Historisch gegroeid bedrijf

Provincie Oost-Vlaanderen - Gemeente Knesselare

definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Historisch gegroeid bedrijf “N.V. Drukkerij Verstraete” te Knesselare

Bijlage IIIa: toelichtingsnota tekst

Definitief Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00402_00001 Historisch gegroeid bedrijf “N.V. Drukkerij Verstraete”

Provincie Oost-Vlaanderen – Gemeente Knesselare

1 Inhoudsopgave 1

Inhoudsopgave ..................................................................................................................................................... 4

2

Situering en aanleiding voor de opmaak van het plan .................................................................................... 5

3

Inleiding ................................................................................................................................................................. 6

4

Toelichtingsnota ................................................................................................................................................... 7 4.1 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen - algemeen deel ................................................... 7 4.1.1

De bindende bepalingen........................................................................................................................ 7

4.1.2

Het richtinggevend gedeelte ................................................................................................................. 7

4.2 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan - gebiedsgericht deel ............................................................... 8 4.2.1 5

6

Ruimtelijke elementen van de bestaande structuur........................................................................... 8

Bestaande feitelijke en juridische toestand .....................................................................................................11 5.1.1

Bestaande feitelijke toestand ...............................................................................................................11

5.1.2

Bestaande juridische toestand ............................................................................................................11

5.1.3

Stedenbouwkundige vergunningstoestand .......................................................................................14

5.1.4

Toestand milieuvergunning: Vergunde Vlaremrubrieken..............................................................15

5.1.5

Visie en gewenste ruimtelijke ontwikkeling......................................................................................17

5.1.6

Verantwoording voor opname van de gebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ................................................................................................................................................................18

Specifieke beoordelingen en toetsen ...............................................................................................................19 6.1 Milieueffectrapportage - milieuverklaring..................................................................................................19 6.2 Veiligheidsrapportering en passende beoordeling ten aanzien van als speciale beschermingszones te beschouwen gebieden ..............................................................................................................................22 6.2.1

Passende beoordeling/ verscherpte natuurtoets .............................................................................22

6.2.2

Watertoets ..............................................................................................................................................23

6.3 Ruimtebalans ..................................................................................................................................................25 6.4 Planbaten.........................................................................................................................................................25 6.5 Vertaling naar verordenende stedenbouwkundig voorschriften en op te heffen voorschriften ......26


4


2 Situering en aanleiding voor de opmaak van het plan Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor het bestaand bedrijf N.V. Drukkerij Verstraete, beoogt de bestendiging van de bestaande bedrijfssite en –activiteiten. Op deze manier moet het bedrijf in de toekomst zo goed mogelijk blijven functioneren. De NV Drukkerij Verstraete is een hoogtechnologisch bedrijf actief in de verpakkingsindustrie. Het bedrijf heeft door innovatie inzake milieuvriendelijke bedrukking van verpakkingen (mould-labelingtechnologie) een unieke positie in België en heeft zich gedurende de afgelopen jaren opgewerkt tot de wereldtop. De onderneming stelt in België 375 personen tewerk en draait een omzet van 75.000.000 euro. De drukkerij is begonnen in 1973 aan de Urselseweg 150 te Knesselare. In het begin van deze eeuw is omwille van uitbreidingsbehoeften een tweede bedrijfslocatie opgericht in de KMO-zone te Maldegem. Het uitbouwen van deze tweede productielocatie maakt de locatie te Knesselare niet overbodig omdat een gesplitst productieproces noodzakelijk is. Voor de locatie te Knesselare wordt een ruimtelijk stand-stillprincipe gehanteerd. Hoewel het bedrijf tot op vandaag marktleider is in Europa, kampt het voor de site te Knesselare met een rechtsonzekerheid op planologisch vlak: −

−

−

−

De betrokken bedrijfsvestiging is opgestart in 1973 – 1974. Bij de inkleuring van het gewestplan werd het bedrijf globaal ingedeeld bij natuurgebied, waardoor de bestemming al achterhaald was. Aanvankelijk kreeg het bedrijf stedenbouwkundige en milieuvergunningen op basis van de toen geldende uitzonderingsbepalingen voor zonevreemde bedrijven. BPA Hellegat: Om het bedrijf verdere ontwikkelingskansen te bieden, werd op 16 januari 1991 het BPA ‘Hellegat’ goedgekeurd, waardoor de bedrijfssite de bestemming ambachtelijke zone verkreeg. Ruim 8 jaar later, na realisatie van de uitbreidingen, vernietigde de Raad van State het BPA ‘Hellegat’ (RvS 3 februari 1999- arrest nr. 78.487). De vernietiging stelde niet dat het bedrijf op deze locatie geen planologische bestaansreden had. In ditzelfde arrest werden ook de samenhangende stedenbouwkundige vergunningen vernietigd. Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven: Het bedrijf werd opgenomen in het sectoraal BPA ‘zonevreemde bedrijven’ van de gemeente Knesselare. Dit BPA werd goedgekeurd bij M.B. van 18 mei 2000. Andermaal werd dit sectoraal BPA bestreden met een annulatieberoep (gekend onder nummer 94.942/X-9744). Ook de, op basis van dit BPA verleende vergunningen voor de parking en de snijafdeling, werden aangevochten bij de Raad van State (gekend onder de nummers 105.637/X-10.383). Bij arrest van 7 april 2011 (nr. 212.542) werden zowel het BPA als de aangevochten vergunningen vernietigd. Hierbij werd door de Raad van State gewezen op het gebrek aan beoordeling van de bedrijfssite ten opzichte van de ligging aan Habitatrichtlijngebied. Gewestelijk RUP. Om de onderneming rechtszekerheid te bieden op lange termijn besliste de Vlaamse Regering voor het bedrijf een gewestelijk RUP op te maken. Dit gewestelijk RUP ‘historisch gegroeid bedrijf NV Drukkerij Verstraete’ werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 8 december 2006. Ingevolge dit RUP werd het sectoraal BPA opgeheven. Ook het gewestelijk RUP werd bestreden voor de Raad van State. Bij arrest van 10 november 2010 (arrest 208.918) vernietigde de Raad van State dit gewestelijk RUP. De Raad van State oordeelde hierbij dat het RUP diende onderworpen te worden aan een plan-MER, zelfs al was de Europese MER-richtlijn op het moment van de opmaak van het gewestelijk RUP nog niet naar intern recht omgezet. Door de vernietiging van het gewestelijk RUP ‘historisch gegroeid bedrijf NV Drukkerij Verstraete’ werd teruggevallen op het sectoraal BPA ‘zonevreemde bedrijven’ van de gemeente Knesselare. Dit BPA werd ook vernietigd door de Raad van State. Het bedrijf is daardoor in een soort rechtsvacuüm terecht te gekomen met een grote juridische onzekerheid. Enerzijds zijn een deel van de bedrijfsgebouwen getroffen door vernietigde stedenbouwkundige vergunningen en anderzijds is de bedrijfslocatie in de gewestplanbestemming natuurgebied komen te liggen.

De Vlaamse Regering heeft op 11 februari 2011 beslist om de procedure te starten tot opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor het bedrijf NV Drukkerij Verstraete voor de bestendiging van de bedrijfslocatie te Urselseweg 150 te Knesselare.


5


3 Inleiding Voorliggend document is een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de zin van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat (Art. 2.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening): -

een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;

-

de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften betreffende de bestemming, de inrichtingen en/of het beheer, en, desgevallend de normen, vermeld in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid;

-

een weergave van de feitelijke en juridische toestand;

-

de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is;

-

in voorkomend geval, een zo limitatief mogelijke opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden;

-

in voorkomend geval, een overzicht van de conclusies van (a) het planmilieueffectenrapport, (b) de passende beoordeling, (c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, (d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten;

-

in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid;

-

in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot gebruikersschadecompensatie vermeld in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken erfdienstbaarheden tot openbaar nut.

een een van en

Het grafisch plan (Bijlage I) en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (Bijlage II) hebben verordenende kracht. De teksten en kaarten van de toelichtingsnota (Bijlage III) hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De registers met betrekking tot planschade, planbaten, kapitaal- of gebruikersschadecompensatie hebben slechts een informatief karakter (Bijlage IV).


6


4 Toelichtingsnota

4.1 4.1.1

Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen - algemeen deel De bindende bepalingen De oppervlakte aan bestemde bedrijventerreinen in plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen kan tot 66.000 ha stijgen. De beleidsmatige marge van 1.400 ha is hierin niet ingerekend.

4.1.2

Het richtinggevend gedeelte Om op lange termijn op vlak van economische activiteiten concurrentieel te blijven moet Vlaanderen ruimte en economie beter op elkaar afstemmen. De troeven voor het versterken van de economische potenties liggen in de concentratiegebieden voor economische activiteiten, namelijk de poorten en de economische knooppunten. Daarnaast maken ook bedrijven met hoge toegevoegde waarde, een aanzienlijke tewerkstelling, internationale uitstraling en imago in gemeenten buiten de economische knooppunten deel uit van de Vlaamse economische structuur. Uiteraard moet de ontwikkeling van deze bedrijven worden gegarandeerd. Een ‘historisch gegroeid bedrijf’ (RSV p. 333) is gelegen in een gemeente buiten de economische knooppunten en heeft een ruimtelijk vraagstuk dat best op bovenlokaal niveau wordt afgewogen. is Daarnaast is dergelijk bedrijf vaak morfologisch en ruimtelijk verweven met de omgeving of heeft het een specifieke sociaal-economische relatie met die omgeving. Omwille van de verantwoordelijkheid van de gemeente inzake de verlening en/of de advisering van de milieuvergunning, de kennis en inschatting van de plaatselijke toestand en met name de bepaling van de draagkracht van de ruimte, is het aan de gemeente deze problematiek te signaleren en een principieel standpunt in te nemen. De afweging en bestemming in een ruimtelijk uitvoeringsplan gebeurt door het Vlaams gewest, in overleg met de gemeente en de provincie. Wat betreft de bestemmingen in het gewestplan, kan een historisch gegroeid bedrijf ofwel gelegen zijn in industrie- of KMO-gebied, en een uitbreiding vragen in een aangrenzend open ruimtegebied, ofwel volledig zonevreemd gelegen zijn. De beoordeling van de ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden gebeurt in beide gevallen aan de hand van volgende principes uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (p.335): -

een maximale verweving van de economische activiteit met de activiteiten in haar (bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd, waarbij goed nabuurschap het uitgangspunt moet vormen;

-

alle mogelijkheden en voorzieningen voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend;

-

de ruimtelijke implicaties bij een herlokalisatie worden afgewogen tegenover de ruimtelijke implicaties van een ontwikkeling op de bestaande locatie;

-

de ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden; historisch gegroeide situaties en hinder zijn medebepalend voor de draagkracht;

-

er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd, zowel in de ruimte als in de tijd; de verwachte ontwikkeling en uitbreiding van het bedrijf moeten goed ingeschat worden, evenals bedrijfseconomische implicaties, volgens het batneec-principe.


7


Deze principes mogen niet los gezien worden van de vooropgestelde multifunctionele ontwikkelingen, en worden gekaderd binnen de uitgangshouding van duurzame ruimtelijke ontwikkeling met aandacht voor kwaliteit en gebaseerd op ruimtelijke draagkracht. De vestiging van Drukkerij Verstraete te Knesselare wordt beschouwd als een historisch gegroeid bedrijf, gelegen in een gemeente van het buitengebied. Reeds sinds 1973 zijn er drukkerijactiviteiten op deze locatie gevestigd. Deze zijn sindsdien gedeeltelijk uitgebreid op deze locatie. Gezien de bovenlokale problematiek is een bestendiging van de drukkerij overwogen op gewestelijk niveau binnen de principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De ontwikkelingsmogelijkheden met kwalitatieve vereisten zijn vastgelegd in dit gewestelijk uitvoeringsplan.

4.2 4.2.1

Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan - gebiedsgericht deel Ruimtelijke elementen van de bestaande structuur

In de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur wordt eerst ingezoomd op de verschillende kenmerken van het bedrijf en de vraag tot bestendiging. Daarna wordt de ruimere omgeving van het bedrijf bekeken. Kenmerken van het bedrijf Economische kenmerken:

N.V. Drukkerij Verstraete is opgestart als familiebedrijf en uitgegroeid tot een internationaal bedrijf. De drukkerij is gespecialiseerd in het drukken van kunststofetiketten met hoogtechnologische eigenschappen bestemd voor ‘in-mould-labelling’. Het bedrijf bedrukt zowel verpakkingen voor de voedingsindustrie als industriële verpakkingen zoals verven, onderhoudsproducten etc. Dankzij haar innovatie inzake bedrukking voor milieuvriendelijke en recycleerbare mono-verpakking is de drukkerij uniek in België en heeft de drukkerij zich in de afgelopen jaren opgewerkt tot de absolute wereldtop. Dit blijkt onder andere uit de nominatie van het bedrijf in 2010 voor de ‘Leeuw van de Export. In 2004 werd een tweede bedrijfssite geopend op het industrieterrein te Maldegem. Deze vestiging te Maldegem is inmiddels uitgegroeid tot het hoofdkantoor waar zowel de administratieve diensten als de meeste drukactiviteiten zijn ondergebracht. De afdeling in Knesselare doet dienst als speciale production-unit met beperktere oplagen. Ondanks de uitbouw van een tweede (grotere) productielocatie in Maldegem, blijft de vestiging in Knesselare noodzakelijk voor de bedrijfsexploitatie. Het (internationaal) cliënteel van de drukkerij eist immers een splitsing van de productie over twee locaties, dit om de continuïteit in de productie te kunnen garanderen ook bij eventuele calamiteiten. Voordeel van deze tweede locatie is ook dat alle bijkomende uitbreidingsbehoeften in Maldegem kunnen worden gerealiseerd, terwijl voor de locatie te Knesselare een stand-still-principe wordt gehanteerd. De milieuvriendelijke technologie van de drukkerij levert een hoge toegevoegde waarde In 2010 werd een omzet gerealiseerd van meer dan 75 miljoen euro. Op korte termijn (2016) wordt een omzet verwacht van 100 miljoen euro. Van de geproduceerde goederen is ongeveer 12 % bestemd voor de Belgische markt, 71% wordt geëxporteerd naar landen van de Europese Unie en 17% wereldwijd. Tot 2008 had het bedrijf reeds 27,6 miljoen euro geïnvesteerd. De laatste drie jaar werd door het bedrijf bijkomend zo’n 17 miljoen euro geïnvesteerd waarvan 2,5 miljoen in de vestiging te


8


Knesselare, dit in het kader van de renovatie van het bedrijfsgebouw te Knesselare (o.a. door het voorzien van een volledig nieuwe (milieuvriendelijke) verwarmingsinstallatie. De tewerkstelling van het bedrijf is sinds 1991 gegroeid van 27 personeelsleden naar 370 personeelsleden in 2010. Hiervan zijn 100 personeelsleden werkzaam op de site te Knesselare en ruim 270 op de site te Maldegem. Ook hier is het de verwachting dat er korte termijn zo’n 400 arbeidsplaatsen zullen ingevuld zijn, waarvan het overgrote deel werkzaam zal zijn op de site te Maldegem. Gedurende de laatste jaren heeft de nv Drukkerij Verstraete belangrijke certificaten behaald zoals ISO 9001, ISO 14001, BRC, FDA/IMS. Mobiliteitsprofiel:

De woon-werkverplaatsingen naar de site te Knesselare gebeuren hoofdzakelijk met de wagen (90 personeelsleden) of met langzaam verkeer (10 personeelsleden). Door de ploegen op elkaar af te stemmen kunnen medewerkers samen naar het bedrijf carpoolen, hetgeen door de bedrijfsleiding sterk wordt gestimuleerd. Door het oprichten van de vestiging te Maldegem, waar de meeste productie is gesitueerd en ook de meeste grondstoffen worden gestockeerd, is het aantal vrachten bestelwagens voor het leveren en ophalen van goederen drastisch gedaald op de site te Knesselare. Waar dit oorspronkelijk zo’n 30 voertuigbewegingen per dag betrof, is dit momenteel gereduceerd naar een 10-tal vrachten bestelwagens per dag. De laad- en losactiviteiten vinden plaats op het bedrijfsperceel zelf. De personeelsparking bevindt zich tevens volledig op het bedrijfsperceel en is volledig omringd door een brede groenbuffer. Het vrachtvervoer ontsluit via de N461 via Ursel naar de N499 te Eeklo of via de N461 en de N44 naar het hoofdwegennet zijnde de E40.

Historische context:

Het bedrijf is in 1950 opgestart als lokale drukker in het centrum van Ursel. In de periode 19731974 werden de drukkerijactiviteiten verhuisd naar de Urselseweg 150 bij de woning van de toenmalige bestuurder van N.V. Drukkerij Verstraete. In 2002 werd beslist een tweede vestiging in Maldegem op te richten, dit zowel om veiligheidsredenen, HACCP-normen (aparte opslag voor voedingsmiddelenverpakking) alsook omwille van de door klanten geëiste kwaliteits- en leveringsgaranties. Ook nieuwe capaciteitsuitbreidingen zouden op deze nieuwe locatie te Maldegem worden gerealiseerd. Na de vaststelling van het vorige GRUP ‘Historisch gegroeid bedrijf nv Drukkerij Verstraete’ werd de locatie te Knesselare volledig gerenoveerd. In 2006 werden zowel de lokalen voor de werknemers (eetzaal, kleedkamers) als de productieruimtes zelf (aanpassing aan brandveiligheid, installatie van warmtepompen voor verwarming en koeling) opnieuw ingericht..

Ruimtegebruik:

Op de bedrijfssite te Knesselare heeft de N.V. Drukkerij Verstraete omwille van de opstelling van de productielijnen en omwille van de gescheiden opslagnormen voor grondstoffen en de HACCP-normen voor opslag van de afgewerkte producten (verpakkingen voor voedingsmiddelen) een oppervlakte van ongeveer 1,5 ha in gebruik. De betrokken gronden zijn momenteel bestemd als natuurgebied overeenkomstig het gewestplan. De vestiging te Knesselare bestaat sinds 1973-1974 en werd in 1978 op het gewestplan Eeklo-Aalter als natuurgebied bestemd. Deze bestemming werd door de goedkeuring van het Bijzonder Plan van Aanleg Hellegat op 16 januari 1991 gewijzigd in ambachtelijke zone. Op 3 februari 1999 echter werd dit Bijzonder Plan van Aanleg door de Raad van State vernietigd waardoor de gewestplanbestemming opnieuw vigeerde. Op 18 mei 2000 werd het bedrijfsperceel herbestemd Definitief Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00402_00001 Historisch gegroeid bedrijf “N.V. Drukkerij Verstraete”

9


door de goedkeuring van het sectoraal Bijzonder Plan van Aanleg zonevreemde bedrijven Knesselare en werd de bedrijfssite opnieuw ondergebracht in een ambachtelijke zone. Ook hiertegen werd een nietigheidsprocedure bij de Raad van State opgestart die eveneens heeft geleid tot een vernietiging van dit BPA Om de onderneming enige rechtszekerheid te bieden op lange termijn besliste de Vlaamse regering voor het bedrijf een gewestelijk RUP op te maken. Dit gewestelijk RUP ‘Historisch gegroeid bedrijf N.V. Drukkerij Verstraete’ werd door de Vlaamse regering goedgekeurd op 8 december 2006. Hierdoor werd de bedrijfssite te Knesselare in een zone voor bedrijfsactiviteiten ondergebracht. Ook het Gewestelijk RUP werd bestreden voor de Raad van State. Bij arrest van 10 november 2010 (arrest 208.918) vernietigde de Raad van State dit Gewestelijk RUP. Op 11 februari 2011 besliste de Vlaams Regering om een nieuw GRUP op te maken met het oog op de bestaanszekerheid van het bedrijf op de locatie in Knesselare.

Schaal, visuele en vormelijke aankleding:

De bedrijfssite te Knesselare is gelegen aan de Urselseweg/N461 waarlangs verspreide lintbebouwing is. In de directe omgeving van het bedrijf is het Koningsbos gelegen en aan de overzijde van de Urselseweg bevindt zich het Drongengoedbos met een militair domein en militair vliegveld. De bedrijfsgebouwen hebben een uniform voorkomen en de bedrijfswoning ligt tussen het bedrijfsgebouw en de aangrenzende woning. Op de aanpalende percelen werd door het bedrijf zelf bos aangeplant van ruim 1 hectare en de personeelsparking is ingekaderd in groenelementen.

Ruimtelijke vraag van het bedrijf:

Het bedrijf vraagt bestendiging van de bestaande toestand en rechtszekerheid voor de continuïteit van de hoogtechnologische bedrijfsactiviteiten.

Ruimtelijke kenmerken van de omgeving

Knesselare is een gemeente van het buitengebied, min of meer centraal gelegen tussen het grootstedelijkgebied Gent en het regionaalstedelijk gebied Brugge. De gemeente wordt noordzuid doorsneden door de N44 een primaire weg I die een verbinding vormt tussen de hoofdwegen A10/E40 en A11/N49. In het zuidwesten van de gemeente ligt het kanaal GentOostende. Landschappelijk maakt het gebied van Knesselare waar het bedrijf ligt, deel uit van de Cuesta van Oedelem-Zomergem. Knesselare heeft voornamelijk een landschappelijk open landbouwgebied met verspreide bebouwing tussen het kanaal Gent-Oostende en de kernen van de gemeente. Daarnaast is er de bosrijke omgeving van het Koningsbos en het Drongengoedbos met militair domein en vliegveld. De Urselseweg/N461, die de scheiding vormt tussen deze twee bossen, verbindt het hoofddorp Knesselare en de woonkern Ursel. Langs deze weg komt verspreide lintbebouwing voor waaronder het betrokken bedrijf.


10


5 Bestaande feitelijke en juridische toestand 5.1.1

Bestaande feitelijke toestand De bestaande feitelijke toestand wordt grafisch weergegeven op de hieronder vermelde kaarten.

5.1.2

Kaart 0

Situering plangebied

Kaart 1

Bestaande feitelijke toestand: luchtfoto met aanduidingen

Bestaande juridische toestand

Kaart 2

Bestaande juridische toestand: gewestplan, gewestplanwijzigingen en ruimtelijke uitvoeringsplannen

Kaart 3

Bestaande juridische toestand: andere plannen

De relevante elementen van de bestaande juridische toestand worden tekstueel aangegeven in de onderstaande tabel. Tabel 1.

Bestaande juridische toestand: “N.V. Drukkerij Verstraete” (Knesselare)

Plan

Naam

Adres

Urselseweg 150, 9910 Knesselare

Kadasternummers

Percelen in eigendom van N.V. Drukkerij Verstraete: Kadastrale nummers: Knesselare, 2e afdeling, sectie C, n° 375v, 375z, 379f, 379g, 379k, 380d en 380e

Stedenbouwkundige vergunningen

Bouwvergunningen van het bedrijf N.V. Drukkerij Verstraete: 24/04/1968 woning 27/06/1973 drukkerij 16/03/1981 uitbreiding drukkerij 04/03/1985 aanpassingswerken bureel 05/09/1985 uitbreiding drukkerij 18/08/1988 vellen hoogstammige bomen 22/04/1991 uitbreiding drukkerij – vernietigd door uitspraak n° 78.487 Raad van State op 03/02/1999 16/07/1996 uitbreiding snijafdeling 22/07/1996 waterzuiveringsinstallatie 01/04/1997 overdekte staanplaats bedrijfsvoertuigen 03/10/2000 aanleggen parking en aanpassen bestaande vergunde parking-vernietigd door uitspraak n° 212.542 Raad van State op 7/04/2011 28/02/2001 regularisatie uitbreiding snijafdeling- vernietigd door uitspraak n° 212.542 Raad van State op 7/04/2011 12/09/2005 bouwen van een akoestisch isolerend gebouw rond bestaande afzuiginstallatie 13/03/2006 verbouwen van een drukkerij 22/05/2007 deels slopen betonstraatsteenverharding, aanleg betonverharding voor standplaats van een container

Milieuvergunningen

12/04/1974 exploitatie drukkerij 28/11/1986 uitbreiding exploitatie drukkerij 24/02/1994 hernieuwing exploitate drukkerij en uitbreiding 27/07/1994 beroepsbesluit voortzetting exploitatie drukkerij 16/01/1995 besluit voorwaarden lozingsvergunning bij exploitatie drukkerij


11


Plan

Naam 13/01/1997 besluit akoestische wijziging voor afzuiginstallatie 30/1/1997 weigering aktename uitbreiding 29/05/1997 veranderen door uitbreiding, verplaatsing en toevoeging 12/12/1997 beroepsbesluit bevestiging inrichting voor drijfkracht en voor snijafdeling 12/11/1998 besluit uitbreiding en verplaatsing afwerking 23/8/2001 aktename kleine verandering 18/10/2001 uitbreiding drukkerij en vervanging transformatoren 30/04/2002 verandering drukkerij door wijziging en uitbreiding 04/01/2005 weigering wijziging voorwaarde 14/12/2006 aktename kleine verandering 04/11/2009 uitbreiding opslag gevaarlijke producten in kader van drukkerij 25/03/2010 veranderen vellenoffsetdrukkerij voor etiketten door uitbreiding van de drukkerij, de afwerking en de opslag van gevaarlijke producten (bevestiging in beroep)

Gewestplan(nen) of gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen

Gewestplan Eeklo-Aalter (K.B. 24/03/1978) Gewestelijk RUP Historisch gegroeid bedrijf n.v. Drukkerij Verstraete – vernietigd door de uitspraak nr. 208.918 van de Raad van State op 10 november 2010.

Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen

Geen.

Gemeentelijke plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen

16/01/1991 BPA ‘Hellegat’ – vernietigd door uitspraak n° 78.487 Raad van State op 03/02/1999

Verkavelingsvergunningen

10/12/1963 verkavelingsvergunning één lot van 3 loten

Beschermde monumenten

Geen.

18/05/2000 Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven Knesselare- deelplan Verstraete- vernietigd door arrest nr.212.542 van 7 april 2011.

Beschermde dorpsgezichten

Geen.

Beschermde landschappen

Geen.

Ankerplaatsen

Maldegemveld (MB 18 juli 2011)

Vogelrichtlijngebieden (SBZ-V)

Geen.

Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H)

Gelegen aan het gebied “Bossen en heiden van zandig Vlaanderen: oostelijk deel”

Ramsargebieden

Geen.

Gebieden van het duinendecreet

Geen.

Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)

Het gebied “bosgebied van de cuesta van Zomergem-Oedelem” is rond het bedrijfperceel aangeduid en deels is het bedrijfsperceel cartografisch opgenomen.

Gebieden van het Integraal Verwevings- Geen. en Ondersteunend Netwerk (IVON) Vlaamse of erkende natuurreservaten

Geen.

Bosreservaten

Geen.

Beschermingszones grondwaterwinning Geen. Bevaarbare waterlopen

Geen.

Onbevaarbare waterlopen

Geen.

Gewestwegen

N 461

Spoorwegen

Geen.

Het plangebied grenst aan de Urselseweg. Het bedrijf is overeenkomstig de gewestplanbestemming gelegen in natuurgebied. In het plangebied of in de omgeving ervan zijn géén provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen, beschermde landschappen, beschermde monumenten, beschermde landschappen, vogelrichtlijngebieden, ramsargebieden, beschermde duingebieden of voor de landbouw belangrijke duingebieden, Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON), grondwaterbeschermingsgebieden, erkende of Vlaamse natuurreservaten, bosreservaten of


12


spoorwegen gelegen die relevant zijn voor dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Het bedrijf ligt in de Ankerplaats ‘Maldegemveld’, zoals vastgelegd in het ministerieel besluit van 18 juli 2011. Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vervangt de gewestplanbestemming natuurgebied. Op basis van artikel 17§3 van het Decreet Natuurbehoud wordt het betrokken deel van het deelgebied “bosgebied van de cuesta van Zomergem-Oedelem” van het Vlaams Ecologisch netwerk (perceel 380d) expliciet opgeheven, ondanks dat dit gedeelte op basis van artikel 20 van het Decreet Natuurbehoud niet aangeduid is als deel van het Vlaams Ecologisch Netwerk, doch een cartografische fout betreft. In het planMER is de situering en opzichte van VEN tekstueel en cartografisch verder toegelicht. De cartografische situering is hieronder weergegeven. Uit de evaluatie in het planMER blijkt dat perceel 380 d niet in het VEN is opgenomen. Voor de beboste bufferzone die in functie staat van de landschappelijke inkleding en buffering van het bedrijf voor de natuurwaarden van het Vlaams Ecologisch Netwerk en de Speciale Beschermingszone en hiertoe ook effectief is ingericht, wordt het VEN eveneens expliciet opgeheven.


13


5.1.3

Stedenbouwkundige vergunningstoestand In onderstaande figuur is de huidige vergunningstoestand van de gebouwen en verhardingen gegeven. In het groen zijn de vergunde gebouwen en verhardingen weergegeven. In het rood is aangegeven waarvoor de vergunning door het recente arrest nr. 212.542 van de Raad van State van 7 april 2011 is vernietigd. Daarnaast zijn over de site aan de Urselseweg van drukkerij Verstraete geen andere vonnissen of arresten uitgesproken inzake de vergunningstoestand van het bedrijf, noch vonnissen of arresten gekend die de afbraak van een deel van de gebouwen of verhardingen zouden bevelen.

Figuur. Stedenbouwkundige vergunningstoestand


14


5.1.4

Toestand milieuvergunning: Vergunde Vlaremrubrieken

Rubriek

Totale hoeveelheid of toestand voor de rubriek

Eenheid

Klasse volgens de afzonderlijke rubriek

3.4.1.a

Lozen van oppervlaktewater

bedrijfsafvalwater

in

300 1,5

3 m³/jaar m³/dag m³/uur

0,15 3.6.1

Lozen van huishoudelijk afvalwater via een

3

afvalwaterzuivering in oppervlaktewater

11.1.3.b

1725

m³/jaar

8,6

m³/dag

0,86

m³/uur

Drukkerij 805

11.2.2.b

3 kW 3 stuks 2 kW

Compressoren 14

17.3.3.2.b

kVA

Compressoren en klimatisatie 364

16.3.2.1.b

2

Stalplaats van voertuigen 6

16.3.1.2

kW

Batterijladers 43,55

15.1.1

2

Transformator 2000

12.3.2

kW

Voorbereiding en afwerking 419

12.2.2

1

Opslag van schadelijke en corrosieve producten


3 kW 2

15


4520 17.3.4.2.b.2

Opslag van P1-producten 1310

17.3.5.1

L 3 L 3 L

Opslag van kunststoffen 25

33.4.1.b

3


23.3.2.b

L


17.3.7.1

2


17.3.6.1.b

Kg

2 Ton

Opslag van papier en karton 60


3 Ton

16


5.1.5

Visie en gewenste ruimtelijke ontwikkeling

In het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor het bestaand bedrijf N.V. Drukkerij Verstraete, wordt de bestendiging van de bestaande bedrijfssite en –activiteiten mogelijk gemaakt. Op die manier moet het bedrijf in de toekomst zo goed mogelijk blijven functioneren. Bij de inrichting van het bedrijventerrein van N.V. Drukkerij Verstraete moet gestreefd worden naar een zuinig ruimtegebruik, een maximale ruimtelijke kwaliteit, een optimale functionele organisatie en een goede landschappelijke integratie ten opzichte van de omgeving. Ruimtelijke concepten

1.

Voorzien in bestendiging van het historisch gegroeid bedrijf De doelstelling is om de bedrijfsactiviteiten op deze locatie te behouden en voor die activiteit bestaanszekerheid te bieden. De huidige bedrijfsactiviteiten zijn het bedrukken van verpakkingsmateriaal. Om hygiënische redenen en voedingsvoorschriften is het vereist dat deze activiteit in een afgezonderde bedrijfsentiteit gebeurt. Het plan maakt deze activiteit op de locatie aan de Urselseweg mogelijk.

2.

Bestendiging van het historisch gegroeid bedrijf zonder verdere uitbreiding De doelstelling is om de bedrijfsactiviteiten op deze locatie te behouden met de huidige bedrijfsomvang. Gezien de nabijheid van belangrijke elementen van de open ruimtestructuur, wordt de huidige omvang en bebouwingsgraad van de bedrijfssite beschouwd als een ruimtelijk maximum. Een toename van de bebouwde, noch van de verharde oppervlakte is ruimtelijk gewenst. Anderzijds sluit dit herschikkingen van gebouwen en verharding niet uit, zolang dit niet zou leiden tot een toename van hetzij de verharde, hetzij de bebouwde oppervlakte. Gezien de situatie wordt er van uitgegaan dat het om beperkte herschikkingen gaat. Het verminderen van de bebouwde oppervlakte ten voordele van verharde oppervlakte is eveneens een (theoretische) optie. Op vandaag is de in gebruik genomen bedrijfssite in totaal 17.284 m² groot. Daarvan is 4990 m² of 29 procent bebouwd en 3274 m² of 19 procent verhard. Ongeveer de helft (48 procent) van het perceel is bebouwd of verhard. In de stedenbouwkundige voorschriften wordt vastgelegd dat de oppervlakte bebouwing, noch de oppervlakte verharding nog verder mag toenemen.

3.

Maximaal vrijwaren van het Koningsbos Het Koningsbos maakt deel uit van het fysisch systeem op Vlaams niveau met name het Vlaams Ecologisch Netwerk. De verspreide bebouwing langs de Urselseweg waaronder het bedrijf is een bestaand gegeven aan de rand van dit gebied. Om deze reden wordt het bedrijf enkel bestendigd en wordt de landschappelijke inkleding behouden. Vanaf 1 januari 2045 of vanaf het beëindigen van de huidige historisch gegroeide bedrijfsactiviteiten (indien dit voor 1.1.2045 zou gebeuren) wordt het gebied bestemd als natuurgebied en kan de natuurfunctie hersteld worden.


17


5.1.6

Verantwoording voor opname van de gebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

De problematiek van het historisch gegroeid bedrijf N.V. Drukkerij Verstraete is door de gemeente onder de aandacht gebracht op het Vlaams niveau. Binnen de subsidiariteit wordt dit bedrijf door zijn huidige totale omvang op twee locaties afgewogen op bovenlokaal niveau, omwille van het economisch belang van het bedrijf. Het ruimtelijk uitvoeringsplan gaat dus in op de vraag van het bedrijf om op de historische bedrijfslocatie te Knesselare de bedrijfsactiviteiten te kunnen blijven exploiteren. Op basis van de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur en van de kenmerken van het bedrijf, werd besloten om een gewestelijk uitvoeringsplan op te maken voor de bestendiging van het terrein aan de Urselseweg van N.V. Drukkerij Verstraete in Knesselare. Dit gewestelijk RUP ‘historisch gegroeid bedrijf nv DRUKKERIJ VERSTRAETE’ werd door de Vlaamse regering goedgekeurd op 8 december 2006. Het perceel van de onderneming werd krachtens het gewestelijk RUP bestemd als ‘zone voor bedrijfsactiviteiten’. Tevens werd de toen bestaande toestand als eindtoestand vastgelegd. Het bedrijf ging akkoord met dit stand-still-principe en voorzag verdere uitbreidingen van het bedrijf op de vestiging in het regionaal bedrijventerrein te Maldegem. Bij arrest van 10 november 2010 (arrest 208.918) vernietigde de Raad van State dit Gewestelijk RUP. De Raad van State oordeelde hierbij dat het RUP diende onderworpen te worden aan een plan-MER, hetgeen evenwel niet is gebeurd. De Raad gaf aan dat het overeenkomstig de plan-MER richtlijn vereist is dat plannen die aanzienlijke effecten kunnen hebben op een speciale beschermingszone dienen onderworpen te worden aan een plan-MER. Hoewel deze Europese MER-richtlijn op het moment van de opmaak van het gewestelijk RUP nog niet naar intern recht was omgezet, oordeelde de Raad dat gelet op de directe werking van de richtlijn, een plan-MER moest uitgevoerd worden. De Vlaamse Regering heeft op 11 februari 2011 beslist om opnieuw een gewestelijk RUP op te maken voor de betrokken bedrijfssite.


18


6 Specifieke beoordelingen en toetsen

6.1

Milieueffectrapportage - milieuverklaring

In toepassing van de regelgeving inzake milieueffectrapportage werd in een planMER (bijlage) nagegaan of het plan belangrijke milieueffecten kan veroorzaken. Het planMER werd door de dienst MER van het departement LNE goedgekeurd op 8 januari 2013. Het kennisgevingsdossier is door de Dienst MER volledig verklaard op 4 april 2012. De terinzagelegging liep van 16 april 2012 tot en met 15 mei 2012. Het kennisgevingsdossier was gedurende de terinzagelegging te raadplegen op het gemeentehuis van Knesselare en bij de Dienst MER en op de webstek van de dienst MER. Dit werd aangekondigd via de webstek van de dienst MER en via de krant ‘Het Laatste Nieuws’ van 14 april 2012. Parallel aan de terinzagelegging werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. De ontvangen adviezen en inspraakreacties zijn behandeld op de bespreking van de ontwerprichtlijnen op 5 juni 2012. De richtlijnen werden betekend op 21 juni 2012. Het definitief rapport werd ter goedkeuring bij de dienst MER ingediend op 12 december 2012. In het planMER is het volgende opgenomen over locatiealternatieven. Onderstaande gemarkeerde kadertekst is een letterlijk citaat uit het goedgekeurde planMER. Het volledige planMER is opgenomen als bijlage bij deze toelichtingsnota: “De Vlaamse regering heeft in de loop van 2011 een principiële beslissing genomen tot de opmaak van een nieuw gewestelijk uitvoeringsplan “NV Drukkerij Verstraete” te Knesselare. Met het voorgenomen plan wil de overheid het bedrijf bestaanszekerheid bieden. Het verplaatsen van de activiteiten van de vestiging Knesselare naar Maldegem is geen optie daar er dan geen gesplitst productieproces meer aanwezig is. Een dergelijk gesplitst productieproces is noodzakelijk in functie van de bedrijfszekerheid. Het bundelen van de activiteiten van de drukkerij op één locatie te Maldegem wordt aldus niet als een valabel alternatief meegenomen in het MER.”

Deze beoordeling van mogelijke locatiealternatieven heeft geen directe weerslag op het voorgenomen plan. Locatiealternatieven behoorden niet tot het programma dat in het planMER moest beoordeeld worden op milieueffecten. De beleidsoptie om het bedrijf op de locatie in Knesselare bestaanszekerheid te geven is gemotiveerd in de beslissing van de Vlaamse regering van 11 februari 2011. In het planMER zijn onderstaande bepalingen opgenomen over milderende maatregelen. Onderstaande gemarkeerde kadertekst is een letterlijk citaat uit het goedgekeurde planMER. Het volledige planMER is opgenomen als bijlage bij deze toelichtingsnota: “Niet alle maatregelen voorgesteld in dit MER zijn te nemen op planniveau. Hieronder wordt aangegeven op welk niveau welke maatregelen te treffen zijn: Noodzakelijke maatregelen die dienen opgenomen te worden in het voorgenomen plan − De capaciteit van de waterzuiveringsinstallatie moet voldoende zijn voor het aantal werknemers van het bedrijf. − Verwijderen of minstens afkoppelen van eventuele besterfputten. − Zuivering van hemelwater afkomstig van de parking door een regelmatig te onderhouden KWS-afscheider met sedimentopvang en coalescentiefilter, welke moet voldoen aan EN 858 en DIN 1999


19


− Het is belangrijk dat in het voorgenomen plan voorzien wordt volgens welke principes buitenverlichting op het terrein kan, zoals bijvoorbeeld armaturen voor avondverlichting op de parkings (gerichte verlichting die enkel de parking verlicht of Lage verlichting (max. 1,2 m hoog) waarbij verstrooiing naar de bufferzone vermeden wordt) of armaturen voor occasionele verlichting (verlichting met bewegingsdetectiesysteem en automatische uitschakeling, waarbij gerichte verlichting gebruikt wordt die gericht wordt op de te verlichten zone en verstrooiing maximaal vermijdt). − De bestaande ruimte voor groenbuffer moet minstens behouden blijven. Maatregelen die best doorvertaald worden in de milieuvergunning maximale inspanningen moeten gedaan worden om er voor te zorgen dat het effluentwater van de waterzuiveringsinstallatie, voldoet aan de normen en dat geen verontreinigd water in de achterliggende gracht terecht komt. De goede werking van de gevraagde koolwaterstofafscheider moet altijd verzekerd worden. De spui van de onthardingsinstallatie wordt geloosd op de gracht. Ander bedrijfsafvalwater wordt selectief ingezameld in afwachting van ophaling en afvoer naar een erkende verwerker. Er mag nooit ander bedrijfsafvalwater in de gevraagde KWS-afscheider, de zuiveringsinstallatie of in de grachten geloosd worden (noodzakelijke maatregel). De persmachine vooraan enkel overdag gebruiken en vanaf 19 uur alleen de andere persmachine gebruiken (noodzakelijke maatregel).

Wenselijkheden, suggesties en aanbevelingen Wenselijkheden, suggesties en aanbevelingen in functie van de inrichting van het terrein: Daar de ruimte voor een groenbuffer aan de westelijke zijde beperkt is, zou naar alternatieve vormen van buffering kunnen gezocht worden (suggestie). Het voorgenomen plan moet dit mogelijk laten. Mogelijkheden zijn oa hoge dichte haag, bv. beukenhaag: deze houdt het verdorde blad vast zodat de haag in de winter meer gesloten is, Leibomen of gevelbegroening Wenselijkheden, suggesties milieuvergunning:

en

aanbevelingen

in

functie

van

de

Vergroten van het beschikbaar volume van de hemelwaterput en instellen hergebruik van hemelwater voor toiletten (wenselijke maatregel) In functie van de waterkwaliteit en het achterliggende natuurgebied is het aan te raden dat de exploitant vier keer per jaar tijdens een effectieve lozing het huishoudelijk afvalwater laat analyseren door een erkend labo, en dit op de parameters pH, BZV, ZS, oliën en vetten, Ptotaal, ammoniak, nitriet, het verwijderingsrendement voor BZV en het verwijderingsrendement op zwevende stoffen. Bij vaststelling van verhoogde waarden of verlaagde rendementen dient specifieke proceskennis ingehuurd te worden om de beschikbare installatie (nog) beter te gebruiken, aan te passen of te vervangen (suggestie). In geval van een normoverschrijding moet de exploitant bovendien zo spoedig mogelijk volgende informatie aan de afdeling bevoegd voor milieuhandhaving verstrekken (suggestie): 1° tijdstip, aard, omstandigheden en oorzaken van de overschrijding; 2° beschikbare gegevens aan de hand waarvan de gevolgen van het voorval voor mens en milieu kunnen worden beoordeeld;


20


3° de getroffen maatregelen om het voorval te bedwingen en te beheersen. Als uit nader onderzoek nieuwe gegevens naar voren komen die de verstrekte informatie of de daaruit getrokken conclusies wijzigen, werkt de exploitant deze informatie bij en bezorgt ze aan de afdeling, bevoegd voor milieuhandhaving. − Mbt het onderhoud van de KWS afscheider wordt het volgende voorgesteld: de koolwaterstofafscheider wordt zo dikwijls geledigd en gereinigd als nodig is om de goede werking ervan te waarborgen. De exploitant inspecteert daarvoor om de drie maanden de afscheider. Van de inspecties wordt een logboek bijgehouden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen dienen opgehaald door een daartoe erkende ophaler. De KWS-afscheider dient voldoende gedimensioneerd en voorzien van een automatische afsluiter. − Mbt de spui van de onthardingsinstallatie dient een lozingsnorm voor chloriden aangevraagd te worden (suggestie). − Het is wenselijk om in functie van geluid verdergaande maatregelen te nemen die ook de bestaande situatie saneren. Hiertoe wordt aanvullend het volgende voorgesteld: een verdere sanering van de koelgroepen of een beperking in het gebruik van de koelgroepen tot de dagperiode (719 u). Zo het technisch niet haalbaar is om de koelgroepen de hele avond en nachtperiode uit te schakelen, kan dit eventueel beperkt worden tot de periode 21.00-01.00 u, in functie van de hinder bij het inslapen zoals door de buur gemeld. In functie van de milieuvergunning dient bekeken te worden op welke concrete manier deze wenselijke maatregel kan ingevuld worden."

De maatregelen waarvoor in het planMER is vermeld dat ze een vertaling dienen te krijgen in het GRUP zijn opgenomen in de verordenende bepalingen. Concreet zijn in de stedenbouwkundige voorschriften de in het planMER voorgestelde bepalingen over waterzuivering, besterfputten, zuivering van hemelwater, buitenverlichting en het behoud van de bestaande groenbuffer als volgt opgenomen: −

In artikel 1.1 over de toegelaten activiteiten is bepaald dat: “(..) De bovenstaande activiteiten en bestemmingen zijn slechts toegelaten voor zover de capaciteit van de waterzuiveringsinstallatie voldoende groot is voor het aantal werknemers van het bedrijf (..)”.

−

In artikel 1.1 over de toegelaten activiteiten is bepaald dat: “(..) De bovenstaande activiteiten en bestemmingen zijn slechts toegelaten voor zover (..) bestaande besterfputten zijn verwijderd of minstens afgekoppeld van het oppervlaktewatersysteem.”

−

In artikel 1.3 over de inrichting van het bedrijventerrein is bepaald dat: “(..) Alle hemelwater, met inbegrip van het hemelwater afkomstig van de parking dient te worden gezuiverd en hergebruikt. Het hemelwater afkomstig van de parking dient te worden gezuiverd door een KWS-afscheider met sedimentopvang en coalescentiefilter of een systeem die dezelfde zuiveringsgraad garandeert.

−

In artikel 1.3 over de inrichting van het bedrijventerrein is bepaald dat: “(..) Buitenverlichting op het terrein is toegelaten voor zover die voldoet aan volgende randvoorwaarden. −

Armaturen voor avondverlichting op de parkings moeten bestaan uit gerichte verlichting die enkel de parking verlicht of uit lage verlichting met een maximale hoogte van 1,2 meter waarbij verstrooiing naar de bufferzone vermeden wordt.

−

Armaturen voor occasionele verlichting moeten bestaan uit verlichting met bewegingsdetectiesysteem en automatische uitschakeling, waarbij gerichte verlichting gebruikt wordt die gericht wordt op de te verlichten zone en verstrooiing maximaal vermijdt.


21


Bestaande buitenverlichting die niet aan bovenstaande normen voldoet kan behouden blijven. Vervanging of herstellingswerken van de verlichting moet gebeuren in overeenstemming met bovenstaande bepalingen.” − In artikel 1.4 over de buffer is bepaald dat: “De bestaande ruimte voor groenbuffer moet op elk ogenblik minstens behouden blijven wat de omvang en afscherming betreft. Wijzigingen die resulteren in een onmiddellijke verbetering van de bufferende functie zijn toegelaten.”

6.2

Veiligheidsrapportering en passende beoordeling ten aanzien van als speciale beschermingszones te beschouwen gebieden Ter uitvoering van artikel 12 van de Seveso II-richtlijn dient in het beleid inzake ruimtelijke ordening rekening gehouden te worden met de noodzaak om op lange termijn basis voldoende afstand te laten bestaan tussen Seveso-inrichtingen enerzijds en aandachtsgebieden anderzijds. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door het houden van toezicht op de vestiging van nieuwe Seveso-inrichtingen, op wijzigingen van bestaande Seveso-inrichtingen, en op nieuwe ontwikkelingen rond bestaande Seveso-inrichtingen. In haar advies d.d. 21 februari 2012 stelde de Dienst Veiligheidsrapportering van Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie dat er voor dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient opgemaakt te worden gelet op het feit dat: −

volgens de gegevens van de dienst VR het bedrijf “Drukkerij Verstraete” gelegen in het plangebied geen Seveso-inrichting is;

−

volgens de gegevens verstrekt in de stedenbouwkundige voorschriften in het plangebied geen aandachtsgebieden gepland zijn;

−

volgens de gegevens van de dienst VR binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied geen Seveso-inrichtingen aanwezig zijn.

6.2.1 Passende beoordeling/ verscherpte natuurtoets Het plangebied grenst in het westen en het zuiden aan het habitatrichtlijngebied ‘Bossen en heide van zandig Vlaanderen: oostelijk deel’ (BE2300005). In het planMER is de vereiste passende beoordeling opgenomen als een afzonderlijk hoofdstuk. In de passende beoordeling wordt gesteld dat mits het nemen van volgende maatregelen, de exploitatie van het bedrijf niet zal resulteren in significant negatieve effecten: “Er mag geen verbinding bestaan tussen de hemelwaterput en een eventuele voormalige besterfput. Zo voormalige besterfputten aanwezig zijn, moet ook de verbinding tussen de putten en de ontvangende gracht verbroken worden. het (first flush) water afkomstig van de parking moet gezuiverd worden alvorens het geloosd wordt in de gracht. Deze zuivering dient te gebeuren met een regelmatig te onderhouden KWS-afscheider met sedimentopvang en coalescentiefilter, welke moet voldoen aan EN 858 en DIN 1999. De goede werking van de koolwaterstofafscheider moet wordt altijd verzekerd worden. Hier toe wordt het volgende voorgesteld: Dde koolwaterstofafscheider wordt zo dikwijls geledigd en gereinigd als nodig is om de goede werking ervan te waarborgen. De exploitant inspecteert daarvoor om de drie maanden de afscheider. Van de inspecties wordt een logboek bijgehouden. De afvalstoffen Definitief Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00402_00001 Historisch gegroeid bedrijf “N.V. Drukkerij Verstraete”

22


die hierbij vrijkomen dienen opgehaald door een daartoe erkende ophaler. De KWS-afscheider dient voldoende gedimensioneerd en voorzien van een automatische afsluiter. De capaciteit van de zuiveringsinstallatie dient afgestemd te zijn op het aantal IE van het bedrijf. De werking en effluentkwaliteit van de waterzuiveringsinstallatie moet beter bewaakt worden. In functie van de waterkwaliteit en het achterliggende natuurgebied is het verder aan te raden dat de exploitant vier keer per jaar tijdens een effectieve lozing het huishoudelijk afvalwater laat analyseren door een erkend labo, en dit op de parameters pH, BZV, ZS, oliën en vetten, Ptotaal, ammoniak, nitriet, het verwijderingsrendement voor BZV en het verwijderingsrendement op zwevende stoffen. Bij vaststelling van verhoogde waarden dient specifieke proceskennis ingehuurd te worden om de beschikbare installatie (nog) beter te gebruiken, aan te passen of te vervangen. In geval van een normoverschrijding moet de exploitant bovendien zo spoedig mogelijk volgende informatie aan de afdeling bevoegd voor milieuhandhaving verstrekken:

1° tijdstip, aard, omstandigheden en oorzaken van de overschrijding; 2° beschikbare gegevens aan de hand waarvan de gevolgen van het voorval voor mens en milieu kunnen worden beoordeeld; 3° de getroffen maatregelen om het voorval te bedwingen en te beheersen. Als uit nader onderzoek nieuwe gegevens naar voren komen die de verstrekte informatie of de daaruit getrokken conclusies wijzigen, werkt de exploitant deze informatie bij en bezorgt ze aan de afdeling, bevoegd voor milieuhandhaving. Mbt de spui van de onthardingsinstallatie dient een lozingsnorm voor chloriden aangevraagd te worden. Er mag nooit bedrijfsafvalwater in de KWS-afscheider, de zuiveringsinstallatie of in de grachten geloosd worden. Daar er in de inspraakreacties naar aanleiding van de kennisgeving voor voorliggend MER gewag wordt gemaakt van overtredingen hiertegen, is het aangewezen om dit jaarlijks te controleren bij het effluent van de zuiveringsinstallatie en bij de andere lozingspunten, door te screenen op alle risicoparameters die van toepassing zijn voor het bedrijf. Verlichting dermate voorzien dat geen lichthinder optreedt Armaturen voor avondverlichting op de parkings: Gerichte verlichting die enkel de parking verlicht of Lage verlichting (max. 1,2 m hoog) waarbij verstrooiing naar de bufferzone vermeden wordt Armaturen voor occasionele verlichting Verlichting met bewegingsdetectiesysteem en automatische uitschakeling, waarbij gerichte verlichting gebruikt wordt die gericht wordt op de te verlichten zone en verstrooiing maximaal vermijdt”

Deze maatregelen uit de passende beoordeling, dat deel uitmaakt van het planMER, zijn meegenomen in de algemene milderende maatregelen zoals vermeld in punt 6.1. 6.2.2

Watertoets Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit


23


van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31/10/2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets. De aanvraag werd getoetst aan het watersysteem, aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheerplan. De watertoets is geïntegreerd in het planMER. Uit het planMER blijkt dat er geen specifieke maatregelen vereist zijn op het vlak van waterbeheersing. Het planMER vermeldt hierover: Het plangebied is niet van nature overstroombaar. Het plangebied en de omgeving zijn niet recent overstroomd en zijn ook niet gelegen in een risicozone voor overstromingen. Langs de Driesbeek/Gottebeek zijn grotere zones mogelijk overstromingsgevoelig volgens de watertoetskaart, maar niet effectief overstromingsgevoelig. Ter hoogte van de dwarsing met de Urselseweg en de Blauwgoedstraat, tussen de blauwgoedstraat en de Kleine Dries, en ter hoogte van de Varemstraat, Vrekkemstraat en Gottebeelstraat zijn wel lokale zones ingekleurd als recent overstroomd gebied. Volgens de waterbeheerder is de wateroverlast in hoofdzaak toe te schrijven aan de watertoevoer afkomstig van het huidige vliegveld van Ursel. In de referentiesituatie wordt hemelwater van de daken en parkings ongebufferd geloosd in de gracht langsheen en achteraan het terrein. De gebouwen en verharding op het terrein dateren evenwel van vóór 1 februari 2005, datum waarop de gewestelijke verordening hemelwater van kracht werd. Deze verordening is hier aldus niet van toepassing. Uitzondering hierop vormen de bedrijfsonderdelen waarvoor de vergunning werd vernietigd bij arrest van de Raad van State, Bij aanvraag van de regularisatievergunning zal de hemelwaterverordening wel van toepassing zijn. Er bestaat geen zekere link tussen het ongebufferd lozen van hemelwater van het bedrijventerrein en wateroverlastproblemen langs de Driesbeek/Gottebeek. In een inspraakreactie wordt melding gemaakt van besterfputten die in verbinding zouden staan met de hemelwaterput. Volgens het bedrijf is dit niet het geval. In dit plan-MER kan enkel gesteld worden dat er geen verbinding mag bestaan tussen de hemelwaterput of andere hemelwaterlozingen en een eventuele voormalige besterfput. Zo voormalige besterfputten aanwezig zijn moet ook de verbinding tussen de putten en de gracht verbroken worden. Ook in de situatie waarbij het bedrijf wordt uitgebaat, wordt hemelwater van de daken en parkings ongebufferd geloosd in de gracht langsheen en achteraan het terrein. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is niet van toepassing. Niettemin wordt aanbevolen om minstens in hergebruik van hemelwater te voorzien voor laagwaardige toepassingen, bv. toiletten, dienstkraan. In relatie hiermee is het wenselijk dat ook het beschikbaar volume van de hemelwaterput vergroot wordt.

De voorgestelde maatregel inzake hemelwater en het afkoppelen van de besterfput is opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften (zie 6.1) Gelet op het bovenstaande kan geoordeeld worden dat het plan geen nadelige gevolgen heeft voor het watersysteem die niet kunnen worden gecompenseerd.


24


6.3

Ruimtebalans De invloed van de bestemmingswijzigingen in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op de ruimteboekhouding uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is weergegeven in volgende ruimtebalans. Tabel 2.

Ruimtebalans

Bestemmingscategorie

Huidige bestemmingen in het plangebied

Bestemmingen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Verschil

2 ha

0

-

0

2 ha

+ 2 ha

Wonen Recreatie Reservaat en natuur

2 ha

Overig groen Bos Landbouw Industrie Overige bestemmingen

6.4

Planbaten

In de bijlage IV is het decretaal voorgeschreven register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn, opgenomen. In principe geeft de herbestemming van natuurgebied naar gebied voor historisch gegroeid bedrijf aanleiding tot een planbatenheffing. In bijlage IV wordt hier verder op ingegaan.


25


6.5

Vertaling naar verordenende stedenbouwkundig voorschriften en op te heffen voorschriften Inhoudelijk element

Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen

Zone voor bedrijfsactiviteiten van het historisch gegroeid bedrijf “N.V. Drukkerij Verstraete” (Knesselare)

Bestemming

Verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Dit gewestelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt in functie van het bestaand historisch gegroeid bedrijf N.V. Drukkerij Verstraete te Knesselare. Bijgevolg wordt deze zone enkel voorzien voor de huidige Dit gebied bedrijfsactiviteiten van Drukkerij Verstraete (drukkerij bestemmingscategorie bedrijvigheid. voedingsmiddelenverpakkingen). Als nevenactiviteit zijn kantoren enkel toegelaten in functie van de bedrijfsactiviteiten van Drukkerij Verstraete. Binnen de afbakening van deze zone zijn tevens toegelaten: een bedrijfswoning en parkeerplaatsen voor personeel. Zuivere kleinhandel wordt niet toegelaten.

Op te heffen voorschriften Gewestplan Eeklo-Aalter (K.B. 24/03/1978) : bestemming natuurgebied behoort

tot

de Verkaveling dd. 10/12/1963

Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘natuur en groengebieden’ vanaf het ingaan van de nabestemming.

De bestemming in functie van het bedrijf is tijdelijk. Vanaf 1 januari 2045 of bij het beëindigen van de huidige drukkerij-activiteiten krijgt het Artikel 1. Zone voor bedrijfsactiviteiten van een historisch gegroeid bedrijf met nabestemming natuurgebied. gebied de (na)bestemming natuurgebied. 1.1. Dit gebied is, tot het ingaan van de nabestemming, tijdelijk bestemd voor het behoud van de huidige historisch gegroeide Onder bos wordt begrepen: ecologisch beheerd bos als vermeld in bedrijfsactiviteiten (drukkerij verpakkingen) aan de Urselseweg artikel 18 en volgende van het Bosdecreet. 150, te Knesselare. In het natuurgebied is de hoofdfunctie natuur.

Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als natuurgebied is mogelijk. Die infrastructuren zijn onder meer: veekerende rasters of schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied.

Nevenactiviteiten zoals kantoren, een bedrijfswoning en parkeeroppervlakte zijn enkel toegelaten in zoverre deze noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering van het historisch gegroeid bedrijf. Kleinhandel is niet toegelaten.

In het gebied zijn uitsluitend gebouwen toegelaten die noodzakelijk zijn voor het beheer van of het toezicht op het natuurgebied in kwestie, op voorwaarde dat ze niet gebruikt worden als permanente woning. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal …)

De bovenstaande activiteiten en bestemmingen zijn slechts toegelaten voor zover de capaciteit van de waterzuiveringsinstallatie voldoende groot is voor het aantal werknemers van het bedrijf en voor zover bestaande besterfputten zijn verwijderd of minstens afgekoppeld van het oppervlaktewatersysteem.

Inrichting van het terrein en de gebouwen De doelstelling is om de bedrijfsactiviteiten op deze locatie te behouden met de huidige bedrijfsomvang. Gezien de nabijheid van belangrijke elementen van de open ruimtestructuur, wordt de huidige omvang en bebouwingsgraad van de bedrijfssite beschouwd als een ruimtelijk maximum. Een toename van de bebouwde, noch van de verharde oppervlakte is ruimtelijk gewenst. Anderzijds sluit dit herschikkingen van gebouwen en verharding niet uit, zolang dit niet zou leiden tot een toename van hetzij de verharde, hetzij de bebouwde oppervlakte. Gezien de situatie wordt er van uitgegaan dat het om beperkte herschikkingen gaat. Het verminderen van de bebouwde oppervlakte


1.2. Nabestemming. Vanaf het beëindigen van de huidige historisch gegroeide bedrijfsactiviteiten zoals omschreven in artikel 1.1 en uiterlijk op 1.1.2045 behoort dit gebied tot de bestemmingscategorie ‘Natuurgebied’. Vanaf dat ogenblik is het gebied bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en het bos. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden, zijn toegelaten.

26


Inhoudelijk element



ten voordele van verharde oppervlakte is eveneens een (theoretische) optie.

1.3. Inrichting

Op te heffen voorschriften

De maximaal bebouwde oppervlakte is beperkt tot de bestaande In de stedenbouwkundige voorschriften wordt vastgelegd dat de bebouwde oppervlakte op het moment van de voorlopige oppervlakte bebouwing, noch de oppervlakte verharding nog verder vaststelling van het RUP. mag toenemen. De niet-bebouwde oppervlakte kan verhard worden, voor zover de gezamenlijke oppervlakte van bebouwde en verharde oppervlakte, Een eerste belangrijk principe bij de inrichting van een bedrijventerrein zoals deze bestaat op het moment van de voorlopige vaststelling is behoud van het zuinig ruimtegebruik. Hiertoe wordt de bestaande van het RUP, niet toeneemt. bebouwde oppervlakte in omvang behouden alsook de bestaande verharde oppervlakte. De stedenbouwkundige voorschriften laten niet toe werken uit te voeren die zouden resulteren in een vermindering van Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door de de bestaande oppervlakte groen- en buffer. aanleg van het bedrijventerrein niet verminderd worden. Alle hemelwater, met inbegrip van het hemelwater afkomstig van de Kwantitatieve randvoorwaarden opleggen naar de gebouwen en het parking dient te worden gezuiverd en hergebruikt. Het hemelwater terrein is vanuit het principe van zuinig en kwalitatief ruimtegebruik afkomstig van de parking dient te worden gezuiverd door een geen evidente optie. Het behoud van de bestaande verhouding van het KWS-afscheider met sedimentopvang en coalescentiefilter of een bouwvolume en van de verharding ten opzichte van het bedrijfsperceel is daarbij hoofdzaak. Voorschriften met betrekking tot de bouwhoogte, systeem die dezelfde zuiveringsgraad garandeert. de bezettingsgraad, aantal lagen,... worden beperkt tot een minimum. Ze zijn immers geen garantie voor een zuinig ruimtegebruik noch voor ruimtelijke kwaliteit, en kunnen desgevallend in conflict zijn met eisen De bestaande parking en toegangen worden ingericht met het oog vanuit het productieproces. Er is voor gekozen om dergelijke principes op een verkeersveilige toegang van en naar Urselseweg. Het voornamelijk te toetsen op basis van een aantal kwalitatieve criteria bij aantal in- en uitritten wordt daartoe beperkt tot één toegang. de bouwaanvraag. Aan de noordwestelijke hoek van het plangebied wordt een beperking opgelegd als stille zone voor het gedeelte van het aangrenzend Voor de gebouwen gelden volgende principes: residentiële perceel en waarin de bestaande bedrijfswoning gelegen is. − De maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter, gemeten vanaf het huidig vloerniveau van de productiehal. Afwijkingen van Met het oog op het vergroten van de verkeersveiligheid wordt in de de bouwhoogte zijn enkel toegestaan in zoverre deze stedenbouwkundige voorschriften een herinrichting van de noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering van het historisch parkeerplaats en de in- en uitrit opgelegd. gegroeid bedrijf. Bijv. silo’s, schouwen en afzuiginstallaties. −

T.o.v. de aangrenzende residentiële functie aan de noordwestelijke hoekgrens van het plangebied, zijn in een strook van 50 meter vanaf de Urselseweg voor een breedte van 10 meter vanaf de westelijke plangrens gerekend enkel opslag van afgewerkte producten, parkeerplaatsen, kantoren en voorzieningen voor het personeel toegelaten; de bestaande woning kan behouden worden en verbouwd.

Buitenverlichting op het terrein is toegelaten voor zover die voldoet aan volgende randvoorwaarden. −

Armaturen voor avondverlichting op de parkings moeten bestaan uit gerichte verlichting die enkel de parking verlicht of uit lage verlichting met een maximale hoogte van 1,2 meter waarbij verstrooiing naar de bufferzone vermeden wordt

−

Armaturen voor occasionele verlichting moeten bestaan uit verlichting met bewegingsdetectiesysteem en automatische

Landschappelijke integratie van het terrein De landschappelijke groene inpassing is bedoeld om het bedrijf landschappelijk visueel in te passen in de omgeving en de mogelijke


27


Inhoudelijk element



Op te heffen voorschriften

hinder van de bedrijfsactiviteiten t.o.v. de omgeving te beperken. De uitschakeling, waarbij gerichte verlichting gebruikt wordt die landschappelijke groene inpassing is aangelegd en moet worden gericht wordt op de te verlichten zone en verstrooiing onderhouden als een groene strook tussen het bedrijfsperceel en de maximaal vermijdt. omgeving met de grootste oppervlakte rond de personeelsparking aan Bestaande buitenverlichting die niet aan bovenstaande normen de oostelijke plangrens. voldoet kan behouden blijven. Vervanging van of In deze strook zijn enkel werken en handelingen toegelaten die verband herstellingswerken aan de verlichting moet gebeuren in houden met de aanleg en het onderhoud als ontoegankelijk groen. Dit overeenstemming met bovenstaande bepalingen. om te vermijden dat restafval of andere rommel worden opgestapeld in deze zones. Wijziging van reliëf is toegelaten als dat bijdraagt tot het bufferen van het plangebied tov de omgeving. Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet de Voor de breedte van de strook wordt uitgegaan van het behoud van de aanvrager minstens aantonen dat voldaan is aan volgende bestaande omvang alsook het behoud en onderhoud van de bestaande vereisten: beplanting. De beplanting omvat hoog- en laagstammig streekeigen Zuinig en compact ruimtegebruik; groen dat de natuurlijke kwaliteit van de omgeving kan ondersteunen. − Het bedrijf is verantwoordelijk voor de aanleg en het beheer van de − groene zone. −

Kwalitatief kleur- en materiaalgebruik; De bestaande landschappelijke groene inpassing met streekeigen struiken en hoogstammige bomen dient in oppervlakteomvang, zijnde 15% van het bedrijfsperceel, behouden en onderhouden te worden op dusdanige wijze dat de natuurlijke kwaliteit van de omgeving kan ondersteund worden.

Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel 1.4 Buffer De bestaande landschappelijke groene inpassing met streekeigen struiken en hoogstammige bomen dient in zijn huidige oppervlakteomvang, behouden en onderhouden te worden op dusdanige wijze dat de natuurlijke kwaliteit van de omgeving kan ondersteund worden. Enkel werken en handelingen in functie van het onderhoud en aanleg van het groen en het plaatsen van afsluitingen zijn toegelaten. De bestaande ruimte voor groenbuffer moet op elk ogenblik minstens behouden blijven wat de omvang en afscherming betreft. Wijzigingen die resulteren in een onmiddellijke verbetering van de bufferende functie zijn toegelaten.


28

Historisch gegroeid bedrijf

Recommend Documents