Het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen: Hoe een stad wereldstatus verwerft en zich zo een weg baant naar het centrum.
Thijs van Houwelingen (5684862) Masterscriptie Sociologie Universiteit van Amsterdam, 2010 e 1 begeleider: Prof. dr. G.M.M. (Giselinde) Kuipers e 2 begeleider: Dr. O.J.M. (Olav) Velthuis
Voorwoord
Het was herfst, ik was voor het eerst gestopt met roken, en moest een scriptie schrijven. !Hoe kan ik ooit een scriptie schrijven zonder sigaretten", dacht ik, de logica van een verslaafde. Een aardige uitdaging om het zo maar te zeggen.
Om de moed erin te houden hield ik mezelf voor dat ik slechts mijn paper (over hetzelfde onderwerp) hoefde uit te breiden met een paar duizend woorden. Zo eenvoudig was het natuurlijk niet. !Het culturele wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen in kaart brengen, dat is nogal wat", zeiden sommigen. En inderdaad volgden er momenten waarop ik mij afvroeg of al dat materiaal ooit een geheel zou worden. Nu is het zover: het is een geheel. Zonder de hulp van mijn begeleiders, vrienden en familie zou ik er niet in geslaagd zijn, vandaag de dag, dit onderzoek te voltooien. In de voornaamste plaats dank ik mijn eerste begeleider Giselinde Kuipers. Los van alle inhoudelijke toevoegingen heeft zij mij van het begin tot het einde weten motiveren. De tussentijdse beoordelingen, hoeveel er ook aan te merken viel, werden steevast afgesloten met woorden als !dus dat komt allemaal wel goed, of begonnen met: !nou, je bent eigenlijk bijna klaar. Alleen nog even.." En dan volgde er een inhoudelijk advies van een klein uur. Giselinde, hartelijk bedankt voor alle tijd en energie die je in de begeleiding van dit onderzoek hebt gestoken! Daarnaast gaat mijn dank uit naar mijn tweede begeleider Olav Velthuis. Ik dank hem voor zijn zeer kritische en precieze feedback. Daarnaast ben ik geholpen door een aantal dierbaren. In de eerste plaats Friso. Hij was altijd bereid iets bij te dragen: meedenken en lezen, corrigeren, niets was teveel. Bedankt voor al die investering! Daarnaast wil ik mijn vrouw Aafke bedanken. Op de valreep ging zij zich nog even met mijn scriptie bemoeien. En hoe! De hele scriptie werd tekstueel omgeploegd. Die had ik niet zien aankomen, maar het hielp enorm, waarvoor dank! Tot slot wil ik Geurt bedanken voor de spoedcursus figuren maken in Visio; mijn ouders voor hun betrokkenheid; Matthea en Reinier voor de gezamenlijke dagen in de bibliotheek.
Het is nu lente, de zon schijnt volop en hoef ik alleen nog maar te wachten op mijn titel. Straks kan ik als D-R-S genieten van De Tour, het WK, de zomer. Oh ja, en een baan zoeken natuurlijk.
2
Inhoudsopgave Voorwoord ! 2 Hoofdstuk 1: Introductie ! 5 Hoofdstuk 2: Theoretische achtergrond ! 10 2.1 Artistieke netwerken ! 12 2.1.1 Het ontstaan van klassieke muziek in Europa ! 14 2.1.2 Belangrijke centra in Europa ! 15 2.1.3 Het ontstaan van klassieke muziek in de Verenigde Staten ! 15 2.1.4 Amerikaanse muziekgeschiedenis en de verhouding tot Europa ! 16 2.1.5 Concluderend ! 17
2.2 Het veld van cultuurproductie en cultuuruitwisseling ! 18 2.2.1 Cultuuruitwisseling ! 18 2.2.2 Relevante eigenschappen van orkesten en pianisten ! 21 2.2.1.1 Orkesten ! 21 2.2.1.2 Pianisten ! 21
2.2.3 Klassieke muziek als kunstvorm ! 22 2.2.4 Culturele landschappen ! 23 2.2.5 In kaart brengen van een cultureel landschap ! 24 2.2.5.1 “Remapping the world” ! 25
2.2.6 De aanzuigende werking van culturele centra ! 25 2.2.7 Concluderend ! 26
2.3 Global CIties en Transnationale culturele hiërarchie ! 27 2.3.1 Global cities indices ! 29 2.3.1.1 Korte analyse van verschillende Global Cities Indices ! 34
2.3.2 Het culturele wereldsysteem ! 35 2.3.2.1 Wallersteins wereldsysteemtheorie vertaald naar een !cultureel wereldsysteem" ! 36 2.3.2.2 Toepassing wereldsysteemtheorie op cultuur ! 38 2.3.2.3 Inclusie en exclusie ! 38
2.3.6 Concluderend ! 39
2.4 Conclusie en hypotheses ! 39 Hoofdstuk 3: Methoden: Het meten van een cultureel wereldsysteem ! 43 3.1 Overwegingen ! 45 3.1 De selectie van internationaal erkende orkesten en pianisten ! 46 3.2 Constructed week sampling ! 48 3.3 Bronnen ! 50 3.4 Toplijsten ! 51 Hoofdstuk 4: Analyse: welke steden liggen centraal en hoe komen zij daar? ! 52 4.1 Wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen en de relatieve autonomie ! 53 4.1.1 Afkomst orkesten ! 53
3
4.1.2 Afkomst pianisten ! 55 4.1.3 Centrale steden voor klassiekemuziekuitvoeringen (het centrum) ! 57 4.1.4 Semi-perifere steden voor klassiekemuziekuitvoeringen ! 62 4.1.5 Mechanismen die van invloed zijn op de centraliteit van een stad ! 66 4.1.5.1 Specifieke kenmerken en relatieve autonomie ! 68
4.1.6 Concluderend ! 68
4.2 Specifieke inhoudsanalyse van de data ! 69 4.3.1 Flexibiliteit en cultuuruitwisseling ! 70 4.3.2 Locaties voor orkesten en locaties voor pianisten ! 72 4.3.3 Steden voor klassiekemuziekuitvoeringen opgedeeld in wereldgebieden ! 74 4.3.4 Concluderend ! 76
Hoofdstuk 5: Conclusie: De weg naar het centrum ! 78 5.1 Het culturele wereldsysteem nader beschouwd ! 79 5.1.1 Het dominante centrum ! 79 5.1.2 Mechanismen die van invloed zijn op de centraliteit van een stad ! 80 5.1.2.1 De beperkingen van een global city index ! 81
5.1.3 De autonomie van het systeem ! 82 5.1.4 Mogelijkheden om te infiltreren ! 83
5.2 Discussie: de tekortkomingen van het onderzoek ! 85 5.3 Aanbevelingen ! 86 5.4 Tot Slot ! 87 Literatuurlijst ! 88 Bijlage 1: Prijsuitslagen, mening deskundigen en recensies ! 96 Bijlage 2: Compleet overzicht van concerten door orkesten en pianisten ! 106 Bijlage 3: Resultaten ! 122 -
Complete lijst naar aanleiding van orkestconcerten ! 122
-
Complete lijst naar aanleiding van pianoconcerten ! 125
-
Complete lijst op basis van totaal ! 127
Samenvatting ! 130
4
1. Introductie: De beste musici komen op de toplocaties van de wereld
!Dus via topmusici op het gebied van klassieke muziek zal ik kunnen achterhalen welke steden centraal liggen." !Is dat zo? Ja, waarschijnlijk wel. Maar hoe kun je nou zeggen wie de beste musici van de wereld zijn? Dat is immers een kwestie van smaak." !Als je naar de top kijkt zul je ook André Rieu mee moeten nemen." !Nee, André Rieu is geen hoge kunst." !Wie bepaalt dat? En is dat een reden om hem te negeren?" !Wel als ik het wereldsysteem van de hoge kunstvorm klassieke muziek onderzoek. Maar los daarvan: ik ben niet van plan zelf musici uit te kiezen. Hiervoor raadpleeg ik de mening van mensen met gezag op dit gebied. Het lijkt me trouwens onwaarschijnlijk dat zij met André Rieu komen aanzetten, maar dat terzijde." !Misschien moet je kijken wie er op die toplocaties komen." !Dat lijkt mij een goede manier; via toplocaties achterhalen wat internationaal erkende musici zijn. Er zit echter wel één probleem aan vast. Dat is juist hetgeen
ik
wil
onderzoeken:
wat
zijn
de
klassiekemuziekuitvoeringen?"
5
centrale
steden
op
wereldniveau
voor
Soortgelijke conversaties kwamen herhaaldelijk terug wanneer ik met mensen sprak over de opzet van mijn onderzoek. Smaak is een gevoelig onderwerp. Het kostte me de nodige energie om uit te leggen dat mijn scriptie niet over smaak gaat, en al zeker niet over mijn persoonlijke smaak. Dit onderzoek gaat over het traceren van centra voor klassieke muziek, in de woorden van While (2003): !locating art worlds!. While!s (2003) artikel "locating art worlds: London and the making of Young British art! ligt aan de basis van deze scriptie. While (2003) combineert geografie, kunstgeschiedenis en cultuursociologie. Deze methode spreekt mij aan. Om een cultureel wereldsysteem volledig in kaart te brengen, is het nodig vanuit meerdere disciplines te werken. In het artikel beschrijft While (2003) hoe steden zich ontwikkelen tot centra voor cultuur. Zo is New York sinds de jaren vijftig het centrum voor hedendaagse kunst. De historische en economische kenmerken bepalen voor een groot deel de positie in een systeem. Dit zette mij aan het denken over welke steden centraal liggen als het gaat om klassieke muziek. De aanpak van While (2003) intrigeerde mij, maar de inhoud riep vragen op. Is het mogelijk om algemene culturele wereldsteden aan te wijzen? De centraliteit van een stad binnen een wereldsysteem is immers afhankelijk van vele factoren. Wenen lijkt mij een stad voor klassieke muziek, maar niet voor andere vormen van cultuur. "Centraliteit! is een netwerkterm om aan te duiden hoe centraal iets ligt. Het "wereldsysteem! is bedacht door Wallerstein (1974), en bestaat uit een centrum, semi-periferie en een periferie. In deze scriptie onderzoek ik een cultureel wereldsysteem, dat van klassiekemuziekuitvoeringen. Een ander aspect dat me aanspreekt in While!s (2003) artikel is de vergelijking van steden en niet van landen. Het past bij het idee dat we leven in een gedeterritorialiseerde wereld: transnationale uitwisseling van diensten en goederen vindt plaats tussen mondiale steden. Hierin hebben nationale grenzen een marginale rol. Het centrum van de wereld voor verschillende diensten en productie, bestaat uit een relatief klein aantal global cities. Er is een sterk verband tussen economische macht en cultureel kapitaal van een stad. Wil je cultuur traceren, begin dan bij global cities. Geldt dat ook voor klassieke muziek? Over de spreiding van hoge kunst is weinig gepubliceerd. Een precieze indeling van centra voor klassieke muziek is nergens te vinden. Hiervoor is empirisch onderzoek vereist. Aanleiding voor dit onderzoek is zodoende (1) het gebrek aan literatuur over de spreiding van hoge cultuur en (2) het sterk afvragen wat het nut is te spreken over "culturele hoofdsteden van de wereld!. In het theoretische kader (hoofdstuk 2) zal ik stilstaan bij het ontstaan van artistieke netwerken voor klassieke muziek. De (culturele) geschiedenis kan immers een geschikte voorspeller zijn voor de hedendaagse positie van een stad. Het is daarom interessant wanneer en waar klassieke muziek is ontstaan. Wat waren destijds centra? Heeft er een verschuiving plaatsgevonden binnen de hiërarchie van steden? Via wat voor patronen verspreidt klassieke muziek zich? Zonder in te gaan op de geschiedenis van dit systeem, loop ik in de analyse het risico belangrijke verklaringen over het hoofd te zien. Zijn er typische regels of mechanismen van
6
invloed op de dynamiek van het netwerk? While (2003) stelt vast dat culturele centra zich grotendeels concentreren in economische centra. Om dit idee te kunnen toetsen is het nodig te weten welke steden fungeren als global cities. Saskia Sassen is dé auteur op het gebied van global cities.. Zij publiceert uitgebreid over dit onderwerp en is actief betrokken bij die instanties global city indices genereren. Steeds vaker worden
steden
gerangschikt
op
basis
van
een
bepaald
onderwerp.
Een
belangrijk
onderzoeksinstituut dat zich hier al jaren mee bezighoudt is de GaWC (Globalization and World Cities). Naast deze Britse groep onderzoekers, publiceert een groep Japanse onderzoekers (The Mori Memorial Foundation) sinds 2008 jaarlijks een Global City Index. Ze delen steden in en maken allerlei grafische figuren. Het zijn interessante uitkomsten, maar er zit een problematisch aspect aan vast. De wijze waarop steden worden ingedeeld wordt onvolledig beschreven. The Mori Memorial Foundation beschrijft niet welke indicatoren zij gebruiken om cultuur te meten. Dus wat zeggen deze rijtjes precies? Wat verstaan zij onder cultuur? Is cultuur een goede indicator voor klassieke muziek? Welke waarde heeft een rangschikking van cultuursteden? Het kan ook een vertekend beeld geven. Mexico City scoort hoog op cultuur, een toptienplek (zie: fig. 2.6b). Dit kan lezers de verwachting geven dat Mexico dan ook iets te bieden heeft op het gebied van klassieke muziek. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk dat Mexico City uit dit onderzoek naar voren komt als centrum voor klassieke muziek. De stad heeft immers geen enkele rol in de geschiedenis van klassieke muziek. Het einddoel van dit onderzoek is niet alleen een rangschikking van steden. In tegenstelling tot de rapporten van Global City inidices, zal ik uitgebreid stilstaan bij mogelijke verklaringen voor de uitkomsten. In deze scriptie wil ik achterhalen hoe !de positie van een stad binnen het wereldsysteem van klassieke muziek" te voorspellen is. Welke kenmerken van een stad verhogen de centraliteit? In hoeverre overlapt het systeem van klassieke muziek andere systemen? Of andersom: hoe autonoom is het wereldsysteem van klassieke muziek? Hoe eigengereid is het wereldsysteem? Ieder veld heeft eigen regels en mechanismen. Een deel van deze mechanismen komt overeen met algemene mechanismen binnen een economisch veld. Een ander deel van de mechanismen is gebonden aan één veld. Deze mechanismen zijn typisch voor dat veld en duidt Bourdieu (1983: pp. 319-320) aan als !autonome principes". Doordat deze mechanismen afwijken van algemene mechanismen leidt het veld een relatief autonoom bestaan. Het wereldsysteem voor klassiekemuziekuitvoeringen is een eigenzinnig systeem, met allerlei regels, mechanismen en tradities die van invloed zijn op de dynamiek. Personen met veel cultureel kapitaal hebben de macht om cultuurgoederen te legitimeren. Bourdieu (1993) noemt dit het proces van consecratie. Dit proces is één van de typische mechanismen binnen het veld. Mensen met veel cultureel kapitaal hebben veel macht. Binnen het veld volgen anderen de mening van deze mensen. Het veld laat zich niet (alleen) leiden door algemene regels, maar voor een groot deel door de personen met veel cultureel kapitaal. Dit kan leiden tot specifieke kenmerken
7
van het systeem. Het specifieke karakter van het veld verhoogt de relatieve autonomie (Bourdieu, 1983: pp: 319-320). Dit levert allerlei vragen op. Zorgen deze aspecten dat het systeem van klassieke muziek zich door niemand laat sturen? Is een positie in het netwerk te koop? Heeft het zin om een concertzaal van miljoenen euro!s te laten bouwen? Heeft het voor een stad zin om vandaag te proberen zichzelf op de internationale kaart te zetten met klassieke muziek? Of kan een stad zich beter profileren aan de hand van een andere vorm van cultuur, als sport bijvoorbeeld? Wat draagt bij aan de centraliteit van een stad? Stadsbesturen houden zich bezig met de internationale status van een stad (Storper & Scott, 2009: p. 152; Scott, 2006: p. 3). (…) Cities compete to position themselves in the global flows of capital, images en narrative, selling the city has become an important part of urban promotion campaigns. (…) The promotion of international competitiveness has become to be the hegemonic economic projects for many cities around the world (Short: 2004: pp. 23-24). Hoe een stad dit het beste kan doen is de vraag. Richard Florida (2005) heeft een veel bediscussieerde theorie geschreven over hoe steden via de "creatieve klasse! hun economische positie kunnen versterken. Florida (2005: pp: 35-36) stelt dat het voor steden zinvol is de een creatieve klasse aan te trekken. Wanneer een stad over een creatieve klasse beschikt, zal dit de werkgelegenheid en economie verbeteren. Op dit idee is veel kritiek (zie bijvoorbeeld: Hoyman & Faricy, 2008; Scott, 2006; Clark, 2003). Het is namelijk de vraag hoe eenvoudig het is om een creatieve klasse aan te trekken in een stad. Ieder veld bestaat namelijk uit een complex geheel van mechanismen en regels (Scott, 2006: p. 15). In dit onderzoek zal ik uitzoeken welke kenmerken vereist zijn voor een meer centrale positie binnen het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Op die manier raakt dit onderzoek het debat rondom de creatieve klasse van Florida (2005). Mijn interesse is gewekt door het beschreven eigenzinnige karakter van de kunstwereld. Op basis hiervan houd ik rekening met onverwachte uitkomsten in de zoektocht naar topsteden. Het in kaart brengen van het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen doe ik vanuit de volgende hoofdvraag.
Hoofdvraag: Welke steden vormen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen en welke mechanismen zijn hier van invloed op centraliteit?
Hoe ga ik dit onderzoeken? Op basis van literatuur over de zojuist beschreven thema!s zal ik hypotheses formuleren. Deze leg ik in de analyse naast mijn empirisch materiaal. Via de concertagenda!s van 15 internationaal erkende orkesten en 15 pianisten wil ik achterhalen welke steden het centrum vormen voor klassieke muziek.
8
Wie bepaalt er welke musici internationaal erkend worden? Een terechte vraag. Kunst gaat over smaak en smaak is iets persoonlijks. Toch bestaan er regels over smaak, verantwoorde smaak. Personen met veel cultureel kapitaal binnen het culturele veld hebben de macht cultuurproducten te legitimeren. Via deze gezaghebbende personen zal ik uitzoeken welke orkesten en pianisten op dit moment internationale erkenning krijgen. Gezaghebbende personen in de vorm van critici bij internationale prijsuitreikingen, deskundigen in gespecialiseerde klassieke muziekwinkels, en internationale recensenten. Vervolgens zal ik kijken waar deze musici tussen nu en maximaal twee en een half jaar geleden zijn geprogrammeerd. Hoe ik dit doe zal ik uitgebreid beschrijven in het methodehoofdstuk. Deze methodebeschrijving is van groot belang. Dit onderzoek is namelijk ook een zoektocht naar een adequate methode om het culturele wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen in kaart te brengen. Ik zal proberen op een vernieuwende manier muziekgeschiedenis, culturele geografie, global cities en sociologische theorieën te integreren. Elke discipline draagt iets bij. Voor het in kaart brengen van het systeem zal ik modellen gebruiken vanuit de geografie. Ik sluit deze introductie af met een passage uit een artikel over culturele economie. Scott (1997) laat hierin duidelijk zien hoe plaats, cultuur en economie onlosmakelijk verbonden zijn. In deze scriptie probeer ik te onderscheiden hoe groot de rol van plaats, cultuur en economie is. Dit zal ik doen door te herleiden welke mechanismen binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen van invloed zijn op centraliteit.
(…) place, culture and economy are highly symbiotic with one another, and in modern capitalism this symbiosis is re-emerging in powerful new forms as expressed in the cultural economies of certain key cities. The more the specific cultural identities and economic order of these cities condense out on the landscape the more they come to enjoy monopoly powers of place (expressed in place-specific process and product configurations) that enhance their competitive advantages and provide their culturalproducts industries with an edge in wider national and international markets.
Scott (1997: p. 325)
9
2. Theoretische achtergrond: Artistieke netwerken, Het veld van cultuurproductie, Global Cities en Transnationale culturele hiërarchie
Het doel van dit theoretisch is tweeledig. De verschillende theorieën laten zien binnen welke context het onderzoek van deze scriptie staat. Daarnaast zullen er op basis van de theorie verwachtingen en hypotheses worden geformuleerd. De verwachtingen komen voort uit drie typen mogelijke verklaringen: (1) centra voor klassiekemuziekuitvoeringen ontstaan vanuit een padafhankelijk, cultuurhistorisch bepaald proces, (2) mechanismen en regels binnen het veld van cultuurproductie en cultuuruitwisseling bepalen welke steden centra voor klassiekemuziekuitvoeringen zijn, (3) de positie van een stad binnen het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen is afhankelijk van haar economische positie. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over het ontstaan van artistieke netwerken. Van waaruit ontstaan artistieke netwerken? Welke institutionele kenmerken zijn hiervoor vereist? Waar en wanneer gebeurde dit? Met !artistiek netwerk" doel ik op het geheel van actoren en instituties, dat betrokken is bij de productie en verspreiding van een artistiek 10
product. De omvang van deze netwerken varieert. De uitwisseling van cultuurproducten tussen lokale netwerken verbindt deze. Het geheel van geïntegreerde stedelijke netwerken vormt het internationale artistieke netwerk. Met de uitwisseling van cultuurproducten kan er een verschuiving plaatsvinden in de centraliteit van steden. Centraliteit staat voor de mate waarin een actor een centrale positie inneemt in een netwerk. De padafhankelijke verwachting is dat steden met een hoge centraliteit in de geschiedenis van klassieke muziek, vandaag
de
dag
nog
steeds
centraal
liggen
binnen
het
systeem
van
klassiekemuziekuitvoeringen. In het tweede deel van dit hoofdstuk zal ik stilstaan bij de eerste verspreiding van klassieke muziek. Het is een vervolg op de dan beschreven artistieke netwerken. Via musici komen verschillende netwerken met elkaar in aanraking. De verspreiding van klassieke muziek
stimuleerde
de
elite
klassiek
muziek
opnieuw
te
isoleren.
Verschillende
mechanismen binnen het veld van cultuurproductie zijn van invloed (geweest) op het ontstaan van centra voor klassiekemuziekuitvoeringen. Het veld van cultuurproductie zal ik verduidelijken met behulp van cultuurgeografische theorieën. Vooral de geografische theorieën over het ontstaan van !culturele landschappen" zijn van belang voor dit onderzoek. De verspreiding is voor een deel afhankelijk van specifieke kenmerken van symfonieorkesten en pianisten. Om die reden worden relevante eigenschappen van pianisten en orkesten beschreven. Tot slot zal ik in dit deel stilstaan bij steden die gezien worden als centra voor cultuur in brede zin. Het geheel van cultuurtypische mechanismen, specifieke kenmerken van klassieke muziek en bestaande culturele centra vat ik samen in verschillende verwachtingen over het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. In het derde en laatste deel zal ik ingaan op de relatie tussen global cities en culturele centra. Er bestaat een overvloed aan !toplijsten" waarin steden worden gerangschikt op basis van bepaalde kenmerken. Maar er bestaat ook een meer algemene indeling van steden: de zogeheten global cities van de wereld. Global Cities zijn knooppunten van transnationaal verkeer op uiteenlopende gebieden. De voorzieningen (!amenities") van een mondiale stad zijn omvangrijk. Toch heeft elke stad weer zijn eigen specialiteit. Ik zal beschrijven waar de kracht van verschillende wereldsteden ligt. Verschillende theoretici verklaren systemen op economische grond (marxistisch). Wallerstein (1974) doet dit met zijn bekende wereldsysteemtheorie. De terminologie van Wallersteins (1974) theorie is van groot belang bij het in kaart brengen van het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. De uiteenzetting van (theorieën over) global cities stelt mij in staat in de analyse verschillende systemen aan elkaar te spiegelen. Mondiale steden zijn meer dan economische knooppunten, maar de economische rol van deze steden is van groot belang. Als het zo is
11
dat de economie van een stad bepaalt hoe cultuurkrachtig een stad is, zullen de straks gepresenteerde
global
cities
voor
een
groot
deel
overlappen
met
centra
voor
klassiekemuziekuitvoeringen. De verwachtingen van dit onderzoek baseer ik zodoende op een interdisciplinaire samenstelling
van
muziekgeschiedenis,
sociologie,
culturele
geografie
en
globaliseringtheorieën.
2.1 Artistieke netwerken Certain cities have a privileged history of creativity. (...) Whether one thinks of classical music in the 18th Century Vienna, New York!s Tin Pan Alley, Nashville!s Music Row, Motown in Detroit in the 1960s, or the guitar music of Liverpool and Manchester, specific types of music are associated inextricably with particular cities.
(Watson, Hoyler, Mager, 2009: p. 856)
Zo introduceren Watson, Hoyler en Mager (2009) hun artikel "Spaces and Networks of Musical Creativity in the City!, waarin zij stilstaan bij de rol van stedelijke ruimte in muzikale creativiteit. De grootte van een stad bepaalt voor een belangrijk deel de mate waarin een stad in staat is bepaalde netwerken te genereren (While, 2003: p. 252). Dit hoeft echter niet van doorslaggevend belang te zijn. Grote steden nemen niet per definitie een centrale plek in binnen culturele wereldsystemen. De centraliteit van een stad hangt van allerlei factoren af. De geschiedenis van een stad is een van deze factoren. Artistieke netwerken kunnen ontstaan op basis van verschillende institutionele patronen (Zimmerman, 2008: p. 48). Zimmermann (2008: pp. 48-50) legt dit systeem uit door de situatie van Venetië in de zeventiende eeuw te beschrijven. Het eerste institutionele patroon dat beschreven wordt, is het bestaan van de zogeheten "scuole grandi´ en de "scuole piccole!, de grote en kleine scholen. Met name de grote scholen hadden veel invloed op de kunstmarkt. Grote namen nationaal en internationaal - werden aangetrokken tot deze scholen. Naast andere kunstvormen werd hier muziek gecomponeerd. Deze muziek werd vervolgens vaak door het orkest van de school zelf uitgevoerd. Een tweede institutioneel patroon dat van invloed was op de ontwikkeling van artistieke netwerken was de praktijk van de gilden. Deze "beroepsverenigingen! hadden veel invloed op de productie en reproductie van kunst. Daarnaast bepaalden zij op welke locaties klassieke muziek ten gehore werd gebracht. Naast deze beroepsverenigingen waren er nog andere instituties die te maken hadden met 12
de organisatie van kunst. Zimmermann (2008: p. 49-50) noemt wetenschappelijke academies en sociaal-religieuze instituties. Deze verschillende institutionele patronen kunnen vertaald worden naar andere landen en steden en wellicht ook naar latere periodes. In dit deelhoofdstuk zal blijken hoe op verschillende plaatsen in de wereld artistieke netwerken op een vergelijkbare manier tot stand komen. De wijze waarop steden – vanuit hun geschiedenis - zijn ingebed binnen een internationaal artistiek netwerk, heeft betrekking op de hedendaagse cultuurproductie van diezelfde stad (While, 2003: 252). In de achttiende eeuw vormde Wenen het centrum voor klassieke muziek. Wenen heeft zodoende van oudsher een centrale positie in het netwerk van klassieke muziek. Dit heeft vandaag de dag zijn uitwerking op de centraliteit van Wenen. De culturele geschiedenis van New York ziet er anders uit. While (2003: p. 254) beschrijft dat via kunstenaars en kunsthandelaren - tijdens en na de Tweede Wereldoorlog - het idee van moderne kunst werd gereproduceerd vanuit Parijs. Als gevolg hiervan staat New York nu bekend om zijn sterke positie binnen het artistieke netwerk van hedendaagse kunst (Crane, 1987: p. 4). Naast deze mechanismen is ook het proces van elitevorming van belang. De distinctie tussen hoge en populaire kunst rees op tussen 1850 en 1900 en werd geïnitieerd door de !urban elite". De elite had als doel hoge kunst van populaire kunst te onderscheiden, en hoge kunst te isoleren. Dit !isoleren" houdt in dat bepaalde (hoge) kunst ontoegankelijk wordt gemaakt voor het brede publiek. DiMaggio (1982: p. 178) spreekt over !de institutionalisering van hoge cultuur" en onderscheidt deze in drie projecten (Ibidem: p. 180). Allereerst het !ondernemerschap", waarmee hij doelt op de organisatie van kunst die door leden van de elite werd beheerd. Daarnaast was er het proces van classificatie; de grenzen tussen kunst en vermaak werden steeds scherper gedefinieerd. De definitie van hoge kunst werd zo ingericht dat de elite zich deze vorm van kunst kon toe-eigenen. Mensen werden zich bewust van deze classificatie waardoor het kon worden gehandhaafd. Tot slot werden er nieuwe prijskaartjes ontwikkeld, !passende" bij hoge kunst. Zo veranderde de relatie tussen kunst en het daarbij horende publiek. De hier beschreven dynamiek rondom elitevorming is van invloed op de spreiding van klassieke muziek. Als het gebruikelijk is voor de elite om hoge kunst exclusief te houden, zal dit waarschijnlijk ook met klassieke muziek gebeuren. In dit eerste deelhoofdstuk (maar ook in de gehele scriptie) zullen de bovenstaande mechanismen telkens terugkomen.
13
2.1.1 Het ontstaan van klassieke muziek in Europa Een gebruikelijk beginpunt van de Westerse klassieke muziek is de Baroktijd (Downs, 1992: p. 154; Larsen, 1967: p. 123), van 1600-1750 (Perttu, 2007: p. 50). De Baroktijd wordt beschouwd als de eerste fase van de drie belangrijkste periodes van de klassieke muziekgeschiedenis (Perttu, 2007: p. 47). De Baroktijd werd gevolgd door het Classicisme, dat begint na Johann Sebastian Bachs overlijden in 1750 en eindigt in 18201 (Perttu, 2007: p. 50). Het Classicisme werd gevolgd door de Romantiek die duurde van 1820-19102 (Perttu, 2007: p. 50). Bovengenoemde periodes zijn het meest belangrijk voor deze scriptie, omdat zowel de symfoniemuziek als de pianomuziek in deze periodes groot werden. Tijdens het Classicisme werden er in Wenen en Londen gezelschappen opgericht die zich inzetten voor de verspreiding van symfoniemuziek. Zo initieerde in Londen The Philharmonic Society, opgericht in 1813, een aantal symfonieconcerten van Mozart en Haydn (Downs, 1992: p. 633). In Parijs kwam 15 jaar later een soortgelijk initiatief van de grond, met de oprichting van de Société des Concerts du Concervatoire (Ibidem: p. 634). Londen en Parijs speelden, naast Wenen, een belangrijke rol in de totstandkoming en uitvoeringen van symfoniemuziek. Tijdens het Classicisme en de Romantiek had instrumentale muziek een centrale plek. Een groot deel van de muziek uit de Romantiek is gecomponeerd door Duitse componisten: Brahms, Schubert, Schumann, Strauss, Wagner et cetera. Een ander invloedrijk persoon tijdens de Romantiek is de Oostenrijkse componist Gustav Mahler. Oostenrijk en Duitsland zijn zodoende twee centrale landen tijdens deze periode (Machlis, 1961: p. 73). De Industriële revolutie bracht de ontwikkeling van kunst in een stroomversnelling. Niet alleen de elite, maar mensen van allerlei standen begonnen zich te interesseren voor cultuur (Burk: 2006, p. 34). Daarnaast maakte de komst van de stoomtrein dat mensen mobieler werden. Zo werd het makkelijker muziek te verspreiden en uit te wisselen. Tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog groeide de massamedia. De toenemende consumptie van media en cultuur bracht de !elite-massa-hiërarchie" in gevaar. Al deze ontwikkelingen stimuleerden de elite klassieke muziek opnieuw te isoleren van de massa. Dit deden zijn onder andere door hoge kunst te herdefiniëren (Robertson, 1992: pp. 243-244). Deze mechanismen zorgden ervoor dat het publiek van klassieke muziek zeer specifiek bleef.
1
Ik ben ook andere tijdsaanduidingen tegen gekomen, maar voor deze scriptie vormt het geen probleem
wanneer de hier genoemde jaren maximaal enkele jaren verschillen van de !absolute" tijdsaanduidingen. 2
Sommige auteurs noemen 1914, het begin van de Eerste Wereldoorlog, als eindtijd van de Romantiek
(McCalman, Mee, Russell & Tuite, 2001: p. 26.).n 14
2.1.2 Belangrijke centra in Europa Er zijn verschillende instituten van invloed geweest op de instrumentale muziekstroming van het Classicisme. De eerste hiervan is de !Mannheim School" (een school in Mannheim) (Larsen, 1967: p. 117). Johann Stamitz was gerenommeerd docent aan deze school en wordt gezien als een belangrijke grondlegger van het Classicisme. De belangrijkste school die hierop volgde was de zogeheten !Weense school" (Bernstein, 2005: pp. 114-185). Deze school kan in het kort beschreven worden als de school van Haydn, Mozart en Beethoven. Mannheim en Wenen zijn de twee steden waar het Classicisme is ontstaan. Dit geeft hen een bijzondere positie geeft in de wereld van klassieke muziek. Voor het Classicisme tijdens de Barokperiode - was Leipzig een belangrijk centrum. Voor een deel door de aanwezigheid van Johann Sebastian Bach die hier cantor was in de Thomaskirche en docent aan de Thomasschule (Ibidem: p. 88). Ook tijdens de latere Romantische periode bleef Leipzig een invloedrijke stad, ondermeer door de aanwezigheid van belangrijke componisten als Schumann, Mendelssohn en Wagner (Ibidem: pp. 219-220, 272). Dit laat zien wat de uitwerking is van invloedrijke instituties en personen op
de centraliteit van een stad. Mannheim, Wenen en Leipzig
danken een positie voor een groot deel aan de hier aanwezige scholen.
2.1.3 Het ontstaan van klassieke muziek in de Verenigde Staten De geschiedenis van klassieke muziek in de Verenigde Staten verloopt voor een groot deel gescheiden van die in Europa. De mechanismen rondom artistieke netwerken waren in de Verenigde Staten echter net zo goed van toepassing. Zo nam Boston een centrale positie in door de aanwezigheid van de !New England School"" (Struble, 1995: p. 23). En ook in Boston waren er gezelschappen die invloed uitoefenden op de spreiding van klassieke muziek (DiMaggio, 1982: p. 179). Boston ontwikkelde zich - in de tweede helft van de negentiende eeuw - in een korte tijd tot een zeer welvarende stad. De vertienvoudigde populatie, de welvaart en de enorm vergrote kunstmarkt brachten de stabiliteit en autoriteit van de elite in gevaar. Dit proces vormde de aanleiding voor de elite om zich op een georganiseerde manier te distantiëren. Een voorbeeld van de institutionalisering van hoge kunst is de oprichting van het Boston Symphony Orchestra in 1885 (DiMaggio, 2003: p. 184; Shrearer, 2008: p. 313). Dit ging gepaard met de totstandkoming van het Museum of Fine Arts. Het doel hiervan was hoge kunst te centraliseren en een kader te creëren voor hoge kunst. Zo werd hoge kunst gesegregeerd van populaire cultuurvormen. Het Boston Symphony Orchestra is vanaf zijn oorsprong tot nu onderdeel van de zogeheten !Big Five", de vijf meest belangrijke orkesten van de Verenigde Staten (Ibidem: p.
15
313). Het eerste symfonieorkest in de Verenigde Staten is het in 1842 samengestelde New York Philharmonic. Het Chicago Symphony Orchestra, opgericht in 1891, het Philadelphia Orchestra, opgericht in 1900 en het Cleveland Orchestra, opgericht in 1918, vormen samen met de twee hiervoor genoemde orkesten de Big Five van de Verenigde Staten. Aan het einde van de negentiende eeuw werd in New York !The National Conservatory of Music" opgericht (Strubble, 1995: p. 66). Deze school trok belangrijke componisten aan. Dit heeft ertoe bijgedragen dat New York een steeds belangrijker centrum is geworden voor klassieke muziek in de Verenigde Staten. In de door Struble (1995: pp. 392-403) opgestelde tijdlijn van de Amerikaanse klassieke muziekgeschiedenis is te zien dat na 1950 het merendeel van Amerikaanse componisten woonachtig is in New York.
2.1.3 Amerikaanse muziekgeschiedenis en de verhouding tot Europa Distinctieprocessen vonden niet alleen plaats binnen steden, maar ook tussen steden en landen. Musici in de Verenigde Staten hebben lange tijd hun best gedaan muziek te maken die afweek van de Europese standaard (Strubble, 1995: p. 276). De Tsjechische componist Antonín Leopold Dvo#ák heeft hierin later een belangrijke rol gespeeld. In 1892 werd Dvo#ák uitgenodigd door !the National Conservatory of Music" in New York. Vanaf het moment dat Dvo#ák arriveerde heeft hij Amerikaanse componisten aangemoedigd zich te laten inspireren door traditionele Amerikaanse muziek (Struble, 1995: p. 66). Hiermee moedigde hij hen aan zich te onderscheiden van de Europese klassieke muziek. Toch waren er duidelijke invloeden en overlappingen tussen Europa en de Verenigde Staten (Shearer, 2008: p. 314). In de negentiende eeuw was een deel van Bostons inwoners op de hoogte van de meest recente kunstontwikkelingen in Europa (DiMaggio, 1982: pp. 181-182). Sommige leden van de Boston Brahmins (de elite van Boston) reisden naar Europa om hier muziek te studeren. Aan het begin van de twintigste eeuw kwam Mahler naar New York. Gustav Mahler, componist en voormalig dirigent van het Wiener Philharmoniker, volgde Dvo#ák op in 1909 als dirigent van het New York Philharmonic3. Shearer (2008: p. 314) beschrijft dat het voor Mahler mogelijk was Duits te spreken tot het orkest, doordat vele orkestleden immigranten waren uit Duitsland en Oostenrijk. Een ander voorbeeld is de komst van Arnold Schoenberg in de Verenigde Staten. Schoenberg werd geboren in Oostenrijk en was het hoofd van de tweede Weense school. Later (in 1934) zette Schoenberg zijn werk voort in de Verenigde Staten. Op deze manier raakte de Amerikaanse en Europese klassieke muziek met elkaar verweven (Salzman, 1967: p. 121).
3
http://nyphil.org/about/overview.cfm, geraadpleegd op 10 februari 2010 16
Europese klassieke muziek ging vanaf de jaren vijftig in een stroomversnelling deel uitmaken van het Amerikaanse klassiekemuziekrepertoire (Struble: 1992, p. 216). Veel bekende Europese componisten trokken tijdens de Tweede Wereldoorlog naar de Verenigde Staten. Aan de concertagenda!s van orkesten als het Boston Symphony Orchestra4 of de New York Philharmonic5 is te zien dat de toe-eigening van Europese klassieke muziek in de Verenigde Staten is doorgezet. Het overgrote deel van de muziek die door deze Amerikaanse orkesten gespeeld wordt, is geschreven door Europese componisten. Buiten het feit dat het repertoire van symfonieorkesten veranderde, kan de migratie van belangrijke personen consequenties hebben voor het artistieke netwerk op internationaal niveau. De komst van invloedrijke personen, of totstandkoming van bepaalde instituties, kan de netwerkpositie van stad versterken. Hierdoor kan het centrum van een systeem door de jaren heen verplaatsen.
2.1.4 Concluderend Een artistiek netwerk is het geheel van instituties en personen dat zich inspant voor de productie, verspreiding en tegelijkertijd distinctie van een cultuurgoed. Artistieke netwerken ontstaan in steden. Tussen deze steden vindt interactie plaats. Als gevolg hiervan worden lokale artistieke netwerken onderdeel van een internationaal netwerk. Artistieke netwerken hebben in verschillende werelddelen vergelijkbare patronen. Op het moment dat het brede publiek een bedreiging begint te vormen, gebruikt de elite verschillende institutionele middelen om hoge kunst te isoleren van de massa (Dimaggio, 1982: p. 180; Robertson, 1992: pp. 243-244). Op deze manier heeft klassieke muziek door de eeuwen heen altijd een specifiek publiek gehouden. Steden die – vanuit deze muziekhistorische beschrijving – een centrale positie innemen in het artistieke netwerk van klassieke muziek zijn: Londen, Parijs, Mannheim, Wenen, Leipzig, Boston en New York. Deze steden danken hun historische positie aan de aanwezigheid van instituties, belangrijke musici en een elite. Als het zo is dat centra voor klassiekemuziekuitvoeringen ontstaan vanuit een padafhankelijk proces, zullen deze steden vandaag de dag centraal gelegen zijn.
4
http://www.bso.org/bso/mods/complete_season.jsp?id=bcat13760008, geraadpleegd op 14 februari 2010
5
http://nyphil.org/attend/season/index.cfm?page=eventsByMonth, geraadpleegd op 14 februari 2010 17
2.2 Het veld van cultuurproductie en cultuuruitwisseling De verspreiding van klassieke muziek zorgt dat meer mensen in aanraking komen met deze kunstvorm. De elite onderneemt verschillende acties om klassieke muziek te isoleren van de massa (Dimaggio, 1982: p. 180; Robertson, 1992: pp. 243-244). De controle van de elite over de verspreiding van kunst is typerend voor het veld van cultuurproductie. In dit deel zal ik verschillende kenmerken van het veld bespreken; kenmerken en mechanismen die van invloed kunnen zijn op het ontstaan van centra voor klassiekemuziekuitvoeringen. De verspreiding van klassieke muziek is onderhevig aan een dialectisch proces. Al enkele eeuwen zetten mensen zich in voor de uitwisseling van klassieke muziek (cultuur). Deze verspreiding wordt zorgvuldig gecontroleerd en gestuurd door de elite. Klassieke muziek wordt door hen verspreid, maar moet tegelijkertijd exclusief blijven. In dit deelhoofdstuk wil ik twee mogelijkheden illustreren: (1) klassieke muziek heeft haar eigen centra, door haar specifieke karakter en de mechanismen binnen het veld van cultuurproductie, en/of (2) klassiekemuziekcentra overlappen centra voor cultuur in brede zin, doordat verschillende culturele velden samenwerken (While, 2003: p. 252).
2.2.1 Cultuuruitwisseling Cultuurverspreiding vindt al lange tijd plaats. Downs (1992: pp. 261-273; 446-462) staat uitgebreid stil bij de reizen die gemaakt werden door Mozart en Haydn. Belangrijke musici bevonden zich in belangrijke centra. Deze centra bezaten namelijk instituties die aantrekkelijke waren voor musici. Via reizende musici kwamen verschillende centra met elkaar in aanraking. In figuur 2.1 is te zien waar Mozart tijdens zijn tour (tussen 1763 3n 1766) langs reisde. Verschillende artistieke netwerken kwamen via Mozarts reizen in aanraking met elkaar. Salzburg, Londen en Parijs waren de drie meest belangrijke steden die Mozart bezocht. In 1766 begon Mozart aan zijn eerste reis naar Italië. In figuur 2.2 is te zien welke Italiaanse steden bezocht werden en zodoende functioneerden als podia voor klassieke muziek. De steden die hier worden uitgelicht zijn: Milaan, Rome en Napels. In de negentiende eeuw, maakten er steeds meer pianisten een tour door Europa om te musiceren (Loesser, 1990: p. 285). Loesser (1990) gaat in zijn boek over de geschiedenis van pianomuziek uitgebreid in op verschillende steden waar tijdens de negentiende en twintigste eeuw piano-uitvoeringen plaatsvonden. De steden Berlijn, Dresden, Frankfurt en Leipzig zijn sinds het ontstaan van pianomuziek centrale steden in Duitsland.
18
Figuur 2.1: Mozarts grote westerse reis, 1763-1766
Bron: http://www.mozartways.com/flash/map_window.php?tid=3, geraadpleegd op 03 februari 2010
Figuur 2.2: Mozarts eerste reis naar Italië, 1769-1771
Bron: http://www.mozartways.com/flash/map_window.php?tid=3, geraadpleegd op 03 februari 2010
19
Andere Europese steden die veel genoemd worden door Loesser (1990) zijn Parijs, Londen en Wenen. In de Verenigde Staten zijn dat de steden Boston, Philadelphia en New York. Via de reizende musici werden stedelijke artistieke netwerken onderdeel van een internationaal netwerk. De reizen van de musici kun je zien als verbinding tussen steden. Wanneer invloedrijke personen reizen van het ene lokale naar het andere lokale netwerk, kan dit leiden tot een overlap van beide netwerken. De Amerikaanse violist Isaac Stern reisde in 1979 naar China en bracht muziekscholen in aanraking met Westerse klassieke muziek (Yang, 2007: p. 8). Dit is van grote invloed geweest op de uitwisseling van muziek tussen Westerse landen en China. Figuur 2.3: Europa tour New York Philharmonic, 5 april 1920 – 20 juni 1920
Bron: http://history.nyphil.org/nypwcpub/dbweb.asp?ac=a1, geraadpleegd op 11 februari 2010
De eerste reizen die door orkesten gemaakt werden vonden vele jaren later plaats. In het !Performance History Search"6 programma van het New York Philharmonic is te zien dat dit orkest zijn eerste tour maakte op 6 oktober 1901. In 1920 maakte het orkest hun eerste tour door Europa. Bovenstaande voorbeelden illustreren hoe de Europese en Amerikaanse netwerken voor klassieke muziek via musici integreerden.
6
http://history.nyphil.org/nypwcpub/dbweb.asp?ac=a1, geraadpleegd op 10 februari 2010 20
2.2.2 Relevante eigenschappen van Orkesten en Pianisten Klassieke muziek heeft een aantal typische eigenschappen die van betekenis kunnen zijn voor de verspreiding ervan. Een belangrijk verschil - tussen lichte klassiek en klassieke muziek - is volgens Adorno (1991: p. 37) dat lichte muziek door de componist zelf wordt uitgevoerd. Bij klassieke muziek gaat het veelal om het !op een juiste manier uitvoeren" van een bestaand werk. In veel gevallen is hier een compleet orkest voor nodig. Het op een juiste manier vertolken van klassieke muziek kan zodoende veel productiekosten met zich meebrengen. Naast dit algemene kenmerk van klassieke muziek zal hieronder specifiek ingegaan worden op eigenschappen van orkesten en pianisten.
2.2.2.1 Orkesten Symfonieorkesten kennen een duidelijk beginpunt in Europa, en dan met name de steden Wenen, Londen en Parijs (Downs, 1992: pp. 633-634). Los van de geschiedenis kunnen praktische kenmerken ook van belang zijn om uiteindelijk een uitspraak te kunnen doen over de mondiale verspreiding van symfoniemuziek (Turley, 2001: p. 643). Een symfonieorkest is samengesteld uit ongeveer 100 mensen. Een logische consequentie hiervan is dat de (reis)kosten hoog zijn. Het is daarom aannemelijk dat orkesten zullen proberen in een min of meer logistiek logisch patroon te reizen. Niet New York, Amsterdam, Boston, Wenen, Chicago, Rotterdam, maar Amsterdam, Rotterdam, Wenen, Boston, New York, Chicago bijvoorbeeld. Orkesten zijn vrijwel altijd gekoppeld aan een concertgebouw. Dit concertgebouw functioneert als een soort thuishaven. Het Nederlandse Concertgebouworkest, gekoppeld aan het Concertgebouw in Amsterdam is hier een goed voorbeeld van. Het grootste deel van de concerten wordt in de eigen concertzaal uitgevoerd. De hoge reiskosten en de traditie om de meeste concerten in de eigen concertzaal uit te voeren zorgen ervoor dat symfonieorkesten aanzienlijk minder flexibel reizen dan solisten. Kenmerkend voor orkesten is ook hun lange geschiedenis (Crane, 1992: p. 170). De
meeste
belangrijke
symfonieorkesten bestaan al meer dan 100 jaar. Orkesten trekken musici aan vanuit de hele wereld. Ondanks de internationale samenstelling van een orkest, hebben ze een sterk stedelijke identiteit. In dit onderzoek wordt er niet gekeken naar de nationaliteit van orkestleden, maar naar de nationaliteit van het orkest.
2.2.2.2 Pianisten In tegenstelling tot orkesten zijn pianisten veel vrijer in hun gaan en staan. Zij zijn niet gekoppeld aan een bepaalde zaal. Daarnaast zijn de kosten veel lager, doordat zij alleen
21
reizen en geen instrument mee hoeven nemen. Om die reden mag verwacht worden dat pianisten niet alleen door rijke landen uitgenodigd worden. Een getalenteerd pianist zou in principe overal ter wereld geboren kunnen worden. De vraag of dit talent al dan niet gebruikt wordt, hangt voor een groot deel af van de cultuur waarin iemand opgroeit. Pianisten kunnen vanwege hun grote mobiliteit (ten opzicht van orkesten) besluiten om zich waar ter wereld ook te laten scholen.
2.2.3 Klassieke muziek als kunstvorm Klassieke muziek wordt gezien als een vorm van !hoge kunst" (Alexander, 2006: p. 166; DiMaggio, 1992: p. 23; Heilbrun, 1997: 32; Peterson & Simkus, 1992: p. 153; Schmutz, 2009: p. 301; Shrum, 1991: p. 359)7. Alexander (2006: p. 166) gebruikt symfonieorkesten als voorbeeld in haar boek Sociology of Arts: Exploring fine and popular forms. Het gegeven dat een symfonieorkest past binnen de hoge cultuur is van betekenis voor de mondiale verspreiding van deze kunst (Alexander, 2006: pp. 165-166). De markt voor hoge kunst is aanzienlijk kleiner dan de markt voor populaire kunst. Symfonieorkesten zijn voornamelijk afkomstig uit westerse en postcommunistische samenlevingen, en slechts op zeer kleine schaal uit Zuid-Amerika en Oosterse landen8 (Alexander (2006: p. 166, 171). Logischerwijs zal dit terug te zien zijn in het overzicht van de meest bezochte wereldgebieden (één van de dingen die ik empirisch zal onderzoeken). Zoals besproken zijn er hoge kosten verbonden aan klassieke muziek. Vooral symfonieorkesten zijn duur door hun grote omvang. Klassieke muziek is duur door de arbeidsintensiteit waarmee het gepaard gaat (Adorno, 1991: p. 37). Alleen al vanwege deze financiële kenmerken zullen veel niet-westerse landen niet in staat zijn een podium te bieden aan klassiekemuziekuitvoerders. Het specifieke publiek voor klassieke muziek is vooral terug te vinden in grote steden. Maar zoals is beschreven, is niet alleen de grootte van een stad doorslaggevend. Het is niet aannemelijk dat (bijvoorbeeld) Lagos in Nigeria, met ongeveer negen miljoen inwoners,
een
centrale
positie
heeft
binnen
het
wereldsysteem
van
klassiekemuziekuitvoeringen. Dit heeft voor een deel te maken met het typische westerse 7
Niet voor iedereen is dit vanzelfsprekend. In de literatuur trof ik een theoretisch debat aan over wat al dan
niet onder hoge cultuur verstaan zou mogen worden. Voor deze scriptie is het niet van belang inhoudelijk op dit debat in te gaan. Op basis van deze opsomming van referenties kan gesteld worden dat klassieke muziek in de literatuur veelvuldig wordt beschreven als een vorm van hoge cultuur. In dit onderzoek gaat de aandacht
uit
naar
de
mogelijke
gevolgen
hiervan
klassiekemuziekuitvoeringen. 8
Het continent Afrika wordt zelfs helemaal niet genoemd. 22
voor
de
mondiale
verspreiding
van
idioom van klassieke muziek. Maar simpelweg de belangrijkste oorzaak is dat de meeste niet-westerse landen onvoldoende publiek hebben met geld voor een orkestuitvoering. Daarnaast bestaat hier subsidies voor kunst zoals in West-Europa. Muziek wordt wel gezien als een expressiemiddel van gevoelens (Wood, Duffy & Smiths, 2003: 885) en is een niet-talige kunstvorm. Dit betekent dat in principe ieder mens ter wereld - met een gezond gehoor - hiermee in aanraking zou kunnen komen. Er is echter een verschil tussen horen en verstaan. Klassieke muziek wordt ook wel aangeduid als !westerse klassieke muziek". Dit heeft te maken met het westerse culturele idioom. Klassieke muziek komt voort uit religieuze muziek (Turley, 2001: p. 634) Zeker in muziek uit de Baroktijd is dit overduidelijk. De passionen van Johann Sebastian Bach zijn een vertelling van de Christelijke evangeliën. Logischerwijs zal de interesse voor deze muziek in landen zonder een Christelijke traditie daarom nihil zijn. Dit heeft implicaties voor de verspreiding van klassieke muziek. Musici (aanbod) reageren op de vraag. Daarom zullen zij het grootste deel van hun uitvoeringen in landen hebben waar het westerse idioom van klassieke muziek verstaan wordt. In het voorbeeld van de passionen van Johann Sebastian Bach is dit heel expliciet. Muziektechnisch gezien onderscheidt westerse klassieke muziek zich ook van nietwesterse muziek, beschrijft Malhatra (1979: p. 103). Als voorbeeld wordt Beethovens negende symfonie gebruikt. Deze symfonie bestaat uit een typisch westers tonen-systeem. Net als het voor ons !lastig" is naar traditionele Chinese te luisteren, zal het andersom net zo gelden. Het feit dat klassieke muziek een vorm van hoge cultuur is, heeft implicaties voor de mondiale
verspreiding
(Quemin,
2006).
Er
is
een
duidelijke
correlatie
tussen
opleidingsniveau en interesse voor hoge kunst (Bourdieu, 1984: p. 63). Hoogopgeleide mensen interesseren zich meer voor klassieke muziek dan laagopgeleide mensen. Steden met een hoge concentratie hoogopgeleide mensen zijn daarom een geschikt podium voor klassiekemuziekuitvoeringen.
2.2.4 Culturele landschappen Wetenschappelijke
disciplines
hebben
hun
eigen
jargon
om
processen
rondom
cultuurproductie aan te duiden. Cultureel geografen spreken over !het culturele landschap van een stad". Een cultureel landschap komt niet zomaar uit de lucht vallen (Anderson, 2010: p. 38). Culturele geografie onderzoekt partijen die betrokken zijn bij de totstandkoming van een cultureel landschap. Deze wetenschappelijke discipline sluit aan bij de beschreven theorie over het ontstaan van artistieke netwerken. Artistieke netwerken ontstaan op en
23
tussen bepaalde plaatsen. Dit gebeurt op basis van institutionele kenmerken, maar kan ook te maken hebben met de aanwezigheid van invloedrijke personen. Eén van de - in hoofdstuk 2.1 beschreven - voorbeelden hiervan is de komst van Schoenberg in de Verenigde Staten (Salzman, 1967: p. 121). Het culturele landschap van klassieke muziek kreeg een ander gezicht, doordat Schoenberg van grote invloed was op de muziek die gemaakt werd. De wisselwerking tussen het individu en zijn omgeving kan vergeleken worden met de wisselwerking tussen iemands habitus en het veld (Bourdieu, 1984: p. 101). De wijze waarop sociale ruimte wordt ingevuld is afhankelijk van zowel iemands habitus als het veld waarbinnen dit plaatsvindt. In het geval van Schoenberg betekent dit het volgende. De Europese muziekcultuur was onderdeel van Schoenbergs habitus. Het veld in de Verenigde Staten had de middelen om muziek te maken. Met de komst van Schoenberg veranderde op basis van zijn habitus en het veld in de Verenigde Status het culturele landschap. Onder een cultureel landschap wordt het volgende verstaan: “The cultural landscape is fashioned from a natural landscape by a cultural group” (Sauer in: Mitchel, 2003: p. 27). Een landschap kan op een topografische manier getekend worden. Landschappen kan men echter ook zelf tekenen, met als doel een bepaald fenomeen of proces in kaart te brengen (Liley, 2000: p. 374). Een ander voorbeeld is de beschreven ontwikkeling van New York. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde het culturele landschap in een stroomversnelling door de komst van kunstenaars uit Europa (While, 2003: p. 254). New York kwam via hen intensief in aanraking met moderne kunst (Crane, 1987: p. 4). Inmiddels wordt New York gezien als het centrum van de avant-garde. Hetzelfde gold voor klassieke muziek. Veel bekende Europese componisten trokken tijdens of na de Tweede Wereldoorlog naar de Verenigde Staten (Struble: 1992, p. 216). Hierdoor transformeerde New York in een belangrijke stad voor klassieke muziek.
2.2.5 In kaart brengen van een cultureel landschap Een cultureel landschap heeft volgens Mitchell (2002: pp. 381-389) een dialectisch karakter. “The form of the landscape – as a result of social practices – continues to shape and reshape those self-same social practices” (Mitchell, 2002: p. 386). Het in kaart brengen van culturele landschappen draagt ertoe bij achterliggende processen te begrijpen. De processen die het landschap gevormd hebben. In deze scriptie wordt het culturele wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen in kaart gebracht. De manier waarop dit gebeurt, sluit aan bij het doel van mapping binnen culturele geografie.
24
Het bestuderen van landschappen, maakt het mogelijk culturele veranderingen te analyseren (Liley, 2000: p. 375). Zo geldt voor klassieke muziek dat de meeste symfonieorkesten een lange geschiedenis hebben (Crane, 1992: p. 170). Dit kan van invloed zijn op het repertoire dat zij uitvoeren. Het grootste deel van de uitvoeringen door Amerikaanse symfonieorkesten bestaat uit muziek afkomstig van Europese componisten uit de achttiende en negentiende eeuw (Crane, 1992: p. 132). Het repertoire, zoals beschreven, is van invloed op de verspreiding. De traditionele stijl van symfoniemuziek past wellicht meer in de traditionele steden als Wenen, Leipzig, Londen. Steden die van belang zijn geweest in de geschiedenis van klassieke muziek. Door verschillende disciplines te combineren muziekwetenschappen, sociologie, culturele geografie en globalisering - is het mogelijk op een adequate manier een cultureel landschap in kaart te brengen (Jazeel, 2005: p. 239).
2.2.5.1 “Remapping the world” Mapping, zoals besproken, gaat anders in een tijd van toenemende internationale uitwisseling van goederen. Daarom wordt er wel gesproken van !remapping" (Johnston, Taylor & Watts, 2002; Taylor, Hoyler, Walker & Szegner, 2001: pp. 213-222). Het in kaart brengen van internationale verhoudingen is veelvuldig gedaan met een !state-centrism approach" (Brenner, 1997: p. 135). Hierbij werd uitgegaan van een territoriale indeling, een rangschikking van landen. Met de uitbreiding van globaliseringstheorieën is het gebruikelijk geworden om te werken met een hiërarchie van steden in plaats van landen. Veel processen spelen zich namelijk af tussen verschillende steden, waarbij nationaliteit van ondergeschikt belang is. Het vervagen van deze nationale grenzen (Beck, 2002: p. 19) wordt aangeduid als het proces van deterritorialisering (Appadurai, 1996: pp. 345-346; Brenner, 1997: p. 144; Bestor, 2001: p. 78; Connell & Gibson, 2004: p. 322; Quemin, 2006: p. 545). De uitwisseling van cultuur vindt ook veelal plaats tussen steden. In het geval van orkesten is dit heel duidelijk, omdat deze sterk verbonden zijn aan een stad.
2.2.6 De aanzuigende werking van culturele centra Culturele centra hebben een aanzuigende werking op de creatieve wereld. Internationale musici trekken naar steden die hoog gerangschikt zijn (Benton-Short, Price & Friedman, 2005: p. 946). Om die reden zal ik in kaart brengen welke steden dit zijn. Het overzicht van topsteden in de categorie Cultural Experience (zie: fig. 2.4) is afkomstig uit de global cities index van Foreign Policy, A.T. Kearny en de Chicago Council of Global Affairs.
25
Figuur 2.4. Top 30 Cultural Experience Nr.
Stad
Nr
Stad
1.
Londen
16.
Stockholm
2.
Parijs
17.
Tel Aviv
3.
New York
18.
München
4.
Toronto
19.
Beijing
5.
Los Angeles
20.
Chicago
6.
Moskou
21.
Atlanta
7.
Tokyo
22.
Rio de Janeiro
8.
Berlijn
23.
San Francisco
9.
Mexico City
24.
Madrid
10.
Seoul
25.
Buenos Aires
11.
Wenen
26.
Hong Kong
12.
Amsterdam
27.
Sao Paulo
13.
Frankfurt
28.
Milaan
14.
Washington, D.C.
29.
Osaka
15.
Rome
30.
Dublin Bron: Foreign Policy (2008)9
De steden in figuur 2.4 zijn gerangschikt aan de hand van verschillende indicatoren: “international visitors, performing arts venues, international shows and sporting events, diversity and quality of culinary scene”10
11
. Cultuur wordt door hen zeer breed gedefinieerd.
Nieuwe vormen van cultuur ontstaan vaak door de samenwerking van andere culturele velden (While, 2003: p. 252). Cultuur in brede zin kan een goede voorspeller zijn voor klassieke muziek. Het is de vraag in hoeverre de centra in figuur 2.4 overlappen met centra voor klassiekemuziekuitvoeringen.
2.2.7 Concluderend Op basis van de geschetste theorieën kom ik tot verschillende conclusies en verwachtingen. De grenzen van klassieke muziek zijn afgebakend door het specifieke westerse idioom, de hoge kosten en de ontstaansgeschiedenis (Turley, 2001: p. 634; Malhatra, 1979: p. 103; Adorno, 1991: p. 37; While, 2003: 252). De hoge kosten zorgen er vermoedelijk voor dat klassiekemuziekuitvoeringen grotendeels plaatsvinden in rijke gebieden. Klassieke muziek is een vorm van hoge kunst. Een hoge concentratie van mensen met veel cultureel kapitaal, zal 9
http://blog.foreignpolicy.com/files/images/081020_081020_GCI-ranking-table.jpg, geraadpleegd op 16
maart 2010 10
http://www.atkearney.com/index.php/Publications/global-cities-index.html, geraadpleegd op 17 maart
2010 11
http://www.foreignpolicy.com/articles/2008/10/15/the_2008_global_cities_index, geraadpleegd op 16
maart 2010 26
de vraag naar klassiekemuziekuitvoeringen vergroten. Steden met deze kenmerken zullen daarom vermoedelijk een hogere centraliteit kennen binnen het systeem van klassieke muziek. Artistieke netwerken komen met elkaar in aanraking via de tours van musici. Al sinds enkele eeuwen wisselen steden en landen op deze manier klassieke muziek uit. Voor steden zal het gunstig zijn te beschikken over musici die uitgewisseld kunnen worden. Het hebben van een internationaal orkest of musicus kan zodoende bijdragen aan een hogere centraliteit. Tot slot zal ik op basis van dit deelhoofdstuk in de analyse centra voor cultuur in brede zin vergelijken met de centra voor klassiekemuziekuitvoeringen. Als het zo is dat verschillende culturele velden elkaar overlappen, zullen de steden die hoog scoren op cultural experience centraal liggen in het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen.
2.3 Global Cities en Transnationale culturele hiërarchie (…) Local political agendas compete to keep up with the democratizing culture of globalization (…) and this is reflected in how well city-regions supply world-class amenities. (…) such facilities are the principal way that cities nowadays become viable participants in the globally competitive race for resources and inward investment. (Storper & Scott, 2009: pp. 152-153)
Hoe wordt een stad een !mondiale stad"? Grof genomen zijn er twee benaderingen: de !corporate organization" en de !infrastructurele verklaring" (Bassens et al., 2010: p. 387). De bedrijfsorganisatorische benadering ziet global cities als het geheel van transnationale netwerken van multinationale corporaties. Deze corporaties zijn in steden gevestigd. De infrastructurele benadering beschrijven global cities als knooppunten van voor geavanceerde telecommunicatie en transportnetwerken, waarmee de wereldeconomie wordt verbonden. Global cities zijn knooppunten van transnationaal verkeer. De toename van transnationale uitwisseling van goederen en diensten is in het kort waar globalisering over gaat. Globalisering houdt meer in dan de internationalisering van kapitaal en geld (Benton-Short, Price & Friedman, 2005: p. 947). Politieke en culturele mondialisering kunnen evenveel invloed hebben op de dynamiek van globalisering. Vandaag de dag worden er steeds meer indicatoren gebruikt om wereldsteden te rangschikken. Smith (1997: pp. 509-510) laat zien hoe muziek door de eeuwen heen de machtige elite hielp een plek te verwerven op de internationale kaart. Smith (1997: pp. 510) merkt hierbij 27
op dat deze kaart niet overeen hoeft te komen met de bestaande politieke hiërarchie tussen landen. Toch bestaat er om verschillende redenen vaak wel een overlap. Agglomeraties hebben naast hun sterke economische positie vaak een grote rol in de productie van muziek. Grote steden als New York, Londen en Los Angeles hebben het kritische publiek, de mogelijkheid om te netwerken en de instituties die nodig zijn muziek te produceren (Kloosterman, 2007: p. 187). Veel global cities bezitten de juiste condities voor cultuurproductie. Deze steden worden gekenmerkt door (1) plaatsspecifieke eigenschappen (straatbeeld, winkel en entertainmentfaciliteiten, architectuur), (2) hun sociale en culturele infrastructuur (musea, kunstgaleries, theaters, et cetera) en (3) een op cultuur gerichte industrie (Scott, 2004: pp. 468-469). Dit hoeft niet te betekenen dat andere steden geen kans hebben om onderdeel te zijn van een cultureel centrum. Brown, O!Connor & Cohen (2000: p. 448) beschrijven bijvoorbeeld hoe Manchester, na Londen, de belangrijkste stad voor culturele productie is geworden in Groot-Brittannië. Er zijn mogelijkheden voor kleinere steden om een positie te verwerven in een internationaal cultureel systeem. Brown et al. (2000: pp. 448-449) leggen uit dat lokale cultuurproducenten zich kunnen expanderen via andere cultuurproducenten op lokaal niveau die wel contacten hebben op minimaal nationaal niveau. Er bestaat dus een kans dat er bij de uitkomsten van dit onderzoek, naast de bekende grote steden, ook kleinere steden naar voren komen. Er bestaat een behoorlijk aantal kleine of gemiddeld grote steden dat er goed in slaagt een rol in te nemen in het wereldsysteem van cultuurproductie (Scott, 2004: p. 466). Met de komst van mondiale steden is er een nieuwe geografie van centraliteit12 ontstaan (Sassen, 1991: p. 22; Sassen, 1998: p. 72). De toegenomen internationale stromen van kapitaal zorgen voor nieuwe vormen van lokale concentratie. Er vindt een verplaatsing plaats van de oude industriesteden naar steden met vormen van internationale dienstverlening en financiële firma!s. Global cities voldoen aan de volgende eisen: “(...) it is precisely the combination of the global dispersal of economic activities and global integration – under conditions of continued concentration of economic ownership and control” (Sassen: 2000: p. 4). Sassen (1991) noemt drie steden die bij uitstek voldoen aan deze eisen. In New York, Londen en Tokyo is een groeiende concentratie van buitenlandse dienstverlening en financiële instanties. Deze drie steden hebben zich ontwikkeld tot dé centrale locaties voor
12
Taylor (1999: p. 102) beschrijft dat de interactie tussen steden in plaatst van landen niet nieuw is. Voor
het ontstaan van natiestaten, ongeveer 200 jaar terug, was het gebruikelijk dat plaatsen met elkaar communiceerden. Het ontstaan van natiestaten zorgde ervoor dat landen deze rol gingen overnemen. 28
een variëteit aan transnationale activiteiten (Sassen, 1991: pp. 189-190). Steden fungeren als !hubs". Transnationale stromen van kapitaal en informatie verspreiden zich via steden.
2.3.1 Global cities indices
(…) Large metropolitan areas offer what is probably the most auspicious environment for developmental initiatives based on the cultural economy. Even so, some major cities, such as Singapore, Hong Kong, or Sydney, are relatively deficient in culturalproducts industries, and in each of these instances, local policy makers are girding up for concerted attacks on this problem . (Scott, 2004: p. 466)
De infrastructurele en bedrijfsorganisatorische condities van global cities stellen deze steden in staat een uitgebreid palet van voorzieningen te bieden. Mondiale steden als New York en Londen voorzien in vrijwel alles wat er in de wereld te krijgen is. Minder centraal gelegen mondiale steden bieden ook van alles, maar hebben duidelijker hun sterke en minder sterke gebieden. In Global cities indices wordt geïllustreerd waar de kracht van verschillende wereldsteden ligt. Deze steden zijn onderdeel van allerlei crossnationale netwerken. In het ene netwerk zullen zij een meer centrale positie hebben dan in het andere. Het aantal crossnationale netwerken neemt snel toe (Sassen, 2002: p. 14). In dit onderzoek wordt het crossnationale artistieke netwerk van klassieke muziek geanalyseerd. Hierbij is het interessant een vergelijking te maken met bredere netwerken. In hoeverre is er een overlap tussen het netwerk van klassieke muziek en het netwerk van global cities? Steeds vaker worden er allerlei rijtjes gemaakt, waarin steden gerangschikt worden op bepaalde onderdelen. Een zeer belangrijk onderzoeksinstituut op dit gebied is de !Globalization and World Cities group and network (GaWC)" 13. Aan de GaWC zijn gezaghebbende auteurs verbonden als Castells en Sassen en staat onder leiding van Peter Taylor. Het GaWC is een instituut dat veelvuldig hiërarchische indelingen maakt van steden. Dit wordt gedaan aan de hand van verschillende indicatoren, afhankelijk van het onderwerp waar de steden op gescoord worden. In de loop van deze paragraaf zal een overzicht van verschillende hiërarchische indelingen van steden worden gepresenteerd. Doel hiervan is in een later stadium te bestuderen op welke gebieden de !topsteden voor klassieke muziek" nog meer hoog scoren. De opkomst van nieuwe centra hoeft niet te betekenen dat oude hiërarchieën compleet verdwijnen (Sassen, 2007: p. 245). Om een goede analyse te kunnen maken 13
Zie: http://www.lboro.ac.uk/gawc. Deze website bevat een zeer uitgebreid archief met publicaties en data. 29
worden zowel oude als nieuwe indelingen gepresenteerd. Een veel aangehaalde indeling van steden is afkomstig van John Friedman (1986). Freidman schreef in 1986 een invloedrijk artikel genaamd !The World City Hypotheses". Hiermee was Friedman een voorloper in het maken van een hiërarchie van wereldsteden. Na Friedman zijn er vele andere indelingen gekomen. Toch wordt deze indeling nog steeds gebruikt, omdat het op een basale manier laat zien hoe steden in een mondiaal netwerk gevestigd kunnen zijn (Derudder, Taylor, Witlox & Catalano, 2003a: p. 35). Op basis van dit netwerk maken Derudder, Taylor, Witlox & Catalano (2003a) een indeling van drie wereldgebieden: Noord-Amerika, West-Europa en Pacific Azië. Deze indeling zal later in dit onderzoek ook gebruikt worden. Interessant is het gebruik van de termen !core" en !semiperiphery" door Friedman (zie: fig. 2.5). In vele andere indelingen gaat de focus vooral uit naar het centrum en wordt dit typisch Wallersteiniaanse jargon niet gehanteerd. Figuur 2.5: Hierarchie van wereldsteden volgens Friedman in 1986
Bron: Friedman (1986: p. 227)
De GaWC presenteert hun wereldindeling van steden onder de titel: !The World according to the GaWC 2008"14. Het onderzoek is uitgevoerd door de !Chinese Academie of Social Sciences" en universiteiten uit Loughborough en Gent. Uit totaal 526 steden is een rangschikking gemaakt (zie: fig. 2.6). Deze indeling is voornamelijk gebaseerd op network connectivity
en
business
market
size15.
De
GaWC
was
jaren
14
http://www.lboro.ac.uk/gawc/world2008.html, geraadpleegd op 17 maart 2010
15
http://www.lboro.ac.uk/gawc/projects/projec71.html, geraadpleegd op 17 maart 2010 30
lang
het
enige
onderzoeksinstituut waar wetenschappers terecht konden voor datasets over indelingen van steden (Acuto, 2009). Sinds een aantal jaar krijgt het GaWC echter concurrentie van het Foreign Policy Magazine dat in 2008 een uitgebreide Global Cities Index samenstelde en publiceerde (zie: fig. 2.7). Zij doet dit in samenwerking met de firma!s AT Kearney en de Chicago Council on Global Affairs. Net als alle andere onderzoeksinstituten die worden aangehaald in deze paragraaf, werken ook zij samen met Saskia Sassen. Het uitzonderlijke aan deze Global Cities Index zijn de laatste twee categorieën: "cultural experience! en "political engagement!. Foreign Policy, A.T. Kearny en de Chicago Council of Global Affairs publiceerden in 2008 een veelgebruikte Global City Index. Deze index is gerangschikt aan de hand van vijf categorieën, met een totaal van 24 indicatoren. De categorie "culturele ervaring! is in de vorige paragraaf aan bod gekomen. Daarnaast meten ze de categorieën "Business Activity!, "Human Capital, Information Exchange! en "Political Engagement!!. Naast de categorie "cultural experience! is de categorie "Human capital! interessant voor dit onderzoek. "Human capital!
wordt gemeten aan de hand van het aantal
immigranten, het aantal internationale scholen en het percentage inwoners met een universitair diploma. Het percentage hoogopgeleide inwoners zal tevens als indicator kunnen dienen bij het traceren van centra voor klassiekemuziekuitvoeringen. Mensen met veel cultureel kapitaal zijn geschikt publiek voor hoge kunst als klassieke muziek. De top 10 steden in de categorie human capital zijn achtereenvolgens: New York, Londen, Chicago, Los Angeles, Hong Kong, Singapore, Sydney, Boston en Toronto (zie: fig. 2.7). Een – qua structuur - vergelijkbare indeling wordt gemaakt door een Japanse groep onderzoekers: The Mori Memorial Foundation16. Ze beschrijven hun Global CIties Index als “the first Japan-based comprehensive ranking survey of the major world cities”17. Op basis van het rapport Miwa et al. (2009) kan niet herleid worden welke indicatoren er gebruikt zijn voor de categorie "Cultural Interaction! 18. De Global Cities Index van The Mori Memorial Foundation is tot stand gekomen in samenwerking met onder andere Saskia Sassen en Allen J. Scott. Op de website19 wordt vermeld welke vijf steden het hoogst scoren in de categorie Cultural Interaction: Londen, New York, Parijs, Berlijn en Singapore.
16
http://www.mori-m-foundation.or.jp/english/research/project/6/index.shtml, geraadpleegd op 17 april 2010
17
Ibidem
18
Vanuit mailcontact met The Mori Memorial Foundation heb ik vernomen dat ze dit jaar geen volledig
rapport publiceren, maar dit in 2010 wel willen doen. 19
http://www.mori-m-foundation.or.jp/english/index.shtml, geraadpleegd op 18 maart 2010 31
Figuur 2.6. Classificatie van wereldsteden volgens GaWC 2008
Levels of world city network integration, volgens GaWC alpha++ cities In all analyses, London and New York stand out as clearly more integrated than all other cities and constitute their own high level of integration alpha+ cities Other highly integrated cities that complement London and New York , largely filling in advanced service needs for the Pacific Asia alpha & alpha- cities Very important world cities that link major economic regions and states into the world economy All beta level cities These are important world cities that are instrumental in linking their region or state into the world economy All gamma level cities These can be world cities linking smaller regions or states into the world economy, or important world cities whose major global capacity is not in advanced producer services Cities with sufficiency of services These are cities that are not world cities as defined here but they have sufficient services so as not to be overtly dependent on world cities. Two specialised categories of city are common at this level of integration: smaller capital cities, and traditional centres of manufacturing regions Bron: The World According to GaWC 200820
20
http://www.lboro.ac.uk/gawc/world2008.html, geraadpleegd op 16 maart 2010 32
Figuur 2.7. Global Cities Index 2008
Bron: Foreign Policy (2008)21
21
http://blog.foreignpolicy.com/files/images/081020_081020_GCI-ranking-table.jpg, geraadpleegd op 16
maart 2010 33
Figuur 2.8: Global Cities Index volgens The Mori Memorial Foundation 2009
Bron: Miwa et al. (2009: p.13)
2.3.1.1 Korte analyse van verschillende Global Cities Indices Een aantal steden scoort in alle indices hoog. In willekeurige volgorde zijn dit: Londen, New York, Parijs, Tokyo, Singapore en Hong Kong. De GaWC zal dit aanduiden als !higly integrated cities" (zie: fig. 2.6). Daarnaast is er een heel aantal steden dat in de verschillende overzichten binnen de top 20 staat genoteerd. Wat opvalt is de hoge positie van Wenen. Vanuit het eerste deelhoofdstuk is gebleken dat Wenen een belangrijke culturele geschiedenis heeft op het gebied van klassieke muziek. Dit wekt de verwachting dat Wenen een sterke culturele positie heeft. Wenen scoort daarentegen juist hoog in andere categorieën (zie: fig. 2.7 en fig. 2.8). De GaWC publiceerde een artikel over de positie van Wenen in het 34
internationale netwerk van wereldsteden (Musil, 2009: p. 253). Wenen is door de geschiedenis heen altijd sterk verbonden geweest in het internationale netwerk van mondiale steden. Zowel lokale als internationale firma!s in Wenen hebben zich altijd snel weten te positioneren in opkomende markten. In de categorieën voor cultuur wordt de top drie gevormd door Londen, New York en Parijs. Berlijn scoort in beide overzichten ook goed, 5e en 8e. Opvallend is de culturele positie van Singapore. Singapore eindigt 5e in de Global Cities Index van The Mori Memorial Foundation en 37e in de Global Cities Index van Foreign Policy. Dit maakt het lastig te voorspellen of Singapore hoog zal scoren bij de resultaten van deze scriptie. De vergelijking met bovenstaande verschillende inidices maakt het mogelijk een uitspraak
te
doen
over
de
relatieve
autonomie
van
het
systeem
van
klassiekemuziekuitvoeringen. "Relatieve autonomie! is een typisch sociologische term om maatschappelijke structuren te definiëren (Elias, 1972: pp. 49-50). Bourdieu (1983: pp. 319320) beschrijft "heteronome en autonome principes van hiërarchie!. Als er heteronome principes gelden, zal een cultureel netwerk vergelijkbaar zijn met algemene economische netwerken. Gelden er autonome principes, dan is een cultureel netwerk volledig autonoom. Dit kan tot stand komen door de specifieke werking van consecratie binnen het veld van cultuurproductie.
In
onderzoek
zal
ik
beschrijven
hoe
autonoom
het
veld
van
klassiekemuziekuitvoeringen is. Voor de ontwikkeling tot een agglomeratie van cultuurproductie zijn verschillende vaardigheden van belang. Een goed ontwikkelde interactie tussen verschillende culturele firma!s is één van deze vereisten (Scott, 1999: p. 811). In deze communicatie moeten firma!s flexibel en creatief zijn, omdat de culturele sector veranderlijk is. Hier moet goed op ingespeeld worden. Steden kunnen door kleine specialistische ontwikkelingen zich onderscheiden van andere steden. Dit kan vervolgens leiden tot een verbeterde positie in het internationale netwerk. Voor een groot deel bepaalt de geschiedenis de richting waarin een stad zich ontwikkelt (Scott, 1999: p. 813). Als een agglomeratie zich eenmaal in een richting beweegt, zijn bepaalde branches voorbestemd zich te ontwikkelen, terwijl andere worden ontweken. Continuïteit in cultuurproductie speelt ook een rol. Een continue productie van zeer specialistische diensten helpt een stad zich te positioneren in het wereldsysteem (Sassen: 1996: p. 203). In de volgende paragraaf ga ik in op de positionering van steden in een cultureel wereldsysteem.
2.3.2 Het culturele wereldsysteem In de aangehaalde theorieën over global cities wordt voornamelijk gefocust op steden die volgens een bepaalde rangschikking aan de top staan. Uitgezonderd van het overzicht met
35
de classificatie van wereldsteden volgens de GaWC (zie: fig. 2.6) worden in de opsommingen alleen de steden genoemd die hoog scoren. De wereldsysteemtheorie van Wallerstein (1974) concentreert zich daarentegen op het centrum (de top), de semi-periferie en de periferie. Deze scriptie richt zich primair op centrum van klassiekemuziekuitvoeringen, maar wel binnen de context van een compleet wereldsysteem. Door een cultureel wereldsysteem te beschrijven, wordt tegelijkertijd duidelijk welke gebieden hier buiten vallen. Omdat er een relatie bestaat tussen het centrum en de periferie lijkt het mij zinvol beide te beschrijven. De aanduiding van de periferie kan iets zeggen over het centrum en andersom. Kortom: in tegenstelling tot de vorige paragraaf zal hier gekeken worden naar zowel de inclusie als exclusie van steden.
2.3.2.1 Wallersteins wereldsysteemtheorie vertaald naar een !cultureel wereldsysteem" In 1974 verscheen de eerste druk van Wallersteins werk !The Modern World-System". De invloed van deze theorie op verschillende wetenschappen is groot. Wallerstein (1974: p. 355) beschrijft een wereldsysteem waarin een sterk centrum bestaat, een semi-periferie en een periferie. De onderlinge relaties tussen gebieden in de wereld is zo gestructureerd dat het centrum, gebruik makend van de periferie, bij machte is zijn positie telkens te versterken. Wallerstein (1974: p. 357) drukt zich steviger uit over een uitbuiting van perifere landen door het centrum.
In dit onderzoek wordt er gekeken naar het wereldsysteem van
klassiekemuziekuitvoeringen. Hierbij is het de vraag of bepaalde gebieden in de wereld ook daadwerkelijk uitgebuit worden, om de positie van centrale gebieden te versterken. Het analyseren van perifere gebieden plaatst het centrum in een context. Ondanks dat !uitbuiting" wellicht een te sterk begrip is, is eerder al besproken dat er verscheidene mechanismen bestaan waardoor klassieke muziek exclusief blijft. Veelal door een vorm van !natuurlijke" uitsluiting, bijvoorbeeld door een gebrek aan financiële middelen in sommige niet-westerse landen. Deze uitsluiting van bepaalde gebieden past goed binnen Wallersteins wereldsysteemtheorie. Wallersteins toepassing van de termen periferie en core (of centrum) zijn van grote invloed geweest op internationale studies (Acuto, 2009). Dit zullen centrale begrippen zijn in deze scriptie over de inclusie en exclusie van steden in het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. De wereldsysteemtheorie is vandaag de dag nog steeds relevant (Wallerstein in: Schouten, 2008: p. 4).22 Dat de theorie toepasbaar is, wordt door sommige auteurs in twijfel getrokken. Zo schrijft Wieviorka (2005): “Consequently one of the limits of this orientation is 22
Wallerstein (in: Schouten, 2008: p. 4) voegt hieraan toe dat dit systeem net als alle andere systemen ooit
zijn werking zal verliezen. Over vijftig jaar zal het de wereldsysteemtheorie niet meer gelden. 36
that actors are not the subject of study per se. In fact they are in the main conceived of as reacting to the contradictions of the system” (p. 5). De wereldsysteemtheorie zou te ver afwijken
van
waar
sociologie
in
de
kern
om
moet
gaan:
sociaal
gedrag
en
cultuurverplaatsing. Wallerstein (2005: p. 10) weerlegt dit idee in een reactie op Wieviorka!s artikel. De kritiek van Wieviorka (2005) leidt naar één van de oudste debatten in de sociologie: de relatie tussen systeem en actor, structuren en menselijk handelen (Wallerstein, 2005: p. 10). Wallerstein (2005: p. 10) legt deze relatie als volgt uit. Mensen zijn het product van de structuur waarin zij zich begeven. We zijn allemaal onderhevig aan de processen om ons heen. Tegelijkertijd heeft alles wat we doen invloed op diezelfde processen. De analyse van wereldsystemen betekent een onderzoek naar de relatie tussen individuen en structuren (Wallerstein, 2005: p. 10). De wereldsysteemtheorie plaatst de eerder aangehaalde historische en geografische theorieën in een sociologisch daglicht. Wallersteins (1974) theorie heeft ook veel te maken met ongelijkheid. Verschillende flows van cultuurverspreiding dragen ertoe bij dat de nationale grenzen van cultuur vervagen (Wallerstein. 1991: p. 191). Dit betekent echter niet dat er sprake is van een "mondiale cultuur!. Steden en landen doen hun best hun culturele positie op internationaal niveau te versterken. Een overduidelijk voorbeeld zijn de inspanningen die worden verricht rondom de olympische spelen. De korte, maar intensieve internationale aandacht die een stad krijgt wanneer de olympische spelen hier worden gehouden – kan consequenties hebben voor de lange termijn (Essex & Chalkley, 1998: p. 187). Steden vergroten hun positie op het internationale toneel door dit grote sportevenement te organiseren. Het is de vraag of steden op een vergelijkbare manier hun positie kunnen vergroten binnen het internationale systeem van klassieke muziek. Het is ook mogelijk een plek te verwerven op het internationale toneel door te investeren in bijzondere gebouwen. The Sydney Opera House in Sydney wordt geprezen vanwege zijn architectuur. Het is een beroemde zaal. Sydney wordt als stad niet genoemd in de literatuur over klassieke muziekgeschiedenis. Eerder bleek al dat de traditie van een stad van grote invloed kan zijn op de hedendaagse positie. De meeste orkesten zijn meer dan vijftig jaar oud en sommige zelfs meer dan een eeuw. Daarnaast scoort Sydney niet hoog in de verschillende indices voor cultuur. Ondanks de inspanningen - in de vorm van een grote concertzaal – is het daarom onaannemelijk dat Sydney een centrale positie inneemt in wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen.
37
2.3.2.2 Toepassing wereldsysteemtheorie op cultuur Wallerstein (in: Kumar & Welz, 2001: p. 226) spreekt over !world-systems analysis". Het gebruik van meervoud hier is van groot belang. Het benadrukt dat deze theorie op verschillende systemen toegepast kan worden. Dit legitimeert de opzet van dit onderzoek, waarin een cultureel wereldsysteem in kaart wordt gebracht. De term !cultureel wereldsysteem" duidt op een proces: “national cultural fields have become embedded in transnational systems of exchange, influence, and competition” (Janssen, Kuipers & Verboord, 2008: p. 721). Johan Heilbron (1999) heeft een cultureel wereldsysteem in kaart bracht. Heilbron (1999) doet dit aan de hand van boekvertalingen. Er bestaat een duidelijke hiërarchische structuur. Heilbron (1999: p. 433) hanteert een eenvoudige definitie van centraliteit: hoe vaker een land genoemd wordt hoe centraler de positie. Een recenter voorbeeld van het in kaart meten van centraliteit is het onderzoek van Janssen, Kuipers en Verboord (2008). Centraliteit wordt hier onderzocht op basis van de hoeveelheid recensies over buitenlandse kunst. Een land of een stad met een centrale positie in een cultureel wereldsysteem, heeft een voorbeeldfunctie (Janssen, Kuipers & Verboord, 2008: p. 722). Die voorbeeldfunctie zorgt ervoor dat een land zich minder hoeft bezig te houden met kunst in andere landen. Beide onderzoeken (Heilbron, 1999; Janssen, Kuipers en Verboord, 2008) concentreren zich voornamelijk op een hiërarchie van landen. Hierin onderscheidt deze scriptie zich, omdat er primair gefocust wordt op steden.
2.3.2.3 Inclusie en exclusie De door Wallerstein (1974) beschreven ongelijkheid in een wereldsysteem bestaat ook in een cultureel wereldsysteem. In centrale steden of landen bevindt zich een sterke concentratie van cultuurproducenten en andere belangrijke instituties (scholen, zalen, studio"s et cetera) (Janssen, Kuipers & Verboord, 2008: p. 722). Mensen binnen deze instituties zijn bij machte om kunst te legitimeren (Bourdieu (1993). Personen met veel cultureel kapitaal hebben veel macht binnen het veld van cultuurproductie. De standaarden waarmee kunst beoordeeld wordt, worden door deze mensen geformuleerd. Dit geeft hen de macht eigen kunst te verheffen en andere kunst af te keuren. Op deze manier kan een centrum-periferie-indeling in stand worden gehouden. Aan de hand van Quemin (2006) zal ik ingaan op de ongelijke verdeling van culturele flows. In de beschrijving van kenmerkende eigenschappen van klassieke muziek kwam al naar voren dat de grenzen van de markt voor hoge kunst zijn gelimiteerd (§ 2.2.3). Het centrum van de wereld van hoge kunst bestaat uit een select aantal westerse landen (Quemin, 2006, 522). De Verenigde Staten en Duitsland vormen hierbij het centrum van het
38
centrum. Belangrijke kunstzalen in Londen en Berlijn etaleren voornamelijk kunst uit Duitsland en De Verenigde Staten (Quemin, 2006: p. 528). Heeft de ongelijke verdeling, met westerse landen aan de top, te maken met een ongelijke verdeling van talent? Of spelen andere kenmerken van een stad of land een rol? Een groot deel van de vertegenwoordiging van West-Europa in het centrum heeft te maken met belangrijke biënnales en zalen (Quemin, 2006: p. 541). Quemin (2006) maakt gebruik van de top 100 most recognized artists uit de Kunstkompass. Van de 100 artiesten zijn er 90 afkomstig uit West-Europa of De Verenigde Staten (Quemin, 2003: p. 542). De wereld van hedendaagse kunst heeft duidelijk een centrum, bestaande uit de !duopoli" van deze twee wereldgebieden. Hiermee plaatst Quemin (2003) een kanttekening bij vele globaliseringstheorieën; het idee dat artiesten uit een steeds wijdere variëteit van landen komen. Niet-westerse landen blijven een marginale rol spelen in het centrum van hoge kunst. Daar komt nog eens bij dat veel niet-westerse artiesten die wel in het centrum bewegen, hier zijn gaan wonen (Ibidem: p. 544). Ondanks de toenemende uitwisseling van culturele goederen blijft het klassieke centrum zijn macht houden. Steeds vaker vinden in de periferie culturele evenementen plaats. Deze worden echter niet serieus genomen op internationaal niveau. Klassieke kunststeden als New York, Londen, Parijs en Berlijn behouden hun centrale positie in het culturele wereldsysteem.
2.3.3 Concluderend De steeds hechtere connectiviteit tussen wereldsteden creëert een vervaging van nationale grenzen. Het in kaart brengen van een centrum-periferie-indeling kan daarom – in veel gevallen – het best gebeuren aan de hand van steden. New York, Londen en Tokyo zijn bij uitstek de global cities van de wereld (Sassen, 1991). Global cities beschikken over de juiste condities om voorzieningen te bieden op allerlei gebieden. Van daaruit ontstaat de verwachting dat deze steden tevens een centrale positie hebben in het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Doordat elke stad zijn sterke en minder sterke gebieden heeft is het de vraag welke global cities centra zijn voor klassiekemuziekuitvoeringen. Hieronder zal ik aan de hand van de beschreven theorieën verwachtingen formuleren.
2.4 Conclusie en hypotheses Artistieke netwerken ontstaan in steden, rondom belangrijke culturele instituties en personen. Via musici kunnen lokale netwerken verweven raken met internationale netwerken. Vanuit de klassiekemuziekgeschiedenis blijkt een aantal steden een belangrijke positie te hebben in 39
het artistieke netwerk van klassiek muziek. De hedendaagse positie is voor een groot deel afhankelijk van de culturele geschiedenis van een stad. Tegelijkertijd blijkt dat nieuwe cultuur veelal op plaatsten ontstaat waar al een krachtig cultureel netwerk aanwezig is. Zodoende kunnen steden vanuit de !cultural experience" index tegelijkertijd centra zijn voor klassiekemuziekuitvoerinegn. New York, Londen en Parijs verschijnen in vrijwel alle toplijsten bovenaan. Zowel in de geschiedenis als in de global cities indices hebben deze steden een hoge mate van centraliteit. Steden die er in slagen veel netwerken te genereren scoren hoog op de global city index. Door te vergelijken in hoeverre het netwerk van klassieke muziek overeenkomt met deze global city indices, kan er een uitspraak gedaan worden over de relatieve autonomie. Hiervoor heb ik de volgende (overlappende) hypotheses geformuleerd. Aan de hand van deze hypotheses zal ik de verschillende mogelijke verklaringen analyseren die behandeld zijn in dit theoretische hoofdstuk: (1) centra voor klassiekemuziekuitvoeringen ontstaan vanuit een padafhankelijk, cultuurhistorisch bepaald proces (1c), (2) mechanismen en regels binnen het veld van cultuurproductie en cultuuruitwisseling bepalen welke steden centra voor klassiekemuziekuitvoeringen zijn (1b), (3) de positie van een stad binnen het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen is afhankelijk van haar economische positie (1a).
Hypothese 1a: Als Global Cities ook centra zijn voor klassiekemuziekuitvoeringen zullen de volgende steden bovenaan staat: New York, Londen, Parijs, Tokyo, Hong Kong, Los Angeles, Singapore, Chicago, Seoul, Wenen, Amsterdam en Toronto.23
Hypothese 1b: Als steden met een hoge !Cultural Experience" ook centra zijn voor klassiekemuziekuitvoeringen stijgen: Londen, Parijs, Toronto, Los Angeles, dalen: Tokyo en Seoul, verdwijnen: Amsterdam, Hong Kong, Singapore en Wenen, en verschijnen: Moskou, Berlijn en Mexico City.24
Hypothese 1c: Als klassiekemuziekgeschiedenis bepalend is voor de hedendaagse positie van een stad in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen daalt: Los Angeles, stijgt: Wenen, verdwijnen: Tokyo, Seoul, Toronto, Moskou en Mexico City, en verschijnen: Boston, Salzburg en Leipzig.
23
Deze global cities zijn de eerste 10 genoemde steden in beide global city indices (fig. 2.7 en fig. 2.8).
24
Dit baseer ik op de eerste 10 steden in de lijst van cultural experience (fig. 2.4). 40
Hypothese 2 moet helpen een uitspraak te doen over steden die niet voorspeld zijn. Wanneer er onverwachte steden naar voren komen, kan ook dit iets zeggen over de relatieve autonomie van het netwerk voor klassiekemuziekuitvoeringen.
Hypothese 2: Als klassieke muziek een relatief autonoom netwerk heeft, komen er veel steden voor die niet genoemd worden in de global cities indices.
Het is ook aannemelijk er steden worden bezocht in de buurt van centrale steden. Dit is duidelijk zichtbaar in de reizen van Mozart (fig. 2.1 en fig. 2.2) en de tour van het New York Philharmonic (fig. 2.3). Het kan zo zijn dat bepaalde (kleinere) steden bezocht worden, doordat zij in de buurt liggen van een belangrijke centrale stad. Op deze manier kan er een semi-periferie van steden ontstaan.
Hypothese 3: Semi-perifere steden voor klassieke muziek liggen veelal in de buurt van centra voor klassieke muziek.
In het theoretisch kader heb ik stilgestaan bij de verschillen tussen orkesten en pianisten en de mogelijke consequenties hiervan. Orkesten zijn vrijwel altijd gekoppeld aan een concertzaal. De meeste orkesten bestaan al meer dan vijftig jaar en sommige langer dan een eeuw. Zodoende zijn orkesten altijd sterk gebonden geweest aan een stad. Pianisten kunnen daarentegen overal geboren worden. Dit leidt tot de volgende hypothese.
Hypothese 4: De afkomst van de geselecteerde pianisten is meer gevarieerd dan de afkomst van orkesten.
De omvang van een symfonieorkest creëert hoge kosten. In tegenstelling tot orkesten zijn pianisten zeer flexibel, doordat zij alleen reizen en geen instrumenten meedragen. Omdat pianisten minder duur zijn, kunnen zij ook geboekt worden door minder rijke landen. Dit zal van invloed kunnen zijn op de spreiding van muziekuitvoeringen. Zo kom ik tot de volgende hypotheses.
Hypothese 5: Het aantal bezochte steden door pianisten is hoger dan dat van orkesten.
41
Hypothese 6: De steden die door orkesten worden bezocht zijn meer geconcentreerd in westerse wereldgebieden dan de steden die pianisten worden bezocht.
Tot slot kwam naar voren uit de studie van Quemin (2006) dat hoge cultuur vooral geconcentreerd is in westerse landen. Klassieke muziek is duidelijk een vorm van hoge kunst. Hierop baseer ik de volgende hypothese.
Hypothese 7: Steden voor klassiekemuziekuitvoeringen liggen grotendeels in West-Europa en de Verenigde Staten.
42
3. Methoden: Het meten van een cultureel wereldsysteem
De vraag !waar het centrum van klassieke muziek ligt" roept een methodologische vraag op, namelijk: hoe meet je waar het centrum ligt? Onderdeel van de methode is het analyseren van concertagenda"s van !internationaal erkende musici". Hoe bepaal je wie internationaal erkend zijn? Voorop staat dat er in dit onderzoek niet gesproken wordt over goede en slechte musici. Het wordt bewust geformuleerd als !internationale erkenning". Wat is internationale erkenning? Erkenning van wie? Hiermee doel ik op de erkenning van !gezaghebbenden". In het veld van culturele productie is het namelijk zo dat een select aantal personen en instituties bepalen hoe kunst beoordeeld wordt. Wanneer kunst (nog) niet genoeg erkenning krijgt, beschikken zij over de macht om deze kunst te legitimeren. Voor dit onderzoek is er om die reden gebruik gemaakt van de mening van !gezaghebbenden". Gezaghebbende critici en handelaren hebben veel invloed. Zij kunnen musici een bepaalde status geven, met als gevolg dat deze musici meer geprogrammeerd worden door zalen. Critici en kunsthandelaren zijn ook gerelateerd aan centrale locaties.
43
Centrale locaties trekken namelijk alles aan dat met cultuurproductie te maken heeft, zo ook critici en kunsthandelaren. Alle relaties zijn wederkerig, omdat het één niet zonder het ander kan bestaan. Op basis van de mening van gezaghebbende critici en dealers kom ik in dit onderzoek tot het systeem van internationaal erkende musici en centrale locaties (zie: rechte pijl figuur 3.1.). Aan dit onderzoek ligt één centrale assumptie ten grondslag: het idee dat belangrijke musici op belangrijke locaties komen. Deze centrale aanname wordt in figuur 3.1 weergegeven. Er bestaat een wederzijdse relatie tussen !internationaal erkende musici" en !centrale locaties voor klassiekemuziekuitvoeringen".
Figuur 3.1. Conceptueel model
- - - - = centrale assumptie
Via de één, kan de ander achterhaald worden: musici bezoeken zalen en zalen programmeren musici. De variabele !centrale locaties voor klassiekemuziekuitvoeringen" leidt tot de variabele !Internationale erkende musici". De concertagenda"s van de geselecteerde musici leiden naar de centrale locaties. Andersom is het ook mogelijk. Wanneer bekend is welke locaties, met de daarbij horende concertzalen, centraal zijn, kunnen belangrijke musici via de concertagenda"s van deze zalen herleid worden.
44
3.1 Overwegingen Ondanks de toenemende aandacht voor het rangschikken van wereldsteden, is er een tekort aan geschikte data (Benton-Short, Price & Friedman, 2005: p. 946). Benton-Short, Price & Friedman (2005) beschrijven dat “the lack of standardized and available data to measure and compare globalization in cities remains a major problem for research on global urban hierarchy” (p. 946). Veel data, bijvoorbeeld die van de Wereldbank, zijn gericht op landen. Het is moeilijk om kenmerken van steden in de verschillende global city indices te vergelijken met kenmerken van de steden die uit dit onderzoek naar voren komen. Dit heeft te maken met de wijze waarop veel global city indices worden samengesteld. Foreign Policy, A.T.
Kearney
en
The
Chicago
Council
on
Global
Affairs
benoemen
in
hun
methodebeschrijving “we focused on the 60 cities that shape our lives the most” (Foreign Policy, 2008, p. 1)1. Vervolgens vergelijken ze deze 60 steden, en komen dan tot een rangschikking. Door te beginnen met 60 steden, bepalen zij zelf welke steden er in de index staan. De selectie van steden heeft vaak een sterke regionale bias (Benton-Short, Price & Friedman, 2005: p. 946). Er wordt sterk gefocust op steden in de Verenigde Staten, WestEuropa en Pacific Asia. De beschikbare data over steden zijn veelal gericht op bekende steden, gelegen in de zojuist genoemde gebieden (Derudder, Taylor, Witlox & Catalano, 2003b: p. 877). Over de onverwachte steden die uit dit onderzoek naar voren komen, zijn om die reden minder data beschikbaar. Benton-Short, Price en Friedman (2005) staan zeer kritisch tegenover de gangbare methoden die gebruikt worden bij Global City Indices. Ze genereren een rangschikking van steden naar het percentage immigranten. In hun eigen onderzoek verkleinen ze de regionale bias door 150 steden uit meerdere wereldgebieden te selecteren. Toch sluiten ook zij hiermee duizenden steden uit. Er zijn al ruim 400 steden met meer dan één miljoen inwoners (Venables, 2005: p. 3). Het merendeel van deze steden maakt geen kans naar voren te komen uit het onderzoek van Benton-Short, Price en Friedman (2005). Rangschikkingen als hierboven beschreven zijn een vergelijking van zelf gekozen steden. Een voordeel hieraan is dat de onderzoek steden kan selecteren waar genoeg data over bestaan. Er zit echter een groot nadeel aanvast: de resultaten kunnen nooit tot verrassende uitkomsten leiden. Voor dit onderzoek zal ik niet werken met een van tevoren opgestelde selectie van steden. Op deze manier sluit ik geen enkele stad uit. Dit is het grote voordeel ten opzichte van de gangbare methoden.
1
http://www.foreignpolicy.com/articles/2008/10/15/the_2008_global_cities_index, geraadpleegd op 8 mei 2010 45
3.2 De selectie van internationaal erkende orkesten en pianisten
In dit onderzoek is het de vraag welke locaties het centrum vormen. Het antwoord op deze vraag is gezocht via de concertagenda!s van 15 internationaal erkende orkesten en 15 pianisten. De keuze voor deze twee typen uitvoerders is gebaseerd op het maximale verschil in omvang tussen pianisten en orkesten. Dit verschil in omvang kan van invloed zijn op de spreiding. Idealiter zouden alle typen uitvoerders geanalyseerd worden, maar dit is onhaalbaar binnen het tijdsbestek van dit onderzoek. Voor de selectie van internationale musici kan er geen gebruik gemaakt worden van de concertagenda!s van belangrijke zalen. Dit is immers het object van onderzoek. Daarom is de lijst van deze musici op een alternatieve manier samengesteld. Er is een selectie gemaakt van 15 orkesten en pianisten aan de hand van drie verschillende categorieën: gewonnen prijzen, de mening van deskundigen en recensies. Hier is voor gekozen vanuit het idee dat elke categorie een eigen bias heeft. De één is sterker gericht op verkoopcijfers, de ander op de mening van het publiek, weer een ander kijkt vooral naar techniek. Om de bias in de selectie van musici voor dit onderzoek maximaal te reduceren zijn er uiteenlopende bronnen geraadpleegd. De selectie van musici vindt plaats op basis van een overlap van meningen. De verschillende meningen worden op die manier gereduceerd tot één uitkomst. In de tabel laat ik zien hoe in hoeveel verschillende categorieën de musici genoemd worden. Vrijwel alle musici worden in minstens twee categorieën genoemd. De reductie van de verschillende bronnen tot één uitkomst is een vorm van factoranalyse (Briggs & Cheek, 2006: p. 138). Alle 30 musici werden door meerdere bronnen genoemd. 96,7% van de geselecteerde musici werd genoemd door drie of meer afzonderlijke bronnen. Hetzelfde percentage musici werd genoemd in twee of meer verschillende categorieën. 56,7% werd genoemd door vier of meer afzonderlijke bronnen. Bij de prijzen is er gekeken naar prijzen waar in principe iedereen aan mag deelnemen, ongeacht leeftijd of internationale afkomst. Figuur 3.2. Prijzen voor orkesten !
Gramophone!s world!s 20 greatest orchestras (Groot-Brittannië, jury international samengesteld)
!
Grammy awards (Verenigde Staten)
!
Royal Philharmonic Society Music Awards (Groot-Brittannië)
!
Edison awards (Nederland)
!
Gramophone awards (Groot-Brittannië)
46
Figuur 3.3. Prijzen voor pianisten !
Grammy awards (Verenigde Staten)
!
Royal Philharmonic Society Music Awards (Groot-Brittannië)
!
Edison awards (Nederland)
!
Gramophone awards (Groot-Brittannië)
!
Cleveland International Piano Competition (Verenigde Staten)
!
Van Cliburn International Piano Competition (Verenigde Staten)
!
Queen Elisabeth Music Competition (Belgie)
!
International Frederick Chopin Piano Competition (Polen)
!
Leeds International Piano Competition (Groot-Brittannië)
!
Top of the World International Piano Competition (Noorwegen, jury international samengesteld)
Daarnaast gold dat deze prijzen internationale status moeten hebben. Via wikipedia heb ik gekeken welke prijzen veelvuldig genoemd worden voor orkesten en pianisten. Er is gebruik gemaakt van de prijzen die in figuur 3.2 en figuur 3.3 worden weergegeven. De namen die hieruit voortkomen zijn de namen van orkesten en pianisten die in de afgelopen tien jaar eerste of tweede zijn geworden, of genomineerd zijn2. De tweede categorie is !de mening van deskundigen". Ik heb hiervoor gesproken en correspondentie gehad met drie verschillende medewerkers van drie verschillende platenzaken, de Boudisque (Utrecht), FAME (Amsterdam) en Concerto (Amsterdam). Deze winkels heb ik gekozen omdat hier een speciale afdeling is voor klassieke muziek. De verkopers van de drie platenzaken hebben in principe een commerciële functie. Hiervoor is de nodige kennis vereist. Zij moeten weten wat er verkocht wordt en wat er goed verkocht wordt. Voor dit onderzoek heb ik hen niet gevraagd naar wat goed verkocht wordt in Nederland. Hiermee zou ik een Nederlandse bias in de hand werken. Ik heb een beroep gedaan op de kennis van de verkopers. Dat is ook de reden dat ik hen aanduid als !deskundigen". Alle drie deskundigen noemen 20 orkesten en 20 pianisten, die volgens hen internationaal erkend worden3. Hierbij heb ik hen expliciet gevraagd geen persoonlijke top 20 op te stellen. Het criterium was !20 namen waarvan zij dachten dat deze internationaal erkend worden". Op deze manier heb ik geprobeerd de Nederlandse bias te verkleinen. De laatste categorie die is geraadpleegd als bron zijn recensies. Hierbij was het de vraag welke recensies ik zou raadplegen. In een recensie (Weinman, 2006: p. 50) van de !Penguin Guide to Classical Music" stuitte ik op de website www.classicstoday.com. De !Penguin Guide" is een Britse uitgave die jaarlijks opnieuw verschijnt. Hierin staan
2
Zie voor het complete overzicht bijlage x
3
Ibidem 47
verschillende toplijsten van muziekuitvoeringen. Ondanks de status die dit boek heeft, is er ook kritiek. In de selectie van musici zou een te sterke Britse bias zitten (Ibidem: p. 50). Classictoday werd geprezen vanwege de internationaal samengestelde redactie. Critici afkomstig uit de Verenigde Staten, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, en soms nog andere landen. Bij Classicstoday worden cd!s van over de hele wereld gerecenseerd. Ze zijn niet gebonden aan een label. Classicstoday werkt met professionele critici. Over hun recesenten schrijven zij het volgende: “Our staff of internationally respected critics and music journalists is constantly at work, listening to and writing about each month's new releases”4 Classicstoday is een digitaal magazine waar maandelijks meer dan 100 cd!s worden gerecenseerd. Iedere maand kiest de redactie drie recensies uit voor de categorie "international consensus!. Deze selectie vindt plaats in overeenstemming met hun partnersites in Duitsland (klassikheute.com) en Frankrijk (ClassicstodayFrance.com)5. De categorie international consensus bestaat sinds 2004. Voor dit onderzoek zijn alle namen van orkesten en pianisten die tussen 2004 en 2009 genoemd worden op een rij gezet. In de lijst staat vermeld hoe vaak de musici gerecenseerd zijn in de categorie international consensus 6. In de analyse (zie: tabel 4.1 en 4.2) is te zien hoe er op basis van deze drie categorieën (prijzen, deskundigen en recensies) 15 orkesten en 15 pianisten zijn geselecteerd.
3.3 Constructed week sampling Voor de onderzoeksopzet gebruik ik verschillende methoden die toegepast worden bij een inhoudsanalyse. Er moet een duidelijke vraagstelling en invalshoek zijn, om het verzamelde materiaal adequaat te lezen. Kenmerkend aan een inhoudsanalyse is de selectieve lezing. Niet al het materiaal dat ik ben tegengekomen is relevant. Met behulp van een "waarnemingsinstrument! kan er op een gestructureerde manier te besloten welke data worden geanalyseerd. Deze kenmerken van inhoudsanalyse (Wester, 2006: pp. 15-19) pas ik als volgt toe. Van de dertig geselecteerde musici7 zijn concertagenda!s geanalyseerd. De meeste musici hebben een eigen website waarop de concertdata vermeld worden. Primair zijn deze
4 5
http://www.classicstoday.com/welcome.asp, geraadpleegd op 18 mei 2010 De omschijving van de werkwijze baseer ik op een mailuitwisseling met David Hurwitz, executive editor bij
Classicstoday. 6
Zie voor het complete overzicht bijlage x
7
"Musici! wordt gebruikt voor orkesten en pianisten. 48
websites geraadpleegd voor de analyse. Wanneer de data op deze websites ontoereikend was, heb ik de gegevens verzameld via de website van InstantEncore8. Dit is een website waar
allerlei
informatie
over
klassieke
musici
wordt
gearchiveerd,
zo
ook
hun
concertuitvoeringen. De periode die is geanalyseerd is minimaal twee en maximaal twee-eneen-half jaar, afhankelijk van de beschikbare data. Een langere periode was niet mogelijk, omdat de meeste archieven niet verder terug gaan dan januari 2008. Uit deze periode zijn per pianist en orkest 20 verschillende door hen bezochte locaties genoemd (zie: bijlage 2). Alle concerten opsommen zou geen valide methode zijn. Als één orkest 400 keer in zijn eigen zaal speelt, zou deze zaal hoog scoren. Als een stad vaak bezocht wordt, betekent dit dat deze stad een centrale positie inneemt in het internationale systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Wanneer een orkest 400 keer optreedt in een zaal kan dit ook betekenen dat het orkest te weinig status heeft en daarom nooit uitgenodigd wordt door andere zalen. Omwille van dit causaliteitsprobleem heb ik ervoor gekozen 20 verschillende locaties te noemen. Meer locaties is problematisch doordat veel musici niet meer dan 20 verschillende locaties bezochten binnen de vastgestelde periode. De selectie van 20 concerten uit de concertagenda!s van musici heb ik gedaan aan de hand van een conctructed week sampling, “a !rolling" or composite week” (Hansen, Simon, Negrine & Newbold, 1998: p. 103). Constructed week sampling wordt ook wel aangeduid als een "gestratificeerde steekproef! (Wester, 2006: p. 50). Doel hiervan is het voorkomen van een niet-valide sampling. Een random steekproef voor de selectie van concertdata kan misleidend zijn. Een orkest zou bijvoorbeeld elke eerste week van een bepaalde maand in een bepaalde stad kunnen spelen. Als de random steekproef toevallig veel van deze data pakt, geeft dit een vertekend beeld in de uiteindelijke opsomming van steden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat musici in een bepaalde periode een tour maken. Aan de hand van verschillende regels zijn de 20 locaties geselecteerd. Eén algemene regel is dat er nooit sprake mag zijn van een persoonlijke keuze. Alle keuzes in de selectie moeten herleidbaar zijn tot van tevoren opgestelde regels. Voor een aantal musici was het niet nodig keuzes te maken doordat zij op 20 of minder verschillende locaties kwamen. Hier kon ik alle locaties selecteren. Bij de andere musici kregen locaties die meer dan één keer bezocht werden voorrang (1e regel). Als een orkest achttien locaties meer dan één keer bezocht, bleven er twee concerten over om te selecteren. Hiervoor gold de regel dat er een maximale spreiding is in tijd. Ik zal dit illustreren aan de hand van tabel 3.1.
8
www.instantencore.com, geraadpleegd op 18 mei 2010 49
Tabel 3.1. Voorbeeld selectie van data
01-01-2008
Concertlocatie
11-02-2008
Concertlocatie
09-03-2008
Concertlocatie
06-06-2008
Concertlocatie
07-07-2008
Concertlocatie
14-08-2008
Concertlocatie
Stel dat je acht locaties wilt selecteren uit de periode januari 2008 tot en met augustus 2008. Tussen alle data zit ongeveer een maand, uitgezonderd locatie drie en vier (zie: tab. 3.1). Hier zit een gat tussen van drie maanden. Om aan acht concertlocaties te komen zullen daarom twee data geselecteerd worden tussen 09-03-2008 en 06-06-2008. Er zitten achtenvijftig dagen tussen deze data. Er zal daarom geprobeerd worden een concertlocatie te selecteren negentien (56/3) dagen na 09-03-2008 en negentien dagen voor 06-06-2008. Ik zeg bewust !geprobeerd worden", omdat er niet op elke dag van het jaar door iedere musicus gespeeld wordt. Daarnaast kan de locatie negentien dagen na 09-03-2008 al genoemd zijn. In alle gevallen zijn de data zo geselecteerd dat de concerten zo gelijkmatig mogelijk zijn verspreid over de geanalyseerde periode. Op deze manier zijn er dertig verschillende tabellen opgesteld, met idealiter 20 locaties. Daarnaast staat er nog extra informatie. (1) De periode waaruit de data geselecteerd zijn, (2) de bronnen die hiervoor geraadpleegd zijn en (3) het totaal aantal concerten buiten het thuisland, relatief. Hiervoor is het totaal aantal verschillende locaties geteld, binnen de aangeduide periode. Er is weergegeven hoeveel concerten hiervan buiten het eigen land plaatsvonden en hoeveel concerten er totaal waren. Een score van 12/41 houdt het volgende in: de musicus bezocht eenenveertig locaties, waarvan twaalf in het buitenland. Bij de orkesten staat bij sommige locaties een *. Dit is de vaste zaal van dat orkest.
3.4 Bronnen Vrijwel alle data zijn verzameld via internet. Twintig jaar geleden zou het zeer lastig zijn geweest aan deze data te komen. Doordat steeds meer informatie op een gestructureerde manier gearchiveerd wordt op verschillende webpagina"s, is het mogelijk !vanuit huis" een internationaal systeem in kaart te brengen. Het nadeel is dat dit allemaal nietwetenschappelijke informatie is. De betrouwbaarheid van het onderzoek wordt alsnog 50
gewaarborgd, doordat conclusies nooit afhangen van één geraadpleegde bron. Om de selectie van musici als voorbeeld te noemen: deze selectie vindt plaats op basis van meerdere bronnen. Als de informatie van één bron niet correct is, wordt dit ondervangen met andere bronnen. Als wikipedia ten onrechte zou vermelden dat persoon x een Grammy Award heeft gewonnen, betekent dit niet dat deze persoon automatisch wordt geselecteerd. Dat gebeurt alleen als er ook andere bronnen zijn waaruit dit blijkt.
3.5 Toplijsten Er zijn in totaal drie !toplijsten" samengesteld. Eén voor pianisten, één voor orkesten en één voor het totaal. De methode hierachter is vrij eenvoudig. Er is, voor zowel orkesten als pianisten, geteld hoe vaak de steden genoemd werden. Hoe vaker een stad genoemd wordt hoe centraler de positie9. De steden die in beide lijsten genoemd werden, zijn bij elkaar opgeteld voor de toplijst van het totaal. Zo zijn er drie hiërarchische indelingen gemaakt van steden: de uitslag van het onderzoek.
9
Deze definitie van centraliteit is afgekeken van Heilbron (2008: p. 433). 51
4. Resultaten: Welke steden liggen centraal en hoe komen zij daar?
Het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen1 heeft via allerlei wegen vorm gekregen. De resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op twee categorieën: internationaal erkende orkesten en pianisten. Het resultaat in de vorm van een hiërarchie van steden kan niet automatisch gegeneraliseerd worden naar het gehele wereldsysteem van klassieke muziek. De mechanismen rondom de totstandkoming van deze hiërarchie vermoedelijk wel. In de bespreking van de resultaten concentreer ik me daarom sterk op deze mechanismen. De resultaten zijn in tabellen verwerkt, maar ter verduidelijking ook in figuren. De opmaak van deze figuren is gebaseerd op het artikel A New Mapping of the
1
In de analyse gebruik ik verschillende aanduidingen voor het systeem dat onderzocht wordt. Volledig zou
zijn: het culturele wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen, gebaseerd op concertagenda!s (een gestratificeerde steekproef tussen 2008-2010) van 15 internationaal erkende orkesten en 15 internationaal erkende pianisten. Voor het leesgemak gebruik ik kortere aanduidingen. Als ik spreek over het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen pretendeer ik niet mijn resultaten te kunnen generaliseren naar het complete wereldsysteem van klassieke muziek.
52
World for the New Millenium van Taylor, Hoyler, Walker en Szegner (2001). Op eenzelfde manier zal ik aan de hand van tekst, cijfers en figuren het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen in kaart brengen. Ik doe dit aan de hand van de in hoofdstuk 2.4 geformuleerde hypotheses. Daarmee vergelijk ik de geraadpleegde literatuur met de verzamelde data.
4.1 Wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen en de relatieve autonomie In hoofdstuk 2 heb ik aan de hand van verschillende auteurs (Adorno, 1991; Crane, 1992; Downs, 1992; Turley, 2001) stilgestaan bij specifieke kenmerken van orkesten en pianisten. Het meest relevante verschil tussen orkesten en pianisten is de omvang. Een pianist is solist en flexibel. Symfonieorkesten zijn in de regel een samenstelling van meer dan 100 muzikanten. Vrijwel altijd is een orkest gekoppeld aan een concertgebouw. De meeste orkesten zijn meer dan vijftig jaar oud, hetgeen leidt tot de verwachting dat internationaal erkende orkesten voornamelijk afkomstig zijn uit westerse steden. Steden die minstens vijftig jaar een positie hebben in de wereld van westerse klassieke muziek. De vrijheid van pianisten zorgt er echter voor dat zij ook uit minder voor de hand liggende landen afkomstig kunnen zijn. Vervolgens ga ik in op de relatieve autonomie van het culturele systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Allereerst door stil te staan bij de top 10 van wereldsteden voor klassieke muziek. Daaropvolgend breng ik in kaart hoe groot de overlap is van de eerste 46 steden voor klassieke muziek (zie: tabel 4.3) en de global city index (fig. 2.7). Hierbij gaat het om de mate van de autonomie van het netwerk voor klassieke muziek. Het centrum zal ik vergelijken met beide global city indices (fig. 2.7 en fig. 2.8). De semi-periferie vergelijk ik met één global city index, die van het Foreign Policy Magazine. Deze is uitgebreider en hier wordt vaker naar verwezen in de literatuur. Aan de hand van de hypothese 2 en 3 zal ik inhoudelijk kijken naar de semiperifere steden. Welke steden zijn dit en is hier een logische verklaring voor? Zo bespreek ik in dit deel van de analyse de essentie van de scriptie.
4.1.1 Afkomst orkesten De vergelijking tussen de afkomst van internationaal erkende orkesten en pianisten, zal ik doen aan de hand van de onderstaande hypothese.
53
Hypothese 4: De afkomst van de geselecteerde pianisten is meer gevarieerd dan de afkomst van orkesten.
In hoofdstuk 3 is beschreven hoe de internationaal erkende orkesten en pianisten zijn geselecteerd. De uitkomsten van deze selectiemethode staan weergegeven in tabel 4.1 en tabel 4.2. In deze paragraaf zal ik stilstaan bij de afkomst van orkesten. Ik zal, naast de 15 geselecteerde orkesten, ook ingaan op de zes daaropvolgende orkesten. Alle deze 21 orkesten werden door minstens twee afzonderlijke bronnen genoemd. Tabel 4.1. Internationaal erkende orkesten Nr.
Naam
Land
Genoemd in (x) verschillende bronnena
Totaal aantal keer genoemd
Genoemd in (x) verschillende categorieënb
Aantal keer 1e plaatsc
1. 2.
Duitsland GrootBrittannië Verenigde Staten Nederland
8 8
11 10
2 3
4 3
6
10
3
3
6
8
3
2
Oostenrijk Duitsland
6 4
7 5
2 3
2 1
Hongarije
4
5
2
0
8. 9.
Berliner Philharmoniker London Symphony Orchestra Chicago Symphony Orchestra Koninklijk Concertgebouworkest Wiener Philharmoniker Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks Budapest Festival Orchestra Dresden Staatskapelle New York Philharmonic
4 4
4 4
3 2
0 1
10.
San Francisco Symphony
3
5
2
3
11.
BBC Symphony Orchestra BBC Scottish Symphony Orchestra Cleveland Orchestra
Duitsland Verenigde Staten Verenigde Staten GrootBrittannië GrootBrittannië Verenigde Staten Verenigde Staten GrootBrittannië
3
4
3
1
3
3
2
2
3
3
2
1
3
3
2
0
2
6
2
0
Verenigde Staten GrootBrittannië Tsjechië
2
6
2
0
2
3
2
1
2
3
2
0
Duitsland GrootBrittannië Oostenrijk
2 2
3 2
2 2
0 1
2
2
2
1
3. 4. 5. 6. 7.
12. 13. 14. 15.
Los Angeles Philharmonic Royal Scottish National Orchestra
16.
Minnesota Orchestra
17.
Orchestra of the Age of Enlightenment Czech Philharmonic Orchestra Leipzig Gewandhaus City of Birmingham Symphony Orchestra Concentus Musicus Wien
18. 19. 20. 21. a
Totaal zijn er negen verschillende bronnen: vijf verschillende prijzen, drie deskundigen, één recensiewebsite Totaal zijn er drie categorieën: (1) prijzen, (2) specialisten en (3) recensies c 1e betekent: de award van het jaar gekregen / 1e geworden van een bepaalde prijs. Een nominatie / een 2e of lagere plaats voor een bepaalde prijs tellen hier dus niet mee NB: De volgorde is bepaald door de hoogte van de cijfers bij de verschillende onderdelen. Hierbij geldt dat de onderdelen van links naar rechts zijn ingedeeld van zwaarst wegend tot minst zwaar wegend. Wanneer orkesten op alle onderdelen hetzelfde scoren is er een alfabetische volgorde gehanteerd. Hierbij is een uitzondering gemaakt wanneer het bepalend zou zijn of een orkest al dan niet binnen de eerste 15 zou vallen. In dit geval is er gekeken naar het land van herkomst en het orkest gekozen uit het land dat het minst vaak genoemd werd bij de eerste 15 orkesten, met als doel de diversiteit te vergroten. b
54
De eerste vijf orkesten, die allemaal door minstens zes afzonderlijke bronnen genoemd worden, komen uit vijf verschillende landen: Duitsland, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Nederland en Oostenrijk. Zo gevarieerd is het geheel van 21 orkesten niet. Opmerkelijk is de grote vertegenwoordiging van Amerikaanse en Britse orkesten. Beide landen komen zes keer voor. Dat is bij elkaar opgeteld meer dan de helft van de lijst. Duitsland en Oostenrijk worden respectievelijk drie en twee keer genoemd, Hongarije, Nederland en Tsjechië één keer. Van de 21 orkesten zijn er zodoende 19 afkomstig uit de Verenigde Staten of West-Europa. In bijlage 1 is te zien dat critici nog andere orkesten uit niet-westerse landen noemen. In de samengestelde lijsten staan orkesten uit ondermeer: Rusland, China, Australië, Polen en Estland. Deze orkesten kwamen echter niet vaak genoeg voor om een plek te krijgen in de selectie (tab. 4.1). Naast deze analyse van landen zijn er duidelijke overeenkomsten tussen de steden waar de orkesten vandaan komen. Bijna de helft van de steden is een hoofdstad. Vrijwel alle steden hebben meer dan één miljoen inwoners en zijn dus groot. Dresden valt op als relatief kleine stad. De internationale erkenning van de Dresden Staatskappelle valt te verklaren uit de lange geschiedenis van dit orkest. De Dresden Staatskapelle wordt gezien als het oudste symfonieorkest van West-Europa.
4.1.2 Afkomst pianisten De lijst met de herkomst van pianisten is aanzienlijk gevarieerder (zie tab. 4.2). Pianisten die door meer dan vier afzonderlijke bronnen genoemd werden komen uit: de Verenigde Staten, Noorwegen, Argentinië, Canada, Groot-Brittannië, Brazilië, Italië en Nederland. Daarnaast worden de landen Rusland, Israël, Hongarije, Polen, Frankrijk, China en Japan genoemd. Dat zijn in totaal 15 verschillende landen, acht meer dan bij de orkesten. De verdeling van landen is een stuk gelijkmatiger dan de verdeling bij orkesten. Er zijn acht landen die twee of drie keer voorkomen. In tegenstelling tot de selectie van orkesten, is er bij de pianisten geen oververtegenwoordiging van een bepaalde nationaliteit. Bijna de helft (11/24) van de pianisten is afkomstig uit een niet-westers land. Opvallend zijn de landen Argentinië, Brazilië en Israël en de aanwezigheid van twee Scandinavische pianisten. Deze landen ben ik niet tegengekomen in de literatuur over klassieke muziek. Dit beaamt het idee dat pianisten in principe overal vandaan kunnen komen.
55
Tabel 4.2. Internationaal erkende pianisten Nr.
Naam
Nationaliteit
Woonachtig in
Genoemd in (x) verschillende bronnena
Totaal aantal keer genoemd:
Genoemd in (x) verschillende categorieënb
Aantal keer 1e plaatsc
1.
Murray Perahia
Londen
6
9
3
6
2. 3. 4. 5.
Leif Ove Andsnes Martha Argerich Marc-André Hamelin Paul Lewis
Kopenhagen Brussel Boston Londen
5 5 4 4
8 6 7 5
2 2 3 2
4 3 1 4
6. 7. 8. 9.
Nelson Freire Maurizio Pollini Ronald Brautigam Stephen Hough
Parijs Milaan Amsterdam Londen
4 4 4 3
5 4 4 5
2 2 2 2
1 1 0 3
10.
Vladimir Ashkenazy
Verenigde Staten Noorwegen Argentinië Canada GrootBrittannië Brazilië Italië Nederland GrootBrittannië / Australië Rusland
3
3
2
2
11. 12. 13.
Evgeny Kissin Pierre-Laurent Aimard Daniel Barenboim
Meggan (Zwitserland) New York New York Berlijn
3 3 3
3 3 3
2 2 2
2 1 0
14. 15.
András Schiff Piotr Anderszewski
New York Parijs
3 3
3 3
2 1
0 2
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Krystian Zimerman Alexandre Tharaud Jean-Efflam Bavouzet Håkon Austbø Angela Hewitt Yundi Li Garrick Ohlsson
3 2 2 2 2 2 2
3 6 3 2 2 2 2
1 2 2 2 2 2 2
0 0 0 1 1 1 1
23. 24.
Mitsuko Uchida Arcadi Volodos
2 2
2 2
2 2
1 1
Rusland Frankrijk Argentinië / Israël Hongarije Polen Polen Frankrijk Frankrijk Noorwegen Canada China Verenigde Staten Japan Rusland
a
Totaal zijn er 14 verschillende bronnen: 10 verschillende prijzen, drie deskundigen, één recensiewebsite Totaal zijn er drie categorieën: (1) prijzen, (2) specialisten en (3) recensies 1e betekent: de award van het jaar gekregen / 1e geworden van een bepaalde prijs. Een nominatie / een 2e of lagere plaats voor een bepaalde prijs tellen hier dus niet mee NB: De volgorde is bepaald door de hoogte van de cijfers bij de verschillende onderdelen. Hierbij geldt dat de onderdelen van links naar rechts zijn ingedeeld van zwaarst wegend tot minst zwaar wegend. Wanneer pianisten op alle onderdelen hetzelfde scoren is er een alfabetische volgorde gehanteerd. b c
Op
basis van bovenstaande
gegevens wordt
hypothese 4
bevestigd:
bij
internationaal erkende pianisten is er een grotere variatie in afkomst dan bij orkesten. Deze conclusie moet wel iets genuanceerd worden. Orkesten bestaan namelijk vaak uit een multinationale samenstelling van musici. In dit onderzoek ga ik uit van het land waar orkesten gevestigd zijn. De genoemde nationaliteit van pianisten is hun geboorteland. Veel pianisten migreren naar culturele centra. Van de 15 pianisten zijn er 10 woonachtig in een (vermoedelijk) centrale stad (Londen, New York, Parijs of Berlijn). Pianisten wonen regelmatig tijdelijk op een bepaalde plek.
56
4.1.3 Centrale steden voor klassiekemuziekuitvoeringen (het centrum) Om een uitspraak te kunnen doen over de relatieve autonomie van het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen, analyseer ik de resultaten aan de hand van de volgende hypotheses. Op deze manier analyseer ik tegelijkertijd de drie verschillende verklaringen vanuit de literatuur: (1) de padafhankelijke of cultuurhistorische verklaring (1c), (2) verklaringen vanuit het veld van cultuurproductie en cultuurverspreiding (1b) en (3) een economische verklaring (1a). Hypothese 1a: Als Global Cities ook centra zijn voor klassiekemuziekuitvoeringen zullen de volgende steden bovenaan staat: New York, Londen, Parijs, Tokyo, Hong Kong, Los Angeles, Singapore, Chicago, Seoul, Wenen, Amsterdam en Toronto.2
Hypothese 1b: Als steden met een hoge !Cultural Experience" ook centra zijn voor klassiekemuziekuitvoeringen stijgen: Londen, Parijs, Toronto, Los Angeles, dalen: Tokyo en Seoul, verdwijnen: Amsterdam, Hong Kong, Singapore en Wenen, en verschijnen: Moskou, Berlijn en Mexico City.3
Hypothese 1c: Als klassiekemuziekgeschiedenis bepalend is voor de hedendaagse positie van een stad in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen daalt: Los Angeles, stijgt: Wenen, verdwijnen: Tokyo, Seoul, Toronto, Moskou en Mexico City, en verschijnen: Boston, Salzburg en Leipzig. In tabel 4.3 is zichtbaar welke 46 steden de meest bezochte steden zijn voor klassiekemuziekuitvoeringen. Figuur 4.1 laat zien hoe de top 104 er uitziet. Alle steden uit de top 10 liggen in West-Europa of de Verenigde Staten. Deze gebieden worden aangegeven met de stippellijn. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk ga ik uitgebreid in op de verhoudingen tussen wereldgebieden. Nu gaat de focus uit naar de steden in de top 10: Londen, New York, Parijs, San Francisco, Berlijn, Salzburg, Los Angeles, Wenen, Boston, Amsterdam en Chicago. Dit betekent dat Global Cities voor een deel als voorspeller genomen kunnen worden voor klassiekemuzieksteden. Zeven van de 11 steden tevens een
2
Deze global cities zijn de eerste 10 genoemde steden in beide global city indices (fig. 2.6a en fig. 2.7).
3
Dit baseer ik op de eerste 10 steden in de lijst van cultural experience (fig. 2.6b).
4
Doordat Amsterdam en Chicago beide 10 keer genoemd worden, staan zij op een gedeelde 10de plaats en
bestaat de !top 10" uit 11 steden.
57
toptienstad voor global cities; Londen, New York, Parijs, Los Angeles, Boston, Amsterdam en Chicago (zie: hypothese 1a). Figuur 4.1. Top 10 wereldsteden voor klassiekemuziekuitvoeringen
In hypothese 1b wordt gesteld dat sommige steden meer centraal en sommige minder centraal liggen, als !cultural exprerience" voorspelt wat klassiekemuzieksteden zijn. Het merendeel van de voorspellingen klopt niet. Toronto is geen onderdeel van de top 10 van klassiekemuzieksteden en dus niet gestegen. Los Angeles is niet gestegen naar een top vijf plek, hetgeen wel gebeurt in de cultural experience lijst (fig. 2.4). In deze zelfde lijst daalt Tokyo, maar blijft deze stad wel in de top 10. In de top 10 van klassiekemuzieksteden komt Tokyo niet voor. Daarnaast wordt in hypothese 1b verondersteld dat Moskou, Berlijn en Mexico City verschijnen in de top 10. Alleen voor Berlijn is dat zo. Moskou en Mexico City blijken geen rol te spelen in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Als Cultural Experience een
adequate voorspeller zou zijn voor klassiekemuzieksteden staan
Amsterdam en Wenen niet in de top 10. Uit de resultaten blijkt echter dat deze steden wel degelijk in de top 10 staan, met respectievelijk een 10e en een 8e plek. Vijf steden uit de top 10 van klassieke muziek komen ook voor in de top 10 van cultural experience: Londen, New York, Parijs, Los Angeles en Berlijn. In die zin is cultural experience geen betere voorspeller dan global cities. Het is ook mogelijk de resultaten te vergelijken met andere categorieën uit de global cities index. De categorie Human Capital is deels gerangschikt op basis van het percentage mensen met een universitair diploma. Hoge kunst, als klassieke muziek, wordt voornamelijk geconsumeerd door hoogopgeleide mensen. Om die reden is het aannemelijk dat de steden in
de
top
van
Human
Capital
deels
overeenkomen
met
de
topsteden
voor
klassiekemuziekuitvoeringen. De top 10 steden in de categorie human capital zijn
58
achtereenvolgens: New York, Londen, Chicago, Los Angeles, Hong Kong, Singapore, Sydney, Boston en Toronto (zie: fig. 2.7). Vijf van deze steden (New York, Londen, Chicago, Los Angeles en Boston staan tevens in de top 10 van klassiekemuziekuitvoeringen. Deze overlap is net zo groot is als de eerder genoemde overlap van steden voor klassiekemuziekuitvoeringen en steden in de categorie cultural experience. Tabel 4.3. Centrum periferie hiërarchie, wereldsysteem van klassieke muziek: aan de hand van piano- en orkestuitvoeringen Nr.
Stad
Land
Aantal
Positie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. … 186
Londen New York Parijs San Francisco Berlijn Salzburg Los Angeles Wenen Boston Amsterdam Chicago Tokyo Washington, D.C. Luzern Edinburgh Glasgow Toronto Dresden Frankfurt München Boekarest Philadelphia Brussel Leipzig Rome Nishinomiya Luxemburg Madrid Ann Arbor Cleveland Verbier Zurich Kopenhagen Bonn Cologne Essen Hamburg Dundee Snape Milaan Costa Mesa Miami St. Louis Urbana Stockholm Lugano
Groot-Brittannië Verenigde Staten Frankrijk Verenigde Staten Duitsland Oostenrijk Verenigde Staten Oostenrijk Verenigde Staten Nederland Verenigde Staten Japan Verenigde Staten Zwitserland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Canada Duitsland Duitsland Duitsland Roemenië Verenigde Staten België Duitsland Italië Japan Luxemburg Spanje Verenigde Staten Verenigde Staten Zwitserland Zwitserland Denemarken Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Italië Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zweden Zwitserland
51. 37. 22. 20. 19. 18. 16. 14. 13. 11. 11. 8. 8. 8. 7. 7. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3.
1. 2. 3. 4. 5. 7. 8. 9. 10. 10. 10. 11. 11. 11. 12. 12. 13. 13. 13. 13. 13. 13. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15.
Totaal (n)
559
Het netwerk van klassieke muziek is meer autonoom ten opzichte van het systeem van cultuursteden (5/10) dan ten opzichte van het netwerk van global cities (7/12). Cultural experience voorspelt één belangrijke stad correct: Berlijn. Berlijn eindigt hoog in de
59
resultaten van dit onderzoek: de vijfde plek. Op basis van klassiekemuziekgeschiedenis (hypothese 1c) wordt een aantal steden juist voorspeld. Tokyo verdwijnt uit de top 10. Dit is op zichzelf correct. Toch eindigt Tokyo alsnog op de elfde plek, hetgeen niet te verwachten is op basis van de klassiekemuziekgeschiedenis. Naast Tokyo verdwijnen Seoul, Toronto, Moskou en Mexico City; steden die geen prominente rol spelen in de geschiedenis van klassieke muziek. Dit is terug te zien in de resultaten; deze steden hebben geen plek in de top 10. Zoals voorspeld in hypothese 1c daalt Los Angeles iets (van vijfde naar zevende). In hypothese 1c wordt ook terecht voorspeld dat de steden Boston en Salzburg stijgen. De
voorspelling
dat
Leizpig
onderdeel
is
van
het
centrum
van
klassiekemuziekuitvoeringen is niet geheel juist. De voorspelling dat Leipzig een rol inneemt in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen wel. Leipzig eindigt weliswaar niet binnen de top 10, maar heeft alsnog 14e plek. Hiermee lijkt de culturele geschiedenis van klassieke muziek een goede voorspeller te zijn voor de hiërarchieverdeling tussen steden. Opvallend is het grote verschil tussen de eerste twee steden, Londen en New York, en de derde stad Parijs. Londen wordt 51 keer bezocht en New York 37. Parijs wordt 22 keer bezocht. Londen en New York zijn hiermee duidelijk het middelpunt van het centrum. Vrijwel elke stad in de top 10 van klassieke muziek is voorspeld binnen hypothese 1 (weliswaar op verschillende gronden). De enige stad die ik niet zo centraal (4e) verwacht had is San Francisco. San Francisco dankt deze centrale positie voor een groot deel aan de San Francisco Symphony, dat veelal binnen haar eigen stad musiceert. Vijf - van de 20 geselecteerde - concerten van dit orkest vinden plaats in San Francisco (zie: bijlage 2). Dat betekent dat San Francisco, zonder de concerten van dit orkest meet te tellen, alsnog 15 keer bezocht is. Daarmee zou San Francisco zevende eindigen, net boven Wenen. San Francisco is in de Verenigde Staten één van de belangrijkste centra voor hoge kunst (Blau, 1986: p. 69). Dat San Francisco in de categorie cultural experience slechts op de drieëntwintigste plaats staat is daarom merkwaardig. Het zegt iets over de operationalisering van deze categorie, die vooral gericht is op populaire cultuur. De hoge positie van San Francisco binnen het systeem van klassieke muziek bevestigt dat San Francisco een belangrijk centrum is voor hoge kunst. Een ander opmerkelijke uitkomst is dat Salzburg hoger eindigt dan Wenen. Wenen heeft binnen de klassiekemuziekgeschiedenis een zeer prominente positie. De hoge positie van Salzburg komt vooral door de piano-uitvoeringen. Van de totaal 18 concerten in Salzburg worden er 12 uitgevoerd door een pianist. Wenen wordt door pianisten vijf keer bezocht. Bij de orkestuitvoeringen eindigt Wenen aanzienlijk hoger dan Salzburg. In de volgende paragraaf zal ik uitgebreider ingaan op deze verschillen. Het grote aantal concerten in
60
Salzburg wordt voor een groot deel teweeg gebracht doordat hier twee keer per jaar het festival !Salzburg Festspiele" plaatsvindt. Tot slot had ik op basis van de beschreven muziekgeschiedenis niet verwacht dat Amsterdam in de top 10 zou eindigen. Tegelijkertijd staat Amsterdam redelijk hoog in de verschillende global city indices. Achtste in de global city index van The Memorial Foundation (fig. 2.8) en 12e in de cultural experience (fig. 2.4). Het Koninklijk Concertgebouworkest uit Amsterdam krijgt veel internationale erkenning. Zij maken tours langs verscheidene internationale centra (zie bijlage 2). Het kan zijn dat er een uitwisseling van orkesten plaatsvindt tussen concertzalen. In dat geval zal de positie van Amsterdam versterkt worden, door de internationale status van het Koninklijk Concertgebouworkest. De relatieve autonomie kan ook gescoord worden in een percentage. Waarbij 100% staat voor: maximaal autonoom en 0% voor maximaal heteronoom. Hoe groter de overlap, hoe lager het percentage. Hiervoor heb ik de volgende eenvoudige formule gemaakt: Relatieve autonomie (RA) = 100 – (100 / totaal x aantal overlappende steden). Aan de hand van deze scores behandel ik de volgende hypothese.
Hypothese 2: Als klassieke muziek een relatief autonoom netwerk heeft, komen er veel steden voor die niet genoemd worden in de global cities indices.
Bij de eerste 46 steden staan 23 steden die tevens in de eerste 46 global cities voorkomen. Dat is een overlap van 50,0% of een RA-score van 50%. Steden die niet verwacht werden op basis van de global city index, staan vooral in de semi-periferie. De semi-periferie definieer ik in dit onderzoek als volgt: steden na de top 10, en tot aan minimaal drie keer bezocht. Hier is een overlap van 10 van de 34 steden, en dus een RA-score van 70,6%. Hierbij vergelijk ik de semi-periferie met de steden 11-46 van de global city index (zie: fig. 2.7). In de top 10 is Salzburg de enige stad die niet voorkomt in de top 60 van de global city index. Toch blijkt uit de bespreking van hypothese 1c dat er nog vier andere steden zijn die niet in de top 10 van global cities staan (San Francisco, Berlijn, Wenen en Boston). Dus de RA-score van het centrum van klassieke muziek ten opzichte van het centrum van global cities is 41,6%. Hoe groot is deze relatieve autonomie? Om hier antwoord op te kunnen geven zou ik cijfers moeten hebben van vergelijkbare analyses. Los van Salzburg is de top 10 als geheel wellicht niet heel verrassend. De volgorde van de top-10-steden is dat wel. Alleen Parijs staat op dezelfde positie als in de Global Cities index (zie: fig. 2.7). Ook dit zegt iets over de relatieve autonomie van het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. De afwijkende
61
volgorde van steden in de top 10 bevestigt de relatieve autonomie van het systeem. Door haar eigen mechanismen komen steden op andere posities terecht dan gebruikelijk. Terugkomend op hypohese 2 betekent dit het volgende. Vooral de semi-periferie is relatief autonoom (RA-score 70,6%). Naast bekende grote steden, zijn er verschillende kleinere steden die een positie innemen in de semi-periferie van het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Welke steden dit zijn zal ik in de volgende paragraaf beschrijven. De centrale steden van de vergeleken netwerken (klassieke muziek en global cities) komen meer overeen dan steden in de semi-periferie.
4.1.4 Semiperifere steden voor klassiekemuziekuitvoeringen In figuur 4.2 is zichtbaar hoe de steden uit het centrum en de semi-periferie zich tot elkaar verhouden. Figuur 4.2 is een visualisatie van tabel 4.3. Aan de hand van hypothese 3 zal ik beschrijven welke steden de semi-periferie vormen binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Vanuit de in kaart gebrachte reizen door Mozart (fig. 2.1 en fig. 2.2) lijkt het logisch dat musici steden bezoeken in de buurt van grote steden.
Hypothese 3: Semiperifere steden voor klassieke muziek liggen veelal in de buurt van centra voor klassieke muziek.
In de resultaten van dit onderzoek komt een ander patroon naar voren. Er is slechts een aantal steden, dat hun positie dankt aan het feit dat zij een substad is. Toch liggen alle steden wel opvallend dicht bij elkaar. De meeste steden kunnen onderverdeeld worden in drie gebieden: Noord-West-Europa, de kuststreek van het Noord-Oosten van de Verenigde Staten en de kuststreek van het Zuid-Westen van de Verenigde Staten. Mozart maakte een tour volgens een logisch traject, bijvoorbeeld: Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Haarlem, Utrecht. Pianisten reizen tegenwoordig op een andere manier. Het komt voor dat een pianist de ene dag in New York speelt, de volgende dag in Tokyo en twee dagen daarna in Boston. Orkesten reizen minder flexibel, maar vliegen soms ook voor slechts één of twee concerten naar de andere kant van de wereld. De betere mogelijkheden om te reizen dragen er wellicht aan bij dat substeden minder bezocht worden. Het lage aantal substeden kan te maken hebben met de gestratificeerde steekproef van dit onderzoek. Steden die vaker bezocht werden, kregen voorrang in de selectie. Als een stad in de buurt van een centrale stad één keer werd bezocht, is de kans klein dat deze ook geselecteerd werd voor de steekproef van dit onderzoek. Toch zouden deze !substeden" naar voren moeten komen, wanneer zij met regelmatig bezocht worden.
62
Figuur 4.2. Hiërarchie wereldsteden voor klassiekemuziekuitvoeringen
Totaal (n) = 559 Steden 35-55 maal bezocht: Londen (LON), New York (NY) Steden 11-34 maal bezocht: Amsterdam (AMS), Berlijn (BER), Boston (BOS), Chicago (CHI), Los Angeles (LA), Parijs (PAR), Salzburg (SAL), San Francisco (SF), Wenen (WEN) Steden 3-10 maal bezocht: Ann Arbor (ANN), Boekarest (BOE), Bonn (BON), Brussel (BRU), Cleveland (CLE), Cologne, COL), Costa Mesa (CM), Dresden (DRE), Dundee (DUN), Edinburgh (EDI), Essen (ESS), Frankfurt (FRA), Glasgow (GLA), Hamburg (HAM), Kopenhagen (KOP), Leipzig (LEI), Lugano (LUG), Luxemburg (LUX), Luzern (LUZ), Madrid (MAD), Miami (MIA), Milaan (MIL), München (MÜN), Nishinomiya (NIS), Philadelphia (PHI), Rome (ROM), Snape (SNA), St. Louis (SL), Stockholm (STO), Tokyo (TOK), Toronto (TOR), Urbana (URB), Verbier (VER), Washington, D.C. (WAS), Zurich (ZUR).
In de resultaten van dit onderzoek komt niet naar voren dat de semi-periferie grotendeels bestaat uit substeden van centra. Hiermee is hypothese 3 gefalsificeerd. Voor slechts één stad lijkt een vergelijkbaar principe als in hypothese 3 te gelden: de Japanse stad Nishinomiya. Nishinomiya is de hoofdstad van de Japanse prefectuur (vergelijkbaar met een 63
provincie) Hyogo. Veel orkesten die een bezoek brengen aan Tokyo, maken direct een uitgebreide tour door Japan. Het kan zijn dat Nishinomiya zijn bezoeken indirect te danken heeft aan de meer centrale stad Tokyo. Doordat ik gekozen heb de top 10 aan te duiden als het centrum valt Tokyo (op de elfde plek) net in de semi-periferie. Als niet de substeden van centra de semi-periferie vormen, welke steden doen dit dan wel? Welke steden in de semi-periferie konden niet verwacht worden op basis van de global city indices? Sommige steden worden minder vaak bezocht dan je zou verwachten op basis van hun cultureel kapitaal. Toronto, Moskou en Mexico City staan in de top 10 van steden op basis van cultural experience (fig. 2.4). Toronto eindigt in dit onderzoek op de 13e plaats. Moskou en Mexico City vallen zelfs compleet buiten het systeem, omdat zij nul keer bezocht zijn. Andere steden die vrijwel geheel buiten het systeem vallen, zijn grote steden uit Australië. Sydney staat 16e in de global city index (fig. 2.7) en heeft een internationaal geroemde concertzaal. Desalniettemin werd Sydney slechts één keer bezocht. De enige andere stad uit Australië die werd bezocht is Perth (tweemaal). Sydney staat op de 36e plaats, op basis van cultural experience. Dit is al een aanwijzing dat Sydney zijn 16e positie in de global city index niet te danken heeft aan haar cultureel kapitaal. Daarnaast speelt Australië geen rol in de geschiedenis van westerse klassieke muziek. De geschiedenis van klassieke muziek blijkt (op basis van hypothese 1c) effect te hebben op de centraliteit van een stad vandaag de dag. In lijsten met internationaal erkende musici (zie: bijlage 1) komen vrijwel geen Australische musici voor. Bij orkesten werd alleen het Australian Chamber Choir genoemd (als één van de 121 recensies). Stephen Hough is één van de 15 geselecteerde pianisten. Deze pianist is in Groot-Brittannië geboren, maar heeft een aantal jaren geleden het Australische staatsburgerschap in ontvangst genomen toen hij hier langere tijd woonde. Als er sprake is van een uitwisseling van (orkest)muziek, heeft Australië vrij weinig te bieden, waardoor zij wellicht ook minder terug krijgt. Al deze factoren verklaren de afwezigheid van steden uit Australië in het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Er zijn ook kleinere steden die wel een semiperifere positie hebben binnen het wereldsysteem van klassieke muziek. Luzern, Lugano en Verbier, drie Zwitserse steden, zijn hier een voorbeeld van. Met name de centrale positie (elfde) van Luzern kwam voor mij als een verrassing. Maar ook Verbier, vooral bekend als skioord, eindigt nog boven grote steden als Milaan en Miami. Een logische verklaring is een jaarlijks terugkerend internationaal muziekfestival in de steden. In Verbier is dat het Verbier Festival5, in Luzern het Lucerne
5
http://www.verbierfestival.com/, geraadpleegd op 08 april 2010
64
Festival6. De semiperifere positie van Lugano verdient enige nuance. Het Lugano Festival7 werd totaal drie keer bezocht, maar slechts door één musicus: Martha Argerich. Dit is een vast onderdeel van het festival. Aangezien er geen andere musici komen uit de selectie, zou ik niet willen beweren dat Lugano een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de semi-periferie. Toch zijn de organisatoren erin geslaagd Lugano op de internationale kaart (van dit onderzoek) te zetten via de Argentijnse pianiste Martha Argerich. Dat is een interessant gegeven. De status van deze pianiste geeft haar de macht Lugano te legitimeren tot een internationaal centrum voor klassieke muziek. Andere voorbeelden uit Europa zijn Boekarest en Snape. Alle vijf genoemde concerten (bijlage 2) vinden plaats in september. Sinds 19538 wordt hier jaarlijks het Internationale festival George Enescu gehouden (Botstein, 1997: p. 143). Het George Enescu festival is een van de grootste festivals voor klassieke muziek in Oost-Europa9 voor klassieke muziek. Met dank aan dit festival is Boekarest in dit onderzoek de meest centraal gelegen Oost-Europese stad. De allerkleinste plaats in de semi-periferie is Snape. Snape is een dorpje in Groot-Brittannië dat bestaat uit ongeveer drie straten. Het dorpje staat vooral bekend om de Snape Maltings, een serie bijzondere gebouwen. Ieder jaar wordt er in het nabij gelegen Aldeburg een internationaal festival gehouden, het Aldeburgh Festival. De Snape Maltings Concert Hall is de belangrijkste concertzaal voor dit festival (Cranbrook & Gifford, 1969: p. 740; Clinch, 1997: p. 40; Goodwin, 1960: p. 503). Net als in Lugano is er aan dit festival een internationaal erkende pianist verbonden. De Franse pianist PierreLaurent Aimard is hier in 2009 aangesteld als artistiek directeur. In de semi-periferie liggen vier opmerkelijke Amerikaanse steden: Costa Mesa, St. Louis, Ann Arbor en Urbana. Dit zijn allevier relatief kleine steden. Dat zij toch een plek hebben binnen de semi-periferie van het wereldsysteem van klassieke muziek kan te maken hebben met het volgende. St. Louis heeft het op twee na oudste orkest van de Verenigde Staten, het Saint Louis Symphony Orchestra. Het orkest is verbonden aan de Powell Symphony Hall 10. Deze zaal werd in totaal drie keer bezocht door een pianist, waarmee St. Louis een plek verwerft binnen de semi-periferie van het systeem van klassieke muziekvoeringen. Een andere stad die drie keer werd bezocht is Costa Mesa. Costa Mesa ligt nagenoeg in Los Angeles. In de jaren zestig besloot een aantal gezaghebbende mensen
6
http://www.lucernefestival.ch/en/, geraadpleegd op 08 april 2010
7
http://www.luganofestival.ch/, geraadpleegd op 14 april 2010
8
http://www.festivalenescu.ro/eng/program.html, geraadpleegd op 14 april 2010
9
http://en.wikipedia.org/wiki/George_Enescu_Festival, geraadpleegd op 14 april 2010
10
http://en.wikipedia.org/wiki/St._Louis#Entertainment_and_performing_arts, geraadpleegd op 08 april2010
65
om in Costa Mesa een kunstcomplex van wereldklasse op te richten. Zo ontstond het Orange County Performing Arts Center11. Het Orange County Performing Arts Center is een bekende zaal in de streek Orange County waar veel gebeurt op cultureel vlak (Wealthersby (1999: p. 18; Polyak, 2002: p. 142). De hoge status van de zalen kan de reden zijn dat internationaal erkende musici in deze stad optreden. In de steden Urbana en Ann Arbor staan de hoog aangeschreven University of Illinois en de University of Michigan. Deze universiteiten trekken veel mensen aan met cultureel kapitaal. Zodoende beschikken de steden over een passend publiek voor klassieke muziek. He!ler (2008: p. 314) beschrijft dat er al eeuwen lang "scientific creative milieus# bestaan. Het publiek van hoge kunst bestaat grotendeels uit hoogopgeleide mensen (Bourdieu, 1984: p. 63). Deze mechanismen zijn ook toepasbaar op het centraal gelegen San Francisco. Hier staan de belangrijkste universiteiten van California. Dit verklaart waarom San Francisco het centrum voor hoge cultuur is in de staat California. De zalen in San Francisco trekken veel internationale musici aan (Serinus, 2009: p. 20).
4.1.5 Kenmerken die van invloed zijn op de centraliteit van een stad Vanuit de bovenstaande analyse onderscheid ik acht kenmerken die een versterkend effect kunnen
hebben
op
de
centraliteit
van
een
stad
binnen
het
systeem
van
klassiekemuziekuitvoeringen. Het is de vraag of deze regels te generaliseren zijn naar andere (culturele) wereldsystemen. Kenmerken die een stad helpen een centrale positie te verwerven binnen het systeem van klassieke muziek zijn de volgende. Een centrale positie binnen het internationale netwerk van (1) global cities verhoogt de kans op een centrale positie binnen het systeem van klassieke muziek. Zeven van de elf steden uit de top 10 van klassiekemuzieksteden, staan in de top 10 van global cities. Als een stad in de (2) klassiekemuziekgeschiedenis een centrale rol speelde, is de kans groot dat de stad dit nog steeds doet. Wanneer een stad een centrum is voor (3) cultuur in brede zin kan dit een voorspeller zijn voor centraliteit in het systeem van klassieke muziek. Berlijn is hier een voorbeeld van. Dit kenmerk kan tegelijkertijd misleidend zijn. San Francisco staat qua cultural experience op de 23e plaats, en is de vierde stad in het systeem van klassieke muziek. Dit kan verklaard worden door (a) de relatieve autonomie van het netwerk van klassieke muziek of (b) een specifieke operationalisatie van cultural experience die erg gericht is op "de ervaring# van cultuur. Een ander kenmerk is het samengaan van wetenschap en cultuur. Een (4) hoge concentratie van mensen met cultureel kapitaal creëert een publiek voor klassieke muziek. 11
http://en.wikipedia.org/wiki/Orange_County_Performing_Arts_Center, geraadpleegd op 08 april 2010
66
De laatst genoemde twee kenmerken zijn meer specifiek en hebben te maken met het proces van consecratie binnen het culturele veld. Uit de analyse komen meerdere kleinere steden naar voren die hun centrale positie danken aan (5) een internationaal festival. Een festival met een hoge status, trekt internationale musici aan. Het Lucerne Festival is hier het beste voorbeeld van. Iedere zomer reizen orkesten van over de hele wereld naar dit stadje (ongeveer 75.000 inwoners) in Zwitserland. De status van een festival is voor een groot deel afhankelijk van de mening van gezaghebbende critici. Wanneer zij lovend schrijven over een festival, kan dit de status verheffen. Meer status betekent meer publiek en dus meer geld. Met meer geld kan een festival internationaal erkende musici programmeren. Toch zal het niet alleen met geld te maken hebben. Sommige festivals hebben een dusdanige status verworven dat musici hier gezien willen worden. Een ander kenmerk dat naar voren komt uit de analyse heeft te maken met deze festivals. (6) Internationaal erkende musici worden ingezet om de status van een festival te verhogen. Twee voorbeelden hiervan zijn: de jaarlijkse aanwezigheid van Martha Argerich op het Lugano Festival en de aanstelling van Pierre-Laurent Aimard als artistiek directeur van het Aldeburgh Festival. Beide pianisten zijn onderdeel van de 15 geselecteerde pianisten voor dit onderzoek. Als een festival een bekende naam weet aan te trekken, kan dit leiden tot een hogere internationale status. Deze status kan effect hebben op de centraliteit van een stad. In de resultaten van dit onderzoek valt ook op dat veel steden die hoog scoren, steden zijn met een internationaal erkend orkest. Wellicht dat steden hun orkesten uitwisselen. Uit de resultaten komt naar voren dat het hebben van (7) een bekende zaal kan bijdragen aan een hogere centraliteit. Het Orange County Performing Arts Center in Costa Mesa werd opgericht door een gezelschap van muziekliefhebbers dat een podium wilde bieden aan internationale musici. Krap een halve eeuw later blijkt dit initiatief geslaagd, gezien de semi-perifere positie van het kleine Costa Mesa. Alle bovengenoemde kenmerken kunnen een aanwijzing zijn voor centraliteit. Geen van de kenmerken staat garant voor een centrale positie in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Het laatst genoemde kenmerk, een bekende zaal, heeft voor Sydney geen doorslaggevend effect. Een combinatie van kenmerken maakt de kans op een hogere centraliteit groter. Tot slot is een overkoepeld kenmerk (8): geld. De steden en gebieden die bezocht worden door de internationaal erkende musici zijn rijke gebieden, zoals bijvoorbeeld Verbier en Orange County. Dit geldt uiteraard ook voor alle global cities die tevens als centra fungeren voor klassiekemuziekuitvoeringen. Geld alleen lijkt niet genoeg, maar gebieden
67
waar geen geld (over) is voor klassieke muziek vallen buiten de kaart. Klassieke muziek als vorm van hoge kunst is een dure vorm van cultuur, blijkt uit de literatuur. Veel global cities beschikken over de bovenstaande voorzieningen. Vanuit de literatuur (bijvoorbeeld: Scott, 2004: p. 466) en de resultaten van dit onderzoek blijkt echter dat sommige global cities deficiënt zijn op het gebied van cultuurproductie. Omdat het gegeven of een stad al dan niet een global city is, in veel gevallen een verhogend effect heeft op de centraliteit van een stad, noem ik !global city ja/nee" apart als kenmerk. Sommige kleinere steden voldoen aan bepaalde kenmerken waar sommige grote steden in tekortschieten. Het kan daardoor voorkomen dat een grote stad als Sydney (16e in de global cities index) minder centraal ligt dan een stadje als Snape.
4.1.5.1 Specifieke kenmerken en relatieve autonomie De
besproken
kenmerken
verhogen
de
centraliteit
!binnen
het
systeem
van
klassiekemuziekuitvoeringen". Een internationaal festival voor klassieke muziek hoeft geen effect te hebben op de economische positie van een stad. Een aantal kenmerken heeft te maken met het proces van consecratie. De macht van gezaghebbende personen binnen een cultureel systeem om musici of festivals te legitimeren, verhoogt de onvoorspelbaarheid van centraliteit. Waarom sommige zalen veel en andere zalen weinig of niet bezocht worden, kan afhankelijk zijn van subtiele overwegingen. Musici worden wellicht op bepaalde locaties liever gezien, zonder dat dit hen per se meer oplevert in financiële zin. Het geheel van subtiele mechanismen, regels en tradities kan leiden tot onvoorspelbare uitkomsten. De positie van steden met festivals als Luzern, Boekarest en Snape werd op basis van de literatuur niet verwacht. Niet-verwachte steden vergroten de relatieve autonomie van het netwerk. Hieruit komt naar voren hoe specifieke kenmerken van een systeem een vergrotend effect kunnen hebben op de relatieve autonomie.
4.1.6 Concluderend In hoofdstuk 2 stel ik dat getalenteerde pianisten in principe overal ter wereld geboren kunnen worden. De lijst met internationaal erkende pianisten (tabel 4.2) bevestigt dit. De pianisten zijn afkomstig uit alle continenten, uitgezonderd Afrika. Het vermoeden dat orkesten voornamelijk afkomstig zijn uit traditionele westerse landen klopt ook. Van de 15 geselecteerde orkesten zijn er 14 afkomstig uit West-Europa of de Verenigde Staten. Uit de data komt naar voren dat musici worden aangetrokken door artistieke netwerken die veelal gevestigd zijn in grote steden. Ondanks de grote variëteit in het land van herkomst, woont het merendeel van pianisten in centrale steden. Dit komt overeen met de theorie van While
68
(2003: p. 253). Hij beschrijft hoe centra voor cultuur magnetische werking hebben op kunsthandelaren en artiesten. Zoals voorspeld bestaat er een overlap van economische- en culturele centra (Scott, 1997: p. 325; Kloosterman, 2007: p. 187). Bekende economische centra als Londen, New York, Parijs, Los Angeles, Wenen, Amsterdam en Chicago zijn tevens centra binnen het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Het centrum bestaat daarnaast uit steden die binnen het netwerk van global cities niet centraal gelegen zijn: San Francisco, Berlijn, Salzburg en Boston. Bourdieu (1983: pp. 319-320) onderscheidt heteronome en autonome principes. Verschillende mechanismen voor centraliteit binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen kunnen geschaard worden onder autonome principes. Deze mechanismen vergroten de relatieve autonomie van het systeem. Uitgedrukt in een percentage heeft het centrum voor klassieke muziek een RA-score (100 – (100 / totaal x aantal overlappende steden)=) 41,6% ten opzichte van het centrum van global cities. Hoe verder van het centrum, hoe hoger de relatieve autonomie. De semi-periferie (steden na de top 10 tot aan minimaal drie keer bezocht) heeft een RA-score van 70,6% ten opzichte van de steden 11-46 van de global city index. Opvallend is de geringe overlap van cultuursteden in brede zin en steden voor klassiekemuziekuitvoeringen. Tegen de verwachting in blijkt cultural experience een beperkte voorspeller om steden voor klassieke muziek te traceren. Dit illustreert de eigengereidheid van het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen.
4.2 Specifieke inhoudsanalyse van de data De tot nu toe besproken resultaten zijn gebaseerd op het totaal van orkest- en pianouitvoeringen. In deze paragraaf zal ik specifieker ingaan op de data door de concertlocaties van orkesten en pianisten te vergelijken. Verschillen tussen deze categorieën leiden tot de verwachting dat het systeem kan verschuiven wanneer er meer categorieën worden opgenomen in het onderzoek. Het opnemen van bijvoorbeeld opera-uitvoeringen zou een verschuiving richting Italië kunnen bewerkstelligen, doordat Italië een centrale historische rol heeft in de wereld van opera!s. Voordat ik in ga op het verschil in steden, gaat de focus uit naar de manier waarop orkesten en pianisten zich bewegen. In hoofdstuk 2 heb ik besproken dat pianisten flexibeler zijn dan orkesten. Is dit terug te zien in de resultaten, en hoe? Aan de hand van twee hypotheses zal ik de data nader beschouwen. .
69
4.3.1 Flexibiliteit en cultuuruitwisseling Op basis van literatuur (Adorno, 1991; Crane, 1992; Turley, 2001) en logisch beredeneren concludeer ik in hoofdstuk 2 dat pianisten flexibeler zijn om te reizen dan orkesten. Aan de hand van de volgende hypothese zal ik deze conclusie analyseren.
Hypothese 5: Het aantal bezochte steden door pianisten is hoger dan dat van orkesten.
Om de hypothese te toetsen maak ik gebruik van de tabellen 4.4, 4.5 en 4.6. Tijdens het analyseren van concertagenda!s werd het mij al snel duidelijk dat orkesten minder mobiel zijn dan pianisten. Vrijwel alle orkesten zijn gekoppeld aan een concertgebouw. Negen van de 10 keer spelen zij "thuis!. Om die reden heb ik voor tabel 4.4 alleen het totaal aantal verschillende locaties geteld dat door orkesten en pianisten bezocht werd in de aangegeven periode. Tabel 4.5 en 4.6 geven een hiërarchie van steden weer, op basis van de voor dit onderzoek geselecteerde concerten (bijlage 2). Hieruit komt het volgende naar voren. De 271 geselecteerde orkestrale concerten zijn verspreid over 107 steden. Bij pianisten ligt het aantal steden hoger. Hier zijn de 298 concerten verspreid over 122 steden. Het hogere aantal steden bij pianisten komt voort uit het feit dat hier meer steden zijn die slechts één keer bezocht worden. Dit is in bijlage 3 te zien. Uit de steekproef van orkestrale concerten komen 61 steden naar voren die slechts één keer bezocht werden. Deze steden duid ik aan als de periferie. Bij pianisten ligt dit aantal hoger. Uit de selectie komen vijfenzeventig perifere steden naar voren. Doordat steden die vaker bezocht werden voorrang kregen in de gestratificeerde steekproef, zijn er veel perifere steden uit de steekproef gefilterd. Het is aannemelijk dat het verschil tussen orkesten en pianisten anders nog groter zou zijn. De pianisten bezochten in dezelfde periode namelijk gemiddeld ruim anderhalf keer zoveel locaties als de orkesten (zie: tab. 4.4). Het is duidelijk zichtbaar dat orkesten meer aan hun land gebonden zijn dan pianisten. Het percentage locaties in het buitenland ligt bij orkesten (58,1%) ruim 17% lager dan bij pianisten (75,2%). Vrijwel alle locaties die meer dan één keer bezocht zijn, zijn opgenomen in de steekproef. Veel van de niet opgenomen locaties zullen zodoende perifeer gelegen zijn. Het aantal niet meegenomen locaties is bij pianisten is aanzienlijk hoger dan bij orkesten. Een grotere steekproef zal daarom waarschijnlijk het verschil tussen "het totaal aantal bezochte steden tussen pianisten en orkesten! vergroten. Deze speculaties zijn niet nodig om hypothese 5 te bevestigen. Uit de data van dit onderzoek blijkt al dat het aantal bezochte steden door pianisten hoger is dan dat van orkesten.
70
Tabel 4.4. Totaal aantal locaties de geselecteerde orkesten en pianisten bezoeken in een periode van 2 - 2,5 jaar, tussen januari 2008 en september 2010. Categorie
Binnenland
Buitenland
Totaal
Percentage buitenland
Orkesten Pianisten
145 132
200 400
344 532
58,1% 75,2%
Tabel 4.5. Centrum periferie hiërarchie, wereldsysteem van klassieke muziek: orkestuitvoeringen Nr.
Stad
Land
Aantal
Positie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. … 107
Londen New York Parijs Wenen San Francisco Amsterdam Berlijn Edinburg Tokyo Salzburg Los Angeles Luzern Frankfurt Chicago Dresden München Glasgow Luxemburg Brussel Cologne Nishinomiya Madrid Ann Arbor Costa Mesa Urbana Perth Essen Garmisch-Partenkirchen Athene Aberdeen Dundee Inverness Budapest Kawasaki Grafenegg Linz Boekarest Praag Abu Dhabi Boston Brookville Miami Philadelphia Washington, D.C. Seoul Stockholm
Groot-Brittannië Verenigde Staten Frankrijk Oostenrijk Verenigde Staten Nederland Duitsland Groot-Brittannië Japan Oostenrijk Verenigde Staten Zwitserland Duitsland Verenigde Staten Duitsland Duitsland Groot-Brittannië Luxemburg België Duitsland Japan Spanje Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Australië Duitsland Duitsland Griekenland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Hongarije Japan Oostenrijk Oostenrijk Roemenië Tsjechië Verenigde Arabische Emiraten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zuid-Korea Zweden
25. 17. 10. 9. 8. 6. 6. 6. 6. 6. 6. 6. 5. 5. 4. 4. 4. 4. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 6. 6. 6. 6. 6. 6. 7. 7. 8. 8. 8. 8. 9. 9. 9. 9. 9. 9. 9. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10.
Totaal (n)
261
71
Tabel 4.6. Centrum periferie hiërarchie, wereldsysteem van klassieke muziek: piano-uitvoeringen Nr.
Stad
Land
Aantal
Positie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. … 122
Londen New York Berlijn San Francisco Parijs Salzburg Boston Los Angeles Chicago Washington, D.C. Amsterdam Wenen Toronto Leipzig Rome Verbier Bonn Glasgow Boekarest Cleveland Philadelphia St. Louis Lugano Zurich Montréal Vancouver Kopenhagen Hamburg Birmingham Leicester Manchester Aldeburgh Tel Aviv Milaan Tokyo Baltimore Berkeley Houston Indianapolis Lenox Minneapolis Newark North Bethesda Portland Lausanne Luzern
Groot-Brittannië Verenigde Staten Duitsland Verenigde Staten Frankrijk Oostenrijk Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Nederland Oostenrijk Canada Duitsland Italië Zwitserland Duitsland Groot-Brittannië Roemenië Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zwitserland Zwitserland Canada Canada Denemarken Duitsland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Israel Italië Japan Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zwitserland Zwitserland
26. 20. 13. 13. 12. 12. 11. 10. 6. 6. 5. 5. 4. 4. 4. 4. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2.
1. 2. 3. 3. 4. 4. 5. 6. 7. 7. 8. 8. 9. 9. 9. 9. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11.
Totaal (n)
298
4.3.2 Locaties voor orkesten en locaties voor pianisten Uit de analyse naar aanleiding van hypothese 5 komt naar voren dat pianisten een hoger aantal verschillende steden bezoeken dan orkesten. Aan de hand van hypothese 6 zal ik beschrijven waar deze steden liggen. De kosten van een orkestuitvoering zijn aanzienlijk hoger dan de kosten van een piano-uitvoering. Op basis hiervan verwacht ik dat orkesten meer geprogrammeerd worden door de rijkere steden. Deze steden liggen grotendeels in westerse wereldgebieden. Aan de hand van de volgende hypothese analyseer ik of dit in mijn resultaten wordt bevestigd.
72
Hypothese 6: De steden die door orkesten worden bezocht zijn meer geconcentreerd in westerse wereldgebieden dan de steden die pianisten worden bezocht.
Tegen mijn verwachting in leggen pianisten geen grotere afstanden af. Het percentage locaties in West-Europa en de Verenigde Staten is bij pianisten hoger dan bij orkesten (zie: tab. 4.7 en tab. 4.8). Bij pianisten is ongeveer 93% van de bezochte locaties gelegen in West-Europa of de Verenigde Staten. Bij orkesten ligt dit percentage ongeveer 5% lager. Ondanks het kleine verschil is dit opmerkelijk omdat het tegen de (in hypothese 6 geformuleerde) verwachting in gaat. Het kleine verschil wordt vooral veroorzaakt door het verschil in concerten in Pacific Asia. Orkesten bezochten steden in dit wereldgebied vier keer meer dan pianisten. Een pragmatische verklaring is het verschil in kosten om te reizen. De hoge kosten voor orkesten kunnen aanleiding zijn om direct een hele tour te maken door bijvoorbeeld Japan. Voor pianisten is het minder nadelig om alleen een bezoek aan Tokyo te brengen. Dit wordt bevestigd in de resultaten (bijlage 3). Orkesten bezochten naast Tokyo nog zes andere locaties in Japan. Door de pianisten werd naast Tokyo één andere Japanse stad bezocht.
Tabel 4.7. Verdeling orkestconcerten over wereldgebieden Gebied
Aantal
Relatief
West-Europa De Verenigde Staten Pacific Asia Oost-Europa Australië Azië Canada Zuid-Amerika
155 74 16 10 2 2 1 1
59,39% 28,35% 6,13% 3,83% 0,77% 0,77% 0,38% 0,38%
Totaal (n):
261
100%
87,74%
Tabel 4.8. Verdeling pianoconcerten over wereldgebieden Gebied
Aantal
Relatief
West-Europa De Verenigde Staten Canada Pacific Asia Oost-Europa Australië Azië Zuid-Amerika
161 116 9 4 4 2 2 0
54,03% 38,93% 3,02% 1,34% 1,34% 0,67% 0,67% 0%
Totaal (n):
298
100%
91,95 92,96%
De hierboven gepresenteerde resultaten verwerpen hypothese 6. Het is niet zo dat de steden die orkesten bezoeken meer geconcentreerd zijn in westerse wereldgebieden dan de
73
steden van pianisten. De perifere steden vaker werden bezocht door pianisten zijn voor een groot deel gelegen in West-Europa en de Verenigde Staten (zie: bijlage 3). Flexibiliteit speelt een rol, aangezien pianisten meer perifere steden bezoeken. De flexibiliteit van pianisten zorgt er echter niet voor dat zij door meer niet-westerse bieden steden geprogrammeerd worden. Dit bevestigt het westerse karakter van klassieke muziek. In tabel 4.7 en 4.8 staat nog een aantal opmerkelijk uitkomsten. Canada is door pianisten het derde meest bezochte wereldgebied en door orkesten het één na laatste. OostEuropa is voor orkesten populairder. Deze kleine verschillen laten zien dat het interessant is wereldsystemen zeer specifiek en genuanceerd te analyseren. De lijsten met plaatsnamen (zie: tab. 45 en 4.6) wijken inhoudelijk op een aantal punten af. Als het gaat over centraliteit eindigt Wenen bij orkesten op de vierde plaats en bij pianisten achtste. Met Salzburg is dit andersom. Salzburg wordt door pianisten vaker bezocht dan door orkesten. Dit kan wijzen op een verdeling binnen een land, waarbij steden zich profileren aan de hand van één muziekcategorie. Een ander opmerkelijk verschil is de positie van Berlijn. Berlijn neemt bij pianoconcerten de derde positie over van Parijs. Voor orkesten is Berlijn minder aantrekkelijk; hierbij eindigt de stad op een zesde plaats. Tokyo dankt zijn positie in het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen grotendeels aan de orkestuitvoeringen. Hier eindigt Tokyo op een zesde plaats. Evenzo hebben veel semi-perifere steden hun positie te danken aan óf orkestuitvoeringen óf pianouitvoeringen. De meest voorkomende verklaring voor hun positie is het hebben van een internationaal festival. Deze festivals zijn veelal gericht op één muziekcategorie. Dit verklaart de aan- en afwezigheid van bepaalde steden in de resultaten van orkesten en pianisten.
4.3.3 Steden voor klassiekemuziekuitvoeringen opgedeeld in wereldgebieden In paragraaf 2.3.5 formuleer ik aan de hand van verschillende theoretici (Wallerstein, 1974; While, 2003; Heilbron, 1999; Quemin, 2003) verwachtingen over het culturele wereldsysteem van klassieke muziek. Zoals eerder gezegd is klassieke muziek een vorm van hoge kunst. Uit Quemins (2003) empirische studie naar de spreiding van hoge kunst komt naar voren dat hoge kunst voor het overgrote deel is gelokaliseerd in West-Europa en de Verenigde Staten. Het typische westerse idioom van klassieke muziek zal dit patroon versterken. Aan de hand van de laatste hypothese van dit onderzoek zal ik stilstaan bij de verhoudingen tussen wereldgebieden. Voor de analyse maak ik gebruik van figuur 4.3 en tabel 4.9. Voor deze analyse maak ik gebruik van het totaal van orkest- en piano-uitvoeringen.
74
Hypothese 7: Steden voor klassiekemuziekuitvoeringen liggen grotendeels in West-Europa en de Verenigde Staten.
Figuur 4.3. Verhouding steden voor klassiekemuziekuitvoeringen in wereldgebieden12
Figuur 4.3 is een inkaartgebrachte variant op tabel 4.9. De meerwaarde van de figuur is dat deze illustreert hoe de centraliteit van steden uit éénzelfde land kan variëren. Een aantal steden uit de Verenigde Staten is onderdeel van het centrum, terwijl andere steden uit
12
Onder Oost-Europa reken ik alle voormalig communistische landen en Griekenland. De landen China,
Hong Kong, Japan, Singapore en Zuid-Korea schaar ik onder Pacific Asia. Deze indeling is afkomstig van Murphy (1995: p. 129).
75
ditzelfde land perifeer gelegen zijn. Dit is één van de argumenten waarom een hiërarchie van steden is verkozen boven een hiërarchie van landen.
Tabel 4.9. Verdeling concerten over wereldgebieden Gebied
Aantal
Relatief
West-Europa De Verenigde Staten Pacific Asia Oost-Europa Canada Australië Azië Zuid-Amerika
316 190 20 14 10 4 4 1
56,53% 33,99% 3,58% 2,50% 1,79% 0,72% 0,72% 0,18%
Totaal (n):
559
100%
90,52%
Tokyo, Boekarest en Toronto zorgen ervoor dat Pacific Asia, Oost-Europa en Canada als wereldgebied dichter bij het centrum gepositioneerd zijn. In Azië, Australië en Zuid-Amerika heb ik geen steden aangetroffen die een bijdrage aan de centraliteit van deze wereldgebieden kunnen leveren. De verwachting in hypothese 7 wordt overduidelijk bevestigd. Ruim 90% van de bezochte locaties is gelegen in een stad in West-Europa of de Verenigde Staten. Het hoge percentage concertlocaties in West-Europa en de Verenigde Staten wordt voor een groot deel veroorzaakt door het dominante centrum. Van de 559 concerten vinden er 232 plaats in de steden uit de top 10 van dit onderzoek. Dat is ruim 41,5%. Er zit een groot gat tussen West-Europa en de Verenigde Staten, en de gebieden die daarop volgen. Een krappe 8% van de bezochte locaties is gelegen in Pacific Asia, OostEuropa en Canada. Nog geen 2% van de locaties ligt in Australië, Azië en Zuid-Amerika. Hiermee
vallen
deze
laatstgenoemde
drie
wereldgebieden
compleet
buiten
het
wereldsysteem van klassieke muziek.
4.3.4 Concluderend In de data wordt bevestigd dat pianisten flexibeler zijn in hun bewegen dan orkesten. Tegen de verwachting in leidt dit niet tot meer concerten in niet-westerse wereldgebieden. Centra voor klassieke orkest- en piano-uitvoeringen overlappen voor een groot deel. Daarnaast heb ik laten zien dat er opmerkelijke verschillen zijn tussen de locaties die worden bezocht door orkesten en pianisten. Een aantal steden dankt zijn positie in het wereldsysteem aan één van deze twee muziekcategorieën. Zo kom ik tot de volgende verwachting: een dataselectie met meer categorieën – als kamermuziek, opera et cetera – zal een verschuiving binnen de hiërarchie van steden voor klassieke muziek veroorzaken. Deze verschuiving zal voornamelijk in de semi-periferie plaatsvinden. Het centrum voor orkest- en pianouitvoeringen is nagenoeg gelijk. 76
Het wereldsysteem van klassieke muziek wordt gedomineerd door het Westen. Klassiekemuzieksteden zijn voor het overgrote deel gelegen in West-Europa of de Verenigde Staten. Voor andere wereldgebieden is het moeilijk een plek te verwerven binnen dit systeem. Pacific Asia lijkt hier, met dank aan Tokyo, nog het beste in te slagen met een derde positie. Toch vindt hier slechts ruim 3,5% van het totaal aantal concerten plaats. Andere wereldgebieden slagen hier niet of nauwelijks in. Hoofdstuk 2 beschrijft artistieke netwerken. Muziek ontstaat rondom en binnen netwerken. Het internationale netwerk voor klassieke muziek lijkt een smalle spreiding te hebben. Op enkele plekken is het netwerk verbonden aan niet-westerse locaties. Het overgrote deel van het internationale netwerk wordt echter beheerst door een select aantal westerse steden: het centrum voor klassiekemuziekuitvoeringen.
77
5. Conclusie: De weg naar het centrum
5.1 Het culturele wereldsysteem nader beschouwd In de introductie beschreef ik hoe ik aan een zoektocht begon, een zoektocht naar het centrum van klassiekemuziekuitvoeringen. Maar ik zocht niet alleen naar het centrum. Alle facetten die van invloed zijn op de centraliteit van een stad zijn interessant voor dit onderzoek. Primair richt dit onderzoek zich op kenmerken die van invloed zijn op de centraliteit van een stad !binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen". Aan de hand van zeven verschillende hypotheses heb ik de verwachtingen vanuit de literatuur naast de verzamelde empirische data gelegd. Zo ben ik gekomen tot een antwoord op de hoofdvraag.
Hoofdvraag: Welke steden vormen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen en welke mechanismen zijn hier van invloed op centraliteit?
78
Het antwoord presenteer ik aan de hand van vier onderwerpen: (1) het dominante centrum, (2) voorspellers voor centraliteit, (3) de autonomie van het systeem en tot slot (4) mogelijke ingangen tot het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen.
5.1.1 Het dominante centrum en de steden daaromheen De aanduiding !westerse klassieke muziek" past bij de transnationale spreiding van deze vorm van hoge kunst. Van de 559 voor dit onderzoek geselecteerde concerten, vindt ruim 90% plaats in een stad in West-Europa of de Verenigde Staten. Het Westen domineert het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Internationaal erkende orkesten en pianisten zijn grotendeels afkomstig uit West-Europa en de Verenigde Staten. Van de 15 geselecteerde orkesten zijn er 14 afkomstig uit deze wereldgebieden. De herkomst van pianisten is meer gevarieerd. Het is echter duidelijk dat centra voor klassieke muziek musici aantrekken. Het merendeel van de geselecteerde pianisten is woonachtig in één van de toptiensteden van dit onderzoek. (zie: tab. 5.1). Tabel 5.1. Centrum van klassiekemuziekuitvoeringen Nr.
Stad
Land
Aantal
Positie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Londen New York Parijs San Francisco Berlijn Salzburg Los Angeles Wenen Boston Amsterdam Chicago
Groot-Brittannië Verenigde Staten Frankrijk Verenigde Staten Duitsland Oostenrijk Verenigde Staten Oostenrijk Verenigde Staten Nederland Verenigde Staten
51. 37. 22. 20. 19. 18. 16. 14. 13. 11. 11.
1. 2. 3. 4. 5. 7. 8. 9. 10. 10. 10.
Londen en New York komen naar voren als het middelpunt van het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Van de 559 concerten vinden er 88 plaats in Londen of New York, dat is ruim 15%. In sommige cultuurstudies worden Londen, New York en Parijs in één adem genoemd. Parijs komt uit dit onderzoek naar voren als derde stad, maar staat op grote afstand van New York en Londen. De 11 steden in tabel 5.1 zijn het meest bezocht door de 30 geselecteerde musici. Deze top 10, het centrum, speelt een grote rol in het gehele systeem. Van de 559 concerten vindt 41,5% plaats in één van deze steden. Tokyo eindigt op de 11e plek, en staat daarmee dicht bij de centrale steden. In semi-periferie zijn Tokyo, Boekarest en Nishinomiya (Japan) de enige steden die niet in West-Europa of de Verenigde Staten liggen. Steden !na de top 10 tot aan minimaal drie keer bezocht" noem ik de semi-periferie. In de semi-periferie liggen grote en kleine steden. Een aantal van deze
79
steden - zoals Tokyo en Toronto - zou binnen andere systemen centralerer liggen. Tegelijkertijd verschijnen er onverwachte steden in de semi-periferie van het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Relatief kleine steden als Luzern, Snape en Costa Mesa positioneren zich via verschillende wegen.
5.1.2 Mechanismen die van invloed zijn op de centraliteit van een stad Kenmerken van een stad die de centraliteit verhogen, kunnen ook gezien worden als !voorspellers". Als een stad één of meer van deze kenmerken bezit, verhoogt dit de kans op een centrale positie binnen het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Het gegeven dat deze kenmerken werken binnen het systeem, zie ik als een mechanisme van het systeem. De acht verschillende punten die worden genoemd in figuur 5.1 zijn zodoende zowel kenmerken als voorspellers. In de analyse toets ik verschillende voorspellers voor de centraliteit van een stad binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Vanuit de literatuur blijken !global cities!, !cultuur in brede zin" en !de culturele geschiedenis van een stad" een correlatie te hebben met steden voor klassieke muziek. Er wordt in de literatuur een zekere overlap verondersteld. Deze heb ik getoetst aan de hand van een hypothese (1a, 1b, 1c). Van de 11 steden in de top 10 staan er zeven in de top 10 (totaal 12 steden) van de global city index. Deze overlap zegt iets over de relatieve autonomie van het netwerk, maar laat ook zien dat klassiekemuziekuitvoeringen voor een groot deel plaatsvinden in global cities. Als een stad centraal ligt in het gehele culturele wereldsysteem, betekent dit niet dat een stad even centraal ligt binnen het systeem van klassieke muziek. De overlap van cultuursteden en steden voor klassieke muziek is kleiner dan de overlap met global cities. De rol van een stad in de geschiedenis van klassieke muziek lijkt een goede voorspeller voor de hedendaagse positie. Aan de hand van deze eerste drie voorspellers kon de positie van veel steden verklaard worden (zie: fig. 5.1). Figuur 5.1. Acht voorspellers voor centraliteit 1. Global City ja/nee?. 2. Positie in culturele geschiedenis van een stad 3. Culturele positie in brede zin 4. Concentratie van mensen met cultureel kapitaal (gerenommeerde universiteiten) 5. Het hebben van een internationaal erkende musicus 6. Het hebben van een belangrijke zaal 7. Het hebben van een internationaal festival 8. Rijkdom
80
Een groot deel van de semi-perifere steden is geen global city, staat niet bekend als stad voor cultuur in brede zin en heeft geen centrale rol in de geschiedenis van klassieke muziek. Voor deze steden ben ik op zoek gegaan naar alternatieve verklaringen. Zo ben ik tot vijf verschillende kenmerken van een stad gekomen, die kunnen bijdragen aan een hogere centraliteit. De onverwachte steden in de semi-periferie bezitten één of meer van deze kenmerken. Via het hebben van een internationaal festival bijvoorbeeld, verwerven verschillende steden (Snape, Luzern, Lugano) een semi-perifere positie. De in figuur 5.1 genoemde kenmerken kunnen de centraliteit van een stad verhogen. Daarom beschouw ik ze als voorspellers voor de centraliteit van een stad, binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen.
5.1.2.1 De beperkingen van een global city index Een aantal voorspellers voor centraliteit (fig. 5.1) is vrij specifiek. Een festival voor klassieke muziek zal een geringe invloed hebben op de centraliteit van een stad binnen een economisch wereldsysteem. De kenmerken zullen echter de centraliteit van een stad binnen het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen verhogen. Dit betekent niet dat zij daarmee ook winnen aan centraliteit binnen het brede culturele wereldsysteem. Zoals besproken overlappen steden voor klassieke muziek slechts voor een deel steden voor cultuur in brede zin. San Francisco is hier een goed voorbeeld van. Binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen heeft San Francisco een centrale positie (4e). San Francisco dankt deze positie mogelijk aan !de hoge concentratie mensen met cultureel kapitaal" en !het hebben van een internationaal erkend orkest". Deze kenmerken helpen San Francisco niet aan een even centrale positie in het wereldsysteem van cultuur in brede zin. Op basis van cultural experience eindigt San Francisco op de 23e plaats. Wat zegt de lijst van cultural experience precies als de verschillen zo groot zijn (4e en 23e)? De indicatoren voor cultural experience zijn uiteenlopend: “international visitors, performing arts venues, international shows and sporting events, diversity and quality of culinary scene”1. Het is opmerkelijk dat San Francisco, bekend als stad voor hoge cultuur, niet hoger eindigt. Global city indices zijn leuk om naar te kijken. Steeds vaker verschijnen er allerlei rangschikkingen, maar welke betekenis mag er gegeven worden aan deze hiërarchische indelingen? Doordat de indicatoren zeer breed zijn, of doordat het soms
1
http://www.atkearney.com/index.php/Publications/global-cities-index.html, geraadpleegd op 17 maart 2010
81
onduidelijk is welke indicatoren er gebruikt worden, kunnen de uitslagen een vertekend beeld geven.
5.1.3 De autonomie van het systeem Hoe eigengereid is het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen nu eigenlijk? Hoe groot is de relatieve autonomie en hoe wordt deze vergroot? Zojuist bleek al dat het systeem deels bestaat uit !onverwachte steden". Deze verhogen de relatieve autonomie van het systeem. Om een meer precieze uitspraak te doen over de relatieve automie van het systeem heb ik een eenvoudige formule ontwikkeld. Hoe groter de overlap met een ander systeem, hoe kleiner de relatieve autonomie. Het centrum voor klassieke muziek heeft een RA-score (100 – (100 / totaal x aantal overlappende steden)=) van 41,6% ten opzichte van het centrum van global cities. De relatieve autonomie van het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen wordt vooral vergroot door semi-perifere steden. De semi-periferie heeft een RA-score van 70,6% ten opzichte van de steden 11-46 van de global city index. Welke mechanismen beïnvloeden deze relatieve autonomie? De relatieve autonomie wordt voornamelijk vergroot door verschillende onverwachte semi-perifere steden. Dit onderzoek laat zien dat mechanismen binnen een systeem vooral invloed hebben in de semi-periferie. Steden als New York, Londen en Parijs zijn centra voor vrijwel alles, dus ook klassiekemuziekuitvoeringen. Een groot deel van de global cities ligt centraal. Deze global cities eindigen echter wel op afwijkende posities ten opzichte van de gebruikelijke global city indices. Zo staat Tokyo bijvoorbeeld 11e voor klassiekemuziekuitvoeringen en als global city vaak in de top drie. Het grootste deel van het centrum van klassiekemuziekuitvoeringen bestaat uit global cities of andere grote bekende steden. In de semi-periferie is het effect van de mechanismen op de centraliteit van een stad groter. Deze steden beschikken over de juiste specifieke kenmerken. Hiermee wordt hun centraliteit verhoogd. De kenmerken !het hebben van een festival", !hebben van internationaal erkende musicus" en !het hebben van een internationaal festival" helpen steden niet in andere systemen. Hierdoor zijn er verschillende steden die wél een positie hebben in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen, en niet of nauwelijks in andere systemen. Dit vergroot de relatieve autonomie van het systeem. Internationaal erkende musici bezoeken niet alleen grote economische centra. De status van een zaal, musicus of festival kan ervoor zorgen dat erkende musici bepaalde steden bezoeken. Daarnaast blijkt de culturele geschiedenis van een stad een goede voorspeller. Steden als Salzburg en Boston hadden in de 18e eeuw een grote culturele rol. Het centrum
82
van de wereld is in de loop der tijd verschoven. Salzburg ontleent haar positie zeer waarschijnlijk aan haar centrale rol in de culturele geschiedenis van klassieke muziek. Het belang van de historische positie is van invloed op de relatieve autonomie van het systeem. Als (1) het algemene centrum van de wereld verschuift naar global cities, en (2) het centrum van klassiekemuziekuitvoeringen (deels) blijft bestaan uit steden die in de geschiedenis centraal waren, ontstaan er verschillen. Hoe meer verschil hoe minder overlap en hoe minder overlap hoe groter de relatieve autonomie.
5.1.4 Mogelijke ingangen tot het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen Wat betekent de besproken relatieve autonomie voor de kansen voor steden om te een positie te verwerven in het systeem? In hoofdstuk 2 beschrijf ik het ontstaan van artistieke netwerken voor klassieke muziek. Een artistiek netwerk is het geheel van instituties en personen dat zich inspant voor de productie, verspreiding en tegelijkertijd distinctie van een cultuurgoed. Artistieke netwerken houden zich bezig met zowel het isoleren als het delen van kunst. De wijze waarop bepaalde steden al dan niet toegang hebben tot het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen illustreert dit proces. Steden als Sydney en Mexico City die op andere gebieden centraler liggen vallen compleet buiten het systeem. Sydney liet voor veel geld een concertzaal bouwen. Het hebben van een belangrijke concertzaal kan bijdragen aan een hogere centraliteit. Door het ontbreken van andere kenmerken heeft dit voor Sydney echter niet het gewenste effect binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Australië heeft vrijwel geen internationaal erkende musici en geen positie in de culturele geschiedenis van klassieke muziek. Daarnaast valt Sydney (als hoogst gerangschikte stad van Australië) buiten de top 10 van global cities en cultural experience. Het ontbreken van de specifieke eisen voor centraliteit zorgt ervoor dat steden als Sydney buiten het systeem vallen. Tegelijkertijd creëren de specifieke kenmerken voor centraliteit kansen voor steden. Steden met een internationaal erkend festival kunnen zich positioneren in het systeem. De grootte van een stad is hierbij niet van doorslaggevend belang. Steden met een rijke culturele geschiedenis – als Salzburg en Boston – behouden hun centrale positie, doordat !culturele geschiedenis" binnen dit systeem een verhogende werking heeft op centraliteit.
De
factoren
voor
een
hogere
centraliteit
binnen
het
systeem
van
klassiekemuziekuitvoeringen kunnen steden uitsluiten, maar ook insluiten. Het is voor te stellen dat het ene kenmerk zwaarder weegt dan het andere. Wellicht is het zwaartepunt door de eeuwen heen verschoven. In de achttiende eeuw was Wenen het centrum voor klassieke muziek. Inmiddels is het centrum overgenomen door Londen en New
83
York. Tokyo eindigt behoorlijk centraal (11e), maar heeft geen rol in de culturele geschiedenis van klassieke muziek. Dit kan er op wijzen dat de voorspeller !global city ja/nee" steeds sterker wordt. Het kan zo zijn dat de economische positie van een stad van groter belang wordt dan de culturele geschiedenis van een stad. In dat geval zal het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen een grotere overlap krijgen met economische centra. De relatieve automie zal dan verkleinen, waardoor een stad als Sydney wellicht een kans krijgt een positie te verwerven binnen het systeem. Florida (2005) adviseert steden een creatieve klasse aan te trekken. Hiermee zou de economie versterkt kunnen worden. De resultaten van dit onderzoek staan op één lijn met de kritiek van Scott (2006) op de theorie van Florida (2005). Scott (2006) stelt dat elk systeem zijn eigen regels en mechanismen heeft, en dat het daarom niet eenvoudig is een creatieve klasse aan te trekken. Het aantrekken van een creatieve klasse kan gezien worden als !een positie verwerven binnen een cultureel systeem". Veel steden, hoe groot ook, slagen er niet in een centrale positie in te nemen in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Samenstellers van global city indices rangschikken steden, onder andere, op de !culturele ervaring". Dit is een breed gedefinieerde vorm van cultuur. Doordat cultuur door hen zo breed geïnterpreteerd wordt, wordt de rol van hoge kunst kleiner. Met hoge kunst alleen kan een stad zich niet op de internationale kaart van cultural experience zetten. San Francisco is hier een voorbeeld van. Als een stad zijn economische positie wil versterken middels cultuur, moet zij goed overwegen welke vorm van cultuur zij hiervoor wil aantrekken. Uit dit onderzoek komt naar voren dat vooralsnog voornamelijk de klassieke westerse grote steden zich een weg weten te banen naar het centrum. Daarnaast is er een groep, hoofdzakelijk westerse, kleine steden die op een effectieve manier inspeelt op de eisen van het systeem. Dit levert hen een semi-perifere positie in het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen op. Wat
zegt
dit
over
globalisering?
Globaliseringstheorieën
beschrijven
hoe
wereldsteden fungeren als knooppunten voor de toenemende transnationale uitwisseling van diensten en goederen. In dit onderzoek laat ik zien hoe belangrijk het is precies aan te duiden over wat voor transnationale uitwisseling het gaat. Welke steden als knooppunt fungeren is voor een deel afhankelijk van de dienst of het product dat verspreid wordt. In de zoektocht naar literatuur voor dit onderzoek ben ik veel auteurs tegengekomen die “de toenemende globalisering” gebruiken als verklaringsmodel voor allerlei zaken. Wat zegt “de toenemende globalisering” eigenlijk? In dit onderzoek laat ik zien hoe het mogelijk is op een nauwkeurige manier een vorm van transnationale cultuuruitwisseling te analyseren. Zo kwam
84
ik tot acht concrete factoren die van invloed zijn op de centraliteit van een stad, binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. De algemene, mijns inziens weinig zeggende, verklaring !de toenemende globalisering"
hoeft niet ingezet te worden om
conclusies te kunnen doen over mondiale cultuurverspreiding.
5.2 Discussie: de tekortkomingen van het onderzoek De empirische bevindingen over het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen berusten op het gaan en staan van orkesten en pianisten. De wereld van klassieke muziek is omvangrijker dan deze twee categorieën. Ik heb gekozen voor deze categorieën vanwege het maximale verschil in omvang. Oorspronkelijk was het de opzet om meer verschillende typen musici te volgen. Hierbij zou ik mij, vanwege de omvang van dit onderzoek, hebben moeten beperken in het aantal musici per categorie. Deze kleine aantallen zouden afbreuk doen aan de betrouwbaarheid. Het op een gedegen manier in kaart brengen van twee categorieën, heb ik verkozen boven meerdere categorieën op een beperkte manier in kaart brengen. Gevolg hiervan is dat ik uitspraken doe over het gehele wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen, terwijl ik op empirisch niveau slechts een deel van het systeem analyseer. Desalniettemin verwacht ik op basis van de literatuur dat de principes en mechanismen grotendeels gegeneraliseerd kunnen worden op het gehele systeem. Veel mechanismen gelden namelijk voor hoge kunst in het algemeen. In de analyse houd ik rekening met de beperkingen van het empirisch materiaal, door niet te generaliseren waar dit niet juist is. Deze scriptie bestaat voor een groot deel uit een methodologisch vraagstuk: hoe breng je op een adequate manier een cultureel wereldsysteem in kaart? Voor de selectie van internationaal erkende musici heb ik meerdere soorten bronnen geraadpleegd. Hiermee heb ik geprobeerde de bias zo klein mogelijk te houden. Achteraf zou ik misschien niet gekozen hebben voor het meenemen van de !mening van deskundigen". Ondanks dat ik hen vroeg geen persoonlijke voorkeuren te noemen maar namen waarvan zij dachten dat deze internationale erkenning kregen, noemden twee van hen de Nederlandse pianist Ronald Brautigam. Ronald Brautigam wordt tevens genoemd door Classicstoday, de internationale recensiesite. Als ik de deskundigen niet had geraadpleegd, zou deze pianist niet bij de 15 geselecteerde pianisten zitten. Aan de andere kant kon ik via google herleiden dat de critici
85
van Classicstoday veelvuldig2 over deze Nederlandse pianist schrijven. Het is dus niet zo dat de pianist alleen Nederlandse status heeft. Toch is het wellicht beter zo min mogelijk aan één land gebonden bronnen te raadplegen. Als het zo is dat er een Nederlandse bias in dit onderzoek zit, via de mening van deskundigen, slaat dit door op de resultaten. De centrale assumptie dat erkende musici centrale locaties bezoeken, en centrale locaties erkende musici programmeren, brengt een risico met zich mee. Als er op één plek in de cirkel een fout zit, werkt dit door op de resultaten daarna. Een onterecht gekozen musicus kan onterecht geselecteerde plaatsnamen opleveren. Dit risico heb ik als volgt opgevangen. De positie van steden hangt nooit af van één musicus. Ronald Brautigam bezoekt, naast centrale steden als Londen, kleinere steden als Haarlem. Haarlem valt buiten het systeem, doordat er verder geen andere musici Haarlem bezoeken. In de bespreking heb ik bewust alleen stilgestaan bij steden die minstens drie keer bezocht zijn. Op deze manier heb ik geprobeerd geen enkele conclusie te laten berusten op toevalligheden. Tot slot is de keuze om alleen !internationaal erkende" musici te selecteren discutabel. Steden waar veel gebeurt op het gebied van klassieke muziek, maar die niet bezocht worden door internationaal erkende musici, vallen op deze manier buiten de analyse. Het onderzoek richt zich namelijk op het centrum en op hoe steden dichter bij het centrum kunnen komen.
5.3 Aanbevelingen Vanuit de data komt naar voren dat er verschillen zijn tussen de locaties die worden bezocht door orkesten en pianisten. Een aantal steden dankt zijn positie in het wereldsysteem aan één van deze twee muziekcategorieën. Een dataselectie met meer categorieën – als kamermuziek, opera et cetera – geeft in de eerste plaats een completer beeld van het systeem. Daarnaast kan er op die manier in kaart gebracht worden of verschillende muziekcategorieën eigen centra hebben. Het opnemen van extra categorieën kan leiden tot een verschuiving in de internationale hiërarchie van steden. Deze verschuiving zal voornamelijk in de semi-periferie plaatsvinden. Het verschil tussen de steden in het centrum van orkesten en pianisten is namelijk nihil.
2
http://www.google.nl/#hl=nl&source=hp&q=%22ronald+brautigam%22+site%3Awww.classicstoday.com&btn G=Google+zoeken&meta=&aq=f&aqi=&aql=&oq=%22ronald+brautigam%22+site%3Awww.classicstoday.co m&gs_rfai=&fp=afb89865abe1677d, geraadpleegd op 24 mei 2010
86
Uit dit onderzoek komt naar voren dat specifieke kenmerken van een stad bepalend zijn voor hun positie binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. Als een stad zichzelf op de internationale kaart wil zetten binnen een bepaald systeem, is het handig om te weten hoe groot de slagingskans is. Wellicht kan Sydney, door het gebrek aan specifieke kenmerken, zich beter profileren aan de hand van een ander cultuurproduct. Voor een goede overweging is het nodig een precies beeld te hebben van de eisen. Het zou interessant zijn een onderzoek te doen naar het effect van verschillende kenmerken. Door aan te tonen wat het precieze effect is per kenmerk, kan een stad berekenen in hoeverre het haalbaar is een centrale positie te verwerven. Op deze manier kan er bruikbare data ontwikkeld worden voor stadsbesturen die zich bezighouden met het vergoten van de internationale status van hun stad.
5.4 Tot slot Kenmerken kunnen op meerder manieren gebruikt worden. Bepaalde kenmerken helpen een stad aan een hogere centraliteit. Daarnaast voorspellen ze de positie van een stad binnen een wereldsysteem. Verder onderzoek zou preciezer kunnen aantonen hoe groot het effect is van de verschillende kenmerken op de centraliteit van een stad. Een stad zou hieruit kunnen opmaken hoe groot de kans is op een centrale positie in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. Het is de vraag of het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen zich leent om als stad internationale status te creëren. Door de brede interpretatie van cultuur in de global city indices, wordt hoge kunst een steeds specifieker systeem. Wellicht is het voor steden efficiënter aan te sluiten bij culturele ervaringen. De specifieke kenmerken sluiten gebieden uit (Azie, Zuid-Amerika, Australë en Afrika), maar bieden tegelijkertijd mogelijkheden. Als een stad op een juiste manier weet in te spelen op de regels, kan zij – hoe klein ook – een positie verwerven binnen het wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen. De mechanismen leiden tot uitsluiting en isolatie, maar creëren tegelijkertijd onverwachte mogelijkheden. De relatieve autonomie van het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen is dynamisch. Het is goed mogelijk dat Londen en New York over enkele eeuwen hun centrale positie hebben moeten afstaan aan een nieuw centrum.
87
Literatuurverwijzingen Acuto, M. (2009). Localizing the global city through the invisible college – a (political) research note. GaWC Research Bulletin 301. Loughborough: University of Loughborough & GaWC (http://www.lboro.ac.uk/gawc/rb/rb301.html). Adorno, Theodor W. (1991). The Culture Industry: Selected essays on mass culture. London: Routledge. Adorno, Theodor W. (1999). Sound Figures. Stanford: Stanford University Press. Alexander, Victoria (2003). Sociology of the Arts. Exploring Fine and Popular Forms. Oxford: Blackwell. Anderson, Jon (2010). Understanding Cultural Geography: Places and Traces. New York: Routledge. Appadurai, Arjun (1996). Sovereignty without territoriality: notes for a postnational geography. In: Setha M Low & Denise Lawrence-Zúñiga (2004). The anthropology of space and place: locating culture, pp: 347-352. Oxford: Blackwell Publishing. Bassens, David, Ben Derudder, Peter J. Taylor, Pengfei Ni, Michael Hoyler, Jin Huang & Frank Witlox (2010). World City Network Integration in the Euroasian Realm. Euroasian Georgraphy and Economics, vol 51, pp: 385-401. Beck, Ulrich (2002). The Cosmopolitan Society and Its Enemies. Theory, Culture and Society, vol. 19, pp: 17-44. Benton-Short, Lisa, Marie D. Price & Samantha Friedman (2005). Globalization form Below: The Ranking of Global Immigrant Cities. International Journal of Urban and Regional Research, vol. 29.4, pp: 945-959. Bernstein, Martin (2005). An introduction to Music. Whitefish: Kessinger Publishing. Bestor, Theodore C. (2001). Supply-Side Sushi. American Anthropologist, vol 103, pp: 7695. Blau, Judith R. (1986). High Culture as Mass Culture. Society, vol. 23, pp: 65-69. Botstein, Leon (1997). Rediscovering George Enescu. The Musical Quarterly, vol. 81, pp. 141-144. Bourdieu, Pierre (1983). The Field of Cultural Production, or: The Economic World Reversed. Poetics, vol. 12, pp: 3-11-356. Bourdieu, Pierre (1984). Distinction: A Social Critique of the Judgement of Taste. Cambridge: Harvard University Press.
88
Bourdieu, Pierre (1993). The Field of Cultural Production : Essays on Art and Literature. Cambridge: Polity Press. Brenner, Neil (1997). Global, Fragmented, Hierarchical: Henri Lefebvre!s Geographies of Globalization. Public Culture, vol. 10, pp: 135–167 Briggs, Stephen R. & Jonathan M. Cheek (2006). The role of factor analysis in the development and evaluation of personality scales. Journal of Personality, vol. 54. pp: 106-148. Brown, Adam, Justin O!Connor, Sara Cohen (2000). Local music policies within a global music industry: cultural quarters in Manchester and Sheffield. Geoforum, vol. 31, pp: 437-451. Butler, Tobu (2006). A walk of art: the potential of the sound walk as practice in cultural geography. Social & Cultural Geography, vol. 7, pp: 889-901. Burk, Peter (2006). Revolution in Popular Culture. In: Harold E. Hinds, Marilyn F. Motz, Angela M.S. Nelson (2006). Popular culture theory and methodology: a basic introduction. Madison: University of Wisconsin Press. Carney, George O. (1998). Music Geography. Journal of Cultural Geography, vol. 18, pp: 110. Clark, Terry Nichols (2003). Urban Amenities: Lakes, Opera, and Juice Bars Do They Drive Development? Research in Urban Policy, vol. 9, pp: 103-140. Clinch, Dermot (1997). New life for the Aldeburgh Festival. New Statesman, vol. 126, p. 40. Connell, J. and Gibson, C. (2004). World music: deterritorializing place and identity. Progress in Human Geography, vol. 28, pp: 342-361. Cranbrook, Felicity & Gifford, Charles (1969). Snape Maltings. The Musical Times, vol. 110, p. 740. Crane, Diana (1987). The Transformation of the Avant-Garde: The New York Art World, 1940-1945. Chicago: The University of Chicago Press. Crane, Diana (1992). The Production of Culture: Media and the Urban Arts. Newbury Park, London, New Delhi: SAGE. DeNora, Tia (1991). Musical Patronage and Social Change in Beethoven's Vienna. The American Journal of Sociology, vol. 97, pp: 310-346. DeNora, Tia (1995). Beethoven and the Construction of Genius: Musical politics in Vienna, 1792-1803. Berkeley / Los Angeles / Londen: University of California Press.
89
Derudder, B., P.J. Taylor, F. Witlox & G. Catalano (2003a). Beyond Friedmann's World City Hypothesis: Twenty-Two Urban Arenas Across the World. Mitteilungen der Österreichischen Geographischen Gesellschaft, vol 145, pp: 35-55. Derudder, B., P.J. Taylor, F. Witlox & G. Catalano (2003b). Hierarchical Tendencies and Regional Patterns in the World City Network: A Global Urban Analysis of 234 Cities. Regional Studies, vol. 37, pp: 875-886. DiMaggio, Paul (1982). Cultural Entrepreneurship in Nineteenth-Century Boston: The creation of an organizational base for high culture in America. In: Jeremy Tanner (2003). The sociology of art: a reader, pp: 178-193. London / New York: Routledge. DiMaggio, Paul (1992). Cultural Boundaries and Structural Change: The Extension of the High Culture Model to Theater, Opera and Dance, 1900-1940. In: Michèle
Lamont,
Marcel
Fournier
(1992).
Cultivating
differences:
symbolic
boundaries and the making of inequality, pp: 21-57. Chicago : University of Chicago Press. Dorn, Charles (2004). The Deterritorialization of Art. The Journal of Arts Management, Law, and Society, vol. 34, pp: 141-149. Downs, Philip G. (1992). Classical Music: The Era of Haydn, Mozart, and Beethoven. New York / London: W.W. Norton & Company. Ehrlich, Cyril & Simon McVeigh (1992). Music. In: Iain McCalman, Jon Mee, Gillian Russell & Clara Tuite (2001). Oxford companion to the romantic age: British culture, 17761832. Oxford: Oxford University Press. Elias, Norbert (1972). Wat is sociologie? Utrecht / Antwerpen: Uitgeverij Het Spectrum N.V. Essex, Stephen & Brian Chalkley (1998). Olympic Games: catalyst of urban change. Leisure Studies, vol. 17, pp: 187-206. Florida, Richard (2005). Cities and the creative class. New York: Routledge. Friedman, John (1986). The World City Hypothesis. In: Jan Lin & Christopher Mele (2005). The urban sociology reader, pp: 223-229. Londen / New York: Routledge. Goodwin, Noël (1960). The Aldeburgh Festival. The Musical Times, vol. 101, pp. 503504. Hansen, Anders, Simon Cottle, Ralph Negrine & Chris Newbold (1998). Mass Communication Research Methods. Hampshire: Macmillan Press LTD. Heilbrun, James (1997). The Competition between High Culture and Popular Culture as Seen in the New York Times. Journal of Cultural Economics, vol. 21, pp: 29-40.
90
Heilbron, Johan (1999). Towards A Sociology of Translation. Book Translations as a Cultural World-System. European Journal of Social Theory, vol. 2, pp: 429-444. He!ler, Martina (2008). Science Cities, Creativity and Urban Economic Effects. In: Martina He!ler & Clemens Zimmermann (2008). Creative Urban Milieus: Historical Perspectives on Culture, Economy and the City, pp: 311-334. Frankfurt / New York: Campus Verlag. Hoyman, Michele & Christopher Faricy (2008). It Takes a Village: A Test of the Creative Class, Social Capital, and Human Capital Theories. Urban Affairs Review, vol. 44, pp: 311-333. Hugill, Peter J. (2003). Technology, its innovation and Diffusion as the Motor of Capitalism. Comparative Technology Transfer and Society, vol. 1, pp: 89–113. Janssen, Susanne, Giselinde Kuipers, Marc Verboord (2008). Cultural globalization and arts journalism: The international orientation of arts and culture coverage in Dutch, French, German, and U.S. Newspapers, 1955 to 2005. American Sociological Review, vol. 73, pp: 719-740. Jazeel, T. (2005). The world is sound? Geography, musicology and British-Asian soundscapes. Area, vol. 37, pp: 233-241. Johnston,
R.J.,
Peter
J.
Taylor
&
Michael
J.
Watts
(2002).
Geographies
of Global Change: Remapping the World. Oxford: Blackwell Publishing. Jones, Michael (2003). The concept of cultural landscape: discourse and narratives. In: Palang, Hannes & Gary Fry (2003). Landscape interfaces: cultural heritage in changing landscapes, pp: 21-52. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers. Kloosterman, Robert C. (2007). Come Together: An Introduction to Music and the City. Built Environment, vol. 31, pp: 181-191. Kumar, Anand & Frank Welz (2001). Culture in the World-System: An Interview with Immanuel Wallerstein. Social Identities, vol. 7, pp: 221-231. Larsen, J.P. (1967). Some Observations on the Development and Characteristics of Vienna Vlassical
Instrumental
Music.
Studia
Musicologica
Academiae
Scientiarum
Hungaricae, vol.1 / 2, pp: 115-139. Ley, David (2003). Artists, Aestheticisation and the Field of Gentrification. Urban Studies, vol. 40, pp: 2527-2544. Liley, Keith D. (2000). Landscape mapping and symbolic form: Drawing as a creative medium in cultural geography. In: Ian Cook, David Crouch, Simon Naylor & James. R. Ryan (2000). Cultural Turns/ Geographical Turns. Singapore: Pearson Education.
91
Loesser, Arthur (1990). Men, Woman and Pianos: A Social History. New York: Dover Publications, Inc. Lott, R. Allen (2003). From Paris to Peoria: how European piano virtuosos brought classical music to the American Heartland. New York: Oxford University Press. Machlis, Joseph (1961). Introduction to contemporary music. New York: Norton & Company Inc. Malhotra, Valerie Ann (1979). Weber!s Concept of Rationalization and the Electronic Revolution in Western Classical Music. Qualitative Sociology, vol 1, pp: 100-120. Mitchell, Don (2002). Cultural landscapes: the dialectical landscape – recent landscape research in human geography. Progress in Human Geography, vol. 26, pp: 381-389. Mitchell, Don (2003). Cultural geography: a critical introduction. Oxford: Blackwell Publishers. Miwa, Yasuyuki, Takayuki Kubo, Manabu Mineo, Narimasa Nakao, Manabu Uoji & Sina Kim (2009). Global Power City Index 2009. Tokyo: Institute for Urban Strategies at The Mori Memorial Foundation. Murphy, Alexander B. (1995). Economic Regionalization and Pacific Asia. Geographical Review, vol. 85, pp: 127-140. Musil, Robert (2009). Global capital control and city hierarchies: an attempt to reposition Vienna in a world city network. Cities, vol. 26, pp: 255-265. Peterson, Richard A. & Albert Simkus (1992). How Musical Tastes Mark Occupational Status Groups. In: Michèle Lamont, Marcel Fournier (1992). Cultivating differences: symbolic boundaries and the making of inequality, pp: 152-168. Chicago: University of Chicago Press Peterson, Richard A. (1992). Understanding audience segmentation: From elite and mass to omnivore and univore. Poetics, vol. 21, pp: 243-258. Perttu, Daniel (2007). A Quantitative Study of Chromaticism: Changes Observed in Historical Eras and Individual Composers. Empirical Musicology Review, vol. 2, pp: 47-54. Polyak, Ilana (2002). L.A./Orange County. Money. vol. 31, p. 142. Quemin, Alain (2006). Globalization and Mixing in the Visual Arts. An Empirical Survey of "High Culture! and Globalization. International Sociology, vol. 21, pp: 522-550. Revill, George (2004). Performing French folk music: dance, authenticity and nonrepresentational theory. Cultural geographies, vol. 11, pp: 199-209. Salzman, Eric (1967). Twentieth-Century Music: An Introduction. New Jersey: Prentice-Hall, Inc., Englewood Cliffs.
92
Sassen, Saskia (1991). The global city: New York, London, Tokyo. New Jersey: Princeton University Press. Sassen, Saskia (1996). Whose City Is It? Globalization and the Formation of New Claims. Public Culture, vol. 8, pp: 205-223. Sassen, Saskia (1998). “Introduction” and “The State and the Global City” from Globalization and Its Discontents. In: Sanjeev Khagram, Peggy Levitt (2008). The Transnational Studies Reader: Intersections & Innovations, pp: 72-81. New York / London: Routledge. Sassen, Saskia (2000). Cities in a World Economy. Thousand Oaks / Londen / New Delhi: Pine Forge Press. Sassen, Saskia (2002). Locating cities on global circuits. Environment and Urbanization, vol. 14, pp: 13-30. Sassen, Saskia (2007). Reading the city in a global digital age: The limits of topographic representation. In: Peter J. Taylor, Ben Derudder, Pieter Saey & Frank Witlox (2007). Cities in Globalization: Practices, policies and theories, pp: 239-257. London / New York: Routledge, Taylor & Francis Group. Scott, Allen J. (1997). The cultural economy of cities. International Journal of Urban and Regional Research, vol. 21, pp: 323-339. Scott, Allen J. (1999). Culture economy: Geography and the creative field. Media, Culture & Society, vol. 21, pp: 807-817. Scott, Allen J. (2004). Cultural-products industries and urban economic development: prospects for growth contestation in global context. Urban Affairs Review, vol. 39, pp: 461-490. Scott, Allen J. (2006). Creative Cities: Conceptual Issues and Policy Questions. Journal of Urban Affairs, vol 28, pp: 1-17. Schouten, P (2008). !Theory Talk #13: Immanuel Wallerstein on World-Systems, the Imminent
End
of
Capitalism
and
Unifying
Social
Science. Theory
http://theorytalks.fileave.com/TheoryTalk13_Wallerstein.pdf,
Talks,
geraadpleegd op
28
februari 2010. Serinus, Jason Victor (2009). Emerging from Sloth in San Francisco. American Record Guide, vol. 72, pp: 20-21. Shearer, Benjamin F. (2008). Culture and Customs of the United States: Culture. Westport, CT: Greenwood Press.
93
Short, John R. (2004). Global metropolitan: globalizing cities in a capitalist world. Routledge: London. Shrum, Wesley (1991). Cultural Mediation in Highbrow and Popular Performing Arts. The American Journal of Sociology, vol. 97, pp: 347-375. Smith, Susan J. (1997). Beyond geography's visible worlds: a cultural politics of music. Progress in Human Geography, vol. 21, pp: 502-529. Steward, Jill (2008). The Attractions of Place: The Making of Urban Tourism, 1860-1914. In: Martina He!ler & Clemens Zimmermann (2008). Creative Urban Milieus: Historical Perspectives on Culture, Economy and the City, pp: 256-283. Frankfurt / New York: Campus Verlag. Storper, Michael, Allen J, Scott (2009). Rethinking human capital, creativity and urban growth. Journal of Economic Geography, vol. 9, pp: 147-167. Struble, John Warthen (1995). The History of American Classical Music. London: Robert Hale. Taylor, Peter J. (1999). Modernities: A Geohistorical Interpretation. Oxford: Polity Press. Taylor, Peter J., Michael Hoyler, David R.F. Walker, Mark J. Szegner (2001). A New Mapping of the World for the New Millenium. The Geographical Journal, vol. 167, pp: 213-222. Turley, Alan C. (2001). Max Weber and the Sociology of Music. Sociological Forum, vol. 16, pp: 633-653. Vaughn Schmutz (2009). Social and symbolic boundaries in newspaper coverage of music, 1955–2005: Gender and genre in the US, France, Germany, and the Netherlands. Poetics, vol. 37, pp: 298-314. Venables, Anthony J. (2005). Spatial disparities in developing countries: cities, regions, and international trade. Journal of Economic Geography, vol. 5, pp: 3-21. Wallerstein, Immanuel (1974). The Modern World-System: Capitalist Agriculture and the Origins of the European World-Economy in the Sixteenth Century. New York: Academic Press. Wallerstein, Immanuel (1991). Geopolitics and geoculture: essays on the changing worldsystem. Cambridge: University Press. Wallerstein, Immanuel (2000). Globalization or the Age of Transition? A Long-Term View of the Trajectory of the World-System. International Sociology, vol. 15, pp: 249-265. Wallerstein, Immanuel (2005). The Actor and World-Systems Analysis: Comments on Blau and Wieviorka. Contemporary sociology, vol. 34, pp: 9-10.
94
Waterman, Stanley (1998). Place, Culture and Identity: Summer Music in Upper Galilee. Transactions of the Institute of British Geographers, vol. 23, pp: 253-267. Watson, A., M. Hoyler & C. Mager (2009). Spaces and Networks of Musical Creativity in the City. Geography Compass, vol. 4, pp: 856-878. Weathersby Jr., William (1999). California Arts Center Announces Expansion. Entertainment Design, vol. 33, pp: 18-19. Weinman, Jaime J. (2006). The problem with Penguin's picks. Maclean's, vol. 119 Issue, p. 50. Wester, Fred (2006). Inhoudsanalyse: theorie en praktijk. Waddinxveen: Kluwer. While, Aidan (2003). Locating art worlds: London and the making of young British art. Area, vol. 35, pp: 251–263. Wood, Nichola, Michelle Duffy & Susan J. Smith (2007). The art of doing (geographies of) music. Environment and Planning D: Society and Space, vol. 25, pp: 876-889. Yang, Mina (2007). East meets West in the concert hall: Asians and classical music in the century of imperialism, post-colonialism, and multiculturalism. Asian Music, vol. 38, pp: 1-30. Zimmerman, Clemens (2008). The Productivity of the City in the Early Modern Era: The Book and Art Trade in Venice and London. In: Martina He!ler & Clemens Zimmermann (2008). Creative Urban Milieus: Historical Perspectives on Culture, Economy and the City, pp: 41-75. Frankfurt / New York: Campus Verlag.
95
Bijlage 1: Prijsuitslagen, mening deskundigen en recensies
96
Internationaal erkende orkesten Prijzen !20 greatest orchestras" volgens Gramophone Bron: http://www.gramophone.net/Issue/Page/December%202008/36, geraadpleegd op05 april 2010 2008:
1. Koninklijk Concertgebouworkest 2. Berlin Philharmonic Orchestra 3. Vienna Philharmonic Orchestra 4. London Symphony Orchestra 5. Chicago Symphony Orchestra 6. Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks 7. Cleveland Orchestra 8. Los Angeles Philharmonic 9. Budapest Festival Orchestra 10. Dresden Staatskapelle 11. Boston Symphony Orchestra 12. New York Philharmonic 13. San Francisco Symphony 14. Mariinsky Theatre Orchestra 15. Russian National Orchestra 16. Leningrad Philharmonic 17. Leipzig Gewandhaus Orchestra 18. Metropolitan Opera Orchestra 19. Saito Kinen Symphony Orchestra 20. Czech Philharmonic
(Nederland) (Duitsland) (Oostenrijk) (Groot-Brittannië) (Verenigde Staten) (Duitsland) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Hongarije) (Duitsland) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Rusland) (Rusland) (Rusland) (Duitsland) (Verenigde Staten) (Japan) (Tsjechië)
Royal Philharmonic Society Music Awards (Groot-Brittannië) Winnaars (!1" ) en genomineerden (!2") Bron: http://www.rpsmusicawards.com/pastwinners/index.html, geraadpleegd op 05 april 2010 2008:
2007: 2006: 2005: 2004:
2003: 2002: 2001: 2000: 1999: 1998:
1. Royal Liverpool Philharmonic Orchestra & Ensemble 2. London Sinfonietta 1. Orchestra of the Age of Enlightenment 2. National Youth Orchestra 1. Britten Sinfonia 2. Orchestra of the Age of Enlightenment 1. Geen orkest 2. Scottish Chamber Orchestra 1. Hallé Orchestra 2. Britten Sinfonia 2. London Sinfonietta 1. West-Eastern Divan Orchestra 1. London Sinfonietta 1. BBC Scottish Symphony Orchestra 1. London Symphony Orchestra 1. BBC Symphony Orchestra 1. Geen orkest
(Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Spanje) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië)
Gramophone awards (Groot-Brittannië) Bron: http://www.gramophone.co.uk/awards, geraadpleegd op 05 april 2010 en http://en.wikipedia.org/wiki/Gramophone_Award, geraadpleegd op 05 april 2010 2009: BBC Scottish Symphony Orchestra 2008: USSR State & Russian Federation Symphony Orchestras 2007: London Symphony Orchestra 2006: Berlin Philharmonic Orchestra 2005: Concentus Musicus Wien 2004: BBC Philharmonic Orchestra 2003: Mahler Chamber Orchestra 2002: City of Birmingham Symphony Orchestra 2001: London Symphony Orchestra 2000: Berlin Philharmonic Orchestra 1999: data ontbreekt 1998: Budapest Festival Orchestra
(Groot-Brittannië) (Rusland) (Groot-Brittannië) (Duitsland) (Oostenrijk) (Groot-Brittannië) (Duitsland) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Duitsland) (Hongarijë)
97
Grammy awards (Verenigde Staten) Winnaars (!1" ) en genomineerden (!2") Bron: http://www.grammy.com/nominees?category=190, geraadpleegd op 05 april 2010, http://classicalmusic.about.com/sitesearch.htm?terms=grammy%20awards&SUName=classicalmusic&TopNode=99, geraadpleegd op 05 april 2010 en http://en.wikipedia.org/wiki/Category:Grammy_Awards_for_classical_music, geraadpleegd op 05 april 2010 2009:
2008:
2007:
2006:
2005: 2004: 2003: 2002: 2001: 2000: 1999: 1998:
1. Chicago Symphony Orchestra 2. Hollywood Studio Symphony Orchestra 2. Iceland Symphony Orchestra 2. Royal Scottish National Orchestra 2. Chicago Symphony Orchestra 1. Nashville Symphony 2. Minnesota Orchestra 2. Royal Scottish National Orchestra 2. Los Angeles Philharmonic 2. Atlanta Symphony Orchestra 1. San Francisco Symphony 2. BBC Philharmonic 2. Budapest Festival Orchestra 2. London Symphony Orchestra 2. Royal Scottish National Orchestra 1. Symphonieorchester des Bayerisch Rundfunks 2. Radio-Sinfonie-Orchester Frankfurt 2. Wiener Symphoniker 2. Bournemouth Symphony Orchestra 2. London Symphony Orchestra 1. New York Philharmonic 1. Vienna Philharmonic 1. San Francisco Symphony Orchestra 1. Chicago Symphony Orchestra 1. Berliner Philharmonic 1. San Francisco Symphony Orchestra 1. Chicago Symphony Orchestra 1. Cleveland Orchestra
(Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (IJsland) (Groot-Brittannië) (Verenigde Staten) (Verenigde Saten) (Verenigde Staten) (Groot-Brittannië) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Groot-Brittannië) (Hongarije) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Duitsland) (Duitsland) (Oostenrijk) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Verenigde Staten) (Oostenrijk) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Duitsland) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten)
Edison awards (Nederland) Bron: http://www.edisonaward.nl/Klassiek/, geraadpleegd op 05 april 2010 2006: 2004: 2003: 2002: 2001: 1999: 1998:
Berliner Philharmoniker Wiener Philharmoniker Berliner Philharmoniker Wiener Philharmoniker Berliner Philharmoniker Koninklijk Concertgebouworkest Bamberger Symphoniker
(Duitsland) (Oostenrijk) (Duitsland) (Oostenrijk) (Duitsland) (Nederland) (Duitsland)
98
Deskundigen Jan, deskundige werkzaam bij platenwinkel Concerto te Amsterdam Bron: Interview en correspondentie, november 2009 20 orkesten • Koninklijk Concertgebouworkest • Berliner Philharmoniker • Wiener Philharmoniker • London Philharmonic • Staatskapelle Dresden • Chicago Symphony Orchestra • London Symphony Orchestra • City of Birmingham Symphony Orchestra • Rotterdams Philharmonisch Orkest • Radio Philharmonisch Orkest • Deutsche Kammerphilharmonie • Orchestra of the Age of Enlightenment • Orkest van de Achttiende Eeuw • Orchestre de Paris • Orchestre Symphonique de Montréal • Orchestre Révolutionnaire et Romantique • Mahler Chamber Orchestra • Göteborg Symphony Orchestra • St. Petersburg Philharmonisch Orkest
(Nederland) (Duitsland) (Oostenrijk) (Groot-Brittannië) (Duitsland) (Verenigde Staten) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Nederland) (Nederland) (Duitsland) (Groot-Brittannie) (Nederland) (Frankrijk) (Canada) (Groot-Brittannie) (Duitsland) (Zweden) Rusland)
Frerik de Jong, deskundige werkzaam bij platenwinkel FAME te Amsterdam Bron: Interview en correspondentie, november 2009 20 orkesten • Koninklijk Concertgebouworkest • Royal Philharmonic Orchestra • Berlin Philharmonic Orchestra • Rotterdams Philharmonisch Orkest • London Symphony Orchestra • Chicago Symphony Orchestra • Mariinsky Theatre Orchestra • Boston Symphony Orchestra • The Philadelphia Orchestra • New York Philharmonic • Norrköping Symphony Orchestra • Wiener Philharmoniker • Münchner Philharmoniker • Orchestre National de Lyon • Orchestre National de France • WDR Rundfunkorchesterm • WDR Symphony Orchestra Cologne • Detroit Symphony Orchestra • Dallas Symphony Orchestra • Israel Philharmonic Orchestra
(Nederland) (Groot-Brittannië) (Duitsland) (Nederland) (Groot-Brittannië) (Verenigde Staten) (Rusland) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Zweden) (Oostenrijk) (Duitsland) (Frankrijk) (Frankrijk) (Duitsland) (Duitsland) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Israël)
Emannuel, deskundige werkzaam bij platenwinkel Boudisque te Utrecht Bron: Interview en correspondentie, november 2009 20 orkesten • Koninklijk Concertgebouworkest • Berlin Philharmonic Orchestra • Wiener Philharmoniker • London Symphony Orchestra • Chicago Symphony Orchestra • Cleveland Orchestra • BBC Symphony Orchestra • Philharmonisch Orkest van Leningrad • New York Philharmonic • Chamber Orchestra of Europa • Gustav Mahler Jugendorchester • Luzern Festival orkest • Radio Philharmonisch Orkest (Hilversum) • Philharmonisch Orkest van Oslo • Symfonie-orkest vd Beierse Omroep • Staatskapelle Berlin • Staatskapelle Dresden • Orchestre National de France • Los Angeles Philharmonic • Data ontbreekt
(Nederland) (Duitsland) (Oostenrijk) (Groot-Brittannië) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Groot-Brittannië) (Rusland) (Verenigde Staten) (15 landen uit Europa) (Duitsland) (Zwitzerland) (Nederland) (Noorwegen) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Frankrijk) (Verenigde Staten)
99
Recensies Classicstoday International Consensus, september 2009 – april 2004 Bron: http://www.classicstoday.com/archive_dom.asp, geraadpleegd op 30 november 2009 Orkesten (121) • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Minnesota Orchestra (5x) Helsinki Philharmonic (4x) Danish National Symphony Orchestra (3x) Deutsches Symphonie-Orchester Berlin (3) Freiburger Barockorchester (3x) Stuttgart Radio Symphony Orchestra (SWR) (3x) Vienna Radio Symphony Orchestra (3x) Royal Scottish National Orchestra (3x) São Paulo Symphony Orchestra (2x) Orchestra Métropolitain du Grand Montréal (2x) Bavarian Radio Symphony Orchestra (2x) Die Deutsche Kammerphilharmonie Bremen (2x) Leipzig Gewandhaus Orchestra (2x) Lahti Symphony Orchestra (2x) BBC Symphony Orchestra (2x) Budapest Festival Orchestra (2x) Hungarian National Philharmonic Orchestra (2x) Iceland Symphony Orchestra (2x) Bach Collegium Japan (2x) Royal Concertgebouw Orchestra (2x) Bergen Philharmonic Orchestra (2x) Warsaw Philharmonic Orchestra (2x) Czech Philharmonic Orchestra (2x) Chicago Symphony Orchestra (2x) Cincinnati Symphony Orchestra (2x) Swedish Radio Symphony Orchestra (2x) Chamber Orchestra of Europa
• • • • • • • • • • • • •
Australian Chamber Orchestra Montréal Baroque Orchestre symphonique de Québec Taipei Chinese Orchestra Concerto Kopenhagen Akademie für Alte Musik Berlin Berlin Radio Symphony Orchestra Das Neue Orchester Hamburg Symphony Saarbrücken Radio Symphony Orchestra Staatskapelle Dresden SWR Radio Orchestra Kaiserslautern SWR Symphony Orchestra of Baden-Baden and Freiburg
(Verenigde Staten) (Finland) (Denemarken) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Oostenrijk) (Groot-Brittannië) (Brazilië) (Canada) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Finland) (Groot-Brittannië) (Hongarije) (Hongarije) (IJsland) (Japan) (Nederland) (Noorwegen) (Polen) (Tsjechië) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Zweden) (15 landen uit Europa) (Australië) (Canada) (Canada) (China) (Denemarken) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland)
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
(Duitsland)
100
WDR Radio Symphony Orchestra WDR Symphony Cologne Orchestra Orchestra of the Estonian National Opera Les Violons du Roy Orchestre de Paris Radio France Philharmonic Orchestra BBC National Orchestra Bournemouth Symphony Orchestra London Symphony Orchestra Orchestra & Chorus of the Royal Opera House The Symphony of Harmony and Invention Orchestra Sinfonica di Milano Giuseppe Verdi Venice Baroque Orchestra Malaysian Philharmonic Orchestra Amsterdam Sinfonietta New Zealand Symphony Orchestra Aarhus Symphony Orchestra Oslo Philharmonic Orchestra Stavanger Symphony Orchestra Concentus Musicus Wien Haydn Sinfonietta Wien Polish National Radio Symphony Orchestra Sinfonia Varsovia Russian National Orchestra BBC Scottish Symphony Orchestra Scottish Chamber Orchestra Scottish Ensemble Extremadura Symphony Orchestra Czech Chamber Orchestra Prague Chamber Orchestra Simón Bolívar Youth Orchestra of Venezuela American Composers Orchestra Dallas Symphony Orchestra Grant Park Orchestra Philadelphia Orchestra San Francisco Symphony Gothenburg Symphony Orchestra Malmö Symphony Orchestra Swedish Chamber Orchestra Orebro Orchester Musikkollegium Winterthur Tonhalle Orchestra Zurich
(Duitsland) (Duitsland) (Estland) (Frankrijk) (Frankrijk) (Frankrijk) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Italië) (Italië) (Maleisië) (Nederland) (Nieuw-Zeeland) (Noorwegen) (Noorwegen) (Noorwegen) (Oostenrijk) (Oostenrijk) (Polen) (Polen) (Rusland) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Spanje) (Tsjechië) (Tsjechië) (Venezuela) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Zweden) (Zweden) (Zweden) (Zwitserland) (Zwitserl
Internationaal erkende pianisten Prijzen Royal Philharmonic Society Music Awards (Groot-Brittannië) Winnaars (!1" ) en genomineerden (!2") Bron: http://www.rpsmusicawards.com/pastwinners/index.html, geraadpleegd op 05 april 2010 2008: 2007: 2006:
2005: 2004: 2003: 2002: 2001: 2000: 1999: 1998: 1997:
1. geen pianist 2. Daniel Barenboim 1. Imogen Cooper 1. geen pianist 2. Stephen Hough 2. Andras Schiff 1. geen pianist 2. Malcolm Martineau 1. Pierre-Laurent Aimard 1. Mitsuko Uchida 1. Paul Lewis geen pianist 1. Piotr Anderszewski 1. Leif Ove Andsnes 1. Graham Johnson 1. Murray Perahia
(Argentinië / Israel) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië / Australie) Hongarije) (Groot-Brittannië)) (Frankrijk) (Japan) (Groot-Brittannië) (Polen) (Noorwegen) (Groot-Brittannië) (Verenigde Staten)
Leeds International Piano Competition (Groot-Brittannië) Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Leeds_International_Pianoforte_Competition, geraadpleegd op 05 april 2010 2006: 2003: 2000:
1. Sunwook Kim 2. Andrew Brownell 1. Antti Siirala 2. Evgenia Rubinova 1. Alessio Bax 2. Data ontbreekt
(Zuid-Korea) (Verenigde Staten) (Finland) (Oezbekistan) (Italië)
Top of the World International Piano Competition (Noorwegen) (Jury international samengesteld) Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Top_of_the_World_International_Piano_Competition, geraadpleegd op 05 april 2010 2009:
1. Mariangela Vacatello 2. Mayumi Sakamoto 3. Serhiy Salov
(Italië) (Japan) (Oekraïne)
Queen Elisabeth Music Competition (België) Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Queen_Elisabeth_Music_Competition, geraadpleegd op 05 april 2010 2007: 2003: 1999:
1. Anna Vinnitskaya 2. Plamena Mangova 1. Severin von Eckardstein 2. Wen-Yu Shen 1. Vitaly Samoshko 2. Alexander Ghindin (Rusland)
(Rusland) (Bulgarije) (Duitsland) (China) (Oekraïne)
International Frederick Chopin Piano Competition (Polen) Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/International_Fr%C3%A9d%C3%A9ric_Chopin_Piano_Competition, geraadpleegd op 05 april 2010 2005:
2000:
1. Rafa! Blechacz 2. Niet uitgereikt 3. Dong-Hyek Lim en Dong-Min Lim (tie) 1. Yundi Li 2. Ingrid Fliter
(Polen) (Zuid-Korea) (Zuid-Korea) (China) (Argentinië)
101
Grammy awards (Verenigde Staten) Winnaars (!1" ) en genomineerden (!2") Bron: http://www.grammy.com/nominees?category=190, geraadpleegd op 05 april 2010, http://classicalmusic.about.com/sitesearch.htm?terms=grammy%20awards&SUName=classicalmusic&TopNode=99, geraadpleegd op 05 april 2010 en http://en.wikipedia.org/wiki/Category:Grammy_Awards_for_classical_music, geraadpleegd op 05 april 2010 2009:
2008:
2007:
2006:
2005: 2004: 2003: 2002: 2001: 2000: 2000: 1999: 1998:
1. Gloria Cheng 2. Marc-André Hamelin 2. Jean-Yves Thibaudet 2. Leif Ove Andsnes 1. Garrick Ohlsson 2. Lang Lang 2. Kenneth Boulton 2. Marc-André Hamelin 1. Maurizio Pollini 1. Angelin Chang 2. Nelson Freire 2. Leif Ove Andsnes 2. András Schiff 1. Martha Argerich 1. Evgeny Kissin 2. Nelson Freire 2. Piotr Anderszewski geen pianist 1. Emmanuel Ax 1. Murray Perahia geen pianist geen pianist 1. Martha Argerich 1. Vladimir Ashkenazy 1. Murray Perahia geen pianist
(Verenigde Staten) (Canada) (Frankrijk) (Noorwegen) (Verenigde Staten) (China) (Verenigde Staten) (Canada) (Italië) (China) (Brazilië) (Noorwegen) (Hongarije) (Argentinië) (Rusland) (Brazilië) (Polen) (Verenigde Staten / Israel) (Verenigde Staten)
(Argentinië) (Rusland) (Verenigde Staten)
Edison awards (Nederland) Bron: http://www.edisonaward.nl/Klassiek/, geraadpleegd op 05 april 2010 2006: Evgeny Kissin 2005: Paul Lewis 2004: Paul Lewis 2002: Jorge Bolet 2001: Murray Perahia 2000: Vladimir Ashkenazy 1998: Håkon Austbø 1997: Theo Bruins
(Rusland) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Rusland) (Noorwegen) (Nederland)
Gramophone awards (Groot-Brittannië) Bron: http://www.gramophone.co.uk/awards, geraadpleegd op 05 april 2010 en http://en.wikipedia.org/wiki/Gramophone_Award, geraadpleegd op 05 april 2010 2008: Paul Lewis 2008: Leif Ove Andsnes 2007: Nelson Freire 2006: Piotr Anderszewski 2006: Angela Hewitt 2005: Stephen Hough 2004: Leif Ove Andsnes 2003: Simon Trp!eski 2003; Murray Perahia 2002: Leif Ove Andsnes 2002: Stephen Hough 2001; Murray Perahia 2000: Martha Argerich 2000: Marc-André Hamelin 1999: Arcadi Volodos 1998: Stephen Hough
(Groot-Brittannië) (Noorwegen) (Brazilië) (Polen) (Canada) (Groot-Brittannië / Australie) (Noorwegen) (Macedonië) (Verenigde Staten) (Noorwegen) (Groot-Brittannië / Australie) (Verenigde Staten) (Argentinië) (Canada) (Rusland) (Groot-Brittannië / Australie)
102
Cleveland International Piano Competition (Verenigde Staten) Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Cleveland_International_Piano_Competition, geraadpleegd op 05 april 2010 2009: 2007: 2005: 2003: 2001: 1999: 1997:
1. 2. 1. 2. 1. 2. 1. 2. 1. 2. 1. 2. 1. 2.
Martina Filjak Dmitri Levkovich Alexander Ghindin (Rusland) Yaron Kohlberg Chu-Fang Huang Sergey Kuznetsov Kotaro Fukuma Soyeon Lee Roberto Plano Minsoo Sohn Antonio Pompa-Baldi Vassily Primakov Per Tengstrand Gulnora Alimova
(Kroatië) (Canada) (Israel) (China) (Rusland) (Japan) (Zuid-Korea) (Italie) (Zuid-Korea) (Italie) (Rusland) (Zweden) (Oezbekistan)
Van Cliburn International Piano Competition (Verenigde Staten) Bron: http://www.cliburn.org/index.php?page=winner, geraadpleegd op 05 april 2010 en http://www.cliburn.org/index.php?page=past_winners, geraadpleegd op 05 april 2010 2009:
2005: 2001:
1997:
1. Nobuyuki Tsujii en Haochen Zhang (tie) 2. Idem 1. Alexander Kobrin 2. data ontbreekt 1. Stanislav Ioudenitch en Olga Kern (tie) 2. Idem 1. Jon Nakamatsu 2. data ontbreekt
(Japan) (China) (Rusland) (Oezbekistan) (Rusland) (Verenigde Staten)
103
Deskundigen Jan, deskundige werkzaam bij platenwinkel Concerto te Amsterdam Bron: Interview en correspondentie, november 2009 20 pianisten • Marta Argerich • Krystian Zimerman • Lang Lang • Maurizio Pollini • Hélène Grimaud • Maria João Pires • Murray Perahia • Ralph van Raat • Evgenyi Kissin • Alexandre Tharaud • Paul Lewis • Ronald Brautigam • Yundi Li • Angela Hewitt • Daniel Barenboim • Mikhail Pletnev • Radu Lupu • Nelson Freire • Leif Ove Andsnes • Marc-André Hamelin
(Argentinië) (Polen) (China) (Italië) (Frankrijk) (Portugal) (Verenigde Staten) (Nederland) (Rusland) (Frankrijk) (Groot-Brittannië) (Nederland) (China) (Canada) (Argentinië / Israël) (Rusland) (Roemenië) (Brazilië) (Noorwegen) (Canada)
Frerik, deskundige werkzaam bij platenwinkel FAME te Amsterdam Bron: Interview en correspondentie, november 2009 20 pianisten • Ronald Brautigam • Ivo Pogorelich • Pierre-Laurent Aimard • Murray Perahia • Maurizio Pollini • Sviatoslav Richter • Grigory Sokolov • Maria João Pires • Garrick Olhsson • Martha Argerich • Arthur Rubinstein • Krystian Zimerman • Emil Gilels • Daniel Barenboim • Glenn Gould • Gaby Casadesus • Claudio Arrau • Vladimir Horowitz • Neilson Freire • Alfred Brendel
(Nederland) (Kroatië) (Frankrijk) (Verenigde Staten) (Italië) (Oekraïne) X1 (Rusland) (Portugal) (Verenigde Staten) (Argentinië) (Polen) X (Polen) (Oekraïne) X (Argentinië / Israël) (Canada) X (Frankrijk) X (Chili) X (Rusland) X (Brazilië) (Oostenrijk) X
Emannuel, deskundige werkzaam bij platenwinkel Boudisque te Utrecht Bron: Interview en correspondentie, november 2009 20 pianisten • Maurizio Pollini • Mitsuko Uchida • Martha Argerich • Vladimir Ashkenazy • Andras Schiff • Charles Rosen • Krystian Zimerman • Leif Ove Andsnes • Helene Grimaud • Severin von Eckardstein • Ronald Brautigam • Arcadi Volodos • Nicolai Lugansky • Pierre-Laurent Aimard • Jean-Efflam Bavouzet • Till Fellner • Jean-Yves Thibaudet • Data ontbreekt (3x)
1
(Italë) (Japan) (Argentinië) (Rusland) (Hongarije / Groot-Brittannië) (Verenigde Staten) (Polen) (Noorwegen) (Frankrijk) (Duitsland) (Nederland) (Rusland) (Rusland) (Frankrijk) (Frankrijk) (Oostenrijk) (Frankrijk)
X = non-response, omdat deze pianisten niet meer actief zijn.
104
Recensies Classicstoday International Consensus september 2009 – april 2004 Bron: http://www.classicstoday.com/archive_dom.asp, geraadpleegd op 30 november 2009
Pianisten (37) • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Alexandre Tharaud (5x) Marc-André Hamelin (3x) Jean-Efflam Bavouzet (2x) Julius Drake (2x) Roger Vignoles (2x) Arnaldo Cohen Alain Lefèvre Zhu Xiao-Mei Martin Helmchen Gerold Huber Sebastian Knauer Alexandra Oehler Alice Ader Stephen Hough Ronald Brautigam Hakon Austbo Sigurd Slattebrekk Jan Krzysztof Broja Boris Berezovsky Yevgeny Sudbin Yefim Bronfman Steven Osborne Jenny Lin Rudolf Buchbinder Martin Katz Murray Perahia Roland Pöntinen Ivo Haag
(Frankrijk) (Canada) (Frankrijk) (Groot-Brittannië) (Groot-Brittannië) (Brazilië) (Canada) (China) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Duitsland) (Frankrijk) (Groot-Brittannië / Australië) (Nederland) (Noorwegen) (Noorwegen) (Polen) (Rusland) (Rusland) (Rusland / Israël) (Groot-Brittannië)) (Taiwan) (Tsjechië) (Verenigde Staten) (Verenigde Staten) (Zweden) (Zwitserland)
105
Bijlage 2: Compleet overzicht van concerten door orkesten en pianisten
106
Berliner Philharmoniker (Duitsland) Periode: januari 2008 tot en met december 2009 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 20/29 Bron: http://www.berliner-philharmoniker.de/en/concerts/kalender/, geraadpleegd op 21 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5090863&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 21 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
07-02-2008
Philharmonie Berlin*
Berlijn
Duitsland
15-06-2008
Waldbühne
Berlijn
Duitsland
28-06-2008
Grand Théatre de Provence
Aix-en-Provence
Frankrijk
02-09-2008
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
04-09-2008
Philharmonic Hall
Liverpool
Groot-Brittannië
06-09-2008
National Concert Hall
Dublin
Ierland
21-11-2008
Seoul Arts Centre
Seoul
Zuid-Korea
25-11-2008
Suntory Hall
Tokyo
Japan
30-11-2008
Hyogo Performing Arts Center
Nishinomiya
Japan
01-12-2008
Okayama Symphony Hall
Okayama
Japan
17-02-2009
Alte Oper
Frankfurt
Duitsland
18-02-2009
Kölner Philharmonie
Cologne
Duitsland
19-02-2009
Palais des Beaux Arts
Brussel
België
20-02-2009
Zurich Tonhalle
Zurich
Zwitserland
22-02-2009
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
28-02-2009
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
11-11-2009
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
16-11-2009
Symphony Center
Chicago
Verenigde Staten
21-11-2009
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
23-11-2009
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
London Symphony Orchestra (Groot-Brittannië) Periode: januari 2008 tot en met december 2009 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 25/31 Bron: http://www.instantencore.com/contri butor/concerts.aspx?CId=5054158&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 21 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
26-01-2008
The Anvil
Basingstoke
Groot-Brittannië
30-01-2008
Alte Oper
Frankfurt
Duitsland
06-02-2008
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
08-03-2008
Le Duo Dijon
Dijon
Frankrijk
12-03-2008
Auditorio Nacional de Música
Madrid
Spanje
15-04-2008
Stockholm Concert Hall
Stockholm
Zweden
17-04-2008
Gothenburg Concert Hall (Konserthuset)
Gotenburg
Zweden
09-07-2008
St. Paul's Cathedral
Londen
Groot-Brittannië
17-08-2008
Usher Hall
Edinburgh
Groot-Brittannië
08-10-2008 15-03-2009
Philharmonie Berlin Davies Symphony Hall
Berlijn San Francisco
Duitsland Verenigde Staten
19-03-2009
Orange County Performing Arts Center
Costa Mesa
Verenigde Staten
25-03-2009
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
01-05-2009
Peabody Auditorium
Daytona Beach
Verenigde Staten
19-05-2009
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
11-07-2009
LSO St. Lukes
Londen
Groot-Brittannië
24-08-2009
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
04-09-2009
Schloss Grafenegg
Grafenegg
Oostenrijk
23-10-2009
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
18-12-2009
Barbican Centre*
Londen
Groot-Brittannië
107
Chicago Symphony Orchestra (Verenigde Staten) Periode: september 2007 tot en met juni 2010 (15 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 6/15 Bron: http://www.cso.org/main.taf?p=3,11,6&SeasonID=0910, geraadpleegd op 21 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5092038&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 22 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
16-11-2007
Wheaton College
Wheaton
Verenigde Staten
09-09-2008
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
23-09-2008
Krannert Center for the Performing Arts
Urbana
Verenigde Staten
22-02-2009
South Shore Cultural Center
Chicago
Verenigde Staten
01-03-2009
Fullerton Hall at the Art Institute of Chicago
Chicago
Verenigde Staten
03-05-2009
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
15-08-2009
Ravinia Festival Grounds
Highland Park
Verenigde Staten
11-09-2009
Berliner Philharmonie
Berlijn
Duitsland
14-09-2009
Kultur and Kongresszentrum
Luzern
Zwitserland
16-09-2009
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
21-09-2009
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
24-09-2009
Royal Festival Hall
Londen
Groot-Brittannië
23-11-2009
Harris Theater
Chicago
Verenigde Staten
23-12-2009
Symphony Center*
Chicago
Verenigde Staten
27-01-2010
University of Michigan
Ann Arbor
Verenigde Staten
Koninklijk Concertgebouworkest (Nederland) Periode: januari 2008 tot en met december 2009 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 35/42 Bron: http://www.concertgebouworkest.nl/, geraadpleegd op 22 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5100500&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 22 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
23-01-2008
Concertgebouw*
Amsterdam
Nederland
27-01-2008
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
29-01-2008
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
03-02-2008
Kennedy Center
Washington, D.C.
Verenigde Staten
04-02-2008
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
09-04-2008
Auditorio Nacional de Música
Madrid
Spanje
21-04-2008
Palais des Beaux Arts
Brussel
België
01-06-2008
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
25-06-2008
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
05-09-2008
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
04-11-2008
National Centre for the Performing Arts
Beijing
China
11-11-2008
Suntory Hall
Tokyo
Japan
08-02-2009
Alte Oper
Frankfurt
Duitsland
09-02-2009
Stadtcasino
Basel
Zwitserland
13-05-2009
Athens Concert Hall
Athene
Griekenland
23-05-2009
Semperoper
Dresden
Duitsland
15-06-2009
Muziektheater
Amsterdam
Nederland
01-09-2009
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
03-09-2009
Kultur and Kongresszentrum
Luzern
Zwitserland
19-09-2009
Palace Grand Hall
Boekarest
Roemenië
108
Wiener Philharmoniker (Oostenrijk) Periode: januari 2008 tot en met mei 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 32/42 Bron: http://www.wienerphilharmoniker.at/index.php?set_language=en&cccpage=concerts_tour, geraadpleegd op 22 januari 2010, en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5079797&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 22 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
01-01-2008
Musikverein*
Wenen
Oostenrijk
26-02-2008
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
05-04-2008
Theater an der Wien
Wenen
Oostenrijk
25-08-2008
Mozarteum
Salzburg
Oostenrijk
14-09-2008
Muza Kawasaki
Kawasaki
Japan
26-10-2008
Wiener Konzerthaus
Wenen
Oostenrijk
06-09-2009
Kultur- und Kongreßzentrum
Luzern
Zwitserland
11-09-2009
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
16-09-2009
Suntory Hall
Tokyo
Japan
23-09-2009
Hyogo Performing Arts Center
Nishinomiya
Japan
17-01-2010
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
30-01-2010
Großes Festspielhaus
Salzbrug
Oostenrijk
20-02-2010
Alte Oper
Frankfurt
Duitsland
23-02-2010
Essener Philharmonie
Essen
Duitsland
25-02-2010
Palais des Beaux-Arts
Brussel
België
01-03-2010
Théâtre des Champs-Élysées
Parijs
Frankrijk
03-03-2010
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
24-03-2010
Brucknerhaus Linz
Linz
Oostenrijk
16-04-2010
Salle de Concerts Grande
Luxemburg
Luxemburg
07-05-2010
Kölner Philharmonie
Cologne
Duitsland
Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks (Duitsland) Periode: januari 2008 tot en met december 2009 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 11/23 Bron: http://www.br-online.de/br-klassik/br-symphonieorchester/br-symphonieorchester-saison-2009-10-gastkonzerte-ID1242647988201.xml, geraadpleegd op 22 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5090595&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 22 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
08-03-2008
Southbank Centre
Londen
Groot-Brittannië
15-03-2008
Kultur- und Kongresszentrum
Luzern
Zwitserland
19-04-2008
Meistersingerhalle
Nurnberg
Duitsland
26-04-2008
Gasteig München
München
Duitsland
26-04-2008
Kölner Philharmonie
Cologne
Duitsland
30-05-2008
Heinrich-Lades-Halle
Erlangen
Duitsland
01-06-2008
Olympia-Eissport-Zentrum
Garmisch-Partenkirchen
Duitsland
06-06-2008
Congress Centrum Würzburg
Würzburg
Duitsland
15-06-2008
Ottobeuren Basilica
Ottobeuren
Duitsland
05-07-2008
Odeonsplatz
München
Duitsland
13-07-2008
Regentenbau
Bad Kissingen
Duitsland
30-11-2008
Théâtre des Champs-Élysées
Parijs
Frankrijk
15-03-2009
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
18-09-2009
Herkulessaal der Residenz*
München
Duitsland
05-09-2009
Werdenfels-Festsaal
Garmisch-Partenkirchen
Duitsland
24-09-2009
Sala Palatului
Boekarest
Roemenië
11-10-2009
Alte Oper
Frankfurt
Duitsland
08-11-2009
Hyogo Performing Arts Center
Nishinomiya
Japan
15-11-2009
Suntory Hall
Tokyo
Japan
19-11-2009
Muza Kawasaki Symphony Hall
Kawasaki
Japan
109
Budapest Festival Orchestra (Hongarije) Periode: januari 2008 tot en met mei 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 20/22 Bron: http://www.bfz.hu/hangversenyek/hang_zkari_en.php, geraadpleegd op 30 juni 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5091354&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 30 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
08-02-2008
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
26-04-2008
Salle Playel
Parijs
Frankrijk
04-06-2008
Municipal House
Praag
Tsjechië
24-01-2009
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
28-01-2010
Adrienne Arsht Center
Miami
Verenigde Staten
18-08-2009
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
22-08-2009
Schloss Grafenegg
Grafenegg
Oostenrijk
31-01-2010
BFO Rehearsal Hall*
Budapest
Hongarije
11-02-2010
Béla Bartók National Concert Hall
Budapest
Hongarije
15-03-2010
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
16-03-2010
Lingotto
Turijn
Italië
22-03-2010
Megaron Concert Hall
Athene
Griekenland
11-05-2010
Maison de la Culture
Grenoble
Frankrijk
12-05-2010
De Singel
Antwerpen
België
13-05-2010
Concertgebouw
Brugge
België
14-05-2010
Philharmonie
Luxemburg
Luxemburg
15-05-2010
Frauenkirche
Dresden
Duitsland
16-05-2010
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
18-05-2010
Lisinski
Zagreb
Kroatië
21-05-2010
Opera City Concert Hall
Tokyo
Japan
Staatskapelle Dresden (Duitsland) Periode: januari 2008 tot en met februari 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 18/23 Bron: http://www.semperoper.de/de/staatskapelle/tourneenundgastkonzerte200910.html, geraadpleegd op 30 juni 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5101791&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 30 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
24-01-2008
Semperoper*
Dresden
Duitsland
26-04-2008
Frauenkirche
Dresden
Duitsland
25-05-2008
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
28-08-2008
Usher Hall
Edinburgh
Groot-Grootbrittanië
11-09-2008
Théâtre des Champs-Élysées
Parijs
Frankrijk
27-09-2008
Theatro alla Scala
Milaan
Italië
15-11-2008
Krannert Center for the Performing Arts
Urbana
Verenigde Staten
19-11-2008
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
21-11-2008
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
27-08-2009
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
30-08-2009
Kultur and Kongresszentrum
Luzern
Zwitserland
29-10-2009
Auditorio Nacional de Música
Madrid
Spanje
02-12-2009
Konzerthaus
Dortmund
Duitsland
05-12-2009
Emeritas Palace
Abu Dhabi
08-01-2010
Auditoria Alfredo Kraus
Las Palmas
Verenigde Arabische Emiraten Spanje
12-01-2010
Auditorio de Tenerife
Santa Cruz
Spanje
02-02-2010
Konserthus
Oslo
Noorwegen
03-02-2010
Konserthuset
Kopenhagen
Denemarken
04-02-2010
Laeiszhalle
Hamburg
Duitsland
06-02-2010
Konserthus
Stockholm
Zweden
110
New York Philharmonic (Verenigde Staten) Periode: januari 2008 tot en met 2009 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 20/34 Bron: http://nyphil.org/meet/archive/index.cfm?page=eventsByMonth&seasonNum=8, geraadpleegd op 30 januari 2010, https://www.creditsuisse.com/upload/news-live/000000021429.pdf, geraadpleegd op 30 januari 2010 en https://www.credit-suisse.com/upload/newslive/000000021429.pdf, geraadpleegd op 30 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
03-01-2008
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
05-01-2008
Long Island University, C.W. Post Campus
Brookville
Verenigde Staten
03-02-2008
Kaufman Center
New York
Verenigde Staten
09-03-2008
92nd Street Y
New York
Verenigde Staten
26-05-2008
Cathedral Church of St. John the Divine
New York
Verenigde Staten
06-06-2008
New Jersey Performing Arts Center
Newark
Verenigde Staten
11-06-2008
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
24-06-2008
Central Park
New York
Verenigde Staten
25-07-2008
Ford Amphitheater
Vail
Verenigde Staten
28-08-2008
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
03-09-2008
Kultur and Kongresszentrum
Luzern
Zwitserland
05-09-2008
Philharmonie
Essen
Duitsland
09-09-2008
Salle Playel
Parijs
Frankrijk
01-03-2009
Teatro de al Universidad de Puerto Rico
San Juan
Puerto Rico
04-03-2009
Memorial Hall
Chapel Hill
Verenigde Staten
08-03-2009
Hill Auditorium, University of Michigan
Ann Arbor
Verenigde Staten
09-10-2009
Suntory Hall
Tokyo
Japan
12-10-2009
Seoul Arts Centre
Seoul
Zuid-Korea
19-10-2009
Esplanade - Theaters on the Bay
Singapore
Singapore
23-10-2009
Emeritas Palace
Abu Dhabi
Verenigde Arabische Emiraten
San Francisco Symphony (Verenigde Staten) Periode: januari 2008 tot en met maart 2010 (19 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 0/19 Bron: http://www.sfsymphony.org/season/Calendar.aspx, geraadpleegd op 31 januari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5109493&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 31 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5109493, geraadpleegd op 30 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
09-01-2008
Davies Symphony Hall*
San Francisco
Verenigde Staten
27-01-2008
Flint Center for the Performing Arts
Cupertino
Verenigde Staten
12-03-2008
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
14-03-2008
University of Michigan
Ann Arbor
Verenigde Staten
18-05-2008
California Palace of the Legion of Honor
San Francisco
Verenigde Staten
29-06-2008
Stern Grove
San Francisco
Verenigde Staten
27-09-2008
Long Island University, C.W. Post Campus
Brookville
Verenigde Staten
28-09-2008
Schermerhorn Symphony Center
Nashville
Verenigde Staten
20-01-2009
Benaroya Hall
Seattle
Verenigde Staten
24-01-2009
Granada Theatre
Santa Barbara
Verenigde Staten
26-01-2009
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
28-01-2009
Orange County Performing Arts Center
Costa Mesa
Verenigde Staten
19-04-2009
Calvary Presbyterian Church
San Francisco
Verenigde Staten
21-05-2009
Mondavi Center for the Performing Arts
Davis
Verenigde Staten
04-07-2009
Shoreline Amphitheatre
Mountain View
Verenigde Staten
19-07-2009
Dolores Park
San Francisco
Verenigde Staten
18-03-2010
Krannert Center for the Performing Arts
Urbana
Verenigde Staten
23-03-2010
Kimmel Center
Philadelphia
Verenigde Staten
24-03-2010
Kennedy Center
Washington, D.C.
Verenigde Staten
111
Cleveland Orchestra (Verenigde Staten) Periode: januari 2008 tot en met april 2010 (19 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 8/19 Bron: http://www.clevelandorchestra.com/purchase/calendar/index.aspx, geraadpleegd op 31 januari 2010, http://www.clevelandorchestra.com/html/PressRoom/pressreleases.asp?ID=355, geraadpleegd op 31 januari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5092298&PastConcerts=Yes , geraadpleegd op 31 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5092298, geraadpleegd op 31 januari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
10-01-2008
Severance Hall*
Cleveland
Verenigde Staten
03-07-2008
Blossom Music Center*
Cuyahoga Falls
Verenigde Staten
17-08-2008
Haus für Mozart - Small Festival Hall
Salzburg
Oostenrijk
19-08-2008
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
24-08-2008
Felsenreitschule
Salzburg
Oostenrijk
26-01-2009
Van Wezel Performing Arts Hall
Sarasota
Verenigde Staten
04-02-2009
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
08-02-2009
Kimmel Center
Philadelphia
Verenigde Staten
03-04-2009
Adrienne Arsht Center
Miami
Verenigde Staten
20-10-2009
Roy Thomson Hall
Toronto
Verenigde Staten
24-10-2009
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
25-10-2009
Théâtre des Champs-Élysées
Parijs
Frankrijk
27-10-2009
Philharmonie
Luxemburg
Luxemburg
29-10-2009
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
03-11-2009
Brucknerhaus Linz
Linz
Oostenrijk
15-11-2009
E. J. Thomas Hall
Akron
Verenigde Staten
19-03-2010
Kent State University
Kent
Verenigde Staten
09-04-2010
Oberlin Conservatory
Oberlin
Verenigde Staten
BBC Symphony Orchestra (Groot-Brittannië) Periode: januari 2008 tot en met mei 2010 (14 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 4/14 Bron: http://www.bbc.co.uk/orchestras/symphonyorchestra/concert_diary/index.shtml?2008_09, geraadpleegd op 01 februari 2010, http://www.bbc.co.uk/orchestras/symphonyorchestra/performances/, geraadpleegd op 01 februari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5090648&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 01 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5090648, geraadpleegd op 01 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
08-01-2008
LSO St. Lukes
Londen
Groot-Brittannië
18-01-2008
Barbican Centre*
Londen
Groot-Brittannië
18-01-2008
St. Giles Cripplegate
Londen
Groot-Brittannië
22-02-2008
Maida Vale Studios
Londen
Groot-Brittannië
31-05-2008
Municipal Hous
Praag
Tsjechie
26-06-2008
Paternoster Square
Londen
Groot-Brittannië
18-07-2008
Royal Albert Hall*
Londen
Groot-Brittannië
21-07-2008
Cadogan Hall
Londen
Groot-Brittannië
25-09-2008
Kurhaus
Meran
Italië
27-08-2008
Theatro Filarmonica di Verona
Verona
Italië
21-04-2009
Théâtre des Champs-Élysées
Parijs
Frankrijk
19-06-2009
Snape Maltings Concert Hall
Snape
Groot-Brittannië
31-08-2009
Usher Hall
Edinburgh
Groot-Brittannië
04-02-2010
Westminster Cathedral
London
Groot-Brittannië
112
BBC Scottish Symphony Orchestra (Groot-Brittannië) Periode: januari 2008 tot en met mei 2010 (11 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 1/11 Bron: http://www.bbc.co.uk/scotland/music/bbcsso/concerts/?month=201001, geraadpleegd op 1 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5090645&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 1 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
25-01-1008
Town Hall
Ayr
Groot-Brittannië
31-01-2008
City Halls*
Glasgow
Groot-Brittannië
01-02-2008
The Music Hall
Aberdeen
Groot-Brittannië
07-03-2008
Eden Court Theatre
Inverness
Groot-Brittannië
18-04-2008
Perth Concert Hall
Perth
Australië
03-05-2008
The Old Fruitmarket
Glasgow
Groot-Brittannië
30-08-2008
Usher Hall
Edinburg
Groot-Brittannië
10-09-2008
St Mary's Parish Church
Haddington
Groot-Brittannië
07-02-2009
Leeds Town Hall
Leeds
Groot-Brittannië
12-08-2009
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
12-09-2009
Glasgow Green
Glasgow
Groot-Brittannië
Los Angeles Philharmonic (Verenigde Staten) Periode: januari 2008 tot en met augustus (4 locaties) (totaal 499 uitvoeringen, waarvan 497 in de Walt Disney Concert Hall en de Hollywood Bowl) Locaties buiten thuisland, relatief: 0/4 Bron: http://www.laphil.com/tickets/calendar-fullseason.cfm, geraadpleegd op 1 februari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5112287&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 1 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5112287, geraadpleegd op 1 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
27-04-2008
Orange County Performing Arts Center
Costa Mesa
Verenigde Staten
08-10-2009
Walt Disney Concert Hall*
Los Angeles
Verenigde Staten
10-02-2010
Luckman Fine Arts Complex
Los Angeles
Verenigde Staten
28-08-2010
Hollywood Bowl*
Los Angeles
Verenigde Staten
Royal Symphony National Orchestra (Groot-Brittannië) Periode: januari 2008 tot en met mei 2010 (19 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 7/19 http://www.edinburghguide.com/forums/edinburghartsandentertainment/clubsandmusic/4790, geraadpleegd op 1 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5100570&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 1 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
15-01-2008
Forfar Reid Hall
Forfar
Groot-Brittannië
19-01-2008
Arbroath Webster Theatre
Arbroath
Groot-Brittannië
13-02-2008
Horsecross
Perthshire
Groot-Brittannië
06-09-2008
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
10-01-2009
Carnegie Hall (Fife)
Dunfermline
Groot-Brittannië
29-01-2009
Caird Hall
Dundee
Groot-Brittannië
11-02-2009
Perth Concert Hall
Perth
Australië
19-02-2009
Eden Court Theatre
Inverness
Groot-Brittannië
19-03-2009
Caird Hall
Dundee
Groot-Brittannië
26-04-2009
Edinburgh Festival Theatre
Edinburg
Groot-Brittannië
14-05-2009
Music Hall
Aberdeen
Groot-Brittannië
16-05-2009
Glasgow Royal Concert Hall
Glasgow
Groot-Brittannië
28-08-2009
Usher Hall
Edinburgh
Groot-Brittannië
05-02-2010
Festspielhaus
Baden-Baden
Duitsland
06-02-2010
Philharmonie
Luxemburg
Luxemburg
08-02-2010
Théâtre des Champs-Élysées
Parijs
Frankrijk
09-02-2010
Philharmonie Gasteig
München
Duitsland
10-02-2010
Konzerthaus
Wenen
Oostenrijk
11-02-2010
Sava Centre
Belgrado
Servië
113
Murray Perahia (Verenigde Staten) (woonachtig in Londen) Periode: januari 2008 tot en met maart 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 37/43 Bron: http://www.murrayperahia.com/#, geraadpleegd op 17 januari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5063895, geraadpleegd op 17 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5063895, geraadpleegd op 17 januari Datum
Zaal
Plaats
Land
12-02-2008
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
25-03-2008
Jones Hall
Houston
Verenigde Staten
29-03-2008
University of California
Los Angeles
Verenigde Staten
31-03-2008
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
02-04-2008
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
08-04-2008
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
09-09-2008
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
28-11-2008
Symphony Center
Chicago
Verenigde Staten
09-01-2009
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
04-03-2009
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
21-03-2009
Clayton State University
Morrow
Verenigde Staten
08-07-2009
Mann Auditorium
Tel Aviv
Israel
16-09-2009
Romanian Athenaeum
Boekarest
Roemenië
04-10-2009
University of British Columbia
Vancouver
Canada
12-11-2009
Glasgow Royal Concert Hall
Glasgow
Groot-Brittannië
29-11-2009
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
01-12-2009
The Bridgewater Hall
Manchester
Groot-Brittannië
14-01-2010
BASF - Feierabendhaus
Ludwigshafen
Duitsland
24-01-2010
Beethoven Hall
Stuttgart
Duitsland
27-03-2010
Gewandhaus Leipzig
Leipzig
Duitsland
Leif Ove Andsnes (Noorwegen) (woonachtig in Kopenhagen) Periode: januari 2008 tot en met mei 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 43/51 Bron: http://www.andsnes.com/concerts.php, geraadpleegd op 17 januari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5021818&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 17 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5021818, geraadpleegd op 17 januari Datum
Zaal
Plaats
Land
10-01-2008
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
02-05-2008
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
09-05-2008
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
05-08-2008
Mozarteum
Salzburg
Oostenrijk
08-01-2009
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
17-01-2009
Kennedy Center
Washington, D.C.
Verenigde Staten
24-01-2009
Severance Hall
Cleveland
Verenigde Staten
31-01-2009
New England Conservatory
Boston
Verenigde Staten
02-02-2009
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
08-03-2009
Barbican Centre
Londen
Verenigde Staten
23-05-2009
Grieghallen
Bergen
Noorwegen
03-06-2009
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
28-07-2009
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
02-08-2009
Tanglewood
Lenox
Verenigde Staten
13-01-2010
Konserthuset
Gotenburg
Zweden
27-01-2010
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
27-02-2010
Wigmore Hall
Londen
Groot-Brittannië
20-03-2010
Hyogo Performing Arts Centre
Nishinomiya
Japan
18-04-2010
L'Auditori de Barcelona
Barcelona
Spanje
31-05-2010
Ål kulturhus
Ål
Noorwegen
114
Martha Argerich (Argentinië) (woonachtig in Brussel) Periode: januari 2008 tot en met juli 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 28/29 Bron: http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5022177&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 17 januari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5022177, geraadpleegd op 17 januari Datum
Zaal
Plaats
Land
22-02-2008
Parco della Musica
Rome
Italië
17-03-2008
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
01-06-2008
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
22-07-2008
Salle Médran
Verbier
Zwitserland
14-08-2008
Saratoga Performing Arts Center
Saratoga Springs
Verenigde Staten
29-08-2008
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
04-10-2008
Kimmel Center
Philadelphia
Verenigde Staten
01-02-2009
Teatro Comunale di Vicenza
Vicenza
Italië
06-03-2009
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
14-03-2009
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
10-04-2009
Théâtre de Beaulieu
Lausanne
Zwitserland
02-05-2009
The Hexagon
Reading
Groot-Brittannië
11-06-2009
Palazzo dei Congressi Convention Centre
Lugano
Zwitserland
08-06-2009
RSI Auditorium Stelio Molo
Lugano
Zwitserland
13-06-2009
Grand Hotel Villa Castagnola
Lugano
Zwitserland
28-08-2009
Kultur and Kongresszentrum
Luzern
Zwitserland
03-09-2009
Tivoli Koncertsal
Kopenhagen
Denemarken
11-09-2009
Palace Grand Hall
Boekarest
Roemenië
10-11-2009
Semperoper
Dresden
Duitsland
29-07-2010
Mozarteum
Salzburg
Oostenrijk
Marc-André Hamelin (Canada) (woonachtig in Boston) Periode: januari 2008 tot en met juni 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 11/46 Bron: http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5007688&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 18 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5007688, geraadpleegd op 18 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
13-02-2008
Time Warner Center
New York
Verenigde Staten
08-04-2008
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
16-04-2008
Roy Thomson Hall
Toronto
Canada
24-04-2008
Herbst Theatre
San Francisco
Verenigde Staten
11-05-2008
Portland Center for Performing Arts
Portland
Verenigde Staten
02-06-2008
Orpheum Theatre
Vancouver
Canada
05-10-2008
Wigmore Hall
Londen
Groot-Brittann
04-11-2008
Place des Arts
Montréal
Canada
09-01-2009
New Jersey Performing Arts Center
Newark
Verenigde Staten
23-04-2009
Benaroya Hall
Seattle
Verenigde Staten
01-05-2009
Powell Symphony Hall
St. Louis
Verenigde Staten
25-06-2009
Benedict Music Tent
Aspen
Verenigde Staten
16-08-2009
Lensic Performing Arts Center
Sante Fe
Verenigde Staten
18-12-2009
Museum of Contemporary Art
San Diego
Verenigde Staten
19-02-2010
Folly Theater
Kansas City
Verenigde Staten
13-04-2010
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
23-04-2010
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
07-05-2010
Hilbert Circle Theatre
Indianapolis
Verenigde Staten
21-05-2010
Orchestra Hall
Minneapolis
Verenigde Staten
12-06-2010
Winspear Centre
Edmonton
Canada
115
Paul Lewis (Groot-Brittannië) (woonachtig in Londen) Periode: januari 2008 tot en met juli 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 29/43 Bron: http://www.harmoniamundi.com/artists?view=bio&id=1744, geraadpleegd op 18 februari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5053350&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 18 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5053350, geraadpleegd op 18 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
08-03-2008
Wigmore Hall
Londen
Groot-Brittannië
21-04-2008
Teatro la Fenice
Venetië
Italië
29-04-2008
Western Michigan University
Kalamazoo
Verenigde Staten
04-05-2008
University of California
Berkeley
Verenigde Staten
10-05-2008
92nd Street Y
New York
Verenigde Staten
01-08-2008
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
06-09-2008
Landgestüt
Redefin
Duitsland
08-10-2008
Caird Hall
Dundee
Groot-Brittannië
11-10-2008
Glasgow Royal Concert Hall
Glasgow
Groot-Brittannië
16-01-2009
Gewandhaus
Leipzig
Duitsland
21-04-2009
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
08-05-2009
Mahaney Center for the Arts
Middlebury
Verenigde Staten
17-06-2009
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
16-07-2009
Hollywood Bowl
Hollywood
Verenigde Staten
22-11-2009
Symphony Center
Chicago
Verenigde Staten
01-03-2010
Salle Métropole
Lausanne
Zwitserland
07-05-2010
Hong Kong Cultural Centre Concert Hall
Hong Kong
China
20-05-2010
St James Church
Chipping Campden
Groot-Brittannië
26-06-2010
City Recital Hall Angel Place
Sydney
Australië
06-07-2010
Melbourne Recital Centre
Melbourne
Australië
Nelson Freire (Nelson Freire) (woonachtig in Parijs) Periode: januari 2008 tot en met april 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 21/25 Bron: http://www.nelsonfreire.com/concert.php, geraadpleegd op 18 februari 2010 http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5038466&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 18 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5038466, geraadpleegd op 18 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
16-04-2008
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
29-04-2008
Metropolitan Museum of Art
New York
Verenigde Staten
03-12-2008
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
07-12-2008
Philharmonie Essen
Essen
Duitsland
27-02-2009
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
09-04-2009
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
25-04-2009
Herbst Theatre
San Francisco
Verenigde Staten
27-04-2009
Mountain View Center for the Performing Arts
Mountain View
Verenigde Staten
01-05-2009
Meyerhoff Symphony Hall
Baltimore
Verenigde Staten
02-05-2009 11-05-2009
Music Center at Strathmore Philharmonie Berlin
North Bethesda Berlijn
Verenigde Staten Duitsland
03-08-2009
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
08-10-2009
Kennedy Center
Washington, D.C.
Verenigde Staten
04-02-2010
Gewandhaus
Leipzig
Duitsland
17-02-2010
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
28-02-2010
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
26-02-2010
New Jersey Performing Arts Center
Newark
Verenigde Staten
25-03-2010
Palais Beaumont
Pau
Frankrijk
10-04-2010
Auditorium
Lyon
Frankrijk
16-04-2010
Opéra de Nice
Nice
Frankrijk
116
Maurizio Pollini (Italië) (woonachtig in Milaan) Periode: januari 2008 tot en met september 2010 (18 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 17/18 Bron: http://www.klassikakzente.de/mauriziopollini/konzerte/, geraadpleegd op 18 februari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5027300&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 18 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5027300, geraadpleegd op 18 februari Datum
Zaal
Plaats
Land
04-04-2008
Theatro alla Scala
Milaan
Italië
20-04-2008
Teatro Real
Madrid
Spanje
23-05-2008
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
06-06-2008
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
16-08-2008
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
16-10-2008
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
29-10-2008
Music Center at Strathmore
North Bethesda
Verenigde Staten
06-01-2009
Konzerthaus Berlin
Berlijn
Duitsland
25-01-2009
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
30-08-2009
Gewandhaus Leipzig
Leipzig
Duitsland
19-09-2009
Beethovenhalle
Bonn
Duitsland
11-03-2010
Philharmonie im Gasteig
München
Duitsland
11-04-2010
Symphony Center
Chicago
Verenigde Staten
15-04-2010
Kennedy Center
Washington, D.C.
Verenigde Staten
04-05-2010
Harrison Opera House
Norfolk
Verenigde Staten
09-05-2010
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
20-06-2010
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
26-09-2010
Laeiszhalle
Hamburg
Duitsland
Ronald Brautigam (Nederland) (woonachtig in Amsterdam) Periode: januari 2008 tot en met mei 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 27/57 Bron: http://www.ronaldbrautigam.com/schedule2.html, geraadpleegd op 18 februari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5027300&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 18 februari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5027300, geraadpleegd op 18 februari 2010 en!kopie kalender 2008" (ontvangen van Marianne Brinks, Staff Member van het management van Ronald Brautigam) Datum
Zaal
Plaats
Land
31-01-2008
Schouwburg Orpheus
Apeldoorn
Nederland
16-03-2008
Muziekcentrum Vredenburg
Utrecht
Nederland
23-03-2008
Muziekcentrum Frits Philips
Eindhoven
Nederland
11-04-2008
Philharmonie Haarlem
Haarlem
Nederland
13-04-2008
Nieuwe Kerk
Den Haag
Nederland
18-05-2008
Concertgebouw De Doelen
Rotterdam
Nederland
03-08-2008
Concertgebouw Brugge
Brugge
België
18-09-2008
Louis de Geer Hall
Norrköping
Zweden
05-11-2008
Musis Sacrum
Arnhem
Nederland
11-11-2008
Muziekcentrum de Toonzaal
Den Bosch
Nederland
15-03-2009
Wigmore Hall
Londen
Groot-Brittann
24-09-2009
Beethovenhalle
Bonn
Duitsland
14-02-2010
The Sage
Newcastle
Groot-Brittannië
15-02-2010
Parkstad Limburg Theater
Heerlen
Nederland
21-02-2010
Trinity St. Paul"s Centre
Toronto
Canada
07-03-2010
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
13-03-2010
Cité de la Musique
Parijs
Frankrijk
07-04-2010
Konserthuset
Stockholm
Zweden
15-04-2010
Theater De Vest
Alkmaar
Nederland
12-05-2010
De Bijloke
Gent
België
117
Stephen Hough (Groot-Brittannië / Australië) (woonachtig in Londen) Periode: januari 2008 tot en met maart 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 26/33 Bron: http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5008543&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 18 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5008543, geraadpleegd op 18 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
02-03-2008
Jones Hall
Houston
Verenigde Staten
10-03-2008
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
15-03-2008
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
26-04-2008
Kennedy Center
Washington, D.C.
Verenigde Staten
20-08-2008
Roy Thomson Hall
Toronto
Canada
23-11-2008
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
07-12-2008
Schnitzer Concert Hall
Portland
Verenigde Staten
10-01-2009
Symphony Center
Chicago
Verenigde Staten
31-01-2009
Meyerhoff Symphony Hall
Baltimore
Verenigde Staten
07-02-2009
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
05-03-2009
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
10-04-2009
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
17-07-2009
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
18-09-2009
Schermerhorn Symphony Center
Nashville
Verenigde Staten
02-10-2009
Orchestra Hall
Minneapolis
Verenigde Staten
08-11-2009
Meyerson Symphony Center
Dallas
Verenigde Staten
22-11-2009
Powell Symphony Hall
St. Louis
Verenigde Staten
19-02-2010
DeVos Performance Hall
Grand Rapids
Verenigde Staten
27-02-2010
Overture Center for Arts
Madison
Verenigde Staten
04-03-2010
Hilbert Circle Theatre
Indianapolis
Verenigde Staten
Vladimir Ashkenazy (Rusland) (woonachtig in Meggan, Zwitserland) Periode: januari 2008 tot en met maart 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 24/25 Bron: http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5022443&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 18 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5022443, geraadpleegd op 18 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
17-01-2008
Southbank Centre
Londen
Groot-Brittannië
22-01-2008
Symphony Hall
Birmingham
Groot-Brittannië
01-02-2008
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
26-03-2008
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
23-04-2008
Zurich Tonhalle
Zurich
Zwitserland
23-05-2008
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
07-06-2008
Kennedy Center
Washington, D.C.
Verenigde Staten
22-11-2008
Toledo Museum of Arts
Toledo
Verenigde Staten
19-12-2008
Cité de la Musique
Parijs
Frankrijk
04-02-2009
Ruth Seaton James Centre for the Perf. Arts
Devonshire
Groot-Brittannië
07-02-2009
St. John's, Smith Square
Londen
Groot-Brittannië
22-04-2009
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
30-05-2009
Parco della Musica
Rome
Italië
12-09-2009
Die Glock
Bremen
Duitsland
15-09-2009
Palace Grand Hall
Boekarest
Roemenië
21-09-2009
Windsor Castle
Windsor
Groot-Brittannië
24-01-2010
De Montfort Hall
Leicester
Groot-Brittannië
30-01-2010
Warwick Arts Centre
Coventry
Groot-Brittannië
18-03-2010
Severance Hall
Cleveland
Verenigde Staten
27-03-2010
Adrienne Arsht Center
Miami
Verenigde Staten
118
Evgeny Kissin (Rusland) (woonachtig in New York) Periode: januari 2008 tot en met augustus 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 6/20 Bron: http://www.kissin.dk/concerts.html, geraadpleegd op 19 februari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5009767&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 19 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5009767, geraadpleegd op 19 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
17-01-2008
Southbank Centre
Londen
Groot-Brittannië
22-01-2008
Symphony Hall
Birmingham
Groot-Brittannië
21-03-2008
Symphony Center
Chicago
Verenigde Staten
29-03-2008
Roy Thomson Hall
Toronto
Canada
02-04-2008
Place des Arts
Montréal
Canada
12-04-2008
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
01-06-2008
Zurich Tonhalle
Zurich
Zwitserland
16-10-2008
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
18-01-2009
Théâtre des Champs-Élysées
Parijs
Frankrijk
01-03-2009
Kennedy Center
Washington, D.C.
Verenigde Staten
05-03-2009
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
12-03-2009
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
16-03-2009
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
22-06-2009
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
19-07-2009
Salle Médran
Verbier
Zwitserland
04-08-2009
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
23-02-2010
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
27-02-2010
Filharmonia
Warschau
Polen
21-06-2010
Salle des Combins
Verbier
Zwitserland
18-08-2010
Tivoli Concert Hall
Kopenhagen
Denemarken
Pierre-Laurent Aimard (Frankrijk) (woonachtig in New York) Periode: januari 2008 tot en met augustus 2010 Locaties buiten thuisland, relatief: 20/36 Bron: http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5020936&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 20 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5020936, geraadpleegd op 20 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
30-01-2008
Mozarteum
Salzburg
Oostenrijk
07-02-2008
Southbank Centre
Londen
Groot-Brittannië
03-04-2008
Cité de la Musique
Parijs
Frankrijk
11-04-2008
NKH Hall
Tokyo
Japan
15-05-2008
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
07-06-2008
Wigmore Hall
Londen
Groot-Brittannië
18-07-2008
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
16-01-2009
Ordway Center for the Performing Arts
St. Paul
Verenigde Staten
13-02-2009
Wooddale Church
Eden Prairie
Verenigde Staten
24-04-2009
Beethovenhalle
Bonn
Duitsland
13-06-2009
Snape Maltings Concert Hall
Snape
Groot-Brittannië
27-06-2009
Hoffmann Building
Snape
Groot-Brittannië
21-01-2009
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
28-01-2010
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
31-01-2010
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
04-02-2010
Severance Hall
Cleveland
Verenigde Staten
22-04-2010
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
23-05-2010
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
03-06-2010
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
10-08-2010
Tanglewood
Lenox
Verenigde Staten
119
Daniel Barenboim (Argentinië / Israël) (woonachtig Berlijn) Periode: januari 2008 tot met juli 2010 Locaties buiten thuisland, relatief: 40/47 Bron: http://www.danielbarenboim.com/index.php?id=6, geraadpleegd op 20 februari 2010, http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5023473&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 20 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5023473, geraadpleegd op 20 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
05-04-2008
Theater an der Wien
Wenen
Oostenrijk
04-12-2008
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
12-12-2008
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
17-03-2009
Konzerthaus
Berlijn
Duitsland
10-07-2009
Palacio de Carlos V
Granada
Spanje
02-08-2009
Teatro de la Maestranza
Sevilla
Spanje
16-08-2009
Mozarteum
Salzburg
Oostenrijk
21-08-2009
Royal Albert Hall
Londen
Groot-Brittannië
04-09-2009
NKH Hall
Tokyo
Japan
27-09-2009
Grimaldi Forum
Monte Carlo
Monaco
15-11-2009
Salle Pleyel
Parijs
Frankrijk
09-01-2010
Musikverein
Wenen
Oostenrijk
17-01-2010
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
29-01-2010
Royal Festival Hall
Londen
Groot-Brittannië
11-02-2010
Palais des Beaux-Arts
Brussel
België
14-02-2010
Concertgebouw
Amsterdam
Nederland
04-05-2010
Theatro alla Scala
Milaan
Italië
04-06-2010
Staatsoper
Berlijn
Duitsland
20-06-2010
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
27-07-2010
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
András Schiff (Hongarije) (woonachtig in New York) Periode: januari 2008 tot en met april 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 18/28 Bron: http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5070682&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 20 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5070682, geraadpleegd op 20 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
28-01-2008
Zurich Tonhalle
Zurich
Zwitserland
10-02-2008
National Concert Hall
Dublin
Ierland
28-03-2008
Boston Symphony Hall
Boston
Verenigde Staten
22-05-2008
The Bridgewater Hall
Manchester
Groot-Brittannië
18-06-2008
Mann Auditorium
Tel Aviv
Israël
09-08-2008
Mozarteum
Salzburg
Oostenrijk
15-08-2008
Großes Festspielhaus
Salzburg
Oostenrijk
17-09-2008
Kultur and Kongresszentrum
Luzern
Zwitserland
31-10-2008
Kimmel Center
Philadelphia
Verenigde Staten
20-02-2009
Parco della Musica
Rome
Italië
25-03-2009
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
29-03-2009
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
09-04-2009
University of Michigan
Ann Arbor
Verenigde Staten
17-04-2009
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
26-05-2009
Schloss Schwetzingen
Schwetzingen
Duitsland
28-05-2009
Wigmore Hall
Londen
Groot-Brittannië
17-06-2009
Angelika Kauffmann Hall
Schwarzenberg
Oostenrijk
25-02-2010
92nd Street Y
New York
Verenigde Staten
04-30-2010
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
16-04-2010
Philharmonie Berlin
Berlijn
Duitsland
120
Piotr Anderszewski (Polen) (woonachtig in Parijs) Periode: januari 2008 tot en met mei 2010 (20 locaties) Locaties buiten thuisland, relatief: 30/31 Bron: http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5021709&PastConcerts=Yes, geraadpleegd op 20 februari 2010 en http://www.instantencore.com/contributor/concerts.aspx?CId=5021709, geraadpleegd op 20 februari 2010 Datum
Zaal
Plaats
Land
10-01-2008
Symphony Center
Chicago
Verenigde Staten
12-02-2008
University of Virginia
Charlottesville
Verenigde Staten
07-03-2008
Glasgow City Halls
Glasgow
Groot-Brittannië
06-04-2008
University of California
Berkeley
Verenigde Staten
21-05-2008
Barbican Centre
Londen
Groot-Brittannië
02-06-2008
De Montfort Hall
Leicester
Groot-Brittannië
05-06-2008
Southbank Centre
Londen
Groot-Brittannië
23-07-2008
Eglise
Verbier
Zwitserland
01-10-2008
Edinburgh Festival Theatre
Edinburg
Groot-Brittannië
30-01-2009
Parco della Musica
Rome
Italië
06-03-2009
Teatro del Maggio Musicale Fiorentino
Florence
Italië
10-04-2009
Davies Symphony Hall
San Francisco
Verenigde Staten
13-05-2009
Théâtre des Champs-Élysées
Parijs
Frankrijk
29-07-2009
Lincoln Center
New York
Verenigde Staten
22-01-2010
Powell Symphony Hall
St. Louis
Verenigde Staten
31-01-2010
Disney Concert Hall
Los Angeles
Verenigde Staten
01-03-2010
Laeiszhalle
Hamburg
Duitsland
09-04-2010
Kimmel Center
Philadelphia
Verenigde Staten
02-05-2010
Carnegie Hall
New York
Verenigde Staten
05-05-2010
Wigmore Hall
Londen
Groot-Brittannië
121
Bijlage 3: Resultaten
Complete lijst naar aanleiding van orkestconcerten Complete lijst naar aanleiding van pianoconcerten Complete lijst op basis van totaal
122
Tabel x. Centrum periferie hiërarchie, wereldsysteem van klassieke muziek: orkestrale uitvoeringen Nr.
Stad
Land
Aantal
Positie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72.
Londen New York Parijs Wenen San Francisco Amsterdam Berlijn Edinburg Tokyo Salzburg Los Angeles Luzern Frankfurt Chicago Dresden München Glasgow Luxemburg Brussel Cologne Nishinomiya Madrid Ann Arbor Costa Mesa Urbana Perth Essen Garmisch-Partenkirchen Athene Aberdeen Dundee Inverness Budapest Kawasaki Grafenegg Linz Boekarest Praag Abu Dhabi Boston Brookville Miami Philadelphia Washington, D.C. Seoul Stockholm Toronto Beijing Antwerpen Brugge Kopenhagen Baden-Baden Bad Kissingen Dortmund Erlangen Hamburg Nurnberg Ottobeuren Würzburg Aix-en-Provence Dijon Grenoble Arbroath Ayr Basingstoke Dunfermline Forfar Haddington Leeds Liverpool Perthshire Snape
Groot-Brittannië Verenigde Staten Frankrijk Oostenrijk Verenigde Staten Nederland Duitsland Groot-Brittannië Japan Oostenrijk Verenigde Staten Zwitserland Duitsland Verenigde Staten Duitsland Duitsland Groot-Brittannië Luxemburg België Duitsland Japan Spanje Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Australië Duitsland Duitsland Griekenland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Hongarije Japan Oostenrijk Oostenrijk Roemenië Tsjechië Verenigde Arabische Emiraten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zuid-Korea Zweden Canada China België België Denemarken Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Frankrijk Frankrijk Frankrijk Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië
25. 17. 10. 9. 8. 6. 6. 6. 6. 6. 6. 6. 5. 5. 4. 4. 4. 4. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 6. 6. 6. 6. 6. 6. 7. 7. 8. 8. 8. 8. 9. 9. 9. 9. 9. 9. 9. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11.
123
73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107.
Dublin Meran Milaan Turijn Verona Nagano Zagreb Oslo San Juan Belgrado Singapore Las Palmas Santa Cruz Akron Chapel Hill Cleveland Cupertino Cuyahoga Falls Davis Daytona Beach Highland Park Kent Mountain View Nashville Newark Oberlin Okayama Santa Barbara Sarasota Seattle Vail Wheaton Gotenburg Basel Zurich
Ierland Italië Italië Italië Italië Japan Kroatië Noorwegen Puerto Rico Servië Singapore Spanje Spanje Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zweden Zwitserland Zwitserland
Totaal (n):
1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 261
124
11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11.
Tabel x. Centrum periferie hiërarchie, wereldsysteem van klassieke muziek: piano uitvoeringen Nr.
Stad
Land
Aantal
Positie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69.
Londen New York Berlijn San Francisco Parijs Salzburg Boston Los Angeles Chicago Washington, D.C. Amsterdam Wenen Toronto Leipzig Rome Verbier Bonn Glasgow Boekarest Cleveland Philadelphia St. Louis Lugano Zurich Montréal Vancouver Kopenhagen Hamburg Birmingham Leicester Manchester Snape Tel Aviv Milaan Tokyo Baltimore Berkeley Houston Indianapolis Lenox Minneapolis Newark North Bethesda Portland Lausanne Luzern Sydney Melbourne Brugge Brussel Gent Edmonton Hong Kong Bremen Dresden Essen München Ludwigshafen Redefin Schwetzingen Stuttgart Florence Lyon Nice Pau Chipping Campden Coventry Devonshire Dundee
Groot-Brittannië Verenigde Staten Duitsland Verenigde Staten Frankrijk Oostenrijk Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Nederland Oostenrijk Canada Duitsland Italië Zwitserland Duitsland Groot-Brittannië Roemenië Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zwitserland Zwitserland Canada Canada Denemarken Duitsland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Israel Italië Japan Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zwitserland Zwitserland Australië Australië België België België Canada China Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Frankrijk Frankrijk Frankrijk Frankrijk Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië
26. 20. 13. 13. 12. 12. 11. 10. 6. 6. 5. 5. 4. 4. 4. 4. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1.
1. 2. 3. 3. 4. 4. 5. 6. 7. 7. 8. 8. 9. 9. 9. 9. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 10. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 11. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12.
125
70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117 118. 119. 120. 121. 122.
Edinburgh Newcastle Reading Windsor Dublin Venetië Vicenza Nishinomiya Monte Carlo Alkmaar Apeldoorn Arnhem Den Bosch Den Haag Eindhoven Haarlem Heerlen Rotterdam Utrecht Ål Bergen Schwarzenberg Warschau Barcelona Granada Madrid Sevilla Ann Arbor Aspen Baltimore Charlottesville Dallas Eden Prairie Grand Rapids Hollywood Kalamazoo Kansas City Madison Miami Middlebury Morrow Mountain View Nashville Norfolk San Diego Sante Fe Saratoga Springs Seattle St. Paul Toledo Gotenburg Norrköping Stockholm
Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Ierland Italië Italië Japan Monaco Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Noorwegen Noorwegen Oostenrijk Polen Spanje Spanje Spanje Spanje Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zweden Zweden Zweden
Totaal (n):
1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 298
126
12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12. 12.
Tabel x. Centrum periferie hiërarchie, wereldsysteem van klassieke muziek: aan de hand van piano- en orkestuitvoeringen Nr.
Stad
Land
Aantal
Positie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69.
Londen New York Parijs San Francisco Berlijn Salzburg Los Angeles Wenen Boston Amsterdam Chicago Tokyo Washington, D.C. Luzern Edinburgh Glasgow Toronto Dresden Frankfurt München Boekarest Philadelphia Brussel Leipzig Rome Nishinomiya Luxemburg Madrid Ann Arbor Cleveland Verbier Zurich Kopenhagen Bonn Cologne Essen Hamburg Dundee Snape Milaan Costa Mesa Miami St. Louis Urbana Stockholm Lugano Perth Brugge Montréal Vancouver Garmisch-Partenkirchen Athene Aberdeen Birmingham Inverness Leicester Manchester Budapest Dublin Tel Aviv Kawasaki Grafenegg Linz Praag Abu Dhabi Berkeley Brookville Houston Indianapolis
Groot-Brittannië Verenigde Staten Frankrijk Verenigde Staten Duitsland Oostenrijk Verenigde Staten Oostenrijk Verenigde Staten Nederland Verenigde Staten Japan Verenigde Staten Zwitserland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Canada Duitsland Duitsland Duitsland Roemenië Verenigde Staten België Duitsland Italië Japan Luxemburg Spanje Verenigde Staten Verenigde Staten Zwitserland Zwitserland Denemarken Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Italië Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zweden Zwitserland Australië België Canada Canada Duitsland Griekenland Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Hongarije Ierland Israel Japan Oostenrijk Oostenrijk Tsjechië Verenigde Arabische Emiraten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten
51. 37. 22. 20. 19. 18. 16. 14. 13. 11. 11. 8. 8. 8. 7. 7. 5. 5. 5. 5. 5. 5. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2.
1. 2. 3. 4. 5. 7. 8. 9. 10. 10. 10. 11. 11. 11. 12. 12. 13. 13. 13. 13. 13. 13. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 14. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 15. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16.
127
70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143.
Lenox Minneapolis Mountain View Nashville Newark North Bethesda Portland Seattle Seoul Gotenburg Lausanne Sydney Melbourne Antwerpen Gent Edmonton Beijing Hong Kong Baden-Baden Bad Kissingen Bremen Dortmund Erlangen Ludwigshafen Nurnberg Ottobeuren Redefin Schwetzingen Stuttgart Würzburg Aix-en-Provence Dijon Florence Grenoble Lyon Nice Pau Arbroath Ayr Basingstoke Chipping Campden Coventry Devonshire Dunfermline Forfar Haddington Leeds Liverpool Newcastle Perthshire Reading Windsor Meran Turijn Venetië Verona Vicenza Nagano Zagreb Monte Carlo Alkmaar Apeldoorn Arnhem Den Bosch Den Haag Eindhoven Haarlem Heerlen Rotterdam Utrecht Ål Bergen Oslo Schwarzenberg
Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zuid-Korea Zweden Zwitserland Australië Australië België België Canada China China Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Duitsland Frankrijk Frankrijk Frankrijk Frankrijk Frankrijk Frankrijk Frankrijk Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Groot-Brittannië Italië Italië Italië Italië Italië Japan Kroatië Monaco Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Noorwegen Noorwegen Noorwegen Oostenrijk
128
2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 2. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1.
16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 16. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17.
144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154. 155. 156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. 185. 186.
Warschau San Juan Belgrado Singapore Barcelona Granada Las Palmas Santa Cruz Sevilla Akron Aspen Chapel Hill Charlottesville Cupertino Cuyahoga Falls Dallas Davis Daytona Beach Eden Prairie Grand Rapids Highland Park Hollywood Kalamazoo Kansas City Kent Madison Middlebury Morrow Newark Norfolk Oberlin Okayama San Diego Santa Barbara Sante Fe Sarasota Saratoga Springs St. Paul Toledo Vail Wheaton Norrköping Basel
Polen Puerto Rico Servië Singapore Spanje Spanje Spanje Spanje Spanje Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Verenigde Staten Zweden Zwitserland
Totaal (n):
1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 1. 559
129
17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17. 17.
Samenvatting In dit onderzoek heb ik het culturele wereldsysteem van klassiekemuziekuitvoeringen in kaart gebracht. Dit heb ik gedaan aan de hand van de concertagendaʼs van 15 internationaal erkende orkesten en pianisten. Op basis van een gestratificeerde steekproef van hun concertuitvoeringen in de afgelopen 2 tot 2,5 jaar heb ik een hiërarchie van steden gegenereerd. Londen en New York zijn de meest bezochte steden. Daarna volgen: Parijs, San Francisco, Berlijn, Salzburg, Los Angeles, Wenen, Boston, Amsterdam en Chicago. Om een uitspraak te kunnen doen over de relatieve autonomie van het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen heb ik de uitkomsten vergeleken met gangbare global cities indices. Het centrum, de top 10, van beide systemen komt voor 58,4% overeen, hetgeen ik aanduid als een relatieve-autonomie-score (RA) (100-percentage overlap) van 41,6%. Met name in de semi-periferie komen onverwachte steden voor, wat leidt tot een hogere RAscore: 70,6%. In de semi-periferie hebben verschillende mechanismen meer effect op de centraliteit van een stad dan in het centrum. Op basis van literatuur en de empirische bevindingen van dit onderzoek kom ik tot acht kenmerken die de centraliteit van een stad kunnen verhogen: (1)
het
zijn
van
een
global
city,
(2)
een
centrale
positie
hebben
in
de
klassiekemuziekgeschiedenis, (3) het voorzien in cultuur in brede zin, het hebben van: (4) een hoge concentratie van mensen met veel cultureel kapitaal; (5) een internationaal erkende musicus; (6) een belangrijke zaal; (7) een internationaal festival en tot slot (8) rijkdom. Als steden op de juiste manier inspelen op deze eisen van het systeem kunnen zij zich, hoe klein ook, een weg banen naar het centrum. Klassiekemuziekuitvoeringen vinden grotendeels plaats in Het Westen. Van de totaal 559 geselecteerde concerten vindt 90,5% plaats in West-Europa of de Verenigde Staten. Tokyo komt uit op een 11e plaats en is daarmee de hoogst gerangschikte niet-westerse stad. Binnen het internationale netwerk van global cities zijn New York, Londen, Tokyo en Parijs de belangrijkste knooppunten. De toenemende transnationale uitwisseling van goederen, diensten en informatie verloopt grotendeels via deze steden. De rol van mondiale steden wordt steeds groter in een tijd van toenemende globalisering. Wat deze toenemende globalisering inhoudt zal altijd nauwkeurig moeten worden gedefinieerd. In deze scriptie onderzoek ik via welke steden de transnationale uitwisseling van klassieke muziek verloopt. De knooppunten, in de vorm van steden, wijken deels af van gangbare economische knooppunten. Als een stadsbestuur haar stad op de internationale kaart wil zetten zal zij zich goed moeten afvragen via welke weg dit het meest efficiënt is. Uit dit onderzoek is herleidbaar hoe een stad kans maakt een centrale rol te verwerven in het systeem van klassiekemuziekuitvoeringen. 130