Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak december 2015
INHOUD
Blz. 1. WERKLOOSHEID....................................................................................................................................1 2. WERKAANBIEDINGEN ...........................................................................................................................6 3. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID ..................................................................................................................9 4. VERGUNDE EN BEGONNEN WONINGEN ........................................................................................... 10 5. OMZET EN INVESTERINGEN............................................................................................................... 13 6. STARTERS ........................................................................................................................................... 15 7. FAILLISSEMENTEN EN VERLOREN JOBS ............................................................................................. 17 8. INSCHRIJVINGEN VAN PERSONENWAGENS ...................................................................................... 19 9. CONJUNCTUURINDICATOR VAN DE NATIONALE BANK .................................................................... 21 10. OVERZICHTSTABEL VOOR WESTVLAANDEREN .............................................................................. 24 11. SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN CONJUNCTUUR IN HET VLAAMSE GEWEST ................ 25 12. BESLUIT ............................................................................................................................................ 27
POM WestVlaanderen Provinciehuis Olympia Koning Leopold IIIlaan 66 8200 SintAndries/Brugge Tel.: ../32/50/40 31 66 Fax: ../32/50/71 94 06 Email:
[email protected] – Website: www.pomwvl.be De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij is een publiekrechtelijke instelling met rechtspersoonlijkheid erkend door de Vlaamse Regering
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
1. WERKLOOSHEID (BRON: VDAB, RVA)
Cijfers tot en met november 2015. In november 2015 telde WestVlaanderen 32.785 werklozen1 (zie figuur 1), dit is een afname met 5% in vergelijking met november 2014. In december 2014 was er in WestVlaanderen voor het eerst sinds lange tijd een afname op jaarbasis van het aantal nietwerkende werkzoekenden. In de loop van 2015 werden deze afnames op jaarbasis steeds groter (0,6% in het eerste kwartaal, 1,1% in het tweede kwartaal en 3,2% in het derde kwartaal). In oktober 2015 lag het aantal nietwerkende werkzoekenden 5,3% lager dan in oktober 2014. Figuur 1: Evolutie van het aantal nietwerkende werkzoekenden in WestVlaanderen
BRON: VDAB, Verwerking: POM WestVlaanderen. In november 2015 lag het aantal werklozen in het Vlaamse Gewest 1,7% lager dan in november 2014. In Vlaanderen zien we pas vanaf juli 2015 afnames op jaarbasis van het aantal nietwerkende werkzoekenden2. In het eerste en tweede kwartaal van 2015 waren er toenames met respectievelijk 0,4% en 1,1% op jaarbasis, in het derde kwartaal van 2015 was er een afname met 0,7%. In oktober 2015 lag het aantal werklozen 2,3% lager dan in oktober 2014.
1
Onder werklozen wordt verstaan: het aantal nietwerkende werkzoekenden. Zij vertegenwoordigen het bij de VDAB ingeschreven arbeidsmarktpotentieel. In deze groep zijn onder meer de schoolverlaters, de vrij ingeschrevenen en een zeer diverse restgroep (met daarin de tijdelijk geschorsten) opgenomen. Een nadeel is wel dat de oudere werklozen met vrijstelling van inschrijving als werkzoekend niet zijn opgenomen.
2
Door veranderingen in de federale wetgeving, niet door een verslechterende arbeidsmarkt, daalt de Vlaamse werkloosheid traag (http://www.werk.be/sites/default/files/Ezines/20151208/conjunctuurarbeidsmarkt.htm). Zo zijn vanaf 1 januari 2015 ook 60plussers verplicht zich in te schrijven bij de VDAB. Oudere werklozen die de vrijstelling van beschikbaarheid reeds verworven hadden voor 1 januari 2015 blijven vrijgesteld.
1
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
In november 2015 daalde het aantal mannelijke werklozen in WestVlaanderen voor het eerst sterker dan het aantal vrouwelijke werklozen (5,2% op jaarbasis bij de mannen ten opzichte van 4,8% bij de vrouwen) (zie figuur 2). In de eerste twee kwartalen van 2015 lag het aantal mannelijke werklozen telkens iets hoger dan in 2014, in het derde kwartaal was er een afname met 2,7% op jaarbasis. Bij de vrouwelijke werklozen waren er in WestVlaanderen afnames in zowel het eerste, het tweede als het derde kwartaal van 2015 (respectievelijk 1,6%, 2,5% en 3,7% op jaarbasis). Figuur 2: Evolutie van het aantal nietwerkende werkzoekenden naar geslacht in WestVlaanderen
BRON: VDAB, Verwerking: POM WestVlaanderen. In het Vlaamse Gewest kende het aantal mannelijke werklozen sinds september 2015 afnames op jaarbasis. Deze afnames zijn telkens groter dan bij de vrouwelijke werklozen. Bij de mannen werden de toenames in het eerste en het tweede kwartaal van 2015 (respectievelijk +0,9% en +1,7% op jaarbasis) gevolgd door een afname met 0,4% op jaarbasis in het derde kwartaal. Bij de vrouwelijke werklozen was er in het eerste kwartaal een minieme afname (0,1% op jaarbasis), in het tweede kwartaal een beperkte toename (+0,3% op jaarbasis) en in het derde kwartaal opnieuw een afname met 1% op jaarbasis. Het aantal jeugdwerklozen in WestVlaanderen blijft verder dalen (zie figuur 3). In de eerste drie kwartalen van 2015 waren er afnames met respectievelijk 3,2%, 4,1% en 4,3%. In september, oktober en november 2015 daalde het aantal jeugdwerklozen iets minder sterk dan het totale aantal werklozen, waardoor het aandeel jeugdwerklozen in deze maanden iets hoger lag dan in dezelfde maanden van 2014. Met afnames van respectievelijk 5,8%, 4,9% en 5,1% in de eerste drie kwartalen van 2015 kende de jeugdwerkloosheid in het Vlaamse Gewest nog sterkere afnames dan in WestVlaanderen. In tegenstelling tot in WestVlaanderen daalde het aantal jeugdwerklozen van januari tot en met november 2015 sterker dan het totale aantal werklozen, waardoor het aandeel jeugdwerklozen verder daalt.
2
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 3: Evolutie van het aantal nietwerkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar in WestVlaanderen
BRON: VDAB, Verwerking: POM WestVlaanderen. Het aandeel werklozen van 50 jaar en ouder dat nog werkzoekend is, lag in WestVlaanderen tot en met november 2015 telkens hoger dan in dezelfde maanden van 2014 (zie figuur 4). De toenames op jaarbasis waren in september, oktober en november wel kleiner dan in de voorgaande maanden van 2015. Het aantal nietwerkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder kende in september voor het eerst sinds lang een afname op jaarbasis (0,4%). Ook in oktober en november 2015 lag het aantal oudere werklozen lager dan in dezelfde maanden van 2014 (respectievelijk 0,8% en 1,4%)3.
3
Uit nadere analyse bleek dat het aantal nietwerkende werkzoekenden tussen 50 en 54 jaar in de maanden september, oktober en november sterkere afnames op jaarbasis kende dan tijdens de voorgaande maanden van 2015. Bij de 55 tot 59jarigen werden de toenames op jaarbasis in 2015 steeds kleiner en in september, oktober en november werden zelfs afnames op jaarbasis genoteerd. Deze evoluties konden de sterke toenames op jaarbasis bij de nietwerkende werkzoekenden van 60 jaar of ouder (cfr. voetnoot 2) compenseren.
3
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 4: Evolutie van het aandeel nietwerkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder in West Vlaanderen 35,0 30,0 25,0 2013
20,0
2014
15,0
2015
10,0 5,0 0,0 jan
feb maa apr
mei
jun
jul
aug sep
okt
nov dec
BRON: VDAB, Verwerking: POM WestVlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest lag het aandeel werklozen van 50 jaar en ouder dat nog werkzoekend is tot en met november 2015 telkens hoger dan in dezelfde maanden van 2014, maar net als in West Vlaanderen waren de toenames op jaarbasis in september, oktober en november kleiner dan in de voorgaande maanden van 2015. In tegenstelling tot in WestVlaanderen kende het aantal niet werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder in september, oktober en november 2015 wel nog toenames op jaarbasis, al waren die beduidend kleiner dan in de voorgaande maanden4. Het aantal oudere uitgeschreven werklozen van minstens 50 jaar kent nog steeds grote afnames in WestVlaanderen. In de eerste drie kwartalen van 2015 bedroegen de afnames op jaarbasis respectievelijk 21,1%, 22,2% en 22%. Figuur 5 illustreert dat de divergerende evolutie van het aantal oudere nietwerkende werkzoekenden en het aantal uitgeschreven oudere werklozen in WestVlaanderen vanaf september 2015 werd afgeremd door de afnames op jaarbasis bij het aantal oudere nietwerkende werkzoekenden.
4
In Vlaanderen waren de afnames op jaarbasis bij de nietwerkende werkzoekende 50 tot 54jarigen en de 55 tot 59jari
gen in september, oktober en november 2015 minder groot dan in WestVlaanderen (cfr. voetnoot 3). De sterke toenames op jaarbasis bij de werkloze 60plussers werden hierdoor niet volledig gecompenseerd, waardoor het aantal werklozen van 50 jaar en ouder in Vlaanderen ook in september, oktober en november 2015 nog toenames kende op jaarbasis.
4
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 5: Evolutie op jaarbasis van het aantal oudere nietwerkende werkzoekenden en het aantal uitgeschreven oudere werklozen in WestVlaanderen
BRON: VDAB, Verwerking: POM WestVlaanderen. Ook het Vlaamse Gewest kende nog steeds grote afnames bij de oudere uitgeschreven werklozen van minstens 50 jaar. In de eerste drie kwartalen van 2015 werden afnames genoteerd van respectievelijk 21,9%, 21,7% en 21,1% op jaarbasis.
5
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
2. WERKAANBIEDINGEN (BRON: VDAB)
Cijfers tot en met november 2015. In november 2015 ontving de VDAB 2.404 vacatures5 in het Normaal Economisch Circuit (exclusief interimvacatures6 én rechtstreeks gemeld aan de VDAB7) in WestVlaanderen (zie figuur 6). In vergelijking met november 2014 betekent dit een toename met 36,5%. Ook in oktober was er een sterkte toename met 24,9% op jaarbasis. In de eerste drie kwartalen van 2015 waren de gemiddelde toenames op jaarbasis kleiner (respectievelijk 0,9%, 18,5% en 18,1%). Figuur 6: Evolutie van het aantal ontvangen werkaanbiedingen (NEC, exclusief interimvacatures) voor WestVlaanderen 3.000 2.500 2.000
2013 2014
1.500
2015
1.000 500 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
10 BRON: VDAB, Verwerking: POM WestVlaanderen. In het Vlaamse Gewest ontving de VDAB op jaarbasis 29,4% meer vacatures in november 2015. Ook in oktober 2015 was de toename op jaarbasis (+14,9%) in Vlaanderen minder groot dan in West Vlaanderen. In het eerste drie kwartalen van 2015 werden in Vlaanderen respectievelijk 6,2%, 10,3% en 12,2% meer vacatures ontvangen dan in de overeenkomstige kwartalen van 2014.
5
Wegens te grote nietconjunctuurgerelateerde schommelingen worden de vacatures voor studentenjobs vanaf januari 2014 niet meer meegeteld in het Normaal Economisch Circuit (exclusief interimvacatures).
6
Eén interimvacature kan leiden tot een reeks opeenvolgende interimopdrachten of kan doorgegeven worden via meerdere interimkantoren. Om die reden verwijderde de VDAB de interimvacatures uit het Normaal Economisch Circuit (NEC) en uit haar analyses.
7
Vanaf januari 2015 worden enkel die vacatures meegenomen die rechtstreeks aan de VDAB worden gemeld. Door een doorgedreven samenwerking en datauitwisseling met bedrijven was het aantal vacatures die via wervings en selectiekantoren wordt gemeld sterk toegenomen. Om een beter beeld te krijgen van de reële arbeidsmarktevoluties worden de vacatures die via wervings en selectiekantoren worden gemeld buiten beschouwing gelaten. De cijfers van vóór 2015 werden herberekend waardoor een nieuwe tijdreeks met vergelijkbare cijfers werd verkregen (bron: VDABwerkaanbodbericht van januari 2015).
6
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Het aantal openstaande vacatures op het einde van de maand kende in WestVlaanderen van januari tot en met november 2015 onafgebroken toenames op jaarbasis (zie figuur 7). In het eerste en tweede kwartaal van 2015 was er telkens een toename met 10,7% op jaarbasis; in het derde kwartaal stonden gemiddeld 11,3% meer vacatures open dan in het derde kwartaal van 2014. In oktober en november 2015 waren de toenames op jaarbasis nog groter (respectievelijk 23,7% en 16,5%). Figuur 7: Evolutie van het aantal openstaande werkaanbiedingen (NEC, exclusief interimvacatures) op het einde van de maand voor WestVlaanderen
BRON: VDAB, Verwerking: POM WestVlaanderen. Ook in Vlaanderen lag het aantal openstaande vacatures van januari tot en met november 2015 systematisch hoger dan in 2014, maar de toenames waren minder groot dan in WestVlaanderen. In de eerste drie kwartalen van 2015 werden in het Vlaamse Gewest toenames genoteerd van respectievelijk 6,9%, 7,1% en 5,4%. In oktober en november 2015 stonden in Vlaanderen respectievelijk 10,2% en 9,5% meer vacatures open dan in dezelfde maanden van 2014. In WestVlaanderen waren er in de periode januarinovember 2015 gemiddeld zeven nietwerkende werkzoekenden per openstaande vacature (zie figuur 8). De arbeidsmarktkrapte nam in de periode januarinovember 2015 dus toe ten opzichte van het jaar 2014 toen WestVlaanderen 8,1 nietwerkende werkzoekenden per openstaande vacature telde.
7
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 8: Evolutie van het aantal nietwerkende werkzoekenden per openstaande vacature in West Vlaanderen, 20072015 (t/m november 2015)
BRON: VDAB, Verwerking: POM WestVlaanderen.
8
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
3. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID (BRON: RVA)
Cijfers tot en met september 2015. In het derde kwartaal van 2015 lag het gemiddeld aantal van de tijdelijke werkloosheid8 15,6% lager dan in het derde kwartaal van 2014 (zie figuur 9). Hiermee was de afname op jaarbasis nog groter dan in het eerste en tweede kwartaal van 2015 (respectievelijk 2,3% en 8,2% op jaarbasis). Figuur 9: Evolutie van het gemiddelde aantal van de tijdelijke werkloosheid in WestVlaanderen 12.000 10.000 8.000 2013
6.000
2014 2015
4.000 2.000 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: RVA, Verwerking: POM WestVlaanderen. In het Vlaamse Gewest zien we een gelijkaardige evolutie. De afnames op jaarbasis waren in de eerste drie kwartalen van 2015 (respectievelijk 3%, 17,1% en 21,4%) zelfs nog groter dan in West Vlaanderen.
8
Er zijn twee statistieken over de tijdelijke werkloosheid beschikbaar. De eerste statistiek bevat het aantal fysieke eenheden van de tijdelijke werkloosheid. Dit komt overeen met het aantal betalingen per maand of het aantal tijdelijke werklozen, ongeacht de duur van de tijdelijke werkloosheid. De tweede statistiek toont het gemiddelde aantal van de tijdelijke werkloosheid. Dit is een betere indicator voor de omvang van de tijdelijke werkloosheid, aangezien het aantal vergoedbare dagen van tijdelijke werkloosheid in verhouding gebracht wordt tot het aantal potentiële arbeidsdagen in de betrokken maand. In dit conjunctuuroverzicht wordt de tweede statistiek geanalyseerd. Deze cijfers mogen niet gebruikt worden als indicatie van de werklozen, omdat het gaat om personen die nog steeds door een arbeidscontract gebonden zijn, maar om tijdelijke redenen geen werk hebben. De voornaamste oorzaak van tijdelijke werkloosheid is van economische aard, maar ook weersomstandigheden, jaarlijkse vakantie voor beginnende werknemers, overmacht, technische stoornis of stakingen kunnen een oorzaak zijn.
9
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
4. VERGUNDE EN BEGONNEN WONINGEN (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie)
Voorlopige cijfers tot en met augustus 20159 (vergunde woningen) of juli 2015 (begonnen woningen). De statistiek van de vergunde en begonnen woningen is sowieso een statistiek die onderhevig is aan grote schommelingen, waardoor de analyse telkens best gebeurt over een langere tijdspanne en op basis van (voortschrijdende) gemiddeldes. Bovendien werd de evolutie van de statistiek in 2014 grotendeels bepaald door (aangekondigde) wijzigingen in de regelgeving. Hierdoor is het moeilijk om op basis van de evolutie van deze statistiek uitspraken te doen over de conjuncturele evolutie, i.c. het consumentenvertrouwen. Zo daalt bijvoorbeeld iedere twee jaar het toegelaten maximale Epeil voor nieuwbouwwoningen. Er was een verstrenging op 1 januari 2014 en er volgt een nieuwe op 1 januari 2016. Om te voldoen aan de strengere eisen zijn meestal investeringen nodig die de bouwkost met ettelijke duizenden euro’s verhogen. Bij elke verstrengingsronde stellen we in de statistiek een anticipatieeffect vast. In de maanden direct volgend op de verstrenging zien we een veel sterkere toename van het aantal vergunningen dan normaal. Na deze tijdelijke piek daalt het aantal vergunningen tot historisch lage niveaus10. In het eerste kwartaal van 2015 lag het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in WestVlaanderen 62% lager dan in het eerste kwartaal van 2014 (zie figuur 10). Ondanks een verdubbeling van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in juni werden ook in het tweede kwartaal van 2015 minder nieuwbouwwoningen vergund dan in het tweede kwartaal van 2014 (27% op jaarbasis). In juli en augustus werden respectievelijk 67,6% en 143% meer nieuwbouwwoningen vergund dan in dezelfde maanden van 2014. Ook in het Vlaamse Gewest waren er grote afnames in het eerste en tweede kwartaal van 2015 (respectievelijk 44,8% en 33,5% op jaarbasis). De toenames van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in juni, juli en augustus 2015 waren kleiner dan in WestVlaanderen (respectievelijk 75%, 39,2% en 70,5% op jaarbasis).
9
Omdat de FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), niet alle formulieren tijdig ontvangt, worden de ontbrekende cijfers bijgeschat op basis van historische gegevens per arrondissement. Zodra de FOD Economie over de volledige informatie beschikt, worden de voorlopige cijfers vervangen door definitieve cijfers.
10
Bron: www.vcb.be
10
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 10: Evolutie van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in WestVlaanderen
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM WestVlaanderen. Het aantal renovatiewoningen dat werd vergund kende in WestVlaanderen een beperkte toename met 3,9% op jaarbasis in het eerste kwartaal van 2015. In het tweede kwartaal volgde een afname met 15,1% op jaarbasis, maar in juli en augustus waren er toenames met respectievelijk 11,8% en 32,7% op jaarbasis. In het Vlaamse Gewest was de toename van het aantal vergunde renovatiewoningen in het eerste kwartaal van 2015 nog kleiner dan in WestVlaanderen (+1,4% op jaarbasis), maar ook de afname in het tweede kwartaal van 2015 was kleiner (7,9% op jaarbasis). In juli en augustus 2015 steeg het aantal vergunde renovatiewoningen met respectievelijk 0,2% en 14,8% op jaarbasis. In 2014 liet WestVlaanderen aanzienlijke toenames op jaarbasis optekenen van het aantal nieuwbouwwoningen waarvan de werken effectief startten (zie figuur 11). In de eerste twee kwartalen van 2015 volgden afnames met respectievelijk 7,2% en 49,9% op jaarbasis. In juli 2015 werden 42,4% minder nieuwbouwwoningen geteld waarvan de werken effectief werden gestart. In het Vlaamse Gewest zien we een gelijkaardige evolutie: de aanzienlijke toenames op jaarbasis in 2014 van het aantal nieuwbouwwoningen waarvan de werken effectief startten werden gevolgd door afnames op jaarbasis in het eerste en tweede kwartaal (respectievelijk 20% en 54,9%) en juli 2015 (47,5%).
11
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 11: Evolutie van het werkelijk aantal begonnen nieuwbouwwoningen in WestVlaanderen 1.200 1.000 800
2013 2014
600
2015 400 200 0 jan
feb maa apr mei jun
jul
aug sep
okt nov dec
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM WestVlaanderen.
12
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
5. OMZET EN INVESTERINGEN (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie)
Cijfers tot en met het derde kwartaal van 2015. In het derde kwartaal van 2015 lag de omzet11 van de grote ondernemingen met zetel in West Vlaanderen 4,4% hoger dan in het derde kwartaal van 2014 (zie figuur 12). Hiermee is de toename op jaarbasis nog groter dan in de eerste twee kwartalen van 2015 (respectievelijk 1,5% en 3,4%). Figuur 12: Evolutie van de omzet van de grote ondernemingen met zetel in WestVlaanderen, in miljoen euro
BRON:
FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM WestVlaanderen.
In het Vlaamse Gewest evolueerde de omzet van grote ondernemingen minder gunstig dan in West Vlaanderen. De afname in het eerste kwartaal van 2015 (1,6% op jaarbasis) werd in het tweede kwartaal wel gevolgd door een toename (+2,5% op jaarbasis), maar in het derde kwartaal bleef de omzet op hetzelfde niveau als in het derde kwartaal van 2014. De omzet van de bedrijven in de kleinhandel met zetel in WestVlaanderen volgt de gunstige evolutie van het totale omzetcijfer vooralsnog niet. In het derde kwartaal van 2015 lag de omzet van bedrijven in de kleinhandel 2,6% lager dan in het derde kwartaal van 2014. Ook in het eerste kwartaal van 2015 was
11
Het feit dat de registratie gebeurt naar vestiging van de hoofdzetel betekent dat men niet noodzakelijk de economische activiteit in het betrokken arrondissement meet. Dit nadeel wordt afgezwakt omdat het hier over een evolutie doorheen de tijd gaat. Trimestriële procentuele veranderingen zijn dan belangrijker dan absolute gegevens. Een tweede nadeel is dat enkel bedrijven met een omzet van 500.000 euro of meer aangifte doen. Het kan zijn dat een bedrijf nu eens wel en dan weer niet beantwoordt aan dit criterium. Om dit nadeel te ondervangen is het aangewezen op provinciaal niveau te werken. ‘Toetreders’ en ‘uittreders’ vallen dan minder op en kunnen elkaar meer compenseren dan als men werkt op het arrondissementeel niveau.
13
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
er een afname (1,4% op jaarbasis). In het tweede kwartaal van 2015 was er wel een toename met 1,5% in vergelijking met het tweede kwartaal van 2014. In tegenstelling tot in WestVlaanderen evolueerde de omzet van bedrijven in de kleinhandel in het Vlaamse Gewest wel positief in elk kwartaal van 2015. De toenames op jaarbasis werden ook steeds groter (respectievelijk 0,4%, 1,7% en 2,5%). De investeringen van de grote ondernemingen met zetel in WestVlaanderen lagen in het derde kwartaal van 2015 gemiddeld 15,8% hoger dan in het derde kwartaal van 2014 (zie figuur 13). Ook in het eerste en tweede kwartaal waren er toenames op jaarbasis (respectievelijk 3,2% en 5,8%). Figuur 13: Evolutie van de investeringen van de grote ondernemingen met zetel in WestVlaanderen, in miljoen euro
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM WestVlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest lagen de investeringen van grote ondernemingen in elk kwartaal van 2015 hoger dan in de overeenkomstige kwartalen van 2014. De toenames op jaarbasis waren wel minder groot dan in WestVlaanderen (+2% in zowel het eerste als het tweede kwartaal en +6,5% in het derde kwartaal van 2015).
14
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
6. STARTERS (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie)
Cijfers tot en met september 2015. Kanttekening 1: op 1 januari 2014 werd de btwplicht voor advocaten ingevoerd. Aangezien dit nieuwe btwplichtigen zijn, worden zij in de statistieken van de FOD Economie (ADSEI) opgenomen als starters 12. Door de invoering van de btwplicht voor advocaten is de evolutie van het aantal starters sterk vertekend en is het moeilijk om betekenisvolle uitspraken te doen op conjunctureel vlak. Kanttekening 2: op 1 oktober 2014 werd het ontbinden van een vennootschap een stuk duurder aangezien de roerende voorheffing, die moet worden betaald op de meerwaarde die bij de ontbinding van een vennootschap wordt gerealiseerd (de zgn. liquidatiebonus), sterk verhoogd werd van 10% naar 25%. Omwille van de hierboven gemaakte kanttekening lag het aantal starters uiteraard een stuk lager in januari 2015 dan in januari 2014 (zie figuur 14). In het hele eerste kwartaal werden hierdoor 29% minder starters geteld, maar in het tweede en derde kwartaal van 2015 registreerde WestVlaanderen respectievelijk 5,7% en 5,9% meer starters dan in dezelfde kwartalen van 2014. In het Vlaamse Gewest maken we een gelijkaardige vaststelling: het aantal starters in het eerste kwartaal van 2015 lag er 35,3% lager dan in het eerste kwartaal van 2014, maar in het tweede en derde kwartaal werden toenames genoteerd van respectievelijk 6,8% en 7,1% op jaarbasis, wat iets sterkere toenames zijn dan in WestVlaanderen.
12
Het aantal starters wordt gedefinieerd als de som van het aantal nieuwe btwplichtige en het aantal wederonderwerpingen van btwplichtige ondernemingen. Nietbtwplichtige ondernemingen worden niet opgenomen (zoals sommige handelsvennootschappen of non profitorganisaties). De statistiek is gebaseerd op administratieve gegevens, wat noopt tot omzichtigheid bij de interpretatie van de cijfers. Een deel van het waargenomen verloop heeft een administratieve oorsprong en beantwoordt niet noodzakelijk aan een economische realiteit. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de omvorming van een onderneming van "natuurlijke persoon" naar "rechtspersoon". In de statistiek wordt dit tweemaal geregistreerd, namelijk als een schrapping (van de natuurlijke persoon) en een inschrijving (als rechtspersoon). Daarnaast kunnen bepaalde tendensen de weerspiegeling zijn van administratieve wijzigingen, bv. wanneer beroepsactiviteiten aan de btw plicht worden onderworpen of worden geschrapt als btwplichtige.
15
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 14: Evolutie van het aantal starters in WestVlaanderen
BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM WestVlaanderen. Door het grotere aantal stopzettingen en schrappingen in het derde kwartaal van 2014 ingevolge de wijzigingen in de fiscaliteit vanaf 1 oktober 2014 noteerden we in het derde kwartaal van 2015 in West Vlaanderen een afname die beduidend groter was dan de afnames in het eerste en tweede kwartaal (30,9% ten opzichte van respectievelijk 3,1% en 14,3% op jaarbasis). In het Vlaamse Gewest waren er in de eerste drie kwartalen van 2015 ook afnames op jaarbasis van het aantal stopzettingen en schrappingen, waarvan de grootste ook vertekende afname in het derde kwartaal van 2015. Deze afnames waren wel telkens minder groot dan in WestVlaanderen (respectievelijk 1,1%, 3,2% en 22%). In WestVlaanderen kwamen er in de eerste negen maanden van 2015 al 1.929 ondernemingen bij. In dezelfde periode van 2014 was de nettogroei iets kleiner (+1.914 ondernemingen). Dit kan worden toegeschreven aan het feit dat de sterke afname van het aantal starters in het eerste kwartaal van 2015 als gevolg van de invoering van de btwplicht voor advocaten op 1 januari 2014 in WestVlaanderen volledig gecompenseerd werd door de sterke afname van het aantal stopzettingen in vooral het derde kwartaal van 2015 als gevolg van de verhoging van de liquidatiebonus in oktober 2014. In het Vlaamse Gewest kwamen er van januari tot en met september 2015 netto al 8.953 ondernemingen bij. In 2014 kwamen er in dezelfde periode netto 12.498 ondernemingen bij. In tegenstelling tot in WestVlaanderen was de afname van het aantal stopzettingen in Vlaanderen onvoldoende om de sterke afname van het aantal starters te compenseren, waardoor de nettogroei in de eerste negen maanden van 2015 lager uitviel dan in 2014.
16
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
7. FAILLISSEMENTEN EN VERLOREN JOBS (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, GRAYDON, VDAB)
Cijfers tot en met november 2015. Tot en met november 2015 gingen in WestVlaanderen 713 ondernemingen failliet; dit zijn er 138 of 16,2% minder dan in dezelfde periode van 2014 (zie figuur 15). In de eerste drie kwartalen van 2015 lag het aantal faillissementen respectievelijk 11,5%, 20,4% en 15,1% lager dan in dezelfde kwartalen van 2014. In oktober 2015 gingen bijna de helft minder ondernemingen failliet dan in oktober 2014 (47,7%), maar in november 2015 telde WestVlaanderen een kwart meer faillissementen dan in november 2014. Figuur 15: Evolutie van het aantal faillissementen in WestVlaanderen
BRON:
FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM WestVlaanderen.
Ook Vlaanderen telde van januari tot en met november 2015 minder faillissementen dan in dezelfde periode van 2014 (285 faillissementen of 5,5%). In de eerste twee kwartalen van 2015 was de afname van aantal faillissementen in Vlaanderen (respectievelijk 7,9% en 3,2% op jaarbasis) minder groot dan in WestVlaanderen, maar in het derde kwartaal was de afname groter (18,2% op jaarbasis). Ook in oktober 2015 lag het aantal faillissementen in Vlaanderen lager dan in 2014 (21,2% op jaarbasis), maar net als in WestVlaanderen was er in november 2015 een toename (+6,4% op jaarbasis). Door de afname van het aantal faillissementen van januari tot en met november 2015 gingen in West Vlaanderen ook beduidend minder jobs verloren (624 jobs of 36,5% op jaarbasis). In het eerste en derde kwartaal van 2015 gingen ruim de helft minder jobs verloren in vergelijking met 2014 (respectievelijk 53,5% en 55,8%), in het tweede kwartaal bleef de afname beperkt tot 4,7% op jaarbasis. In oktober was er een afname met 22% op jaarbasis, maar in november 2015 gingen 9,8%
17
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
meer jobs verloren dan in november 2014. De grootste faillissementen in WestVlaanderen in de periode januarinovember 2015 waren Gebroeders De Waele uit Ichtegem (juni, 102 jobs), Werkhuizen DammanCroes uit Roeselare (april, 52 jobs), BritEuropean Transport Belgium uit Zeebrugge (november, 42 jobs), Devantex uit Deerlijk (juli, 38 jobs), Pol Cattebeke uit Kortrijk (februari, 31 jobs) en La Prima Casa uit Poperinge (april, 28 jobs). In de periode januarinovember 2015 gingen in Vlaanderen 9.132 jobs verloren als gevolg van faillissementen; dit is een afname met 10,9% in vergelijking met dezelfde periode van 2014. In de periode januariaugustus 2015 werden in WestVlaanderen vijf collectieve ontslagen volledig uitgevoerd waardoor 419 mensen hun job verloren. In dezelfde periode van 2014 gingen bij vier collectieve ontslagen slechts 290 jobs verloren. In WestVlaanderen werden in de eerste acht maanden van 2015 geen intenties tot collectief ontslag gemeld. In de eerste acht maanden van 2015 werden in Vlaanderen 35 collectieve ontslagen volledig uitgevoerd; dit zijn er negen minder dan in dezelfde periode van 2014. Door deze collectieve ontslagen verloren 4.405 mensen hun job. Hierbij worden ook de 2.500 geschrapte banen bij Delhaize meegeteld. Dit collectieve ontslag zal wellicht ook gevolgen hebben voor werknemers van het bedrijf in West Vlaanderen. In tegenstelling tot in WestVlaanderen werden in het Vlaamse Gewest daarnaast ook nog 13 intenties tot collectief ontslag13 gemeld in de periode januariaugustus 2015. Hierbij dreigen nog eens 665 mensen hun baan te verliezen.
13
De statistiek van de collectieve ontslagen bevat twee onderdelen, met name deel 1: de intenties tot collectief ontslag en deel 2: de effectief uitgevoerde collectieve ontslagen. De intenties tot collectief ontslag werden gemeld aan de sociale interventieadviseur maar de sociale onderhandelingen moeten nog starten of zijn nog bezig. Bij de effectief uitgevoerde collectieve ontslagen is het collectief ontslag volledig beschreven en werden alle te doorlopen procedures voltooid. Het aantal collectieve ontslagen in de oorspronkelijke intentie kan dus nog afwijken van het uiteindelijke aantal collectieve ontslagen. Alle collectieve ontslagen komen slechts één keer voor in de statistiek: ofwel bij het eerste deel (de intenties) ofwel later bij deel twee (de effectieve collectieve ontslagen).
18
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
8. INSCHRIJVINGEN VAN PERSONENWAGENS (BRON: FEBIAC)
Cijfers tot en met november 2015. In het eerste en tweede kwartaal van 2015 werden in WestVlaanderen op jaarbasis respectievelijk 6,8% en 6,4% minder nieuwe personenwagens ingeschreven (zie figuur 16). Als gevolg van de afname in juli was er ook in het derde kwartaal van 2015 nog een minieme daling met 0,2% op jaarbasis. In oktober werden op jaarbasis 11% minder nieuwe personenwagens ingeschreven, maar in november 2015 lag het aantal inschrijvingen 17,2% hoger dan in november 2014. Figuur 16:
Evolutie van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in WestVlaanderen
1.800 1.600 1.400 1.200 2013
1.000
2014
800
2015
600 400 200 0 jan
feb maa apr
mei
jun
jul
aug sep
okt
nov dec
BRON: FEBIAC, Verwerking: POM WestVlaanderen. Ook in Vlaanderen liep het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens terug in de eerste drie kwartalen van 2015 (respectievelijk 0,8%, 2,3% en 3,3% op jaarbasis). De lichte afname van het aantal inschrijvingen in oktober 2015 (1,2% op jaarbasis) werd gevolgd door een sterke toename met 15,3% op jaarbasis in november 2015. In de eerste twee kwartalen van 2015 werden in WestVlaanderen ook minder tweedehandspersonen wagens ingeschreven (respectievelijk 1,1% en 0,8%), maar de afnames waren minder groot dan bij de nieuwe personenwagens (zie figuur 17). In het derde kwartaal was de afname van het aantal inschrijvingen groter dan bij de nieuwe personenwagens (1,3% op jaarbasis), maar in oktober en vooral november 2015 volgden toenames met respectievelijk 0,4% en 10,7% op jaarbasis.
19
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 17:
Evolutie van het aantal inschrijvingen van tweedehandspersonenwagens in West Vlaanderen
BRON: FEBIAC, Verwerking: POM WestVlaanderen. In tegenstelling tot in WestVlaanderen kende het aantal inschrijvingen van tweedehandspersonen wagens in het Vlaamse Gewest wel toenames in het eerste en tweede kwartaal van 2015 (respectievelijk 0,3% en 1,9% op jaarbasis). In het derde kwartaal van 2015 was er daarentegen een afname met 1,5% in vergelijking met het derde kwartaal van 2014. De afname van het aantal inschrijvingen in oktober (2,5% op jaarbasis) werd gevolgd door een toename met 10,1% op jaarbasis in november 2015.
20
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
9. CONJUNCTUURINDICATOR VAN DE NATIONALE BANK (BRON: NBB)
Cijfers tot en met november 2015. De brutowaarde van de synthetische curve voor WestVlaanderen bereikte in november 2015 een waarde van 7,214 (zie figuur 18). Dit is een stijging met 3,5 punten ten opzichte van november 2014. Ondanks het feit dat de brutowaarden de afgelopen maanden een wisselend verloop kenden, is de afgevlakte curve nog steeds opwaarts gericht. Figuur 18: Synthetische conjunctuurcurve voor WestVlaanderen
BRON: NBB, Verwerking: POM WestVlaanderen. Bij de deelcurven (zie figuur 19 t/m 22) zien we dat de afgevlakte curve van de industrie, de ruwbouw en de handel een stijgend verloop kennen. De afgevlakte curve van de dienstverlening aan bedrijven lijkt een hoogtepunt te hebben bereikt. Net zoals bij de synthetische conjunctuurcurve zien we bij alle deelcurven een wisselend verloop van de brutowaarden. Welke invloed dit zal hebben op de afgevlakte curven zal blijken uit volgende conjunctuuranalyses.
14
Aan de hand van een maandelijkse enquête bij bedrijfsleiders gaat de Nationale Bank na hoe het gesteld is met een aantal facetten van de activiteit, de vraag en de vooruitzichten. Er zijn drie antwoordmogelijkheden: stijgend (positief), gelijkblijvend of dalend (negatief). De indicator is het saldo van de positieve en de negatieve antwoorden op deze vragen, en dit voor alle ondervraagden. In tegenstelling tot de nationale indicator worden de antwoorden per provincie niet gewogen. De maandelijkse resultaten van de enquête worden op een grafiek uitgezet. De curve wordt afgevlakt. Zo kan men de trend gemakkelijker onderkennen. Om de kwaliteit van de conjunctuurindicator te verhogen voerde de Nationale Bank in april 2009 enkele methodologische wijzigingen door (meer info hierover via www.nbb.be/doc/DQ/N_method/M_Nre09II.pdf). Zo werd de curve van de dienstverlening aan bedrijven geïntegreerd in de algemene synthetische curve en wordt nu per bedrijfstak slechts een selectie van vragen opgenomen in de enquête.
21
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 19: Conjunctuurcurve industrie voor WestVlaanderen
BRON: NBB, Verwerking: POM WestVlaanderen. Figuur 20: Conjunctuurcurve ruwbouw voor WestVlaanderen
BRON: NBB, Verwerking: POM WestVlaanderen.
22
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Figuur 21: Conjunctuurcurve handel voor WestVlaanderen
BRON: NBB, Verwerking: POM WestVlaanderen. Figuur 22: Conjunctuurcurve dienstverlening aan bedrijven voor WestVlaanderen
BRON: NBB, Verwerking: POM WestVlaanderen.
23
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
10. OVERZICHTSTABEL VOOR WESTVLAANDEREN
Tabel 1: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen (1) Indicator Eenheid Datum Waarde Wijziging op jaarbasis Arbeidsmarkt aantal nov 2015 - nwwz totaal 32.785 5,0% aantal nov 2015 17.701 5,2% - nwwz mannen aandeel 54,0% 0,1%punt aantal nov 2015 15.084 4,8% - nwwz vrouwen aandeel 46,0% +0,1%punt aantal nov 2015 7.550 4,0% - nwwz <25 jaar aandeel 23,0% +0,2%punt aantal nov 2015 - nwwz >50 jaar 9.540 1,4% aandeel 29,1% +1,1%punt aantal sep 2015 - nwnwz 4.086 21,7% aantal nov 2015 2.404 +36,5% - ontvangen vacatures (2) aantal nov 2015 4.714 +16,5% - lopende vacatures einde maand (2) gem. aantal sep 2015 - tijdelijke werkloosheid 3.124 21,0% Consumenten aantal aug 2015 - vergunde woningen (nieuwbouw) (3) 1.108 +143,0% aantal aug 2015 - vergunde woningen (renovatie) (3) 349 +32,7% aantal jul 2015 - begonnen woningen (nieuwbouw) (3) 347 42,4% mio euro kw 3 2015 - omzet kleinhandel 1.824 2,6% aantal nov 2015 - inschrijvingen nieuwe personenwagens 1.049 +17,2% aantal nov 2015 - inschrijvingen tweedehandspersonenwagens 3.126 +10,7% Producenten mio euro kw 3 2015 20.839 +4,4% - omzet mio euro kw 3 2015 811 +15,8% - investeringen aantal sep 2015 467 3,5% - starters aantal nov 2015 95 +25,0% - faillissementen aantal nov 2015 - banen verloren door faillissementen 101 +9,8% brutowaarde nov 2015 - conjunctuurindicator 7,2 +3,5 punten (1) Indicatoren die ongunstig evolueerden zijn gemarkeerd. (2) NEC, exclusief interimvacatures. (3) Voorlopige cijfers. BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM WestVlaanderen.
24
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
11. SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN CONJUNCTUUR IN HET VLAAMSE GEWEST
Figuur 23: Conjunctuurcurve industrie voor het Vlaamse Gewest15 (a)
0 afgevlakt
2
bruto
4 6 8 10 12
(a) Voor het Vlaamse Gewest bestaat er geen globale synthetische conjunctuurcurve. BRON: NBB, Verwerking: POM WestVlaanderen.
15
Voor de gewesten bestaat er geen globale synthetische conjunctuurcurve. Dit om te vermijden dat een gemengde samengestelde curve berekend wordt, aangezien op het niveau van de gewesten een aparte methodologie gehanteerd wordt voor het berekenen van de industrie enerzijds en de handel en de bouw anderzijds. Bij de provincies stelt dit probleem zich niet aangezien alle sectorberekeningen volgens een zelfde methodologie gebeuren.
25
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
Tabel 2: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in het Vlaamse Gewest (1) Indicator Eenheid Datum Waarde Wijziging op jaarbasis Arbeidsmarkt aantal nov 2015 - nwwz totaal 225.939 1,7% aantal nov 2015 - nwwz mannen 121.349 1,9% aandeel 53,7% 0,1%punt aantal nov 2015 - nwwz vrouwen 104.590 1,4% aandeel 46,3% +0,1%punt aantal nov 2015 - nwwz <25 jaar 45.565 3,2% aandeel 20,2% 0,3%punt aantal nov 2015 - nwwz >50 jaar 62.569 +4,6% aandeel 27,7% +1,7%punt aantal sep 2015 - nwnwz 22.982 20,1% aantal nov 2015 - ontvangen vacatures (2) 14.877 +29,4% aantal nov 2015 - lopende vacatures einde maand (2) 26.205 +9,5% gem. aantal sep 2015 - tijdelijke werkloosheid 11.302 25,4% Consumenten aantal aug 2015 - vergunde woningen (nieuwbouw) (3) 3.191 +70,5% aantal aug 2015 - vergunde woningen (renovatie) (3) 1.512 +14,8% aantal jul 2015 - begonnen woningen (nieuwbouw) (3) 1.442 47,5% mio euro kw 3 2015 12.610 +2,5% - omzet kleinhandel aantal nov 2015 - inschrijvingen nieuwe personenwagens 8.383 +15,3% nov 2015 - inschrijvingen tweedehandspersonenwagens aantal 17.892 +10,1% Producenten mio euro kw 3 2015 137.747 0,0% - omzet mio euro kw 3 2015 4.607 +6,5% - investeringen aantal sep 2015 2.706 +6,0% - starters aantal nov 2015 448 +6,4% - faillissementen (1) Indicatoren die ongunstig evolueerden zijn gemarkeerd. (2) NEC, exclusief interimvacatures. (3) Voorlopige cijfers. BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM WestVlaanderen.
26
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
12. BESLUIT
De gunstige evolutie van de arbeidsmarktindicatoren en van de indicatoren die het producentenvertrouwen weerspiegelen wijst erop dat de WestVlaamse conjunctuur zich stilletjes aan herstelt. Bij de indicatoren van het consumentenvertrouwen laat het herstel voorlopig nog even op zich wachten. Arbeidsmarktindicatoren In WestVlaanderen daalde het aantal werklozen in de loop van 2015 steeds sterker ten opzichte van 2014. In november 2015 daalde het aantal mannelijke werklozen voor het eerst sterker dan het aantal vrouwelijke werklozen. Ook het aantal jeugdwerklozen blijft verder dalen, wat tekenend is voor een aantrekkende conjunctuur. Ondanks een sterke toename van het aantal werkloze 60plussers16 kende het aantal oudere nietwerkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder afnames op jaarbasis vanaf september 2015. Het aantal oudere uitgeschreven werklozen van minstens 50 jaar kent nog steeds grote afnames. Met uitzondering van februari en juli ontving de VDAB van januari tot en met november 2015 telkens meer vacatures dan in de overeenkomstige maanden van 2014. Het aantal openstaande werkaanbiedingen kende in de loop van 2015 onafgebroken toenames op jaarbasis waardoor het aantal nietwerkende werkzoekenden per openstaande vacatures van januari tot en met november 2015 lager ligt dan in 2014. Ook deze toegenomen arbeidsmarktkrapte is typerend voor een verbeterende conjunctuur. Ook in het Vlaamse Gewest zien we een aantrekkende arbeidsmarkt. Zo zien we de totale werkloosheid dalen vanaf juli 2015 in vergelijking met dezelfde maanden van 2014. De afnames op jaarbasis bij de mannelijke werklozen sinds september 2015 zijn groter dan bij de vrouwelijke werklozen. De jeugdwerkloosheid kende in Vlaanderen nog sterkere afnames op jaarbasis dan in WestVlaanderen. In tegenstelling tot in WestVlaanderen kende het aantal nietwerkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder wel nog onafgebroken toenames op jaarbasis, al waren die vanaf september 2015 wel kleiner dan in de voorgaande maanden. Met uitzondering van het eerste kwartaal van 2015 steeg het aantal bij de VDAB ontvangen vacatures in Vlaanderen minder sterk dan in WestVlaanderen. Het aantal openstaande werkaanbiedingen lag tot en met november 2015 systematisch hoger dan in dezelfde maanden van 2014. De toenames op jaarbasis waren telkens kleiner dan in WestVlaanderen. Producentenvertrouwen In de loop van 2015 kende de tijdelijke werkloosheid in WestVlaanderen steeds grotere afnames op jaarbasis. Bij de grote ondernemingen met zetel in WestVlaanderen kenden zowel de omzet als de investeringen toenames in vergelijking met 2014. Als gevolg van de invoering van de btwplicht voor advocaten verscheen deze beroepsgroep begin 2014 plots in de statistiek en lag het aantal starters in het eerste kwartaal van 2015 bijgevolg lager dan in het eerste kwartaal van 2014. In het tweede en derde kwartaal registreerde WestVlaanderen op jaarbasis echter meer starters. In combinatie met een dalend aantal stopzettingen zorgde dit voor een duidelijke nettogroei van het aantal ondernemingen in de eerste negen maanden van 2015. Positief is verder ook dat het aantal faillissementen, en het 16
Deze toename is toe te schrijven aan een wijziging in de federale wetgeving waardoor 60plussers vanaf 1 januari 2015 verplicht zijn zich bij de VDAB in te schrijven als werkzoekende.
27
Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in WestVlaanderen
hiermee gepaard gaande jobverlies, daalde in vergelijking met de periode januarinovember 2014. Ook in het Vlaamse Gewest daalde de tijdelijke werkloosheid, en zelfs nog sterker dan in West Vlaanderen. Met een afname in het eerste kwartaal, een toename in het tweede kwartaal en een status quo in het derde kwartaal evolueerde de omzet van de grote bedrijven in Vlaanderen minder gunstig dan in WestVlaanderen. De investeringen lagen in elk kwartaal van 2015 hoger dan in 2014, maar de toenames op jaarbasis waren kleiner dan in WestVlaanderen. Ook in Vlaanderen zorgde de invoering van de btwplicht voor advocaten voor een afname van het aantal starters in het eerste kwartaal van 2015, maar in het tweede en derde kwartaal waren de toenames op jaarbasis iets groter dan in West Vlaanderen. Het aantal stopzettingen daalde in het Vlaamse Gewest minder sterk dan in West Vlaanderen waardoor de nettogroei van ondernemingen minder groot was. De afname van het aantal faillissementen ging ook in Vlaanderen gepaard met een kleiner jobverlies in 2015. Consumentenvertrouwen De evolutie van de statistiek van de vergunde nieuwbouwwoningen wordt sterk beïnvloed door het anticipatieeffect van de tweejaarlijkse verstrengingsronde van het toegelaten Epeil. Hierdoor lag het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in WestVlaanderen in de eerste twee kwartalen van 2015 een eind onder het niveau van 2014. In juni, juli en augustus 2015 waren er wel sterke toenames op jaarbasis. De statistiek van de effectief begonnen nieuwbouwwoningen volgde deze trend met enkele maanden vertraging. Met uitzondering van januari werden tot en met juli aanzienlijke afnames op jaarbasis opgetekend. Het aantal renovatiewoningen dat werd vergund kende in de eerste acht maanden van 2015 afwisselend toe en afnames op jaarbasis. De omzet van de bedrijven in de kleinhandel volgde de gunstige evolutie van het totale omzetcijfer vooralsnog niet: na een afname in het eerste kwartaal volgde in het tweede kwartaal een toename op jaarbasis, maar in het derde kwartaal was er opnieuw een afname. Na afnames in de eerste vijf maanden van 2015 waren er vanaf juni overwegend toenames van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens. Bij de inschrijvingen van tweedehandspersonenwagens wisselen toe en afnames elkaar af en is het beeld gunstiger dan bij de nieuwe personenwagens. In het Vlaamse Gewest is de evolutie van het aantal vergunde nieuwbouw en renovatiewoningen en het aantal begonnen nieuwbouwwoningen sterk gelijklopend aan die in WestVlaanderen. In tegenstelling tot in WestVlaanderen evolueerde de omzet van bedrijven in de kleinhandel wel positief in elk kwartaal van 2015. De toenames op jaarbasis werden ook steeds groter. In het Vlaamse Gewest kende het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens een meer wisselend verloop; de afnames op jaarbasis waren minder groot dan in WestVlaanderen. In tegenstelling tot in WestVlaanderen waren er bij de inschrijvingen van tweedehandspersonenwagens wel toenames op jaarbasis in de eerste twee kwartalen van 2015. In het derde kwartaal werden minder tweedehandspersonenwagens ingeschreven, maar toch is het beeld ook hier gunstiger dan bij de nieuwe personenwagens. _____________________
28