Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak februari 2013
INHOUD
Blz. 1. WERKLOOSHEID....................................................................................................................................1 2. WERKAANBIEDINGEN ...........................................................................................................................5 3. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID ..................................................................................................................7 4. VERGUNDE EN BEGONNEN WONINGEN ..............................................................................................8 5. OMZET, INVESTERINGEN EN UITVOER .............................................................................................. 10 6. STARTERS ........................................................................................................................................... 13 7. FAILLISSEMENTEN EN VERLOREN JOBS ............................................................................................. 14 8. INSCHRIJVINGEN VAN NIEUWE PERSONENWAGENS ........................................................................ 16 9. CONJUNCTUURINDICATOR VAN DE NATIONALE BANK .................................................................... 17 10. DIAMANT VOOR WEST-VLAANDEREN ............................................................................................. 20 11. OVERZICHTSTABEL VOOR WEST-VLAANDEREN .............................................................................. 21 12. SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN CONJUNCTUUR IN HET VLAAMSE GEWEST ................ 22 13. BESLUIT ............................................................................................................................................ 24
POM West-Vlaanderen - Provinciehuis Olympia - Koning Leopold III-laan 66 - 8200 Sint-Andries/Brugge Tel.: ../32/50/40 31 66 - Fax: ../32/50/71 94 06 - E-mail:
[email protected] – Website: www.pomwvl.be De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij is een publiekrechtelijke instelling met rechtspersoonlijkheid erkend door de Vlaamse Regering
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
1. WERKLOOSHEID (BRON: VDAB, RVA)
Cijfers tot en met januari 2013. In januari 2013 telde West-Vlaanderen 32.194 werklozen1. Ten opzichte van januari 2012 is dit 4,6% meer (zie figuur 1). In de vorige conjunctuuroverzichten maakten we nog melding van een vertekening van de jaar-op-jaar cijfers als gevolg van de aangepaste registratie van startende uitzendkrachten vanaf januari 20122. Aangezien deze wijziging nu dus één jaar geleden gebeurde, kan dit geen invloed meer hebben op de evolutie die we in januari 2013 optekenden. Figuur 1: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden in West-Vlaanderen 35.000 30.000 25.000 2011
20.000
2012 15.000
2013
10.000 5.000 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West-Vlaanderen. In heel 2012 lag de werkloosheid in West-Vlaanderen gemiddeld 4% hoger dan in 2011. In deze evolutie zit dus wel nog het effect van de gewijzigde registratie van startende uitzendkrachten. In januari 2013 waren er in het Vlaamse Gewest 5,7% meer werklozen dan in januari 2012. In heel 2012 steeg het aantal met 4,8% op jaarbasis.
1
Onder werklozen wordt verstaan: het aantal niet-werkende werkzoekenden. Zij vertegenwoordigen het bij de VDAB ingeschreven arbeidsmarktpotentieel. In deze groep zijn onder meer de schoolverlaters, de vrij ingeschrevenen en een zeer diverse restgroep (met daarin de tijdelijk geschorsten) opgenomen. Een nadeel is wel dat de oudere werklozen met vrijstelling van inschrijving als werkzoekend niet zijn opgenomen.
2
Vanaf januari 2012 wordt de wijze waarop startende uitzendkrachten worden uitgeschreven bijgesteld. Voordien werden werkzoekenden die als uitzendkracht aan de slag gingen onmiddellijk uitgeschreven, vanaf 2012 verdwijnen ze pas uit de werkzoekendencijfers wanneer ze op de laatste dag van de maand minstens 10 dagen als uitzendkracht gewerkt hebben. Het effect van de tragere uitschrijving manifesteerde zich uitgesproken bij de jongeren (en de mannen) omdat zij oververtegenwoordigd zijn bij de uitzendkrachten.
1
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
Wanneer we de cijfers van het aantal werklozen naar geslacht bekijken, valt op dat het de mannelijke werklozen zijn die verantwoordelijk zijn voor de globale stijging. In januari 2013 steeg immers het aantal mannelijke niet-werkende werkzoekenden met 9,7% terwijl het aantal vrouwelijke niet-werkende werkzoekenden daalde met 0,8% (zie figuur 2). Totaalcijfers voor 2012 tonen een stijging bij de mannen met 8,6% en een daling bij de vrouwen met 0,6%. Als gevolg van deze divergerende evolutie tussen de mannen en de vrouwen steeg het aandeel van de mannen in het totale aantal werklozen van 51,3% in januari 2012 naar 53,8% in januari 2013. Figuur 2: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden naar geslacht in West-Vlaanderen 18.000 17.000 16.000 15.000
vrouwen
14.000
mannen
13.000 12.000 11.000
jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec
10.000
2011
2012
2013
BRON: VDAB, Verwerking: POM West-Vlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest zijn het voornamelijk de mannelijke werklozen die verantwoordelijk zijn voor de globale toename van het aantal werklozen. In heel 2012 steeg het aantal mannelijke werklozen met 7,9% in vergelijking met 2011; bij de vrouwelijke werklozen bleef de toename op jaarbasis beperkt tot 1,7%. Het aantal jeugdwerklozen (jonger dan 25 jaar) steeg in januari 2013 met 9,7% tot 7.418 personen (zie figuur 3). Aangezien hun aantal sterker steeg dan het totale aantal werklozen, nam hun aandeel met 1,1%punt toe op jaarbasis (tot 23%). In 2012 steeg hun aantal met 10% ten opzichte van 2011. Hun gemiddeld aandeel bedroeg 23,7% in 2012 , terwijl dat in 2011 nog 22,4% was.
2
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
Figuur 3: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar in West-Vlaanderen 12.000 10.000 8.000 2011 6.000
2012 2013
4.000 2.000 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West-Vlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest steeg het aantal jeugdwerklozen in januari 2013 sterker dan het totale aantal werklozen, waardoor het aandeel jeugdwerklozen toegenomen is van 20,8% in januari 2012 tot 21,7% in januari 2013. In 2012 bedroeg het aandeel jeugdwerklozen gemiddeld 22%, in 2011 was dat nog 21,1%. Het aantal niet-werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder blijft dalen (zie figuur 4). In januari 2013 was dat met 6,3%, in het jaar 2012 was dat globaal met 4,1%. De afname van het aantal niet-werkende werkzoekenden situeerde zich vooral bij de 50 tot 54-jarigen (-5,8% op jaarbasis in 2012), maar ook bij de 55 tot 59-jarigen was er in 2012 een afname van 3,9% op jaarbasis. Bij de 60-plussers was er in 2012 dan weer een toename van het aantal niet-werkende werkzoekenden met 15,1% in vergelijking met 2011. Deze laatste groep is in omvang wel veel kleiner dan de groepen van 50 à 54 en 55 à 59 jaar. Het aantal oudere uitgeschreven werklozen daalde sterk in 2012, namelijk met 6,2%.
3
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
Figuur 4: Evolutie van het aandeel niet-werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder in WestVlaanderen 35,0 30,0 25,0 2011
20,0
2012 15,0
2013
10,0 5,0 0,0 jan
feb maa apr
mei
jun
jul
aug sep
okt
nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West-Vlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest blijft het aantal niet-werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder verder dalen, zij het minder snel dan in West-Vlaanderen. In heel 2012 lag het aantal niet-werkende werkzoekende 50-plussers in Vlaanderen 1,7% lager dan in 2011. Het aantal oudere uitgeschreven werklozen daalde in Vlaanderen dan weer sneller dan in West-Vlaanderen (-7,9% op jaarbasis in heel 2012).
4
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
2. WERKAANBIEDINGEN (BRON: VDAB)
Cijfers tot en met januari 2013. De VDAB ontving in januari 2013 maar liefst 15,5% minder West-Vlaamse vacatures in het Normaal Economisch Circuit (exclusief interim-vacatures3) dan in januari 2012 (zie figuur 5). Dit stemt overeen met de gemiddelde daling in het jaar 2012 ten opzichte van 2011. Figuur 5: Evolutie van het aantal ontvangen werkaanbiedingen (NEC, exclusief interim-vacatures) voor West-Vlaanderen 6.000 5.000 4.000
2011 2012
3.000
2013
2.000 1.000 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West-Vlaanderen. Ondanks het dalend aantal werkaanbiedingen bleven wel 0,2% meer werkaanbiedingen openstaan in januari 2013 in vergelijking met januari 2012 (zie figuur 6). In 2012 waren er gemiddeld 8,5% minder openstaande werkaanbiedingen in vergelijking met 2011. In januari 2013 ontving de VDAB in het Vlaamse Gewest 9% minder vacatures dan in januari 2012. In heel 2012 lag het aantal ontvangen vacatures in het Vlaamse Gewest gemiddeld 14,3% lager dan in 2011. Ook het aantal openstaande vacatures lag in 2012 lager in dan 2011 (-9,7%). Combinatie van een dalend aantal openstaande werkaanbiedingen en een stijgend aantal werklozen in 2012, leidde tot een kleine toename van het aantal werklozen per openstaande werkaanbiedingen (van 2,8 in 2011 naar 3,2 in 2012). Op langere termijn blijft dit cijfer echter bijzonder laag (zie figuur 7).
3
Eén interim-vacature kan leiden tot een reeks opeenvolgende interim-opdrachten of kan doorgegeven worden via meerdere interimkantoren. Om die reden verwijderde de VDAB de interim-vacatures uit het Normaal Economisch Circuit (NEC) en uit haar analyses.
5
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
Figuur 6: Evolutie van het aantal openstaande werkaanbiedingen (NEC, exclusief interim-vacatures) op het einde van de maand voor West-Vlaanderen 14.000 12.000 10.000 2011 8.000
2012 2013
6.000 4.000 2.000 0 jan feb maa apr mei jun
jul
aug sep okt nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM West-Vlaanderen. Figuur 7: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden per openstaande vacature in WestVlaanderen, 2003-2012 40.000 35.000
6,8
7,1 6,6
30.000 5,2
25.000
4,5
20.000
4,1 3,5
3,2
15.000
2,8
3,2
10.000 5.000 0 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
niet-werkende werkzoekenden openstaande vacatures aantal niet-werkende werkzoekenden per openstaande vacature
BRON: VDAB, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
6
2012
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
3. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID (BRON: RVA)
Cijfers tot en met december 2012. 2012 was een jaar met afwisselend toenemende en afnemende tijdelijke werkloosheid op jaarbasis (zie figuur 8). Globaal lag in 2012 het gemiddeld aantal van de tijdelijke werkloosheid4 in West-Vlaanderen 10,1% hoger dan in 2011. Figuur 8: Evolutie van het gemiddelde aantal van de tijdelijke werkloosheid in West-Vlaanderen 14.000 12.000 10.000 2010
8.000
2011 6.000
2012
4.000 2.000 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: RVA, Verwerking: POM West-Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest was er in 2012 enkel in januari en oktober een daling op jaarbasis van het gemiddeld aantal van de tijdelijke werkloosheid. In 2012 lag de tijdelijke werkloosheid gemiddeld 17,5% hoger dan in 2011.
4
Er zijn twee statistieken over de tijdelijke werkloosheid beschikbaar. De eerste statistiek bevat het aantal fysieke eenheden van de tijdelijke werkloosheid. Dit komt overeen met het aantal betalingen per maand of het aantal tijdelijke werklozen, ongeacht de duur van de tijdelijke werkloosheid. De tweede statistiek toont het gemiddelde aantal van de tijdelijke werkloosheid. Dit is een betere indicator voor de omvang van de tijdelijke werkloosheid, aangezien het aantal vergoedbare dagen van tijdelijke werkloosheid in verhouding gebracht wordt tot het aantal potentiële arbeidsdagen in de betrokken maand. In dit conjunctuuroverzicht wordt de tweede statistiek geanalyseerd. Deze cijfers mogen niet gebruikt worden als indicatie van de werklozen, omdat het gaat om personen die nog steeds door een arbeidscontract gebonden zijn, maar om tijdelijke redenen geen werk hebben. De voornaamste oorzaak van tijdelijke werkloosheid is van economische aard, maar ook weersomstandigheden, jaarlijkse vakantie voor beginnende werknemers, overmacht, technische stoornis of stakingen kunnen een oorzaak zijn.
7
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
4. VERGUNDE EN BEGONNEN WONINGEN (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie)
Voorlopige cijfers tot en met oktober 20125 (vergunde woningen) of september 2012 (begonnen woningen). In de periode januari-oktober 2012 werd in West-Vlaanderen de bouw van 7.340 nieuwbouwwoningen vergund, dat zijn 28,2% meer woningen dan in dezelfde periode van 2011. De stijging ten opzichte van 2011 situeerde zich vooral begin 2012 (zie figuur 9). Figuur 9: Evolutie van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in West-Vlaanderen 1.600 1.400 1.200 1.000
2010
800
2011 2012
600 400 200 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West-Vlaanderen. Het aantal renovatiewoningen dat vergund werd bleef in deze periode nagenoeg status quo (-1,5%). In West-Vlaanderen zijn de renovatiewoningen goed voor ca. 30% van het totale aantal vergunde woningen. In de eerste drie kwartalen van 2012 was er in West-Vlaanderen een stijging met 25,9% van het aantal nieuwbouwwoningen waarvan de werken effectief gestart werden. In de eerste tien maanden van 2012 werden in het Vlaamse Gewest 16,6% meer nieuwbouwwoningen vergund dan in dezelfde periode in 2011. Net als in West-Vlaanderen bleef het aantal vergunde renovatiewoningen nagenoeg status quo in diezelfde periode (-1,5%). Het aantal begonnen
5
Omdat de FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), niet alle formulieren tijdig ontvangt, worden de ontbrekende cijfers bijgeschat op basis van historische gegevens per arrondissement. Zodra de FOD Economie over de volledige informatie beschikt, worden de voorlopige cijfers vervangen door definitieve cijfers.
8
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
nieuwbouwwoningen steeg in de eerste drie kwartalen van 2012 met 15,3% ten opzichte van dezelfde periode van 2011.
9
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
5. OMZET, INVESTERINGEN EN UITVOER (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie)
Cijfers tot en met het derde kwartaal van 2012. Vanaf juli 2012 schakelde de FOD Economie voor de opmaak van de BTW-statistiek over op de nieuwe nace-belnomenclatuur (2008) en van een maandelijkse naar een kwartaalstatistiek. Er werd met terugwerkende kracht een nieuwe tijdreeks gemaakt vanaf 2005. De nieuwe reeksen zijn niet vergelijkbaar met de reeksen die eerder geanalyseerd werden in dit conjunctuuroverzicht. Dit komt omdat de FOD Economie geen cijfers meer berekend worden voor sectoren waarvan de betrouwbaarheid van de gegevens onvoldoende bleek, bijvoorbeeld omwille van veelvuldig gebruik van forfaitaire regimes of vrijstellingen in deze sectoren. Volgens de nieuwe reeksen steeg de omzet van de grote ondernemingen met zetel in West-Vlaanderen6 in de eerste drie kwartalen van 2012 met slechts 1,6% ten opzichte van dezelfde periode van 2011 (zie figuur 10). Deze toename is het resultaat van een stijging met 2,2% in het eerste kwartaal, een status quo in het tweede kwartaal en een stijging met 2,9% in het derde kwartaal. Figuur 10: Evolutie van de omzet van de grote ondernemingen met zetel in West-Vlaanderen, in miljoen euro 25.000
20.000
15.000
2010 2011 2012
10.000
5.000
0 1ste kw
BRON:
6
2de kw
3de kw
4de kw
FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West-Vlaanderen.
Het feit dat de registratie gebeurt naar vestiging van de hoofdzetel betekent dat men niet noodzakelijk de economische activiteit in het betrokken arrondissement meet. Dit nadeel wordt afgezwakt omdat het hier over een evolutie doorheen de tijd gaat. Maandelijkse procentuele veranderingen zijn dan belangrijker dan absolute gegevens. Een tweede nadeel is dat enkel bedrijven met een omzet van 500.000 euro of meer aangifte doen op maandbasis. Het kan zijn dat een bedrijf nu eens wel en dan weer niet beantwoordt aan dit criterium. Om dit nadeel te ondervangen is het aangewezen op provinciaal niveau te werken. ‘Toetreders’ en ‘uittreders’ vallen dan minder op en kunnen elkaar meer compenseren dan als men werkt op het arrondissementeel niveau.
10
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
De groei van de omzet van de bedrijven in de kleinhandel was iets groter dan de toename van het globale omzetcijfer in de eerste drie kwartalen van 2012, namelijk 4%. De grootste toename deed zich voor in het eerste kwartaal (6,5%). In het tweede en derde kwartaal waren er slechts stijgingen met 2% en 3,6%. In het Vlaamse Gewest steeg het totale omzetcijfer in de eerste drie kwartalen van 2012 met 1,4% op jaarbasis; in de kleinhandel was de omzetstijging in dezelfde periode groter (+5,1%). De investeringen van de grote ondernemingen met zetel in West-Vlaanderen stegen in de eerste drie kwartalen van 2012 relatief sterk in vergelijking met de omzet, namelijk met 4,9% (zie figuur 11). De grootste toenames deden zich voor in het eerste kwartaal (+6,2%) en het derde kwartaal (+7,9%). De toename in het tweede kwartaal was miniem (+0,9%). Figuur 11: Evolutie van de investeringen van de grote ondernemingen met zetel in West-Vlaanderen, in miljoen euro 1.200 1.000 800 2010 600
2011 2012
400 200 0 1ste kw
2de kw
3de kw
4de kw
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West-Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest stegen de investeringen in de eerste drie kwartalen van 2012 met 5,6%. De toename in het eerste kwartaal (+12,8%) was een stuk sterker dan de toenames in het tweede (+1,2%) en het derde kwartaal (+3,9%). De nominale waarde van de uitvoer van de grote ondernemingen met zetel in West-Vlaanderen steeg in de eerste drie kwartalen van 2012 met 0,9%. Deze nipte toename is de resultante van een toename in het derde kwartaal die een status quo in het eerste kwartaal en afname in het tweede kwartaal counterde (zie figuur 12).
11
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
Figuur 12: Evolutie van de uitvoer van de grote ondernemingen met zetel in West-Vlaanderen, in miljoen euro 7.000 6.000 5.000 2010
4.000
2011 3.000
2012
2.000 1.000 0 1ste kw
BRON:
2de kw
3de kw
4de kw
FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West-Vlaanderen.
De nominale waarde van de uitvoer in het Vlaamse Gewest daalde in elk kwartaal van 2012 zodat de totale afname in de eerste drie kwartalen 1,9% op jaarbasis bedroeg.
12
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
6. STARTERS (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie)
Cijfers tot en met november 2012. Cijfers tot en met november 2012 tonen 7.608 starters7 in West-Vlaanderen of 0,8% minder dan in dezelfde periode van 2011 (zie figuur 13). De maandelijkse cijfers tonen enkel stijgingen op jaarbasis in januari, februari en oktober 2012. Het aantal stopzettingen en schrappingen steeg daarentegen met 3,1% op jaarbasis in de periode januari-november 2012. Wanneer we dit vergelijken met de Vlaamse cijfers dan blijkt dat het aantal starters in West-Vlaanderen minder daalde dan in Vlaanderen (-1,2%) en dat het aantal stopzettingen/schrappingen net iets minder groot was dan in Vlaanderen (+3,2%). Figuur 13: Evolutie van het aantal starters in West-Vlaanderen 1.400 1.200 1.000 2010
800
2011 600
2012
400 200 0 jan
feb maa apr
mei
jun
jul
aug sep
okt
nov
dec
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West-Vlaanderen.
7
Het aantal starters wordt gedefinieerd als de som van het aantal nieuwe BTW-plichtige en het aantal wederonderwerpingen van BTWplichtige ondernemingen. Niet-BTW-plichtige ondernemingen worden niet opgenomen (zoals sommige handelsvennootschappen of nonprofitorganisaties). De statistiek is gebaseerd op administratieve gegevens, wat noopt tot omzichtigheid bij de interpretatie van de cijfers. Een deel van het waargenomen verloop heeft een administratieve oorsprong en beantwoordt niet noodzakelijk aan een economische realiteit. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de omvorming van een onderneming van "natuurlijke persoon" naar "rechtspersoon". In de statistiek wordt dit tweemaal geregistreerd, namelijk als een schrapping (van de natuurlijke persoon) en een inschrijving (als rechtspersoon). Daarnaast kunnen bepaalde tendensen de weerspiegeling zijn van administratieve wijzigingen, bv. wanneer beroepsactiviteiten aan de BTWplicht worden onderworpen of worden geschrapt als BTW-plichtige.
13
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
7. FAILLISSEMENTEN EN VERLOREN JOBS (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, GRAYDON, VDAB)
Cijfers tot en met januari 2013. In januari 2013 waren er maar liefst twee derden meer faillissementen in West-Vlaanderen dan in januari 2012 (89 ten opzichte van 53). In 2012 waren er 7,8% meer faillissementen dan in 2011. Figuur 14: Evolutie van het aantal faillissementen in West-Vlaanderen 100 90 80 70 60
2011
50
2012
40
2013
30 20 10 0 jan
BRON:
feb maa apr
mei
jun
jul
aug sep
okt
nov dec
FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West-Vlaanderen.
De faillissementen in januari 2013 zorgden voor 200 verloren jobs, wat behoorlijk veel is in vergelijking met het aantal verloren jobs in januari 2012 (98 jobs). Het grootste faillissement in termen van verloren jobs was dat van Dienstencomfort te Zwevegem (55 jobs)8. In heel 2012 gingen in West-Vlaanderen. 17,2% meer jobs verloren als gevolg van faillissementen dan in 2011. In West-Vlaanderen gingen in 2012 ook 442 jobs verloren als gevolg van collectieve ontslagen bij 10 ondernemingen. Daarnaast werd ook nog één collectief ontslag van 76 jobs gemeld (nog niet uitgevoerd9)). In heel 2011 gingen in totaal 839 jobs verloren als gevolg van collectieve ontslagen bij 14 8
Graydon maakte ook melding van een faillissement van Grandeco Wallfashion Group in Tielt met een verlies van 141 jobs. Na consultatie van diverse bronnen bleek dit echter om een sluiting van een Franse vestiging te gaan die geen invloed had op de effectieve Tieltse tewerkstelling van het bedrijf. We voerden daarom een correctie uit op de cijfers van Graydon.
9
De statistiek van de collectieve ontslagen bevat twee onderdelen, met name deel 1: de intenties tot collectief ontslag en deel 2: de effectief uitgevoerde collectieve ontslagen. De intenties tot collectief ontslag werden gemeld aan de sociale interventieadviseur maar de sociale onderhandelingen moeten nog starten of zijn nog bezig. Bij de effectief uitgevoerde collectieve ontslagen is het collectief ontslag volledig beschreven en werden alle te doorlopen procedures voltooid. Het aantal collectieve ontslagen in de oorspronkelijke intentie kan dus nog afwijken van het uiteindelijke aantal collectieve ontslagen. Alle collectieve ontslagen komen slechts één keer voor in de statistiek: ofwel bij het eerste deel (de intenties) ofwel later bij deel twee (de effectieve collectieve ontslagen).
14
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
ondernemingen. In januari 2013 werden in West-Vlaanderen al 3 collectieve ontslagen uitgevoerd waardoor in totaal 141 jobs verloren gingen. In het Vlaamse Gewest voerden in 2012 in totaal 59 bedrijven collectieve ontslagen uit, wat zorgde voor 5.385 verloren jobs. In 2011 gingen 3.749 jobs verloren als gevolg van collectieve ontslagen bij 61 ondernemingen. Daarnaast meldden 20 ondernemingen in 2012 hun intentie tot collectief ontslag, waardoor nog eens 6.927 mensen hun job dreigen te verliezen. In januari 2013 werden al 8 collectieve ontslagen uitgevoerd met een verlies van 683 jobs tot gevolg. Daarnaast werden in januari 2013 ook nog 2 intenties tot collectief ontslag gemeld, waardoor 78 mensen hun job dreigen te verliezen.
15
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
8. INSCHRIJVINGEN VAN NIEUWE PERSONENWAGENS (BRON: FEBIAC)
Cijfers tot en met januari 2013. In het salonjaar 2012 was er een aanzienlijke terugval van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens. FEBIAC wijt dit zelf aan een combinatie van factoren10. Globaal genomen waren er in 2012 ruim een kwart minder (-26,7%) inschrijvingen van nieuwe personenwagens in West-Vlaanderen in vergelijking met het jaar 2011. In 2012 was er ook in elke maand afzonderlijk systematisch een afname op jaarbasis11. In januari 2013 steeg voor het eerst het aantal inschrijvingen opnieuw, namelijk met 20,5%. Figuur 15:
Evolutie van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in West-Vlaanderen
3.000 2.500 2.000 2011 1.500
2012 2013
1.000 500 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: FEBIAC, Verwerking: POM West-Vlaanderen. In 2012 lag het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in het Vlaamse Gewest 20,2% lager dan in 2011. In januari 2013 waren er 29,8% meer inschrijvingen van nieuwe personenwagens op jaarbasis.
10
11
Volgens FEBIAC was de terugval begin 2012 te verwachten na twee uitzonderlijke jaren. Omwille van het nakende einde van de federale CO2-korting kende december 2011 een hoog aantal extra inschrijvingen, wat ten koste ging van het eerste kwartaal van 2012. Daarnaast deed de invoering van een nieuwe BIV (belasting op inverkeersstelling) in Vlaanderen heel wat kopers hun aankoop uitstellen. Bovendien voerde de FOD Mobiliteit en Vervoer in de laatste week van april een nieuwe toepassing in waardoor de statistieken voor april en mei 2012 een vertekend beeld geven. Voor de grote terugval in december 2012 vonden wij noch Febiac een sluitende verklaring.
16
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
9. CONJUNCTUURINDICATOR VAN DE NATIONALE BANK (BRON: NBB)
Cijfers tot en met februari 2013. De brutowaarde van de synthetische curve voor West-Vlaanderen bereikte in februari 2013 een waarde van -13,112 (zie figuur 16). Dit is voor de derde maand op rij een toename, wat als hoopvol kan vertaald worden. Een keerpunt lijkt zich aan te kondigen, doch een toekomstige stijging van het producentenvertrouwen blijft hiervoor noodzakelijk. Figuur 16: Synthetische conjunctuurcurve voor West-Vlaanderen
Saldo van positieve en negatieve antwoorden
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
10 afgevlakt 5
bruto
0 -5 -10 -15 -20 -25 -30 -35
BRON: NBB, Verwerking: POM West-Vlaanderen. Ook de brutowaarden van de verschillende deelcurven (zie figuren 17 t/m 20) vertonen een positieve trend, met uitzondering misschien van de curve van de handel. Daar ging alleen de recentste waarde - zij het fors - de hoogte in, na maanden van dalende brutowaarden.
12
Aan de hand van een maandelijkse enquête bij bedrijfsleiders gaat de Nationale Bank na hoe het gesteld is met een aantal facetten van de activiteit, de vraag en de vooruitzichten. Er zijn drie antwoordmogelijkheden: stijgend (positief), gelijkblijvend of dalend (negatief). De indicator is het saldo van de positieve en de negatieve antwoorden op deze vragen, en dit voor alle ondervraagden. In tegenstelling tot de nationale indicator worden de antwoorden per provincie niet gewogen. De maandelijkse resultaten van de enquête worden op een grafiek uitgezet. De curve wordt afgevlakt. Zo kan men de trend gemakkelijker onderkennen. Om de kwaliteit van de conjunctuurindicator te verhogen voerde de Nationale Bank in april 2009 enkele methodologische wijzigingen door (meer info hierover via www.nbb.be/doc/DQ/N_method/M_Nre09II.pdf). Zo werd de curve van de dienstverlening aan bedrijven geïntegreerd in de algemene synthetische curve en wordt nu per bedrijfstak slechts een selectie van vragen opgenomen in de enquête.
17
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
sep 12
okt 12
nov 12
dec 12
jan 13
feb 13
okt 12
nov 12
dec 12
jan 13
feb 13
aug 12
jul 12
jun 12
mei 12
apr 12
mrt 12
feb 12
jan 12
dec 11
nov 11
okt 11
sep 11
aug 11
jul 11
jun 11
sep 12
Saldo van positieve en negatieve antwoorden
mei 11
Figuur 17: Conjunctuurcurve industrie voor West-Vlaanderen
0
-5
-10
-15
-20
afgevlakt bruto
-25
BRON: NBB, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
Saldo van positieve en negatieve antwoorden
5 0 -5
-10 -15 -20 -25
afgevlakt bruto
-30
BRON: NBB, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
18
aug 12
jul 12
jun 12
mei 12
apr 12
mrt 12
feb 12
jan 12
dec 11
nov 11
okt 11
sep 11
aug 11
jul 11
jun 11
mei 11
Figuur 18: Conjunctuurcurve ruwbouw voor West-Vlaanderen
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
Saldo van positieve en negatieve antwoorden
feb 13
jan 13
dec 12
nov 12
okt 12
sep 12
aug 12
jul 12
jun 12
mei 12
apr 12
mrt 12
feb 12
jan 12
dec 11
nov 11
okt 11
sep 11
aug 11
jul 11
jun 11
mei 11
Figuur 19: Conjunctuurcurve handel voor West-Vlaanderen
0 -5 -10 -15 -20 -25 afgevlak t
-30 -35
BRON: NBB, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
15 10 5 0 -5 -10 -15
afgevlakt bruto
-20
BRON: NBB, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
19
feb 13
jan 13
dec 12
nov 12
okt 12
sep 12
aug 12
jul 12
jun 12
mei 12
apr 12
mrt 12
feb 12
jan 12
dec 11
nov 11
okt 11
sep 11
aug 11
jul 11
jun 11
mei 11
Saldo van positieve en negatieve antwoorden
Figuur 20: Conjunctuurcurve dienstverlening aan bedrijven voor West-Vlaanderen
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
10. DIAMANT VOOR WEST-VLAANDEREN
De “diamant van West-Vlaanderen” geeft de evolutie weer van de verschillende sociaaleconomische indicatoren in een bepaalde periode (bijvoorbeeld een kwartaal of een jaar) ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. De “diamant van West-Vlaanderen” bestaat uit een assenstelsel waarop met een stip de waarden van verschillende indicatoren zijn weergegeven. De stippen zijn verbonden met een lijn. Zij vormen de “diamant”. Op de verticale as staat de schaalindeling ingetekend, die in feite de procentuele “verbetering” of “verslechtering” van de indicatoren weergeeft. Bij een stationaire toestand (0% groei) wordt een figuur verkregen zoals aangeduid door de centrale veelhoek. Bij een verbetering van de indicator liggen de waarden buiten de centrale veelhoek. Bij een verslechtering vallen de stippen binnen de centrale veelhoek. Als alle waarden in gunstige zin evolueren, dan is de diamant groter dan de centrale veelhoek. Bij de opmaak van dit conjunctuuroverzicht beschikten we voor alle geanalyseerde sociaaleconomische indicatoren over volledige informatie tot en met het derde kwartaal van 2012. De evolutie van het derde kwartaal van 2012 ten opzichte van het derde kwartaal van 2011 wordt gevisualiseerd in figuur 21. Globaal genomen zien we een ongunstige evolutie. De meeste indicatoren evolueerden immers in het derde kwartaal van 2012 niet goed in vergelijking met het derde kwartaal van 2011. Vier indicatoren evolueerden wel goed: de vergunde woningen (zowel nieuwbouw als renovatie), het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens en het aantal verloren arbeidsplaatsen ten gevolge van een faillissement. Figuur 21: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren in West-Vlaanderen in het derde kwartaal van 2012 ten opzichte van het derde kwartaal van 2011
werkloosheid verloren arbeidsplaatsen 30,0% door faillissementen 10,0% aantal faillissementen -10,0%
nieuwe personenwagens
tijdelijke werkloosheid
omzet
-30,0%
omzet kleinhandel
uitvoer vergunde renovatiewoningen
investeringen vergunde nieuwbouwwoningen
BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
20
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
11. OVERZICHTSTABEL VOOR WEST-VLAANDEREN
Tabel 1: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen (1) Indicator Eenheid Wijziging op Datum Waarde jaarbasis Arbeidsmarkt aantal jan 2013 - nwwz totaal 32.194 +4,6% aantal jan 2013 - nwwz mannen 17.336 +9,7% aandeel 53,8% +2,5%pt aantal jan 2013 - nwwz vrouwen 14.858 -0,8% aandeel 46,2% -2,5%pt aantal jan 2013 - nwwz <25 jaar 7.418 +9,7% aandeel 23,0% +1,1%pt aantal jan 2013 - nwwz >50 jaar 8.313 -6,3% aandeel 25,8% -3,0%pt aantal dec 2012 - nwnwz 7.783 -2,9% aantal jan 2013 - ontvangen vacatures (2) 3.688 -15,5% aantal jan 2013 - lopende vacatures einde maand (2) 8.431 +0,2% gem. aantal dec 2012 - tijdelijke werkloosheid 5.359 +27,8% Consumenten aantal okt 2012 - vergunde woningen (nieuwbouw) (3) 637 -13,3% aantal okt 2012 - vergunde woningen (renovatie) (3) 411 +35,6% aantal sep 2012 - begonnen woningen (nieuwbouw) (3) 620 -1,6% mio euro 3de kw 2012 - omzet kleinhandel 1.867 +3,6% aantal jan 2013 - inschrijvingen nieuwe personenwagens 1.719 +20,5% Producenten mio euro 3de kw 2012 - omzet 19.636 +2,9% de mio euro 3 kw 2012 - investeringen 852 +7,9% mio euro 3de kw 2012 - uitvoer 6.339 +4,4% aandeel 32,3% +0,5%pt aantal nov 2012 - starters 542 -12,3% aantal jan 2013 - faillissementen 89 +67,9% aantal jan 2013 - banen verloren door faillissementen 341 +248,0% brutowaarde feb 2013 - conjunctuurindicator -13,1 +1,6 punten (1) Indicatoren die ongunstig evolueerden zijn gemarkeerd. (2) NEC, exclusief interim-vacatures. (3) Voorlopige cijfers. BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
21
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
12. SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN CONJUNCTUUR IN HET VLAAMSE GEWEST
Saldo van positieve en negatieve antwoorden
feb 13
jan 13
dec 12
nov 12
okt 12
sep 12
aug 12
jul 12
jun 12
mei 12
apr 12
mrt 12
feb 12
jan 12
dec 11
nov 11
okt 11
sep 11
jul 11
aug 11
jun 11
mei 11
Figuur 22: Conjunctuurcurve industrie voor het Vlaamse Gewest13 (a)
0 -2 -4 -6 -8 -10 -12 -14 -16 -18
afgevlakt bruto
-20
(a) Voor het Vlaamse Gewest bestaat er geen globale synthetische conjunctuurcurve. BRON: NBB, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
13
Voor de gewesten bestaat er geen globale synthetische conjunctuurcurve. Dit om te vermijden dat een gemengde samengestelde curve berekend wordt, aangezien op het niveau van de gewesten een aparte methodologie gehanteerd wordt voor het berekenen van de industrie enerzijds en de handel en de bouw anderzijds. Bij de provincies stelt dit probleem zich niet aangezien alle sectorberekeningen volgens een zelfde methodologie gebeuren.
22
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
Tabel 2: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in het Vlaamse Gewest (1) Indicator Eenheid Wijziging op Datum Waarde jaarbasis Arbeidsmarkt aantal jan 2013 - nwwz totaal 215.191 +5,7% aantal jan 2013 - nwwz mannen 117.277 +9,8% aandeel 54,5% +2,0%pt aantal jan 2013 - nwwz vrouwen 97.914 +1,2% aandeel 45,5% -2,0%pt aantal jan 2013 - nwwz <25 jaar 46.729 +10,4% aandeel 21,7% +0,9%pt aantal jan 2013 - nwwz >50 jaar 50.362 -3,8% aandeel 23,4% -2,3%pt aantal dec 2012 - nwnwz 42.413 -4,4% aantal jan 2013 21.533 -9,0% - ontvangen vacatures (2) aantal jan 2013 44.371 -7,9% - lopende vacatures einde maand (2) gem. aantal dec 2012 - tijdelijke werkloosheid 22.164 +47,6% Consumenten aantal okt 2012 2.994 -10,4% - vergunde woningen (nieuwbouw) (3) aantal okt 2012 - vergunde woningen (renovatie) (3) 1.713 +17,7% aantal sep 2012 - begonnen woningen (nieuwbouw) (3) 2.237 -17,5% de mio euro 3 kw 2012 - omzet kleinhandel 11.891 +4,1% aantal jan 2013 - inschrijvingen nieuwe personenwagens 13.453 +29,8% Producenten mio euro 3de kw 2012 - omzet 134.370 +1,0% mio euro 3de kw 2012 - investeringen 4.563 +3,9% de mio euro 3 kw 2012 - uitvoer 60.487 -0,2% aandeel 45,0% -0,5%pt aantal nov 2012 - starters 2.979 -12,0% aantal jan 2013 - faillissementen 532 +35,4% (1) Indicatoren die ongunstig evolueerden zijn gemarkeerd. (2) NEC, exclusief interim-vacatures. (3) Voorlopige cijfers. BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM West-Vlaanderen.
23
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen
13. BESLUIT
De brutowaarde van de synthetische curve voor West-Vlaanderen verbeterde in februari 2013 voor de derde maand op rij. Ook de brutowaarden van de diverse deelcurven vertonen een positieve trend. We zien dit als hoopvol aangezien dit een keerpunt in de negatieve trend lijkt aan te kondigen en wijst op toenemend vertrouwen bij de ondernemers over de toekomst. De geanalyseerde sociaaleconomische indicatoren evolueerden vooralsnog niet uitermate positief. De West-Vlaamse arbeidsmarktindicatoren evolueerden niet gunstig in de afgelopen maanden. Het aantal mannelijke werklozen en het aantal jeugdwerklozen bleef stijgen op jaarbasis14. Enkel het aantal werklozen van 50 jaar en ouder daalde. Ook de tijdelijke werkloosheid bleef toenemen op jaarbasis. In januari 2013 ontving de VDAB ook minder werkaanbiedingen op jaarbasis. Er bleven wel iets meer vacatures openstaan op het einde van de maand. In 2012 werd de krapte op de West-Vlaamse arbeidsmarkt iets minder groot dan in 2011. Ook de indicatoren die het producentenvertrouwen weerspiegelen bevestigen de twijfel. De omzet van de grote ondernemingen met zetel in West-Vlaanderen steeg onvoldoende in de eerste drie kwartalen van 2012 om van een netto-toename te kunnen spreken. De nominale waarde van de uitvoer steeg amper en minder dan de globale omzet, waardoor de exportquote afnam. De investeringen stegen in dezelfde periode van 2012 sterker dan de omzet, maar vooral door een relatief grote toename in het eerste kwartaal van 2012. Vanaf maart 2012 daalde het aantal starters, m.u.v. een lichte toename in oktober. Het aantal faillissementen lag in 2012 zo’n 8% hoger dan in 2011 en er gingen ruim 17% meer jobs verloren. Ook de cijfers van januari 2013 toonden een toename. De impact van de faillissementen en de collectieve sluitingen samen in termen van verloren jobs was in 2012 evenwel kleiner dan in 2011. Bij de indicatoren van het consumentenvertrouwen zien we een lichtpuntje. De West-Vlaamse bouwmarkt deed het - volgens voorlopige cijfers tot en met oktober - in 2012 beter dan in 2011 met ruim 28% meer vergunde nieuwbouwwoningen op jaarbasis in de periode januari-oktober en ruim 25% meer nieuwbouwwoningen waar effectief mee gestart werd in de eerste drie kwartalen van 2012. Het aantal vergunde renovatiewoningen bleef op hetzelfde peil. De omzet in de kleinhandel steeg iets meer dan de totale omzet in West-Vlaanderen. Het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens viel in 2012 wel heel sterk terug, met ruim één kwart. _____________________
14
Weliswaar deels door een gewijzigde registratie van interimarbeid, zie uitgebreide conjunctuurnota.
24