het verslag
09
Erik Heidelberg Overheidsmanager van het jaar 2009
‘T
oekomstperspectief zoeken waar je het nauwelijks kunt vinden.” Zo omschreef minister Hirsch Ballin van Justitie vol waardering de taak van zijn medewerker Erik Heijdelberg, overheidsmanager van het jaar 2009. Een taak die Heijdelberg als directeur van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie, met het Pieter Baan Centrum als bekendste onderdeel, nu vier jaar met veel succes uitoefent. Voor zijn minister alle reden om in de loop van de avond alvast stiekem in de zaal te gaan zitten, zodat hij hem na de bekendmaking als eerste kon feliciteren. De winnaar zelf stond er een beetje confuus bij. Net tevoren had hij nog gezegd, dat hij het met de andere twee kandidaten erg naar zijn zin had. “Met z’n drieën is het leuker hier!” Maar nu waren alle schijnwerpers toch echt op hem gericht, de winnaar. Presentator Fons de Poel stelde hem de bekende voetbaljournalistenvraag “Wat gaat er door je heen?” en Erik Heijdelberg antwoordde: “Verbijstering.” Van de drie kandidaten is Erik Heijdelberg degene die het meest direct met de zorg voor mensen te maken heeft, benadrukte staatssecretaris Ank Bijleveld bij haar felicitatie. En voor haar is dat precies waar het bij de overheid om gaat. Bij het NIFP zijn dat overigens wel heel speciale mensen. Mensen die zo de weg zijn kwijtgeraakt, dat ze een gevaar zijn geworden voor hun omgeving. Om juist hen beter te kunnen helpen – en de samenleving tegen hen te beschermen – werd in 2005 besloten één forensisch
psychologisch centrum in te richten voor het hele land. Dat Erik Heijdelberg die eenwording goed geleid heeft, was de bijzondere klus die voor de jury uiteindelijk de doorslag had gegeven om juist hem te kiezen. Makkelijk had de jury het dit jaar niet: er waren veel aanmeldingen en ook de andere twee kandidaten oogstten veel lof. Sylvia Bronmans heeft het shared service centre P-direkt, de PZ-dienstverlener voor alle 12 ministeries, tot een soepel geheel weten om te smeden. Harry Timmerman wist met zijn organisatie, het provinciebestuur van Overijssel, het internationale keurmerk Investor in People in de wacht te slepen en dat is uniek in Nederland. De fraaie penning die deze twee genomineerden ontvingen en het ovationele applaus zorgden er echter voor, dat ook zij niet teleurgesteld naar huis gingen.
“Van de drie kandidaten is Erik Heijdelberg degene die het meest direct met de zorg voor mensen te maken heeft”, benadrukte staatssecretaris Ank Bijleveld bij haar felicitatie. En voor haar is dat precies waar het bij de overheid om gaat. Voor stichtingsvoorzitter Thom de Graaf was deze avond de eerste stap naar hogere ambities. Hij wil dat deze verkiezing Dé Overheidsavond van het jaar wordt: het cruciale moment in de verbetering van het imago van de overheidsdienst.
2/3 HET VERSLAG 07
Sylvia Bronmans
‘I
n de complexe overheid van vandaag moet je als manager een heldere visie hebben over waar je naartoe gaat én wie je nodig hebt om daar te komen”, zo omschrijft Sylvia Bronmans haar visie op het vak. “Want
bij de overheid doe je het vóór mensen en mét mensen.” Sinds 2007 is zij directeur van P-direkt, de PZ dienstverlener voor alle 12 ministeries en dus voor 130.000 ambtenaren – een organisatie waar beslissingen worden genomen die mensen raken in de kern van hun bestaan. Vóór haar komst een trage organisatie met een slechte naam, waar niemand graag wilde werken. Binnen een jaar legde Bronmans de eerste concrete resultaten op tafel. De klanten kregen weer vertrouwen, de medewerkers plezier in hun werk. Successen werden gevierd en er kwam een ondernemende, dynamische werksfeer, die gebaseerd is op vertrouwen in de medewerker. “Als leidinggevende moet je helder zijn in wat je wilt bereiken. En vervolgens iedereen de ruimte geven om zijn eigen ideeën, expertise en energie in te zetten om dat gezamenlijke doel te bereiken”, zegt Bronmans. “Zo krijgen wij het voor elkaar om voor 12 ministeries met 12 verschillende culturen met standaard processen te werken, met verregaand geautomatiseerde werkprocessen. Zo laten we zien dat de overheid het kan: kwaliteit leveren én efficiënt werken, want we hebben ook nog eens 280 miljoen bespaard. En nu komen vertegenwoordigers van andere overheden, maar ook van het bedrijfsleven kijken hoe wij dit doen. Ik ben er heel erg trots op dat de overheid dit kan.”
“Zo laten we zien dat de overheid het kan: kwaliteit leveren én efficiënt werken.”
Harry Timmerman
V
oor Harry Timmerman is de belangrijkste kunst die een overheidsmanager moet verstaan die van het dempen en versterken. “Hij is de brug tussen twee werelden: die van het bestuur en van het ambtelijk apparaat. Vaak liggen die niet op dezelfde snelheid. Dan is het dus zaak te dempen wie te hard gaat en te versterken wie in de comfortzone zit.” Toen Harry Timmerman als provinciesecretaris van Overijssel kwam werken, moest er veel gebeuren. Vooral in de organisatie, maar ook met het gebouw. Timmerman voegde die twee dingen samen en met het nieuwe gebouw kwam er ook een nieuwe manier van werken. Krachtdadig zegt hij: “Je moet zorgen dat de resultaten al bij voorbaat benoemd zijn. En dan je mensen de ruimte geven om zelf die resultaten mede vorm te geven.” Voor Timmerman gaat het er niet om met je medewerkers mee te gaan, maar hen te stimuleren. “Luister goed naar de andere kant – het bestuur, de burgers – en confronteer je medewerkers steeds opnieuw met die andere werkelijkheid. Dan houd je ze scherp.” Na een MBA-studie in Nijenrode wist Timmerman het zeker: hij was een man van het openbaar bestuur. We hebben het in Nederland écht goed geregeld, vindt hij. De overheid werkt een stuk beter dan menig bedrijf. Wat ons bedreigt, is dat dat voor de burger niet helder is. “Gemeente, provincie en rijk komen te veel op elkaars
terrein. Wat de burger ziet is kluitjesvoetbal op het middenveld van spelers die vergeten dat ze moeten scoren. Dat moet veranderen. Ieders rol moet weer helder zijn – en dan moeten we vitale coalities sluiten. Daar wil ik aan werken.”
“De overheidsmanager is de brug tussen twee werelden: die van het bestuur en van het ambtelijk apparaat.”
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
Erik Heijdelberg D
e keuze van Erik Heijdelberg om directeur te worden van het NIFP lag niet echt voor de hand. Tot die tijd was hij consultant op het gebied van publieke gezondheidszorg en wel vooral in Afrikaanse landen. De overeenkomst ligt voor hem in de manier van leiding geven die bij hem past: richting geven én ruimte laten voor de professionals, met respect voor hun vak en voor de manier waarop ze dat uitoefenen. Dat gold voor zijn relatie met de Afrikaanse artsen, dat geldt nu voor zijn relatie met de forensisch psychiaters. “Een overheidsmanager moet bijdragen aan het gezag van de overheid. Maar dat kan alleen, als hij ruimte durft te geven aan onafhankelijke experts. Intern moet hij de medewerkers ervan doordringen dat zij een overheidstaak hebben – en daarna kan hij zeggen: ga heen en vervul die taak in vrijheid.” In een kennisinstituut als het NIFP hebben de medewerkers meer ruimte nodig dan in de meeste ambtelijke organisaties. Ze moeten bij voorbeeld vrijelijk kunnen publiceren over het vak. “Juist daarmee laat je zien, dat je instituut professioneel is. Zodat de burgers die met ons te maken krijgen weten, dat we echt onafhankelijk zijn in ons oordeel. Als leidinggevende moet je laten zien, dat je die vrijheid bewaakt. Intern doe ik dat nu wel, maar ik zou burgers ook graag vaker een kijkje laten nemen. Dat draagt alleen maar bij aan het imago van de overheid. ” Het gaat bij forensisch psychiaters immers om heel wezenlijke beslissingen. Ze moeten voorkomen dat mensen met een stoornis worden afgeschreven, voor altijd worden uitgesloten – maar dan wel zonder dat de maatschappij daarbij onaanvaardbare risico’s loopt. “TBS is geen straf maar een behandeling. We zeggen tegen de patiënten: je hebt een eigen verantwoordelijkheid, maar die nemen we je nu even af. En als het enigszins kan krijg je hem weer terug. Een groot deel kan na een tijdje ook gewoon weer meedoen. Een klein deel niet – maar het is wel zaak die niet te missen.”
“Een overheidsmanager moet bijdragen aan het gezag van de overheid.” In zijn werk is het van belang, dat hij zelf geen psychiater is. “In elke wetenschap speelt richtingenstrijd; de manager moet daar geen partij in zijn, maar er doorheen laveren.” “Intellectueel moet je op het niveau van de professionals zijn, omdat je strategische beslissingen neemt over de rol en positie van het instituut. Daarmee kun je laten zien dat je iets bijdraagt. Maar soms ben je gewoon ondersteunend, zoals de polocoach die de zadels weer recht legt. Dat vind ik ook mooi.”
4/5 HET VERSLAG 07
Interview met staatssecretaris Ank Bijleveld en Melek Usta I
s werken bij de overheid saaier dan in het bedrijfs leven? Dat is de vraag die centraal stond in het gesprek tussen staatssecretaris Ank Bijleveld van BZK en Melek Usta, lid van het Innovatieplatform. Melek Usta wilde als jongere al iets avontuurlijks met haar leven en ze meldde zich bij de KLM. Maar voor stewardess was ze net 5 centimeter te klein. Nu is ze directeur van het door haarzelf opgerichte bemiddelingsbureau Colourful People, opgericht vanuit de gedachte dat veel hoogopgeleid vrouwelijk en allochtoon talent onvoldoende benut wordt. In 2006 werd ze gekozen tot Zwarte Zakenvrouw van het Jaar. Nu werkt ze zo veel samen met de overheid, dat ze inziet dat het stereotype beeld van de ambtenarij niet klopt. “Vorige maand was ik in Japan. Ik sprak daar met een zakenman en toen ik hem vroeg waarom hij voor het bedrijfsleven had gekozen zei hij: “ik was niet goed genoeg voor de overheid”. Ik begin daar nu iets van te begrijpen.” Ank Bijleveld heeft juist haar hele leven in de publieke sector gewerkt. “Werken bij de overheid wordt zo onderschat. Alles wat je er doet is transparant; er is een enorme veelheid aan producten en het is allemaal heel complex.” Zij is er voorstander van, dat managers uit het bedrijfsleven veel vaker worden uitgewisseld met overheidsmanagers. “Dan komt er misschien meer onderling begrip.” De overheid moet haar kracht veel meer laten zien, vindt Melek Usta. In talentontwikkeling van vrouwen en allochtonen heeft de overheid echt een voorsprong op het bedrijfsleven. “Maar ze zou die expertise veel meer moeten delen. Het fantastische project Politietop divers, daar hebben anderen ook veel aan. Ik heb de top van een zorginstelling met veel allochtone medewerkers laatst aangeraden eens bij de politie te gaan kijken. Vonden ze geweldig!” Quota voor allochtonen of vrouwen aan de top, daar zijn beide vrouwen huiverig voor. Maar Usta vindt wel, dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft. Ze vindt minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken dan ook “een stoer wijf”. “Zij durft het toch maar écht aan te pakken.” Ank Bijleveld is er niet voor, maar ze ziet wel in dat het soms helpt. “Maar de overheid gaat nu eenmaal niet overal over. Je moet geen quota opleggen op terreinen waar je niets over te zeggen hebt.” Maar Melek Usta heeft dan toch wel een dringend advies aan de staatssecretaris: “70 procent van het arbeidspotentieel in de Randstad bestaat uit vrouwen en allochtonen. We kunnen het ons niet veroorloven dat talent niet te benutten.”
Quota voor allochtonen of vrouwen aan de top, daar zijn beide vrouwen huiverig voor.
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
De Overheidslezing door minister Eimert van Middelkoop D
e verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2009 kende ook nog een primeur: voor het eerst werd op deze avond de Overheidslezing gehouden – en wel door minister Van Middelkoop van Defensie. De minister constateerde een zorgwekkende ontwikkeling in ons politiek en bestuurlijk bestel. Zeker, de kwaliteit van het openbaar bestuur is hoog. Ambtenaren zijn integer, professioneel en loyaal. En de bureaucratie is nog een plek in ons bestel waar collectief geheugen aanwezig is en waar men verder kijkt dan de waan van de dag. Maar bureaucratie is dienstbaar aan de politiek, daar ligt het primaat. En waar de politiek lijdt aan verlies van gezag, heeft dat dus gevolgen voor de ambtelijke ondersteuning. De minister richtte zijn pijlen vooral op het parlement. Het is volgens hem de eerste taak van het parlement te zorgen dat er kan worden geregeerd. De kernfuncties van het parlement - medewetgeving en controle – zijn daaraan dienstig. Maar van die twee kernfuncties gaat tegenwoordig bijna alle aandacht uit naar de controlefunctie. En juist de uitoefening van de controlefunctie van het parlement is “een onvoorspelbare, grillige en voor ambtenaren tot onvruchtbare nervositeit leidende wekelijkse verrassing”. Daarom stelt de minister de gang van zaken bij zijn eigen portefeuille ten voorbeeld. Bij Defensie wordt tegenwoordig eigenlijk nog maar één soort grote politieke beslissingen genomen, namelijk die rond uitzendingen. En daar is de zorgvuldigheid geborgd door een geprotocolleerde manier van besluitvorming en parlementaire controle.
“Allereerst is er de afspraak dat het parlement het kabinet, na de kennisgeving dat de ministers nadenken over een concreet besluit, de tijd geeft om dat besluit te laten rijpen. Van de onrust van spoeddebatten zijn we zo gevrijwaard. Vervolgens hebben de eerstverantwoordelijke ministers de plicht om alle relevante informatie volgens een vast stramien tijdig aan de Kamer mee te delen. De Kamer krijgt dan alle tijd om zich een eigen oordeel te vormen, bij voorbeeld via hoorzittingen.” Volgens de minister zijn de voordelen van dit systeem evident. Het kabinetsbesluit is weloverwogen en wordt breed gedragen. Goede controle op de uitvoering is verzekerd, omdat de regering de Kamer regelmatig informeert via ´Stand van Zaken-brieven´. En de ambtenaren weten door deze protocollering wat de relevante afwegingen zijn, waarbij zij ook nog eens – als bijvangst - worden gedwongen tot interdepartementale samenwerking.” “Deze manier van werken bevrijdt ons van de waan van de dag. Ze houdt het primaat van de politiek helder. En ze geeft richting en verdieping aan de ambtelijke voorbereiding.”
“Waar de politiek lijdt aan verlies van gezag, heeft dat gevolgen voor de ambtelijke ondersteuning.” De volledige tekst van De Overheidslezing 2009 wordt in boekvorm uitgegeven.
6/7 HET VERSLAG 06
De Jury P
laatsvervangend juryvoorzitter Jacqueline Rijsdijk had liever in de zaal gezeten tijdens de bekendmaking van de Overheidsmanager van het jaar 2009. Voorzitter Hans Dijkstal (afwezig wegens ziekte) had hier immers zelf zo graag gestaan – en dat had iedereen ook liever zo gezien. Zeker is dat de jury desondanks weer met veel energie haar werk heeft gedaan. Vanaf de organisatie van de campagne voor de aanmelding van kandidaten tot aan de uiteindelijke verkiezing. Het aantal aanmeldingen lag hoger dan vorig jaar en ook de kwaliteit lag op een hoog niveau, waardoor de jury een goed beeld krijgt van de dynamiek binnen de overheid. Mooie projecten, nieuwe ontwikkelingen en bijzondere onderwerpen, aangestuurd door gedreven overheidsmanagers. De criteria waaraan de kandidaten moeten voldoen liegen er niet om: de kandidaat moet onder andere innovatief zijn in de bedrijfsvoering, medewerkers inspireren, goed kunnen samenwerken en uitstijgen boven het eigen vakgebied. Als de eerste selectie is gemaakt, volgt het meest boeiende onderdeel van het jurywerk: het persoonlijke gesprek met de kandidaat, de bestuurder voor wie hij werkt en de medewerkers in zijn dienst. Tussen de drie kandidaten die dit jaar werden genomineerd zijn vele overeenkomsten. Ze zijn enorm betrokken bij de publieke zaak en ze hebben zich met concrete en wezenlijke zaken beziggehouden. Zij werken mee om het imago van de overheid te verbeteren door gewoon hun dagelijkse werk heel erg goed te doen. En ze hebben hun nek uitgestoken door mee te willen doen aan deze verkiezing.
Mooie projecten, nieuwe ontwikkelingen en bijzondere onderwerpen, aangestuurd door gedreven overheidsmanagers. Maar uiteindelijk heeft de jury een sterk accent gelegd op de complexiteit van de functie, de managementstijl, de persoonlijkheid van de kandidaat én de bijzondere klus die is geklaard. En dat gaf de doorslag om Erik Heijdelberg, directeur van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie, te kiezen tot Overheidsmanager van het Jaar 2009.
Enkele citaten uit het juryrapport Sylvia Bronmans P-Direkt groeit onder haar leiding uit tot een modern en efficiënt shared service centre HRM, werkend voor 12 ministeries en 130.000 rijksambtenaren. Dit is een hele complexe klus vanwege de interdepartementale context, het ingewikkelde procesmanagement en het bijzondere personeelsbestand. Kandidaat is er in geslaagd de negatieve beeldvorming van P-Direkt om te zetten in een dynamische organisatie. Erik Heijdelberg Kandidaat is er in geslaagd om onder politiek en inhoudelijk gevoelige omstandigheden uitvoering te geven aan de fusie van deze twee organisaties tot het kennisinstituut NIFP, bestaande uit hoogopgeleide mensen met uiterst verschillende arbeidsculturen. Een uiterst gecompliceerde opdracht, die zeer goed geslaagd is en die heeft geresulteerd in een betere maatschappelijke inbedding van de organisatie. Harry Timmerman Onder zijn bezielende leiding heeft de Provincie Overijssel ingrijpende veranderingsprocessen ondergaan, waaronder de invoering van de paperless office en heeft zich ontwikkeld tot een vooruitstrevende organisatie, die als eerste Nederlandse overheidsorganisatie het keurmerk ‘Investor in People’ heeft behaald. In het gerenoveerde provinciehuis heeft hij een nieuw flexibel werkconcept ingevoerd, dat navolging krijgt bij andere provincies. De jury van de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2009 bestond uit: Hans Dijkstal, voorzitter oud-vice-premier Mirko Noordegraaf hoogleraar Publiek Management Jacqueline Rijsdijk lid hoofddirectie ASR Nederland Maureen Sarucco directeur Openbare Orde en Veiligheid Gemeente Amsterdam en Overheidsmanager van het Jaar 2007 Margo Vliegenthart kroonlid SER Albertine van Vliet-Kuiper burgemeester Gemeente Amersfoort Bernard Wientjes voorzitter Vereniging VNO-NCW Pieter Zevenbergen voormalig lid College Algemene Rekenkamer
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
De Winnaars E
erlijk gezegd was Bert Keijts, de Overheidsmanger van het Jaar 2008, van tevoren een beetje sceptisch geweest. “Overheidsmanager van het Jaar, wat betekent dat dan? “ Maar het heeft hem veel meer gebracht dan hij had kunnen denken. Niet alleen de vele reacties van binnen en buiten de organisatie – “dat was trouwens op zich al top”. Maar ook de impact die zijn verkiezing had op zijn Rijkswaterstaat. “Iedereen was apetrots dat ik die titel had gekregen. Iedereen zag het als beloning voor heel Rijkswaterstaat, na de moeilijke periode die we hadden doorgemaakt.” Na zijn verkiezing heeft Bert Keijts het er ook nog behoorlijk druk mee gehad. “Je wordt voor van alles gevraagd.” Zijn advies aan de winnaar van 2009 is dan ook, selectief om te gaan met alle uitnodigingen. “Kies alleen wat je echt leuk vindt.” Hijzelf heeft gekozen voor kleine bijeenkomsten met jonge mensen. “Goede gesprekken, waarin ik niet alleen verteld heb, maar ook veel heb te-
ruggekregen. Die gesprekken vormden de grootste schat die dit jaar me gebracht heeft.” Bert Keijts was overigens niet live aanwezig, want op de avond zelf was hij in de Verenigde Staten. Hij sprak vanaf videobeeld, opgenomen in een restaurant in Nieuwkoop. Want ook dat is een belangrijke taak voor de winnaar: een diner organiseren voor alle vorige winnaars. Bert Keijts verheugt zich nu al op het diner van zijn opvolger. Bert Keijts zal in het nieuwe verkiezingsjaar zitting nemen in de jury. Hij volgt hiermee Maureen Sarucco op, die het afgelopen jaar namens de winnaars deel heeft uitgemaakt van de jury. Dit is een jaarlijks wisselende juryzetel.
De Overheidsmanagers van het Jaar zijn: Bert Keijts (2008) directeur-generaal Rijkswaterstaat heden: voorzitter Raad van Bestuur Woningcorporatie Portaal Maureen Sarucco (2007) directeur Openbare Orde en Veiligheid Gemeente Amsterdam Geert Blijham (Jubileumaward 2007) voorzitter van de Raad van Bestuur UMC Utrecht heden: met pensioen en consultant Martin van Rijn (2006) directeur-generaal Gezondheidszorg ministerie VWS heden: voorzitter Raad van Bestuur PGGM Pieter Cobelens (2005) directeur Operatiën ministerie van Defensie heden: directeur Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst Nico Laagland (2004) directeur Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst Roelof Kruize (2003) algemeen directeur Dienst Waterbeheer van Riolering Gemeente Amsterdam heden: algemeen directeur Waternet Jenny Thunnissen (2002) directeur-generaal Belastingdienst heden: inspecteur-generaal Inspectie Verkeer en Waterstaat José Hilgersom (2001) algemeen directeur dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten Gemeente Den Haag heden: directeur-generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen Peter van Zunderd (2000) korpschef Korps Landelijke Politiediensten heden: met pensioen en adviseur Erry Stoové (1999) hoofddirecteur Centraal Orgaan opvang Asielzoekers COA heden: voorzitter Raad van Bestuur Sociale Verzekeringsbank Herma Rappa (1998) directeur Informatie Beheer Groep heden: directeur Dienst Regelingen ministerie van LNV
8/9 HET VERSLAG 09
Het Bestuur D
eze tijd is een belangrijke tijd voor de overheid, zo benadrukte voorzitter Thom de Graaf nog maar eens – een tijd waarin een stevig beroep wordt gedaan op de creativiteit en de energie van de ambtenaren. Maar het is ook een tijd van kansen. Kansen om de kwaliteit te laten zien die de overheid te bieden heeft. “Never waste a good crisis!” Voor de Stichting alle reden om de ambities te vergroten. De verkiezingsavond moet dé Overheidsavond van het jaar worden, zei De Graaf, “dé avond waarop iedereen bijeen komt die de kwaliteit van overheidsmanagement aan het hart gaat, om gezamenlijk te reflecteren op wat we aan het doen zijn.” De Overheidslezing is daar het eerste voorbeeld van - dit jaar voor het eerst gehouden door de minister van Defensie. De activiteiten van de stichting kunnen alleen worden ontwikkeld door bijdragen van organisaties uit de overheid en het bedrijfsleven, die zich verbonden voelen met de publieke zaak. Gezamenlijk met hen worden diverse projecten ontwikkeld. Zo heeft de stichting tezamen
met BMC een Leergang Persoonlijk Leiderschap opgezet voor jong talent. Een idee van de winnaars die daarvoor allemaal masterclasses geven. Gezamenlijk met Verdonck Klooster en Associates wordt in een serie executive dinners in kleine kring ervaringen uitgewisseld tussen managers uit bedrijfsleven en overheid. Vorig jaar is tijdens de verkiezingsavond een start gemaakt met de uitwisseling van managers tussen overheid en bedrijfsleven. Een initiatief van de stichting in samenspraak met de ABD en VNO-NCW. Gezien de huidige economische situatie wordt de vormgeving aangepast. Het zal gaan om een Executive Exchange programma voor het topkader, die een opdracht meekrijgt waarover zal worden gepubliceerd. Ordina, één van de twee nieuwe partners van de stichting werkt daaraan mee. Uit het enthousiasme waarmee steeds meer mensen meewerken – onder andere in het nieuw ingesteld Comité van Aanbeveling – is volgens De Graaf goed te zien, dat de doelstellingen van de stichting steeds breder worden gedragen.
Het bestuur van de stichting bestaat uit de volgende personen: Thom de Graaf (voorzitter) burgemeester Gemeente Nijmegen Roos van Erp-Bruinsma secretaris-generaal ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Albert Jansen voorzitter Raad van Bestuur BMC Groep Miriam Oosterwijk-Keulers gemeentesecretaris Gemeente Rhenen Erry Stoové, penningmeester voorzitter Raad van Bestuur Sociale Verzekeringsbank Viek Verdult provinciesecretaris van provincie Zeeland
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
Het Comité van Aanbeveling Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar Overzicht Comité van Aanbeveling 2010 Dick Berlijn generaal b.d. senior Board Advisor Deloitte Alex Brenninkmeijer De Nationale Ombudsman Sybilla Dekker voormalig minister van VROM Rein Jan Hoekstra staatsraad Raad van State Wim Kuijken Deltacommissaris Ad Scheepbouwer CEO KPN Saskia Stuiveling president Algemene Rekenkamer Yvonne van Rooy collegevoorzitter Universiteit Utrecht Hans Wijers voorzitter Raad van Bestuur AkzoNobel Gerrit Zalm bestuursvoorzitter ABN AMRO
De Partnerorganisaties D
e kwaliteit van de overheid wordt bepaald door de deskundigheid en competenties van de medewerkers. Het bevorderen van kwaliteit vergt permanente investering en aandacht. Hierbij is het vermogen van mensen om samen te werken, binnen en buiten de organisatie, van essentieel belang. Hiervoor zijn omgevingsbewuste en samenwerkingsgerichte ambtenaren nodig. De zogenaamde teamspelers die zich betrokken voelen bij de ontwikkeling in de samenleving, die gedreven zijn in hun werk en trots zijn op hun vak. De manager speelt hierbij een cruciale rol. Er worden veel verschillende talenten en vaardigheden voor publiek leiderschap gevraagd. Naast maatschappelijke betrokkenheid moet de manager signalen uit de samenleving kunnen vertalen naar de politiek en een uitstekende dienstverlening organiseren richting de burger. De stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar brengt nu al 12 jaar het ‘bijzondere’ van de overheidsmanager met al die noodzakelijke talenten onder ieders aandacht. Er is aangetoond wie deze bijzondere topambtenaren zijn, waar hun passie ligt en wat hen verbindt. De stichting richt zich daarmee op haar doelstelling het imago van de overheidsmanagerin positieve zin te versterken.
De activiteiten van de stichting kunnen alleen worden ontwikkeld door bijdragen van organisaties uit de overheid en het bedrijfsleven, die zich verbonden voelen met de publieke zaak in het algemeen en bij de doelstelling van de stichting in het bijzonder. De partnerorganisaties berokken bij de verkiezing 2009 zijn: ministerie van Binnenlandse Zaken en K oninkrijksrelaties ministerie van Algemene Zaken ministerie van Defensie ministerie van VROM ministerie van Verkeer en Waterstaat BMC Groep Handvestgroep Publiek Verantwoorden Grand Hotel Huis ter Duin Kring van Provinciesecretarissen ORDINA Het Expertise Centrum (HEC) Verdonck Klooster & Associates (VKA) Vereniging van Gemeentesecretarissen Binnenlands Bestuur Overheidsmanagement PM voor beslissers bij de overheid.
10/11
HET VERSLAG 09
Partnerorganisaties
Twee nieuwe partnerorganisaties deden in 2009 hun intrede bij de stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar. Ordina, dienstverleners op het gebied van consuIting, ICT en outsourcing. En Verdonck, Klooster & Associates, onafhankelijk adviesbureau gespecialiseerd in strategische projecten met ICT in de publieke sector de tweede. Topmannen van beide bedrijven vertellen, waarom zij het doel van de stichting willen ondersteunen.
Tom Rodrigues, lid Raad van Bestuur Ordina V
ol belast en onderbelicht – zo omschrijft Tom Rodrigues, lid van de Raad van Bestuur van Ordina, de overheidsmanager. En hij kan het weten. “Meer dan de helft van het werk van Ordina doen we voor de overheid – voor rijk, provincie en gemeente en voor ZBO’s – en de rest voor de financiële wereld, de zorg en het bedrijfsleven. We kennen dus beide kanten en ik vind dat het leiderschap in de publieke sector wordt ondergewaardeerd. De vraagstukken zijn in de publieke sector absoluut complexer; zo is er nooit maar één weg of één belang, er zijn altijd veel belangen en veel agenda’s. En dan is er ook nog het glazen huis van het publiek functioneren. Dat maakt kwetsbaar. En juist de mensen die zulke problemen moeten oplossen, blijven dan in de schaduw. Dat vinden we jammer en daar willen we iets aan doen. Daarom hebben wij ervoor gekozen partner te worden van de stichting Verkiezing Overheidsmanager van het jaar.” Als voorbeeld noemt Rodrigues het project Rekeningrijden waar Ordina bij betrokken is. “Een project van een omvang die nergens ter wereld vertoond is. De managers die dat leiden, blijven achter de schermen. Ik vraag me af of je dat moet willen. Het welslagen van die enorme operatie is van deze mensen afhankelijk – laat hen dan ook zien.” Als het aan Tom Rodrigues ligt, groeit het idee van de Overheidsmanager van het Jaar dan ook uit tot een veel bredere aandacht gedurende het hele jaar. “Deze dag, de verkiezing van de overheidsmanager van het jaar, zou wat mij betreft het hoogtepunt moeten zijn van een heel traject op het gebied van publiek leiderschap. Een lange aanloop met openbare voorverkiezingen, debatten en projecten gedurende het hele jaar. En dan op deze dag
elk jaar een toespraak van de minister-president die verwoordt, hoeveel de politiek leunt op de overheidsmanagers, de topambtenaren. Welke politieke uitdagingen er zijn en wat de overheidsmanagers bijdragen aan de oplossing daarvan. Dat laat zien wat het belang is van goede topambtenaren. Dan wordt het uitnodigend voor ambitieuze jongeren om te kiezen voor de publieke zaak. Dan krijgt de overheid een beter imago, kiezen betere mensen voor de publieke dienst en zal de kwaliteit steeds hoger worden.”
“Leiderschap in de publieke sector wordt ondergewaardeerd.”
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
Wim Schimmel, directeur Verdonck, Klooster & Associates ‘V
erdonck, Klooster & Associates wil zich, bij het enerverende veranderingsproces dat de publieke sector in Nederland doormaakt, inzetten om tot duurzame verandering en verbetering te komen voor het maatschappelijk belang. Daarom ondersteunt VKA de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar van harte!” Volgens directeur Wim Schimmel was deze stap dan ook een keuze die het bedrijf recht uit het hart kwam. “Volgend jaar bestaan we 25 jaar en we willen iets terugdoen voor onze klanten. Maar zo’n partnership blijft natuurlijk een belangrijke beslissing. VKA is geen groot bedrijf en het economisch tij is moeilijk. Maar we hebben er vol overtuiging voor gekozen.” Bijna 80 procent van het werk van VKA is in opdracht van de overheid. En stuk voor stuk zijn de VKA-medewerkers onder de indruk van wat zij daar zien. “De innovatieve kracht van de overheid is enorm en de meeste overheidsmanagers zijn echt heel goed. Ze staan voortdurend onder druk van zowel de politiek als de burgers én de media. Dat maakt hun werk zwaar en complex. Als je dan mensen hoort praten over ‘trage besluitvorming’ denk ik: ‘complexe besluitvorming’ zul je bedoelen. Overheidsmanagers moeten met zoveel belangen rekening houden.” Bij VKA bestaan, net als bij Ordina, zeker ideeën over hoe de stichting haar werkzaamheden kan verbreden. “Er moet gedurende het jaar meer mee gebeuren, niet alleen op die ene avond. Overheidsmanagers zouden hun kennis en ervaring meer moeten delen. Dat gebeurt nu te weinig – zeker over de grenzen van bestuurslagen heen. Ik zou het heel goed vinden als bij voorbeeld ervaren wethouders hun kennis en ervaring zouden willen delen met beginnende ambtenaren bij rijk of provincie. Die kruisbestuiving zien we te weinig.” Mede daarom heeft VKA het initiatief genomen tot Executive Dinners, waar in beperkt gezelschap diepgaand wordt gediscussieerd over een thema. Aan tafel zitten dan overheidsmanagers met verschillende ach-
“Overheidsmanagers moeten met zoveel belangen rekening houden.” tergrond, met inleiders uit bedrijfsleven en wetenschap. “Tijdens die diners kunnen we spreken over onderwerpen die de hele breedte van het overheidsveld beslaan. Ik vind dat een goed begin van uitbreiding van de activiteiten van de stichting. Maar wat mij betreft blijft het daar niet bij. Nu is er een paar nieuwe initiatieven, maar ik vind dat er eigenlijk elke maand iets moet gebeuren.”
12 HET VERSLAG 09
O V E R H E I D S M A N A G E R VA N H E T J A A R
Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar, Boegstraat 11, 1433 SN Kudelstaart, T 0297 368828, F 0297 363917,
[email protected], www.overheidsmanager.nl
De Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2009 werd mede mogelijk gemaakt door:
COLOFON Deze verslagkrant is een uitgave van de Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar • Teksten: Margriet van Lith • Eindredactie: Betty Visker van Heuven van Staereling • Fotografie: CAPITAL PHOTOS/GERALD VAN DAALEN • Vormgeving: THEO STAPEL • Drukwerk: Drukkerij Slinger