NIEUWS, TRENDS EN ANALYSES VAN DE FINANCIËLE MARKTEN
JAARGANG 5 • NR 1 • JANUARI 2014 REDACTIE BEËINDIGD OP 20 JANUARI 2014
HERSTEL VAN HET BRITSE POND
Aantrekkelijk alternatief voor de euro?
3D-PRINTING GROEIT EXPLOSIEF
Hoe kunt u als belegger een graantje meepikken?
HET JAAR VAN HET PAARD IN 10 BELEGGINGSTHEMA’S
INHOUD 03. EDITORIAAL
Stereolithography apparatus
04. MARKTOVERZICHT
Het jaar van het paard
06. BELEGGINGSSTRATEGIE
Beleggingsthema’s 2014: voor elk wat wils
11. THEMATISCHE ANALYSE Marketing Communicatie* Invest News is een publicatie van BNP Paribas Fortis NV, commerciële benaming van BNP Paribas Fortis NV. BNP Paribas Fortis NV staat als kredietinstelling naar Belgisch recht onder het prudentieel toezicht van de Nationale Bank van België en de controle inzake beleggers- en consumentenbescherming van de Autoriteit van Financiële Diensten en Markten (FSMA). BNP Paribas Fortis NV is ingeschreven als verzekeringsagent onder FSMA nr. 25879 A en treedt op als tussenpersoon van AG Insurance NV.
3D-printing: hype of technologisch walhalla?
14. WISSELMARKTEN
Het Britse pond: herstelbeweging is ingezet
Verantwoordelijke uitgever: Ann Moenaert (1QB3A), BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel
2
Eindredactie: Dries Vanvinckenroye, Dominique Gehu Coördinatie: Alain Servais Werkten mee aan deze uitgave: Thierry Charlier, Rudy De Groodt, Philippe Gijsels, Carl Jacobs, Philippe Masson, Geert Ruysschaert, Kristof Wauters. Concept: een onderdeel van Sanoma Magazines Belgium NV Art Director: Steven Depaemelaere Grafieken: Bloomberg, FactSet, BNP Paribas Fortis Foto’s: Corbis
*Onderhavig document is een marketing communicatie. Het werd derhalve niet opgesteld in overeenstemming met de voorschriften ter bevordering van de onafhankelijkheid van onderzoek op beleggingsgebied en is niet onderworpen aan een verbod om al vóór de verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied te handelen. De informatie vermeld in dit document kan niet beschouwd worden als beleggingsadvies. Voor aanvullende informatie betreffende de risico’s die verbonden zijn aan het financieel instrument uiteengezet in onderhavig document, verwijzen wij u naar de “Informatiebrochure - Financiële Instrumenten” dat ter beschikking is in elk kantoor van BNP Paribas Fortis. Alvorens een beleggingsbeslissing te nemen, wordt de belegger aangeraden na te gaan of de beoogde belegging voor hem geschikt is en dit rekening houdend met zijn beleggingskennis en -ervaring, zijn beleggingsdoelstellingen en zijn financiële situatie. Indien de belegger dit nodig acht, kan hij een specialist in financieel advies van BNP Paribas Fortis raadplegen.
Editoriaal
Stereolithography apparatus Peter De Keyzer, hoofdeconoom bij BNP Paribas Fortis en Philippe Gijsels, hoofdstrateeg bij BNP Paribas Fortis Private Banking, stelden op 9 januari jongstleden hun verwachtingen voor 2014 voor aan de pers. Kort samengevat verwachten onze twee specialisten dat de economische groei in Europa zich herstelt, terwijl de Europese inflatie onder die van Japan zal duiken. De Europese Centrale Bank gaat in de richting van negatieve rentevoeten. De euro zou dan weer moeten dalen tegenover de dollar, waardoor reizen naar de Verenigde Staten opnieuw duurder zal worden.
Philippe Gijsels
Peter De Keyzer
Na jaren van stagnatie zouden de bedrijfswinsten met 10% moeten stijgen dankzij de financiële gezondheid van de bedrijven en hun omzetgroei. Aandelen blijven dus de favoriete activaklasse met, buiten Japan, een voorkeur voor de eurozone die een moeilijk jaar 2013 achter zich laat voor betere vooruitzichten in 2014. Italië zou in 2014 wel eens verrassend als sterkste beurs uit de hoek kunnen komen, nadat het jarenlang de zieke leerling van de klas was.
Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan kan de Nasdaq met een nieuw record voor een verrassing zorgen, met name dankzij de nieuwe technologieën. Een ervan brengen we in deze editie uitgebreid onder de aandacht: 3D-printing. Dit nieuwe productieproces zal wellicht onze productiegewoonten in de komende jaren radicaal veranderen. Driedimensionaal printen bestaat eigenlijk al 30 jaar, maar wordt vandaag via diverse toepassingen ook effectief gebruikt. In 1984 heeft een ingenieur, Chuck Hull, een productiesysteem met opeenvolgende lagen ontwikkeld en laten patenteren. Hij gebruikte daarbij een materiaal dat gevoelig is voor ultraviolette stralen en noemde dit systeem ‘stereolithography apparatus’. Vandaag is de techniek zodanig ontwikkeld dat het wellicht mogelijk zal zijn om volledige steden te printen en zelfs om, met behulp van natuurlijke producten, een kunstmatig koraalrif te reconstrueren. Denkt u nu ook al aan een driedimensionale Invest News? Niets is onmogelijk. Veel leesplezier, Thierry Charlier, director investment services Belangenconflicten Belangenconflicten kunnen bestaan in hoofde van BNP Paribas Fortis NV en de met haar verbonden vennootschappen op datum van het opstellen van dit document. In dit verband werden bijzondere gedragsregels en interne procedures uitgewerkt. Deze gedragcodes en de bekendmakingen in verband met mogelijke belangenconflicten in hoofde van BNP Paribas Fortis NV en de met haar verbonden vennootschappen zijn beschikbaar op http://disclosures.bnpparibasfortis.com en, wat de BNP Paribas Group betreft, op http://eqd.bnpparibas.com/compliance/index.aspx. U kan deze informatie eveneens bekomen via uw contactpersoon.
Certificering van de analist De personen die vermeld staan als auteurs van de teksten waar individuele aandelen worden besproken, bevestigen dat: 1. alle opinies die vermeld zijn in deze teksten een nauwkeurige weergave vormen van de persoonlijke opinie van de auteurs over het onderwerp financiële instrumenten en emittenten; en 2. geen enkel deel van hun bezoldiging rechtstreeks of onrechtstreeks verband hield, houdt of zal houden met de specifieke aanbevelingen of opinies die in deze teksten worden gegeven.
3
Marktoverzicht
Het jaar van het paard ZETTEN BEURZEN STERKE PRESTATIES VERDER? De beurzen hebben 2014 aarzelend ingezet. Nochtans zijn de omgevingsfactoren nog steeds positief om aandelen ook in het nieuwe jaar een duwtje in de rug te geven. Onze voorkeur gaat uit naar Europa en Japan, maar ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. PHILIPPE GIJSELS, CHIEF STRATEGY OFFICER
Positieve omgevingsfactoren voor aandelen
4
In China staat het jaar van het paard, dat op 31 januari van start gaat, voor kracht en doorzettingsvermogen. En die kracht, of tenminste toch wat meer kracht dan in 2013, zouden we dit jaar wel eens kunnen zien met betrekking tot de wereldeconomie. Voor het eerst sinds langs zitten we waarschijnlijk te kijken naar een gesynchroniseerd economisch herstel in de meer ontwikkelde economieën van Amerika, Europa en Japan. Tezelfdertijd zal de inflatie nog een hele tijd (te) laag blijven door de nog grote overcapaciteit in het systeem, de nog steeds (te) hoge werkloosheid (lees: geringe druk op de lonen) en de stabiele grond-
stoffenprijzen. Dit betekent dat het beleid van de centrale banken ook in 2014 en waarschijnlijk erna nog sterk expansief zal blijven. Tellen we daarbij nog op dat de bedrijfswinsten, aangevoerd door het economische herstel, zowel in de Verenigde Staten als in Europa dit jaar met zowat 10% kunnen stijgen en dat door de aanhoudende lage rentes nog veel geld naar de markten zal vloeien. De omgevingsfactoren voor aandelenbeleggingen blijven dus positief.
Zeven vette en zeven magere jaren
Het jaar is op de beurzen nochtans aarzelend van start gegaan. Dit is niet zo verwonderlijk gezien de sterk ‘overgekochte’ toestand
waarmee we het nieuwe jaar zijn binnengerold. En toegegeven, de aandelenmarkten zijn duidelijk niet meer zo goedkoop als pakweg een jaar geleden. Vooral de waardering van de Amerikaanse markt is tegen 17 keer de winst eerder aan de dure kant. Vandaar ook onze voorkeur voor Europa en Japan. Maar het is niet zo dat markten daarom zouden beginnen te zakken. Veel investeerders geloven dat een beurs na een stijging van zowat 30%, zoals we die in de VS hebben gezien, alleen maar naar beneden kan. Niets is minder waar. Sinds 1870 zijn er dertig beursjaren geweest die een stijging van meer dan 25% lieten optekenen. In 23 gevallen (dus 77%) liet de beurs het jaar nadien ook nog een stijging (van gemiddeld 12%) optekenen. De geschiedenis is nooit een garantie voor de toekomst. Maar deze cijfers ontkrachten wel duidelijk het idee dat er veel kans is dat er een zwak jaar volgt na een sterk jaar. In bijbelse termen spreken we over de zeven vette en de zeven magere jaren. Maar voor zover we weten werkt dit niet van jaar op jaar.
China als positieve verrassing?
China en zijn beurs zouden wel eens een positieve verrassing kunnen worden in 2014. De waardering ligt momenteel zowat 30% onder het historische gemiddelde. Het probleem op korte en misschien zelfs iets langere termijn is dat we kijken naar een economie in transitie. Het economische model gebaseerd op investeringen en uitvoer moet worden omgeschakeld naar een
Discretionair beheer Terugblik op 2013 We bleven heel 2013 ruim overwogen in aandelen. Onze voorkeur tijdens het eerste halfjaar ging duidelijk naar Amerikaanse aandelen om vervolgens in de tweede helft voor Europese aandelen te opteren. Vanaf juni keerden we geleidelijk aan terug naar Japan, ten nadele van de groeimarktaandelen. Een oordeelkundige aandelenselectie, vooral in Europa, deed de rest. We wisten dat de uitdaging voor 2013 betrekking zou hebben op het obligatiegedeelte. Onze strategie richtte zich dus op verschillende actiegebieden. We namen wereldwijde en flexibele fondsen op, die waarde kunnen creëren in een context van rentestijgingen. Wegens de sterke toename de afgelopen jaren en de lage rendementen hebben we het meest kwalitatieve segment in EUR grotendeels verlaten. Sinds 2009 vonden we meer aantrekkelijke rendementen bij hoogrentende obligaties en bij groeimarktobligaties. Hoewel het behoud van die laatste zeer verstandig was in 2012, was dat niet zo in 2013. Die positionering in groeimarktobligaties (niet aanwezig in ‘Conservative’- en ‘Growth’profielen) verklaart de negatieve bijdrage van het obligatiegedeelte.
model waarin consumptie meer centraal staat. De Chinese regering streeft naar een meer gebalanceerd economisch model waar uiteindelijk de verhouding tussen groei en inflatie er een stuk beter zal komen bij te liggen. Het gaat hier vooral over het liberaliseren van een aantal markten. Of hervormingen aan de aanbodszijde om een duur begrip te gebruiken. Die gaan vaak gepaard met pijn op korte termijn, maar gewin op lange termijn. De vraag wordt dus
niet zozeer of we willen investeren in het Chinese verhaal, maar eerder wanneer we dit best doen. En als we dan naar de beurs van Shanghai kijken, zien we een poging tot uitbodeming, maar nog geen opwaartse trend.
Daarnaast hebben we meermaals de blootstelling aan goud in de portefeuilles verlaagd (geen goudpositie in ‘Conservative’-profiel). Hoewel die tactische positionering volledig achterwege gelaten werd aan het einde van het tweede kwartaal, woog ze op de globale prestaties van de portefeuilles in 2013.
niet uitgesloten. We zullen van die onvermijdelijke periodes van koersdaling profiteren om onze posities te versterken.
Kortom, hoewel globaal genomen positief - vooral voor de profielen die grotendeels in aandelen belegd zijn - situeren de resultaten zich beneden de verwachtingen. Dit geldt in het bijzonder voor het ‘Defensive’-profiel dat het meest getroffen werd door het debacle van de groeimarktobligaties en minder profiteerde van de knappe stijging van de aandelen.
Vooruitzichten 2014
Voor de komende maanden behouden we een sterke overtuiging in een verdere klim van de aandelen, en een herstel van de vreemde munten ten opzichte van de euro.
Het jaar van het paard staat trouwens ook voor creativiteit. Laat ons hopen dat we er daar genoeg van hebben om in 2014, of mogelijk zelfs erna, het juiste moment te vinden.
Obligatiegedeelte We zijn van plan de onderweging in kwalitatieve obligaties in EUR te behouden. De lage inflatie en de gematigde verwachtingen omtrent renteverhogingen laten enkele aankopen vermoeden. We behouden trouwens de posities in hoogrentende obligaties en in converteerbare obligaties. De in 2014 verwachte stijging van de vreemde munten t.o.v. de euro zal de prestatie van het obligatiegedeelte wellicht ondersteunen. Geduld zal vereist zijn tegenover de groeimarktobligaties, en een vermindering van de blootstelling aan de groeimarkten is niet uitgesloten. De blootstelling aan de flexibele fondsen zou kunnen worden verlaagd ten voordele van obligatieopportuniteiten of om sterke overtuigingen te concretiseren zoals de obligaties in Noorse kroon.
Aandelengedeelte We handhaven een sterke overweMeer nog dan in 2012 en 2013 ging in aandelen, met een duidezal selectiviteit in 2014 een van lijke voorkeur voor de ontwikkelde de sleutels tot succes zijn, en dat markten. Bij de groeimarktaandevoor alle activacategorieën. len blijft Azië onze favoriete regio. Philippe Masson, Gedeeltelijke winstnemingen zijn head of discretionary communication
5
Beleggingsstrategie
BELEGGINGSTHEMA’S 2014
Waar moeten we dit jaar met onze centen naartoe? Zijn er alternatieven voor het spaarboekje? Die zijn er, maar ze zijn voor iedere belegger verschillend. We zetten de mogelijkheden even op een rij. GEERT RUYSSCHAERT, SENIOR STRATEGIST
Voor elk wat wils Het kader
Economisch belooft 2014 iets beter te worden dan 2013. Dat hebben we vooral te danken aan de ontwikkelde landen. Ook dit jaar zullen zij nog ijverig op zoek moeten gaan naar besparingen en nieuwe inkomsten om hun schuldenberg af te bouwen. Maar hun inspanning ter zake zal kleiner zijn dan in voorgaande jaren en dus minder wegen op de groei.
6
Door de betere vooruitzichten zal de Amerikaanse centrale bank geleidelijk haar steun aan de Amerikaanse economie afbouwen. Tot december kocht ze iedere maand voor 85 miljard USD staatsobligaties en hypotheekleningen. Dat bedrag daalt deze maand tot 75 miljard USD. En daar zal het niet bij stoppen. Bedoeling is de aankopen geleidelijk tot nul te herleiden. Normaliter zou dit de intrestvoeten verder de hoogte moeten induwen. Niet dat we ons aan spectaculaire rentestijgingen verwachten. Daarvoor zijn de groeivooruitzichten – zelfs al zijn ze beter dan vorig jaar – nog te bescheiden en de inflatiedruk te laag. Hoe kunnen we in een dergelijke context nog geld verdienen? Dat antwoord zal verschillen van belegger tot belegger. Wie lak heeft aan al te grote waardeschommelingen van zijn portefeuille, zal andere oplossingen kiezen dan wie best wat volatiliteit aankan. Ook de beleggingshorizon speelt een rol. Geld dat je binnenkort nodig hebt, kan je niet aan grote risico’s onderwerpen. Grofweg kunnen we onze thema’s voor 2014 groeperen rond twee profielen: de defensieve belegger en de meer dynamische belegger.
Thema’s voor de defensieve belegger Wat doe je met die nog steeds erg lage intrestvoeten? Ziedaar de grote uitdaging voor de defensieve belegger. Men zou kunnen zeggen: beleg vooral op de lange termijn, want het verschil tussen de kortetermijnrente en de langetermijnrente is momenteel opvallend hoog. Dat is waar, maar het is zeker geen voldoende reden om alles op een zo lang mogelijke termijn te gaan plaatsen. Want als de intrestvoeten stijgen, dan hollen die de waarde uit van bestaande obligaties, en het negatieve effect is des te groter wanneer die obligaties nog een lange tijd te gaan hebben alvorens op vervaldag te komen. Wat doe je dan beter wel? In plaats van alles op lange termijn te beleggen, kunt u beter een stukje van de portefeuille diversifiëren naar beleggingen die wat meer opbrengen. Daar is wel een probleempje aan verbonden. De hogere opbrengst gaat meestal gepaard met een hoger risico. Vandaar dat we hier inderdaad spreken over een diversificatie. Het gaat niet om de hele portefeuille, maar om een stukje ervan. Een tweede tactiek om het risico te matigen is niet te zweren bij één enkele oplossing. Je kan beter verschillende oplossingen combineren, een beetje zoals de steentjes van een mozaïek.
Evolutie percentage wanbetalingen in hoogrentende obligaties (Fitch default rate) in de VS en EU 9 8 7 6 5 4
overheid, is dit duidelijk een vooruitgang. Deze groepen hebben de voorbije jaren belangrijke inspanningen geleverd om hun kapitaalbuffer te versterken. Hoe dikker die buffer, hoe meer ze kunnen incasseren alvorens de belangen van al wie hen geld leent, in gevaar komen. In vergelijking tot het gedaalde risico, is de vergoeding die men vandaag de dag krijgt op met name achtergestelde obligaties van financiële groepen aantrekkelijk te noemen. Daarom nemen we deze obligaties op in onze verzameling van diversificatiemogelijkheden.
3 2 1 0 12.03.09 12.09.09 12.03.10 12.09.10 12.03.11 12.09.11 12.03.12 12.09.12 12.03.13 12.09.13
—
VERENIGDE STATEN
—
EU
Bron: Bloomberg
Thema 1: diversificatiemogelijkheden op de obligatiemarkt Hoogrentende obligaties zijn obligaties met een lage kredietrating en een hoge coupon. Ook de voorbije jaren hebben we deze obligaties aangeprezen en ze deden het uitstekend. We verwachten dit jaar een bescheidener rendement, dat toch voldoende interessant blijft om het te integreren in onze strategie. De coupons zijn immers beduidend hoger dan die van andere obligaties en het percentage wanbetalers is momenteel erg laag (zie grafiek hierboven) en zal dat in de toekomst wellicht ook blijven, dankzij de lichtjes verbeterende economische context. Ook converteerbare obligaties behouden onze interesse. Zij schommelen mee met de waarde van de onderliggende aandelen, maar niet even sterk. Het grootste deel vertoont momenteel een (gevoeligheid) delta die ergens tussen de 30 en 70% ligt. Dit betekent dat een beweging van 1% in de koers van het onderliggend aandeel, een koersbeweging van 0,3 tot 0,7% zal veroorzaken voor de obligaties. De vooruitzichten voor de aandelenmarkten zijn niet slecht en dus behouden we onze positieve opinie over converteerbare obligaties. De eurozone staat er beter voor dan anderhalf jaar geleden. We zijn weliswaar nog niet uit de crisis, maar we beschikken nu over een arsenaal aan middelen die ons toelaten de zaken niet opnieuw uit de hand te laten lopen. Daar hebben politici en centrale bankiers de voorbije zes jaar hard aan gewerkt. Voor financiële groepen, die traditioneel belangrijke geldschieters zijn van de
Thema 2: doe het met afgeleide producten Alternatieve UCITS (= alternatieve ICB’s) zijn fondsen die gebruik makend van derivaten, zowel in tijden van stijgende als dalende rente geld kunnen verdienen. Veel hangt daarbij af van het marktinzicht van de beheerder om op het juiste moment de juiste beslissingen te treffen. Garanties voor de toekomst bestaan hier niet, maar een aantal fondsen beschikt wel over een bijzonder stevige track record. Derivaten kunnen ook op een intelligente manier gecombineerd worden tot defensieve beleggingsproducten met kapitaalsgarantie. Net als alternatieve UCITS-fondsen vertonen deze vaak een lage correlatie met andere beleggingen. Mede daardoor kunnen zij hun steentje bijdragen tot een lagere volatiliteit van de hele beleggingsportefeuille. Thema 3: de ouderwetse charme van stevige dividenden Wie op zoek is naar periodiek terugkerende inkomsten hoeft zijn horizon niet te beperken tot obligaties. Ook aandelen bieden vaak aantrekkelijke inkomsten in de vorm van dividenden. In tegenstelling tot de coupons van de traditionele obligaties liggen die niet op voorhand vast. Maar dat hoeft geen nadeel te zijn. Het betekent immers ook dat ze kunnen stijgen. Daarom raden we beleggers aan niet per definitie naar de hoogste dividendrendementen te kijken. Belangrijker is te onderzoeken of die dividenden ook in de toekomst zullen kunnen betaald worden. Een onderzoek van de cashflows biedt hier de beste indicatie. Stabiele, gezapig stijgende cashflows vormen de beste voedingsbodem voor een duurzaam (en geleidelijk stijgend) dividend. Doordat het dividend mee evolueert met het bedrijf, biedt het doorgaans ook een goede bescherming tegen inflatie. Al hoeven we ons om dat laatste de komende twaalf maanden wellicht niet te bekommeren, op langere termijn heeft het wel zijn belang.
7
Beleggingsstrategie
Thema’s voor de dYnamisChe belegger Voor de dynamische belegger liggen de kaarten niet zo slecht. De verbeterende vooruitzichten voor de wereldeconomie kunnen een positieve impact hebben op de winstvooruitzichten van bedrijven. Moesten die het de voorbije jaren vooral hebben van kostenbesparingen, vandaag ligt ook een bescheiden omzetgroei in het verschiet. De aandelenmarkten putten nog steeds steun uit het feit dat er weinig alternatieven zijn. Ten opzichte van klassieke langlopende obligaties bieden aandelen nog steeds een mooi rendement. Spotgoedkoop kan je ze na het sterke jaar 2013 niet meer noemen. Een zekere selectiviteit is dus geboden. Maar als de wind uit een voor de economie gunstige hoek blijft waaien, kan dat samen met het toegenomen beleggersvertrouwen de koersen nog een mooi eindje hoger tillen.
met indrukwekkende geldinjecties die de deflatie breken en de yen verder onder de duim houden. De Japanse exporteurs kunnen er alleen wel bij varen. Thema 6: wanneer bedrijven opnieuw investeren… Wie gerekend had op meer bedrijfsinvesteringen, bleef vorig jaar op zijn honger zitten. Nochtans is het duidelijk dat bedrijven vroeg of laat terug zullen moeten investeren, willen ze hun concurrentiekracht behouden. De schuldencrisis mag dan nog niet verteerd zijn, de technologische vooruitgang is al die tijd niet blijven stilstaan. Wie niet uitgerangeerd wil worden, moet mee. Bedrijven die hiervan kunnen profiteren, vinden we vooral in de technologie- en industriesector. Zij hebben het meest te winnen bij een inhaalbeweging van de bedrijfsinvesteringen, nu de economie wereldwijd herneemt.
Thema 4: kwaliteit voor een prikje Kwaliteit heeft zijn prijs. Maar in de wervelwind van de voorbije crisis zijn de kaarten vaak grondig door elkaar geschud. Het begrip ‘goedehuisvaderaandeel’ verdween compleet van het toneel. Beleggers gingen met andere ogen naar bedrijven en sectoren kijken. Ondertussen is het stof gaan liggen. Maar de argwaan is vaak gebleven. En die houdt weinig rekening met de inmiddels toch duidelijk gewijzigde (lees verbeterde) marktomstandigheden. Het gevolg is dat een aantal bedrijven over heel wat steviger fundamenten beschikken dan hun koers doet vermoeden. Dit opent perspectieven voor echte stock pickers. De jacht op waardeaandelen met een kwalitatief tintje is open.
8
Thema 5: het Japanse zonnetje Japanse aandelen deden het schitterend in 2013. Bovendien zijn Japanse aandelen toch nog steeds aantrekkelijk gewaardeerd als we kijken naar de koerswinstverhouding van Japanse bedrijven (zie grafiek hiernaast). Zit er nog meer in het vat? Wellicht wel. De Japanse aandelenindex is momenteel sterk negatief gecorreleerd met de yen. Daalt de yen, dan stijgt de Nikkei. Japan staat op economisch vlak voor immense uitdagingen. Premier Abe en de voorzitter van de centrale bank Kuroda willen die met hun driepijlenbeleid te lijf gaan. De eerste pijl bestaat uit meer overheidsuitgaven en fiscale stimuli. Maar met een overheidsschuld van 240% van het bruto binnenlands product zijn de mogelijkheden hier beperkt. De tweede pijl zijn structurele hervormingen. Die zijn nodig maar vragen veel tijd. En dus zullen Abe en Kuroda op korte termijn vooral de derde pijl gebruiken: een ultra soepel monetair beleid
Evolutie koerswinstverhouding Japanse bedrijven sinds 1997 70 60 50 40 30 20 10 01.01.97 01.01.99 01.01.01 01.01.03 01.01.05 01.01.07 01.01.09 01.01.11 01.01.13 Koerswinstverhouding van Japanse bedrijven, gecorrigeerd voor cyclische effecten Langetermijngemiddelde van de koerswinstverhouding Bron: Bloomberg
——
Thema 7: Europese winnaars Van de ontwikkelde aandelenmarkten hebben we stiekem een boon voor Europa. De nog niet volledig opgeloste argwaan rond de eurocrisis zorgt ervoor dat de prijzen van de aandelen hier nog niet zo sterk gestegen zijn als in de VS. Toch zijn ze niet meer spotgoedkoop. Ook hier is dus enige selectiviteit geboden. Onze voorkeur gaat naar bedrijven die op de ultra competitieve wereldmarkt over uitgesproken troeven beschikken zoals een beresterke merknaam, een dominante marktpositie of een beslissend technologisch voordeel in nieuwe, beloftevolle marktsegmenten. Dit alles natuurlijk op voorwaarde dat hier geen gekke prijzen voor neergeteld moeten worden. Thema 8: onderschat nooit de menselijke creativiteit De toenemende rijkdom stelt Moeder Aarde zwaar op de proef. Maar de menselijke creativiteit kan die druk verlichten. Zuiniger auto’s, slimme elektriciteitsnetten, innovatieve isolatiematerialen, beter zaaigoed… het draagt allemaal bij tot een duurzamer welvaartsontwikkeling. In een aantal ontwikkelde regio’s met een sterke vergrijzing stagneert of daalt de actieve bevolking. Een verdere automatisering kan hier helpen om de productiviteit te verhogen en zodoende het algemeen welvaartspeil in stand te houden. Nieuwe technologieen maken hun opwachting. 3D-printing zal onze manier van produceren de komende jaren drastisch wijzigen. Ondertussen blijft het internet zichzelf heruitvinden. Nieuwe toepassingen zijn het resultaat. Denk onder meer aan cloud computing en allerlei innovatieve vormen van betalingsverkeer. Aan beloftevolle marktsegmenten is dus geen gebrek. En als belegger moeten we hier oog voor hebben. Al dienen we te vermijden gekke prijzen te betalen. Thema 9: dienstensectoren in de groeilanden De sterk expanderende middenklasse in de groeilanden blijft de belangrijkste structurele bron van groei voor de wereldeconomie. Deze middenklasse heeft niet alleen meer te spenderen, haar behoeften worden ook steeds complexer. Niet alleen producenten en verdelers van consumentengoederen worden daar rijker van. We zien ook een explosieve groei in de dienstensector, de gezondheidszorg, de financiële diensten, toerisme, etc… Deze consumentgerichte dienstenverstrekkers deden het vorig jaar al beter dan de beurzen van de groeilanden in het algemeen. Voor wie een middellange beleggingshorizon aankleeft, openen de teruggelopen waarderingen mogelijkheden.
Evolutie van de verhouding EUR/USD (aantal dollar voor 1 euro) tijdens de voorbije 10 jaar 1,7 1,6 1,5 1,4 1,3 1,2 1,1 15.01.04
15.01.06
15.01.08
15.01.10
15.01.12
15.01.14
Bron: Bloomberg
Thema 10: wie is er bang van de dollar? Wie niet vies is van wat volatiliteit en niet alles wil inzetten op aandelen, zou ook een blik moeten werpen op de deviezenmarkten. Momenteel dienen zich daar enkele interessante opportuniteiten aan. In het licht van de gewijzigde Amerikaanse monetaire politiek en de groeivooruitzichten die voor Amerika duidelijk beter zijn dan voor Europa, zou de dollar er toch moeten in slagen een stukje terrein te winnen ten aanzien van de euro. Ook ten aanzien van de yen en een hele resem munten van de groeilanden (Braziliaanse real, Indische en Indonesische roepie, Zuid-Afrikaanse rand en Turkse lira) zou het groene biljet in waarde kunnen stijgen. Eurobeleggers kunnen voor een stukje diversifiëren richting Noorse Kroon en Chinese Yuan. Let wel: deviezenmarkten zijn berucht om hun bruuske koerswendingen. Posities dienen dus van nabij gevolgd te worden.
9
Marktoverzicht
ECONOMIE
(Bron: Bloomberg Consensus en BNP Paribas Fortis)
INFLATIE (in %)
BBP GROEI (in %) 2012
2013
2014
2015
2012
2013
2014
-0,7
-0,4
1,0
1,4
Eurozone
2,5
1,3
1,2
1,5
Verenigd Koninkrijk
2,8
2,6
2,1
2,1
Eurozone Verenigd Koninkrijk
0,1
1,8
2,6
2,4
Verenigde Staten
2,8
1,9
2,8
3,0
Verenigde Staten
2,1
1,5
1,7
2,0
Japan
1,5
1,7
1,6
1,2
Japan
0,0
0,3
2,4
1,7
Brazilië
1,0
2,3
2,3
2,7
Brazilië
5,4
6,2
5,8
5,6
Rusland
3,4
1,5
2,4
2,6
Rusland
5,1
6,8
5,4
5,0
India
5,1
4,2
4,2
6,4
India
7,5
6,2
4,6
5,1
China
7,7
7,7
7,5
7,2
China
2,7
2,7
3,1
3,2
RENTE
(Bron: BNP Paribas Fortis, Bloomberg Consensus)
RENTEVOORUITZICHTEN (in %) CENTRALE BANKEN
Evolutie van de Duitse Bund op 10 jaar tijdens de laatste 3 jaar
3m
12m
Eurozone
0,25
0,25
0,25
Verenigd Koninkrijk
0,50
0,50
0,50
3 2,5
Verenigde Staten
0,25
0,25
0,25
Japan
0,10
0,10
0,10
20.01.2014
3m
12m
Eurozone
1,73
2,12
2,42
Verenigd Koninkrijk
2,82
3,15
3,64
Verenigde Staten
2,82
3,13
3,48
Japan
0,67
0,75
0,90
3,5
2 1,5 1 20.01.11
20.01.12
20.01.13
GRONDSTOFFEN
20.01.14
(Bron: Bloomberg Consensus)
VOORUITZICHTEN
MUNTEN
(Bron: BNP Paribas Fortis)
MUNTVOORUITZICHTEN MUNTEN
(Bron: Bloomberg)
4
20.01.2014
RENTE OP 10 JAAR
20.01.2014
3m
12m
USD
1,36
1,33
1,28
GBP
0,83
0,82
0,78
JPY
141
150
160
AANDELEN BEURZEN
(Bron: Bloomberg)
VERLOOP (in %) op 1 maand sinds 01.01.14
10
2015
over 2013
20.01.2014
3M
2014
Olie (Brent)
107
103
102
Goud
1257
1212
1200
SECTOREN
VERLOOP (in %)
(EURO STOXX 600)
op 1 maand sinds 01.01.14
over 2013
Automobiel
6,6
4,7
31,1
Banken
8,4
5,8
21,7
Grondstoffen
7,4
3,6
3,4
Chemie
2,2
-0,2
27,3
Europa - Euro Stoxx 50
3,3
1,3
11,2
Bouw & materialen
7,0
4,2
13,9
Europe - Euro Stoxx 600
4,5
2,2
13,1
Financiële diensten
2,4
-0,1
20,0
België - Bel20
3,1
1,2
17,1
Voeding & dranken
2,5
0,4
18,1
Nederland - AEX
4,0
1,4
8,2
Farmacie
4,7
3,0
11,6
Frankrijk - CAC40
3,1
0,6
13,0
Industrie
5,0
2,7
20,4
Duitsland - DAX
3,3
1,7
25,3
Verzekeringen
4,0
1,9
30,7
Verenigd Kon. - FTSE 100
3,4
1,3
3,5
Media
4,1
1,0
15,9
Zwitserland - SMI
5,1
3,5
12,8
Olie & gas
4,3
1,5
-5,0
Verenigde Staten - S&P500
1,1
-0,5
11,7
Gezondheid en gezin
0,7
-1,7
20,1
Japan - Nikkei 225
-1,4
-4,0
21,4
Detailhandel
2,4
0,8
8,2
Brazilië - Bovespa
-3,9
-4,5
5,4
Technologie
0,5
-1,4
19,9
Rusland - Micex
-0,1
-0,6
2,3
Telecom
4,6
3,2
-11,5
India - Sensex
0,6
0,2
25,2
Reizen & ontspanning
7,2
4,0
29,7
China - Shangai Composite
-4,5
-5,9
4,6
Sociale dienstverlening
3,3
1,2
-2,9
Thematische analyse
HYPE OF TECHNOLOGISCH WALHALLA?
-printing Meer voor- dan nadelen
3D-printing kent momenteel een explosieve groei. Hoog tijd dus om even in te zoemen op deze innovatieve technologie: wat is 3D-printing, wat zijn de voor- en nadelen, de toepassingsmogelijkheden en het potentieel. En vooral: hoe kunt u als belegger hierop inspelen? RUDY DE GROODT, SENIOR EQUITY SPECIALIST
Innovatief technologieproces
3D-printing zou de bestaande productieprocessen wel eens grondig kunnen wijzigen. Bij de traditionele manier van produceren wordt een product vervaardigd uit een productiegrondstof en komt het vaak in diverse assemblagestappen tot stand. Op basis van een digitaal model bouwt 3D-printing daarentegen een product als het ware op uit het niets, in één proces en laagje per laagje. Bij 3D-printing wordt elk product herleid tot een digitale code die vanuit een computerbestand (software) met behulp van een 3D-printer (hardware) op basis van diverse printmaterialen (van plastics tot metalen in vloeibare of poedervorm) driedimensionaal wordt geprint. Dit productieproces is daarom een vorm van additive manufacturing (additief productieproces) in tegenstelling tot de gebruikelijke productieprocessen die van het subtractive type zijn (weghalen van materialen). Een andere benaming voor 3D-printing is ook desktop fabrication of ‘computerfabricage’.
De voordelen van 3D-printing liggen vooral in het sneller, nauwkeuriger en goedkoper produceren van relatief kleine productiehoeveelheden op maat. Vooral tijdswinst en minder arbeid leveren belangrijke kostenbesparingen op. Zo is een 3D-print van een reserveonderdeel tot 10 keer sneller dan bij traditionele productie. Adidas is erin geslaagd om de tijd van design tot prototype via 3D-printing te verminderen van 4 à 6 weken tot slechts 1 à 2 dagen met slechts 2 in plaats van 12 medewerkers. Ook de voorraad-, assemblage-, distributie- en afvalkosten worden tot een minimum herleid. De combinatie van snelheid en kostenbesparingen bevordert bovendien de innovatie binnen bedrijven. Last but not least kunnen 3D-prints beter aan de wensen van de klant worden aangepast, wat zorgt voor een grotere personalisering van producten en dus klantentevredenheid. Hierdoor wordt mass customization alsmaar toegankelijker. Zijn er dan geen nadelen aan 3D-prints? Toch wel. Het grote voordeel van een snelle, goedkope maar beperkte productie herbergt meteen ook het grootste nadeel van 3D-printing: deze technologie is minder geschikt voor massaproductie. Naast het fysiek beperkt aantal 3D-printers wereldwijd (ongeveer 100.000 wereldwijd in 2014), blijven de traditionele massaproductieprocessen voor eenvoudige objecten nog steeds te verkiezen door hun schaalvoordelen en snelheid. Een ander nadeel zijn de nog steeds beperkte printtoepassingen van specifieke 3D-printers. Los van goedkope consumentenprinters met beperkte precisiecapaciteit, zijn industriële hoogwaardige 3D-printers ten slotte nog steeds erg duur. Dankzij een hogere precisie en lagere prijzen zullen 3D-printers de komende jaren wel meer en meer in het bereik van kleinere industriële bedrijven en consumenten komen.
11
Thematische analyse
Explosieve groeimarkt
Momenteel woedt er een hevige strijd tussen enerzijds de believers (zij die geloven in het enorme potentieel van 3D-printing) en anderzijds de non-believers (zij die deze technologie niet toepasbaar voor massaproductie, overschat en dus een bubbel vinden). Volgens de believers, waartoe ook wij behoren, staat 3D-printing als nieuw productieproces nog maar in de kinderschoenen en kan het de komende jaren rekenen op een explosieve groei met diverse nog niet gekende toepassingsmogelijkheden. Een van de voortrekkers en bekendste believers is het vermaarde Amerikaanse MIT (Massachusetts Institute of Technology) die 3D-printing beschouwt als één van de 10 baanbrekende technologische innovaties. En wel één met een gemiddelde jaarlijkse groei van 25% tot 2020. Eenzelfde verhaal bij de gezaghebbende 3Dprinting consultant Wohlers Associates, die verwacht dat de 3D-printing markt van 2,2 miljard USD in 2012 tegen 2021 zal vervijfvoudigen tot 10,8 miljard USD. Dit is een gemiddelde jaarlijkse stijging van ongeveer 20%. Een andere believer is het Britse tijdschrift The Economist dat voorspelt dat 3D-printing zelfs een derde industriële revolutie kan inluiden. Nog niet zo gek, want indien slechts 1% van de producten in de industrie via 3D-printing zou worden vervaardigd, zou deze markt zelfs 105 miljard USD bedragen, dit is 50 keer zo groot als in 2012.
Enorme toepassingsmogelijkheden
12
Terwijl de oorsprong van 3D-printing iets meer dan een kwart eeuw geleden lag in het printen van prototypes en testproducten, maakt de industrie zich in toenemende mate op om dit productieproces te veralgemenen richting eindproducten. Anders gezegd, van rapid prototyping naar rapid manufacturing. Een evolutie gedreven door de razendsnelle vooruitgang van deze technologie, de toenemende bekendheid ervan en de daling van de printerprijzen. Vooral voor de snelle productie van complexe componenten en reserveonderdelen voor industriële toepassingen zien we een grote toekomst. Binnen de luchten ruimtevaart, de autosector en de elektronica zullen een aantal grote spelers zoals Siemens, GE, Ford Motor en Rolls Royce de komende jaren massaal de kar van 3D-printing trekken. Een andere groeimarkt bij uitstek zijn diverse medische toepassingen waar productie op maat uiteraard een must is. Zo produceren 3D-printers al prothesen, implantaten en hoorapparaten. In de toe-
komst denken we aan de productie van menselijke botten tot zelfs organen. Via zgn. bioprinters die menselijke cellen of weefsel als printmateriaal gebruiken, komt de ‘maakbare’ mens alsmaar dichterbij (bv. even gauw een nieuwe lever printen). Daarnaast denken we aan diverse andere domeinen zoals designjuwelen, kunstobjecten of gewoonweg traditionele ge- en verbruiksgoederen. Eigenlijk kan je met een 3D-printer quasi om het even welk product printen, gaande van een eenvoudig gebruiksvoorwerp tot een volledige wagen of huis. Moeilijker hebben we het met de gedachte dat in de toekomst elk gezin een 3D-printer in huis zal hebben die de rush naar de winkel of de online bestelling zal vervangen, dit omwille van kostprijs. Ook voor massaproductie van niet-complexe objecten is 3D-printing niet altijd interessanter dan de traditionele productieprocessen.
Beperkt aantal spelers
Hoewel het speelveld binnen 3D-printing momenteel nog beperkt is (wereldwijd een 30-tal spelers, maar in opmars) kunnen we grosso modo spreken van een viertal categorieën. In eerste instantie hebben we uiteraard de fabrikanten van 3D-printers. Naast de Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven 3D Systems en Stratasys die samen ongeveer 75% van de mondiale 3D-printermarkt beheersen, is er nog ExOne als derde kleinere Amerikaanse speler. Sinds kort noteert ook de Duitse 3D-printerfabrikant
Voxeljet op de Amerikaanse beurs, terwijl het Zweedse Arcam de bekendste genoteerde speler in Europa is. Een buitenbeentje ten slotte is het Amerikaanse Organovo, een gespecialiseerde producent in opstartfase van zgn. 3D-bioprinters voor medische toepassingen. Via een reeks overnames hebben de grootste fabrikanten van 3D-printers zich de voorbije jaren gepositioneerd in quasi het volledige spectrum (van goedkope consumenten- tot peperdure hoogwaardige industriële 3D-printers) en aanverwante dienstverlening (printmaterialen en platforms). Een tweede categorie zijn de aanbieders van materialen en diensten voor 3D-printing zoals het niet-genoteerde Shapeways (voor de helft in handen van Philips). Dichter bij huis vinden we twee spin-offs van de KULeuven die tot de wereldtop behoren: het Leuvense Materialise dat in 2014 mogelijk een Amerikaanse beursnotering nastreeft en actief is in software en 3Dprinting op bestelling, en Layerwise. Ten slotte zijn er de industriële bedrijven gespecialiseerd in drukpoeders en diverse componenten voor 3Dprinting, bijvoorbeeld printkoppen bij het Britse genoteerde Xaar Plc. Een derde categorie zijn industriële bedrijven die zich hebben gediversifieerd richting 3D-printing. Zo herbergt het Belgische Picanol, bekend als fabrikant van industriële weefgetouwen, binnen de industriële tak 3Dprintingbedrijf Melotte (100%-dochter). Deze laatste is gespecialiseerd in 3D-prints van medische objecten (tandheelkunde), industriële componenten en diverse designvoorwerpen (juwelen, geprinte titanium brillen, etc.). In Frankrijk noteren de kleinere engineering- en technologiebedrijven Groupe Gorgé (GOE) en MGI Digital Graphic Technology (ALMDG), die zich in 2013 elk via een overname van een Frans 3D-printbedrijf in deze tak hebben genesteld. Een laatste interessante categorie zijn de softwarebedrijven voor 3D-printing die in tegenstelling tot de producenten van 3D-printers (de hardware) vaak over het hoofd worden gezien. De reden hiervoor is dat bij deze bedrijven de software voor 3D-printing slechts een onderdeel van een ruimer softwareaanbod uitmaakt. Deze aanbieders van 3D-CAD (Computer Aided Design) en andere software laten op basis van een digitaal model toe om 3D-prints te maken. Interessante spelers op dit gebied zijn het beursgenoteerde Franse Dassault Systèmes, wereldmarktleider in 3D-visualisatiesoftware, en het eveneens genoteerde Amerikaanse Autodesk.
Beleggingskansen
3D-printing bezit talrijke troeven om de komende jaren niet alleen de traditionele manier van produceren, maar ook de productielocaties radicaal te wijzigen. Het grootste potentieel zien we voor • complexe eindproducten en (reserve)onderdelen binnen industriële toepassingen (vaak in metaal), en • diverse gepersonaliseerde toepassingen en toepassingen op medisch vlak. Als belegger is het daarom niet meer de vraag of, maar wel hoe u het best een graantje (of moeten we zeggen: een ‘printje’?) kunt meepikken van deze innovatieve technologie met explosief groeipotentieel. Door de grotere bekendheid, de verwachte dubbelcijferige groeicijfers voor het komend decennium en de schaarste aan beursgenoteerde 3D-printing waarden, zijn de koersen van heel wat spelers in 2013 fors opgelopen. Wel houden we rekening met een consolidatie binnen de sector. De kans is immers toegenomen dat een aantal technologische giganten of industriële spelers hun aanzienlijke cashberg aanwenden om een van de 3D-printing spelers over te nemen. In dit verband is de aangekondigde positionering binnen 3D-printing van de traditionele of 2D-printgrootmacht Hewlett Packard tegen midden 2014 niet onbelangrijk. De sector zal in 2014 bovendien een boost krijgen door het aflopen van een aantal belangrijke patenten (lagere kosten en versnelde time to market). Op korte termijn zien we echter betere beleggingskansen buiten de producten van 3D-printing, meer bepaald bij gediversifieerde industriële spelers en bij de aanbieders van software voor 3D-printing, zoals Dassault Systèmes. Deze speler is immers in tegenstelling tot de meeste producten van 3D-printers niet alleen al (sterk) winstgevend, heeft een sterke balans en noteert bovendien tegen een relatief zeer aanvaardbare koers/winstverhouding en koers/omzetratio. Kortom, een waardering die voldoende ruimte laat voor verdere koersappreciatie. Naast het feit dat deze speler mee kan golven op de boom van 3D-printing, is er nog steeds de buffer van de activiteiten naast 3D-printing.
Ons advies over de aandelen die in dit artikel aan bod komen Bedrijf Dassault Systèmes
Evolutie van de aanbeveling over de laatste 12 maanden
Datum
Van Houden naar Kopen
25.11.2013
13
Wisselmarkten
£
HERSTELBEWEGING IS INGEZET
HET BRITSE Onder impuls van een sterk opverende vastgoeden dienstensector klimt de Britse economie na een bijzonder diepe crisis uit het dal. De betere economische vooruitzichten en de stijging van de rente kunnen het pond een duw in de rug geven.
POND
KRISTOF WAUTERS, INVESTMENT SPECIALIST FIXED INCOME & FOREX PRB
uit een diep dal
Het losbarsten van de globale crisis in 2008 bracht het Verenigd Koninkrijk zware klappen toe. De vastgoedsector en de financiële sector, tot dan de absolute motoren van de Britse economie, vielen volledig stil. Een zware recessie was het onvermijdelijke gevolg. 2009 vormde het zwaartepunt met een economische krimp van 5,2% van het bruto binnenlands product (bbp). Na een moeizaam herstel lijkt de Britse economie nu goed op weg naar duurzaam hogere groei.
14
De Britse centrale bank (Bank of England of BoE), toen nog onder leiding van Mervyn King aarzelde niet om als een van de eerste centrale banken ter wereld te reageren op de crisis door de rente in korte tijd sterk te verlagen. Later werd het monetaire beleid verder versoepeld, onder andere via het rechtstreeks aankopen van Britse staatsobligaties om op die manier de rente laag te houden en de economie te ondersteunen. Het enthousiaste gebruik van de geldpers en de diepe reces-
sie brachten het pond zware klappen toe. Ten opzichte van de euro deprecieerde het pond met zo’n 30% sinds de economische crisis. Ook op fiscaal vlak werd de tering naar de nering gezet. De hoge schuldgraad bij gezinnen, de snel stijgende staatsschuld en het diepe begrotingstekort maakten zware fiscale besparingen noodzakelijk.
Deze werden eerst nog (aarzelend) uitgevoerd door Gordon Brown en in 2010 geïntensifieerd door de nieuw verkozen premier David Cameron. Cameron leidt de eerste coalitieregering (van Conservatieven en Liberaal Democraten) sinds 1945. Ondanks het economische herstel is de regering nog niet van plan om de strenge besparingen te milde-
Evolutie van de verhouding EUR/GBP (aantal pond per euro) sinds 2003 1,00 0,95 0,90 0,85 0,80 0,75 0,70 0,65 0,60 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Bloomberg
i
ren. Minister van financiën George Osborne kondigde bij de start van 2014 zelfs een nieuwe saneringsronde van 25 miljard pond aan. Het begrotingstekort daalde al van 11% in 2009 tot 6,2% momenteel. Het aanhoudend strikte begrotingsbeleid kan een rem vormen op het economische herstel.
Wist u dat? Een gemiddelde woning kost in Londen zo’n 350.000 pond of 422.000 euro, een stijging van 15% in één jaar tijd. In heel het Verenigd Koninkrijk kost een woning gemiddeld 175.000 pond of zo’n 210.000 euro.
Vooruitzichten
Toch lijkt na een reeks sterke macro-economische cijfers het ergste achter de rug. Het Verenigd Koninkrijk en het GBP zouden wel eens positief kunnen verrassen in 2014. De consensus gaat voor 2014 uit van een groei van 2,4% voor het Verenigd Koninkrijk, terwijl de eurozone slechts met 1,0% zou groeien. De dienstensector en het forse herstel van de vastgoedmarkt zijn de belangrijkste groeimotoren. Laatstgenoemde werd onder andere ondersteund door het ‘Help to Buyprogramma’ dat de Britse overheid vorig jaar invoerde. Hierbij konden Britten die voor het eerst een woning kochten, genieten van een wet die het voorschot beperkt tot 5% en waarbij de overheid zich garant stelt voor 20% van de aankoopwaarde van het huis. Deze steunmaatregel voor de vastgoedmarkt volgde op het ‘Funding for Lending Scheme’ dat de Britse centrale bank in 2012 invoerde. Financiële instellingen en bouwbedrijven konden zich onder dit schema goedkoop financieren bij de BoE om de kredietverlening naar kleine en middelgrote bedrijven te stimuleren. Deze stimuli hebben hun impact niet gemist. De afgelopen kwartalen is de Britse vastgoedmarkt spectaculair hersteld, in die mate zelfs dat her en der bubbels dreigen te ontstaan. Er is wel een aanzienlijk verschil tussen Londen en
de rest van het Verenigd Koninkrijk. Terwijl de huizenprijzen in de Britse hoofdstad terug recordniveaus bereiken, is het algemene prijspeil in het Verenigd Koninkrijk nog steeds 5% lager dan voor de crisis. De regering en centrale bank verklaarden al de prijsevolutie op de voet te volgen en hier rekening mee te houden in het beleid. Ten slotte spelen ook de demografische ontwikkelingen een belangrijke rol in het groeipotentieel van een land. Door de aanhoudende migratiestroom van vaak jonge hooggeschoolde mensen heeft het Verenigd Koninkrijk een streepje voor op bijvoorbeeld Duitsland, waar de vergrijzingskost een grote toekomstige last vormt.
GBP
Het pond kan in het zog van een sterkere economische groei gedeeltelijk herstellen van de forse depreciatie sinds de economische crisis. Eén van de belangrijkste determi-
nanten van de verhouding EUR/GBP in 2014 is de richting van het monetaire beleid. Terwijl de Europese Centrale Bank (ECB) haar beleid nog zal moeten versoepelen om een verdere daling van de inflatie te vermijden, nadert de BoE stilaan een keerpunt. Toen Mark Carney in juli 2013 overkwam van de centrale bank van Canada om Mervyn King op te volgen als voorzitter van de BoE wou hij de transparantie van het beleid verhogen. Concreet vermeldde hij een werkloosheidsgraad van 7% als indicatief streefdoel. Volgens de initiële voorspellingen van de centrale bank zou dit niveau pas in 2016 bereikt worden. Door de sterke economische data de afgelopen maanden twijfelt de markt echter aan deze timing. De twijfel wordt nog gevoed door optimistische uitspraken van de BoE over de vooruitzichten voor groei en werkgelegenheid. In anticipatie trekt de langetermijnrente aan en verstevigt het pond. In vergelijking met de eurozone stijgt hierdoor de kans dat de BoE eerder dan de ECB het monetaire beleid opnieuw zal verstrakken. Naarmate deze richting bevestigd wordt door de economische data, zal het GBP aantrekken t.o.v. de EUR. Aangezien de Britse inflatie nog steeds boven de 2% doelstelling van de centrale bank zit, vormt ze geen obstakel voor een renteverhoging. Een strakker monetair beleid zou ook de sterke prijsstijgingen op de vastgoedmarkt kunnen beperken.
Conclusie Voor een verhoging van de centralebankrente is het dit jaar allicht nog te vroeg, maar het economische herstel en de anticipatie op een toekomstige verstrakking van het monetaire beleid zal de langetermijnrente geleidelijk hoger duwen en het pond aantrekkelijker maken tegenover de euro.
15