Hier gebeurde het toen Archeologische sporen van de bijbel
door Johan Knigge
Buijten & Schipperheijn Motief - Amsterdam
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 3
10-02-12 12:29
Colofon Copyright 2012 Johan Knigge Vormgeving en prepress studio Bert Gort bno, Leek ISBN 978-90-5881-633-7 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 4
10-02-12 12:29
Inhoud 1 Inleiding: het gelijk van de bijbel? 2 Archeologie weerlegt bijbelkritiek 3 In Jericho spreken de stenen 4 De ondergang van Sodom en Gomorra 5 Jozef in Egypte 6 Mozes in Egypte Het Beloofde Land 7 8 Waar ligt Ai? 9 Het altaar op de berg Ebal 10 De wereld van Abraham 11 Nimrod en de toren van Babel 12 Simson en de Filistijnen 13 David ontdekt 14 Mesa van Moab 15 Jehu en de zwarte obelisk 16 Israëls ondergang 17 Hizkia en Sanherib 18 Jeremia en Juda’s ballingschap 19 Daniël 20 De historische Jezus 21 Lucas als historicus 22 De volkstelling en Quirinius 23 De stal en de ster van Betlehem 24 Jezus in Nazaret 25 In Kafarnaüm 26 Betzata en Siloam 27 Namen op de weg naar het kruis 28 Het graf van Jezus 29 De Farizeeën Pergamum en de troon van Satan 30 31 Toelichting
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 5
7 12 17 21 25 30 36 41 44 48 52 57 62 65 70 75 79 85 89 95 102 106 110 115 119 124 129 134 140 145 149
10-02-12 12:29
Hier gebeurde het toen
Het is belangrijk dat door archeologie in de bodem bijbelwoorden zichtbaar en tastbaar worden
Het is beslissend dat door Gods werk in ons leven bijbelwoorden zichtbaar en tastbaar worden
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 6
10-02-12 12:29
1 Inleiding: het gelijk van de bijbel?
haar feitensporen binnen het raam van de ‘gewone’ historie. Voor de christen die de onfeilbaarheid van de bijbel belijdt, zullen deze in de bijbel beschreven feiten ook in details juist zijn weergegeven. Wel is hij zich bewust dat deze onfeilbaarheid alleen de oorspronkelijke bronteksten betreft en die zijn helaas verloren gegaan. Echter, met behulp van de talloze latere nauwgezet gekopieerde handschriften is de bijbelwetenschap erin geslaagd de oorspronkelijke tekst van de bijbel nagenoeg geheel te reconstrueren. En dank zij een verhelderende archeologische vondst kan een woord, uitdrukking of situatie in de bijbeltekst soms beter worden vertaald of begrepen. Zo kan de bijbeluitleg profiteren van de archeologie. Maar kan de archeologie ook profiteren van de bijbeltekst?
In menige boekenkast verscheen in 1955 het boek van Werner Keller De Bijbel heeft toch gelijk, met de aanvechtbare ondertitel: de wetenschap bewijst de historische juistheid.
Schema van een ruïneheuvel (tell), die uit meerdere woonla-
Een gelovige bijbellezer behoeft geen historisch bewijs voor de waarheid van de bijbel: “Uw woord is de waarheid”, zegt Jezus in Johannes 17:17. Wie in archeologie geïnteresseerd is, zal kennis kunnen nemen van veel archeologische vondsten die een raakvlak hebben met in de bijbel verhaalde gebeurtenissen. De bijbel is echter niet geschreven als een wetenschappelijk handboek voor de studie van de geschiedenis of archeologie. Het is door God geopenbaarde en geïnspireerde heilsgeschiedenis, opgeschreven door mensen die werden gedreven door de Geest van God (2 Petr. 1:21). Maar deze trekt
gen bestaat, gevormd over het verloop van een paar duizend jaar. Archeologen bestuderen een doorsnede en bepalen de ouderdom van een laag aan de hand van gevonden aardewerk.
Zoals elke wetenschap heeft de archeologie haar eigen werkmethoden. Een archeologische bodemvondst moet nauwkeurig worden beschreven en geïnterpreteerd. Veel archeologen die in Israël werken zijn minimalisten. Zij weigeren bij hun werk de bijbel als betrouwbare historische bron te gebruiken. In het laatste kwart van de vorige eeuw werden zij toonaangevend. De vooraanstaande professoren Finkel-
7
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 7
10-02-12 12:29
Hier gebeurde het toen
van de huidige Tempelberg. David bouwde hier zijn paleis. Koning Hiram van Tyrus stuurde hem timmerlieden, metselaars en cederhout. Toen de Filistijnen later de vesting aanvielen, verschanste David zich in de versterkte burcht (2 Sam 5:17 SV). De grondtekst vermeldt dat David vanuit zijn paleis afdaalde (Hebreeuws: yarad) naar de burcht. Op grond van dit ene woord ging Mazar de hoger gelegen bodem ten noorden van de burchtruïne onderzoeken. Enige meters onder de oppervlakte vond zij de funderingen van een groot bouwwerk, waarvan sommige muren tot 5 meter dik waren. Zij identificeerde dit als het paleis van koning David, onder andere op grond van gevonden aardewerk uit diens tijd. Deze ontdekking was dè archeologische vondst van het jaar. Finkelstein bestreed echter haar identificatie. Hij beweerde dat Jeruzalem in die tijd niet veel meer was dan een onbetekenend bergdorp. Dat het gebouw een regeringscentrum was en bleef, bleek ook toen Eilat Mazar hier zegels uit de 6e eeuw v.C. vond, met de namen van koninklijke raadsheren, die de profeet Jeremia naar het leven stonden. Dit waren Gedalja, de zoon van Paschur, en Juchal, de zoon van Selemja (Jer.38:1,4).
stein en Herzog van de Hebreeuwse Universiteit te Tel Aviv ontkennen de historiciteit van de aartsvaders, van Jozef en Mozes, van de uittocht uit Egypte en de intocht in en de verovering van Kanaän onder Jozua; eveneens het bestaan van de koninkrijken van Saul, David en Salomo. De minimalisten beschouwen deze geschiedenis hoogstens als folklore of mythen. Vondsten die dat tegenspreken geven zij een andere interpretatie of datering. Volgens de meesten ontstonden de geschreven bijbelboeken pas na de Babylonische ballingschap. De maximalisten zijn archeologen die de bijbel bestuderen en hanteren als vruchtbare informatiebron voor hun werk. Daarnaast bestuderen en analyseren zij hun archeologische vonsten volgens volstrekt professionele objectieve wetenschappelijke methoden. De minimalisten beschuldigen hen echter van ‘onwetenschappelijk fundamentalisme’. W.F.Albright, een van de grootste bijbelse archeologen, zei dat “ontdekking na ontdekking de waarde van de bijbel als historische bron bevestigt” en de Joodse archeoloog Nelson Glück stelt categorisch dat geen enkele archeologische vondst ooit in strijd was met bijbelse gegevens. Zelfs blijkt bij sommige opgravingen hoe verbluffend nauwkeurig de weergave in de bijbeltekst is. Een treffend voorbeeld hiervan is de vondst van het paleis van koning David door de Israëlische archeoloog Eilat Mazar in 2005. Zij deed onderzoek in de Stad van David, de bergvesting Jebus die David had Davids paleis? veroverd op de Jebusieten (2 Sam. N 5:7). Ze zei dat ze daarbij “met de spade in de ene hand en de bijbel in de burcht andere” werkte. Stad van David
De Stad van David ligt op een smalle heuvelrug, geflankeerd door hoge steile hellingen, ten zuiden
Eilat Mazar tussen de ruïnes van haar opgraving in de Stad van David; zij werkt met de spade in de ene en de bijbel in de andere hand.
8
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 8
10-02-12 12:29
Inleiding: het gelijk van de bijbel?
1700 v.C., na de tijd van de aartsvaders. Deze metersbrede en acht meter hoge muren van keien, sommige met een gewicht van 4 à 5 ton, beschermden een pad, dat vanaf de Kanaänitische stad naar een waterbron in de vallei buiten de stad liep. Deze kwetsbare watervoorziening werd hierdoor veilig gesteld tegen rovende nomaden. Een dergelijk massief bouwwerk kan onmogelijk door een kleine nederzetting tot stand zijn gebracht! Trouwens, al in de tijd van Abraham (ca. 2100 v.C.) was hier volgens de bijbel sprake van de stadstaat Salem, geregeerd door de priesterkoning Melchisedek (Gen.14:18).
Belangwekkend is ook haar ontdekking in 2008 van een deel van een watertunnel onder het gebouw. Mazar denkt dat dit de tsinnor (SV.: ‘watergoot’) kan zijn uit 2 Samuel 5:8, die Joab kon gebruiken voor zijn verrassingsaanval bij de verovering van de stad op de Jebusieten. Dit kan leiden tot een betere vertaling van het woord tsinnor. De vondst van olielampjes, die uit de 6e eeuw dateren, op de vloer van de tunnel, wijst op de mogelijkheid dat koning Sedekia tijdens het beleg van Jeruzalem hierlangs vluchtte (2 Kon. 25:4, Ez.12:12). Vanaf 2009 hoopt Mazar de tunnel verder te onderzoeken.
De in 2009 ontdekte dubbele keienmuur uit ca. 1700 v.C.die een pad naar de bron Gihon beschermde.
Dat de Stad van David al veel eerder meer was dan een dorp op een heuvel, bleek in 2009 uit de mededeling van de Israëlische archeoloog Ronny Reich, over de opgraving van een gedeelte van een enorme dubbele muur uit ca.
De Stad van David. De tekenaar heeft Davids paleis niet afgebeeld. Een processie draagt de ark de stad binnen. Een smalle bergkam, de Ofel, verbindt de stad met de berg Moria waar later de tempel werd gebouwd.
9
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 9
10-02-12 12:29
Hier gebeurde het toen
De vertaling van Galil wijst volgens hem uit uit dat de tekst is geschreven in het oudste Hebreeuws dat ooit is gevonden. Hij stelt dat de aanwezigheid van een schrijver in een buitengebied het aannemelijk maakt dat in Jeruzalem als regeringscentrum bekwamere beroepsschrijvers aanwezig waren. Deze kunnen teksten zoals bijbelboeken vele eeuwen eerder hebben geschreven dan van minimalistische zijde wordt beweerd. De tekst van de potscherf lijkt een aansporing te zijn om armen en zwakken in de samenleving, zoals weduwen, wezen, slaven en vreemdelingen, recht te verschaffen en te helpen. Dit herinnert aan bijbelse voorschriften uit Exodus 22 en 23.
In 2010 publiceerde de Universiteit van Haifa een belangwekkende vertaling door professor Galil. Het betrof een inscriptie van vijf regels, geschreven met inkt op een potscherf. Deze was in 2008 gevonden bij de opgravingen te Khirbet Qeiyafa bij het dal van Elah, de bijbelse Terebintenvallei uit 1 Samuël 17:2. De opgravingen door de archeoloog Garfinkel onthulden dat hier in de tiende eeuw v.C. een imposant versterkte plaats had gelegen binnen een keienmuur van 700 meter lengte, die 2 à 3 meter hoog en 4 meter breed was. De muur bezat twee poorten, wat bij archeologische vondsten elders nooit eerder was aangetroffen. Mede daarom en gezien de ligging, identificeerde Garfinkel de plaats als het bijbelse Saäraïm, wat ‘twee poorten’ betekent. Deze plaats lag op de grens van het Judese en Filistijnse gebied, aan de hoofdweg van Jeruzalem naar Gat, op 12 kilometer ten oosten van deze machtige Filistijnse stadstaat. Garfinkel stelt dat Saäraïm de sterke strategisch gelegen westelijke voorpost was van de Judeërs. Radiometrisch onderzoek en gevonden aardewerk gaf als datering de tijd van koning David rond 1000 v.C. In dit gebied had David reus Goliat uit Gat verslagen. De Filistijnen waren gevlucht en de weg van Saäraïm naar Gat en Ekron werd volgens 1 Samuël 17:52 bezaaid met hun lijken. Een belangrijke conclusie is dat deze plaats met zijn imposante versterkingen, op 32 kilometer ten zuidwesten van Jeruzalem, een aanwijzing is van een goed georganiseerde staat in de tijd van koning David.
De potscherf van Khirbet Qeiyafa met de oudst bekende Hebreeuwse tekst.
Uit de voorgaande voorbeelden blijkt dat de bijbel en de archeologie voor elkaar van betekenis zijn. Terwijl minimalisten de bijbel aanpassen aan de archeologische vondsten, beoordeelt een Schriftgelovige christen de archeologie van Palestina vanuit het licht van de bijbel. De archeologie bevestigt en verduidelijkt voor
Ekron
Jeruzalem
Terebintendal Gath Saäraïm (=Khirbet Qeiyafa)
Betlehem
10
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 10
10-02-12 12:29
Inleiding: het gelijk van de bijbel?
hem het bijbelse verhaal en de bijbel ondersteunt en verduidelijkt archeologische vondsten. De bijbellezer beseft daarbij: het is toen en daar gebeurd. Dit boek bespreekt diverse kruispunten van de bijbel en de archeologie.
Delen van de westpoort te Khirbet Qeiyafa, de enig bekende plaats met twee poorten. Het was een sterke Judese voorpost tegen de Filistijnen. Op de achtergrond de Terebintenvallei waar David Goliat doodde.
11
110455 Hier gebeurde het toen 168x240 BW.indd 11
10-02-12 12:29