HGZO-congres 2012
HGZO-congres 2012 Inspiratiebron voor het hbo-gezondheidszorg
Congresboek
Redactie: S. Colenbrander M.J. Kok
EXPOSZ opleiden in sport en zorg Faculteit der Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam
Boom Lemma uitgevers Den Haag 2012
© 2012 EXPOSZ, Faculteit der Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351 zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp. Voor het overnemen van één of meer gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
ISBN 978-90-5931-822-9 NUR 600 Boom Lemma uitgevers www.boomlemma.nl Omslag: VFT, Vrije Universiteit Amsterdam Typografie: EXPOSZ, Faculteit der Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam Productie: drukkerij Wilco, Amersfoort
Voorwoord De 12eeditie van het HGZO-congres gaat over het thema ‘Samenwerken aan kwaliteit’, in het bijzonder de kwaliteit van het hoger onderwijs. Het kan niemand zijn ontgaan dat de kwaliteit van het onderwijs de afgelopen tijd prominent in de belangstelling staat. Uit onderzoek van de Inspectie van het onderwijs in 2011 naar het kwaliteitsstelsel van het hoger onderwijs en het toezicht op het functioneren daarvan, blijkt onder andere dat de wet- en regelgeving met betrekking tot het afstuderen bij alle onderzochte opleidingen onvoldoende wordt nageleefd. De inspectie stelt vast dat studenten van vier opleidingen aan de Hogeschool Inholland hun diploma nooit hadden mogen krijgen. In december vorig jaar klapten docenten van de HvA uit de school. Ook daar zou bij een aantal opleidingen sprake zijn van diplomafraude. Maar het college van bestuur haastte zich dit bericht te ontkennen. Er zou eerder sprake zijn van een verslechtering van de werkverhouding tussen docenten van de International Business School (IBS) en leidinggevenden. In diezelfde maand, vlak voor de kerst, kwam aan het licht dat 200 studenten ‘journalistiek’ van Windesheim onterecht hun diploma ontvingen. Dat wordt op dit moment uitgezocht.
6
De meeste diplomeringsproblemen hebben betrekking op het niveau van de afstudeerscripties. Die zouden onder de maat zijn. Het kwaliteitsstelsel van het hoger onderwijs en het toezicht daarop lijkt, gelet op voornoemde ‘ontsporingen’ niet goed te werken. Daarom is inmiddels besloten om een aantal maatregelen te treffen die het kwaliteitsstelsel zullen verbeteren. Daarbij kan worden gedacht aan het aanscherpen van accreditaties, de intensivering van het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van het onderwijs, voornamelijk tussen de accreditaties van de NVAO, de invoering van landelijke toetsen voor kernvakken, en ‘last but not least’ de verdere professionalisering van docenten (‘iedere hbo-docent master’). Problemen met de kwaliteit van het onderwijs hebben niet alleen betrekking op het hoger onderwijs, maar manifesteren zich in alle onderwijsniveaus, van primair tot hoger. In het hoger onderwijs spitst de discussie over onderwijskwaliteit zich toe op het afstudeerniveau, zoals dat wordt gereflecteerd in de afstudeerscripties. In het mbo is sprake van onvoldoende onderwijskwaliteit (‘zwakke opleidingen’) als het onderwijsproces ernstige tekortkomingen vertoont (het gaat dan vaak over de veronderstelde nadelen van de invoering van ‘competentiegericht opleiden’) en de opleiding te veel voortijdige schoolverlaters heeft of te weinig gediplomeerden aflevert. In het vo staat de discussie over onderwijskwaliteit in het teken van de daling van de gemiddelde examencijfers en de daling van het aantal geslaagden in havo en vwo, maar daar staat tegenover dat er steeds meer leerlingen naar havo en vwo gaan. In het primair onderwijs ging de Cito-score weliswaar omhoog en daalde het aantal zwak presterende scholen, maar liggen de gevolgen van krimp op de loer: door de terugloop van het aantal leerlingen worden scholen te klein om kwaliteit te blijven bieden. Uit deze voorbeelden blijkt dat de discussie over onderwijskwaliteit gaat over uiteenlopende ‘objecten’ van onderwijskwaliteit (kwaliteit van de afstudeerscriptie, aantal gediplomeerden, Cito-score enz.). Verder dat de kwaliteit van het onderwijs door allerlei actoren, met verschillende belangen, wordt beoordeeld (studenten, ouders, inspectie, maatschappelijke organisaties enz.) en dat bij de beoordeling van de kwaliteit (van dezelfde ‘objecten’) niet altijd dezelfde (en helder gedefinieerde) criteria worden gebruikt. Dat maakt de discussie over onderwijskwaliteit zo lastig!
Om te kunnen bepalen of het onderwijs effectief is (uitkomsten/opbrengsten realiseert) en dat op een efficiënte manier doet, wordt het functioneren van het onderwijs over het algemeen afgebeeld als een systeemmodel (input, proces, output). Bij ‘proces’ gaat het om de vraag ‘doen we op het juiste moment de juiste dingen met de juiste middelen’ om een optimaal resultaat te krijgen? Uit studies naar schooleffectiviteit weten we dat een aantal indicatoren bij het realiseren van schoolkwaliteit er echt toe doet: onderwijskundig leiderschap, participerende besluitvorming, professionele ontwikkeling, goede onderlinge verhoudingen, samenwerking met externe ondersteuners enz. En dan is de cirkel rond en komen we bij het thema van de 12e editie van het HGZO-congres waarin twee zaken aan elkaar worden gekoppeld: kwaliteit en samenwerking. Uit schooleffectiviteitsonderzoek blijkt dus dat de samenwerking tussen allen die verantwoordelijk zijn voor goed onderwijs daadwerkelijk bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Dat blijkt niet alleen te gelden voor het onderwijs dat voorbereidt op functies in de sport en zorg, maar ook voor het functioneren van de zorg op zich. Zo bleek recentelijk naar aanleiding van de uitbraak van de gevaarlijke klebsiellabacterie in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam dat een goede samenwerking tussen allen voor de uitvoering van de zorg verantwoordelijken en het management erger had kunnen voorkomen. Een verschil van inzicht tussen de hygiënisten en de medisch microbiologen zorgde er voor dat de oorzaak van de besmetting met de bacterie pas bekend werd toen 78 patiënten al met de bacterie besmet waren. Ook werd de aangeboden hulp van een aan het ziekenhuis verbonden anesthesioloog, tevens hoogleraar veiligheid in de zorg bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam, afgeslagen. Deze stelt nu terecht dat is gebleken dat gebrek aan samenwerking de kwaliteit van zorg ernstig schaadt. En dat geldt mutatis mutandis ook voor het onderwijs. Samenwerking is een ‘must’! Ik wens u allen een interessant en leerzaam congres. Dr. Jan Streumer Lector Versterking Beroepsonderwijs Hogeschool Rotterdam
7
Welkom ‘Minder is meer!’ Dat hoor ik mijzelf nog roepen tegen mijn eerstejaars hbostudenten, voordat ze hun eerste verslag bij me zouden inleveren. Natuurlijk hoopte ik op: • minder centimeters nakijkwerk; • minder knip- en plakwerk; • minder meldingen van de plagiaatscanner; • meer bondige, coherente en onderbouwde uitspraken; • meer kwaliteit. Dat is natuurlijk makkelijk gezegd. Is het docentschap niet mooi? Lekker aan wal staan en roepen? Zelf aan het roer staan is voor de student daarentegen niet gemakkelijk. Het wordt steeds belangrijker om koers te houden. Studies moeten in één keer slagen: er moet meer worden bereikt in kortere tijd en met minder geld. Kunnen wij meer bereiken met minder middelen? In hoeverre gaan kwaliteit en het streven naar efficiëntie samen? We staan voor de uitdaging om (meer) kwaliteit te bieden aan een groeiende groep hbo-studenten. De vraag is: hoe zorgen we samen voor onderwijskwaliteit voor al deze studenten? Jan Streumer noemt in zijn voorwoord dat samenwerken een belangrijke factor is in het realiseren van onderwijskwaliteit. Door samen te werken kan het beste van verschillende werelden worden samengebracht. Bovendien is samenwerken leuk: het houdt je scherp en het inspireert. Namens EXPOSZ heet ik u van harte welkom op het 12e HGZO-congres, waarin we elkaar kunnen informeren en inspireren rondom het thema ‘samenwerken aan kwaliteit’. De beschrijvingen van de actieve bijdragen in dit congresboek laten diverse ontwikkelingen en initiatieven uit het HGZO zien waarbij een hoge onderwijskwaliteit mikpunt is. Het is mede dankzij uw inbreng (waarvoor alvast dank!) weer gelukt om een interessant en afwisselend programma neer te zetten. We kunnen 22 en 23 maart samen op koers naar kwaliteit, en niet te vergeten: gezelligheid! EXPOSZ wenst u veel inspiratie en plezier op 22 en 23 maart! Namens Sjoukje Colenbrander en alle medewerkers van EXPOSZ, Marjan Kok
9
inhoudsopgave
HGZO-congres 2012
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Welkom
7
Algemene congresinformatie Lezingen − Samenwerken is noodzaak! Karl Dittrich − Kwaliteit van onderwijs en de kwaliteit van docenten Henk Frencken Onderzoeksrondes − Onderwijskundig onderzoek in het HGZO, donderdag − Onderwijskundig onderzoek in het HGZO, vrijdag
10
Infoshops − Het beste van twee werelden: ExpertCollege – VUmc Amstel Academie Marlies Bakker-van den Heuvel, Asaf Gafni − Klinisch redeneren voor verpleegkundigen Marc Bakker − Van instroom naar uitstroom An Bernaerts, Eveline Mestdagh − Doorlopende leerlijn voor verpleegkunde opleidingen in mbo en hbo Carina Braams, John de Best − Nieuw vaardigheidsonderwijs in een Skillslab Rick Ekelschot, Saskia Hofstra − Samen sta je sterker: werken in afstudeerkringen Ruth Dalemans, Pernelle van Loon − Intercollegiale toetsing. Voorbehouden en risicovolle handelingen toetsen in de praktijk van alledag Hennie van de Glind, Gerard van Tricht − Speerpuntonderzoek Begeleid Zelfstandig Leren: in de roos geschoten! Annemie Coussens, Judith Kerkhof, Nancy van Ranst − Ontwikkeling en implementatie van wetenschappelijke vorming in het hoger gezondheidszorgonderwijs; lezing van een best practice Martijn de Groot − Samen op weg naar kwaliteit in de zorg met Evidence Based Neuroscience Nursing Hilde Lahaye, Katrin Gillis − “Wie speelt, leert” Henk Cosijn, Brigitta Kornet, Jolanda van Woerkom, Irene Teeuwen − Blended learning, laagdrempelig (samen)werken aan verrijking van het onderwijs Jildert van Yperen Workshops − Evidence Based ontwerpeisen aan evidence based werkplekleren Erica Baarends
11
15 16
19 24
31 33 34 35 36 37
39 41
43
44 45
46
49
HGZO-congres 2012
− − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
inhoudsopgave
Het ontwerpen van competentiegericht onderwijs met behulp van het 4C-ID-model Denise Beeckmans, Mary Herboldt-Soudant Oplossingsgericht aan het werk: versterken van duurzame gedragsverandering Marjo Bink, Leontine van Schie De kracht van toets- en itemanalyse Inge Boon, Ankie Vink Begin met …. Weten wat je wilt Meten! Willemijn Bos-Eekhof, Letty Annijas Hoe sluiten jouw werkvormen aan op de natuurlijke werking van het brein? Geert Buijtenweg De Bevlogen Coach Allard Gerritsen Tijd tekort? Judith Gerritsen Evalueren is motiveren Mary Herboldt, Judith Gerritsen Centralisatie wat nu? Annemarie Roos, Lisanne Huiberts, Loes van der Linden Klinisch redeneren en evidence based practice, een symbiose Greet De Knop, Anne Devesse De bachelorproef in een professionele bacheloropleiding Daphne Kos, Godelieve Winderickx
51
52 53 54 55 57 59 60 61 62 63 V
irtual Action Learning: wat levert het op? Marijke Leijdekkers, Rachelle Peters Oog voor diversiteit is onderdeel van kwaliteitszorg Andrea Kuckert-Wöstheinrich, Marjan Stomph Motiverend begeleiden Carel Martens, Marjolein Roemaat Het curriculum in de praktijk Lynette Menting, Claudia Bronner Door reflecteren leren en professionaliseren Liesbeth Metz, Marloes Spaan Zorg van de toekomst: onderwijs op het snijvlak van zorg en technologie Marianne Nieboer, Joost van Hoof, Eveline Wouters Onderwijsontwikkeling als project Liesbeth Neeskens, Marjolein Roemaat Onderzoek je onderwijs! Marit Praagman, Jirka Born Slaagt mijn beoordeling? Criteria voor het beoordelen van stagiairs Luc Simoens Het Virtuele Rollenspel: een kosteneffectieve manier om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen? Wim Trooster, H. de Vries, H. ten Heuw Het criteriumgerich evalueren van een bachelorproef binnen een competentiegericht curriculum Lisa Van der Jeught Geschikt of ongeschikt? Beslissen op basis van een kwalitatief goed competentiegericht toetshuis Pieter Wouda, Inge Speth-Lemmens “Ik ben goed bezig!”
64 65 67 68 69 71 73 74 75
76
77
78 79
11
inhoudsopgave
Otto Venema, Monique Bekker
12
HGZO-congres 2012
HGZO-congres 2012
algemeen
Algemene congresinformatie Locatie Het congres vindt plaats in congreshotel ‘De Werelt’, Westhofflaan 2, 6740 AA Lunteren, tel: 0318-484641, www.congrescentrum.nl Aankomst en registratie Op donderdag 22 maart kunt u zich vanaf 9.15 en op vrijdag 23 maart vanaf 9.00 uur laten registreren bij de informatiebalie van het congres. U ontvangt daar de congresmap met het definitieve congresprogramma en uw persoonlijke congresindeling. U ontvangt tevens een naambadge. U wordt verzocht deze gedurende het hele congres te dragen. U kunt bij de informatiebalie eventuele bagage in bewaring geven. Zie voor informatie over uw hotel de aanvullende congresinformatie. Aanvangstijden congres De aanvangstijd van het congres is op donderdag 10.00 uur en op vrijdag 9.30 uur. Routebeschrijving vanaf A1 Amsterdam–Apeldoorn/Apeldoorn-Amsterdam: afslag Barneveld/Ede A 30 richting Ede, afslag Lunteren. vanaf A12 Utrecht–Arnhem/Arnhem-Utrecht: afslag Ede-Noord/Barneveld (A30), afslag Lunteren. vanaf A15 Rotterdam–Nijmegen/Nijmegen-Rotterdam: afslag Kesteren (N233); richting Rhenen/Veenendaal. Bij Rhenen de brug oversteken en weg volgen, 1e rotonde recht oversteken. Op de volgende rotonde rechtsaf. Weg volgen tot aan de A12, ga de A12 op richting Arnhemneem de A30 richting Ede-Noord/Barneveld afslag Lunteren. Daarna: Volg de rondweg (Westzoom) en daarna de ANWB-borden De Werelt. Dit betekent dat u aan het eind van de Westzoom linksaf de Dorpsstraat inrijdt. Vervolgens gaat u de vierde weg rechtsaf de Boslaan op. Ga de spoorwegovergang over; neem daarna de derde weg rechts (= Molenweg); daarna eerste weg links (= Westhofflaan, waar een bord u verwijst naar de ingang van congrescentrum De Werelt. Terugweg naar A30 met eigen vervoer: Bij de uitgang van De Werelt vindt u kaartjes met daarop de routebeschrijving naar de snelweg. Openbaar vervoer Per trein is Lunteren bereikbaar vanuit Amersfoort en Ede-Wageningen waar u met uw OV-chipkaart eerst moet uitchecken bij de NS om vervolgens in te checken bij. Connexxion voor de trein (Valleilijn) die naar Lunteren rijdt. Daar aangekomen weer uitchecken.
13
algemeen
HGZO-congres 2012
Wandeling vanaf station Lunteren naar De Werelt (verharde weg, circa 15 minuten): Trein vanuit Ede: u loopt over het perron terug en dan links het grindpad op en direct rechtsaf over het parkeerterrein richting sauna. Daar gaat u linksaf (= Boslaan). U volgt de Boslaan (circa 1 km), daarna rechtsaf de Molenweg in. Eerste weg links (= Westhofflaan), waar een bord u verwijst naar de ingang van congrescentrum De Werelt. Wandeling vanaf station Lunteren naar De Werelt (verharde weg, circa 15 minuten): Trein vanuit de richting Amersfoort: u loopt verder in de richting van de trein en steekt het spoor over. Op het grindpad rechtsaf richting sauna. Aan het einde van de parkeerplaats linksaf (= Boslaan). U volgt de Boslaan (circa 1 km), daarna rechtsaf de Molenweg in. Eerste weg links (= Westhofflaan), waar een bord u verwijst naar de ingang van De Werelt. Voor vervoer naar De Wereld kunt contact opnemen met Taxi Lunteren, 0318484555. Op uw verzoek regelt congrescentrum De Werelt graag taxivervoer voor u. Rookbeleid In De Werelt is roken slechts toegestaan op de aangegeven plaatsen. Roken is in ieder geval niet toegestaan in de hotelkamers, de zalen en in het restaurant. 14
Informatiemarkt In de centrale hal van ‘De Werelt’ is er gedurende het congres een informatiemarkt ingericht. In het congresprogramma is er gedurende de lunch en de theepauze op donderdag en gedurende de koffiepauze en de lunch op vrijdag extra tijd ingeruimd om u de gelegenheid te bieden deze te bezoeken (zie voor exacte tijden het congresprogramma). Op de informatiemarkt staat ook een stand van onze hoofdsponsor: Boom Lemma uitgevers (www.boomlemma.nl).
LEZINGEN
HGZO-congres 2012
lezing
Samenwerken is noodzaak! Karl Dittrich NVAO, bestuur (voorzitter)
Goed onderwijs is gebaat bij een gepassioneerde samenwerking tussen docent en student. Het resultaat van die samenwerking wordt beter als de docenten zich realiseren dat zij individueel én collectief de sleutel tot de kwaliteit van onderwijs in handen hebben. De docent is de spin in het web van de kwaliteit. In complexe en zich snel ontwikkelende gebieden als de gezondheidszorg is samenwerken essentieel om de opleidingen actueel en innovatief te houden. Die samenwerking moet zich richten op het werkveld, omdat daar de grootste veranderingen plaatsvinden, maar ook op het fundamentele én beroepsgerichte onderzoek. Ook van daaruit komen immers stimulansen die tot innovatie en kwaliteitsverbetering kunnen leiden. Maar ook het omgekeerde kan zich voordoen. Met een zekere regelmaat blijkt dat onderwijs en onderzoek tot innovaties, efficiencywinsten en kwaliteitsverbeteringen in de beroepsuitoefening leiden. Het werkveld moet daarom nauw betrokken zijn en blijven bij onderwijs en onderzoek. Samenwerken is dus een must, maar het zal daarbij vooral gaan om de inhoudelijkheid van die samenwerking. Een kwaliteitscultuur kan daar aan bijdragen. Correspondentieadres NVAO t.a.v. dr. K. Dittrich Postbus 85498 2508 CD DEN HAAG E-mail:
[email protected]
17
lezing
HGZO-congres 2012
Kwaliteit van onderwijs en de kwaliteit van docenten Henk Frencken Universiteit Leiden, ICLON
De NVAO heeft als taak om, na gedegen onderzoek, opleidingen een stempel van kwaliteit te geven. Dit aan de hand van een aantal criteria. De kwaliteit van de docenten is er daar één van, met daaraan gekoppeld de vraag hoe de opleiding ervoor zorgt dat die kwaliteit op peil blijft en verbetert. Docenten nemen in het algemeen graag deel aan nascholingsactiviteiten. Niet om het opleidingsmanagement of de NVAO te behagen, maar omdat ze betere docenten willen worden. Voor de meesten van die docenten betekent ‘een betere docent worden’ dat het leerresultaat van hun studenten verbetert.
18
Maar wat is goede nascholing? Onderzoek toont aan dat de effectiviteit van professional development programs afhangt van een aantal ingrediënten: • Heeft genoeg tijd en middelen beschikbaar. • Steunt op collegialiteit en uitwisseling van ervaring. • Voorziet in goede evaluatie en terugkoppeling. • Loopt in de pas met andere veranderingen. • Is school based of vindt op de werkplek plaats. • Hanteert practice what you preach m.b.t. onderwijsmethodes. Thomas Guskey is een sleutelonderzoeker op het gebied van professional development of teachers. Hij komt met bovenstaand lijstje, en met de constatering dat op bovenstaand ‘onderzoek toont aan’ nog een boel af te dingen valt. Maar wat werkt dan wel? Je kunt ook anders kijken naar kwaliteit van docenten. Malcolm Gladwell beweert dat om expert te worden in een professie, van concertpianist tot quantummechanicaprofessor, zo’n 10.000 uur van praktijk nodig zijn. Dat geldt ook voor docenten. Op deze redenering is veel kritiek, maar dat het even duurt voor je het vak van onderwijzer onder de knie hebt, is evident. Maar wat moet je in die tijd dan doen? Aan de hand van de ervaringen van de deelnemers gaan we bovenstaande twee vragen samen verkennen. Trefwoorden Professional development, nascholing, kwaliteit van onderwijs. Literatuur Guskey, Thomas R. (2003). What makes professional development effective? Phi Delta Kappan, 84: 748-750. Gladwell, M. (2008). Uitblinkers. Waarom sommige mensen succes hebben en anderen niet. Amsterdam: Uitgeverij Contact. Correspondentieadres ICLON, Universiteit Leiden t.a.v. drs. H. Frencken Postbus 905
HGZO-congres 2012
2300 AX Leiden
lezing
E-mail:
[email protected]
19
ONDERZOEKSRONDES
onderzoek
HGZO-congres 2012
Onderwijskundig onderzoek in het HGZO Stan Buis Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ, Opleiden in sport en zorg
In deze onderzoeksronde staat onderwijskundig onderzoek in het HGZO centraal. Drie hogeschooldocenten/onderzoekers zullen ingaan op hun onderzoek en de manier waarop docenten en studenten betrokken zijn bij het onderzoek op hogescholen. Natuurlijk wordt ook aandacht besteed aan hoe de onderzoeksresultaten hun vertaling naar het onderwijs binnen de opleiding vinden. Na de presentaties van de onderzoekers is tijd om met hen van gedachten te wisselen over de wijze waarop onderzoek op uw opleiding kan worden ingezet en wat daarbij de rol van uzelf, uw collega’s en uw studenten kan zijn. Op de komende pagina’s vindt u de beschrijvingen van de drie onderzoeken die gepresenteerd zullen worden. Sprekers donderdag Anouck Diercks Hoeben, Pascalle Uiterwijk AMC, F7zuid
22
Anne Devesse, Dirk Smits Hogeschool-Universiteit Brussel, Opleiding Ergotherapie Ellen Traas, Bas Agricola Avans Hogeschool, HAN
HGZO-congres 2012
onderzoek
Multidiciplinair opleiden: de toekomstformule voor een behandelteam Anouck Diercks Hoeben, Pascalle Uiterwijk AMC, Amsterdam, afdeling F7zuid
In dit project is er onderzoek gedaan op de leerwerkplaats van de verpleegafdeling F7zuid van het AMC. Er is onderzoek gedaan naar het multidisciplinair opleiden met als doel de samenwerking tussen verschillende disciplines te verbeteren en hiermee indirect de continuïteit en kwaliteit van zorg te vergroten. Het gaat hier niet alleen om de samenwerking tussen arts en verpleegkundige, maar ook om de samenwerking met fysiotherapie, diëtetiek en maatschappelijk werk. Door de complexiteit van ziektebeelden hebben deze disciplines een belangrijk aandeel in het behandelplan van de patiënt. De vraagstelling: op welke manier kan de samenwerking tijdens de opleidingsfase verbeterd worden? Vanuit het onderzoek zijn er aanbevelingen gedaan ten aanzien van multidisciplinair opleiden en samenwerken. Er zal vanuit deze aanbevelingen een adviesnotitie geschreven worden voor een pilot stageplaats diëtetiekstudent op de LWP van F7zuid. Deze pilot heeft inmiddels op de afdeling plaats gevonden en is goed geëvalueerd. Binnenkort zal een pilot plaatsvinden met een fysiotherapiestudent. In dit onderzoek komt het belang van multidisciplinair opleiden naar voren. Dit kan bijdrage aan de ontwikkeling van het onderwijs van de paramedische disciplines in de toekomst. Trefwoorden Leerwerkplaats, opleiden, multidisciplinaire samenwerking, verpleegkunde. Gewenste beginsituatie Op de hoogte zijn van situationeel werkbegeleiding geven in een praktijksetting. Correspondentieadres AMC Afdeling F7zuid t.a.v. mw. A Diercks Hoeben Postbus 22660 1100 DD Amsterdam E-mail:
[email protected]
23
onderzoek
Effect van een complementaire sensibiliteitsstoornissen na CVA
HGZO-congres 2012
interventie
bij
Anne Devesse, Dirk Smits Hogeschool-Universiteit Brussel, Opleiding Ergotherapie In 8 Vlaamse ziekenhuizen en revalidatiecentra en 1 ziekenhuis in Zwitserland wordt het effect nagegaan van intermitterende druktherapie op het herstel van sensibiliteitsstoornissen van het bovenste lidmaat na een CVA. De intermitterende druktherapie is complementair aan de standaardbehandeling die in de instellingen uitgewerkt wordt. Het onderzoek is opgezet van uit de opleiding Ergotherapie in samenspraak met de Panat-werkgroep (vroegere Johnstone). Empirisch geven Panat-therapeuten aan dat de intermitterende druk effect lijkt te hebben bij hun cliënten. Om die vaststellingen objectief vast te leggen, werd het onderzoeksproject opgestart. De onderzoeksvraag, het onderzoeksdesign en het vastleggen van de inclusie- en exclusiecriteria van de patiënten werden uitgewerkt op basis van literatuur en in overleg met de Panat-werkgroep en ergotherapeuten uit het werkveld. 24
Studenten uit de opleiding Ergotherapie werden ingeschakeld bij de literatuuranalyse om de onderzoeksopzet te concretiseren: bepalen van de assessmentinstrumenten om gegevens objectief in kaart te brengen, vastleggen van de parameters van de complementaire therapie en inventariseren van mogelijke therapieconcepten om sensibiliteitsstoornisen te behandelen. Alvorens het onderzoek op te starten, werkten studenten een pilootproject uit in één instelling ter finalisatie van de onderzoeksopzet. Studenten inventariseerden de standaardbehandeling bij alle deelnemende instellingen door middel van observaties. Het opzetten van dit onderzoeksproject is niet alleen belangrijk voor de studenten zelf, het biedt ook een meerwaarde voor de ergotherapeuten uit het werkveld en de opleiding zelf. We zetten al deze verschillende facetten even in de kijker tijdens de presentatie. Trefwoorden Onderzoek met studenten, meerwaarde werkveld, dissiminatie. Literatuur Devesse, A., Strukeli, L., Van Vooren, P., Smits D. (2010). ARAT of Wolf, complementair of concurrerend assessment om de functionaliteit van de plegische arm in kaart te brengen bij CVA. In: Jaarboek Ergotherapie 2010. Acco: Leuven, 60-71. Devesse, A. & Van Vooren, P. (2011). Testing functionality of the arm: a comparison between the ARAT and Wolf Motor Functioning Test (posterpresentatie WCPT), 22 juni 2011, Amsterdam. Internet-links Pragodi (onderzoekscentrum Professionele bachelor HUBrussel): www.hubrussel.net/Pragodi_site/Pragodi-homepage/Onderzoeksthemas/ Onderzoeksthemas-Gezondheidszorg.html
HGZO-congres 2012
onderzoek
Correspondentieadres HUBrussel Opleiding Ergotherapie t.a.v. mw. A. Devesse Blekerijstraat 23-26 B-1000 Brussel België E-mail:
[email protected]
25
onderzoek
Het verschil Fysiotherapie
HGZO-congres 2012
tussen
voltijd-
en
deeltijdstudenten
Ellen Traas, Bas Agricola Avans Hogeshool, opleiding Fysiotherapie, HAN, opleiding Voeding en Diëtetiek “Wat is die deeltijdklas toch een fijne groep om mee te werken. Ze bereiden zich goed voor, stellen goede vragen en ze zijn zo gemotiveerd.” Een quote van een docent bij Avans Hogeschool, Academie voor Gezondheidszorg, opleiding Fysiotherapie. Een geluid dat gehoord werd en vertaald werd naar een quasiexperimenteel onderzoek: De verschillen in het reguleren van leren en de efficiëntie van leren tussen voltijd- en deeltijdstudenten Fysiotherapie. En met behulp van de Motivated Strategies for Learning Questionnaire (MSLQ) werden er duidelijke verschillen gevonden! Nieuwsgierig naar welke verschillen er tussen deze groepen zijn gevonden? Kom dan naar onze presentatie! Trefwoorden Reguleren van leren, efficiëntie van leren, voltijd- en deeltijdstudenten fysiotherapie, Motivational Strategies of Learning Questionnaire.
26
Literatuur Pintrich, P. R. (2004). A Conceptual Framework for Assessing Motivation and SelfRegulated Learning in College Students. Educational Psychology Review, 16-4, 385-407. Jinkens, R. C. (2009). Non-traditional students: Who are they? College Student Journal, 43, 979-987. Paas, F., & Merriënboer, J. van (1993). The efficiency of instructional conditions: An approach to combine mental effort and performance measures. Human factors: the journal of the human factors and ergonomics society, 35-4, 737-743. Pintrich, P. R. & De Groot, E. V. (1990). Motivational and self-regulated learning components of classroom academic performance. Journal of Educational Psychology, 82, 33-40. Correspondentieadres Avans Hogeschool Opleiding Fysiotherapie t.a.v. mw. E. Traas Postbus 90.116 4800 RA Breda E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
onderzoek
Onderwijskundig onderzoek in het HGZO Marit Praagman Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ, Opleiden in sport en zorg
In deze onderzoeksronde staat onderwijskundig onderzoek in het HGZO centraal. Drie hogeschooldocenten/onderzoekers zullen ingaan op hun onderzoek en de manier waarop docenten en studenten betrokken zijn bij het onderzoek op hogescholen. Natuurlijk wordt ook aandacht besteed aan hoe de onderzoeksresultaten hun vertaling naar het onderwijs binnen de opleiding vinden. Na de presentaties van de onderzoekers is tijd om met hen van gedachten te wisselen over de wijze waarop onderzoek op uw opleiding kan worden ingezet en wat daarbij de rol van uzelf, uw collega’s en uw studenten kan zijn. Op de komende pagina’s vindt u de beschrijvingen van de drie onderzoeken die gepresenteerd zullen worden. Sprekers vrijdag Jetske Strijbos KHLeuven, Departement Gezondheidszorg en technologie Winifred Paulis, Monique Beekman Erasmus MC, Rotterdam, Huisartsopleiding Stan Buis Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ, Opleiden in sport en zorg
27
onderzoek
HGZO-congres 2012
Een zonnewijzermodel voor efficiënte blended leeromgevingen Jetske Strijbos KHLeuven, Departement Gezondheidszorg en technologie
Blended learning is een interessant en modern onderwijs- en leermodel waarvan aangenomen wordt dat het de efficiëntie en de effectiviteit van onderwijs kan verbeteren. Goede redenen om het een plaats te geven in curricula – maar welke is de precieze, is de weg tot het succesverhaal? Het departement Gezondheidszorg en Technologie van de KHLeuven onderschrijft op basis van een literatuurstudie dat blended learning kan ingezet worden als middel om ‘ander’, ‘meer’ en ‘beter’ onderwijs te realiseren (Elen, 2011) en besluit daarom te investeren in dit onderwijs- en leermodel. Anderzijds benadrukt de literatuur dat er heel wat randvoorwaarden zijn die een vlotte implementatie ondersteunen (Garrison et al., 2008; Vandeput, 2012). Om die reden ontwikkelde het departement op basis van haar literatuurstudie flankerende modellen die onder andere financiële flows, verankering in de organisatie en rol van de actoren beschrijven. Het volledige plaatje wordt omkaderd door kwaliteitscriteria en bijhorende (nog te ontwikkelen) kwaliteitszorginstrumenten. 28
In de presentatie krijgt u zicht op het leer- en onderwijsmodel op maat van het departement, op de flankerende modellen en op de kwaliteitscriteria die de implementatie van blended learning moeten aansturen en op langere termijn de effectiviteit en efficiëntie van het model in kaart moeten brengen. Trefwoorden Blended learning, implementatiestrategie. Gewenste beginsituatie Interesse in/ervaring met blended leeromgevingen. Literatuur Garrison, D. & Vaughan, N. (2008). Blended learning in Higher Education: Framework, Principles and Guidelines. San Francisco: John Wiley & Sons. Vandeput, L. (2012). Van e-learning naar geïntegreerd blended learning. (in druk). Internet-links Elen, J. (2011). Het hoger onderwijs zal blended zijn of niet. VLHORA studiedag: http://www.vlhora.be/VLHORA-koepel/04-nieuws-activiteiten/04-01-kalender/ 20111024studiedag'The%20Education%20Higha/Het_hoger_onderwijs_zal_blended _zijn_of_niet_zijn-1.pdf Correspondentieadres KHLeuven Departement Gezondheidszorg en Technologie t.a.v. mw. J. Strijbos Herestraat 49 3000 Leuven België
HGZO-congres 2012
onderzoek
E-mail:
[email protected]
DOERAK; een randomized controlled trial binnen de huisartsopleiding Winifred Paulis, Monique Beekman Erasmus MC, Rotterdam, Huisartsopleiding
Heeft een nieuw wetenschappelijk onderwijsprogramma, waarin huisartsen in opleiding zelf een patiëntgebonden onderzoek gaan opzetten en uitvoeren, meer effect op kennis, vaardigheden en attitude ten aanzien van wetenschappelijk onderzoek dan het huidige onderwijs? Dat is de vraag waar DOERAK, een cluster randomized controlled trial binnen de huisartsopleiding in Rotterdam, een antwoord op wil geven. De helft van de groepen derdejaars huisartsen in opleiding, die instromen van september 2010–2012, volgt het reguliere onderwijsprogramma (controlegroepen), de andere helft krijgt naast het reguliere onderwijsprogramma een aanvullend onderwijsprogramma (interventiegroepen). In dit onderwijsprogramma gaan ze actief participeren in een klinisch-wetenschappelijk onderzoek in de huisartspraktijk waar ze stage lopen. Zij gaan een prospectief cohortonderzoek naar kinderen met en zonder overgewicht die bij hen op consult komen, opzetten en uitvoeren. Samen met onderzoekers gaan de huisartsen in opleiding in drie onderwijsbijeenkomsten (van totaal 15 uur) aan de slag met het formuleren van relevante onderzoeksvragen, screenen en uitnodigen van patiënten uit hun eigen opleidingspraktijken, het uitvoeren van metingen, analyseren van data en presenteren van resultaten. Een van de onderzoekers houdt de huisartsen in opleiding wekelijks via e-mail op de hoogte over de stand van zaken van het onderzoek. Aan het begin en eind van hun derde jaar zal van alle huisartsen in opleiding kennis, attitude en vaardigheden ten aanzien van wetenschappelijk onderzoek gemeten worden met vragenlijsten. De controle- en interventiegroepen zullen worden vergeleken om het effect van dit extra onderwijsprogramma te meten. Resultaten van de trial zijn begin 2014 beschikbaar. Trefwoorden Randomized controlled trail, wetenschap, praktijk, attitude, kennis, vaardigheden. Correspondentieadres Erasmus MC Afdeling Huisartsgeneeskunde t.a.v. drs. M. Beekman/W. Paulis, Msc. Postbus 2040 3000 CA Rotterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
29
onderzoek
HGZO-congres 2012
Groepswerk in het hbo: meningen over samenwerking, begeleiding en individuele beoordeling ondersteund door ICT Stan Buis Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ, Opleiden in sport en zorg
In een exploratieve studie is door middel van interviews en groepsopdrachten de mening van docenten en studenten in het Nederlandse hbo over samenwerking, begeleiding en individuele beoordeling binnen groepswerk geïnventariseerd. In deze presentatie zal worden stilgestaan bij de huidige gang van zaken, suggesties ter verbetering en de rol die computerondersteuning in deze verbetering kan spelen binnen groepswerk in het Nederlandse hbo. Om deze schets van de meningen van docenten en studenten in het hbo te kunnen maken, zijn 36 hbodocenten en 37 studenten geïnterviewd en zijn er groepsopdrachten uitgevoerd door docenten en studenten van verschillende opleidingen. De resultaten laten zien dat samenwerking van belang wordt gevonden in het Nederlandse hbo, maar dat men veelal ontevreden is over de toetsing ervan. Computerondersteuning wordt gezien als een mogelijkheid om samenwerking in en de begeleiding en beoordeling van groepswerk te verbeteren. 30
Trefwoorden Beoordeling groepswerk, meningen docenten en studenten, individuele bijdragen, computerondersteuning. Gewenste beginsituatie Betrokken zijn bij de begeleiding en/of beoordeling van groepswerk in het hoger beroepsonderwijs. Correspondentieadres Vrije Universiteit Amsterdam EXPOSZ, Faculteit der Bewegingswetenschappen t.a.v. drs. Stan Buis Van der Boechorststraat 7-9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
onderzoek
31
INFOSHOPS
infoshop
HGZO-congres 2012
Het beste van twee werelden: ExpertCollege – VUmc Amstel Academie Marlies Bakker-van den Heuvel, Asaf Gafni VUmc Amstel Academie, Amsterdam, VVO-acute cluster; ExpertCollege
Sinds 2008 werken VUmc Amstel Academie en ExpertCollege samen bij het toepassen van hoogwaardige blended learning in het regulier en aanvullend onderwijs. De ervaringen zijn zeer positief en e-learning is inmiddels standaardonderdeel van het opleidingsaanbod van VUmc Amstel Academie. We zijn gestart met een e-learningprogramma van ExpertCollege bij de Cardiac Care Verpleegkunde opleiding. Er was behoefte aan een efficiëntere en moderne vorm in het oefenen van het beoordelen van het ECG. Bij het ontwerpen van onderwijs (instructional design) ging het om de afstemming tussen doelen – leerproces – toetsing: wat is het doel, hoe komen we daar en hoe weten we dat het doel bereikt is? Het uitgangspunt bij het implementeren van het e-learningprogramma is steeds geweest dat er een optimaal leerproces en een optimale interactie tussen docent en student werd nagestreefd.
34
Tijdens de infoshop laten we je binnen in de wereld waarin e-learning en klassikale lessen elkaar ontmoeten, een grote uitdaging met grote resultaten. We startten bij een groep van 20 Cardiac Care studenten en zijn nu bezig met 120 gediplomeerde IC/MC verpleegkundigen. Tijdens deze infoshop krijg je alle mogelijkheden om zelf aan de slag te gaan met de modules, vragen te stellen aan de ontwerpers van de e-learning en opleiders die vanaf het begin van het implementeren van het blended learning aanwezig waren. Neem een stap in het onderwijs van deze tijd en de toekomst! Twee werelden die door de samenwerking zijn samengesmolten tot één wereld: hoge kwaliteit in het onderwijs! Trefwoorden E-learning, blended learning, ExpertCollege - Amstel Academie. Literatuur Draaijer, S. (2004). Flexibilisering van Toetsing. Creëren van voorwaarden voor een breed toetsrepertoire in het hoger onderwijs. Stichting Digitale Universiteit. Geraadpleegd in mei 2010, www.surfgroepen.nl/sites/flextoets/Handboek%20Flexibilisering Bax, A. & Berkel, H. van, (2006). Toetsen in het hoger onderwijs. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Internet-links www.cardiocollege.nl www.vumc.nl/afdelingen/AmstelAcademie www.surffoundation.nl
HGZO-congres 2012
infoshop
Correspondentieadres VUmc Amstel Academie t.a.v. mw. M. Bakker-van den Heuvel Postbus 7057 1007 MB Amsterdam E-mail:
[email protected]
35
infoshop
HGZO-congres 2012
Klinisch redeneren voor verpleegkundigen Marc Bakker VUmc Amstel Academie, Amsterdam, Verpleegkundige vervolgopleidingen
Het klinisch redenen heeft een grote vlucht doorgemaakt. Er is veel gebeurd, er is heel veel belangstelling geweest en dat heeft ook weer tot nieuwe inzichten geleid. Er is een nieuw boek op komst, een website, e-learning enzovoort. In deze infoshop krijg je een update hiervan en we zullen deze voortschrijdende inzichten ook gaan uitproberen op casuïstiek. Het publiek mag kiezen uit een tiental casussen waarmee we dan interactief aan de slag gaan. Ook als je niet bekend bent met het klinisch redeneren ben je uiteraard van harte welkom. Gaandeweg maak je kennis met deze onderwijsvorm en word je hopelijk net zo enthousiast. Trefwoorden Bijpraten ontwikkelingen klinisch redeneren, casuïstiek interactief.
36
Literatuur Bakker, M.C. & Heycop, C. (2010). Proactive Nursing, Klinisch redeneren voor verpleegkundigen. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Bakker, M.C. (2012). Voorlopige titel: Proactive Nursing, Klinisch Assessment: weten, meten, denken en doen. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Internet-links www.amstelacademie.nl Correspondentieadres Amstel Academie t.a.v. M.C. Bakker De Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
infoshop
Van instroom naar uitstroom An Bernaerts, Eveline Mestdagh Artesis Hogeschool Antwerpen, Bachelor in de vroedkunde
Bij competentiegericht onderwijs komt het erop aan dat de student zelf handelt en laat zien wat hij kan. Om dit op een constructieve manier te begeleiden en te sturen, vraagt dit om een persoonlijke aanpak. Het onderwijs ontwikkelt ook mee van docentgericht naar studentgericht onderwijs. Ondanks het feit dat studenten binnen de opleiding nauwgezet worden gevolgd en begeleid, blijven ze zelf verantwoordelijk voor hun eigen leerproces. Leren moet immers vertrekken vanuit een intrinsieke motivatie van de studenten en de opleiding moet zorgen voor een goede, stabiele en stimulerende leeromgeving. Elke student die wenst te starten vragen we om een intake te maken.Graag willen we als opleiding samen met de student bekijken of onze verwachtingen voldoende op elkaar afgestemd zijn. Door middel van opdrachten geeft de student ons hierover een beeld. We willen enkel een duidelijk beeld krijgen van het profiel van de student en voor hem/haar een passend advies formuleren. Dit alles onder het motto: “goed begonnen is half gewonnen!” Graag nemen we jullie mee op stap van de instroom van een student tot de uitstroom. Wat voorzien we binnen ons departement om studenten te begeleiden op deze weg. Studieloopbaanbegeleiding is de overkoepelende term voor alle activiteiten in functie van het traject dat een student doorloopt (doorstroom) vanaf het moment van contactname (instroom) tot aan het afstuderen of stopzetten van de studies (uitstroom). Trefwoorden Instroom, intake, studieloopbaancoaching. Internet-links Reflect.artesis.be www.goleweb.eu Correspondentieadres Artesis Hogeschool Antwerpen Departement Gezondheidszorg opleiding bachelor in de vroedkunde t.a.v. mw. E. Mestdagh / mw. A. Bernaerts Jaak de Boeckstraat 15 2170 Merksem België E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
37
infoshop
HGZO-congres 2012
Doorlopende leerlijn voor verpleegkunde opleidingen in mbo en hbo Carina Braams, John de Best Zorg Academie Leiden, Opleiding Verpleegkunde
In 2009 is de Zorg Academie Leiden (ZAL) ontstaan. De ZAL is een samenwerkingsverband tussen Hogeschool Leiden, ROC Leiden en het LUMC. Doel van deze samenwerking is om inhoudelijke en organisatorische afstemming te krijgen ten aanzien van alle zorgopleidingen.
38
Het eerste project van de ZAL heeft betrekking op de opleidingen verpleegkunde van het mbo en hbo. Het doel van dit project is het ontwikkelen van één doorlopende leerweg mbo-hbo verpleegkunde waar studenten probleemloos kunnen in-, door- en uitstromen en die gebaseerd is op een gemeenschappelijke taal. De uitdaging voor dit project was om tot die gemeenschappelijke taal te komen. Wij hebben dat gerealiseerd door in werkgroepen met docenten en praktijkopleiders van de drie instellingen samen te werken aan diverse producten. Een belangrijk product is de competentiekaart voor mbo en hbo waarin de aansluiting concreet vorm krijgt. In september 2011 is het eerste cohort gestart binnen ROC Leiden dat gebruik maakt van de competentiekaart in het vernieuwde curriculum. In deze infoshop willen wij u informeren over het proces waarmee de competentiekaart tot stand gekomen is. Daarnaast willen wij u informeren over de manier waarop de doorlopende leerlijn vorm krijgt door de inzet van de competentiekaart. Tot slot willen wij met u in gesprek gaan over de eerste effecten van de doorlopende leerlijn en welke aandachtspunten er zijn voor de toekomst. Trefwoorden Doorlopende leerlijnen. Literatuur Oosterhoff, W. (2008). Handboek Doorlopende Leerwegen MBO – HBO. Dronten: Aeres groep. Driessen, M. (red.), Fornerod, G., Pijls, T., Rienties, M. (2009). Doorstromen en elkaar verstaan. MBO 2010, Nijmegen: DPN. Correspondentieadres Zorg Academie Leiden t.a.v. J. de Best Msc kamer V-3-032, zone VO-P Postbus 9600 2300 RC Leiden E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
infoshop
Nieuw vaardigheidsonderwijs in een Skillslab Rick Ekelschot, Saskia Hofstra Erasmus MC Zorgacademie, Rotterdam, Opleiding tot Radiotherapeutisch laborant
In hoeverre kan virtueel vaardigheidsonderwijs in een Skillslab het leren in de praktijk vervangen? In deze infoshop geven we u een kijkje in de keuken van de Inservice opleiding tot Radiotherapeutisch laborant. In de gezondheidszorg vinden grote en snelle veranderingen plaats. Met name op gebied op van ICT is er veel veranderd de afgelopen jaren. Het vaardigheidsonderwijs zal mee moeten met deze ontwikkelingen, wanneer het praktijkvervangend en praktijkgericht wil zijn. In een samenwerking tussen de afdeling Radiotherapie van het Erasmus MC en het Skillslab van de Zorgacademie is gestreefd naar het optimaal aansluiten bij de praktijk door het nabootsen van een kliniek. Omdat medische apparatuur vaak dusdanig duur is om voor opleidingsdoeleinden aan te schaffen, is de Zorgacademie uitgeweken naar virtuele alternatieven. Een voorbeeld is een levensgroot 3D virtueel bestralingstoestel. Tijdens de infoshop zullen we hiervan een 2D portable versie laten zien. Verder laten we u zien met welke visie en middelen we het praktijkvervangende onderwijs vorm hebben gegeven. Trefwoorden Vaardigheidsonderwijs, Skillslab, virtuele simulatie, praktijkvervangend, praktijkgericht opleiden, radiotherapie. Internet-links www.erasmusmc.nl/zorgacademie www.vertual.co.uk Correspondentieadres Erasmus MC Zorgacademie Skillslab Radiotherapie t.a.v. dhr. R. Ekelschot / mw. S. Hofstra Verzamelgebouw Zuid, app 515 Strevelsweg 700 3085 AS Rotterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
39
infoshop
HGZO-congres 2012
Samen sta je sterker: werken in afstudeerkringen Ruth Dalemans, Pernelle van Loon en een student Zuyd Hogeschool, Heerlen, Opleiding Logopedie
Voor docenten die studenten begeleiden in het schrijven van een bachelorthesis is het een bekend gegeven dat de meeste studenten tegen dezelfde hindernissen aanlopen tijdens het schrijven van een bachelorthesis, zoals het formuleren van een goede vraagstelling. Vaak moet haast identieke feedback gegeven worden aan verschillende studenten op verschillende momenten. Om efficiënter met tijd om te gaan en om studenten meer van elkaar te laten leren, werden afstudeerkringen in het leven geroepen. Bij de opleiding logopedie van Zuyd Hogeschool bestaat het TOP-traject (jaar 3 en 4) uit verschillende onderdelen zoals minoren, stages en de bachelorthesis. De student stelt zelf onder begeleiding van de studieloopbaancoach zijn TOP-traject samen.
40
Een van de verplichte onderdelen is het schrijven van de bachelorthesis (afstudeeropdracht). Dit vindt plaats in afstudeerkringen. Een afstudeerkring is een heterogene groep die bestaat uit 3e en 4e jaars studenten die zich bevinden in verschillende fasen van het studietraject met een begeleider (coach). Aan iedere afstudeerkring is een thema c.q. onderzoeksdomein gekoppeld dat voortkomt uit het onderzoeksbeleid van de opleiding. De student kan kiezen naar welke afstudeerkring hij solliciteert. Studenten krijgen begeleiding maar treden ook op als medebegeleider van andere studenten. In afstudeerkringen dragen studenten en docenten gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van (elkaars) bachelorthesissen. De coach van een afstudeerkring is inhoudsdeskundig in het thema van zijn/haar afstudeerkring. Een coach kan ook verbonden zijn aan een lectoraat (kenniskring). Doel van de afstudeerkring is om producten terug te plaatsen in de markt (bijvoorbeeld door publicaties, congressen, werkveld) en ter innovatie en verdieping van het onderwijs. In deze informatie bijeenkomst wordt ingegaan op: • de plaats van de afstudeerfase binnen de opleiding Logopedie; • de koppeling met onderzoeksbeleid van de Hogeschool; • Organisatie en Werken in een afstudeerkring; • opdrachten uit het werkveld; • ervaring van studenten en een afstudeercoach. Trefwoorden Afstudeerkring, evidence based, innovator, onderzoeksbeleid. Literatuur Romme, S. & Nijhuis, J. (2000). Samenwerkend leren in afstudeerkringen. Groningen: Wolters Noordhoff.
HGZO-congres 2012
infoshop
Correspondentieadres Zuyd Hogeschool Faculteit Gezondheid & Techniek, opleiding logopedie t.a.v. mw. dr. R J.P. Dalemans / mw. P.L. van Loon Postbus 550 6400 AN Heerlen E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
41
infoshop
HGZO-congres 2012
Intercollegiale toetsing. Voorbehouden en risicovolle handelingen toetsen in de praktijk van alle dag Hennie van de Glind, Gerard van Tricht VU medisch centrum, Amsterdam, Praktijkopleiding intensive en medium care
In deze interactieve infoshop nemen twee praktijkopleiders van de intensive en medium care u mee in de wereld van het toetsen van voorbehouden en risicovolle handelingen. Na een korte introductie gaan we in op Regeling voorbehouden handelingen en de kwaliteitseisen die de samenleving, o.a. de inspectie gezondheidszorg en verzekeraars, aan ziekenhuizen stelt. Vervolgens maken wij u deelgenoot van de manier waarop wij het toetsen van voorbehouden handelingen hebben georganiseerd. Hierbij nemen we de zelfscankassa van de Albert Heijn als uitgangspunt. Bent u geïnteresseerd naar ons concept en naar onze ervaringen? Graag nodigen wij u uit om bij ons te komen halen en brengen. Samenwerken aan kwaliteit! 42
Wij willen u actief laten deelnemen aan een interactieve toets en u daarmee uitdagen om ons inhoudelijk en organisatorisch feedback te geven. Met als doel het verhogen van de kwaliteit van onze toetsing in de praktijk en de kans om ervaringen uit te wisselen en elkaar te inspireren. Deze infoshop is geschikt voor iedere docent HGZO en wij zouden het op prijs stellen als we ‘gebruik’ kunnen maken van ervaren toetsers in de praktijk. Trefwoorden Voorbehouden handelingen, intercollegiale toetsing, criteria, toetsbevoegdheid, beoordelen, kwaliteit en kwantiteit van toetsen in de praktijk en de rol van de (praktijk)opleider. Literatuur Berkel, H. van & Bax, A. (2005). Toetsen in het hoger onderwijs. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum. Boomen, I.J.H.C. van den & Vlaskamp, A.A.C. (1996). Onder voorbehoud, informatie over de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen in de Wet BIG. Rijswijk, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mei 1996. Vlaskamp, A.A.C. (2001). Verlengde arm exit, discussie over verschuivingen in de beroepsuitoefening, TvZ (6), 234. Sindram, I.P.C., e.a. (1997). BIG inzichtelijk, verpleegkundigen en verzorgenden onder de Wet BIG, Utrecht, NU’91. Ziekenhuisgebonden protocollen.
HGZO-congres 2012
infoshop
Correspondentieadres VU medisch centrum Intensive care t.a.v. mw. H.G. van de Glind/dhr. G. van Tricht 6D kamer 53 Postbus 7057 1007 MB Amsterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
43
infoshop
HGZO-congres 2012
Speerpuntonderzoek Begeleid Zelfstandig Leren: in de roos geschoten! Annemie Coussens, Judith Kerkhof, Nancy Van Ranst Arteveldehogeschool, Dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering & Bacheloropleiding in de logopedie en de audiologie
In de opleiding bachelor in de logopedie en de audiologie is BZL of Begeleid Zelfstandig Leren een belangrijke werkvorm naast stage, practica en hoorcolleges. Deze werkvorm past in het onderwijsconcept waarbij de student zich competenties eigen maakt door op een actieve en zelfstandige manier kennis, vaardigheden en attitudes te verwerven. Naar aanleiding van aanbevelingen van de visitatiecommissie in 2007 en naar aanleiding van een aantal vragen die de BZL werkgroep zichzelf stelde m.b.t. de methodiek, werd een onderzoek uitgevoerd i.s.m. de dienst Onderwijsontwikkeling en Internationalisering van de Arteveldehogeschool. Dit was een antwoord op de ‘oproep Speerpuntonderzoeken’ vanuit deze dienst. Het onderzoeksrapport van dit speerpuntonderzoek was de basis voor een teamdag in november j.l. om tot een aantal aanbevelingen te komen voor de BZL-werking in de opleiding, gedragen door iedereen. 44
In de infoshop wordt: • de BZL methodiek voorgesteld; • de resultaten van het speerpuntonderzoek gepresenteerd; • de ervaring van de teamdag (terugkoppeling van het onderzoek naar de lesgevers) gedeeld met de deelnemers. Aan het einde van deze infoshop: • kent u de grote lijnen (visie, doelstelling, aanpak) van de BZL-methodiek; • heeft u zicht op de belangrijkste bevindingen van en verbeteracties n.a.v. het speerpuntonderzoek; • heeft u inzicht in de methodiek van speerpuntonderzoeken waarin opleidingen i.s.m. centrale onderwijsondersteuners, d.m.v. actieonderzoek kritisch reflecteren op hun onderwijspraktijk met het oog op systematische verbetering. Trefwoorden Praktijkgericht onderwijsonderzoek, kwaliteitsverbetering.
BZL-methodiek,
onderwijsondersteuning,
Literatuur Mortelmans, D. (2007). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. Leuven: ACCO. Ponte, P. (2007). Onderwijs van eigen makelij - Procesboek, actieonderzoek in scholen en opleidingen. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
HGZO-congres 2012
infoshop
Correspondentieadres: Arteveldehogeschool Dienst onderwijsontwikkeling en internationalisering t.a.v. mw. J. Kerkhof Hoogpoort 15 9000 Gent (B) België E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
45
infoshop
HGZO-congres 2012
Ontwikkeling en implementatie van wetenschappelijke vorming in het hoger gezondheidszorgonderwijs; lezing van een best practice Martijn de Groot Hanzehogeschool Groningen, Academie voor Gezondheidsstudies, Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken
opleiding
Onderwijs over wetenschap kan een bijdrage leveren aan de kwaliteit van een opleiding in de zorg. Als u zich afvraagt hoe wetenschap in te bedden in uw gezondheidszorgonderwijs, dan is deze infoshop wellicht interessant voor u. Bij de opleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) van de Hanzehogeschool Groningen is gedurende de afgelopen vier jaar ervaring opgedaan met het succesvol ontwikkelen en implementeren van een doorlopende leerlijn wetenschappelijke vorming. Wetenschappelijke vorming betreft alle kennis, vaardigheden en houdingsaspecten die het bijdragen aan en het omgaan met wetenschappelijk onderzoek in de beroepspraktijk mogelijk maakt. Het betreft onderwijs in Evidence Based Practice, Research Utilisation en Praktijkgericht Onderzoek.
46
Tijdens deze infoshop krijgt u uitleg over de inhoud en vorm van het wetenschappelijke onderwijs bij de MBRT. U krijgt een aantal aansprekende voorbeelden over hoe praktijkgericht onderzoek is ingebed in het onderwijs en op welke wijze gestreefd wordt naar het opleiden tot een professional met een onderzoekende en kritisch-reflectieve houding. Voorts zal er aandacht zijn voor algemene ontwerpprincipes die van nut kunnen zijn bij het verweven van onderzoek met onderwijs. Tot slot zal er aandacht worden besteed aan de moeilijkheden en beperkingen die dit type onderwijs en de implementatie er van met zich mee kunnen brengen en is er ruimte voor discussie. Trefwoorden Onderwijsontwikkeling, wetenschappelijke vorming, evidence based practice, research utilisation, praktijkgericht onderzoek, onderzoekende houding. Literatuur Harinck, F., Kienhuis, J., Wit, T. de (2009). Waarom zijn de bananen krom? De onderzoekende houding in bachelor- en masteropleidingen op de hogeschool. Antwerpen-Apeldoorn: LEOZ & Garant uitgevers. Rijst, R.M. van der (2009). De zes aspecten van een onderzoekende houding. ICLON, Universiteit van Leiden. Jacobi, R.K., Rijst, R.M. van der (2010). Verwevendheid van onderzoek en onderwijs aan de Universiteit van Leiden, ontwerpprincipes voor curricula. ICLON, Universiteit van Leiden. Correspondentieadres Hanzehogeschool Groningen Academie voor Gezondheidsstudies t.a.v. dr. M. de Groot (kamer A1.09) Eyssoniusplein 18 9714 CE Groningen E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
infoshop
Samen op weg naar kwaliteit in de zorg met Evidence Based Neuroscience Nursing Hilde Lahaye, Katrin Gillis KAHO Sint Niklaas, Opleiding Verpleegkunde
De laatste jaren gaat er meer en meer aandacht in de opleiding verpleegkunde naar het wetenschappelijk onderbouwen van de zorgpraktijk. Maar wanneer pas afgestudeerde verpleegkundigen in het werkveld terechtkomen, leidt de onbekendheid met sommige aspecten in de zorg tot onzekerheid. Studies tonen aan dat het moeilijk is voor verpleegkundigen om die onzekerheden te herkennen en te verwoorden. Verpleegkundigen gaan niet altijd op zoek naar informatie. Dit heeft uiteraard invloed op de kwaliteit van zorg. De werkgroep Evidence Based Neuroscience Nursing (EBNN) wil bijdragen aan het uitbouwen van kwalitatief goede zorg en best practice. De werkgroep is opgericht door docenten van de hogeschool en de multidisciplinaire samenstelling van deze groep biedt kansen om theorie en praktijk te integreren en zo professionaliteit en een ingesteldheid van levenslang leren en reflectie te stimuleren. Op een systematische manier zoeken docenten en studenten samen met verpleegkundigen uit het werkveld naar op evidentie gebaseerde antwoorden op vragen die komen uit de zorgpraktijk. Deze antwoorden kunnen naargelang de context waar ze in terecht komen, bijdragen aan het opstellen of aanmaken van verpleegkundige richtlijnen. Evidence basedrichtlijnen die er voor zullen zorgen dat verpleegkundigen minder geconfronteerd worden met onzekerheid en betere kwaliteit van zorg kunnen leveren. Kwaliteit, laat ons zeggen, bereik je nooit alleen. Tijdens deze infoshop zal niet alleen aan de hand van een voorbeeld aangetoond worden op welke manier EBNN bevorderend werkt bij het implementeren van evidence in de praktijk, maar er wordt ook verwezen naar hoe positieve ontwikkelingen docenten voor nieuwe uitdagingen stellen. Trefwoorden Multidisciplinair werken, evidence based nursing. Literatuur Tagrey, J. & Haines, C. (2009). Using evidence-based practice to address gaps in nursing knowledge. Britsh Journal of Nursing, Vol. 18, No. 8, 484-489. Cranley, L., Doran, D., Tourangeau, A. (2009). Nurses’ Uncertainty in DecisionMaking: A Literature Review. Worldviews on Evidence-Based Nursing, (6)1:3-15. Correspondentieadres KAHO Opleiding Verpleegkunde t.a.v. mw. K. Gillis Hospitaalstraat 23 9100 Sint Niklaas België E-mail:
[email protected]
47
infoshop
HGZO-congres 2012
“Wie speelt, leert” BIAZ, Basis Intensieve Acute Zorg Blended Stelling: kinderen weten alles van actief leren. Een kind begrijpt de bal door er mee te spelen. (Piaget) Henk Cosijn, Brigitta Kornet, Jolanda van Woerkom, Irene Teeuwen ErasmusMC Rotterdam, Zorgacademie, Team Intensieve Acute Zorg
De definitie die de zorgacademie hanteert bij het ontwikkelen van de BIAZ Blended is: “Blended learning is een mix van e-learning en andere vormen van leren waarbij het gaat om distributie van leerinhouden, vormen van communicatie en didactische methoden in relatie tot leerprocessen of combinaties daarvan. (Fransen 2006)” Het resultaat waar we op aansturen bij het ontwerp van de opleidingsblauwdruk is het inzetten van Blended learning als kwaliteitsverbetering van het vervolgonderwijs aan verpleegkundigen, zodat het onderwijs doelmatiger wordt. Dat laatste wil zeggen dat er meer leerrendement in dezelfde of minder tijd wordt bereikt, waarbij kennis steviger wordt verankerd.
48
Het vormgeven vanuit de in het voorgaande beschreven perspectieven maakt het mogelijk de verbinding tussen theorie en praktijk te versterken doordat “Just in time” en veilig gebruik maken van leermiddelen door de studenten mogelijk is. Dit doen we door Blended learning in te zetten voor, tijdens en bij de verwerking van het geleerde. Bovendien leggen we m.b.t. het programma van toetsing en afsluiting een rode draad door de programmaopbouw, zodat het effectief omgaan met de studiebelasting van studenten wordt bevorderd. Na een ouderwetse onderwijservaring, beleeft u in deze infoshop wat onze studenten ervaren door een ‘real life’ spel te spelen. Tot besluit nodigen we iedereen uit om ervaringen te delen met elkaar.
Literatuur Merriënboer, J.J.G. van, Clark, R.E., & De Croock, M.B.M. (2002). Blueprints for complex learning: The 4C/ID-model. In Educational Technology, Research and Development, 50(2), 39-64. Galan, K. de (2007) Trainingen ontwerpen. Amsterdam: Pearson Education, Benelux. Internet-links http://igitur-archive.library.uu.nl/ivlos/2005-0622-185157/5672.pdf, geraadpleegd op 1-12-2011 http://www.totallearning.nl/BIC-5V, geraadpleegd op 1-12-2011 Correspondentieadres ErasmusMC, Zorgacademie Team. IAZ t.a.v. mw. I.C. Teeuwen Dr. Molenwaterplein 50 3000 CA Rotterdam
HGZO-congres 2012
E-mail:
infoshop
[email protected]
49
infoshop
HGZO-congres 2012
Blended learning, laagdrempelig (samen)werken aan verrijking van het onderwijs Jildert van Yperen Wenckebach Instituut, Universitair Medisch Centrum Groningen, Verpleegkundige vervolgopleiding Intensive Care
Met blended learning breng je het beste van twee werelden samen. Studenten komen op vastgestelde tijden bij elkaar, al dan niet in aanwezigheid van een docent, en maken daarnaast gebruik van de mogelijkheden die techniek en multimedia bieden om met lesstof bezig te zijn. Dit kan op vele manieren, eventueel op een door de student gekozen tijd en plaats. Ook wat betreft samenwerking zijn er toepassingen waarmee studenten online samen kunnen werken. Dit is niet alleen handig voor studenten, ook binnen uw organisatie kan dit toegepast worden.
50
Blended learning is bij uitstek geschikt om maatwerk te leveren aan studenten en om grote afstanden te overbruggen. Het heeft dan ook veel potentie, zowel binnen een vol- als deeltijdstudie. Toch wordt dit nog niet volledig benut. Veelal ligt er een drempel bij docenten om (delen van) het onderwijs op deze manier aan te bieden. Met deze workshop wil ik deze drempel verlagen door u voorbeelden te geven van manieren waarop blended learning toegepast kan worden. Om u te stimuleren in de toekomst te experimenteren met deze vorm van onderwijs, maak ik hierbij enkel gebruik van programma’s die gratis te verkrijgen zijn of behoren tot de standaard software van de meeste onderwijsinstellingen. Daarnaast vergt het gebruik van deze programma’s geen vergaande computerkennis van u. Tijdens deze workshop hoop ik u te prikkelen om zelf vormen van blended learning te bedenken en in de toekomst toe te passen. Hierover wil ik dan ook graag met u van gedachten wisselen. De mogelijkheden zijn immers eindeloos! Deze infoshop wordt op dit HGZO-congres voor de tweede keer aangeboden.
Trefwoorden Blended learning, multimedia, samenwerken, laagdrempelig, maatwerk, afstandsonderwijs. Gewenste beginsituatie Enige kennis van basale computerprogramma's (m.n. PowerPoint en internet) is wenselijk, doch niet vereist. Correspondentieadres Wenckebach Instituut, Universitair Medisch Centrum Groningen Verpleegkundige vervolgopleiding Intensive Care T.a.v. J. van Yperen, k. 6.11 Hanzeplein 1 9700 RB Groningen
HGZO-congres 2012
infoshop
E-mail:
[email protected]
51
WORKSHOPS
workshop
HGZO-congres 2012
Evidence Based ontwerpeisen aan evidence based werkplekleren Erica Baarends Hogeschool Zuyd, Heerlen, Kenniskring professionalisering van het onderwijs en opleiding Ergotherapie van de faculteit Gezondheid en Zorg
54
Binnen de hogeschool Zuyd is al jaren een werkgroep werkzaam van verschillende gezondheidszorgopleidingen (ergotherapie, fysiotherapie, verpleegkunde, logopedie en creatieve therapie), die op basis van internationaal erkende didactische principes (die naar context afhankelijke uitgangspunten zijn vertaald voor het onderwijs op de hogeschool Zuyd) Evidence Based Practice (EBP) in het curriculum implementeren (Beurskens et al., 2008). Door het uitvoeren van cycli van implementatietrajecten is EBP in het algemeen geïntegreerd in het hele curriculum van de deelnemende opleidingen, waarbij de (uiteindelijke) focus ligt op het werkplekleren. Toch blijkt uit deze praktische expertise met implementatie van EBP in het onderwijs en uit bestudering van de literatuur, dat onderwijs en EBP complexe materie inhoudt (Thomas et al., 2010). In het kader van de ‘kenniskring professionalisering van het onderwijs’ zal per december 2011 een onderzoek starten met als probleemstelling: ‘Welke theoretisch en empirisch gefundeerde ontwerpeisen zijn van toepassing op onderwijs dat tijdens het gesimuleerd werkplekleren aanleert evidence te integreren in het professioneel redeneren bij studenten ergotherapie van de hogeschool Zuyd?’ Een eerste stap bij dit onderzoek is het verkrijgen van een overzicht van ontwerpeisen aan onderwijs bij EBP vanuit (wetenschappelijke) literatuur. Tijdens de workshop worden deze ontwerpeisen gepresenteerd en de deelnemers gaan hier zelf actief mee aan de slag. Concrete voorbeelden van eigen EBP onderwijs in het werkplekleren kunnen worden gedeeld en kritisch beschouwd aan de hand van de ontwerpeisen. Voor docenten in het HGZO kan dit inspireren tot het maken van aanpassingen aan huidig EBP-onderwijs of tot het ontwerpen van toekomstig EBP- onderwijs in de eigen context en opleiding. Het ontwerpen van onderwijs aan de hand van resultaten van wetenschappelijk onderzoek is een belangrijk middel om kwaliteit van opleidingen te waarborgen. Hiermee sluit de workshop naadloos aan bij het centrale thema van het congres. Trefwoorden Evidence Based Practice, onderwijs, werkplekleren, professioneel redeneren, onderzoek. Literatuur Beurskens, S., Baarends, E., Driessen, I., Schoot, T., Geerbex, A., Geraets, J., Gielen, X., Lacroix, M., Lemmens, J. (2008). Evidence based practice in het buitenschools leren: enkele uitgangspunten. Onderwijs en Gezondheidszorg, 3, 23-6. Thomas, A., Saroyan, A., Dale, W.D. (2011). Evidence based practice: a review of theoretical assumptions and effectiveness of teaching and assessment interventions in health professions. Adv in Health Sci Educ, 16, 253-276.
HGZO-congres 2012
workshop
Correspondentieadres Hogeschool Zuyd Gezondheid en Zorg, opleiding Ergotherapie t.a.v. mw. dr. E. M. Baarends Postbus 550 6400 AN Heerlen E-mail:
[email protected]
55
workshop
HGZO-congres 2012
Het ontwerpen van competentiegericht onderwijs met behulp van het vier-componenten instructieontwerpmodel (het 4C-ID-model) Denise Beeckmans, Mary Herboldt-Soudant Erasmus MC Zorgacademie Rotterdam, Inservice-opleiding tot Radiologisch laborant; EXPOSZ Vrije Universiteit Amsterdam
De Erasmus MC Zorgacademie te Rotterdam verzorgt een aantal inserviceopleidingen die o.a. opleiden tot Operatieassistent, Anesthesiemedewerker, Radiodiagnostisch laborant en Radiotherapeutisch laborant. Vier jaar geleden is gestart met de herziening van de curricula van deze opleidingen. Het nieuwe onderwijs moest competentiegericht worden, gebaseerd op kenmerkende beroepssituaties en een duidelijke samenhang vertonen tussen theorie en praktijk. Een didactisch model dat tegemoet komt aan deze eisen is het 4C-ID-model, ontworpen door Jeroen van Merriënboer. Het nieuwe onderwijs is dan ook met behulp van dit model vormgegeven. Dit model is ook geschikt om een deel van een curriculum of bijv. een module vorm te geven. In de workshop willen wij de ervaringen met dit model met u delen en kunt u oefenen met het toepassen van dit model op een kenmerkende beroepssituatie uit uw eigen beroepspraktijk. 56 Trefwoorden Competentiegericht opleiden, 4C-IDmodel, kenmerkende beroepssituaties. Gewenste beginsituatie Voor deze workshop is geen bepaalde voorkennis vereist. Literatuur Janssen-Noordman, A.M.B. (2006). Hoe praktisch is het Vier Componenten Instructieontwerpmodel? Onderzoek van Onderwijs, jaargang 35. 24-27. Veurink M., van de Fliert M. (2010). Competentiegericht onderwijs aan de ErasmusMC Zorgacademie. Operationeel, jaargang 5, nr. 3. 26-29. Hoogveld, B., Janssen-Noordman A.M.B., Merriënboer, J.J.G., van (2011). Innovatief onderwijs in de praktijk. Toepassingen van het 4C-ID-model. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv. Correspondentieadres Denise Beeckmans ErasmusMC Zorgacademie Dr. Molenwaterplein 50 3015 GE Rotterdam Mary Herboldt-Soudant EXPOSZ Opleiden in advies in Sport en Zorg Faculteit der Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Van der Boechorststraat 9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
E-mail:
workshop
[email protected]
57
workshop
Oplossingsgericht aan het werk: duurzame gedragsverandering
HGZO-congres 2012
versterken
van
Marjo Bink, Leontine van Schie Hogeschool Leiden, Hogeschool Inholland, Zorg & Onderwijs, Leren en Innoveren
Hoe mensen leren en veranderen is lange tijd onderzocht vanuit psychologische en managementtheoretische invalshoeken. Neurowetenschappelijk onderzoek levert nieuwe informatie op: leren is het maken van nieuwe breinverbindingen. Deze veranderingen in ons brein hebben invloed op ons bewustzijn en gedrag. Door gerichte interventies kunnen deze verbindingen worden versterkt.
58
Wanneer nieuw gedrag gewenst is, bijvoorbeeld bij het aanleren van vaardigheden nodig voor het beroep, vraagt dat een inspanning en een motivatie. Oplossingsgericht werken kan daarbij een positieve rol spelen. De aanpak is resultaatgericht en maakt optimaal gebruik van de kwaliteiten en de mogelijkheden die de lerende heeft. De aanpak versterkt drie elementen die het leren en veranderen aantoonbaar ondersteunen: competentie, relatie en autonomie. De lerende krijgt het gevoel dat hij ‘het kan’, heeft vertrouwen in de begeleider en heeft de mogelijkheid om zelf invloed te hebben op de manier waarop hij iets aanpakt. Door vanuit een houding van vertrouwen en respect de lerende zelf positieve doelen te laten formuleren, uit te zoeken wat al goed werkt en eigen oplossingen te vinden, vergroot de begeleider de eigen verantwoordelijkheid en de motivatie van de lerende. Op deze wijze draagt hij bij aan duurzamer leren en de kans op blijvende verandering. Na een korte inleiding oefenen we in deze workshop met concrete instrumenten en technieken: het gebruik van oplossingsgerichte vragen en oplossingsgerichte taal en het bevestigen en versterken van gedrag dat werkt. Trefwoorden Oplossingsgericht begeleiden, het versterken van gedragsverandering, leren en veranderen. Literatuur Cauffman L. & Dijk J. van (2009). Handboek Oplossingsgericht werken in het onderwijs. Amsterdam: Uitgeverij Boom Onderwijs. Lazeron N. & Dinteren, R. van, (red.) (2010). Brein@work. Houten: Uitgeverij Springer. Visser C. & Schlundt Bodien, G. (2008). Paden naar Oplossingen. De kracht van oplossingsgericht werken. Just In Time Books, tweede oplage. Correspondentieadres Hogeschool Leiden Opleiding Zorg t.a.v. mw. M. Bink Zernikedreef 2333 CK Leiden E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
workshop
De kracht van toets- en itemanalyse Inge Boon, Ankie Vink, Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ
Met de bezuinigingen in het onderwijs en de veranderde taken van de examencommissies wordt steeds vaker besloten dat docenten zelf de kwaliteit van hun eigen toets moeten kunnen verantwoorden aan de examencommissie en studenten. In deze praktische workshop leer je uitkomsten uit de toets- en itemanalyse te interpreteren, zoals de KR-20, een p-waarde en een Rit-waarde. Welke normen kun je hanteren van deze waarden? En wanneer verwijder je een vraag uit de toetsen wat zijn vervolgens de consequenties? Er wordt ingegaan op de analyse van verschillende vormen van gesloten vragen. Vanuit deze workshop zal je duidelijk worden dat een transparant toetsbeleid en een heldere instructie voor degenen die de toets- en itemanalyse uitvoeren onmisbaar zal blijken te zijn, wil je als opleiding niet in de problemen komen. De workshop is bedoeld voor docenten, die praktische vaardigheden willen opdoen om informatie uit hun eigen toets te kunnen gebruiken. We richten ons op de docent die nog weinig tot geen ervaring heeft met toets- en itemanalyse. Mocht u in het bezit zijn van een toetsuitdraai, neem deze dan mee. Trefwoorden Toets- en itemanalyse, toetseisen, betrouwbaarheid, kwaliteitsindicatoren. Literatuur Berkel, H. van, & Bax, A. (2006). Toetsen in het hoger onderwijs. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Dousma, T., Horsten, A., & Brants, J. (1997). Tentamineren. Groningen: WoltersNoordhoff. Gruijter, D.N.M. de (2008). Toetsing en toetsanalyse. Verkregen op 25 januari 2012 via Universiteit Leiden. Website: http://www.iclon.leidenuniv.nl/hogeronderwijs/toetsen-en-beoordelen/toets-en-tentamenservice.html. Heida, P. (2006). Psychometrische kwaliteit van een toets. Afstudeerverslag in het kader van de Masteropleiding Educational Science and Technology aan de Universiteit Twente. Correspondentieadres Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. mw. A.M.T. Vink MSc / mw. drs. I.M.A. Boon Van der Boechorststraat 9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
59
workshop
HGZO-congres 2012
Begin met… Weten wat je wilt Meten!
Kwaliteitscriteria ontwikkelen voor leren in de praktijk Willemijn Bos-Eekhof, Letty Annijas Hogeschool Rotterdam, Instituut voor gezondheidszorg, Verloskunde
Een student wordt na twee dagen stage naar huis gestuurd met de boodschap ‘zij wordt nooit een goede beroepsbeoefenaar’. Het gebeurt gelukkig bijna nooit, maar als het zou gebeuren weet je zeker dat hier geen sprake is van een ‘kwalitatief goede leeromgeving’. Wanneer dan wel? Wat zijn goede kwaliteitscriteria? Hoe krijg je hier als opleiding zicht op? En wat vindt het werkveld daarvan? In deze workshop verkennen we vanuit een gesimuleerde ‘worst case scenario’ wat de kritische factoren zijn die de kwaliteit van het leren in de praktijk bepalen. Je gaat zelf actief aan de slag en kijkt zowel vanuit je eigen situatie als die van de andere workshopbezoekers. De opbrengst is een rijk palet aan diverse criteria die behulpzaam kunnen zijn bij het daadwerkelijk gaan meten en bevorderen van de kwaliteit van leren in de praktijk.
60
Wij werken zelf inmiddels sinds 2 jaar met een kwaliteitsmeetinstrument voor leren in de praktijk. Bedoeling is om een zo objectief mogelijk beeld te krijgen van de kwaliteit een daarbij specifieke handreikingen te doen om de kwaliteit van het leren in de praktijk te verhogen. Aan het eind van de workshop zullen we onze zoektocht, succeservaringen en knelpunten bij kwaliteitsbevorderende activiteiten in de praktijk kort toelichten. Trefwoorden Kwaliteitscriteria, leren in praktijk, meetinstrument. Literatuur Ostenk, J., m.m.v. Blokhuis, F. (2003). Werkplekleren in de beroepsonderwijskolom. Naar een integratie van binnen- en buitenschools leren. Den Haag: Uitgave van de Onderwijsraad. Streumer, J. (red.) (2010). De kracht van werkplekleren. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Grotendorst, A. e.a. (2007). Verleiden tot leren in het werk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Correspondentieadres Hogeschool Rotterdam Instituut voor gezondheid, verloskunde Gebouw Rochussenstraat GK749 t.a.v. mw. A.W.M. Bos-Eekhof / mw. L. Annijas Postbus 2040 3000 CA Rotterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
workshop
Hoe sluiten jouw werkvormen aan op de natuurlijke werking van het brein? Geert Buijtenweg Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ
Let op! Deze workshoptekst is allesbehalve volledig… De laatste jaren neemt het hersenonderzoek een grote vlucht, met name door functionele MRI-onderzoeken wordt het inzicht in de werking van het brein steeds groter. Wat gebeurt er tijdens het leren in de hersenen en hoe kun je daar als docent rekening mee houden? Het brein is het meest complexe orgaan van ons lichaam, maar met kennis uit de neuropsychologie krijg je goed inzicht in de werking van de hersenen. Voor een docent die dagelijks bezig is met leren en doceren is deze breinkennis dan ook onontbeerlijk! In deze workshop wordt aan de hand van hersenstructuren de werking verklaard. Om vervolgens de stap te maken hoe je met werkvormen daar goed op kan aansluiten. Hoe kun je de alertheid van studenten vergoten? Wanneer werkt hun geheugen goed? Wat doen emoties met hun brein en wanneer raken studenten echt geboeid door jouw verhaal? In deze afwisselende workshop ervaar je de principes van brain based learning met niet alledaagse werkvormen waarbij veel zintuigen worden geprikkeld. We staan ten slotte wat langer stil bij het samenstellen en het vertellen van een verhaal voor in de klas. Een goed persoonlijk verhaal sluit namelijk aan op de breinwerking en beleving van de student. Meestal vertellen we rechttoe rechtaan ons verhaal, waarin we alle informatie weggeven die we als docent hebben. We willen daarbij het liefst zo compleet mogelijk zijn. Jammer, als je het vanuit de verteltechniek bekijkt. Een goede verteller geeft zijn plot nooit meteen weg. Maar daarover later in deze workshop meer ;-). Trefwoorden Anatomie van de hersenen, breinonderzoek, brain based learning, emoties, geheugen, neuropsychologie, persoonlijk verhaal, verhaalcomponenten, werkvormen en zintuigrijk leren. Gewenste beginsituatie Voor docenten die geïnteresseerd zijn in de werking van de hersenen en durven te experimenteren met uitdagende werkvormen. Literatuur Iersel, S. van. (2011). Toverballen voor het brein. Elf magische verhaalkrachten voor tekstschrijvers. Rotterdam: Verhaallijnen.nl. Mieras, M. van. (2007). Ben ik dat? Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf. Amsterdam: Uitgeverij Nieuw Amsterdam. Schoots, H. (2011). De kracht van de leraar. De 7 principes voor een rijke leeromgeving. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep.
61
workshop
Correspondentieadres Vrije Universiteit Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. M.G.J. Buijtenweg Van der Boechorststraat 9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected]
62
HGZO-congres 2012
HGZO-congres 2012
workshop
De Bevlogen Coach Allard Gerritsen Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ
Het fijnste van coachen is als je ‘het beste in de ander kan losmaken’. Dat is belonend, dat is effectief. Coachen lukt beter als je een goed contact hebt met je coachee, als je je kernkwaliteiten kan inzetten, je interventies en oefeningen passend zijn, de coachee zich ‘empowered’ voelt om meteen aan de slag te gaan. Je bent dan in flow, de coachee is dat doorgaans dan ook. Samen werk je aan kwaliteit… In deze workshop staan we stil bij datgene wat u inspireert bij het coachen. Ook kijken we naar ‘hulpbronnen’ die voor u van belang zijn. Bovendien kijken we naar uw ‘beren op de weg’. Dit doen we in wisselende en verrassende werkvormen. In ieder geval werken we met het inspiratiespel. Al doende analyseert u wat ervoor zorgt dat u in/uit flow raakt. Het resultaat is een verdiept inzicht in de eigenschappen van uzelf die u kunt inzetten om optimaal te coachen. Deze workshop is bedoeld voor docenten die enige ervaring hebben in het coachen van studenten. Als u voor deze workshop kiest, neem dan een voorwerp mee dat iets zegt over dat wat u inspireert bij het coachen van studenten. Of dat staat voor hoe u uzelf als professional ziet. Trefwoorden Inspiratie, motivatie, coaching, flow, gedragsverandering. Literatuur Csikszentmihalyi, M. (2003). Flow. Psychologie van de optimale ervaring. Amsterdam: Uitgeverij Boom. Gerrickens, P. & Verstege, M. (2002). Inspiratiespel. Op zoek naar je diepste drijfveren. Gerrickens Training & Advies. Hendriksen, J. (2007). Tools voor de coach. Oefeningen ter ondersteuning van het coachingsproces. Soest: Uitgeverij Nelissen. Korthagen, F. & Vasalos, A. (2003). Flow in werken en leren: Competentieontwikkeling op basis van persoonlijke betrokkenheid en bezieling. Opleiding & Ontwikkeling, 16(5), 13-17. Lee, P. van der (2005) Vergroot uw sterke kanten. Psychologie Magazine, juli/augustus, 42-55. Internet-links www.transactioneleanalyse.nl/LinkClick.aspx?fileticket=lQQIPs9fVV4%3D&tabid=9 80&mid=1964 http://flowq.wordpress.com/tag/coachen/
63
workshop
Correspondentieadres Vrije Universiteit Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. drs. A.G.A. Gerritsen Van der Boechorststraat 9 1081BT Amsterdam E-mail:
[email protected]
64
HGZO-congres 2012
HGZO-congres 2012
workshop
Tijd tekort? Judith Gerritsen Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ
Het docentschap is een veeleisende baan. U heeft vaak vele ballen in de lucht te houden. U moet zowel vakinhoudelijk als onderwijskundig up-to-date blijven, heeft vaak te maken met ad hoc-beleid en wordt regelmatig gestoord door studenten, collega’s, telefoon en e-mail. Op een rustiger moment heeft u het hard nodig om eens heel even lekker achterover te leunen…. Waarna het hele verhaal weer opnieuw begint. Natuurlijk is er voor tijdgebrek geen pasklare oplossing. Wel kan het de moeite zijn om eens te kijken of er winst te behalen valt in de wijze waarop u omgaat met uw planning. In deze workshop verwerft u inzicht in uw eigen manier van werken en krijgt u enkele tips om beter met uw tijd om te gaan. Trefwoorden Tijd, efficiëntie, afleiders, Eisenhower-methode, uitstelgedrag, praktische tips. Gewenste beginsituatie Docenten die nog niet eerder bewust iets aan timemanagement gedaan hebben. Literatuur Kralingen, R. van (2008). Time-management voor docenten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum (pp. 15-43). Mark McGuinness (2007). Time management for creative people. London: Mark McGuinness. Internet links www.leren.nl/cursus/persoonlijkeeffectiviteit/timemanagement Correspondentieadres Vrije Universiteit Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. mw. drs. J.M. Gerritsen Van der Boechorststraat 9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected]
65
workshop
HGZO-congres 2012
Evalueren is motiveren Mary Herboldt, Judith Gerritsen Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ
Evalueren is een essentieel onderdeel van de kwaliteitszorg van een onderwijsprogramma. Echter, door de drukke werkzaamheden van alle dag, onduidelijk beleid of te weinig opvolging is evaluatie vaak een ondergeschoven kindje. Het is voor de drukbezette docent dan ook aantrekkelijk om het maar te laten voor wat het is. Maar het is voor zowel docenten als studenten wel frustrerend om jaar in jaar uit tegen dezelfde issues aan te lopen. Evalueren kost natuurlijk tijd, maar het kan ook tijd besparen en frustratie verminderen. Mits goed toegepast, werkt evaluatie motiverend en inspirerend voor docenten en studenten. In deze workshop gaan we in op de positieve aspecten van evalueren voor zowel docenten als studenten. Het doel van de workshop is om u te inspireren om meer met evaluatie te doen in uw lessen en uw persoonlijke ontwikkeling als docent. Tevens krijgt u praktische handvatten om evaluatie in uw lessen op een efficiënte manier gestalte te geven. 66
Trefwoorden Evalueren, motiveren, kwaliteiten, evaluatievormen. Gewenste beginsituatie Voor docenten die nog niet zoveel met evalueren doen, maar daar wel mee aan de slag willen. Literatuur Bijkerk, L. & Heide, W. van der (2006). Het gaat steeds beter. Activerende werkvormen voor de opleidingspraktijk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Sallis, E. (2002). Total Quality Management in Education. Sterling: Stylus Publishing Inc. Stalmeijer, R.E. & Grave, W. de (2008). De student als observator en feedbackgever voor docenten: een procesevaluatie. Tijdschrift voor medisch onderwijs, 27, 247– 256. Correspondentieadres Vrije Universiteit Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. mw. H.C.M.P. Herboldt-Soudant / mw. drs. J.M. Gerritsen Van der Boechorststraat 9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
workshop
Centralisatie wat nu? Annemarie Roos, Lisanne Huiberts, Loes van der Linden EXPOSZ, master Docent HGZO, 2e jaars docenten in opleiding
De overheid, zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben in juli 2011 een landelijk akkoord (zie internet-link) ondertekend met als onderwerp: “centralisatie van specialismen in de Nederlandse Ziekenhuizen”. Met ingang van 2012 vindt centralisatie van specialis-men in de Nederlandse Ziekenhuizen plaats. Ziekenhuizen mogen niet meer alle faciliteiten aanbieden die zij in huis hebben en zorgverzekeraars zullen de faciliteiten herschikken op basis van prijs- en kwaliteitscriteria. De hogescholen in de gezondheidszorg moeten inspelen op het centraliseren door met elkaar in gesprek te gaan en met elkaar samen te werken. Door kennis te bundelen is het mogelijk het onderwijs beter af te stemmen op de wensen en kwaliteit van de zorginstellingen. Het organiseren van praktijkleerplaatsen wordt in samenwerking met hogescholen en de zorginstellingen beter op elkaar afgestemd. Dit regeerakkoord zal ook betekenen dat er op curriculumniveau aanpassingen moeten komen om studenten beter klaar te stomen voor een bepaald specialisme. De gezondheidszorg en het onderwijs zijn voortdurend aan veranderingen onderhevig. Dit vraagt van docenten om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen in deze werkvelden. Een docent (m/v) werkt aan verschillende competenties behorende bij zijn vakgebied. Hij coacht een student in zijn ontwikkeling tot een zelfstandig beroepsbeoefenaar. Hij levert zijn bijdrage aan onderwijsvernieuwingen, waarin hij onderwijskundige en beroepsinhoudelijke ontwikkelingen verwerkt. Verder zal hij op de nieuwe ontwikkeling, centralisatie, moeten inspelen. In deze workshop gaan wij dieper op dit onderwerp in door prikkelende en uitdagende werkvormen te gebruiken. Op welke wijze bevorderen wij de kwaliteit van het onderwijs met het oog op deze nieuwe ontwikkeling? Trefwoorden Centralisatie, gezondheidszorgonderwijs en kwaliteit. Internet-links www.rijksoverheid.nl/ministeries/vws/nieuws/2011/07/04/akkoord-overbeheerste-kostenontwikkeling-ziekenhuiszorg.html. Geraadpleegd 15 september 2011 www.centralisatiewatnu.com Correspondentieadres Lisanne Huiberts Agaatvlinder 7 1113 KL Diemen E-mail:
[email protected]
67
workshop
HGZO-congres 2012
Klinisch redeneren en evidence based practice, een symbiose Greet De Knop, Anne Devesse Hogeschool-Universiteit Brussel, Opleiding Ergotherapie
Van een toekomstige professional binnen de gezondheidszorg wordt verwacht dat hij gefundeerde beslissingen neemt en accuraat kan handelen, rekening houdende met de individualiteit van de cliënt. De student dient naast de beroepsspecifieke uitvoerings(handelings)skills ook cognitieve skills te beheersen. Klinisch redeneren en evidence based practice redeneren staan hierbij centraal. Hiervan zijn we allen overtuigd. Het is echter niet evident om deze cognitieve skills als student goed onder de knie te krijgen. Dikwijls merken we dat in het curriculum voldoende aandacht gaat naar de nodige kennis en cognitieve skills, maar ervaren we dat studenten ze zich onvoldoende eigen maken en ze niet echt integreren in hun dagelijks handelen als zorgverlener.
68
Door middel van discussiegroepen laten we de deelnemers zicht krijgen op de randvoorwaarden die vervuld moeten zijn, en de werkvormen die kunnen gebruikt worden als integratiemiddel van het klinisch redeneren en evidence based handelen in de praktijkuitvoering van de studenten. Een goede gewoontevorming leidt tot betere praktijkuitvoering. Mogelijke knelpunten worden in forum doorgenomen. Het doel van deze sessie is dat elke deelnemer op het einde van de sessie zicht heeft op de mate waarin de randvoorwaarden in zijn/haar specifieke opleiding aanwezig zijn, of er voldoende aandacht besteed wordt aan de integratie van het klinisch redeneren en evidence based handelen en zo de nodige bagage kan meenemen naar zijn/haar opleiding om eventuele knelpunten aan te pakken. Trefwoorden Klinisch redeneren, evidence based practice handelen, curriculumontwikkeling. Literatuur Higghs, J., Jones, M., Loftus, S., Christensen, N. (2008). Clinical reasoning in the health professions. Oxford: Butterworth-Heinemann. Kinébanian, A., Le Granse, M. (2011). Grondslagen van de ergotherapie. Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg. Kuiper, C. (2004). Evidence based practice voor paramedici: methodiek en implementatie. Utrecht: Lemma. Correspondentieadres HU-Brussel Opleiding Ergotherapie t.a.v. mw. G. De Knop / mw. A. Devesse Blekerijstraat 23-26 B-1000 Brussel België E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
De bachelorproef opleiding
workshop
in
een
professionele
bachelor-
Daphne Kos, Godelieve Winderickx Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Ergotherapie
Iedere (professionele) bacheloropleiding in de gezondheidszorg voorziet een bachelorproef waarin studenten een bundeling van de kerncompetenties demonstreren. De kwaliteit van een opleiding wordt mede afgemeten door de inhoud en het niveau van de bachelorproef. Tevens kan de bachelorproef een goede brug vormen tussen opleiding en werkveld, maar is dat wel zo? Is een bachelorproef een praktijkgericht project? Moeten studenten deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek voor het behalen van de bachelorproef? Is de bachelorproef gekoppeld aan stage? Hoe zwaar weegt de bachelorproef door in het programma? Aan welke competenties moet worden voldaan voor het behalen van de bachelorproef? In deze workshop wordt evidence-based bekeken hoe de bachelorproef vorm kan krijgen en welke inhoud en welk niveau verwacht mag worden van studenten. Na een korte introductie over de beschikbare literatuur en gangbare praktijken gaan deelnemers actief aan de slag om de eigen praktijk in vraag te stellen. Trefwoorden Bachelorproef, afstudeeropdracht, eindwerk. Literatuur Holmberg, L. (2006). Coach, consultant or mother: supervisor’s views on quality in the supervision of bachelor theses. Quality in Higher Education, 12(2). 207-216. DOI: 10.1080/13538320600916833. Kapborg, I. & Berterö, C. (2002). Critiquing Bachelor candidates’ theses: are the criteria useful? International Nursing Review, 9, 122-128. Meeus, W., Van Looy L. & Libotton, A. (2004). The Bachelor’s thesis in teacher education. European Journal of Teacher Education, 27(3), 299-321. DOI: 10.1080/0261976042000290813. The Tuning Project (2008).Tuning Educational Structures in Europe. Reference Points for the design and delivery of degree programmes in Occupational Therapy. Bilbao: ENOTHE, Universidad de Deusto. Correspondentieadres Artesis Hogeschool Antwerpen Departement Gezondheidszorg, Ergotherapie t.a.v. mw. Dr. D. Kos J. De Boeckstraat 10 B-2170 Merksem België E-mail:
[email protected]
69
workshop
HGZO-congres 2012
Virtual Action Learning: wat levert het op? Marijke Leijdekkers, Rachelle Peters Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ, docentenopleiding FBW
EXPOSZ verzorgt een lerarenopleiding voor studenten van de faculteit bewegingswetenschappen. Deze opleiding start met een basistraining didactiek. Feedback van studenten en docenten uit vorige jaren leerde dat de cursus te veel contacttijd in beslag neemt. Dit jaar zijn we overgegaan de basiscursus aan te bieden op een wijze die gebaseerd is op Virtual Action Learning (VAL). Een kenmerk van dit onderwijsmodel is dat de studenten informatie in digitale vorm krijgen aangeboden en dat ze een digitaal product inleveren. De studenten geven feedback op elkaars producten in de digitale leeromgeving. Zo leren studenten niet alleen van het maken en verbeteren van hun eigen product, maar zien ze ook voorbeelden van medestudenten en worden de studenten gestimuleerd om kwalitatief goede feedback te geven. In de beoordeling van de student wordt de kwaliteit van de feedback meegewogen. De docent is tijdens dit proces voornamelijk monitor, het aantal contacturen is beperkt. De meerwaarde van de methode ligt in een hogere leeropbrengst voor de student en een lagere uurbelasting voor de docent. 70
Tijdens de workshop zult u kennis maken met VAL in een Sharepoint omgeving en de wijze waarop feedback wordt gegeven. U zult zelf een opdracht van feedback voorzien om te oefenen met verschillende niveaus waarin feedback is te waarderen. Tevens zal een student haar ervaring vertellen met dit type onderwijs en bespreken we de mogelijkheden om cursussen op basis van VAL in uw onderwijs in te zetten. Kort zal ingegaan worden op de voorwaarden waaraan een digitale leeromgeving moet voldoen. Trefwoorden Virtual Action Learning, digitale leeromgeving, samenwerkend leren, peerfeedback. Correspondentieadres Vrije Universiteit Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. mw. drs. M.L.A. Leijdekkers Van der Boechorststraat 7-9 1081BT Amsterdam E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
workshop
Oog voor diversiteit is onderdeel van kwaliteitszorg Andrea Kuckert-Wöstheinrich, Marjan Stomph Hogeschool van Amsterdam, ASHP en freelancer
Globalisering, internationalisering, veranderende bevolkingssamenstelling, veranderende inzichten door digitalisering, snelle kennisvermeerdering en kennisoverdracht in de wereld maken dat studenten op opleidingen en cliënten in de zorg anders zijn dan tien of twintig jaar geleden. Bij veranderende inzichten is te denken aan inzichten over leeftijd, mannen en vrouwen en hun rol, gezinssamenstelling, etnische achtergrond en politiek. De visie op aspecten van diversiteit en biografische kenmerken die vandaag stabiel lijken te zijn, kunnen morgen voor veel discussie zorgen en leiden tot andere ideeën. Rekening houdend met deze maatschappelijke veranderingen is het doel van het gezondheidszorgonderwijs studenten optimaal voor te bereiden op deze diversiteit in de zorg als onderdeel van kwaliteitszorg. Door het implementeren van het leren omgaan met en optimaal gebruik maken van diversiteit – diversiteitmanagement - in de cultuur van de opleiding en het curriculum zelf, kunnen opleidingsinstituten een voorbeeldfunctie vervullen voor toekomstige professionals. In de workshop wordt in vogelvlucht een overzicht gegeven van ervaringen binnen diverse verpleegkunde- en ergotherapieopleidingen met de mogelijkheden te leren omgaan met en optimaal gebruik maken van diversiteit en daarmee diversiteitmanagement te implementeren, in zowel het curriculum en in een bestaande cultuur van een opleidingsinstituut en de implementatie, als onderdeel van kwaliteitszorg, te bestendigen. Onderwerpen: eenduidigheid van gebruikte terminologie, werken vanuit een visie, projectmatig met een duidelijk plan van aanpak, doelen passend in de context van opleidingen en mogelijke evaluatie-instrumenten. Aansluitend wordt aan de hand van eigen ervaringen en vragen van deelnemers gezocht naar antwoorden op de bestaande vragen rond implementatie van diversiteit en diversiteitmanagement. Trefwoorden Diversiteit, diversiteit management, kwaliteitszorg, ergotherapie, verpleegkunde. Literatuur Kuckert, A. & Stomph, M. (2011) Diversiteit. Het is normaal verschillend te zijn. ZorgBasic. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Kuckert, A. & Esterhuizen, P. (2010). Diversiteit in de Verpleegkunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Stomph, M., & Kinébanian, A., Een internationale leidraad van de WFOT. Oog voor diversiteit maakt verschil. Ergotherapie, februari 2010, 26-33.
71
workshop
Correspondentieadres Hogeschool van Amsterdam Instituut Verpleegkunde t.a.v. dr. A. Kuckert-Wöstheinrich Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam E-mail:
[email protected] M.Stomph MSc.OT. Ergotherapeut, freelance docent, trainer Wielingenstraat 38-2 1078 KL Amsterdam E-mail:
[email protected]
72
HGZO-congres 2012
HGZO-congres 2012
workshop
Motiverend begeleiden Carel Martens, Marjolein Roemaat Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ
Voor studenten is effectief studiegedrag en een correcte beroepshouding niet altijd een vanzelfsprekendheid. Lukt het u om uw studenten te begeleiden naar ander gedrag dan ze tot nu toe hebben laten zien? Gedragsverandering van studenten gaat zeker niet altijd vanzelf. Een docent of studieloopbaanbegeleider kan gebruik maken van Motivational Interviewing om studenten hierin te begeleiden. Motivational Interviewing (MI) is een directieve persoonsgerichte gespreksstijl waarmee verandering van gedrag bevorderd kan worden door ambivalentie ten opzichte van het nieuwe gedrag te helpen verhelderen en op te lossen. Het stages-of-change-model van Prochaska en Diclemente biedt een kader van gedragsverandering waarin MI de technieken biedt om het veranderproces in beweging te brengen. U wordt in deze workshop geprikkeld om meer te gaan doen met motivational interviewing bij het begeleiden van uw studenten, door het kennismaken met een aantal aansprekende aspecten van MI. Trefwoorden Motiveren, gesprekstechnieken, coaching. Gewenste beginsituatie Voor docenten die geïnteresseerd zijn in het begeleiden en motiveren van studenten. Literatuur Miller, W.R., Rollnick, S. (2011). Gorinchem: Uitgeverij Ekklesia.
Motiverende
Correspondentieadres Vrije Universiteit Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. mw. M.C.M. Roemaat / C.A.P. Martens Van der Boechorststraat 9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
gespreksvoering.
(8e
druk).
73
workshop
HGZO-congres 2012
Het curriculum in de praktijk Lynette Menting, Claudia Bronner Hogeschool van Amsterdam, Onze Verpleegkunde, Teaching Hospital
Lieve
Vrouwe
Gasthuis,
ASHP,
HBO-
In een succesvolle samenwerking tussen de HvA, het AMC en het OLVG is een nieuw HBO-V duaal AGZ curriculum ontwikkeld, met als doel een betere integratie tussen theorie en praktijk. Het competentieprofiel van dit nieuwe curriculum is gebaseerd op de CanMeds waarbij er een eindniveau (startbekwaam) en twee tussenniveaus te onderscheiden zijn. De toespitsing op de praktijk wordt bewerkstelligd door afdelingsmodules. In deze workshop krijgt u de gelegenheid om het Canmeds competentieprofiel te vertalen naar uw eigen beroepspraktijk. Op deze manier maakt u een start met het ontwikkelen van een curriculum van uw eigen afdeling, waarmee u expliciet aangeeft wat er bij u in de praktijk geleerd kan worden. Deze workshop begint met een korte uitleg hoe het curriculum HBO-V duaal AGZ is opgebouwd, uitleg over het competentieprofiel, de niveaus en de instrumenten die zijn ontwikkeld voor leren en toetsen. 74
Aan de hand van bestaande afdelingsmodules gaat u aan de slag met het ontwerpen van uw eigen afdelingsmodule. In de gezamenlijke nabespreking wordt u geïnspireerd door elkaars ideeën. Trefwoorden HBO-V duaal curriculum, leren in de praktijk, integratie theorie en praktijk, competentieprofiel, CanMeds, rollen, beroepscompetenties, hbo-kernkwalificaties, afdelingsmodule. Literatuur Beart, H., Govaerts, N. (2011). Leerpatronen in organisaties: op weg naar een typologie van configuraties van werkplekleren. ORD Maastricht juni 2011 1-22. Tynjala, P. (2007). Perspectives into learning at the workplace. Educational Research Review, 3, 130-154. Scheele, F., Teunissen, P., Luijk, S. van, Heineman, E., Fluit, L., Mulder, H., Meininger, A., Wijnen-Meijer, M., Glas,G., Sluiter, H., Hummel, T. (2008). De introductie van competentiegerichte specialistenopleidingen in Nederland. Tijdschrift voor medisch onderwijs, 27, 221-229. Cate, Th. ten, & Fluit, C. (2010). Achtergronden bij de richtlijn korte praktijkbeoordeling. Tijdschrift voor medisch onderwijs, 29, 105-134. Correspondentieadre Hogeschool van Amsterdam Amsterdam School of Health Professions t.a.v. mw. Lynette Menting, kamer C208 Tafelbergweg 51 1105 BD Amsterdam E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
workshop
Door reflecteren leren en professionaliseren Liesbeth Metz, Marloes Spaan Academisch Medisch Centrum, Amsterdam, afdeling Longziekten
Individuele professionalisering vindt ook plaats op de werkvloer, wanneer beroepskrachten reflecteren op hun werkwijze en de uitkomsten van hun interventies evalueren. De Amerikaanse psycholoog Scott Miller stelt dat de effectieve professional zich onderscheidt van minder effectieve collega’s door het feit dat hij voortdurend en systematisch zijn eigen feedback organiseert (Miller, 2007). Door zichzelf steeds af te vragen ‘Waarom doe ik wat ik doe, leidt mijn interventie tot het gewenste doel en zijn er mogelijk effectievere manieren om dat doel te realiseren?’ is de professional als het ware zijn eigen privédetective (Hutschemaekers en anderen, 2006). Reflectie en leren op de werkplek leidt ook tot ontwikkeling van nieuwe kennis. In eerste instantie is die praktijkkennis nog impliciet. Door de kennis met collega’s te delen en te expliciteren draagt de beroepskracht bij aan de body of knowledge. Hoewel fouten op de werkvloer kunnen interfereren met werkprocessen, kunnen ze juist dienen als belangrijke kansen om te leren ( Bauer & Mulder, 2007) Hierbij wordt het leerpotentieel van werkspecifieke omstandigheden aangewend om kennis en vaardigheden te ontwikkelen op professioneel gebied. In deze workshop bent u actief bezig met het herkennen van uw eigen reflectievermogen en valkuilen. Ook speelt u met praktijkvoorbeelden waarbij feedback van uw mededeelnemers essentieel is. Kortom: In deze workshop laten wij u actief kennis maken met uw reflecterend vermogen, zodat u kansen creëert om u hierin te ontwikkelen. Binnen de beroepspraktijk is de overdracht van deze competentie cruciaal voor het zelfstandige leren van de student. Trefwoorden Leren van ervaringen, nieuwe kennis ontwikkelen, kloof tussen theorie en praktijk overbruggen, bijdrage tot ontwikkeling van het verpleegkundig beroep, actieve werkvormen. Literatuur Koetsenruijter, R., & Heide, W. van der, Wit, K., (2001). Reflectie in de verpleegkundige beroepsuitoefening, Utrecht: Lemma B.V. Gartmeier, M., Kipfmueller, S., Heid, H. & Gruber, H. (2008). Reflection and professional competence. A study at dynamic workplaces in the nursing sector. In . Billett, S., Harteis, C. & Eteläpelto, A. (Hrsg.), Emerging perspectives on learning through work. Rotterdam: Sense, 131-147. Miller, S. & Hubble, M. (2007). Supershrinks. What is the secret of their success? Psycho-therapy Networker, 31, 6 (november/december). Hutschemaekers, G., Tiemens, B. & Smit, A. (2006). Weg van professionalisering. Paradoxalebewegingen in de geestelijke gezondheidszorg. Wolfheze, GRIP-De Gelderse Roos. Bauer, J. & Mulder, R.H. (2007). Modelling learning from errors in daily work. Learning in Health and Social Care, 6: 121-133.
75
workshop
Correspondentieadres AMC, Amsterdam Longziekten, F5zuid Postbus 22660 1100 DD Amsterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
76
HGZO-congres 2012
HGZO-congres 2012
workshop
Zorg van de toekomst: onderwijs op het snijvlak van zorg en technologie Marianne Nieboer, Joost van Hoof, Eveline Wouters Fontys hogescholen, Paramedische Hogeschool
Demografische veranderingen vragen om slimme oplossingen in de zorg. Veelal worden deze oplossingen gezocht in de inzet van technologie. De succesvolle implementatie van technologie vraagt echter meer dan dat en kan alleen slagen vanuit een ander perspectief op zorg en op zorg- en technologie-opleidingen. In deze workshop wordt de huidige aanpak van de Fontys Paramedische Hogeschool, om dit perspectief in de onderwijspraktijk te brengen, gepresenteerd en ter discussie gesteld. De rol van het lectoraat en onderzoek en de verbinding van onderzoek met onderwijs worden belicht aan de hand van praktijkvoorbeelden. Speciale aandacht zal worden gegeven aan het belang van multidisciplinair samenwerken en de invulling daarvan in ons instituut door de oprichting van een interfacultair expertisecentrum met diverse zorg- en technologie-opleidingen. Allereerst zal een algemene introductie over de toekomst van technologie in de zorg en de vertaling naar het onderwijs binnen Fontys worden gegeven. Vervolgens zal aan de hand van een voorbeeld uit het onderwijs verder invulling worden gegeven aan de workshop. Er wordt daarin een casus besproken vanuit het perspectief van de cliënt. Het uiteindelijke doel is om technologische mogelijkheden te kunnen plaatsen in de sociale context (familie, professionele hulpverlener, installateur) van de zorgvrager. Trefwoorden Zorg, technologie, toekomst, samenwerking, kwaliteit. Literatuur Hoof, J. van, Overdiep, R.A., Cox, C.M.M., Weymans, M.L.L., Peeraer, L.P. (2011). Health Care and technology: a new approach to education and applied research. In: Everyday technology for independence and care. Maastricht: 11th European AAATE conference, august 31-September 2. Idenburg, P.I., Schaik, M.S.S. van (2010). Diagnose 2025. Over de toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg. Schiedam: Scriptum. Van Gemert-Pijnen, J.E.W.C. van, Nijland, N., Ossebaard, H.C., van Limburg, A.H., Kelders, S.M., Eysenbach, G., et al. (2011). A holistic framework to improve the uptake and impact of eHealth technologies. Journal of Medical Internet Research. In press. Internet-links RIVM, demografische projecties: www.rivm.nl/vtv/object_document/o5470n30052.html Lectoraat Paramedische Hogeschool: www.fontys.nl/paramedisch/lectoraat.358189.html
77
workshop
Correspondentieadres Fontys hogescholen Paramedische Hogeschool t.a.v. mw. dr. E.J.M. Wouters Postbus: 347 5600 AH Eindhoven E-mail:
[email protected]
78
HGZO-congres 2012
HGZO-congres 2012
workshop
Onderwijsontwikkeling als project Liesbeth Neeskens, Marjolein Roemaat Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ, Opleiden in sport en zorg
Onderwijsontwikkeling is voor de meeste docenten niet een hoofdtaak. Vaak wordt het bijstellen van een cursus of studiehandleiding er ‘even’ bij gedaan. Of word je gevraagd een minor te ontwikkelen, zonder dat je precies weet met welke middelen en hoe je dat aan kunt pakken. Door onderwijsontwikkeling op een projectmatige wijze aan te pakken, ben je in staat op een gestructureerde wijze te voldoen aan de gestelde eisen, met behulp van de aanwezige middelen en binnen de geplande tijd. Deze werkwijze levert energie op! En daarnaast goed ontwikkeld onderwijsmateriaal. Beginsituatie Deze workshop is bedoel voor docenten die enige ervaring hebben met het ontwikkelen van onderwijs. En daarnaast behoefte hebben om dit op een meer projectmatige wijze aan te pakken. Trefwoorden Onderwijsontwikkeling, projectmatig werken. Literatuur Grit, R. (2000). Projectmanagement. Groningen: Wolters-Noordhoff. Reints A. (1997). Doen wat je belooft. Projectmatig leermiddelen ontwikkelen. Houten/Dieghem: Bohn Stafleu van Loghum. Hoobroeckx, F en Haak, E. (2002). Onderwijskundig ontwerpen; Het ontwerp als basis voor leermiddelenontwikkeling. Houten/Dieghem: Bohn Stafleu van Loghum. Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press. Correspondentieadres Vrije Universiteit Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. mw. drs. E.M. Neeskens Van der Boechorststraat 9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
79
workshop
HGZO-congres 2012
Onderzoek je onderwijs! Marit Praagman, Jirka Born Vrije Universiteit Amsterdam, EXPOSZ
Mills (2007) beschrijft actieonderzoek als een systematisch onderzoek uitgevoerd door docentonderzoekers of andere belanghebbenden in het onderwijs, met als doel informatie te vergaren over hoe de onderwijsinstelling opereert, hoe er lesgegeven wordt of hoe goed de studenten leren. Deze informatie wordt gebruikt om inzicht te verkrijgen, te reflecteren en positieve veranderingen binnen het onderwijs mogelijk te maken. In deze workshop doet u, aansluitend bij het thema van dit congres, inspiratie op over hoe u door middel van actieonderzoek kunt werken aan de kwaliteit van uw eigen onderwijs. In het eerste deel van deze workshop krijgt u de gelegenheid met collegadocenten interessante ideeën uit te wisselen om aspecten binnen uw onderwijs op micro-niveau of op het niveau van uw eigen didactisch handelen te onderzoeken en verbeteren. In het tweede deel van de workshop gaat u aan de slag met een onderzoekplan om een idee daadwerkelijk tot uitvoer te kunnen brengen. De workshop wordt afgesloten met een discussie over de rol van docent als onderzoeker en de randvoorwaarden voor het doen van actieonderzoek. 80
Deze workshop wordt op dit HGZO-congres voor de tweede keer aangeboden. Trefwoorden Actieonderzoek in het onderwijs, docentonderzoeker. Gewenste beginsituatie Een ieder die graag eens met een onderzoekende blik naar zijn/haar eigen onderwijs wil kijken. Literatuur Mills, G.E. (2007). Action research. A guide for the teacher researcher (third edition). Upper Saddle River, New Jersey: Pearson/Merrill/Prentice Hall. Correspondentieadres Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Bewegingswetenschappen EXPOSZ t.a.v. mw. dr. M. Praagman / mw. drs. J.R. Born Van der Boechorststraat 9 1081 BT Amsterdam E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
workshop
Slaagt mijn beoordeling? Criteria voor het beoordelen van stagiairs Luc Simoens Hogeschool Gent, Gezondheidszorg / Luc Simoens Consultancy
Het beoordelen van studenten is een belangrijk onderdeel van de taak van docenten, lectoren en praktijklectoren. Het is zo belangrijk dat de “European Association for Quality Assurance in Higher Education” (ENQA) er expliciet aandacht aan besteedt: “The assessment of students is one of the most important elements of higher education.” (ENQA – European Association for Quality Assurance in Higher Education, 2009). De standaard voor assessment van studenten is volgens ENQA: “Students should be assessed using published criteria, regulations and procedures which are applied consistently.” Deze ‘checklist’ geeft negen criteria en vier aanvullende voorwaarden om aan de kwaliteitsstandaard tegemoet te komen. In de workshop willen we nagaan hoe we aan de criteria kunnen voldoen bij het beoordelen van stagiairs. Bij de beoordeling van stagiairs hebben we immers – in vergelijking met beoordelingen in andere onderdelen van het curriculum – te maken met een supplementaire mening: die van de stagementor. Stagementoren zijn doorgaans beroepsbeoefenaars die opgeleid zijn voor een taak binnen hun dienst maar van wie het beoordelen van stagiairs zelden een kerntaak is. Tijdens de workshop bespreken we de gepubliceerde criteria. Daarna wordt van de deelnemers verwacht dat ze kort beschrijven hoe ze aan elk van de criteria tegemoetkomen, waarna de voorstellen besproken worden aan de hand van de criteria. Trefwoorden Kwaliteitscriteria, assessment, evaluatie, stage. Literatuur ENQA - European Association for Quality Assurance in Higher Education (2009). Standards and Guidelines for Quality Assurance in the European Higher Education Area. Helsinki: European Association for Quality Assurance in Higher Education, 3de editie. Internet-links www.enqa.eu Correspondentieadres L. Simoens M. Pyckstraat 6 B-8370 Blankenberge België E-mail:
[email protected]
81
workshop
HGZO-congres 2012
Het Virtuele Rollenspel: een kosteneffectieve manier om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen? W.J. Trooster, H. de Vries, H. ten Heuw Hogeschool Windesheim, Zwolle, Opleiding Pedagogiek & Team Onderwijskunde en ICT
Bij de opleiding Pedagogiek (net als bij veel andere opleidingen in Zorg & Welzijn, en (sport)Educatie) moeten studenten tijdens hun stage gespreksvaardigheden laten zien, die eigenlijk in die context niet meer ingetraind kunnen worden. Op dit moment doen de studenten hiervoor in het voortraject van de stage met elkaar rollenspelen. Het is voor de studenten heel moeilijk om zich goed in te leven in deze rollenspelen, waardoor ze vaak niet realistisch verlopen en het leerrendement laag is. Soms wordt er geïnvesteerd in professionele acteurs voor deze rollenspelen. Dan is de kwaliteit wel geborgd, maar de kosten zijn te hoog.
82
Vandaar dat afgelopen tijd in Second Life een rollenspel is ontwikkeld. Second Life is een sociaal medium waarin via chat maar ook met echt stemgeluid, gecommuniceerd kan worden. Uit ervaring blijkt dat de gebruikers hierbij de ervaring hebben dat de communicatie realistisch is. In een pilot is onderzocht of via dit medium met beperkte kosten toch kwalitatief goed geoefend kan worden met gespreksvaardigheden. Bij de workshop kunnen de deelnemers, na een korte inleiding, het ontwikkelde rollenspel zelf ervaren. Graag willen we in het gesprek daarna feedback verzamelen voor de verdere ontwikkeling van het rollenspel. Zo werken we samen aan kwaliteit (het centrale thema van het congres). Met deze workshop willen we laten zien hoe je met ICT op een kosteneffectieve wijze de kwaliteit van het onderwijs kunt verhogen. Trefwoorden Virtueel, rollenspel, ICT, Second Life, kwaliteit, onderwijs. Internet-links www.licto.nl/index.php?pageID=41 www.licto.nl/article.php?articleID=20 Correspondentieadres Hogeschool Windesheim Team Onderwijs & ICT t.a.v. dr. W.J.Trooster Campus 2-6 8017 CA Zwolle E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
workshop
Het criteriumgericht evalueren van een bachelorproef binnen een competentiegericht curriculum Lisa Van der Jeught Arteveldehogeschool Gent, Bachelor in de vroedkunde
De opleiding bachelor in de vroedkunde van de Arteveldehogeschool, Gent (B) werd in 2008 door het Nederlands Vlaams Accreditatie Orgaan beloond met een Bijzonder Kwaliteitskenmerk voor het competentiegericht onderwijs: de competentiemozaïek van de vroedvrouw als sturende motor van het leerproces. Op dit moment is elke onderwijsvernieuwing gericht op de realisatie van een competentiegericht assessmentbeleid. Tijdens deze workshop komt de bachelorproef aan bod. Er wordt dieper ingegaan op de inbedding van de bachelorproef in een competentiegericht curriculum, op de begeleiding door interne en externe begeleiders van een zelfsturend leerproces én op de beoordeling van het product en het proces. Tijdens deze workshop wordt een antwoord gegeven op de vraag: wat is de meerwaarde van het beoordelen van een bachelorproef via beoordelingscriteria per competentie? Het is de bedoeling dat de deelnemers zelf eens brainstormen over de pijnpunten/problemen die zij ervaren bij de beoordeling van hun bachelorproeven en dat ze kennismaken met ons beoordelingssysteem door het zelf eens te doorlopen. De resultaten van het onderwijsonderzoek zijn de rode draad door deze workshop, maar wij gaan vooral de uitdaging aan om het ‘praktisch’ te houden zodat je de workshop verlaat met concrete handvaten voor de eigen onderwijspraktijk. Trefwoorden Assessmentbeleid, bachelorproef, competentiegericht onderwijs. Correspondentieadres Arteveldehogeschool Gent Bachelor in de vroedkunde t.a.v. mw. L. Van der Jeught Voetweg 66 9000 Gent België E-mail:
[email protected]
83
workshop
HGZO-congres 2012
Geschikt of ongeschikt? Beslissen op basis van een kwalitatief goed competentiegericht toetshuis Pieter Wouda, Inge Speth-Lemmens Hogeschool Zuyd Heerlen, Opleiding Ergotherapie
“Is de student competent voor het beroep?” Omdat competenties complex zijn, zal aan zo’n uitspraak niet één specifieke toetsvorm, maar een variatie aan toetsvormen ten grondslag liggen. Om een valide uitspraak over de competenties van een student te doen, is de kwaliteit van het totale toetshuis: een samenhangend en complementair geheel, waarbij elke afzonderlijke toets zijn eigen sterke en minder sterke kwaliteitsaspecten heeft. Op de opleiding ergotherapie van de Hogeschool Zuyd bestaat het toetsprogramma uit een zogenaamde “methoden mix”. Om in kaart te brengen hoe en of ons programma van toetsen een uitspraak doet over de competenties van een student, is gebruik gemaakt van de twaalf kwaliteitscriteria van Baartman. Hiermee kan een Competentie Assessment Programma (CAP) worden geëvalueerd.
84
Bij het evalueren van de verschillende toetsvormen met docenten bleken de kwaliteitscriteria ook goed bruikbaar om uitspraken te doen over het belang van een toets en om de kwaliteit van een toets aan te scherpen. Onze ervaringen en kennis willen we in deze workshop delen. Na een inleiding verwachten we dat de deelnemers zelf aan de slag gaan om aan de hand van de kwaliteitscriteria het eigen toetshuis kritisch te onderzoeken en in kaart te brengen hoe het CAP de gevraagde competenties dekt. Na deze workshop hebben deelnemers zich een mening gevormd over bruikbaarheid in de eigen situatie. Deze workshop is vergelijkbaar met de workshop gehouden in 2011. Trefwoorden Toetshuis, Competentie Assessment Programma, kwaliteitscriteria. Literatuur Baartman, L.K.J. (2008). 'Assessing the assessment' Development and use of quality criteria for Competence Assessment Programme. Proefschrift Universiteit Utrecht. Baartman, K.J., Bastiaens, T.J., Kirschner, P.A. & Vleuten, C.P.M. van der (2006). The wheel of competency assessment: presenting quality criteria for competency assessment programs. In: Studies in Educational Evaluation ,32, 153–170. Correspondentieadres Zuyd Hogeschool Opleiding Ergotherapie t.a.v. Pieter Wouda / Inge Speth-Lemmens MSc Postbus 550 6400 AN Heerlen E-mail:
[email protected] E-mail:
[email protected]
HGZO-congres 2012
workshop
“Ik ben goed bezig!” Een handleiding voor het in kaart brengen van een professionele ontwikkeling binnen beroepen in de gezondheidszorg
Otto Venema, Monique Bekker Uitgeverij Noordhoff, BOC-onderwijsadvies
Kwaliteit en professionaliteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wanneer zorgverleners niet professioneel meer zijn in hun werk, zal dit de kwaliteit van de zorg snel doen afnemen. Professioneel gedrag is, juist in beroepsopleidingen waar de hulpbehoevende mens centraal staat, dus van onmetelijk belang. Maar hoe word je (en hoe blijf je) een professionele verloskundige, verpleegkundige of fysiotherapeut? En hoe begeleid je de cursisten daar in? Veel opleidingen besteden tegenwoordig aandacht aan professioneel gedrag. Tevens dienen studenten hun (professionele) ontwikkelingen bij te houden in een portfolio of kwalificatiedossier. Voor veel studenten is dit niet zo makkelijk en wordt het portfolio bijhouden als weinig inspirerend ervaren. Dat is jammer, want een goed samengesteld portfolio kan veel inzicht geven in de ontwikkeling van een cursist en leest als een boeiend “levenswerk”. Hoe kun je als docent bijdragen aan een professionele ontwikkeling van je cursist? In deze workshop worden punten besproken die de cursist kunnen belemmeren in zijn professionele ontwikkeling. Deze belemmeringen kunnen liggen op het gebied van zelfkennis, samenwerken en het uitvoeren van handelingen. Daarnaast blijken cursisten tevens reflectie en portfolio “moe” te zijn. Hoe motiveer je de student om zijn professionele gedrag te blijven ontwikkelen en vastleggen? Tot slot wordt ingegaan op de begeleiding die docenten kunnen bieden bij de professionele ontwikkeling van hun cursisten. Werkvorm Oefeningen en discussie met behulp van casuïstiek en/of filmbeelden. Ook is het mogelijk om vragen te stellen over dit thema. Relevantie Deze workshop heeft een grote relevantie voor iedereen die zich bezig met begeleiden en beoordelen van professioneel gedrag. Trefwoorden Professioneel gedrag, persoonlijke ontwikkeling, kwaliteitsverbetering. Internet-links www.boc-onderwijsadvies.nl www.professioneelgedrag.nl www.noordhoffuitgevers.nl
85
workshop
Correspondentieadres BOC-onderwijsadvies t.a.v. mw. drs. M.E. Bekker Egelantierstraat 2 1171 JN Badhoevedorp E-mail:
[email protected] Noordhoff Uitgevers bv t.a.v. dhr. O. Venema Postbus 58 9700 MB Groningen E-mail:
[email protected]
86
HGZO-congres 2012
Congresorganisatie
EXPOSZ Opleiden in sport en zorg Het HGZO-congres wordt jaarlijks georganiseerd door EXPOSZ. Medewerkers van EXPOSZ hebben verstand van opleiden én van zorg. Wij maken deel uit van de Faculteit der Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam en combineren in ons werk gedegen kennis van de zorg met onderwijskundige expertise. Het is onze missie om bij te dragen aan de kwaliteit van de beroepsbeoefening binnen de sport en zorg. Wij leiden docenten en praktijkbegeleiders die werkzaam zijn binnen het hoger gezondheidszorgonderwijs. We ondersteunen onderwijsinstellingen, zorginstellingen en beroepsverenigingen bij hun vraagstukken, door middel van opleidingen, advies en onderzoek. Opleiden EXPOSZ heeft een breed scala aan opleidingsactiviteiten. Naast de tweejarige eerstegraads Docentenopleiding HGZO en de master Docent HGZO, bieden wij ook kort durende opleidingsactiviteiten aan zoals scholing op maat. Daarnaast coachen wij docenten en praktijkbegeleiders. Deze laatste activiteiten kunnen zowel binnen uw organisatie als op de Vrije Universiteit verzorgd worden. Advies Adviseurs van EXPOSZ bieden ondersteuning bij (onderwijskundige) vraagstukken. Advisering is mogelijk bij omvangrijke curriculumherziening trajecten. Maar ook bij minder ingrijpende veranderingsprocessen en ontwikkelingen binnen uw organisatie is de adviseur van grote waarde. Onderzoek Op het terrein van onderzoek richt EXPOSZ zich op het monitoren van gedragsverandering tengevolge van interventies (zoals bijvoorbeeld scholing of training) en het uitvoeren van toegepast didactisch onderzoek. Voor meer informatie: www.exposz.nl Of ga naar de stand van EXPOSZ op de informatiemarkt
81