Hoe lezen we eigenlijk? Een kritische blik op de ontwikkeling van snelleesapps (…en meer)
CON F E R ENTIE BEG R IJPEND L EZE N ( 3 0 S E P, 2 0 1 5, E I N DHOVEN ) A R N OUT KOOR N N EEF U N I V ERSITEIT L E I DEN ( A F DE L ING ON DE RWI JSSTU DIES)
Maatschappij
Schoolse omgeving
Lerende kind
• Onderwijssystemen • Onderwijsvormen • Onderwijsbeleid
• • • • • •
Samenwerkend leren Docenten Docent-leerling interacties ICT-gebruik Didactieken Motivatie & Emotie
• • • • • •
Neuro/brein Sociaal-emotioneel Cognitief Rekenen Taal Wetenschappelijk redeneren
Onderzoeksmethode Waar: Laboratorium Natuurlijke omgeving Hoe: Experimentele studie Interventiestudie Correlationele studie Natuurlijke observatie Gedragsonderzoek Instrument: Reactietijden Leestijden fMRI Oogbewegingen Hardop denken Video-analyse Observatie Vragenlijsten Interviews
Wat gaan we vandaag doen? Deel 1: Vergelijking snelleesapps en normaal lezen Introductie eye-tracking methodologie (inclusief demonstratie) Inzicht verschaffen in het leesproces Inzicht verschaffen in de voordelen en nadelen van snelleesapplicaties
Deel 2: Voorbeeldstudies Enkele inzichten uit Deel 1 worden toegepast op een aantal voorbeeldstudies (bijvoorbeeld het werk van Jentine Land en daarop gebaseerde vervolgstudies)
Deel 3: Input vanuit het veld (jullie dus!) Ideeën (bijv. een applicatie) die het leesproces vergemakkelijken/verbeteren/versnellen…
Snellezen en SPRITZ Lange geschiedenis, vele methodes… ◦ (scannen, niet terugkijken, snel lezen, niet subvocaliseren etc..)
Recent: ontwikkeling van snelleesapps Ons ‘slachtoffer’ van vandaag: de snelleesapp SPRITZ (LET OP: ik heb niets tegen SPRITZ )
Wat is SPRITZ? http://www.spritzinc.com/
Ook te gebruiken als bijv. google chrome extensie
De hamvraag: Werkt dit? Zo ja, voor wie en waarom? Zo nee, voor wie niet en waarom niet?
Om de vraag te beantwoorden (onderzoeken) moeten we eerst een goed idee hebben van hoe we ‘normaal’ lezen. Hoe meten we dat? Met een eye-tracker.
Een wat oudere eye-tracker
Een veel oudere eye-tracker
Wat meet een eye-tracker? Eigenlijk alleen waar je kijkt op een bepaald moment
De eye-tracker die ik vandaag heb meegebracht doet dat dat 1000x per seconde (1000Hz) Demonstratie: Vrijwilliger?
DEMO
Leespatronen bestaan uit… Fixaties ◦ Oog staat stil en kan informatie verwerken ◦ Grote verschillen in duur (100-1000ms) ◦ Gemiddeld fixatieduur voor goede lezers 250 ms (langer voor minder goede lezers)
Saccades ◦ Oogsprong naar andere regio in tekst ◦ Verder in tekst (progressief), terug in tekst (regressief) ◦ Tijdens een saccade kan weinig of geen visuele informatie verwerkt worden
Allerlei afgeleide maten ◦ Leestijden (first-pass, second pass) ◦ Kans op regressie ◦ Etc etc.
Terug naar Spritz: Mogelijke voordelen Snelleesapp 1. Je hoeft geen saccades te maken
2. Je hebt geen last van omringende woorden 3. Je kunt niet (goed) terugkijken in de tekst (dus weinig/geen regressies)
Saccades Waarom negatief? Planning saccade kost tijd/mentale energie (vooral saccades in verticale richting) Saccades worden niet altijd goed gepland -- landingsplek op verkeerde plek in tekst Tijdens saccade geen/weinig verwerking van visuele informatie Citaat SPRITZ: “We focus on taking out all of the large scale eye movements, the ones from word to word and sentence to sentence that are, by far, the most time-consuming part of reading.” Zwaar overdreven(!) want: relatief gezien besteed je meer tijd aan de fixaties Tijdens een saccade werkt je brein gewoon verder, je neemt alleen weinig visuele informatie op!
Mogelijke voordelen Snelleesapp 1. Je hoeft geen saccades te maken
2. Je hebt geen last van omringende woorden (geen visuele interferentie) 3. Je kunt niet (goed) terugkijken in de tekst (dus weinig/geen regressies)
Visuele interferentie van omringende woorden (‘Visual crowding’)
Visuele interferentie van omringende woorden (‘Visual crowding’)
Mogelijke voordelen Snelleesapp 1. Je hoeft geen saccades te maken
2. Je hebt geen last van omringende woorden 3. Je kunt niet (goed) terugkijken in de tekst (dus weinig/geen regressies)
Alleen positief?
‘Normaal’ lezen Doel: Het construeren van een coherente mentale representatie van een tekst (begrijpend lezen) – vooral in educatieve context
Invloedrijk model: Simple View of Reading
begrijpend lezen = technisch lezen * (gesproken) tekstbegrip
Technisch lezen Van letters naar betekenis (decoderen) Controle oogbewegingen.
MIJN claim (tweeledig) Snelleesapps hebben vooral positieve invloed op TECHNISCHE aspect van lezen – en dus eventueel indirect een positief effect op tekstbegrip De directe invloed van Snelleesapps op begrijpend lezen is niet noodzakelijkerwijs positief – eerder andersom
Begrijpend lezen: Een coherent situatiemodel, wat is dat? Vaak spreekt men van verschillende niveaus van tekstbegrip ◦ Situatiemodel ◦ Tekstbetekenis ◦ Oppervlaktestructuur
Oppervlakte structuur Letterlijke representatie van tekst (exact dezelfde woorden, dezelfde grammaticale structuur etc.)
Factoren die ‘mentale kosten’ beïnvloeden ◦ ◦ ◦ ◦
Woordlengte Woordfrequentie Zinslengte Grammaticale complexiteit (bijzinnen etc.)
Tekstbetekenis Representatie van de betekeniselementen van een tekst (met een moeilijk woord propositie – zie plaatje met kikker) Onafhankelijk van de exacte woorden en zinsstructuur. Bijvoorbeeld ◦ Jan slaat Piet = Piet wordt geslagen door Jan
Situatiemodel Hier draait het eigenlijk allemaal om! ◦ Integreren van voorkennis ◦ Inferenties genereren die niet letterlijk in de tekst staan
Bijvoorbeeld, welke inferentie moet je maken bij het volgende verhaaltje?
Jan en Piet zijn aan het spelen op het voetbalveld, maar ze krijgen helaas enorme ruzie. De volgende dag verschijnen ze allebei met een blauw oog op school.
Situatiemodel Hier draait het eigenlijk allemaal om! ◦ Integreren van voorkennis ◦ Inferenties genereren die niet letterlijk in de tekst staan
Bijvoorbeeld, welke inferentie moet je maken bij het volgende verhaaltje? Ze gaan met elkaar op de vuist
Ze gaan verven en maken hun ogen blauw
Jan en Piet zijn aan het spelen op het voetbalveld, maar ze krijgen helaas enorme ruzie. De volgende dag verschijnen ze allebei met een blauw oog op school.
Een coherent situatiemodel, hoe bouw je dat? ◦ Voorkennis gebruiken ◦ Signaalwoorden gebruiken (voornaamwoorden, voegwoorden) ◦ Belangrijkste (linguïstische) bindmiddelen om zinnen mentaal aan elkaar te verbinden: referentiele verbindingen en relationele verbindingen. ◦ Referentieel: voornaamwoorden, eigennamen etc. ◦ Jan is moe. Jan gaat naar bed. ◦ Jan is moe. Hij gaat naar bed. ◦ Relationeel: relaties tussen zinnen (causaal, temporeel, contrastief etc. ) ◦ Jan is moe. Jan gaat naar bed (Oorzaak-gevolg, impliciet) ◦ Jan is moe. Daarom gaat Jan naar bed (oorzaak-gevolg, expliciet)
◦ Regressies (terugkijken) zijn een normaal en zelfs belangrijk onderdeel van deze integratie processen.
Terug naar de Snelleesapp… Voordelen (vooral technische lezen)
Nadelen (vooral begrip, integratie)
Geen last van omringende woorden
Geen profijt van woord-preview-effect
Geen regressies (kost tijd)
Geen regressies (regressies bevorderen integratie)
Geen saccades
Geen flexibiliteit in verwerkingstijd (iets langer ‘blijven hangen’ bij moeilijke woorden en/of passages)
Begrijpend lezen
Technisch lezen
Decoderen (van letters naar woordbetekenis)
Oogbewegingscontrole (saccades, regressies)
Tekstbegrip
Verbanden tussen zinnen (Referentieel, relationeel)
Voorkennis
• oppervlaktestructuur • tekstbetekenis • situatiemodel
Begrijpend lezen
Technisch lezen
Decoderen (van letters naar woordbetekenis)
Oogbewegingscontrole (saccades, regressies)
Tekstbegrip
Verbanden tussen zinnen (Referentieel, relationeel)
Voorkennis
Begrijpend lezen
Technisch lezen
Decoderen (van letters naar woordbetekenis)
Spritz
Oogbewegingscontrole (saccades, regressies)
Tekstbegrip
Verbanden tussen zinnen (Referentieel, relationeel)
Voorkennis
Begrijpend lezen
Technisch lezen
Decoderen (van letters naar woordbetekenis)
Oogbewegingscontrole (saccades, regressies)
Tekstbegrip
Verbanden tussen zinnen
Voorkennis
(Referentieel, relationeel)
Spritz
Conclusie Er zijn interessante ontwikkelingen gaande op het gebied van snellezen.
De app Spritz is daarvan een goed voorbeeld. OPEN VRAGEN (discussie in Deel 3): wegen de (mogelijke) voordelen op tegen de (mogelijke) nadelen? kunnen we de inzichten toepassen binnen een educatieve context?
Deel 2: Eye-tracking studies
Een link naar de praktijk Veel schoolboeken worden ontwikkeld met het volgende idee ◦ Maak het technisch lezen makkelijk
Achterliggende idee is niet: Stimuleer het maken van een coherente mentale representatie
32
Voorbeeld 1: Referentiele verbanden ◦ Schrijfadviezen en leesbaarheidsformules: Referentiele verbanden zijn moeilijk dus vermijd voornaamwoorden ◦ “Jan slaat Marie. Marie wordt boos.” ◦ Niet: Jan slaat Marie. Zij wordt boos.”
◦ Maar er is een heel bekend fenomeen “repeated name penalty” ◦ Herhaling van namen zorgt voor EXTRA verwerkingskosten
33
Voorbeeld 2: Coherentie relaties ◦ Schrijfadviezen en leesbaarheidsformules: ◦ Vermijd lange zinnen
◦ Vermijd abstracte woorden (voegwoorden, zoals daarom, omdat)
“Jan slaat Marie. Marie wordt boos.” Niet: “Jan slaat Marie en daarom wordt Marie boos” of “Marie wordt boos, omdat Jan haar slaat” ◦ Maar steeds meer studies laten zien dat voegwoorden zeer belangrijk zijn voor tekstbegrip (vooral bij leerboeken!)
34
Onderzoek Jentine Land Zij observeerde dat tekstboeken in het vmbo er zo uitzagen.
35
Vergelijking teksten GEFRAGMENTEERDE TEKST
GEÏNTEGREERDE TEKST
36
Vergelijking teksten GEFRAGMENTEERDE TEKST
GEINTEGREERDE TEKST
37
Resultaten
38
Conclusies VMBO leerlingen scoren hoger op de geïntegreerde teksten (=begrijpen de tekst beter) Deze vooruitgang is groter voor de Basisberoeps leerwegleerlingen
Dus: VOORAL ZWAKKERE LEZERS HEBBEN BAAT BIJ STRUCTUURKENMERKEN Wat de studie van Land niet laat zien is wat er gebeurt tijdens het lezen
39
Van Silfhout en collega’s (2015) – zie ook presentatie van Jacqueline Evers-Vermeul Eye-tracking studie 141 leerlingen uit groep 8 verhalende en informatieve teksten Expliciet (met voegwoorden zoals omdat) vs. impliciet Oogbewegingsmaten en begripsmaten (open vragen, volgorde taakje)
Resultaten Snellere verwerking (kortere leestijden) na voegwoord
Meer regressies na voegwoord (voegwoorden zijn een ‘trigger’ voor integratie) Kortere herleestijden na voegwoord (integratie verloopt efficiënter?)
Terug naar de Snelleesapp… Voordelen (vooral technische lezen)
Nadelen (vooral begrip, integratie)
Geen last van omringende woorden
Geen profijt van woord-preview-effect
Geen regressies (kost tijd)
Geen regressies (regressies bevorderen integratie)
Geen saccades
Geen flexibiliteit in verwerkingstijd (iets langer ‘blijven hangen’ bij moeilijke woorden en/of passages)
Algemene conclusie van deel 1 en 2 Lezen is een complexe vaardigheid (flauw maar waar) Vele cognitieve mechanismes zijn betrokken bij lezen!
Zelfs een extreem versimpelde beschrijving van het fenomeen (dwz: lezen = technisch lezen + begrijpend lezen) kan deze complexiteit niet verhullen. Technisch lezen makkelijker maken gaat in veel gevallen ten koste van begrijpend lezen (en vice versa)
Belangrijkste open vra(a)g(en) in (mijn) toekomstige onderzoek: Hoe vinden we de perfecte balans tussen makkelijk technisch lezen en goed begrijpend lezen? Hoe verschuift deze balans gedurende een mensenleven? Hoe kunnen (snel)leesapps ons helpen bovenstaande evenwicht te optimaliseren?
Deel 3: Vragen en discussie (een aanzetje) Wat is jullie inzicht (gebaseerd op jullie ervaring) met betrekking tot de volgende vragen? wegen de (mogelijke) voordelen van Snelleesapps op tegen de (mogelijke) nadelen? hoe kunnen we de inzichten die we vandaag hebben besproken, toepassen in een educatieve context?
Bedankt!
Extra slides
Gokkende ouderen Net als wijsheid komt voorzichtigheid met de jaren. Risicovol gedrag is iets voor feestende adolescenten zonder verantwoordelijkheidsgevoel, niet iets voor verstandige ouderen. Recent onderzoek doet echter vermoeden dat deze vlieger niet altijd opgaat. Oogbewegingsstudies suggereren namelijk dat 65-plussers (onbewust) een ‘risicovolle’ leesstrategie hanteren.
BEHAVIORAL METHODS R
S
BLACK BOX
INFERENCES
(LINGUISTIC) THEORY
Een paar feitjes over lezen Mensen lezen niet “vloeiend”: ◦ Fixaties (200-400 ms) ◦ Oogsprongen (saccades, 7-9 letters) Lezers slaan vaak korte of zeer voorspelbare woordjes over Lezers kijken terug (regressie)
Een algemene vraag in mijn onderzoek: Zegt het leespatroon van lezers iets over het leesproces?
Voorbeeld van een recent onderzoek (dit wordt hopelijk binnenkort gepubliceerd) Achtergrond informatie ◦ ‘Risky reading’ hypothese (Rayner et al., 2006, 2009) ◦ Lezers die tijden het lezen veelvuldig voorspellen, maken: ◦ Grote oogsprongen ◦ Veel regressies
◦ Klopt deze hypothese? ◦ Hoe onderzoek je dit?
Mijn trucje…. Uit heel veel onderzoek blijkt dat lezers bepaalde werkwoorden gebruiken om te voorspellen over wie het verhaaltje verder gaat: Jan prijst Marie omdat…
Mijn trucje…. Uit heel veel onderzoek blijkt dat lezers bepaalde werkwoorden gebruiken om te voorspellen over wie het verhaaltje verder gaat. Jan prijst Marie omdat…zij een mooie tekening heeft gemaakt
Mijn trucje…. Uit heel veel onderzoek blijkt dat lezers bepaalde werkwoorden gebruiken om te voorspellen over wie het verhaaltje verder gaat. Jan prijst Marie omdat…hij(?) heel erg trots op haar is.
Mijn trucje…. Proefpersonen lezen verhaaltjes met daarin zinnen die doorlopen zoals je verwacht en zinnen die niet doorlopen zoals je verwacht: Verwacht: Linda en David reden allebei behoorlijk hard. Bij een druk kruispunt botsten zij met hun auto’s op elkaar. David bood zijn excuses aan Linda aan, omdat hij volgens de getuigen schuldig was. Onverwacht: Linda en David reden allebei behoorlijk hard. Bij een druk kruispunt botsten zij met hun auto’s op elkaar. Linda bood haar excuses aan David aan, omdat hij(?) volgens de getuigen onschuldig was.
Verwachting/hypthese: Lezers die voorspellen zullen direct meer moeite hebben met het woordje ‘hij’ in de onverwachte conditie, omdat ze voorspellen dat het verhaaltje over Linda doorgaat.
Dus opzet experiment oStudenten lezen korte verhaaltjes (ongeveer 50) die gaan zoals je verwacht of juist niet
oOogbewegingen worden gemeten o Twee groepen lezers, ingedeeld volgens de risky reading hypothese o Risicovol -> grote oogsprongen, veel regressies o Conservatief -> kleine oogsprongen, weinig regressies
Voorbeeld eye-tracking data Vergeet niet ‘Fixation’ te laten zien Arnout!
Resultaten leestijden per word in kritieke zinnen RISICOVOL
Conservatief
Conclusies ◦ Risicovolle lezers voorspellen en gaan meteen langzamer lezen als hun voorspelling niet uitkomt ◦ Conservatieve lezers doen dit niet, maar laten wel iets later een vertraging zien -> wat betekent dat?
Algemene conclusie: Oogbewegingen zeggen inderdaad iets over de lezer (risicovol vs. conservatief)