het verslag
Keuze uit vier genomineerden
Overheidsmanager 2005
D
e Overheidsmanager van het Jaar 2005 is Pieter Cobelens, directeur Operatiën van de Defensiestaf. Op woensdag 23 november 2005 mocht hij de award in ontvangst nemen uit handen van de minster-president. In het statige Grand Hotel Huis ter Duin in Noordwijk werd de titel voor de achtste maal toegekend. Dat bij de uitreiking een forse kabinetsdelegatie aanwezig was premier Balkenende en de ministers Kamp en Remkes - , illustreert hoezeer ‘de politiek’ goed ambtelijk management waardeert èn nodig heeft. Op de dag dat de ‘werktop’ tussen kabinet en sociale partners op de valreep werd afgeblazen, stonden ’s avonds wèl een minister en een werkgeversvoorzitter naast elkaar op het podium: minister Johan Remkes (BZK) en VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes. Onder leiding van interviewer Kees Mijnten gaven zij hun visie op publiek versus privaat leiderschap.
05
De premier doopte de vier genomineerden om in ‘de vier overheids-idols’ en hield de zaal, maar vooral zijn collega-politici, voor ‘dat we af moeten van het idee dat wij het beter weten dan de professionals’. Tot slot kwam juryvoorzitter Dijkstal de keuze van de jury toelichten en de winnaar bekend maken. Pieter Cobelens kreeg als opdracht mee ‘om te laten zien wat een geweldige mensen we bij de overheid hebben’
2/3 HET VERSLAG 05
Genomineerd:
Ron Akkerman, ROC Deltion
R
on Akkerman (45) is voorzitter van het College van Bestuur van ROC Deltion in Zwolle. De jury noemt hem ‘een zelfverzekerde charismatische manager, die kiest voor zakelijk rendement met oog voor avontuur’. Ruim vijf jaar geleden maakte Akkerman de overstap van bedrijfsleven (Ahold) naar de publieke sector. ‘In een beursgenoteerd bedrijf gaat het uiteindelijk alleen om de opbrengst voor de aandeelhouders. In de publieke sector daarentegen is het juist niet zo dat maar één waarde dominant is. Het aantal stakeholders is groter, er moet vanuit verschillende perspectieven worden geopereerd.
beide partijen uiteindelijk hetzelfde willen. Een voorbeeld zijn de overlast gevende verslaafden. De politiek wil ze van de straat hebben, wij willen ze helpen. Als we met elkaar om de tafel gaan, blijken we beide doelen te kunnen realiseren.’ Donker ziet in de wereld van de GGD’en dat zij vaak een problematische verhouding hebben met het openbaar bestuur. ‘Mijn collega’s vinden dat hun bestuurders lang niet altijd de eigen GGD zien als hèt instrument voor de lokale gezondheidszorg. In Rotterdam hebben we daar overigens niet over te klagen. De wethouder, Marianne van den Anker, is onze ambassadeur. Omgekeerd, hebben de professionals die binnen de GGD werken, de artsen en verpleegkundigen, lang niet altijd de vereiste gevoeligheid voor wat de politiek wil.’ ‘Mijn stijl van managen? Luisteren en inspireren. Ik houd ervan om mijn mensen een duwtje te geven zodat ze net wat beter op koers komen.’ Genomineerd:
Als ROC hebben we te maken met veel verschillende groepen leerlingen, en met verschillende afnemers: bedrijven, instellingen, overheden en niet te vergeten onze eigen medewerkers. Bovendien moeten we rekening houden met de maatschappelijke actualiteit: aan de ene kant leerlinguitval, aan de andere kant doorstroming naar het hoger beroepsonderwijs.’ Als voormalig commercieel manager is hij minder geïnteresseerd in onderwijsideologie, dan in ‘wat in de praktijk blijkt te werken. We kunnen in het onderwijs nog heel wat winnen in resultaatgerichtheid.’
Dineke ten Hoorn Boer, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Amsterdam
Genomineerd:
Marianne Donker, GGD Rotterdam
M
arianne Donker (52) is directeur van de GGD Rotterdam en omstreken, en tevens bijzonder hoogleraar Volksgezondheidsbeleid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Volgens de jury ‘zet zij de koers en richting van de GGD op heldere wijze neer en legt ze verbinding met andere spelers op het veld van de gezondheidszorg’. Zelf ziet zij haar rol als ‘vertaler’ tussen enerzijds de gezondheidsprofessionals van de GGD, en anderzijds het stadsbestuur. ‘Vaak lijken hun wensen tegenstrijdig te zijn, maar als je dan gaat praten en luisteren, blijkt dat
D
ineke ten Hoorn Boer (50) is algemeen directeur van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam. De jury schrijft over Ten Hoorn Boer ‘dat als gevolg van haar heldere en gedreven manier van optreden, deze dienst is omgevormd van een intern gerichte, bureaucratisch werkende subsidieverstrekker, tot een klantgerichte dienst. Met haar liefde voor de stad Amsterdam heeft ze de dienst weer
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
toegerust voor de prestaties die bestuur en samenleving ervan verwachten.’ Zij is trots op wat ze heeft bereikt: ‘Van een diep droevige club, heb ik van DMO een sprankelende club gemaakt. Ons ziekteverzuim is van 11 naar 4 procent gegaan.’ Recentelijk heeft ze, naast haar directeurschap van DMO, een half jaar als interim-secretaris van stadsdeel Noord gefungeerd. ‘Als ik iets wil, als ik ergens voor sta, heb ik ontzettend veel energie. Daarbij komt dat Amsterdam altijd mijn hart heeft gehad, ondanks dat ik uit een Drents dorp kom. Ik heb een goed team om me heen, echte
steunpilaren. Ik denk dat ik iemand ben met visie, die haar rug recht houdt en die visie dus ook volgt. Ik zou wat dat betreft ook in het bedrijfsleven passen, maar ik heb toch altijd de behoefte gehad om iets te doen met de ontwikkeling van de maatschappij, om daaraan bij te dragen. Het is een kunst apart om met politici te werken. Als ambtenaar is dat nu eenmaal een gegeven. Soms heb je te maken met ego’s die weinig oog hebben voor het ambtelijk management, maar als het goed is, is er sprake van een gezonde spanning, van een wederzijdse uitdaging’.
De winnaar:
Pieter Cobelens G
eneraal-majoor Pieter Cobelens (52) is de Overheidsmanager van het Jaar 2005. Breed lachend liet hij de bijbehorende award aan de zaal zien. Hij is de man achter de uitzendingen van militairen naar Irak en Afghanistan, en heeft een voor de buitenwacht nauwelijks zichtbare functie. Maar op deze feestelijke avond kon hij publiekelijk genieten van de waardering voor zijn inspanningen. Pieter Cobelens is nu nog directeur Operatiën van de Defensiestaf, maar wordt op 1 mei 2006 directeur van de Militaire Inlichtingendienst. Premier Balkenende vertelde bij de overhandiging van de managerstrofee aan Cobelens, dat hij bewindslieden nog steevast met ‘excellentie’ aanspreekt, èn ‘dat je enorm met hem kan lachen’. Juryvoorzitter Dijkstal noemde hem ‘een man van de communicatie’. Het juryrapport: ‘De heer Cobelens is een stevige manager, die energie losmaakt bij zijn collegae. Hij “staat onvoorwaardelijk voor zijn troepen” en draagt eraan bij dat de operaties succesvol verlopen met daarbij het doel : de mannen en vrouwen weer veilig thuis te brengen.’ De winnaar zelf sloot zich op de verkiezingsavond nogmaals bij deze constatering van de jury aan, met de ‘hartewens dat ik het liefste mijn mensen onkwetsbaar zou maken. Maar dat kan nu eenmaal niet, want we werken in oorlogsgebieden. Het geeft grote voldoening als je mensen na 25 jaar oorlog, met je komst weer een beetje gelukkig kunt maken.’ Pieter Cobelens zegt over zichzelf ‘dat anderen me veeleisend vinden, maar dat er ook veel gelachen moet worden. Als iedereen sigaren zou roken, zouden ze het nog gezelliger met me hebben.’ Nog steeds weet hij niet wie hem heeft genomineerd. ‘Maar dàt ik ben genomineerd, daar ben ik wel trots op. Een overheidsmanager is altijd bezig met het aanpassen van de organisatie. Want binnen de overheid zijn organisaties voortdurend aan het veranderen.’
Hij hanteert een ‘participerende stijl van leidinggeven. Want het zou toch mal zijn dat ik weet hoe het moet, alleen omdat ik het meeste geld verdien. Maar ik ben natuurlijk wel eindverantwoordelijk en neem de beslissingen. In de krijgsmacht heb je in een lage rang meer mensen onder je dan als je hogerop komt. Burgermanagers kunnen van ons doortastendheid en logistiek leren. Dat luistert bij ons nauw, want als we daarin fouten maken zijn de gevolgen extremer dan in de burgermaatschappij. Wij zijn goed in tijdig beslissingen nemen en ons aan onze tijdsafspraken houden. Ik wil altijd overal een plan van hebben en wil antwoord op de vraag: hoe ga je het doen? Een voorbeeld: in Irak zitten een paar jaar lang 1500 van onze mensen in de woestijn. Hun eten en drinken moet voor elkaar zijn, de jam en de hagelslag moeten op de planken staan.’
4/5 HET VERSLAG 05
Robin Linschoten
R
obin Linschoten, voorzitter van de Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar, opende de verkiezingsavond met een pleidooi voor dapperheid bij overheidsmanagers: ‘Het programma Andere Overheid moet de kwaliteit van de overheid verhogen. Maar wat ik bij de publieke sector blijf missen, is ondernemerschap. Boven het maaiveld auitsteken is nog steeds levensgevaarlijk voor je carrière, wat tegelijkertijd de dood in de pot is.’ De ‘gesettelde’ managers kregen van hem als opdracht mee ‘om jongeren ervan te overtuigen dat het interessanter is om een ministerie te runnen dan een chocoladefabriek’.
Johan Remkes en Bernard Wientjes tichtingvoorzitter Robin Linschoten had de toon gezet voor het interview van minister van BZK Johan Remkes en VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes. De ‘chocoladefabriek’ met z’n eenduidige doel ‘winst maken’, versus de ‘publieke zaak’ met z’n caleidoscoop van doelen en belangen.
S
Wientjes vertelde dat hij ‘altijd al ondernemer wilde worden’, en beaamde dat het managen van een overheid moeilijker is dan van een bedrijf. ‘De focus van een commercieel bedrijf is duidelijk, het managen is daarom makkelijker.’ Remkes, die in zijn studietijd ‘werd gegrepen door de publieke zaak’, stelde dat ‘het realiseren van maatschappelijke doelstellingen nu eenmaal ingewikkelder is dan het maken van winst’. Wientjes nam de gelegenheid te baat om de overheid te verwijten dat deze ‘naar binnen gericht is. Wij als ondernemers
worden meteen afgestraft als we te veel naar binnen zijn gericht. En wij zijn altijd onderhevig aan concurrentie. Wat de overheid betreft, kan ik niet naar een ander gaan.’ Remkes: ‘De overheid heeft daarom de plicht om zich te verplaatsen in de burger, die meer is dan een afnemer van overheidsproducten. Hij is ook staatsburger. Overigens kom ik veel bedrijven tegen die klantonvriendelijk zijn. En als niet-techneut kan ik nog wel wat melden over onleesbare handleidingen.’ Wientjes en Remkes waren het eens over de mogelijkheid om managers uit te wisselen. Ook hadden ze dezelfde inzichten over wat een goede manager in huis moet hebben. Wientjes: ‘Het grootste gevaar voor een manager is ijdelheid. Dat wil zeggen dat hij goede ideeën aan zichzelf toeschrijft en slechte ideeën aan z’n medewerkers.’
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
Premier Balkenende
M
inister-president Jan Peter Balkenende hield de zaal voor wat van een overheidsmanager wordt gevraagd: ‘Je moet wonderen verrichten met beperkte budgetten. Je moet een ingebouwde ontvanger hebben voor een symfonie van signalen uit de politiek. Je moet op verjaardagsfeestjes steeds weer geduldig ingaan tegen het misplaatste vooroordeel dat je als manager bij de overheid een baantje in de luwte hebt.’ Hij zette wat feiten op een rijtje waaruit blijkt dat het de komende jaren moeilijker wordt om de goede mensen te vinden die de overheid en de overheidsmanagers nodig hebben. Want het bedrijfsleven zal in een aantrekkende economie net zo hard op zoek gaan naar goed opgeleide medewerkers, waardoor de spoeling dunner zal worden. Maar, zei de premier ook, het gaat niet alleen om de managers: ‘Laten we niet vergeten dat het beeld dat mensen hebben van de overheid voor een groot deel wordt bepaald door de meneer of mevrouw aan de balie of aan de telefoon. Wat dat betreft is het jammer dat er nog geen prijs bestaat voor de beste overheidsuitvoerder van het jaar.’ Hij herinnerde zijn toehoorders nog maar eens aan het Haagse streven om ‘het veld’ meer de ruimte te geven: ‘Wij moeten in Den Haag een beetje af van het hardnek-
kige idee dat wij het beter weten dan de professionals die werken in de dagelijkse praktijk. Professionals moeten echt meer de ruimte krijgen in dit land om hun werk te doen. Een belangrijke pijler onder het kabinetsbeleid is dan ook: minder regels en meer vertrouwen in de mensen die het feitelijke werk doen.’ Tussen het schrijven van een wet en het van kracht worden ervan, zit soms maar een half jaar, zoals de nieuwe Zorgverzekeringswet. Daarom: ‘Zorgvuldigheid en burgergerichtheid combineren met snelheid en flexibiliteit. Dat is de centrale opgave voor overheidsorganisaties vandaag. We staan daarbij in dienst van de samenleving. Dat is het mooiste, maar ook het moeilijkste wat er is. Er wordt met argusogen op ons gelet. De eisen zijn hoog en soms ook tegenstrijdig. De burger kijkt kritisch en soms zelfs wantrouwend naar wat de overheidsdienaren hem voorzetten. Hij is wel geneigd te protesteren wanneer hij ontevreden is, maar komt zelden met een bloemetje langs wanneer hij goed is geholpen. Als overheidsmanager moet je tegen een stootje kunnen. Dat weet u allemaal uit eigen ervaring. De overheid heeft behoefte aan betrokken mensen die een leven lang willen blijven leren. Aan mensen die niet bang zijn om ruimte te krijgen en verantwoordelijkheid te nemen. Aan doeners die blijven denken en denkers die blijven doen. Aan mensen zoals u.’
6/7 HET VERSLAG 05
Jurering
Jury
De selectie van kandidaten vindt plaats aan de hand van onder andere de volgende criteria:
De jury van de verkiezing van Overheidsmanager 2005 bijeen (van links naar rechts)
• verbondenheid met de taak van de overheid • integriteit en democratisch handelen • innovatief in de bedrijfsvoering • inspriatie voor medewerkers • werken in een complexe omgeving • uitstijgen boven het eigen vakgebied • samenwerking tot stand weten te brengen • het leveren van een bijzondere prestatie.
Pauline Krikke, burgemeester gemeente Arnhem; Hans Dijkstal, voorzitter, oud vice-premier; Jacqueline Le Grand-van den Bogaard, lid Raad Volksgezondheid en Zorg; Jacqueline Rijsdijk, divisiedirecteur De Nederlandsche Bank; Simon Dierdorp, directeur Interlace; Wim Kuijken, vice-voorzitter, secretaris-generaal ministerie van Algemene Zaken; Paul Rosenmöller, oud-politicus en programmamaker; Niet op foto: Peter van Zunderd, korpschef Korps Landelijke Politiediensten.
De breedte van de prijs strekt zich uit over de gehele publieke sector. Het gaat om al die managers, die verantwoordelijkheid nemen om publieke diensten te verlenen aan de burger. Tientallen managers worden aangemeld, uit wie de jury een aantal selecteert. Die worden vervolgend door een team van 2 juryleden bezocht, waarbij ook gesproken wordt met de bestuurder, waaraan de kandidaat rapporteert en met een vertegenwoordiging van de ondernemingsraad. Daarna kiest de jury de kandidaten, die worden uitgenodigd voor een gesprek met de voltallige jury. Uit deze kandidaten wordt tenslotte de winnaar vastgesteld.
Bestuur De Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar heeft als doel het imago van de overheidsmanager te versterken. De stichting gaat jaarlijks op zoek naar overheidsmanagers die hebben bewezen van onschatbare betekenis te zijn voor het functioneren van zijn of haar onderdeel van de overheid. Het bestuur bestaat uit: Robin Linschoten, voorzitter kroonlid Sociaal Economische Raad Teunis de Haas managing consultant Hudson Jan Willem Holtslag secretaris-generaal ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Albert Jansen algemeen directeur Bestuur en Management Consultants (BMC) Ineke Lissenberg gemeentesecretaris Gemeente Ridderkerk Herman Sietsma provinciesecretaris/algemeen directeur Provincie Utrecht Erry Stoové voorzitter Raad van Bestuur Sociale Verzekeringsbank ondersteund door Betty Visker, directeur
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
Sponsors De sponsors over hun betrokkenheid bij de Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het jaar: Jacques Mulders, Algemene Bestuursdienst (ministerie BZK): ‘Wij zouden hier niet als sponsor moeten zijn. Eigenlijk zou dit óns evenement moeten zijn.’ Jan van der Panne, Bestuur en Management Consultants (BMC): ‘Wij willen onze klanten evenementen bieden met een uitstraling die bij hen past. Dit evenement is goed voor de algemene imago-ontwikkeling van de overheid. BMC bemoeit zich op alle terreinen met die overheid. We halen wat en we brengen wat, vandaar ons sponsorschap.’ Stephan Stokkermans, Grand Hotel Huis ter Duin: ‘Wij zijn hier gezegend met heel wat gala’s en awarduitreikingen. Het is nu alweer de vijfde keer dat dit evenement hier in Huis ter Duin plaatsvindt, en daar hoort het ook. De overheid doet veel zaken met ons. Nu doen we ook een keer wat terug.’ Max Schep, Hudson: ‘Wij vinden het belangrijk dat overheidsmanagers positief in het nieuws komen en dat hun aanzien verbetert.’ Peter van Driel, Pricewaterhouse Coopers (PwC): ‘We vinden dit een uitermate sympathiek initiatief, reden genoeg voor ons om er geld in te steken. We zijn ervan overtuigd dat het verbinden van mensen en ideeën, altijd vroeg of laat resultaat oplevert.’
Herman Sietsma, Kring van Provinciesecretarissen: ‘Als provincies willen wij niet achterblijven om dit initiatief te steunen. De handicap van de provincies is dat wij mooie dingen doen, maar dat die niet meteen in het oog lopen. De prijs voor de overheidsmanager van het jaar gaat meestal naar een uitvoerende dienst. Wij zouden graag zien dat er ook eens een provinciemanager uit de bus kwam.’ Ineke Lissenberg-van Dam, Vereniging van Gemeentesecretarissen: ‘Wij zoeken niet naar exposure zoals de meeste andere sponsors. Wij vinden het belangrijk dat de positie van de overheidsmanagers breed wordt uitgedragen. Zij staan voor stevige opgaven in een ingewikkeld bedrijf. Wij voelen ons geen Calimero’s, maar doen er echt toe.’ Harm Jan Driessen, Kluwer (Binnenlands Bestuur): ‘Wij hopen dat de mensen die hier komen trouwe afnemers zijn van de Kluwer-content. Wij vinden het een sympathiek idee om het stoffige profiel van de overheid te opwaarderen en recht te doen aan de professionaliteit van de sector.’ Heleen Hupkens, PM (hèt magazine voor de overheid): “Met PM proberen we profiel te geven aan de ambtenaar van de vandaag. Politici staan in de schijnwerpers, ambtenaren doen hun werk vaak achter de coulissen. Deze verkiezing verdient dus aandacht van de media, in ieder geval van PM.”
8 HET VERSLAG 05
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar, Boegstraat 11, 1433 SN Kudelstaart, T 0297 368828, F 0297 363917,
[email protected], www.overheidsmanager.nl
Kring van Provinciesecretarissen
COLOFON Deze verslagkrant is een uitgave van de Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar • Coördinatie: KATJA VERBERNE, BETTY VISKER Interviews en teksten: • IDA STROOSNIJDER • Fotografie: CAPITAL PHOTOS/GERALD VAN DAALEN • Vormgeving: THEO STAPEL