taal&kunst
TAAlKUNST Het huilt in mijn hart
Il pleure dans mon coeur Comme il pleut sur la ville; Als de regen op de stad Quelle est cette langueur Wat is dit lome wee Toen gebeurdeQui pénètre mon coeur ? Dat op mijn hart zo weegt?
het
O regen met je zachte ritme Ô bruit doux de la pluie Op de daken en de wegen Par terre et sur les toits ! Pour un coeur qui s’ennuie, Verruk mijn hart We kustenÔ le chant de la pluie ! En troost me met je lied
elkaar
Vanwaar dit verdriet
in dit moedeloze hart
Het was Vanwaar dit verraad als een En die rouw zonder reden? wolk Dit is de ergste pijn:
Niet te weten waarom Zo licht Zonder liefde en haat en niet Dit hart zo lijden kan zwaar
het water verIl pleure sans raison andert van vorm Dans ce coeur qui s’écoeure. net als het Quoi ! nulle trahison ?... geluk Ce deuil est sans raison.
C’est bien la pire peine De ne savoir pourquoi Sans amour et sans haine Mon coeur a tant de peine!
JA
AR
GA
NG
4-3
JOHAN
OUDERBLAD JOHAN DE WITT-GYMNASIUM
Als aanhoren aperta ook echt luisteren moet worden. JOHAN:Editorial
van
de
redactie ‘Openheid van zaken. En dat in het Latijn. Van het werkwoord aperire het voltooide passieve deelwoord: apertus. En dan natuurlijk in het onzijdig meervoud. Geniaal.’ Citaat: M. de Hoon. Samen met P. Barendregt initiatiefnemer van Aperta (1994). Vanaf jaargang 2010 JOHAN
Taal & kunst, taalkunst
Je laat een thema rondgaan binnen de groep van betrokkenen, en voor je het weet heb je een ongelooflijk rijke oogst. Het thema Taal & Kunst haalt kennelijk het beste in de mens naar boven. Wat een pareltjes onder de bijdragen! Lees hoe de sectie Nederlands méér doet dan de eisen voorschrijven. Over het Deltaproject, waar gymnasiasten tot grote hoogten worden gebracht op het gebied van kunst en wetenschap. Zie de geweldige aanwinst voor de school in de vorm van een Yamaha vleugel, aangeboden – namens alle ouders – door de Oudervereniging. Een sieraad in glimmend zwart! Wat te denken van Esther Stoop, die – als bestuurslid van de Oudervereniging – bij het zien van het thema direct in de pen klom en met ons haar artikel ‘De taal van muziek’ deelt, zelf enthousiast geworden door de hoorcolleges hierover.
Burg. de Raadtsingel 89 3311 JG Dordrecht Telefoon 078 613 39 66 Telefax 078 631 09 38 E-mail
[email protected] www.veldlaw.nl
'Hou je van Grieks en Latijn, dan zul je wel kunstminnaar zijn', Contumelia is weer geniaal. Met reünist Remy Balistreri neemt u een duik in het Wantijbad. En in de aanstekelijke reisverhalen leest u de avonturen van de derde- en vierdeklassers. Eén van de beschrijvingen die ons direct raakte, kwam tot ons in het reisverslag over Parijs, opgetekend door meneer De Lange. Het begin: 'Onze aankomst in Parijs, op die dinsdag de twintigste mei, was enigszins regenachtig' (is al pure poëzie, toch?), met later het aanhalen van de dichtregels ‘Il pleure dans mon coeur, Comme il pleut sur la ville’. Het deed zoveel met ons, dat het gedicht de cover siert. Bedenkend dat de negentiende eeuwse dichter Paul Verlaine een zekere overeenkomst met Vincent van Gogh vertoont (straatarm tijdens zijn leven, wereldberoemd na zijn dood), is dit eerbetoon wel op zijn plaats. Hartroerend! Nu moet je bij een gedicht figuurlijk tussen de regels door lezen om de diepere betekenis ervan te begrijpen, maar leest u op de omslag vooral ook letterlijk tussen de regels door. U krijgt dan een voorproefje van de dichtkunst van enkele leerlingen. Juweeltjes! Een JOHAN vol kostbaarheden, zónder opsmuk. Net als mevrouw Tonino in Document docent… Geniet van dit alles. Fijne vakantie!
De redactie: Judith Houmes-Laan, Simone van Nes, John de Gelder, Joop Roovers
JOHAN 3
APERTA
INHOUD
JOHAN 4-3
Aperta/editorial: Taal & kunst, taalkunst Van de rector: ‘Doen waar we goed in zijn’
School en… Oudervereniging: van de voorzitter: Terugblik en afscheid van de penningmeester: nieuwe wijze van inning
Van de rector
Van de RECTOR
3 5
7 11
Informatief Wijs in onderwijs: De JdW-handtekening voor Nederlands 8 De taal van de muziek 40 Hoe gedichter bij Dordt: pareltjes van leerlingen 44 Dyslexie en een gymnasiumopleiding: een taalkunst op zich 55 Reportages Vertaalwedstrijd Latijn: O Cicerone 17 Rondje Europa: logboek van de schoolreizen Vlaanderen 26 Berlijn 29 Londen 33 Parijs 35 Presentaties Deltaproject 2014 47 Cambridge Engels: In English, please! Impressie van het Murder Mystery Project 50 Mensen De Reünist: Remy Balistreri 14 Document docent: JOHAN & mevrouw Tonino 18 Columns en Cartoon Contumelia: Taalkunst, kunsttaal, whatever... 25 Ouder en Wijzer: D-day 39 Oehoe: Taal en Kunst 46 Palimpsest: Een goed woordje voor Fabrizio 52 michelANGELO 54 Kruiswoordpuzzel: Taalkunstige vondsten opgave 12 oplossing 58
JOHAN
JOHAN:Voorwoord
Varia Inhoudsopgave 4 Colofon en oproep voor adverteerders 6 JOHAN 4
‘Doen waar we goed in zijn’ U zult begrijpen dat ik in deze laatste editie van de JOHAN, zo voor de zomervakantie, even wil terugblikken. Het afgelopen schooljaar was heel bijzonder voor de school. Na een verblijf van ruim drie jaar op de tijdelijke locatie in het hartje van de stad konden wij in het najaar van 2013 eindelijk terugkeren naar het Oranjepark. Ondertussen, diverse fotoreportages verder, hebben ook niet-JdW’ers van het prachtige resultaat van de bouw kunnen genieten. Terugkijkend heeft deze verhuisoperatie voor veel hectiek in de school gezorgd. De verhuizing vond achteraf gezien net iets te vroeg plaats – er moest nog het nodige aan het gebouw afgerond worden en niet al het meubilair was op tijd beschikbaar – en het was natuurlijk ook behoorlijk wennen aan die nieuwe omgeving. Daar kwam nog bij dat de school haar 760-jarig bestaan vierde, in diezelfde woelige periode van 2013. Op deze al met al mooie en spannende episode zien wij met genoegen terug, maar wij zijn bijzonder blij dat die nu toch echt afgesloten is!
Daarom vinden wij het niet erg in het nieuwe schooljaar 2014-2015 in kalmer vaarwater terecht te zijn gekomen. In alle rust kunnen wij werken aan het nog beter en passender maken van het gymnasiumonderwijs voor alle leerlingen. Niet in de laatste plaats in het taal- en kunstonderwijs, waarin wij onze sporen al ruimschoots hebben verdiend. En dat in die aangename, eigentijdse omgeving met de vertrouwde klassieke accenten.
De school is dus eindelijk thuis. Wij zijn nu in de gelegenheid in alle rust te doen waar we goed in zijn: gedegen onderwijs geven aan talentrijke leerlingen. Niet alleen uit Dordrecht, maar ook in toenemende mate uit de omgeving van de stad. Inmiddels is het aantal niet-Dordtenaren in de school opgelopen tot ongeveer 50%. Dat zegt iets over onze aantrekkingskracht en die dienen we te koesteren.
Ik wens u alvast een goede zomervakantie toe.
JOHAN 5
J.A. Dekker, rector
Over JOHAN JOHAN wordt vervaardigd door ouders van leerlingen van het Johan de Witt-gymnasium. JOHAN:School en...
Het blad is schoolgerelateerd, wordt geïnitieerd door en opereert onder auspiciën van de Oudervereniging.
OUDERvereniging Van de voorzitter
Het blad heeft primair tot doel ouders en verzorgers van JdW-leerlingen nauwer te betrekken bij de school en te informeren over het reilen en zeilen op en rond school, beschouwd vanuit een ouderperspectief en met de intentie een blad voor de gehele school te zijn.
Reageren?
[email protected]
Terugblik en afscheid
Het blad wordt verspreid onder ouders, (oud-) personeel en overige betrokkenen, alsook in digitale vorm op de site van het Johan de Witt-gymnasium voor reünisten en andere geïnteresseerden.
En opeens is het eind juni 2014 en is de laatste vergadering voor dit schooljaar met het bestuur van de Oudervereniging en de rector een feit. Voor mijzelf de markering van het naderende afscheid als voorzitter van de Oudervereniging. Zo gaat dat; wanneer je 'laatste' kind met het gymnasiumdiploma het Johan de Witt verlaat, is het ook voor de voorzitter tijd om 'van school te gaan'.
C O L O F O N Jaargang 4, nummer 3 Verschijnt drie keer per schooljaar
Redactie
Judith Houmes-Laan (tevens coördinator) Simone van Nes (tevens advertentiewerving en eindredactie) John de Gelder (vormgeving, beeldbewerking en advertentieopmaak) Joop Roovers (tevens eindredacteur)
Met bijdragen van
J. Abcouwer-Binnenkade, Jan Akerboom, C. van Andel, Remy Balistreri, Charlotte de Beus, Ashley Chen, J.A. Dekker, Meryem Gecici, Peter van der Graaff, Tim Groeneweg, Laurens Hamm, L. van der Held, M. de Hoon, Maurits Houmes, Julia den Houter, Daniël Houwing, Myra Kleiweg de Zwaan, D. Koenen, C. Kuipers, D. de Lange, Angelo van der Luijt, Ruben Mijnster, M. Ras, Tim Snoeren, Michael van der Spek, Esther Stoop, Kevin Tittel, Sophia Wijnman, Rebecca Wintels, Lotte van der Zee
adverteren in JOHAN De productie van JOHAN in de vorm en het formaat zoals u deze nu inziet, wordt mede mogelijk gemaakt door de adverteerders. En het is u waarschijnlijk al opgevallen, de redactie streeft naar een goed samenspel tussen reclame-uitingen en beeld- en tekstitems. Liever een stijlvolle paginavullende advertentie, dan een pagina vol kleine ‘postzegeladvertenties’. Als deze visie u aanspreekt en u wilt tot de groep van adverteerders gaan behoren, maar niet over passend advertentiemateriaal beschikt, dan voorziet de redactie van JOHAN daarin: de vormgeving verzorgen wij voor u. Kosteloos! De meeste advertenties in deze JOHAN zijn daar een voorbeeld van. Tarieven vanaf € 125,00. Wenst u meer informatie, of overweegt u deelname? Stuur een berichtje aan
[email protected] … en de redactie neemt contact met u op.
Reken erop dat uw advertentie gezien wordt!
Oudervereniging
Met dank aan
Shivam Autar, Sonja Bakker-Daane, K. Bos, Coolegem Media, Sylvia Erlings, L. Hylkema, D. de Kloe, D. Koenen, Veerle Kuiper, M. van Pelt, Max Poort, Anja Proost, A. Sebregts, Niels van Son, M. Tonino, Bo van de Ven, W. de Vos, M.Vos, Wantijbad, J. Zwartbol
Inzenden
Iedereen wordt van harte uitgenodigd tot het insturen van kopij. Ook suggesties voor artikelen en andere tips zijn welkom. Kopij wordt getoetst op plaatsbaarheid. De volgende JOHAN verschijnt in week 51, 2014. Sluitingsdatum kopij: 24 oktober 2014.
Druk & distributie
De Koning Repro Ridderkerk, SSKW Dordrecht Grootverzet Fietskoeriers Dordrecht
Correspondentieadres
Redactie JOHAN p/a Oranjepark 11, 3311 LP Dordrecht, e-mail:
[email protected]
Dat gebeurt op een moment dat de school al aardig gewend is geraakt aan de terugkeer naar de vernieuwde en uitgebreide locatie aan het vertrouwde Oranjepark. Dat dit heuglijke feit ook voor de buitenwereld niet onopgemerkt is gebleven blijkt uit het grote succes van de drukbezochte open dag in januari en het ongekende aantal van rond 180 aangemelde leerlingen voor het eerste leerjaar! De school zal maximaal getest worden op de beschikbare ruimte en er worden al grapjes gemaakt over aan te rukken portacabins op de parkeerplaats voor de school! In de drie jaar dat ik voorzitter mocht zijn van het bestuur is er op de school veel gebeurd en veel bereikt. Terugkijkend is er aanzienlijk aan kwaliteit gewonnen op allerlei terrein. Het meest in het oog springend is natuurlijk de realisatie van en de verhuizing terug naar het prachtige schoolgebouw aan het Oranjepark. Maar ook minder voor de buitenwereld opvallende zaken als het invoeren van een jaarlijkse gesprekscyclus met iedere docent, onder andere gericht op verdere ontwikkeling van kwaliteit en deskundigheid, is een goede ontwikkeling die past in een door te trekken professionalisering en kwaliteitsgroei van de school.
'aanzienlijk aan kwaliteit gewonnen' Het ondersteunen van culturele activiteiten binnen de school is en was steeds een van de belangrijkste doelen van de Oudervereniging. Deze ambitie kon dit jaar wel heel mooi gecombineerd worden met het zoeken naar en het overhandigen van een cadeau ter gelegenheid van het in gebruik nemen van het vernieuwde schoolgebouw. Dit zoeken is een lang proces geweest met de nodige hobbels. Maar uiteindelijk is er gekozen voor een muzikaal cadeau, een prachtig grote vleugel die inmiddels is geplaatst en op 26 juni tijdens de Klassieke Muziekavond feestelijk is 'overhandigd' aan de school. Meteen vanaf het begin is er al veel belangstelling om op dit mooie instrument te spelen en dat is ook precies de bedoeling: een cadeau dat JOHAN 7
vaak gebruikt gaat worden door docenten en leerlingen, en op die manier bijdraagt aan de muzikale vorming van onze leerlingen en hiermee een muzikaal 'centrum' bij uitvoeringen op school kan zijn.
Een mooiere afsluiting van de termijn van een voorzitter is nauwelijks denkbaar! Ik heb een heel plezierige tijd gehad binnen het bestuur, waarbij ik steeds – samen met enthousiaste medebestuursleden – inhoud heb kunnen geven en een bijdrage heb kunnen leveren aan het realiseren van de doelstellingen van de Oudervereniging. Het stokje geef ik graag en met alle vertrouwen door aan Michael van der Spek, die mij – met ingang van de ALV in november aanstaande officieel – zal opvolgen als voorzitter. Ik ben iedereen veel dank verschuldigd voor de prettige samenwerking binnen het bestuur en al het werk dat is verricht met al die activiteiten zoals notuleren, bloemen overhandigen, beroepenavond, het bewaken van inkomsten en uitgaven, stukjes voor de JOHAN schrijven, et cetera, et cetera. Heel veel dank! En ook veel dank aan de rector met wie we steeds constructief hebben vergaderd en samengewerkt, dank je wel Hans! Ik laat het voorzitterschap nu los, een nieuwe fase breekt aan. Ik wens het Johan de Witt-gymnasium en de Oudervereniging een bloeiende toekomst! Ik wens iedereen een heerlijke zomervakantie en sluit af met een bekende spreuk:
χαίρε και υγίαινε (Gegroet en blijf gezond!)
Peter van der Graaff
wijs in onderwijs
over vak & onderwijs
JOHAN:Informatief Tekst: D. Koenen
Verschillen
Wijs in onderwijs
Het interessantst is te kijken waar de verschillen waarneembaar zijn. Onze school heeft een flink deel van het curriculum ingevuld met literatuur en literatuurgeschiedenis. Het verwerven van literaire competenties en kennis over de literatuur- en cultuurgeschiedenis van het Nederlands is een zwaartepunt in de bovenbouw. Dat was bij de andere gymnasia niet heel anders, maar de wijze waarop dit gebeurt verschilt wel enigszins. Zo lezen wij voor Nederlands meer boeken gedurende de zes jaren. Bij de andere vwo-scholen en gymnasia die ik bevroeg, wordt historische letterkunde pas in de bovenbouw behandeld. Wij maken in de onderbouw vanaf klas één al kennis hiermee. Wij behandelen en lezen in klas één al ‘Karel ende Elegast’, in klas twee ‘Beatrijs’ en in klas drie ten slotte ‘Mariken van Nimwegen’. Dit is wel uitzonderlijk te noemen. Wij doen dus doorgaans meer aan historische letterkunde en literatuurgeschiedenis dan de eisen strikt genomen voorschrijven. Wij vinden dat onderdeel van gymnasiale vorming.
De JdW-handtekening voor Nederlands
Dit is mijn vierde schooljaar op het Johan de Witt-gymnasium. Na elf jaar in het vmbo werkzaam
'wij doen dus meer dan de eisen voorschrijven'
te zijn geweest, was dat een verademing. Op het JdW zitten leerlingen die, ondanks gepuber, ondanks leerplicht, ondanks sport, ondanks verliefdheden, sociale media en andere afleidingen die tijd en energie vreten, het belang van school inzien. Fantastisch om mee te werken!
Eigen signatuur Het afgelopen schooljaar ben ik in het kader van een Masterstudie in gesprek geweest met collega’s van vergelijkbare scholen (gymnasia en vwo-scholen in de Randstad) om in kaart te brengen in hoeverre ons programma verschilt van dat van andere scholen. Exameneisen zijn helder, hoe vertalen wij dat naar ons programma / onze lespraktijk en kun je dan spreken van een zekere eigenheid, in keuzes? Ja, dat kunnen we zeker, heb ik gemerkt! We hebben duidelijk een eigen signatuur, we hebben een programma om trots op te zijn.
Leesvaardigheid Mondelinge taalvaardigheid Schrijfvaardigheid Argumentatieve vaardigheden Literatuur Oriëntatie op studie en beroep
JOHAN 8
Wij vinden dat het een bijzonder nuttig onderdeel van ons vak is. Retorische kennis opdoen past ook perfect in gymnasiale vorming, gezien de oorsprong ervan in de klassieke oudheid. Je leert er heel veel verschillende dingen van, bijvoorbeeld: • Overtuigend presenteren • Argumenteren • Scherp formuleren • Observeren en goed luisteren • Improviseren • Onder druk presteren • Anticiperen en reageren • Multidisciplinair en generiek denken en analyseren • Empathisch vermogen vergroten • Rationeel en systematisch benaderen van complexe zaken • Kritisch zijn Misschien zijn we onze tijd vooruit, want het debat lijkt in populariteit toe te nemen als onderdeel van het schoolcurriculum, bij maatschappijleer, vreemde talen en/of Nederlands; op alle niveaus in het voortgezet onderwijs. Er is recent veel onderzoek naar gedaan. Dit is niet zo heel verwonderlijk, want we leven in een sterk verander(en)de maatschappij waarin debat, argumentatie en presentatie beduidend meer gewicht hebben gekregen. Spreken voor publiek wordt steeds belangrijker gevonden en staat nog altijd in de top drie van grootste angsten. Misschien dat we onze leerlingen daar vanaf helpen met onze leerlijn. Wij besteden namelijk echt zes jaar lang in opbouwende mate aandacht aan mondelinge taalvaardigheid. Verder is ‘kritische wereldburgers’ afleveren natuurlijk ons streven. Inhoudelijk is daar nogal wat voor nodig en ook wat dat betreft is het debat een uitstekende manier om de leerling te vormen.
'spreken voor publiek wordt steeds belangrijker'
Het vak wordt onderverdeeld in zes domeinen: Domein A Domein B Domein C Domein D Domein E Domein F
helemaal niet aan debat. Scholen zouden dat soms wel willen, maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren (of financiële en organisatorische belemmeringen)… Zo ook bij de gymnasia waar ik mijn licht mocht opsteken. Mondelinge taalvaardigheid is een onderdeel waaraan we veel tijd en aandacht besteden op het JdW. Wij kozen juist voor het debat, hoewel wij ook voor een referaat of een discussie hadden kunnen kiezen als te toetsen onderdeel. Waarom vinden wij het debat eigenlijk zo belangrijk?
Het opvallendste verschil zit ‘m echter in ons paradepaardje: het debatonderwijs. In mijn opleiding steevast ‘een ondergeschoven kindje binnen het voortgezet onderwijs’ genoemd. Dat klopt ook wel, op veel andere scholen wordt dit helemaal niet of niet per se bij Nederlands aangeboden. Het kan dan soms als extra module gevolgd worden, valt onder maatschappijleer of burgerschapsvorming, op sommige scholen doet men JOHAN 9
Op de andere scholen bestaat mondelinge taalvaardigheid uit het houden van spreekbeurten in onderbouw en uit het houden van een betoog, en het geven van presentaties. In de bovenbouw is er het bekende mondeling literatuur. Debatcultuur was er misschien ooit, maar met het ziek worden van één docent is dit ter ziele gegaan of door bezuinigingen of werkdruk verloren gegaan.
Wij zijn in de afgelopen jaren drie keer winnaar geworden van het Nederlands Kampioenschap Debatteren voor Scholieren. Hoe kunnen we dat verklaren? We mogen gerust stellen dat ons programma eraan heeft bijgedragen. Want hoe vullen wij ons programma mondelinge taalvaardigheid in?
JOHAN:School en...
Oudervereniging
OUDERvereniging
Mondelinge taalvaardigheid – gestructureerde leerlijn Klas 1: Klas 2: Klas 3:
Ballondebat, presenteren Lagerhuisdebat of Amerikaans parlementair debat, presenteren Amerikaans parlementair debat (kennismaking – vorm) Klas 4: Amerikaans parlementair debat en mondeling (voordracht poëzie en literatuur) (vorm, rol en documentatie) Klas 5: Amerikaans parlementair debat en mondeling (rol, argumentatie en presentatie) Klas 6: Amerikaans parlementair debat en mondeling (verfijnen argumentatie en presentatie) U ziet dat we zes jaar lang aandacht besteden aan mondelinge taalvaardigheid en het debat. In de derde klas ligt de nadruk vooral nog op de vorm en daarna verfijnen we gaandeweg een en ander met verschillende accenten qua voorbereidingen en vaardigheden. Dit leidt er toe dat – hoewel niet elke JdW’er een getalenteerd debater of een liefhebber van debatteren zal zijn – iedere JdW’er aan het eind van zijn JdW-loopbaan wel erin getraind is.
Van de penningmeester Dus: Het JdW is succesvol in debatteren door onder meer een grote rol voor debatteren en mondelinge taalvaardigheid, maar het debatsucces is vooral ook de verdienste van een groep leerlingen die zich buiten de lessen om bekwamen in het debat. Het is een fanatieke groep, die toegewijd en in een goede sfeer – als een vriendenclub –traint binnen de school. (Een weetje: De meeste leerlingen die uit de JdW-debatvereniging komen, kiezen voor een rechtenstudie; ook bestuurskunde is populair. Studies waarin debatvaardigheden erg goed van pas komen.) Hier is een compliment aan de directie op zijn plaats, het is organisatorisch sterk dat wij een enthousiaste, beperkte groep talenten de ruimte geven hun begaafdheden bovengemiddeld te ontplooien! Dat doen we goed en op veel scholen is de situatie anders door tijdgebrek, geldgebrek, gebrek aan docenten / begeleiders of door het stellen van andere prioriteiten.
De Oudervereniging vraagt jaarlijks van elk van ons een bescheiden bijdrage om tal van projecten en evenementen te sponsoren. Op de website van het JdW leest u onder ‘geledingen’ alles over de besteding van de binnengebrachte gelden.
De penningmeester, Jan Akerboom, informeert u over de nieuwe wijze van inning:
‘Ons doel is, en wij vinden dat meer dan vanzelfsprekend, iedere binnengekomen euro op de juiste wijze te besteden. Het laatste wat we willen is onnodige kosten maken. Toch was dat de afgelopen jaren onvermijdelijk bij het incasseren van de contributie. Honderden euro’s gingen op deze wijze verloren. Dat moest anders, vonden wij. De raderen draaiden, en het idee ontsproot Iddink in te schakelen. U weet wel, de leverancier van onze schoolboeken en digitaal lesmateriaal.
'Dat moest anders'
motivatie We overlegden met de schoolleiding, en samen met Iddink werd bekeken of de incasso van de vrijwillige bijdrage ten bate van de Oudervereniging gecombineerd kon worden met de jaarlijkse betaling van het boeken- en schoolgeld. Het idee kreeg bijval, en daarom zult u voortaan voornoemde vrijwillige bijdrage ten bedrage van € 30,- vinden op de lijst van te betalen posten, en hoeft u deze slechts aan te vinken.
Wij zullen ervoor zorgen dat deze contributiegelden worden ingezet voor het welzijn van uw kind, en voor verdere verrijking van het culturele aanbod op het Johan de Witt-gymnasium.’
Een aantal jaren geleden was er een enthousiaste, doortastende groep leerlingen zo bevangen door het debat, dat ze niet alleen kampioen werden, maar ook een debatclub oprichtten op onze school! Ze hebben hiermee een prachtig ei gelegd, er is een cultuur ontstaan van plezier hebben in het oefenen en het opleiden van jongerejaars leerlingen en ook de peer feedback is hier goud waard. Onder leiding van mevrouw Sebregts bloeit deze debatclub nu al een aantal jaren en het magische woord in deze kwestie is toch wel: motivatie. Deze leerlingen zijn zo gemotiveerd, dat ze grootse prestaties leveren op de nationale wedstrijddebatten.
Zo kom ik tot de ontdekking dat wij hartstikke goed bezig zijn en merk ik dat mijn medestudenten aan de universiteit met bewondering aanhoren hoe wij gedurende de jaren het lesprogramma zo hebben vormgegeven dat debat een vanzelfsprekendheid is geworden. Argumenten moet je niet tellen, maar wegen; een wijze les die wij onze leerlingen met liefde (en succes) bijbrengen. Jong geleerd is oud gedaan! Erg leuk om te ontdekken hoe goed het eigenlijk bij ons is geregeld. De lat ligt hoog en onze leerlingen mogen springen, zo hoog ze kunnen. Met deze kennis zijn de verwachtingen natuurlijk hooggespannen voor toekomstige debaters. Maar dat komt vast helemaal goed. Alhoewel… ‘Niets is zeker, en zelfs dat niet’ (Multatuli).
'het magische woord is: motivatie' JOHAN 10
Peter van der Graaff, Esther Stoop
Taalkunstige vondsten In dit themanummer Taal&Kunst mag een kruiswoordpuzzel niet ontbreken. Alleen, dit niet zonder hieraan een bijzondere invulling te geven. De auteur die u met zijn taalkunstige vondsten uitdaagt deze puzzel in te vullen, begeeft zich in JdW-kringen. Laat het voor u een extra uitdaging zijn naam te achterhalen.
Horizontaal 1. Noorden van België is het doel in klas 3 4. Met een B en geen S wordt dit een hele snelle 5. Lichamelijk contra psychisch 8. Ga met mij om alles goed te regelen 11. Versus natuur 12. Dordrecht is er de oudste stad van 13. Hier snap ik geen iota van 14. Drama om Sophocles te lezen 16. Rag voor roosterkennis 17. Op sokken geeft hij les 21. Draagt alle sleutels van het kopieerapparaat 26. Antieke geldhoeveelheid met mogelijkheden 27. Openheid van zaken in de eerste JOHAN 29. Lang verhalend gedicht met centrale held 32. Is Tine in staat er te lunchen? 33. Roven is toegestaan bij de denksport 34. Periode van vijf jaar waarin men trek heeft in sterke drank 38. Het middel in flexietaal dondert 40. Gelukkig zonder bom in een homogene lesgroep 41. www.jdw.nl als informatiebron
43. Zorgt met hart en ziel voor de vrijdagkroketten 45. Schoollied aangezien voor ovaal auditorium 47. Mister om mee te praten op school 48. Drie uur pezen vlak voor examen Latijn 50. Half maart lek geprikte generaal die moeite had met een Gallisch dorpje 52. Promotiefilmpje 53. Afkorting voor een belangrijk meedenkend en sponsorend schoolorgaan 56. Er wordt niet meer naakt gesport 57. Meerdere wedstrijden in een competitie 60. In Arpino vindt de strijd van de teksten van de erwt plaats 61. Deze Europese hoofdstad werd ooit gespleten, maar niet door onze vierdeklassers 62. De klassieken het beste weergeven in competitie 64. Type school als enige 65. Latijns gebied is functie voor school
Verticaal 2. Eeuwig naar deze stad in klas 5 3. Zucht naar kennis 4. Muzikale voornaam 6. Achtergronden bij de antieke wereld 7. Zij geven Kleine Avond inspiratie 9. 180 puntige hobby's voor de pauze 10. Kennistest 15. Om vijf uur gaat het gebouw ... (Roel) 16. Is het nou de 13e of de 15e? 18. Nederlands lidwoord bij Engelse vleermuis 19. De Amsterdamse geleerde is er voor alle leerlingen 20. In mei de laatste echte test 22. Soms de taal in de kerk 23. Bestuurder die ook daken doet 24. Voor hem/haar gebeurt het allemaal 25. Mathematica is het abstracte ingewikkelde gedoe met cijfers en letters 28. Cruijff leest hem ook
30. Contactles met docent is wel erg close 31. Onvoorbereide korte test 35. Gezicht om te lezen 36. Handvat voor tweede fase 37. Deze afkorting van een maand staat niet uit 39. Derde klassieke taal 40. Het extra Engels van deze stad leidt tot CAE 42. Tegenover lectuur staat? 44. Leerling van Socrates en leraar van Aristoteles 46. Tweehoofdige als schoolkrant 49. Recyclen van perkament is een column waard 51. Korte proef van bekwaamheid, met een pen 54. Nieuw vak met Latijn en KCV geïntegreerd 55. Kleine ruimte voor sport 58. Wie, waar, wanneer? 59. De ruimte onder de gymzaal is er te klein voor 63. Ook de leerlingen mogen mee beslissen JOHAN 12
Wie is de auteur van deze kruiswoordpuzzel?
27
28/5 10 20/4 53 40/3 20
22 57/8 11
Letters staan in willekeurige volgorde
Vul hier het juiste woord in
oplossing pag:58 JOHAN 13
De
Reünist Eindexamen 2011
Remy Balistreri JOHAN:Mensen
Tekst: Remy Balistreri
De Reünist
Gevormd door het JdW Terugdenkend aan mijn tijd op het Johan de Witt-gymnasium komen er direct drie dingen in mij op: ik was altijd te laat, ongelofelijk eigenwijs en steevast in de weer met stukjes schrijven. In drie jaar tijd is er niets veranderd. Mijn schooltijd was bovengemiddeld lang – zeven jaar. In de vijfde klas bleef ik zitten, maar ik geloof niet dat de oorzaak daarvan in mijn capaciteiten lag. Tekendocent Leo Akkerman omschreef mij na het eindexamen in het jaarboek als een ‘multi-talent met eigen prioriteiten’. Misschien klopt het. Veel drukker dan met Franse woordjes of wiskundesommetjes was ik met dingen náást de lessen: leerlingenraad, toneelstukjes, medezeggenschapsraad, sinterklaasvieringen en zeven jaar lang de Janus, de schoolkrant waar ik drie jaar lang hoofdredacteur van was. JOHAN 14
Zeven jaar Johan de Witt dus. In ieder geval tot mijn eigen plezier, maar ik kan me genoeg voorvallen herinneren waarin ik het (vaak beginnende) docenten behoorlijk lastig heb gemaakt. Daar kijk ik niet met trots op terug, maar het hoorde voor mij wel bij de school. Assertieve leerlingen, karakteristieke docenten en soms wat scheve verhoudingen. De kleinschaligheid van de school heeft me gevormd. Ik ben ervan overtuigd dat ik in een grote onderwijsfabriek nooit het zelfvertrouwen had gevonden om zoveel buitenschoolse activiteiten op te pakken en op zoveel verschillende vlakken talenten te ontplooien. JdW’ers zijn getalenteerde mensen. Kleinschaligheid biedt ruimte en creatieve denkers hebben ruimte nodig als uitvalsbasis. Iconische docenten als Sormani, Meerkerk en Van Diepenbrugge gaven de school en de lessen extra schwung, onmisbaar voor een eigenwijs gymnasium.
'zelfvertrouwen gevonden en talenten ontplooid'
Van twee dingen weet ik zeker dat ik ze op het Johan de Witt heb geleerd: schrijven en praten. Niet het fysieke spreken, maar het overtuigen en het redeneren. Voor een kind dat op de basisschool zo onbehoorlijk stotterde, dat het uitspreken van de eigen naam een minutenlang durende crime kon zijn, ben ik opvallend veel in ‘sprekende functies’ terechtgekomen. Naast mijn studie geschiedenis in Utrecht heb ik een tijdlang in het voortgezet onderwijs gewerkt en werk ik momenteel als gids op de Domtoren en bij de Universiteit Utrecht en als docent bij ToBe. Misschien waren het de debaturen tijdens de lessen Nederlands, of de onvermijdelijkheid van het voorzitten van vergaderingen en afnemen van interviews toen ik eenmaal hoofdredacteur van de Janus was. Waarschijnlijk een combinatie van factoren, waarin medeleerlingen en docenten constant het idee hebben gegeven dat er ruimte was voor ieders persoonlijke ontwikkeling. Vanaf de vierde klas ging ik in de zomermaanden aan de slag in het Wantijbad. Echt sportief was ik niet, assertief en gemotiveerd inmiddels wel. De stotterende en wat wereldvreemde brugklasser van vier jaar daarvoor, bleek in staat orde te bewaken in een druk openluchtzwembad JOHAN 15
zonder kanonnenvoer te worden voor de hordes verhitte bezoekers. Een overwinning, waar zes jaar later de vruchten nog van worden geplukt. Want hoewel ik intussen in Utrecht woon, kom ik nog ieder jaar terug om te ‘badmeesteren’. In februari 2013 begon ik bovendien met een project waarbij mijn Johan de Witt-vaardigheden goed van pas kwamen: aan de hand van uitvoerig archiefonderzoek en talrijke interviews met betrokkenen schreef ik De slag om het zwembad; een boekje dat de geschiedenis van het Wantijbad als sociaal monument in Dordrecht beschrijft (slechts € 9,95 bij de boekhandel of bij het zwembad). Afgelopen mei kwam het uit. Mijn oude geschiedenisleraar Kees Vos vond ik bereid de boekpresentatie te ‘moderaten’. Wanneer we elkaar die middag voor het eerst in lange tijd ontmoetten, lijkt hij trots. De passie en nieuwsgierigheid die zo noodzakelijk zijn voor het schrijven van een boek, zijn rechtstreeks terug te voeren op mijn tijd op het Johan de Witt: schrijfvaardigheid was vanaf de eerste klas een belangrijke oefening in de lessen Nederlands.
'passie en nieuwsgierigheid' Een eigenwijze school, scheve verhoudingen. Een beetje losgeslagen leerlingen ook, kan ik me herinneren (al viel ik zelf geloof ik wel mee). Niet zelden lurkten tweedeklassers tijdens Vossiusfeesten in het Dolhuis of de Pontonnier vrolijk aan een biertje of een bacardi-cola. Dit was weliswaar officieel verboden, maar met het publieke geheim leek niemand echt moeite te hebben. Tijdens de Vlaanderenreis in de derde klas was een aantal klasgenoten zo inventief om de platen aan het plafond van de slaapzaal te verplaatsen, zodat daar een fraaie drankvoorraad kon worden opgetrokken. Toen aan het einde van de reisweek lang niet al onze drank op was, werd een boodschappentas met volle flessen drank op de slaapkamer van de docenten bezorgd, met de vriendelijke tekst 'Bedankt voor het oppassen!'. Twee jaar later, onderweg in de bus naar Rome, bezorgde een drugshond bij de Zwitserse grens voor een hoop samengeknepen billetjes bij de leerlingen. Het was een gekke tijd, we deden gekke dingen, maar zijn waarschijnlijk toch allemaal wel redelijk terecht gekomen.
'creatief, trots en eigenzinnig' De toekomst dan. Volgend jaar begin ik aan mijn masters: eerst historische internationale betrekkingen, dan de opleiding tot leraar geschiedenis. Mocht het Johan de Witt ooit een docent geschiedenis zoeken, sluit ik niet uit te zullen solliciteren. Kees Vos vertelde op mijn boekpresentatie dat geschiedenis vooral relevant moet zijn. Die wijze les neem ik ter harte en er komt voorlopig geen nieuw boekje. Maar de talenten en de nieuwsgierigheid die het Johan de Witt me hebben gegeven, raak ik niet meer kwijt.
Certamen Ciceronianum Arpinas Cicero-concours O Cicerone Vertaalwedstrijd Latijn
JOHAN:Reportages Tekst: Charlotte de Beus en Laurens Hamm
In mei hebben wij (Charlotte en Laurens uit klas 5) meegedaan aan het Cicero- concours, een vertaalwedstrijd voor Latijnliefhebbers in Arpino. Voordat wij mee mochten doen aan dit grote evenement in Italië moesten wij eerst deelnemen aan een selectiewedstrijd op school. Nadat we op 6 januari meer dan een blokuur lang een aantal multiplechoicevragen hadden gemaakt en een tekstfragment van Cicero hadden vertaald, moesten we in spanning de uitslag thuis afwachten. Diezelfde avond nog kregen wij beiden een telefoontje van meneer De Hoon met het bericht dat wij de gelukkigen waren! We moesten meteen onze gegevens doormailen, zodat de vliegtickets direct geboekt konden worden. Vanaf dat moment begonnen onze serieuze voorbereidingen. Wij hielden ons vooral bezig met het studeren op en vertalen van teksten van de hand van Cicero. Niet alleen redevoeringen en brieven, maar ook de meest onbekende filosofieën kwamen aan bod. Marcus T. Cicero is vanzelfsprekend een bekende naam op ons gymnasium, een naam die wij al vanaf de eerste klas jaar in jaar uit hebben gehoord. Het was een fantastische ervaring om mee te doen aan dit bijzondere Certamen; een van de grootste (Latijn-) vertaalwedstrijden in Europa! Samen met dertien andere nationaliteiten hebben wij niet alleen vier dagen in Italië doorgebracht, maar hebben wij samen met alle andere studenten dezelfde tekst vertaald. Het is ongelooflijk om je voor te stellen dat iedereen door het ‘Latijn’ samen wordt gebracht en dat iedereen zich dusdanig in Latijn interesseert. De wedstrijd en de tekst zelf sloten mooi aan bij onze lessen Latijn, geschiedenis en KCV. Ook de activiteiten rondom het vertalen waren een verrijking voor onze klassieke achtergrond. Na vier en een half uur geconcentreerd vertaald en becommentarieerd te hebben, konden wij even stoom afblazen in de prachtige omgeving. De vrijdagochtend van de vertaalwedstrijd werd vervolgd met een excursie naar de Acropolis van Arpino en afgesloten met een boeiende toespraak over het Certamen, op een speciale locatie in het stadje. Midden in Arpino op het centrale plein, hebben wij toen ook nog de antieke resten van het originele marktplein kunnen aanschouwen. Plus de overblijfselen van een weggetje waarop de grote Cicero zelf gewandeld heeft. Prachtig.
Er zijn heel wat merkwaardige dingen gebeurd in zeven jaar. Ik herinner me het leerlingdocentencabaret tijdens een lustrumviering waar ik tijdens een komisch bedoeld nummer plechtig zwoer geen gemeenschap te willen hebben met de toenmalige rector (de basis van deze sketch was ‘Andries Knevel’ van Brigitte Kaandorp, voor u vreemde dingen gaat denken…), rookbommen in het toch al vergane gebouw aan de Oranjelaan, lesuren waar meer gelachen dan gewerkt werd, Vossiusverkiezingen waar rodeostieren, suikerspinnen en bekende DJ’s gelijktijdig de stem van de brugklassers probeerden binnen te slepen, maar vooral één constante: JdW’ers – leerlingen én docenten – zijn creatief, trots en vooral eigenzinnig. De eigenwijsheid die nodig is voor het schrijven van een boekje, voor het aannemen van uitdagingen en voor het verleggen van je grenzen is veel meer dan welke feitelijke kennis dan ook een deel van je vorming als gymnasiast.
'een boeiende toespraak op een speciale locatie' Zaterdag sloegen we een andere weg in; we lieten de klassieke oudheid even achter ons en bezochten het Poolse oorlogsmonument. In de middag volgde nog een excursie naar het beroemde klooster Monte Cassino. Door diverse rondleidingen in het Engels konden wij alle informatie gelukkig goed opnemen en het hele programma prima volgen (er werd een hoop Italiaans gesproken in ons hotel, aangezien wij er met zo’n twintig Italiaanse deelnemers zaten: deze Italianen konden we helaas niet altijd even goed volgen). Zondag werd geopend met de prijsuitreiking, een echt spektakel! Wij hadden nooit gedacht dat dit Certamen zo bijzonder was in Italië. Een goed gevuld plein met politici, Rai Uno (nationale televisie), militairen, politieagenten en professoren. ’s Middags kwam het moment van afscheid nemen en begon ons ‘extra’ dagje: Rome. Een soort Romereis 2.0. Bedenkend dat de Romereis al vol zat met bezienswaardigheden, hielden wij het niet voor mogelijk om in één extra dagje nóg meer te zien van Rome: zelfs dingen waarvan we nog nooit gehoord hadden van meneer Barendregt (onze KCV-leraar). Wij kunnen nu, terugkijkend op dit werkbezoek, met zekerheid zeggen dat wij echt veel ervaringen hebben opgedaan. Het blijft een mooie reis en wij zijn heel blij dat de school deze mogelijkheid aanbiedt aan haar leerlingen. JOHAN 16
JOHAN 17
JOHAN in gesprek met docent Latijn en wiskunde, mevrouw Tonino
Het kwam door de intensieve bijlessen Latijn die ik gaf, dat de uren van een kleine onvervulbare vacature op school aan mij werden toevertrouwd. Zo is het gekomen…’
Uw leeftijd? Ik ben 54 jaar Heeft u partner/kinderen? Wel getrouwd, geen kinderen Hoe lang bent u al verbonden aan het JdW? Sinds 1985
Mevrouw Tonino, een warm welkom in JOHAN! Wilt u ons plezieren met een nadere kennismaking ‘u, van toen tot nu’ in vogelvlucht? ‘Een studie wiskunde was bijna vanzelfsprekend voor mij. Maar de informatie- en communicatietechnologie, waarin destijds veel medestudenten terecht kwamen, voelde voor mij niet goed. Ik was vol levenslust, en raakte gaandeweg enthousiast voor het onderwijs. Ik wilde alles daarin meemaken. Wat me vooral aantrok? Het omgaan met kinderen in de eerste plaats, maar ook het werken temidden van boeiende collega’s. En midden in het leven staan…
‘Het gaat niet om mij’ JOHAN:Mensen
Dat was toen. En nu? Nog altijd voel ik mij bezield voor de onderwijswereld met alles erop en eraan. Ik ben volstrekt niet teleurgesteld in mijn verwachtingen. Wel ben ik altijd blijven studeren. Ik blijk eigenzinnig te zijn in mijn ontwikkeling: ik volg zelden standaardnascholingscursussen, maar stop niet met mijzelf in de breedte (figuurlijk dan) te ontwikkelen.’ U geeft les in Latijn en in wiskunde. En naar wij vernamen ook in Grieks. Een opmerkelijke combinatie.
DOCUMENT DOCENT
Document docent
Interview & fotografie: Simone van Nes
JOHAN 18 26 JOHAN
‘Ach, zo bijzonder vind ik dat niet. Soms loopt het zo in het leven... Die wiskunde, dat is duidelijk. Daarin ben ik afgestudeerd. Maar mijn behoefte meer te leren en bestuderen bleef. Tussen 1987 en 1992 was dat theologie. In deze studie, zeker in de rooms-katholieke richting, zit veel Latijn en Grieks. Daarna ‘dook’ ik in de kerkmuziek, en behaalde op dit terrein enkele certificaten van het conservatorium. Deze kerkmuziek, daterend uit vroeger tijden, bestaat grotendeels uit Latijnse teksten. Omdat de teksten in programmaboekjes bij liturgie en concerten vertaald moeten worden, en ik sowieso toch altijd wil weten wát ik zing, deed ik al snel de meeste vertalingen. JOHAN 19
‘Ik dook in de kerkmuziek’ Theologie, mevrouw Tonino? ‘Ik ben van huis uit rooms-katholiek opgevoed. Tijdens mijn studie was het naar de kerk gaan, laten we zeggen, ‘niet gebruikelijk’, en ik paste mij daarin aan. Op de een of andere manier wordt dan ‘het niet naar de kerk gaan’ gewoon en is het bepaald niet vanzelfsprekend de draad op te pakken. Het was op een zondagochtend, ik woonde al enige tijd in Dordrecht. En daar hoorde ik het: het luiden van de kerkklokken. Inderdaad, dat zegt u goed, de klokken riepen me, nodigden me uit te komen. Het waren de klokken van de Sint Antoniuskerk. Ik ging, om nooit meer weg te blijven…’ En die studie? ‘Studeren hoort bij mij, ik zoek de verdieping. Ik had in die tijd het gevoel dat ik een gebrek had aan kennis over alles wat verband houdt met God. Het leren van Hebreeuws, het duiden van de religie in onze cultuur, het begrijpen van de liturgie, alles voelde als een verrijking. Ik was toen, en ben nog altijd kritisch op mezelf. Als ik mezelf heel belangrijk ga vinden, dan botst dat met anderen. Liever ben ik minder belangrijk, en gun ik ieder de ruimte. Mijn geloof is mijn inspiratiebron.’ Mevrouw Tonino, ú bent een inspiratiebron! Mevrouw Tonino lacht, zwijgt, lacht weer. ‘Wat ik u al zei, het gaat niet om mij. Het draait niet om eigen status. Voor mij is iedereen even waardevol. Dat vind ik terug in mijn geloof. Als ik me geliefd voel door God, dan mogen de anderen dat ook voelen. Ik bid ook voor leerlingen, voor mij zijn zij waardevolle kinderen.’
Nu is JOHAN even stil…
We weten van uw liefde voor Gregoriaanse muziek en zang. U onderkende de schoonheid en waarde? ‘Ja, iedere week repeteren we in het koor enkele stukken en ik krijg er steeds weer energie van. Als ik moe ben, dan lukt het toch om die gezangen vol overgave te zingen en te studeren. Heerlijk! Je bent in het hier en nu verbonden met de kerkmuziek die een geschiedenis kent van vijftien eeuwen. Dat maakt je klein én groot tegelijk.’ Terug naar school. Het klinkt in de wandelgangen: ‘Mevrouw Tonino is verknocht aan het JdW’. ‘Dat klopt wel, na een half jaartje uitproberen in Goes kwam ik gelukkig bij het JdW werken. Aan mij zal het niet liggen, dat ik mijn pensioen hier haal! Overigens samen met Marc de Hoon, die slechts enkele maanden jonger is dan ik. We zijn gelijk begonnen en willen gelijk eindigen, hebben we afgesproken. Ik heb er wel eens over gedacht om in scholen in bijvoorbeeld de Afrikaanderbuurt in Rotterdam te gaan werken, omdat daar een groot gebrek aan bevoegde docenten was (een paar jaar geleden in ieder geval), maar ik heb de stap nooit kunnen zetten.’
beoefenaars van welke kunst dan ook hebben altijd een podium nodig en een publiek. Wij als docenten zijn dan ook enthousiaste beoefenaars van deze kunst en de meeste van onze leerlingen zijn ons publiek.’
Een voorbeeld?
‘Wiskunde is kunst’ Die hebben we vast. En de combinatie van wiskunde met eeuwenoude verhalen in Latijn en Grieks? ‘De analyse van problemen in de wiskunde en de analyse van teksten hebben wel degelijk een verwantschap. Op basis van deze samenhang moeten we van goede bètaleerlingen goede taalleerlingen kunnen kneden, die hun weerzin tegen het vertalen laten varen. Zelf vind ik van heel wat oude teksten de inhoud buitengewoon boeiend. Zeker wanneer je bedenkt, dat bepaalde menselijke emoties al zoveel eeuwen geleden zó treffend verwoord zijn.’
We nemen de lezer even mee naar JOHAN editie 2-3. Het artikel Wijs in Onderwijs handelt over wiskunde. Uw woorden:
‘Neem de verbeelding van haat, liefde, jaloezie, agressie, vriendschap en trouw. Deze is – ook voor ons – nog direct te begrijpen. Dit blijven actuele thema’s, voor iedere generatie opnieuw. Ik heb dit jaar aan derdeklassers zo heel wat zaken kunnen uitleggen aan de hand van Griekse teksten: pedofilie, homofilie, sarcasme over de positie van de vrouw, retoriek; bijna te groots voor veertienjarigen, maar het moet toch ééns beginnen? En wat is er nu mooier dan dit uitleggen aan de hand van oude teksten? Aan de andere kant: bij wiskunde in de brugklas probeer ik de leerlingen uit te leggen dat het niet gaat om het antwoord, maar om het aanleren van strategieën die je, mits je ze goed eigen hebt gemaakt, zeer van pas komen bij veel moeilijker zaken. Dat heeft in dit stadium met leerdiscipline te maken. De leerlingen moeten van mij aannemen, dat ik het ze niet onnodig moeilijk maak (ze ‘zien’ het antwoord vaak nog wel uit hun hoofd, maar daar heb ik niets aan), maar dat deze oefening in strategieën nuttig wordt. Soms zijn ze hier wel te eigenwijs voor, helaas! De overeenkomst is natuurlijk weer, dat het werkgeheugen eerst moet worden volgestopt met basiskennis, of het nu woordjes zijn of notatie-voorschriften!’ U heeft veel op met Galileo Galilei: het universum is als een boek, geschreven in de wiskundige taal? ‘Wiskunde is de enige wetenschap, naast de oude kunsten, die er al is en die alleen maar ontdekt hoeft te worden. Je hoeft niets in elkaar te knutselen, geen experimenten te doen, niets dubbel te checken, of dubbelblind te onderzoeken, het klopt gewoon en je hoeft alleen maar de volgende conclusie te trekken uit wat anderen reeds hebben opgeschreven. Prachtig toch?’
‘Een van de oudste vakken in het onderwijs is de Ars Mathematica, de wis-kunde, letterlijk uit het Grieks: met lust tot leren, leergierigheid, wetenschap.’
En die oude kunsten? Deze JOHAN staat in het teken van Taal & Kunst. We citeren verder:
‘Het gezegde is, dat het beeld al in het marmer zit en er door de beeldhouwer alleen maar uit hoeft te worden gehaald. Dat is in wezen precies hetzelfde.’
‘Wiskunde is inderdaad een kunst. Kunsten kennen liefhebbers en professionele beoefenaars. De professionele
Mevrouw Tonino vervolgt, wij luisteren: ‘Wat betreft het universum: iedere voorstelling ervan is noodzakelijkerwijs een model van de werkelijkheid. Wanneer weten we het zeker? Nooit! Stephen Hawking kan met zijn enorme JOHAN 20
JOHAN 21
concentratie, die vast zo groot is, omdat hij zich niet kan bewegen, heel ver komen in het bedenken wat er in die eerste milliseconde zou moeten zijn gebeurd en zelfs wat daarvóór ‘was’, maar hij kan het niet bewijzen in de wiskundige zin van het woord. Als wiskundige weet je het dus nooit ‘zeker’. Dat maakt voor mij iedere verklaring even plausibel: of het nu om scheppingsverhalen gaat, intelligent design, of de oerknaltheorie. Deze kunnen gewoon naast elkaar bestaan. Zélfs kan ik leven met het idee van de oude Germanen (die waren het toch?), dat sterren aan de hemel vuurtjes zijn die kampplaatsen van de helden voorstellen of zo. Het enige argument dat er voor míj toe doet, is of ik er bestaanszin aan kan ontlenen. Dat is de enige reden om buiten de wiskunde te treden. Ik heb er jaren geleden nog een keer een lezing bij de promotie in de Grote Kerk aan gewijd, met als titel: Het fundamentalisme van de fundamentele deeltjestheorie.’
‘Kan ik er bestaanszin aan ontlenen?’ ‘Taal & kunst’. Wat roept het thema van deze JOHAN bij u op? ‘Over sommige dingen van mezelf blijf ik me verbazen: het lezen van gedichten is nooit een sterke kant geweest, maar ik ben daar steeds meer aandacht voor gaan krijgen. De keuze voor het juiste woord op de juiste plek in een gedicht, het is kunst voor mensen die daar tijd en aandacht voor hebben en niet alleen snelsnel willen lezen. Kennelijk ben ik wat rustiger aan het worden, zal wel iets met de leeftijd te
maken hebben... Taal is de basis van bijna alles, maar bij kunst gaat het om meer: gevoel, gewaarwordingen, emotie. Naar mijn mening is niet alles onder woorden te brengen. Je kunt wel alles in woorden beschrijven, maar dat is niet hetzelfde. Een docent filosofie zei ooit tegen mij, dat je ten diepste in taal denkt. Maar dat bestrijd ik. Als je reflecteert, doe je dat in taal, maar vóór je reflecteert hoef je nog geen taal te hebben. Bewust denken doe je dus wel in taal, maar dat is lang niet alles wat je in je hoofd voelt omgaan.’ Muziek is kunst. In de muziek worden emoties en levenservaringen ‘uitgebeeld’ in woorden en klanken. Strookt deze stelling met uw visie? ‘Nee, dat is maar de helft. Muziek is niet alleen de manier om emoties en ervaringen te verbeelden, of beter: te verklanken, maar minstens zo belangrijk is de functie van muziek om juist gevoelens op te roepen, dus als voertuig
te dienen om gevoelens en ervaringen toe te voegen die je eerst nog níet had. In de kerkmuziek gaat het gezegde: Zingen is dubbel bidden. Iets wat je in woorden, in een gesproken gebed, kunt zeggen, krijgt een veel intensere lading wanneer je hetzelfde zingt. Dat is de basis bijvoorbeeld van het reciterend zingen in het Gregoriaans. Maar ook in profane muziek: als ik met een muziekstuk bezig ben, ga ik de schoonheid ervan steeds beter inzien en roept het stuk emoties op die ik eerst nog niet bij dit stuk had. Door het bezig zijn met muziek die harmonisch en melodisch nogal heftig kan zijn, kríjg ik die gevoelens ook, hoewel ik niet bepaald iedere dag zo stormachtig bewogen ben. Wil ik die gevoelens dan ook wel? Ja, het voegt wel iets toe aan mijn verder nogal rationele levenskunst... af en toe een beetje opgeschud worden.’
‘Heftige muziek schudt gevoelens op’ Getroffen… in het hart! Dat is wat JOHAN voelt na het gesprek met deze JdW-docente. Zeldzaam, de wijze waarop zij haar ongekunstelde woorden zoveel betekenis meegeeft.
H.A. Lorentzstraat 120
Zwijndrecht 078-6127088 www.pianoselect.nl
e-mail:
[email protected]
Specialist in occasion Yamaha piano’s & vleugels Openingstijden: maandag: dinsdag: woensdag: donderdag: vrijdag: zaterdag:
gesloten 10:30 - 17:00 uur 10:30 - 17:00 uur gesloten 10:30 - 17:00 uur 10:30 - 17:00 uur
e n t ar
d rJ
P
Mevrouw Tonino is mede-inspirator van de onlangs gehouden Klassieke Avond op het JdW. Het geschenk van de Oudervereniging, een werkelijk prachtige vleugel, werd officieel ingewijd.
JOHAN 22
W
o n pia
t c e rp oj
BUDGET BUDGET BUDGET LIVING BUDGET retro BUDGET BUDGET HUISINRICHTING
JOHAN:Column
Contumelia
voor een budget prijs
Ga je binnenkort studeren? Kamer inrichten?
by Studentenshop
antiek tweedehands
vintage
art-deco
design
Papendrechtsestraat 14 - 3313 CT Dordrecht Openingstijden: ma 13:00 - 17:00 uur. do,vr,za, 10:00 - 17:00 uur
www.studenten-shop.nl
Taalkunst, kunsttaal, whatever... Men ging er in bepaalde kringen van uit dat elke medewerker van het gymnasium wel enige vorm van kunst zou verzamelen. Dat het les geven aan zo’n school equivalent zou zijn met het uit allerhande hoeken inzamelen van kunstvoorwerpen, naakten, schilderijen, tuba’s, granieten rechthoeken, van Singaporees katoen geweven keukenschorten, gravures met pikante taferelen, Rietveldstoelen en nog vele andere objecten. Zo van: hou je van Grieks en Latijn, dan zul je wel kunstminnaar zijn. Helaas. Contumelia verzamelt geen kunst, en dat is werkelijk een gebrek in de mens achter de dus feitelijk gemankeerde Contumelia. Zo voelt het ook en eigenlijk maakt dat van Contumelia een mens van een mindere soort , een soort van Untermensch. Het is alsof het etiketje op Contumelia, met het woord gymnasium erop, losgelaten heeft, naar de grond gedwarreld is en een eigen leven is gaan leiden. Alsof het nu bijvoorbeeld op de grond vastgeplakt zit. Waar iedereen met zijn gore pootjes overheen stekkert, zodat het ook niet echt goed meer te lezen is, het woord gymnasium. Het gymnasiale is eigenlijk meteen weg bij Contumelia en diepe schaamte kan zijn allesverslindende werk gaan doen. Het bovenstaande had ik in een melancholische bui kunnen opschrijven, maar ik heb dat niet gedaan. Daardoor kunnen jullie het dus ook niet lezen, en het vervolgens geestelijk en eventueel administratief verwerken. Dit is een merkwaardig soort transitio aan het worden, merk ik nu terwijl ik dat zo neerschrijf. Aan de andere kant schijnt het gebruiken van stijlmiddelen, waaronder de transitio, een welbeproefd middel te zijn om taal te verfraaien. Om minimaal datgene wat je wilt betogen scherper, aantrekkelijker, interessanter en dus nadrukkelijker voor het voetlicht te brengen. Te accentueren noemen mensen dat ook wel, zeker leraren. En dan ontstaat er toch iets artistieks, iets esthetisch verantwoords, zo omschrijft althans menig leerling lichtelijk naïef het doel van het toepassen van stijlfiguren, badinerend wel stilistische trucjes genoemd: het mooi maken van taal. Alsof die dat al niet is, mooi. Alsof er zich in het hoofd van een willekeurige schrijver een doos met duizend laatjes bevindt waarvan hij er naar believen eens eentje opentrekt om een stijlmiddel in zijn tekst te frutten.
‘superrubber in de diepvrieskist’ Diezelfde leerling is, of vindt zich, vaak in de exacte vakken behoorlijk begaafd en dan is dat zogenaamd een excuus om weinig met taal te hebben, om taal niet mooi te vinden of lelijk, of interessant of verbluffend. Alsof exacte wetenschappers taal ook alleen maar misbruiken voor het poneren van briljante ideeën als x2 maal y2 ≠ z6 en het verbreiden van nog briljantere uitvindingen zoals de Brownie camera of het zelfs bij min 196°C te gebruiken superrubber (handig voor seks in de diepvrieskist, denk ik dan), maar zich voor de rest verre houden van het meest basale culturele kenmerk van elke mens. Natuurlijk niet! Iedereen bedient zich van taal. En omdat er altijd wel verschillen van inzicht kunnen zijn als mensen zich van meer talen bedienen dan één is het handig dat er ook een kunsttaal is, meerdere zelfs. Esperanto is in 1887 geïntroduceerd door L. Zamenhof en sinds 1952 officieel erkend. En is taalkunst nou zoveel anders dan kunsttaal? Bela peco de teksto sur la arton de lingvo estas aprezata ĉie. Klinkt prachtig toch? Zelfs zonder stijlmiddel.
JOHAN 25
Contumelia
VLAANDEREN
Rondje Europa
logboek van de schoolreizen
Een Vlaamse Odyssee JOHAN:Reportages
Tekst en foto's: Tim Groeneweg en Kevin Tittel (3B), Tim Snoeren en Meryem Gecici (3C), Julia den Houter (3D), Ashley Chen, Rebecca Wintels, Lotte van der Zee en Sophia Wijnman (3E), C. Kuipers, begeleider
Die dinsdagochtend stonden wij op de parkeerplaats van het Halmaheiraplein, in de brandende zon. Er stonden busjes voor de bagage. Er werd gepraat en afscheid genomen en gewacht tot alle bagage was ingeladen. We vertrokken om kwart over negen. De fietstocht begon goed: in het eerste kwartier al twee keer stoppen wegens vallende spullen en vallende mensen. Het was erg zonnig, wat fijn was voor het fietsen, maar je moest je wel goed insmeren en veel drinken onderweg. Na een uur fietsen in het warme weer waren we al een beetje moe. Eindelijk kwamen we aan in Oudenbosch voor de eerste stop. Daar heb ik lekker kibbeling gegeten, gewoon omdat het kan.
Na onze stop reden we dieper Brabant in en prompt klonk de speaker van Stijn: Guus Meeuwis met ‘Brabant’, natuurlijk op repeat. Een gevalletje lekke band dwong ons tot stoppen. Het lek bleek niet te dichten en er moest een leenfiets uit de bezemwagen aan te pas komen.
‘gevalletje lekke band’ De tocht ging rustig verder. Bij de volgende pauze werd gezocht naar een winkel met iets eetbaars. We aten ijsjes tussen de welriekende
zo prachtig vanwaar wij reden. Aangekomen bij ons hostel werden de kamersleutels overhandigd. Wij verkenden onze kamers, en werden gerustgesteld door wat wij zagen: mooie badkamers en degelijke bedden. Voor rust was echter geen tijd want om zeven uur gingen wij eten. Erna kleedden wij ons om voor het avondprogramma.
‘noem ons ‘rebels’’
Eén deel van de groep liep richting een vreemd uitziend gebouw, het andere deel ging met meneer Vos een stadswandeling maken. Het vreemde gebouw bleek een ingang naar de tunnel onder de Schelde te zijn. Eenmaal aan de andere kant liepen we naar een midgetgolfbaan. Tijdens het midgetgolfen kwam plots een schip met zure appelen (Rotterdams voor: er komt slecht weer aan). Terwijl de hemel haar tranen liet vloeien en de wolken vochten, dacht ik dat het leuk zou zijn als ik de goede manier van squatten aan mijn vrienden zou showen. Helaas scheurde ik uit mijn broek. De stadswandeling viel voor ons in het water.
Toen we eindelijk de tunnel uitkwamen, zagen we dat het intussen hard was gaan regenen. We bleven met zijn allen onder het dakje voor de tunnel wachten tot de regen zou stoppen. In plaats van stoppen begon het alleen maar harder te regenen en soms zag je zelfs een bliksemschicht. Een avond gezellig midgetgolfen zat er voor ons helaas, in tegenstelling tot de andere groep, niet meer in. Moe van de reis en het avondprogramma kwamen we bij het hostel aan. Hoewel het niet mocht, noem ons ‘rebels’, slopen leerlingen van kamer tot kamer om te logeren. Nadat we daar genoeg van hadden gingen we slapen. Uiteindelijk kwamen de leraren rond twaalf uur naar de kamers om te kijken of iedereen ging slapen en werd het stil in de jeugdherberg.
Op dezelfde tijd wandelden wij (van de andere groep) onder leiding van meneer Vos een tijdje door Antwerpen, tot we bij een kerk stopten. Meneer Vos vertelde (voor zijn doen) kort wat over de kerk en zijn geschiedenis. Hierna liepen we door en stopten bij een andere kerk. Ook hier werd wat over verteld en meneer Vos wilde graag naar binnen, maar jammer genoeg was er een mis aan de gang. We liepen door en gingen de Sint-Annatunnel in. Deze tunnel is 570 meter lang en je moet met een lift naar beneden. Normaal kan dat ook met roltrappen,
Om zeven uur ’s ochtends werden we gewekt om ons klaar te maken voor het ontbijt en voor ons tripje naar Brugge! Bij het ontbijt was er keuze genoeg. Om half negen liepen we naar de bus en na anderhalf uur rijden kwamen we aan in het mooie Brugge. Over een sprookjesachtige brug liepen we de knusse stad in. Op de Grote Markt kregen we de opdracht om een gebouw na te tekenen. Later zou de winnaar bekend worden gemaakt
lavendel in de smeulende zon. Onze odyssee vervolgend ondervonden we geen hinder. Wat last van de benen later kwamen wij aan bij de derde stop. Wij reden langs een terras en kwamen Michael Boogerd tegen. Hij zat daar een biertje te drinken met een andere bekende onbekende. Alleen herkend door de ouderen nogaltijdjongeren (Tim, het was de nóg betere wielrenner Erik Breukink). Na het laatste, vermoeiende stuk trappen door het pittoreske Vlaanderen kwamen wij aan in Antwerpen. Een prachtige stad, doch niet JOHAN 26
maar deze deden het niet. In die tunnel was het wat kouder en een beetje muffig. Logisch, het was namelijk ongeveer dertig meter onder de grond.
JOHAN 27
en een prijs verdienen! Veel mensen hadden de tekening nog niet af, maar de deadline was: vóór het avondeten. Na het intensieve tekenen gingen we naar de Onze-LieveVrouwekerk. Deze werd gerestaureerd. Daarna liepen we helemaal naar het Sint-Janshospitaal (aan de overkant), wat tot een museum is gemaakt. Vroeger was het een ziekenhuis (en een klooster). De nonnen verzorgden de mensen die eigenlijk gewoon langzaam dood gingen. In het museum kon je schilderijen en operatiegereedschappen aanschouwen. Ook mochten we luisteren naar de verhalen van meneer Kooijman en meneer Vos over een paar historische kunstwerken. Na een geschiedenislesje in het Memlingmuseum kregen we vrije tijd in Brugge. We hebben lekker friet en heerlijke wafels gegeten en souvenirs gekocht. Vooral de wafels waren een hoogtepunt van de dag. Tussen het ene grote en het andere grote plein zat een klein afhaalpuntje tussen alle chocoladewinkels verstopt; de meeste leerlingen konden het wel vinden, omdat er zich een steeds langere rij van Johan de Witt-leerlingen begon te vormen. Wafels met chocolade, met aardbeien, noem maar op; het was er voor een niet al te hoog prijsje. Daarna gingen we met de bus terug naar Antwerpen.
‘lesje geschiedenis in Memlingmuseum’ Na het eten in de herberg: friet met stoofvlees, waarbij ook nog couscous genomen kon worden, wachtte ons het avondprogramma: de sportavond. Meneer Boelsma en meneer Westdorp hadden tien spellen voor ons bedacht, die elke groep zou gaan doen. Aanvankelijk had niet iedereen er even veel zin in, maar dat kwam vooral omdat je zelf de teams niet mocht samenstellen. Je werd ingedeeld bij jaargenoten die je meestal niet heel goed kende, waarschijnlijk om meer contact te maken. Dat laatste namen de leraren wel heel serieus. De sportavond bestond namelijk uit een aantal onderdelen, waarvan een paar nogal intiem. Zo moest je bijvoorbeeld een balletje onder je kin klemmen en – zonder handen te gebruiken – doorgeven aan de ander die hetzelfde moest doen. Verder kwamen er dingen voorbij als touwtrekken, touwtjespringen, frisbeeën, voetballen, een quiz waarbij je naar het juiste antwoord moest rennen, enzovoort. Alle spelletjes (met uitzondering van een ‘rupsspel’ waarbij je
Tekst: C. van Andel met medewerking van Niels van Son, Veerle Kuiper en Bo van de Ven
met je knieën over het gras moest kruipen) waren echt leuk en gezellig en het is echt meegevallen. Uiteindelijk was het een heel leuke sportavond!
‘driftig gepuzzeld’ Na een rustige nacht en dito ontbijt was het Antwerpendag, met diverse onderdelen op het programma, waaronder een bezichtiging van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, met verdiepende uitleg door de heren Koch en Vos bij de schilderijen ‘De Kruisoprichting’ en ‘De Kruisafneming’ van Peter Paul Rubens. De rode draad werd gevormd door een puzzeltocht waarvan de antwoorden in de kathedraal en in het Museum Aan de Stroom gevonden konden worden. Er werd door velen driftig gepuzzeld, antwoorden bij de heren Vos en Kuipers gecheckt en de winnaars wonnen bijna letterlijk met een neuslengte voorsprong. Ook de donderdag kende een avondprogramma: bowling. In een flinke hal konden de leerlingen hun strikes, spares en gutterballs gooien en voor degenen die niet konden of wilden bowlen waren er diverse andere vormen van vertier, zoals pooltafels, een airhockeytafel en een boksapparaat. We moesten de volgende dag bijtijds opstaan en een kleine honderd kilometer fietsen, dus maakten we het niet ál te laat (ahum...). Desalwelteplus viel het fietsen op de terugweg mee. Het tempo zat er zelfs zo stevig in, dat we veel te vroeg in Oudenbosch dreigden aan te komen. Aldaar zouden we namelijk met een broodje kaas en/of kroketje aangesterkt worden. Als we de tussenstops niet hadden verlengd, dan waren we wellicht in een toptijd van Antwerpen naar Dordrecht gereden. Hulde daarvoor en dank aan iedereen voor deze uiterst enerverende, leerzame en vooral gezellige vier dagen!!
JOHAN:Reportages
Berlijnreis klas 4 Maandag 19 tot en met vrijdag 23 mei 2014
Enkele dagen voor het vertrek naar de Duitse hoofdstad was de weersverwachting dermate optimistisch dat de begeleiding, mevrouw Pouw en de heren Van Beek en Van Andel, het nodig achtte in een extra brief aan de ouders op te merken toch zeker ook de zonnebrandcrème in de tassen mee te geven. Achteraf geen overbodige luxe, want we hebben de hele week fantastisch weer gehad: geen onbelangrijk ingrediënt voor een stedentrip. Over de eerste en de laatste dag van de reis valt niet veel op te merken. In ieder geval niet meer dan dat zowel de heen- als de terugreis in een goede sfeer en voorspoedig verlopen zijn. Het aanrijdinkje met een niet goed oplettende ‘Berliner’, dat een dik uur vertraging opleverde, mag geen naam hebben, want met een supermarkt in de buurt kon iedereen zich van een goede voorraad voorzien. Dag2 We begonnen dinsdag lekker vroeg met een prima ontbijt in ons hotel Kolumbus. Vervolgens vertrokken we met de bus om onze Vlaams sprekende gids van die dag op te halen. De gids leidde ons met de bus langs allerlei bezienswaardigheden van Berlijn, met af en toen een stop bij onder andere een gedeelte van de restanten van de Berlijnse muur (East Side Gallery). In de middag gingen we met de groep naar de Stasi-gevangenis (waar we op school al een film over hadden gekeken). Voor de rondleiding werd de groep in tweeën gesplitst. Er volgde een indrukwekkend verhaal over de gevangenen en het ‘leven’ in de gevangenis met allerlei absurde lichamelijke en later vooral psychische straffen. Hierna kregen we nog wat vrije tijd, waarmee we de dag mooi afsloten…
JOHAN 28
BERLIJN
JOHAN 29
Dag 3 Op de derde dag gingen we naar het concentratiekamp Sachsenhausen, het Joods monument en het Joods museum. We waren opnieuw vroeg op, want het was een flink stuk rijden. Bij het concentratiekamp werd de groep weer gesplitst. Een groep kreeg een rondleiding van een gids die Duits sprak (gelukkig was meneer Van Beek in de buurt) en de andere groep kreeg een rondleiding van iemand die, weliswaar niet zo vloeiend, Nederlands sprak. Er werd ons bij een maquette uitgelegd hoe het kamp er vroeger heeft uitgezien en wat de functie van de verschillende delen was. Vandaag de dag is er weinig meer van het kamp over; twee barakken voor Joodse gevangenen echter maken de gruwelen zeer aanschouwelijk. Het was een warme dag dus we probeerden zoveel mogelijk in de schaduw te lopen, wat wel lastig was aangezien het voornamelijk een grote open vlakte was. We zagen de barak waar vroeger de gevangenen in hebben gezeten. Veel indruk maakte het verhaal bij de overblijfselen van de gaskamers en de ovens, waar niet veel meer van over is dan de fundamenten. Het Joods Monument is een plein met allemaal blokken van verschillende groottes, in rijen waar je doorheen kon lopen. Het doel daarvan is het uitzichtloze gevoel te ervaren dat de Joden hadden in de Tweede Wereldoorlog.
Rondje Europa
'het ervaren van een uitzichtloos gevoel' Na een half uur bij dit Joods Monument zijn we naar het Joods Museum gegaan waar we een rondleiding kregen van de Belgische mevrouw die ons de vorige dag door Berlijn had geleid. Ook kregen we een stukje uitleg van meneer Van Beek. De rondleiding van de mevrouw ging vooral over de architectuur van het nieuwe gedeelte. De uitleg van meneer Van Beek handelde over de verschillende fases van de opkomst van Hitler en de gevolgen voor de Joden. 's Avonds gingen we eten bij de bowlingbaan en daarna natuurlijk ook bowlen. Het werd een erg gezellige afsluiting van de dag. Op donderdag, de laatste dag in Berlijn, zijn we ’s ochtends naar het Neues Museum geweest. Een Engelssprekende rondleidster heeft ons onder andere mummies en de beroemde buste van Nefertiti laten zien. Vervolgens hebben we
een busreis gemaakt naar Potsdam. Hier brachten we een bezoek aan het Neues Palais, waar we een Nederlandstalige rondleiding kregen. In het paleis was het verplicht gigantische sloffen over je schoenen heen te dragen, waardoor je niet meer kon lopen, maar moest glijden door het paleis. Het paleis ligt te midden van een prachtige tuin waar we in de brandende hitte (circa 33 graden) een prachtige maar redelijk lange wandeling hebben gemaakt. Hierna hebben we het centrum van Potsdam bezocht. Dit bestaat uit allerlei gezellige winkelstraatjes met huisjes die erg doen denken aan Nederlandse huizen. We kregen vrije tijd en konden dus nog even wat drinken of wat inkopen doen. Om half zes keerden we terug naar Berlijn. Hier hebben we in het Ampelmann Restaurant heerlijk Italiaans gegeten. Ampelmann is het beroemde figuurtje dat op Oost-Berlijnse stoplichten te vinden is. Het restaurant is gebouwd in de bogen van een spoorwegviaduct, en heeft een schitterend terras met strandstoelen en uitzicht op de rivier de Spree. Zowel de leerlingen als de leraren hadden het erg gezellig, vandaar dat we niet snel naar huis gingen. Tot slot zijn we met de tram terug naar het hotel gegaan, wat uiteraard helemaal gesmeerd liep…
JOHAN:Reportages
LONDEN
Tekst en foto’s: M. Ras
namens de sectie Engels
Underground and skyscrapers Londenreis 2014 Dinsdagochtend 07:00 uur. Na een laatste controle vertrekt de bus met 38 vierdeklasleerlingen en drie docenten richting Calais. De sfeer in de bus is goed en al gauw worden de smartphones naar voren bij de chauffeur gebracht om naar muziek te luisteren, en tevens zorgen enkele leerlingen voor wat plezier door moppen te tappen. Onderweg weet onze ervaren buschauffeur een file te omzeilen en komen we vroeg in Calais aan. Na de nodige paspoortcontroles kunnen we onze benen strekken en maken we van de gelegenheid gebruik om in het kleine winkelcentrum bij de Starbucks een kop koffie of iets anders te nuttigen.
Na een half uur is het tijd om de bus in te gaan en naar het perron te rijden. Wat een vakmanschap! Onze buschauffeur rijdt de bus de trein in alsof het niets bijzonders is. Eenmaal geparkeerd in het compartiment kunnen de leerlingen de bus weer uit. Sommige verkennen de compartimenten voor en achter ons, andere blijven in de buurt van de bus en groeten vriendelijk mensen die voorbij komen. Na ongeveer dertig minuten komen we in Folkestone aan. De treinreis door de Kanaaltunnel is korter dan de tijd van het inchecken en wachten bij elkaar. Zodra we richting snelweg rijden zien we aan onze rechterzijde een geoglief, the Folkestone White Horse, een prachtig figuur van een wit paard uitgehouwen in Cheriton Hill. Deze tekening op de aarde dateert uit 2003 en is gemaakt door een lokale kunstenaar als een millenniumopdracht om de regio van Folkestone aantrekkelijker te maken. Rijdend aan de linkerkant van de weg, voor een aantal van onze leerlingen een vreemde gewaarwording, zien we het glooiende landschap van Zuidoost-Engeland. Prachtige heuvels en weilanden, verscheidene kleuren groen en geel, en heel belangrijk, het is een mooie, zonnige lentedag. Genietend van JOHAN 33
het natuurschoon rijden we in vlot tempo naar Londen. In plaats van rechtstreeks naar onze jeugdherberg te koersen maakt onze buschauffeur een toer langs de Theems. Het is tegen het middaguur en de drukte in de stad valt mee. Het weer in Londen is heerlijk, veel mensen zitten op de banken langs de Theems of joggen in hun lunchpauze langs de oevers van deze rivier. We zien de beroemde 180 meter hoge Gherkin, de reusachtige ‘augurk’, maar natuurlijk ook de Houses of Parliament, de gloednieuwe ‘Shard’, de 310 meter hoge piramidevormige wolkenkrabber en het reuzenrad de London Eye. We passeren het Apollo Victoria Theatre – waar we later een voorstelling van Wicked zullen bezoeken – en nog veel meer. Aangekomen in de wijk Sheperd’s Bush wordt de bus snel uitgeladen en kunnen we de koffers en tassen voorlopig in de ‘common room’ van de jeugdherberg kwijt tot we ingecheckt zijn.
'reizen per metro… geinige ervaring!'
JOHAN:Reportages
Tegen 16:00 uur Engelse tijd vertrekken we te voet naar het metrostation, tegenover de jeugdherberg, om de metro naar Westminster, Big Ben en de Houses of Parliament te nemen. Voor sommigen is het de eerste keer dat ze met de metro reizen, wat volgens de desbetreffende personen een ‘geinige’ ervaring is. Nadat de nodige foto’s zijn genomen lopen we naar Auberge Waterloo voor het diner. Hier krijgen we een smakelijke pastamaaltijd voorgeschoteld die we in no time achter de kiezen hebben. Reizen maakt hongerig. Daarna bezoeken we Covent Garden en via Leicester Square en Picadilly Circus gaan we met de metro terug naar de jeugdherberg en naar ... bed?! Dat zou je inderdaad denken na zo’n lange dag... Woensdag na het ontbijt vertrekken we naar het Science Museum. Wat een leuke ervaring is dat. Er is van alles te zien. Een operatiezaal uit 1800 en daar tegenover een moderne operatiezaal uit de twintigste eeuw, een raket, oude auto’s, ouderwetse en moderne machines, enzovoort. Vooral het zogenaamde ‘Launch Pad', waar je zelf allerlei leuke testjes kan uitvoeren, is erg in trek bij veel van de leerlingen. Van het Science Museum gaan we naar Shakespeare’s Globe Theatre, waar we een rondleiding krijgen van een zeer energieke en enthousiaste acteur die op humoristische wijze de geschiedenis van het theater vertelt. Van hieruit gaan we naar het Natural History Museum voor het bekijken van de wereldberoemde ‘Dinosaur Exhibit’ en natuurlijk al het andere op gebied van biodiversiteit in dit immense museum. Na het diner
in een traditionele pub, de ‘Minories’ op Tower Hill, waar nog even snel de finale van het EK onder 17 tussen Engeland en Nederland gekeken wordt, zijn we klaar voor de Jack the Ripper Tour. Uitgeput komen we na 23:00 uur weer in de jeugdherberg aan en gaan direct naar de kamers. Het was een zeer lange uitputtende, maar geweldige dag. Donderdag: na het bezoek aan de Tower of London hebben de leerlingen 4,5 uur de tijd om zelf bezienswaardigheden te bezoeken en/ of te gaan shoppen. Iedereen is keurig op de afgesproken tijden terug, en één leerling is zelfs op eigen houtje naar het Imperial War Museum afgereisd om vervolgens gedesillusioneerd terug te komen omdat het museum gesloten was vanwege ‘refurbishments’. Na het avondeten gaan we naar de voorstelling van de musical Wicked, voor sommigen een lange zit, maar voor de meesten toch een geweldige ervaring. En dan breekt de laatste dag aan. Na het ontbijt vertrekken de leerlingen nog eventjes richting de winkelstraat van Shepard’s Bush of gaan naar het grote overdekte winkelcentrum Westfield. Op de weg uit Londen rijden we nog eventjes langs het hoofdkwartier van MI6, de Britse geheime dienst. Vervolgens zijn we met de boot om pakweg 18:45 uur in Calais en vervolgen we de weg naar huis. Na een wederom vlotte busreis komen we – twee uur eerder dan voorzien – aan in Dordrecht waar zowel ouders als leerlingen blij zijn elkaar weer te zien. Een bijzonder geslaagde reis met een zeer innemend en prettig reisgenootschap. Op naar volgend jaar!
PARIJS Paris, nous on ne t'oubliera jamais Vierdeklassers in ‘La Ville-Lumière’
Onze aankomst in Parijs, op die dinsdag de twintigste mei, was enigszins regenachtig. We lagen twintig minuten voor op het reisschema, en waren blij dat we de benen konden strekken na zes uren in de bus. We lieten ons niet weerhouden door het weer en begonnen aan een prachtige wandeling. We startten aan de overkant van de Seine ter hoogte van het Louvre. We brachten enige tijd door op het plein en tot ons geluk begon al snel de zon te schijnen. Op het plein voor het Louvre verrijst de bekende glazen piramide die een spannend contrast vormt met de middeleeuwse stijl van wat vroeger een paleis was. Nu is het Louvre een museum dat onder meer de Mona Lisa herbergt, het schilderij dat door Napoleon is meegenomen tijdens zijn veldtocht door Italië. Sommige leerlingen waren al helemaal in de ban van Parijs en kochten ter plaatse een souvenir in de vorm van een Eiffeltoren. Staand met de rug naar de glazen piramide is de Arc de Triomphe zichtbaar, hoewel dat een flink stuk lopen is. Wij zetten onze wandeling voort in de richting van de Jardin des Tuileries. We slenterden wat door het park, waar zich in het midden een ronde vijver met fontein bevindt. Er bloeien allerlei kleurige bloemen en alleen al aan het gras kun je zien dat het goed wordt onderhouden. Twee geiten graasden driftig, beperkt in hun bewegingen door het korte touw waaraan ze vastzaten. We verlieten de Tuilerieën via een uitgang aan de Rue de Rivoli, een straat met dure kledingwinkels. Onderweg ontdekten de leerlingen een tentje waar crêpes verkocht werden, die in een paar minuten bereid werden. We zijn er even voor gaan zitten, genietend van de lekkere hap en fraaie omgeving met statige woningen uit een ander tijdperk. Na een flinke wandeling over de ChampsÉlysées komen we bij de Arc de Triomphe, het beroemde monument dat in opdracht van Napoleon werd gebouwd als herinnering aan
JOHAN 34
tekst: D. de Lange
JOHAN 35
zijn veroveringen. De triomfboog werd echter pas lange tijd na zijn dood voltooid, zodat hij het prachtige bouwwerk zelf nooit in volle glorie heeft kunnen zien.
'een lekkere hap en een fraaie omgeving' Dan bereiken we het eindpunt van onze wandeling: de Eiffeltoren. In de opening tussen de eerste en de tweede verdieping hangt een gigantische tennisbal met de aankondiging van het grandslamtennistoernooi in Parijs: Roland Garros. Vanaf het plateau van Trocadéro hebben we een mooi uitzicht op de Eiffeltoren. De volgende dag, woensdag, regende het. En dat terwijl we juist die dag een druk programma hadden! We begonnen met een fietstocht door het centrum van de stad. De leiding daarvan lag in handen van twee Nederlanders, die ons langs de highlights leidden van de stad. Hun bedrijfje was gevestigd in een ondergrondse parkeergarage. De groep werd in tweeën gesplitst. Fietsen in Parijs is een uitdaging, zelfs voor Nederlanders. Er zijn nauwelijks fietspaden; soms wordt gebruik gemaakt van het trottoir en vaak van de busbaan, terwijl het verkeer chaotisch kan zijn. Zo nu en dan werd gestopt en lichtte onze Nederlandse gids een monument toe. Myrthe wilde een slotje ophangen aan een van de twee bruggen die daarmee reeds zijn volgehangen; ze vond niettemin een plaatsje voor haar opvallend gekleurde roze slotje.
We treffen hier een groot deel van de collectie uit de Galerie du Jeu de Paume aan, doordat de impressionistische werken met bekende namen als Renoir, Manet en Monet bij de opening naar het Musée d’Orsay verhuisden. Deze bevinden zich op de vijfde, hoogste verdieping. We besteedden ook aandacht aan de schilder Henri Fantin-Latour. Hij schilderde voornamelijk stillevens van bloemen, maar ook portretten en naakte vrouwen. Op zijn schilderij Un coin de table echter zien we acht mannen, waarvan er zeven dichter zijn. Eén is politicus en maakt geen deel uit van de Parnassusbeweging, een dichtersgezelschap. De bekendste dichters zijn zittend afgebeeld: helemaal links (met baard) zit Paul Verlaine, die nog een aantal jaren les heeft gegeven in het voortgezet onderwijs en bekend is van de regels ‘Il pleure dans mon coeur Comme il pleut sur la ville.‘ (Uit: ‘Romances sans paroles’, 1874). (red. Zie cover) Naast hem zit zijn vriend en voorbeeld Arthur Rimbaud, bekend van de bundels Les Illuminations en Une saison en enfer.
Un coin de table – Henri Fantin-Latour (1872)
Kijkend door de wereldberoemde klok hebben we een adembenemend zicht op de SacréCoeur basiliek, gelegen in de verte op de heuvel van Montmartre.
'een lesje geschiedenis' Op donderdag begonnen we met een tochtje per bus door de stad. We zagen bij de Pont Alexandre III een vrouw die als zeemeermin was gekleed en zich in allerlei poses liet fotograferen. Ons doel was de Tour Montparnasse, een kantoorgebouw met tweeënzestig verdiepingen. Vanaf het dak met een hoogte van ruim tweehonderd meter heb je grandioos uitzicht op de stad. Natuurlijk hebben we hier veel foto’s gemaakt, onder meer van de Pont Alexandre III. Vervolgens naar de Opéra Garnier voor een rondleiding door een Franssprekende gids. Zij vertelde een samenhangend stukje geschiedenis over het plafond in de zaal, dat van 1960 tot 1964 werd geschilderd door Marc Chagall, als gift van de schilder aan de stad. De kroonluchter speelt nog een rol in het boek Le Fantôme de l’Opéra. Uit wraak laat het spook de loodzware lamp op een rivale vallen. Het spook had zijn eigen loge in de Opéra. Ook verklaarde onze gids de herkomst van het woord foyer. De foyer in dit gebouw is een kopie van de spiegelzaal in het Paleis van Versailles, al staan hier minder spiegels. Aan beide uiteinden van de foyer zijn open haarden gebouwd. Zo rond 1900 schaarden de rijke bezoekers zich rond deze haarden om het warm te krijgen. Het woord foyer werd eeuwen daarvoor al gebruikt in de betekenis van open haard in een woonhuis. En later ook in de betekenis van huishouden, zoals blijkt uit geschreven bronnen in de late middeleeuwen.
Ambachtelijk ijs volgens traditioneel recept bereid met alleen natuurlijke ingredienten :
Na een lesje geschiedenis bij het Louvre reden we terug naar de parkeergarage om de fietsen in te leveren. Vandaar vertrokken we met de metro richting Musée d’Orsay. Oorspronkelijk gebouwd als treinstation werd het Gare d’Orsay op 14 juli 1900 officieel ingehuldigd tijdens de wereldtentoonstelling van Parijs. Het werd gezien als een meesterwerk van industriële architectuur. Dit was oorspronkelijk voor reizigers die in zuidwestelijke richting reisden (1900-1939); daarna deed het dienst als station voor de voorsteden van Parijs. In 1986 werd het als museum geopend voor het publiek door de toenmalige president François Mitterrand.
85 jaar
Tot besluit genoten we van een zonnige dag, mooi voor een beklimming van de hoge heuvel Montmartre. Op de trappen naar boven, waar de Sacré-Coeur zich bevindt, fotografeerden we de groep. We mogen vaststellen, dat we een zeer geslaagde reis achter de rug hebben. De leerlingen waren super, de chauffeur professioneel en de begeleiders… werden bedankt door de leerlingen. JOHAN 36
La Venezia, Vest 180, Dordrecht, tel: 078-6135928
Automatisering Audiovisueel Reparatie Webwinkel REEWEG OOST 3-7 3312 CK Dordrecht
078-6144777
[email protected]
Verkoop van notebooks, computers en tablets Persoonlijk & vakkundig advies Reparatie van notebooks & systemen, ook aan huis Reparatie van iPads, tablets, smartphones en meer Nieuw: onze webwinkel www.dch.nl. Vóór 12 uur besteld, dezelfde dag geleverd!
Sterk in dienstverlening webshop
www.dch.nl
Ouder en wijzer JOHAN:Column Tekst: Myra Kleiweg de Zwaan
D-day In juni werd D-day herdacht. Mooie plaatjes van wereldleiders, uitkijkend over de stranden van Normandië, oude zwart-witfoto's in de kranten en het verhaal van de oude man, die uit zijn raam klom om zich in het defilé bij zijn hoogbejaarde maten te voegen, waarna de borrels volgden in het café van Ouistreham (Sword Beach).
Geboren eenentwintig jaar na de Tweede Wereldoorlog, en opgegroeid met verhalende ouders en grootouders – voor wie de bevrijding een groot feest en een redding was –, is het eigenlijk een verrassing dat het alweer zeventig jaar geleden is dat de geallieerden landden. Zo net na 5 mei, na verschillende vakanties in Normandië en zeker met al die oorlogsfilms weer op televisie, verwachtte ik enig historisch besef bij mijn kinderen. Maar de herdenking van D-day is ze eigenlijk ontgaan. Het beeld van de in het zand van Arromanches gegraveerde Keith Haring figuren, een waar kunstwerk – weggespoeld door de zee –, hebben ze gemist. Die paar oude knarren, die zo nodig in uniform moesten marcheren, vonden ze maar raar. Daarop aangesproken wijt zoon Michiel dat aan het laten vallen van het vak geschiedenis. Hoe kan dat toch? Wel de veldslagen en cultuur van de oude Grieken en Romeinen, maar een gebrek aan historische kennis over de recentere gebeurtenissen, waardoor er een beperkte visie op de huidige geopolitieke constellatie lijkt te ontstaan. En van de lagere school hoeven ze het ook niet te hebben: dochterlief (groep 8) moest leren dat Pearl Harbor in 1942 plaatsvond. Dat stond zo in haar boek en de meester had er verder niets over gezegd... Ergernis en oh, wat faal ik weer in mijn opvoeding! Alvorens mij te voegen bij het rijtje Socrates-adepten over de jeugd van tegenwoordig, herinnerde ik mij plots 1984, het jaar waarin ik eindexamen deed. Ik woonde destijds in Londen. 11 November wordt daar nog altijd groots herdacht. De stad kleurt dan rood van de 'poppies', de klaprozen, symbool voor de Vlaamse en NoordFranse slagvelden. In 1984 was het zeventig jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon, hetgeen ook toen werd aangegrepen voor een grootse herdenking. Belachelijk lang geleden was die oorlog toen. De paar overgebleven hoogbejaarde soldaten, die door de straten marcheerden, een curiositeit. Passendale, vaag van gehoord, ondanks een familieweekend bij Ieper... Was ik nou zo anders? En toch kunnen deze twee generaties, opgegroeid in vrede en vrijheid, een kunstwerk als dat van Gerhard Lentink op waarde waarderen. Ga maar eens kijken – als je het niet kent – naar het gotisch ogende kapelletje in het atrium van het Albert Schweitzer ziekenhuis. En ontdek er Paul Eluard's gedicht in de stilte:
Op mijn schoolschriften Op mijn lessenaar en de bomen Op het zand op de sneeuw Schrijf ik je naam
Sur mes cahiers d’écolier Sur mon pupitre et les arbres Sur le sable sur la neige J’écris ton nom (...) Sur les images dorées Sur les armes des guerriers Sur la couronne des rois J’écris ton nom
Op de gouden beelden Op de wapens der krijgers Op de kroon der koningen Schrijf ik je naam (...)
Et par le pouvoir d’un mot Je recommence ma vie Je suis né pour te connaître Pour te nommer
En door de kracht van een woord Begin ik mijn leven opnieuw Ik ben geboren om je te kennen Om je te noemen
Liberté.
Vrijheid.
JOHAN 39
De taal van de muziek
Bouwstenen van klassieke muziek herkennen en interpreteren JOHAN:Informatief Tekst: Esther Stoop
Muziek wordt wel omschreven als een universele taal. Op elke leeftijd en ongeacht waar we vandaan komen doet muziek iets met ons, zonder dat we dat hoeven te leren. Dat wil niet zeggen dat we precies snappen hoe het in elkaar zit. Daarin is muziek hetzelfde als elke andere taal. Ook muziek kent grammatica en syntaxis (zinsleer), stijlfiguren en frases. Door te benoemen wat je hoort, kun je klassieke muziek interpreteren. Wat zijn dissonanten en modulaties? Hoe bouwt een componist muzikale spanning op en hoe gebruikt hij harmonie? We zijn gewend via associaties in ons geheugen betekenis te geven aan muziek. Kennis over gebruiken en bouwstenen van deze universele taal, stelt je echter in staat dit in een kader te plaatsen en op de betekenis van muziekstukken te reflecteren. Drs. Leo Samama is componist en musicoloog. Hij studeerde muziekwetenschappen in Utrecht en daarna compositie bij Rudolf Escher. Hij was onder meer tot 2010 directeur van het Nederlands Kamerkoor. In 2010 heeft hij een viertal hoorcolleges gegeven in Utrecht over 'de taal van de muziek', waarvan dit artikel een beknopte samenvatting is.
De evolutie van muziek Er is tegenwoordig een breed scala aan muziek: van pop tot R&B, en van hiphop tot klassieke muziek. Ieder heeft zo zijn eigen smaak en muziekkeuze. Maar wat is nu eigenlijk de oorsprong van de westerse muziek? Klank en structuur Een muziekstuk bestaat uit verschillende componenten die samen een harmonisch geheel vormen. Bij het componeren van een muziekstuk komt veel techniek en terminologie kijken. Enkele van deze componenten zijn samenklank (harmonie), dynamiek (luidheid), ritme, tempo en interval (ruimte tussen twee tonen). Het gebruik van deze verschillende componenten heeft in de geschiedenis een evolutie doorgemaakt. Evolutie van de compositie De melodie is de basis van de westerse muziek. In de vroege middeleeuwen was vrijwel uitsluitend sprake van eenstemmige muziek. De belangrijkste muzieksoort was het Gregoriaans gezang. Hierin zingt één stem in een golvende beweging om een basistoon van een bepaalde
hoogte heen, als een soort parallelle beweging. De hogere tonen in dit geheel heten dominanten en de lagere tonen subdominanten. Er werd veelal melismatisch gezongen, dat wil zeggen dat er meerdere tonen per lettergreep werden gezongen. Eén toon per lettergreep noemt men overigens syllabisch. Aanvankelijk waren er nog geen polyfone muziekstukken, maar was er alleen homofone muziek. De kerk had namelijk een bepaalde vorm van componeren gedicteerd waar in principe niet van mocht worden afgeweken. Deze vorm van componeren moest de heilige drie-eenheid uit de Bijbel symboliseren. In de praktijk werd hier echter van afgeweken en door het spelen met wat wel en niet gebruikelijk was, kwamen belangrijke nieuwe ontwikkelingen in de muziek tot stand. Componisten wilden steeds dichter naar de tekst van hun muziekstukken gaan, zodat deze duidelijker te verstaan was. Dit leidde tot een hoogbloei in de polyfonie vanaf de elfde eeuw tot rond 1600. Men wilde bijvoorbeeld verJOHAN 40
zen zo goed mogelijk overbrengen in zang en hiervoor was een meer gedistingeerde muziekgrammatica nodig. Ook aan de polyfonie waren beperkingen en men ging over op de monodie: melodie met akkoordbegeleiding. Dit ter vervanging van het complexe weefsel van diverse zelfstandige, door elkaar gevlochten partijen van de polyfonie.
Opnieuw leren luisteren Onze oren zijn lui geworden, volgens Leo Samama. We zijn niet gewend om mogelijke stijlfiguren en recapitulaties bloot te leggen en terugkerende thema’s te ontdekken in de muziek die we horen. We luisteren tegenwoordig het liefst alleen maar naar een deun en de begeleiding. Daarnaast moet de thematiek herkenbaar zijn en de melodie reproduceerbaar. Dit noemt Samama ook wel ‘polair luisteren’.
JOHAN 41
Het ontstaan en de ontwikkeling van de monodie Na de renaissance was het doel van componisten om door middel van taligheid – getypeerd door symboliek – een verhaal duidelijk te representeren. In de beginperiode van de barok ontwikkelde zich de monodie. De muziek uit deze tijd heeft nog erfenissen meegenomen uit de renaissance: het over te brengen verhaal zit zo dicht mogelijk op de huid van de muziek. Later gaan emoties een grotere rol spelen en nemen de zangers (vaak castraten) of zangeressen een meer expressieve rol in (het ontstaan van de aria’s). Een expressieve invulling wordt met name gegeven door variaties te zingen over de baslijn, die aan regels moet voldoen. Enerzijds was er dus de suggestie van vrijheid, anderzijds was er sprake van een bepaalde strakheid. Dialectische retorica In het begin van de 18e eeuw ontwikkelt zich de opera en zien we een duidelijke scheiding en afwisseling ontstaan tussen aria’s en recitatieven.
Nieuwsgierigheid is het recept
Er vindt een wisseling plaats van vocale muziek naar een periode van instrumentale muziek. Het doel van de componist werd steeds meer het verwerken van vakmanschap in zijn stukken. De instrumentale muziek krijgt een rol als zelfstandige muzieksoort. Solo’s en begeleidingspartijen worden gecombineerd binnen sonates, maar kunnen elkaar ook tegenspreken. Dit laatste wordt door de componist gedaan om spanning en zogenaamde ‘eartriggers’ te veroorzaken. Dit gebeurt ook door verschillende thematieken door elkaar heen te laten lopen, te spelen met akkoorden of over de melodie heen te moduleren. Muziek uit deze tijd is te beschrijven als ‘geleerde muziek’. Binnen de geleerde muziek draait het met name om de ‘hogere mechanismen in het leven’. Tegenwoordig is muziek het idioom van schoonheid. Het moet mooi zijn en het draait er voornamelijk om dat je iets voelt. We willen onze blik op oneindig zetten en ons verstand op nul. In plaats van écht te luisteren, bezigen wij voornamelijk de vraag: doet het me wat? Volgens Samama ligt de schuld hiervan bij de muziekwetenschap. Deze vertelt te weinig over hoe muziek tot stand is gekomen. De kennis van het ontstaan en de ontwikkeling van muziek zou bijdragen aan het leren van deze manier van luisteren.
‘Prima la musica’: éérst de muziek! In de 17e en 18e eeuw maakte de muziek een ontwikkeling door van een talige naar een meer abstracte vorm. Zo werd er in de 17e eeuw nog volop gebruik gemaakt van liturgische stijlfiguren in composities. De opera kwam in ontwikkeling, begeleid door cantate en oratorium. Deze genres kenmerkten zich meer en meer door koren en aria’s. De zuivere instrumentale muziek ontwikkelde in de 17e eeuw steeds meer eigen regels onder invloed van onder andere Bach. De ensembles werden verder uitgebreid en het concerto grosso kwam op; in het orkest kregen solo-instrumenten een prominent aandeel. In de 18e eeuw verruilde men de retorische muziek (complex en hoogdravend) voor een meer galante vorm (eenvoudiger en sierlijk) met de nadruk op het polaire luisteren, het luisteren naar uitersten. Dit zorgde aan het einde van de 18e eeuw tot aangename emotionele melodieën.
De muziek heeft door de eeuwen heen steeds een balans trachten te vinden tussen zuivere intellectualiteit en emotionaliteit. In deze zoektocht is er steeds één constante factor gebleken: het publiek. De communicatie met het publiek was en is altijd een cruciaal punt geweest. Hierbij heerst vooral een spanning tussen de behoefte van de luisteraar en de behoefte van de componist. De luisteraar wenst met de ogen dicht veroverd en meegesleept te worden door mooie melodieën. De componist wil graag een bepaalde boodschap overbrengen. Dat vraagt in een aantal gevallen echter om een geschoold oor.
Bach
Opera In de opera staan woorden en muziek op gelijke voet. Ze lopen haast naadloos in elkaar over en door elkaar heen. Door hervormingen van de opera (door Glück) veranderden de bestaande definities; de vaste regels namen af en men vertelde meer en meer een spannend verhaal. Dat was ook wat het publiek ten tijde van de romantiek verlangde. Gevolg hiervan is bijvoorbeeld Mozarts spannende en dramatische gebruik van akkoorden. Mozart stuurde zijn publiek, passend in het tijdsbeeld, naar huis met een les of moraal. Het publiek van de 18e eeuw hield van dingen die niet konden, sprookjes. Deze thema’s kwamen dan ook veelvuldig terug in opera’s. Andere vormen die in deze tijd ontstonden zijn: het Singspiel, opera buffa, opera seria en opéra comique. Uit deze laatste operavorm heeft zich de operette ontwikkeld. Liederen Aan het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw kwamen ook de liederen in zwang. Het grote verschil met de opera was ten eerste het gebruik van bestaande dichtkunst en ten tweede werd deze muziek niet gekenmerkt door aria’s maar stond ze dichter bij het volk. Schubert was een bekende componist van liederen. Hij vertaalde onder andere de gedichten van Goethe naar liederen. Door deze ontwikkeling werd muziek de huizen van de burgerij ingetrokken. Aan het einde van de 19e eeuw was in veel huiskamers een piano te vinden om de liederen in familiekring uit te kunnen voeren. JOHAN 42
Expressiviteit rond en na 1900 Rond 1900 waren er twee gelijktijdige ontwikkelingen te onderscheiden. Enerzijds werden er verschillende expressiemogelijkheden binnen de muziek onderzocht welke afweken van het gebruikelijke middel: de melodielijn. Anderzijds vond er rond 1920 ook een herontdekking plaats van het oude handwerk. Hierbij stond de motoriek centraal en was emotie van ondergeschikt belang: men ging terug naar ‘vadertje Bach’. Samama vertelt van de cultuurshock, veroorzaakt door de ‘tristangeneratie’: de zoektocht van Schönberg – één van de invloedrijkste componisten van de twintigste eeuw – naar vrijheid binnen de muziek. De tristangeneratie (van Tristan en Isolde) wordt gekenmerkt door het niet oplossen van klanken. De muziek blijft zweven doordat er geen welklinkende klank wordt gevormd (bijvoorbeeld een opeenstapeling van dissonanten). Dit was toentertijd een baanbrekende wijze om klanken plaats te geven binnen een compositie. Schönberg versterkt dit door te stellen dat de klanken gecomponeerd zijn om op zichzelf te staan en niet om tot een ‘deuntje’ gevormd te worden. Hiermee gaat hij mee in de stroom van de schilders van die tijd: met als doel een kunstobject los te laten staan van het universum. Het grote publiek Iets wat wij vaak nog niet beseffen, is dat er nog nooit in de geschiedenis zo’n groot publiek is geweest voor de klassieke muziek. Uit onderzoek is gebleken dat zo'n dertig miljoen mensen in Europa op wekelijkse basis bezig zijn met muziek. Een publiek met een eigen smaak. Deze ontwikkeling heeft zich ingezet aan het einde van de 19e eeuw. De luisteraars ontwikkelden JOHAN 43
steeds meer een eigen voorkeur. Terug naar de spanning tussen de behoefte van de luisteraar en die van de componist. De volgende vraag kan gesteld worden: hoe zouden deze dichter tot elkaar kunnen komen? Samama stelt dat het allemaal begint met nieuwsgierigheid. Hij maakt de vergelijking met de kok in de keuken. Om eten te proeven, hoef je niet altijd te weten wat er in de keuken allemaal gebeurt. Als het gaat om muziek is het slechts nodig om te ‘leren luisteren’. Dat maakt het mogelijk diepere lagen te ontdekken in de muziek om zodoende te voorzien in de behoefte van de luisteraar: veroverd te worden door de muziek. Een bijkomend voordeel, zoals Debussy het ooit heeft verwoord, is dat je leert wennen aan muziek, hoe afschuwelijk deze ook is. Voor degene die nieuwsgierig is geworden naar de inspirerende hoorcolleges van Leo Samama (met veel muziekfragmenten): ze zijn in hun geheel terug te zien en horen via de site van Studium Generale van de universiteit van Utrecht (www.sg.uu.nl). Bronvermelding: Blogbundel van de reeks hoorzittingen over de taal van de muziek door Leo Samama.
Huilen zonder tranen Alleen op mijn kamer Mijn ouders snappen me niet Ik ben alleen Raar dat niemand dat ziet Een schreeuw om aandacht Maar niemand hoort mij Ik ben alleen Niemand aan mijn zij Op school niemand Niet iemand die naar mij lacht Of iemand die naar mij kijkt Piekeren elke nacht Waarom valt het niemand op Mensen die argwanen Waarom zien ze niet Dat ik huil zonder tranen
Die kus Ik keek naar jou Jij keek naar mij Die ene kus Daar was ik bij Ik was met jou Gezellig, alleen Jij kwam naar mij Ik versteende als steen Wat moest ik nu doen Om jou tevreden te stellen Wat moest ik nu doen Moet ik nu soms de dokter bellen? Toen gebeurde het We kusten elkaar Het was als een wolk Zo licht en niet zwaar (Ruben Mijnster 2009)
Hoe gedichter bij Dordt: pareltjes van leerlingen JOHAN:Informatief
Nu Nu is niet gisteren Nu is niet net Nu is ook niet morgen Maar nu, is nu met jou JOHAN 45
ik kijk naar het hout het hout in het vuur het verschrompelt en leeft hoe de lucht trilt en de rook beeft ik voel de warmte de warmte van het vuur de warmte warmt me op van teen tot kop ik kijk hoe het takje langzaam verschroeit het takje dat in mijn gedachte nog bloeit (Maurits Houmes 2010)
(Daniël Houwing 2009)
JOHAN 44
Het Vuur
(Daniël Houwing 2009)
Het Water het water stroomt en draait net als het leven het water warmt op en koelt af net als de stemming het water verandert van vorm net als het geluk je kan het water ophouden net als je lot maar naar de zee stroomt het altijd net als de dood (Maurits Houmes 2010)
Presentaties Deltaproject
Oehoe
2014 JOHAN:Column
Tekst: Michael van der Spek
Taal en Kunst Ik had op het gymnasium in de onderbouw niets met taal en niets met kunst. Geen rasgymnasiast dus. Ik wilde dokter worden, concentreerde me op de bètavakken en deed het Latijn en Grieks er maar bij omdat het verplicht was. Talen interesseerden mij verder niet en kunst nog minder. Hoe anders denk ik er nu over. Gaandeweg groeide de belangstelling voor kunst en cultuur en in mijn latere leven bleek juist wat ik bij de talen had geleerd van grote waarde te zijn en ik heb er eigenlijk meer aan gehad dan aan de technische vakken. Met de vijfde klas naar Rome, dus eerst met behulp van de Linguaphone talencursus Italiaans op 78-toeren grammofoonplaten zelf een beetje Italiaans geleerd, en daar verder Latijn gesproken met een Italiaans-Dordts accent. Lukte prima, vooral het Italiaanse voetbaljargon. 'Gelati Tutto Vanilia!' (Hoe dat eruit kwam was op zich al pure kunst). Bij de opera Falstaff in Rome was ik de enige die er wat van begreep (dacht ik). Zo komen Taal en Kunst een simpele bèta nog eens van pas. In mijn studententijd liftte ik met vrienden naar de landen achter het IJzeren Gordijn, leerde van tevoren zoveel mogelijk losse woordjes en kwam zo van de lokale studentenbevolking met veel gebarentaal te weten hoe het daar echt zat. Taal hoeft ook niet louter met woorden gebezigd te worden. Zangvogels, walvissen en brulapen schijnen gewoon een soort eigen taal te hebben inclusief grammatica. In Afrika bedient men zich van de tamtam en zo raken Taal en Kunst met elkaar verstrengeld. We hebben bovenstaande taalvormen trouwens allemaal tijdens de lessen uitgeprobeerd en begrepen elkaar best aardig.
'ons onderwijs is zo slecht nog niet'
Taal en cultuur, kennis en belangstelling voor kunst helpen enorm om de steeds verder internationaliserende wereld te begrijpen en te waarderen. Op congressen moet je voordrachten houden, dineren met alleen maar buitenlanders, en discussiëren in het Duits, Frans en Engels. Nederlanders doen dat heel goed, dus ons onderwijs is zo slecht nog niet. Laatst had mijn dochter met vier meiden uit de vierde klas bij mij thuis, voorafgaand aan een feestje, heerlijk gekookt en ik mocht als vader letterlijk proefkonijn zijn. Tijdens ons dinertje kwam de literatuurlijst ter sprake. Op mijn vraag of ze beseften waarom ze deze boeken moesten lezen, volgde een verbijsterende stilte. Ze wisten echt niet waar dat voor diende. Ongetwijfeld is het wel in de les verteld, maar blijkbaar niet doorgedrongen. Bij het onderwijs aan coassistenten leg ik altijd uit waarom ik het belangrijk vind dat ze bepaalde dingen leren. Dat motiveert enorm en het rendement van onderwijs neemt gigantisch toe. De zesjescultuur (in werkelijkheid 4,5 tot 5,5 cultuur) wordt een Achtencultus. Daarom zijn de uitstapjes naar Londen, Berlijn, Parijs en Rome zo belangrijk. Daar merken gymnasiasten waarom ze de talen én alles over kunst en cultuur van deze landen leren. Dat motiveert. Lof aan de leraren die dit allemaal organiseren. Zij zijn mijn helden. En over een paar decennia zijn ze ook de helden van de gymnasiasten aan wie ze nu les geven. OEHOE! (met excuus voor de eventuele stijl- en grammaticafouten, ik ben maar een bèta...) JOHAN 46
JOHAN:Reportages
Tekst: Judith Houmes-Laan
Het Deltaproject. Omstreeks 1995 is mevrouw Lafeber er mee gestart op het Johan de Wittgymnasium. Mevrouw Tonino zet deze activiteiten alweer geruime tijd met verve voort, tegenwoordig samen met mevrouw Van den Dries. Het Deltaproject is voor deltaleerlingen een mogelijkheid om, wanneer ze onvoldoende uitdaging hebben in de reguliere lessen, hun leergierigheid, handvaardigheid en honger naar meer ontdekkingen te ontplooien. Maar ook, en dat belicht mevrouw Tonino heel duidelijk, te leren van de informele omgang met leeftijdgenoten, door gewoon te kletsen over het leren, de manier waarop ze zich voorbereiden op hun toetsen en hun huiswerk aanpakken. Vooral die momenten zijn heel erg belangrijk voor de slimme gymnasiasten, juist die 'scholierenwijsheid' kan de docent ze niet bijbrengen, maar maakt de schooltijd voor de leerlingen een stuk leuker en leert ze leren.
'ook leren van de informele omgang' Woensdagavond 11 juni kwamen zeer uiteenlopende onderwerpen aan bod van tweedeklassers: we startten met een duo dat een muzieknummer had ingestudeerd, maar met andere instrumenten dan zij gewend waren te bespelen. Maartje (zang, gitaar en viool) en Ferdie (piano, gitaar en zang) beten het spits af met 'Dust in the Wind' van Kansas. Hun project was eigenlijk al eerder geëindigd met een optreden op de Kleine Avond, waarvoor zij tot hun eigen verrassing door de auditie waren gekomen. Mij verraste dat zeker niet. Het klonk prachtig. Na de muzikale opening verplaatsten we ons naar het Eia, waar we bij de ingang een versnapering kregen aangeboden van Marjolein en Bente, en een enquêteformulier... Er volgden powerpointpresentaties over zeer verschillende onderwerpen: Timo en Steijn hadden Spaans geleerd, zich gefocust op de uitspraak door een gedicht in te studeren, daarbij geholpen door een bijna 'native speaker', de Mexicaanse medeleerling, Isabella. Ze waren alleen even vergeten de JOHAN 47
project van Shivam
betekenis van het gedicht te vertellen, maar die kwam alsnog na een vraag uit het publiek. Vincent uit klas 2A heeft ervaren hoe anders je plannen kunnen lopen, dan zoals je aanvankelijk voor ogen had. Hij wilde Jasper HTML bijbrengen, maar Jasper haakte af. Hij besloot iets te ontwikkelen om roosteruitval via de sociale media aan individuele leerlingen kenbaar te kunnen maken. Maar hij werd ingehaald door de realiteit van het systeem op school. Hij bouwde met hulp van meneer De Kloe een nepserver op school, waarop hij met de programmeertaal PHP zijn site verder kon uitbouwen, maar de computer ging stuk. Hij heeft dus heel veel gedaan, maar zijn doel is nog niet bereikt. Hij kan volgend jaar verder… De dames van de social media, Sanne en Rianne, hadden het idee opgevat een datingsite op te zetten: de site 'FlirtNerd' zag het licht, folders werden uitgedeeld om deze onder de aandacht te brengen en uit te nodigen in te schrijven. Het koppelen kon beginnen….Probleem alleen was dat er zich slechts meisjes inschreven, geen jongens. Toen maar meisjes gekoppeld die BFF konden worden. Duncan en Sander hebben de nodige ervaring opgedaan met tegenslagen bij het bouwen van een radiografisch bestuurbare auto. Met zes man begonnen, maar de groep bleek te groot om iets van de grond te krijgen. Met z’n tweetjes werd een plan gemaakt over uiterlijk, draaiende onderdelen, tandwielen en zo meer. Maar het ding ging twee keer kapot en er zijn onderdelen van zoekgeraakt, weggenomen. Zij hebben veel geleerd, vooral van hun fouten. Vervolgens kregen we foto’s van een ballista, een schietwerktuig uit de tijd van de Romeinen. De test van hun, uit houten onderdelen vervaardigde wapen, werd gefilmd voor de school. Het betrof hier wel een wapen, dus met het ministerie van Veiligheid en Justitie is gecommuniceerd of ze het überhaupt wel mochten bouwen.
'heel veel doen en soms toch het doel niet behalen' Als intermezzo vertelde mevrouw Tonino over ‘dat presenteren ook een vak is’. De leerlingen zouden iets enthousiaster mogen vertellen. Zij hebben immers veel meegemaakt, veel geleerd, fouten gemaakt, maar ook veel plezier gehad. Niet altijd even hard gewerkt, maar dat is niet erg, het zijn tenslotte kinderen... Komt daarna Max met een onderwerp dat misschien wel het moeilijkste is om smeuïg te presenteren: de goederentermijnmarkt...! Hij was hierin geïnteresseerd geraakt door het werk van zijn vader en heeft het publiek (mij in elk geval wel) duidelijk
gemaakt wat het precies is. Na Max kwam Yeslin met zijn boot, aangedreven op zonne-energie. Hij vond zijn project eigenlijk mislukt; een auto werd een boot. Van de twaalf ontwerpen op de computer gemaakt, gebruikte hij er niet één. Alleen de schroef was klein genoeg om 3D uit te printen bij meneer Snijdoodt. Hij kon deze niet demonstreren omdat de batterijen waren leeggelopen door toedoen van een ander. Maar mevrouw Tonino heeft deze mislukking, heel terecht, tot een succes gemaakt, met de opmerkingen die zij erbij had, ook voor de ouders. Het is immers voor een gymnasiast die toch vooral vanuit de theorie heel goed is, helemaal niet vanzelfsprekend om daadwerkelijk iets werkends uit de handen te krijgen... iets waar een MTS’er misschien zijn neus voor ophaalt. Maar het is Yeslin wel gelukt! Het is ook bijzonder waardevol voor de leerlingen te ervaren dat je oorspronkelijke plan lang niet altijd uitpakt zoals je bedacht had. En, al is de uitkomst niet altijd even succesvol, het proces van een deltaproject des te meer. De sociale interactie met leerlingen, maar ook anderen binnen en buiten de school, de obstakels en problemen die ze tegenkomen en oplossen, het omgaan met tegenslagen, et cetera. Vooral de tegenslagen, het vinden van oplossingen daarvoor, is voor de kinderen die gewend zijn dat leren min of meer moeiteloos gaat, super waardevol.
wat zij nu hadden geleerd van hun deltaprojecten... Toen was het stil! Maar uit de presentaties bleek wel wat zij hadden geleerd! Tien onderwerpen passeerden de revue; Cees en Job lichtten ons in over eetgewoonten in ons land en hoe die in te veel gevallen leiden tot overgewicht. Amber en Angelina, uit twee verschillende klassen, kenden elkaar niet van te voren, hadden een leuke presentatie over nagellak. Zelf maken bleek te lastig, na het onderzoek naar de ingrediënten. Dat onderzoek naar de ingrediënten van nagellak hebben ze gepresenteerd. Joost, Owen en Tijs hebben een tandenborstelrobot gemaakt met de trilmotor uit een oude telefoon en een tandenborstel van Kruidvat. Wij konden hem na afloop in werking zien, dit fabricaat was te klein voor demonstratie in het Eia. Ellis heeft haar project alleen gedaan:
genkwamen bij de daadwerkelijke constructie van het spel. Martin en Jeroen wilden graag een app voor school maken, maar liepen tegen nogal wat computerproblemen aan, vooral de beperkingen van de schoolcomputers (snelheid, capaciteit). Ze hebben wel geleerd flexibel te zijn. Finn, Naomi, Levi en Maxime hebben een hovercraft gebouwd, nadat andere onderwerpen waren afgevallen. Zij demonstreerden in de kantine een hovercraft, gemaakt van 'geleende' vuilniszakken, een oud prikbord van de claviger, kilometers plakband en tape, aangedreven door een bladblazer (waar die vandaan kwam vertelde het verhaal niet). Een hele opsomming zo, maar bijna alle leerlingen hadden toch wel het nodige geleerd op het gebied van samenwerken, plannen, improviseren, zelfstandigheid, zoeken naar middelen en oplossingen (in sommige gevallen zelfs oplosmiddelen). Er werd wel wat geklaagd over
We kregen nog een presentatie van Britte en Merel, die na enig marktonderzoek met een online-enquête via Survey Monkey, armbanden hadden gemaakt. Het commercieel succes moet nog volgen. Timo en Steyn (van het Spaanse gedicht) hadden beiden nog een presentatie over respectievelijk magnetisme en het ebolavirus. Toen kwamen Bente en Marjolein, van de versnaperingen, met … het eten van insecten: entomofagie. Zij hebben de vele voordelen (oplossing voor het wereldvoedselprobleem, milieuvriendelijk en duurzaam) en geringe nadelen ('wat de boer niet kent, ...') van het eten van insecten besproken, alsmede de uitkomst van de snelle enquête over hun versnaperingen, waar, uiteraard, insecten in verwerkt waren.
'vooral tegenslagen zijn super waardevol' Op dinsdag 17 juni waren de eersteklassers aan de beurt. Deze avond werden de presentaties ingeleid door mevrouw Van den Dries. Zij had alle eerstejaars deltaleerlingen vrijdags nog gevraagd JOHAN 48
uit de powerpoint van Max
het schrijven van een verhaal. Maar schrijven is eenzaam, zij is niet graag alleen, dus een volgend deltaproject doet ze niet meer in haar eentje. Sanne, Annelies, Joey en Luke hebben allen een parodie geschreven op een zelf gekozen liedje. Van één daarvan hebben ze een stukje laten horen. Ruben, Maarten en Nienke hebben een JdW-bordspel gemaakt, dat zij ter demonstratie speelden in de kantine. Bart en Nino zijn bezig geweest met het schrijven van een liedje, maar het liedje houden we nog tegoed. Matthias en Rens maakten ook een bordspel, maar hebben vooral uitgewijd over de materialen die zij daarvoor hebben gebruikt (hout, karton, papier en plastic) en de problemen die zij teJOHAN 49
de begeleiding die mager was, maar mevrouw Van den Dries gaf aan dat daarvoor heel bewust gekozen is. Van zelf uitzoeken en nadenken, leer je toch het meest. In de bovenbouw gaan deltaprojecten soms over in profielwerkstukken en zijn er ook volop andere projecten te doen buiten de reguliere lessen om; de debatclub, Musae, deelname aan projecten vanuit universiteiten enzovoorts.
In English, please!
'filmpjes met een creatief en spannend resultaat'
Een week later namen de leerlingen hun script en al hun toneelbenodigdheden mee naar school voor de tweede dag van het project. Er was ruimschoots gelegenheid de tekst en het acteren droog te oefenen, maar de meeste groepjes gunden zich hier geen tijd voor en stortten zich zo snel mogelijk op het filmen. Op allerlei plaatsen in en om de school waren de leerlingen hier actief mee bezig. Er zal thuis nog wat gemonteerd moeten worden aan de opnames voordat de filmpjes ingeleverd en beoordeeld kunnen worden, maar het resultaat zal ongetwijfeld heel creatief en spannend zijn. Als slotstuk van de projectdagen kregen de leerlingen een optreden van de ‘Phileas Fogg Theatre Company’. In een interactieve show kregen alle leerlingen een rol en tekst. Leken de sketches aanvankelijk niets met elkaar te maken te hebben, uiteindelijk werd het één groot toneelstuk over het – miserabele – leven van kinderen in de Victoriaanse tijd. De leerlingen werden met de acteurs zo meegevoerd in het verhaal dat ze vergaten dat Engels de voertaal was. Deze show was echt een enorm succes en we hopen de komende jaren vaker met dit theatergezelschap te kunnen werken. Na twee dagen ‘immersion’ in de Engelse taal is de spreekvaardigheid van de leerlingen flink vooruit gegaan. Daarnaast hopen we bereikt te hebben dat de leerlingen met de toneellessen en het groepswerk een andere kant van zichzelf hebben kunnen ontdekken en laten zien. Ten slotte wil het Murder Mystery Team alle leerlingen bedanken die zich op positieve wijze hebben ingezet en met hun enthousiasme hebben bijgedragen aan het succes van dit project.
Impressie van het Murder Mystery Project in klas 2 JOHAN:Reportages
Tekst: J. Abcouwer-Binnenkade Woensdag 14 mei stond het hele docententeam Engels klaar om de Cambridge Engels leerlingen uit klas 2A tot en met 2D een bijzonder lesprogramma voor te schotelen. Versterkt met dramadocente mevrouw Van Noort, en voor de gelegenheid omgedoopt tot ‘Murder Mystery Team’, hadden we twee projectdagen voorbereid waarin de leerlingen ondergedompeld zouden worden in de Engelse taal. Het eindproduct van de leerlingen moest een filmpje worden met een zelfgeschreven detectiveverhaal. In groepjes van vijf schreven zij zelf het script. Zij voerden de dialogen en het acteeren filmwerk ook zelf uit. Om op deze taak voorbereid te zijn, volgden zij een reeks themalessen waarin alle taalvaardigheden aan bod kwamen. Voor het oefenen van de luistervaardigheid werd er een detectivefilm vertoond. Aansluitend kregen de leerlingen een les spreekvaardigheid, waarin zij aan de hand van ‘role cards’ en het uitwisselen van informatie een moordzaak oplosten. Daarna leerden de leerlingen tijdens de workshop ‘About Face’ de ‘ins and outs’ van gezichtsuitdrukkingen. Hoe kijkt iemand die de waarheid niet wil vertellen, bijvoorbeeld? De les ‘crime vocab’ bereidde de leerlingen grondig en op een speelse manier voor op het onderdeel schrijfvaardigheid dat ‘s middags op het programma stond. Ten slotte kregen de leerlingen een les ‘stage fighting’ van de dramadocente, waarin zij de geheimen leerden van vecht- en sterfscènes op het toneel. De middag werd besteed aan het groepswerk waarin de leerlingen een moordzaak bedachten, het script schreven en de rollen verdeelden. Hierbij werden we bijgestaan door leerlingen uit de vijfde klas die de groepjes op weg hielpen wanneer dat nodig was.
JOHAN 50
PALIMPSEST JOHAN:Column Tekst: L. van der Held
Een goed woordje voor Fabrizio Zo, en niet anders, werd tweeëneenhalfduizend jaar over taal gedacht: Taal is uitdrukking van het denken. Woorden zijn willekeurige etiketten voor concepten. Een Fransman en een Duitser gebruiken wel verschillende woorden, maar ze denken hetzelfde. De taal is een bekleding, een materiële huls voor geestelijk denken. In eerste aanleg is het menselijk denken taalloos. Vervolgens kan dat in een bepaalde taal worden uitgedrukt of afgebeeld. Descartes spreekt van het onderscheid tussen een niet-zintuiglijke idee of gedachte enerzijds en de zintuiglijke uitdrukking daarvan via geste, stem of schrift anderzijds. Dit onderscheid gaat ten minste terug tot Aristoteles. Deze gedachte leidt tot een onaangename paradox. De taal krijgt een dubbelrol toebedeeld: enerzijds wordt ze gezien als niet meer dan een etiket of bekleding van gedachten. Een onschuldig, secundair instrument. Anderzijds is zij géén instrument, want het is niet mogelijk zich van haar los te maken. Hoe hard je het ook probeert, het lukt niet om je gedachten over te brengen buiten geste, stem of schrift om. Taal als instrument dat je niet kan neerleggen. Een merkwaardig instrument!
Slag In dit kort bestek kan ik niet ingaan op het hoe en waarom van deze denkdwang, noch op de theoretische ondergraving ervan, die eind achttiende eeuw op gang kwam door de kritiek van Rousseau en Herder. In plaats van een taaltheoretische argumentatie wend ik mij hier tot een kunstwerk: de magnifieke roman van Stendhal, La Chartreuse de Parme. Dat is fictie, maar van een bijzondere aard. Het geeft een aanwijzing naar hoe woorden en dingen zich écht tot elkaar verhouden, in weerwil van de machtige Europese traditie om het een als niet meer dan een etiket voor het ander te zien. Fabrizio del Dongo, een jonge edelman uit Noord-Italië, is ontevreden met zijn verveeld adellijk bestaan. Diep onder de indruk van Napoleon, de adelaar van Europa, besluit hij de grote man persoonlijk op te zoeken en zich op te offeren voor de Vrijheid. Hij reist naar Frankrijk. Daar verneemt hij dat de Grande Armée naar het noorden is vertrokken. Spoorslags vervolgt Fabrizio zijn tocht. Op een dag ontmoet hij vreemde, gehavende lieden: verwilderde vrouwen, verdwaasde marskramers, honden met bloederige vleeshompen in hun bek. Op een verregend veld ziet hij een stel dode paarden liggen, half verzonken in de modder. Een merkwaardige rust hangt boven het landschap. Terwijl Fabrizio zich probeert te oriënteren, springt plotseling een vreemd uitgedoste jongeman uit de bosjes tevoorschijn, bajonet in de aanslag, en stormt gillend op hem af. Onhandig en met geluk weet Fabrizio zijn aanvaller te doden. Versuft trekt hij verder en merkt dat het landschap allengs grimmiger wordt. In de verte klinkt kanongebulder. Dan gaat hem een licht op: heb ik hier aan een slag deelgenomen? Later blijkt dat hij zich bevond aan de rand van de Slag bij Waterloo. Hoe zit het nu met het woord slag? Hoe komt Fabrizio daarop? Dat vertelt hem niemand. Evenmin kan hij het aan de dingen aflezen. Dode paarden en een krankzinnige soldaat maken nog geen veldslag. Het woord komt op, uit het niets. Alle disparate waarnemingen komen in een bliksemflits bij elkaar en worden begrijpelijk. Binnen het woord slag krijgen de dingen rondom Fabrizio ineens betekenis. Dat is allerminst het resultaat van een logisch denkproces, zoals oude taaldenkers dat zo graag uitlegden. Fabrizio berekent niets, voert geen rationele deducties of inducties uit op een hoeveelheid zintuiglijke 'input'. Het woord wordt gegeven. De grote vraag is: hoe? Maar hier is alleen van belang dat zo'n woord allesbehalve een etiket is voor iets dat zonder dat woord ook wel bekend is. Integendeel: pas dóór het woord wordt duidelijk waarmee Fabrizio überhaupt te maken heeft. Articulatie Wie dit ziet, is verre van de aloude gedachte dat woorden willekeurige instrumenten zijn in mensenhanden. Noemen is niet labelen. Het is per se niet zo dat mensen (en dieren) eerst zien en denken, om dat vervolgens in taal uit te drukken. Het is omgekeerd: taal leidt en stuurt het denken. Taal structureert de waarneming. Buiten je woorden om zie je niets, zoals Fabrizio niet zag wat hij zag totdat hij het woord vond. Of misschien voorzichtiger gesproken: totdat het woord hém vond. In het kunstwerk van Stendhal blijkt zo onverhoeds iets van datgene wat woorden presteren. In de roman liggen meer van dit soort woorden besloten. Hier gaat het niet om een 'boodschap', een 'idee', of meer van dat soort kinderlijkheden. In de kunst van Stendhal gaat het uiteindelijk om de fundamentele woorden die een wereld openen waarbinnen mensen zich kunnen oriënteren, woorden die mens en wereld hun identiteit geven. In de tijd van Napoleon waren dat woorden als vrijheid, ideaal, zelfstandig denken, opoffering, gelijkheid. Dat is wat kunst (soms) is: het articuleren van de wereld waarbinnen je je altijd al bevond. Een wereld die er tegelijkertijd zonder de articulatie niet is.
Dit baarde denkers grote zorgen. Vervelend genoeg is de moedertaal altijd gebonden aan een bepaalde natie of streek: de Franse onderscheidt zich in allerlei opzichten van de Duitse taal. Maar denken is toch voor iedereen gelijk! Probleem: plaats- en tijdgebonden als zij is, tast de taal in zekere zin de universaliteit van het denken aan. Een woord is dan niet zomaar een onschuldig etiket, maar hinderlijk of zelfs schadelijk: de nationale taal verduistert het universele denken, of geeft dat in het gunstigste geval maar gebrekkig weer. Oplossing: om de universaliteit, gelijkheid en zuiverheid van het denken te waarborgen is het nodig om de taal te hervormen. Zodoende is eeuwenlang geprobeerd om de eigen landstaal in de richting van een 'perfecte', d.w.z. universeel-rationele taal te brengen. Die zou dan direct en zuiver het universele denken moeten uitdrukken. Alle ambiguïteiten en toevalligheden van de moedertaal dienen te worden uitgebannen. Het Esperanto of het stalen Engels van de internationale wetenschap zijn uitvloeisels van dit verlangen. De vanzelfsprekendheid van de taal als uitdrukking van gedachten is niet van de lucht. Tot voor kort kón er niet anders dan zo over taal worden gedacht. Vergeefs zoek je in de oude Europese teksten naar alternatieven. En de gedachte is hardnekkig. Het gebeurt misschien niet langer in expliciete verwoordingen, maar nog altijd wordt veelvuldig verondersteld: mijn 'taalgebruik' is uitdrukking van mijn 'denken'. Ik 'communiceer' er geestelijke 'inhoud' mee. En hoe zou het ook anders? Wat is daar eigenlijk op tegen? JOHAN 52
JOHAN 53
JOHAN:Informatief
Tekst: Judith Houmes-Laan met dank aan mevrouw De Vos
Dyslexie
en een gymnasiumopleiding: een taalkunst op zich
'Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.' Bron: Stichting Dyslexie Nederland 2008
Dyslexie is een leerstoornis die onafhankelijk is van de intelligentie, dus ook op het Johan de Witt komen kinderen voor met deze stoornis. In het algemeen heeft zo’n 4% van de Nederlanders dyslexie. Bijna drie keer zoveel jongens als meisjes. Er zijn meerdere theorieën in omloop over de oorzaak van dyslexie. Drie veel voorkomende theorieën zijn: 1. Er gaat iets mis in de aanleg van de hersenen waardoor de linker hersenhelft langzamer ontwikkelt dan de rechterhelft. 2. Een deel van de informatieverwerking in de hersenen verloopt niet snel genoeg. 3. Verlaagde activiteit in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse. Naast deze drie theorieën is de wetenschap het er in ieder geval over eens dat dyslexie in grote mate erfelijk bepaald is. Kinderen van ouders met dyslexie hebben een grotere kans om zelf dyslexie te hebben, dan kinderen bij wie geen dyslexie in de familie voorkomt. Dus wanneer u al moeite heeft met het goed lezen en begrijpen van de definitie waarmee ik begon (het is tenslotte een lange zin), moet u zich misschien ook eens laten testen, wanneer u
michel
Angelo JOHAN 54
JOHAN 55
een kind met dyslexie heeft. Je weet maar nooit; misschien is het leven dankzij een dyslexieverklaring wel een stuk gemakkelijker te maken; denk aan het gebruik van hulpmiddelen op het werk en bij het volgen van een studie.
'in grote mate erfelijk bepaald' Zo zijn we weer terug op school. Wat doen ze op het JdW eigenlijk aan dyslexie? Ik heb eens in de schoolgids gekeken, onder leerlingbegeleiding, ik kwam uit bij de zorgcoördinator, die ondermeer verantwoordelijk is voor het zorgplan. Voor de inhoud van het zorgplan wordt verwezen naar de site van de school, waar ik het vervolgens niet heb kunnen vinden. Ik heb mevrouw De Vos benaderd, zij is intern begeleider (ib’er), tevens zorgcoördinator. Misschien dan ook belast met de zorg voor de dyslectische kinderen op school? Van haar kreeg ik het dyslexieprotocol gemaild, ik zat dus goed. Zij heeft echter een heel drukke agenda en is alleen op dinsdag op het JdW. Het dyslexieprotocol van het JdW is opgesteld volgens de Wet Gelijke Behandeling 'leerlingen
met een handicap of een chronische ziekte' en het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs van het Masterplan Dyslexie. Dit houdt in dat ernaar gestreefd wordt om dyslectische leerlingen de zorg te bieden waar zij wettelijk gezien recht op hebben, te weten: 1. het laten volgen van het onderwijs waarvoor zij de capaciteiten hebben; 2. het ondersteunen bij het vergroten van hun functionele lees- en schrijfvaardigheid, zo nodig met faciliterende hulpmiddelen; 3. het leren omgaan met hun problemen. Het uitgangspunt is dat elke docent op het Johan de Witt-gymnasium: - weet welke leerlingen in zijn/haar klas dyslec- tisch zijn, - weet hoe hij/zij met deze leerlingen om moet gaan op het gebied van dyslexie en welke extra faciliteiten de betreffende leerlin gen worden aangeboden, - in het bezit is van het dyslexieprotocol en op de hoogte is van de inhoud.
'begeleiding is afhankelijk van wat leerling nodig heeft' Alle leerlingen in de eerste klas ondergaan een Dyslexie Screening Test (DST). Wanneer een leerling opvalt, wordt een extra test afgenomen en bij vermoeden van dyslexie wordt een nader onderzoek geadviseerd. Dat onderzoek is voor rekening van de ouders. Kinderen die van de basisschool komen met een dyslexieverklaring doen eveneens mee met het screeningsonderzoek, maar begeleiding kan direct worden gestart. De begeleiding wordt verzorgd door mevrouw De Vos (ib’er op school) en mevrouw Koenen, docente Nederlands. Zij beheren samen de lijst met namen van de kinderen met dyslexie. Deze lijst is zo lang dat ook op het JdW wel ongeveer 4% dyslexie heeft, net zoveel als in de algemene bevolking. Leerlingen met dyscalculie op het JdW (moeite met cijfers, verwant aan dyslexie) kent mevrouw De Vos niet. Waaruit bestaat dan de begeleiding? Deze is heel individueel bepaald, afhankelijk van wat de leerling nodig heeft. Dat kan variëren van een aantal
Dyslexie
en een gymnasiumopleiding: een taalkunst op zich JOHAN 56
Behalve de formele informatie was ik nieuwsgierig naar de effecten van haar begeleiding en leuke anekdotes. Zij kan niet ingaan op individuele gevallen en benadrukt dat zij als ib’er ook zeker niet alleen leerlingen met dyslexie begeleidt, maar het is heel erg leuk om te zien hoe een kind groeit en zelfvertrouwen krijgt als het tussen de oren krijgt dat dyslexie niet stom is, dat je ermee De extra faciliteiten die geboden kunnen worden kunt leven en leren, als je er op een voor jou voor klas 1-6 zijn: handige manier mee om leert gaan. * Extra tijd voor toetsen. Het betreft tien minuten De dyslexiepas voor de leerlingen op de lijst, om te beginnen, geeft toegang tot bovengenoemde extra per lesuur (voor sb’s/ so’s extra faciliteiten. naar rato) * Bij gebruik van een computer: standaard letter Ik heb wel eens een leerling horen zeggen, bij het invoeren van de dyslexiepas op school, dat grootte Arial 12pt, regelafstand 1,5 (en 'papieren' toetsen niet op geel papier), con de ‘d’ zeker voor debiel staat, maar dat was cynisch bedoeld, hij had zelf zo’n pas en volgens form centraal examen format mij geen gebrek aan zelfvertrouwen. * Aangepaste beoordeling van de spelling * Indien mogelijk een mondelinge overhoring (in Mij is niet bekend in welk lettertype deze superdikke ‘d’ is afgedrukt, misschien wel in lettertype overleg met de docent) * Leesbeurten beperken (in overleg met de do- dyslexie? Er zijn ook speciale brillen, die voor een deel van de dyslecten het lezen een heel cent, aangegeven door leerling) * Extra ondersteuning door zorgcoördinator en/ stuk makkelijker maken, maar bij andere weer helemaal niet werken. of dyslexiecoördinator op Zo is er een grote variëteit in vormen van dysdidactisch of emotioneel vlak lexie, dus ook een grote variëteit in wat leer* Tips voor het leren van moderne vreemde talen * Gebruik van hulpmiddelen (in overleg met ou lingen nodig hebben en kunnen gebruiken bij hun dyslexie. De begeleiding op het JdW wordt ders) conform het schoolbeleid daarom bepaald door de behoeften van de individuele leerling. Aan de ouders mijn advies 'ondersteuning naar behoefte' proberen uit te vinden wat die behoeften zijn en Ik vroeg mij af hoe de leerlingen of ouders in con- eventueel zelf contact te zoeken met mevrouw De Vos, in geval er vragen zijn. Zij is er voor uw tact komen met de ib’er en dyslexiebegeleider, en of in dat contact ook actief wordt geadviseerd. kind, maar zal zich niet opdringen en geen problemen maken waar ze niet zijn. Deze vraag stelde ik vanuit mijn eigen ervaring dat ik als ouder in grote mate zelf heb moeten uitvinden wat er allemaal mogelijk en te koop is Zoals beloofd een aantal sites: op het gebied van ondersteuning en geen idee www.stichtingdyslexienederland.nl had hoe het Johan de Witt daarmee omging. www.woortblind.nl Mijn kind had een dyslexieverklaring, en nu...? www.hersenstichting.nl De dyslexiebegeleiders volgen de leerlingen op www.xlens.com de lijst, nemen zo nodig contact op met de ouwww.dyslexiefont.com ders en bieden ondersteuning aan de leerlingen naar behoefte. ib’er mevrouw W. de Vos:
[email protected] Verder geef ik aan het eind van dit artikel het tel.: 06-53982592 mailadres en telefoonnummer van mevrouw De Vos, met haar toestemming, en noem ik nog wat internetsites waarop u enige informatie kunt vinden. gesprekken, om de leerling zelfvertrouwen te geven tot hulp bij vinden van en verstrekken van hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld ingesproken lesboeken en computerprogramma’s. Er zijn echter op het JdW maar weinig leerlingen die van dergelijke hulpmiddelen gebruik maken.
JOHAN 57
Taalkunstige vondsten
oplossing
OERGEZELLIG TREFPUNT IN HET HARTJE VAN DORDT!
advertentie
Diner
Lunch
Borrel
Vergaderen Feesten
Partijen
c o n t u m e l i a
JOHAN 58
Voorstraat 256
078-8438001
www.dordtsgenoegen.nl
Een goed slaapadvies is een kunst apart beddenspecialist
HENDRIKSEN WWW.BEDTIJD.NL
Toulonselaan 67-69 3311 LT Dordrecht 078 -6134490
www.beddenspecials.nl/hendriksen
*sinds* 1935 **