebruik gemaakt van deskresearch, radio- en televisiefragmenten. In het begin van mijn seminar dacht ik nog aan het interviewen van museumwerknemers, maar door mijn veranderende onderwerp ben ik daar niet mee verder gegaan. De vorm van het seminar was voor mij best snel al bepaald. Mijn onderwerp is best theoretisch, dus was het een logische stap om een essay te maken. Persoonlijk kan ik ook meer kwijt in het geschreven woord, dan in het gesproken woord. Ik kan me er beter in uiten. Dit vak was een goede oefening voor het afstuderen van volgend jaar. Ik weet nu beter waar ik aan toe ben. Het afstuderen is niet meer ‘iets’ wat ver van me af ligt, ik kijk er flexibeler tegenaan. Als ik maar een interessant onderwerp kies, dan komt het ook volgend jaar wel goed. Ik zou wel een paar dingen anders doen. Zo zou ik sneller tot een onderwerp komen en een betere planning voor mezelf maken, waardoor ik niet op het laatste moment veel moet doen. De feedbackmomenten met de docent hebben mij verder op weg geholpen, dus ik zou misschien wel meer momenten willen inplannen.
19
Literatuurlijst Deskresearch • Beek, S van (2009) De digitalisering van de cultuur. Geraadpleegd 13 mei 2014 via http://www.globalsoul.nl/schrijfsels/digitalisering_stef_van_beek.pdf • Benjamin, W. (1936) Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid. Geraadpleegd op 30 april 2014 via https://sites.google.com/site/kunstfilosofiesite/Home/teksten/benjamin-het-kunstwerk-in-het-tijdperk-van-zijn-technische-reproduceerbaarheid • Boekmanstichting (2008) Boekman 75: Kunst en digitalisering. Geraadpleegd op 14 mei 2014 via http://www.boekman.nl/sites/default/files/downloads/free_downloads/boekman_75_redactioneel.pdf • Bueters, G. (2014) Google Art Project: Inzoomen op kunst. Geraadpleegd 6 mei 2014 via https://www. bibliotheek.nl/thema/designenkunst/musea-en-digitalisering/89287.google-art-project--inzoomen-opkunst.html • Bueters, G. & Geneijgen, W. Van (2014) ‘Digitalisering is vooral gericht op educatie’. Geraadpleegd 6 mei 2014 via https://www.bibliotheek.nl/thema/designenkunst/musea-en-digitalisering/89541.digitalisering-is-vooral-gericht-op-educatie.html • Cultuurmarketing (2014) Het museum van de toekomst: nieuwe media en technologische innovaties. Geraadpleegd op 1 juni 2014 via https://www.cultuurmarketing.nl/museum-the-future/#.U4ue3JR_tA8 • Ekker, J.P. (2013) Met Barry Atsma naar de Middeleeuwen. Geraadpleegd op 27 april 2014 via http:// www.jpekker.nl/?tag=multimediatour • Geneijgen, W. Van (2014) Digital storytelling, de toekomst voor musea. Geraadpleegd 6 mei 2014 via https://www.bibliotheek.nl/thema/designenkunst/musea-en-digitalisering/89228.digital-storytelling,-de-toekomst-voor-musea.html • Geneijgen, W. Van (2014) Innovatieve apps voor musea. Geraadpleegd 6 mei 2014 via https://www. bibliotheek.nl/thema/designenkunst/musea-en-digitalisering/89524.innovatieve-apps-voor-musea.html • Gollin, R. (2010) Musea moeten digitale revolutie omarmen. Geraadpleegd op 5 juni 2014 via http:// www.presseurop.eu/nl/content/article/179901-musea-moeten-digitale-revolutie-omarmen • International Council Of Museums (2007) Museum Definition. Geraadpleegd op 30 april 2014 via http:// icom.museum/the-vision/museum-definition/ • Magstream (2014). Insert Design Here: functionalisatie van de ontwerptaak. Geraadpleed op 6 mei 2014 via http://www.magstream.com/news/insert-design-here/ • METROPOLIS M (2010) De toeschouwer bepaalt, Nancy Proctor over het mobiele museum. Geraadpleegd 14 mei 2014 via http://metropolism.com/magazine/2010-no6/de-toeschouwer-bepaalt/ • METROPOLIS M (2013) Hou het simpel. Geraadpleegd 14 mei 2014 via http://metropolism.com/reviews/hou-het-simpel/ • Mul, J. de (2010) Dataïsme. Het kunstwerk in het tijdperk van zijn digitale recombineerbaarheid. Geraadpleegd op 26 april 2014 via http://www.demul.nl/nl/publicaties/publicaties-per-categorie/boekbijdragen/item/1548-dataisme-het-kunstwerk-in-het-tijdperk-van-zijn-digitale-recombineerbaarheid • Oneindig Noord-Holland (2014) Overname InNL.nl. Geraadpleegd op 1 juni 2014 via http://onh.nl/nlNL/artikel/12050/overname-innl-nl
20
• Paleis Het Loo (2014) Stallen & koetshuizen. Geraadpleegd op 1 juni 2014 via http://www.paleishetloo. nl/stallen-en-koetshuizen/ • Prophets (2014) Prophets brings Rubens to life with iBeacon. Geraadpleegd op 1 juni 2014 via http:// www.prophets.be/ibeacon-brings-museum-to-life/ • Schiphof, T. & Voorbij, H.J. (2012) Digitaliseren in museumland. Geraadpleegd op 5 juni 2014 via http://www.den.nl/art/uploads/files/Publicaties/Digitaliseren%20in%20museumland%20-%20Integratiemodule%20CIW2012%20-%20Eindverslag.pdf • Stevens, M. (2009) Musea in een digitale cultuur. Geraadpleegd op 30 april 2014 via http://www. ru.nl/@747496/pagina/ • Stork, P. (2011) Musea en het web revisited: trends en ontwikkelingen. Geraadpleegd op 30 mei 2014 via http://www.frankwatching.com/archive/2011/04/19/musea-en-het-web-revisited-trends-en-ontwikkelingen/ • Virtueel Platform (2012). Born-digital kunstwerken in Nederland. Geraadpleegd op 14 mei 2014 via http://issuu.com/virtueelplatform/docs/virtueel_platform_-_born-digital_kunstwerken_in_ne/29?e=0 Boeken • Daemen, F., Est, R. van & Hof, C. van ’t. (2010). Check in / check uit: de digitalisering van de openbare ruimte. (1e dr.) Rotterdam: NAi Uitgevers. • Haan, J. de & Huysmans, F. (2010). Alle kanalen staan open, de digitalisering van mediagebruik: het culturele draagvlak: deel 10. (1e dr.) Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. • Hinssen, P. (2010). Digitaal is het nieuwe normaal: de revolutie is begonnen. (1e dr.) Tielt: Lannoo. Audiovisueel • AVRO (2013) Dwalen door het Rijksmuseum (AVRO Close Up). Geraadpleegd op 26 mei 2014 via http://www.hollanddoc.nl/kijk-luister/kunst-en-cultuur/beeldende-kunst.html?playurn=urn:vpro:media:program:32981119¤tPage=1 • NPS (2009). Het uur van de wolf: Het Nieuwe Rijksmuseum. Geraadpleegd op 14 mei 2014 via http:// www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1334562 • NTR (2012) Het uur van de wolf: De hartslag van het Stedelijk. Geraadpleegd op 16 mei 2014 via http://www.hollanddoc.nl/kijk-luister/documentaire/h/de-hartslag-van-het-stedelijk.html • NTR (2013). Het uur van de wolf: Het Nieuwe Rijksmuseum (2). Geraadpleegd op 15 mei 2014 via http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1336191 • NTR (2013). Het uur van de wolf: Het Nieuwe Rijksmuseum (3). Geraadpleegd op 16 mei 2014 via http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1336196 • NTR (2013). Het uur van de wolf: Het Nieuwe Rijksmuseum (4). Geraadpleegd op 20 mei 2014 via http://www.hollanddoc.nl/kijk-luister/programma/uur-van-de-wolf.html?playurn=urn:vpro:media:program:23565143¤tPage=1 • NTR (2014) Het uur van de wolf: The next big thing. Geraadpleegd op 25 mei 2014 via http://www. hollanddoc.nl/kijk-luister/documentaire/n/the-next-big-thing.html • VPRO (2012) Holland Doc: Paleis het Loo, een experience. Geraadpleegd op 26 mei 2014 via http:// www.hollanddoc.nl/kijk-luister/documentaire/p/paleis-het-loo.html
21
p o r e d l a a D n e i l o r Ca 3 4 7 3 0 16 o D r e v o c s i D Dream
Onderzoeksverslag Dream Discover Do Docent: Madris Duric 2013-2014 | Periode D Communication & Multimedia Design