Drieduizend jaar is lang als je ergens op moet wachten. Toch kwam het als een verrassing toen het eenmaal gebeurde. We hadden geen waarschuwingen vooraf gehad en ook het feit dat het een vrouw betrof kwam onverwacht. Het is een bijzonder jaar geworden, een gebeurtenis die de wereld zal gaan voelen. In dit boek kunt u er alles over lezen. Het is mijn vaste overtuiging dat de reeks van gebeurtenissen die zich in de loop van het afgelopen jaar voltrokken zo snel mogelijk aan de wereld bekend gemaakt moeten worden. Mijn naam is Ramses Max en ik ben de secretaris van de Egyptische priester Achnaton VII. ‘Zijn er dan nog Egyptische priesters?’ zult u denken. Nog eentje. Ik doe voor deze inleiding mijn best gebruik te maken van de taal van de eenentwintigste eeuw, ook al is dat niet de taal waarmee ik ben grootgebracht. Bovendien zult u hier en daar in mijn woorden wellicht de lessen horen doorklinken van de wijze leraren die mij in mijn levens onder hun hoede hebben genomen en die mij de man hebben gemaakt die ik vandaag ben. Achnaton VII noemde ik al; hij is de voornaamste van al mijn leraren. Ik heb hem de afgelopen vijftig jaar van dit leven nederig mogen dienen als zijn secretaris. Ik ondersteun hem in zijn taak van de bescherming van de heilige kennis en tradities die onze voorouders aan ons hebben doorgegeven. Samen werken wij in een kleine gemeenschap van toegewijden in een dorpje even buiten Caïro, waar ik ook mijn residentie heb. De naam die mijn grote leermeester bij zijn geboorte kreeg kan ik om veiligheidsredenen helaas niet prijsgeven. Wij bevinden ons in een land waar onze overtuigingen geen gemeengoed zijn en dat noopt ons tot een bepaalde mate van voorzichtigheid. Bij zijn wijding als priester nam mijn leermeester de naam Achnaton VII aan, waarmee hij zich verbond aan de beroemde farao die monotheïsme bracht in Egypte. Aan het volgnummer ziet u wel dat hij niet de eerste priester was die dat deed. In dat opzicht hanteren we in onze traditie een vergelijkbaar vernoemingensysteem als de geestelijk leiders van de Romeinse kerk. Zeg ik dat wel goed? Misschien is het wel zo dat zij onze systematiek hanteren. Ik beloof u dat ik in dit verhaal mijn woorden zorgvuldig zal kiezen. In het begin was het woord, en het woord had een kracht die elk voorstellingsvermogen te boven ging. Het is met dat woord dat ik u over deze bijzondere gebeurtenissen wil vertellen. Toch moet ik voorzichtig zijn, want de kracht van het woord kan ook vernietigend zijn. Ein Volk, ein Reich..., enfin, u kent de leuzen wel. Ik wil u graag zeggen dat het een goddelijke opdracht is geweest die mij heeft aangezet tot het schrijven van deze proloog, maar ik realiseer me dat ik daarmee misschien sommigen onder u van mij vervreemd. Mocht u niet geloven in goden of andere geestverschijningen, gaat u er dan maar vanuit dat ik deze woorden schrijf op verzoek van de teboeksteller van dit verhaal. ‘Geestverschijningen?’ denkt u wellicht. ‘De reden dat ik niet in deze of gene God geloof is juist dat die geesten nooit verschijnen!’ Touché, zeg ik dan tegen u, omdat u daar in zekere zin gelijk in heeft. À propos, touché is een oud Frans woord voor kudos, of zoals de bloggers zeggen: ‘+1’. Ja, in Caïro bloggen we ook. Nu ja, dit wilde ik even gezegd hebben. Verder gaat alles goed met me, dank u. Wat ik eigenlijk bedoel is het volgende. Als u het woord God wilt lezen als de allerhoogste macht, de schepper van hemel en aarde, dan kan dat. Bent u meer iemand die het geloof onzinnig vindt, de kerk een poppenkast en de wetenschap de enige waarheid? Voelt u zich dan vrij om de term God, die in het navolgende verhaal een paar keer terugkomt, te lezen als een metafoor. Met het woord God bedoel ik de kracht die in mensen zit en in de wereld om ons heen die alles in beweging houdt. Kunt u daarmee leven?
Wat ik zelf dan geloof? Dat is een diepzinnige vraag, zeg, zo direct aan het begin. Noemt u mij voorlopig maar een cultureel atheïst, al heb ik deze term niet zelf bedacht. Ik geloof niet in het beeld van God dat gangbaar is in de westerse, de joodse of de islamitische cultuur. Van alle dingen waarin ik geloof is dit het belangrijkste: het is ieders eigen verantwoordelijkheid zelfstandig na te denken over de wezenlijke zaken van het leven. Het niet innemen van een standpunt (zoals de agnost dat doet) is immoreel. Bovendien is het onnodig, zoals de gebeurtenissen van de afgelopen tijd mij nog eens duidelijk gemaakt hebben. Over mijn werkelijke geloof kunt u in het navolgende verhaal meer lezen; ik speel hier een bescheiden rol in. Op welke gebeurtenissen doel ik? Eens in de zo veel tijd, laten we zeggen een paar maal per eeuw, wordt er iemand geboren die in zijn leven een stempel drukt op de ontwikkeling van de mensheid. Ik bedoel niet een lang tevoren aangekondigd kind wiens geboorte gepaard gaat met een ster, herders, koningen en een maagdelijke moeder. Nee, zoiets wonderlijks gebeurt nog minder vaak. Maar wie Jezus als Gods eniggeboren zoon beschouwt vergist zich deerlijk. We zijn immers allemaal Gods kinderen, al is het bij velen van ons moeilijk te herkennen. Toch wordt er soms een mens geboren waar de goddelijke oorsprong als met de kracht van de zon vanaf straalt en de harten van mensen raakt. Het zijn die uitzonderlijke mensen waar ik op doel. Soms weten ze het van zichzelf, maar meestal niet en zijn ze net zo verbaasd over hun eigen kracht en talenten als wij allemaal. Sommige van deze kinderen zijn gemakkelijk aan te wijzen. De kunstenaars gaan voorop: Van Gogh, Bach, Beethoven, Mozart, Leonardo, Homerus, Plato en Shakespeare. Hun inspiratie is onmiskenbaar goddelijk, al is bij hun werk ook Lucifer actief. Ook dat wordt in het navolgende verhaal nog uitgelegd. Dan zijn er natuurlijk de spirituele leiders, zoals sommige Tibetaanse lama’s, de Perzische Zarathoestra, de vele profeten uit het Midden-Oosten en van meer recente datum de Oostenrijker Rudolf Steiner. U zat zelf misschien te denken aan wereldlijke leiders zoals Alexander van Macedonië, Julius Caesar, Abraham Lincoln, Mahatma Gandhi en Martin Luther King. En Barack Obama natuurlijk. Willen de lezers in Nederland eventjes de vingers opsteken: wie durft Pim Fortuyn aan dit rijtje toe te voegen? Waarom zijn alle gedenkwaardige mensen toch mannen? Ik moet u bekennen dat ik het antwoord op die vraag schuldig moet blijven. Maar kennelijk hebben de goden zich die vraag ook gesteld, want vanaf nu kunnen we aan deze rij een bijzondere vrouw toevoegen. Wij verkeren in de gelukkige omstandigheid dat we in dezelfde tijd leven als een vrouw die op haar manier de wereld een nieuwe kleur zal geven. Ach nee, dat is te bescheiden geformuleerd. De vrouw waarover ik spreek geeft de ontwikkeling van de mensheid een nieuwe impuls in de richting van het goddelijke. U kunt gerust van mij aannemen dat ze op mij een diepe indruk heeft gemaakt toen ik het voorrecht had haar in levende lijve te mogen ontmoeten. Ik zal mijn resterende jaren in het vredige besef doorbrengen dat ik deel mocht zijn van de historische gebeurtenissen die hierna aan u worden gepresenteerd. Alle mensen zijn gelijkwaardig, geen twee mensen zijn gelijk. Iedereen bevindt zich in een eigen stadium van ontwikkeling. Toch is er één ding dat ons allen bindt, en dat is het verlangen naar kennis en wijsheid. Weten willen we, alles weten. Gek genoeg nemen maar weinigen de moeite om de beschikbare kennis tot zich te nemen en zo tot diepe wijsheid te komen.
U heeft ongetwijfeld al eens gelezen over de grote geheimen van de mensheid die in een duister verleden goeddeels verloren zijn gegaan maar in het verborgene, sub rosa, nog worden bewaard door stille genootschappen die door middel van initiatierituelen en proeven van waardigheid zorgvuldig hun leden selecteren. Dit boek gaat niet over zulke geheimen. Ach welnee, de verborgen zaken die in dit boek onthuld worden mag iedereen weten. Ik vrees dat er een probleem is van een heel andere aard: u bent er misschien nog niet klaar voor. Zoals een kind van acht nog niet toe is aan de waarheid achter het wonder van de voortplanting, zo is een groot deel van de hedendaagse mensheid nog niet klaar voor de waarheid die in dit boek aan het licht komt. Is dat erg? Ach, wat zal ik zeggen? U groeit vanzelf verder en op een dag hunkert u naar het verhaal dat in dit boek verteld wordt. Bewaart u dit boek zolang maar op een veilige plek. Heeft u dit boek na deze inleidende woorden nog niet weggelegd, dan wacht u een bijzondere ervaring. Neem er gerust de tijd voor – als u het verhaal in dit boek goed in u opneemt zal het uw leven voor altijd veranderen. Wat zeg ik: voor altijd en onomkeerbaar! Eenmaal geleerd blijft geleerd; u kunt niet ont-weten of achteruit leren. Och, en mocht u echt niet in zijn voor al die hoela en tralala, ook dan kunt u gerust zijn. Behalve dat het blikverruimend is, staat dit verhaal ook bol van spanning en romantiek. Bloed, zweet, en tranen, zoals het cliché luidt. En lange blikken, een beetje zoenen, de ondergaande zon en wat al niet meer. Een groot deel van dit verhaal speelt zich af in delen van de wereld waar ik nog nooit geweest ben. Het verhaal voert onder meer langs Nederland, de Verenigde Staten, Israël en Griekenland. Ik ken die landen uit de krantenberichten en van de televisie, maar het fijne weet ik er niet van. Nederland ken ik iets beter, omdat mijn broer Reda als gids werkt voor een Nederlandse reisorganisatie in Caïro. Hij heeft zich de Nederlandse taal eigen gemaakt zonder het land ooit te bezoeken. Mijn broer is aan de Universiteit van Alexandrië afgestudeerd in de Egyptische Oudheid. Hij verdient een goed inkomen met het rondleiden van Nederlandse toeristen. Hij vertelt mij wel eens wat over zijn belevenissen met hen, en zodoende heb ik een iets scherper oog voor nieuwsberichten over dat land. Mijn broer ontvangt elke twee weken een nieuwe groep Nederlandse toeristen en neemt hen tien dagen mee langs de bekende attracties: de piramides en de sfinx, de tempels van Karnak bij Luxor en Philae bij Aswan. Dan heeft hij een paar dagen vrij die hij doorbrengt met zijn vrouw en kinderen. Welnu, genoeg over mijn broer. Hij is erg op zijn privacy gesteld en hij zou het niet erg op prijs stellen als hij wist dat ik u zo uitvoerig over hem vertelde. De extra kennis van Nederland gaf mij een kleine voorsprong toen ik Nora ontmoette. Ach, ik had u haar naam nog niet genoemd: Nora is de vrouw waar ik u zo-even over vertelde. Het heeft de goden behaagd de kroonfiguur van het Germaanse tijdperk geboren te laten worden in Nederland. Nu ik toch over haar geboorte spreek: daar zijn geen opmerkelijke feiten over te melden. Ze werd geboren onder het teken van de Leeuw, en daar is denk ik alles mee gezegd. Geen ster, geen stal; gewoon een rotan wiegje in Rotterdam. Nederland dus, het land dat zich in de internationale gemeenschap mag beroemen op een eeuwenlange traditie van tolerantie tussen mensen van verschillende levensovertuigingen. Welke plek is beter geschikt voor het laten opgroeien van iemand die de mensen op deze wereld dichter bij elkaar kan brengen?
Ja, ik lees die andere nieuwsberichten ook. De laatste tijd is het een beetje veranderd, wilt u zeggen. Toch wil ik dat tegenspreken. Zover ik vanaf deze plek kan waarnemen leggen de Nederlanders hun islamitische landgenoten geen strobreed in de weg. Ik woon hier als nietmoslim tussen meer dan zeventig miljoen wel-moslims, en ik durf wel te beweren dat de moslims in Nederland het makkelijker hebben dan de niet-moslims in Egypte. Wat dat betreft ben ik trots op Nederland, als ik mij een politiek woordgrapje mag permitteren. Nou goed, Nora dus. Ik kan op dit moment, dus vóór ik begin met mijn verhaal, niet genoeg benadrukken dat zij zich in het eerste deel van haar leven op geen enkele manier bewust was van haar goddelijke opdracht. De goden hebben dat graag zo. Alleen op die manier kunnen de lessen van de leerschool van het leven hun meest optimale effect hebben. Voor mij begon het verhaal toen ik zat te kijken naar de toespraak die de Amerikaanse president hield toen hij op bezoek was in mijn land. Ik wist toen nog niet dat die toespraak hem de Nobelprijs voor de Vrede zou opleveren. Degenen onder u die niet geloven in de goddelijke invloeden op ons leven en het handelen van de mensen kan ik aanraden deze toespraak eens goed te bekijken, hij staat op YouTube. De kracht van het woord. In het begin was het woord, en het woord was bij God en het woord was God en Obama sprak het woord. Ik luisterde naar een machtig en wijs man, die de hand uitstak naar de mensen die het verst bij zijn volk vandaan stonden. De televisie stond bij ons in een gemeenschapsruimte, je zou kunnen zeggen een soort woonkamer, en daar zat ik met een aantal van mijn naasten. De toespraak was bijna afgelopen toen mijn grote leermeester Achnaton VII binnenkwam en mij gebaarde met hem mee te gaan. Hij nam mij mee naar de binnentuin van ons complex en vertelde mij het volgende opzienbarende verhaal. ‘Goede vriend,’ zei hij op de serieuze toon die ik van hem gewend ben, ‘de tijd is gekomen. Vandaag heeft Osiris, zijn machtige naam zij geheiligd, tot mij gesproken en de komst aangekondigd van een dochter van de goden. Ja, je hoort het goed, een dochter. Nog dit jaar zal zij bij ons komen.’ ‘Een dochter van de goden?’ vroeg ik zonder mijn opwinding te verbergen. ‘Dus de tijd is eindelijk gekomen. En nog wel een vrouw... Wie had dat gedacht?’ ‘Het is de hoogste tijd voor een vrouw. Voor de ontwikkeling van de mens moet de weg naar boven worden ingezet, goede vriend. De oude Egyptische tradities en onze eeuwige waarheid die wij de afgelopen drieduizend jaar hebben bewaakt worden in ere hersteld. Deze vrouw zal bij ons een inwijding ontvangen en deel worden van ons. Daarna zal zij de waarheid bij de mensen brengen.’ ‘Zijn de mensen er klaar voor?’ wilde ik meteen weten, want dat is een van de grootste zorgen die ons bezighouden. De wereld om ons heen laat niet uitsluitend positieve ontwikkelingen zien. ‘Het gedeelte van de mensen dat daar klaar voor is, is groot genoeg. Zo spreekt Osiris.’ En zo werd ons de komst van Nora aangekondigd. U begrijpt wel dat sinds dat moment alle werkzaamheden bij ons in het teken staan van haar komst. En neem van mij maar aan dat er heel wat bij komt kijken om iemand na zo’n lange tijd weer op de oude manier in te wijden. Ik ben bijna klaar met wat ik te zeggen heb, het verhaal kan beginnen. Nu weet ik dat er onder u mensen zijn die voordat ze aan een boek beginnen eerst het laatste hoofdstuk lezen om te zien hoe het afloopt. Voor hen zal ik als special service alvast vertellen hoe dit verhaal eindigt. De lezer die liever de spanning er nog even inhoudt, moet de pagina vast omslaan naar het eerste deel van het verhaal.
Nora zal haar goddelijke opdracht vervullen maar daar wel de nodige tegenstand bij ontmoeten. Gelukkig wordt zij op haar pad bijgestaan door een groot aantal vrienden, waarvan er één een speciale plek inneemt. Wij zullen in ons heiligdom Nora ontvangen en haar een inwijding geven van de hoogste graad. Daarmee zal zij de wereld intrekken en het inzicht in het ware doel van het leven verspreiden. Nu ik dit verklapt heb, zal ik meteen nog een wijsheid prijsgeven. Het maakt niet uit hoe het afloopt. De bestemming is niet belangrijk, het gaat om de reis ernaartoe. Het doet er niet toe wat er op de laatste bladzijde staat, wat telt is hoe je je leven kunt verrijken met het verhaal op de bladzijden die aan de laatste vooraf gaan. Ik wens u veel leesgenoegen. Ramses Max, Secretaris van Achnaton VII, Caïro, 2010