www.ludiek-pedagogiek.eu
voortschrijdend inzicht winter 2015
Het verhaal van schering en inslag.
De metafoor van weven dient zich aan om een en ander inzichtelijk te maken. Dankzij het weefgetouw kunnen we weven met de vier ontwikkelingslijnen in iedere piramide: kunnen – kennen – kunde - kunst training – reproduceren – experimenteren – produceren analyseren– conceptualiseren – realiseren - reflecteren zelfexpressie - zelfwaarneming – zelfkritiek - zelfbeeld zelfvertrouwen – zelfbegrip – zelf relativering - zelfsturing zelfverwerkelijking [ideaal] – zelfordening [Inventiviteit] – zelfcreatie [Initiatief] – zichzelf overstijgend [interactie]
Het weefgetouw Vier cruciale drietallen: voelen – willen - denken openheid – zelfdiscipline - perspectief ruimte, tijd, dynamiek uitdaging - vaardigheden - flow ; vormen als het ware het weefgetouw. De drietallen versterken elkaar twee aan twee. Het ene trio is voorwaarde voor het andere: voelen – willen – denken kunnen zorgen voor openheid – zelfdiscipline - perspectief ruimte, tijd, dynamiek, kunnen zorgen voor uitdaging - vaardigheden - flow Deze drietallen zijn van wezenlijk belang als begaanbaar pad naar levenskunst, voor zowel jongeren als begeleiders.
www.ludiek-pedagogiek.eu
voortschrijdend inzicht winter 2015
Voelen - Willen – Denken Het ‘parlante’ lichaam1 speelt holistisch vanuit impulsen (willen), motivatie (voelen) en ideeën (denken) en verkent daarmee het nog schemerduistere van een samenhangende wereld. Het is belangrijk het speelse binnen het werk te erkennen, te behouden en ondersteuning te bieden. In de ontwikkeling van voor- en onbewustheid naar bewustzijn leert ieder onderscheid te maken tussen hetgeen ze voelt, wil, denkt en doet. In de klassieke driedeling ontbreekt de laatste. Terwijl men zich toch vooral laat kennen in hetgeen men doet. In hoogspanning is het nog vaak een verwarde knoop: zie je wat je doet? meen je wat je zegt? Ieder beseft door erbij stil te staan hoe de vier wederzijds elkaar beïnvloeden en krijgt de keuze een van hen voorrang te verlenen. Ten einde te bereiken wat ze willen door te doen wat ze voelen, denken en zeggen te willen. Hoe het denken, voelen en willen aan te spreken, is een kunst apart, waarop de andere componenten een licht werpen. Openheid – Zelfdiscipline – Perspectief Intercultureel samenwerken/een eigen leven als een kunstwerk vorm geven; vraagt deze kwaliteiten van lichaam&geest. Ieder kan van alles bedenken en binnen veilige spelwerkelijkheden uitproberen of zelfs realiseren, maar uiteindelijk gaat het om de werkelijkheid van alle dag. Waar ieder vanuit eigen inzicht en aansturing de uitdagingen aan moet kunnen gaan. Vertrouwend op eigen krachten en mogelijkheden wordt van ieder gevraagd de interculturele wereld te erkennen en te hanteren en het eigen leven vorm te geven als een levenskunstwerk. Als onderwijs jongeren ruimte, tijd en dynamische uitdagingen biedt, roept dit niet alleen openheid en echte interesse op, het ontwikkelt impliciet ook ieders flexibiliteit. Onderlinge afstemming is immers noodzakelijk om experimenterend uitdagingen aan te gaan. Maar ook om iedereen momenten van flo(w)reren te gunnen en het eigen kunnen ten dienste van anderen te stellen. Als ze dankzij de dynamiek van het Ludieke mogen vallen en opstaan, genieten ze van het ‘veroveren’ van kennis , kunde en kunst, waardoor een zekere mate van zelfdiscipline bijna vanzelf gaat. Als ze doordenkend op hun verovering er daadwerkelijk betekenis aan kunnen geven, zien ze een persoonlijk perspectief in opgedane kennis, kunde en kunst. Ze hoeven dan niet meer te denken over de zin van het naar school gaan, ze hebben er zin in. Tijd - Ruimte – Dynamiek: Leren door openheid, betrokkenheid en interesse De holistische wereld is nog een eenheld en biedt van nature tijd, ruimte en dynamiek. Dit drietal is eveneens voor interdisciplinaire en interculturele samenwerking noodzakelijk. Het gaat daarin immers om het daadkrachtig (ruimte - willen), betrokken (tijd - voelen) ontwikkelen van vaardigheden en inzicht (dynamiek – denken) om het uiteengerafelde weer samen te voegen. Het gaat ieders eigen discipline (docenten in wetenschap of kunst) en expertise (docenten en jongeren) te boven. Het daagt uit eigen mogelijkheidsgrenzen te verleggen. Ruimte creëert openheid. Tijd creëert betrokkenheid. Dynamiek wekt interesse.
1
het artikel Merleau Ponty en het Action Parlante is op te vragen via
[email protected]
www.ludiek-pedagogiek.eu
voortschrijdend inzicht winter 2015
We bespreken dit elders uitgebreider 2 Uitdaging – Vaardigheden – Flow: genieten van optimale uitdagingen Voor het intercultureel samen werken en leven en daar zelfs in flo(w)reren, is het werken in interdisciplinaire projecten een goede oefenschool om andere gewoonten, eisen, waarderingen (van een andere [sub]cultuur) te leren hanteren. Door jongeren optimaal uit te dagen tot een naaste zone van ontwikkeling (Vygotsky), veroveren ze die vaardigheden. Als ze genieten van inspanning gedurende het leerproces, ervaren ze flow. Ze floreren als ze hun kennen en kunnen mogen tonen. Door vertrouwd te worden met andere disciplines en daarin te durven experimenteren, leren jongeren en begeleiders om subculturen te verkennen. Als jongeren genieten van een leerproces, is Lupe tevreden. In het 'flow- diagram' 3 hierboven verduidelijkt Csikszentmihalyi het spanningsveld tussen de uitdaging door de omgevingseisen aan de ene kant en de vaardigheden van de persoon aan de andere kant. De diagonale band representeert het gebied waarin vaardigheden en eisen optimaal op elkaar zijn afgestemd en 'flow' mogelijk maken4. De samenhang tussen deze vier drietallen , beoogt de schering en inslagdraden zodanig te verweven dat zij uiteindelijk een zekere mate van levenskunst realiseren. Het willen - voelen – denken opleiden tot flexibiliteit – zelfdiscipline -perspectief . Dankzij ruimte - tijd en dynamiek gedurende leerprocessen die kunnen bijdragen tot flow ervaringen. De kwintessens van iedere piramide zijn de scheringdraden en de ontwikkelingslijnen van de piramide de inslagdraden. Hierdoor ontstaan weefbewegingen tussen kunnen en kennen via aangereikte kennis, deze leiden tot kunst. trainen en experimenteren via reproduceren, deze leiden tot produceren. analyseren en conceptualiseren via reflecteren, deze leiden tot realiseren. zelfwaarneming en zelfbegrip via zelfbeeld, deze leiden tot zelfsturing. zelfvertrouwen en zelfbescheidenheid via zelfontplooiing, deze leiden tot zelfrespect ideaal (eigen streven) en initiatief (eigen ordening), via inventiviteit (zelf beperking), deze leiden tot Interactie [eigen creaties - zelf realisatie] De wijze waarop een begeleider deze weefbewegingen begeleidt, bepaalt de mate waarin jongeren zichzelf bewust worden. De wijze waarop zij inzicht en vaardigheden leren hanteren, bepaalt de mate waarin kennis kan vrijkomen over zichzelf en de/het andere 2
Zie magic teacher /de begeleider als procesbegeleider/ betrokkenheid uit Flow the Optimal experience 1990 4 Zie Magic teacher /de begeleider als uitdager/ flow ervaringen in het onderwijs . 3
www.ludiek-pedagogiek.eu
voortschrijdend inzicht winter 2015
ofwel het speelveld. Deze bewustwording bepaalt de spel - en speelregels5 : in welke mate is zich kwetsbaar opstellen zinvol, zijn spanningen vruchtbaar, is informatie relevant, is risico nemen riskant? De kwintessens [ofwel het fundament] van iedere piramide als scheringdraden De kwintessens van iedere piramide maakt een bepaald bewustwordingsproces mogelijk, zo schreven we eerder. Laten we daar tot slot nader bij stilstaan. De zintuiglijke competentie Is essentieel voor het kunnen weten van wat mensen willen weten en realiseren. Als alle vijf de competenties ingezet worden, kan de mens enige schoonheid realiseren die impliciet ethisch is. Zoals lichaam&geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zo is ook schoonheidðiek onlosmakelijk verbonden, als buiten en binnenzijde van hetzelfde. De Grieken riepen al op van het leven een kunstwerk te maken6, Lupe herhaalt deze oproep. Het verbeelden Is essentieel voor het zich kunnen voorstellen wat men in abstractie meen te weten en daagt uit via trainen dit voorstellingsvermogen fysiek te realiseren. Dankzij de culturele elementen zijn mensen in staat tot het produceren van schoonheidðiek7. Het verkennen Is essentieel om zich altijd te blijven realiseren dat men afhankelijk is van voortschrijdend inzicht en altijd slechts een tijdelijk beseffen - kunnen en weten, realiseert in het hier en nu8. Het inspireren Is essentieel vanuit het besef van tijdelijkheid, de meeste informatie wordt door de tijd ingehaald of evolueert verder. Als informatie inspireert, zet het jongeren aan tot een ontdekkingstocht, onderzoeksdiscipline en interesse in het zelf besluiten nemen. Niet alleen qua studie- of beroepskeuze maar evenzeer qua sturing geven aan het eigen leven. Het ludieke Is essentieel om het onbewuste te benutten en haar rijkdom aan ontwikkelingskansen bewust te worden. Daardoor is voortschrijdend inzicht mogelijk, ten dienste van zowel religie – levensbeschouwing, kunst, wetenschap als het eigen leven. Tijd, ruimte en dynamiek zijn daarvoor voorwaarden en flow ervaringen haar beloningen. Imaginatie Is essentieel voor alle andere I’s, het grote onnoembare proberen we te benaderen met onze subjectieve I’s die haar omringen. Ieder beseft dat dit onnoembare het begrip of begrijpen ver te buiten gaat. Nog te klein om te beseffen heeft de mens het vaak in absoluut weten willen vangen en de evolutie van bewustwording willen verstarren. Lupe accepteert de beperking van het weten, ze nodigt uit tot spel opdat het weten zich verruimt met het 5
Spelregels bepalen hoe spelers onderling spelen, speelregels bepalen hoe spelers het speelveld bespelen. Zie Kunst om de levenskunst 7 Gunther Anders: niet het verstand maar het voorstellingsvermogen schiet te kort 8 Panta Rhei ofwel het eeuwige voortschrijdende inzicht 6
www.ludiek-pedagogiek.eu
voortschrijdend inzicht winter 2015
nog niet weten ofwel het onbewuste. Opdat de mens zichzelf en de wereld meer en meer vormt vanuit schoonheidðiek en de androgyne mens leidinggevend is. De ontwikkelingslijnen van iedere piramide als inslagdraden De ontwikkelingslijnen doen een poging om dit bewustwordingsproces te realiseren. Ze openen steeds een nieuw aspect [piramidedeel, een nieuwe piramide en vervolgens weer een nieuwe cyclus van het totaal op dieper niveau. Globaal is er een indicatie te geven voor een opklimming in complexiteit van zowel de menselijke kerncompetenties [MK], de culturele kernelementen [CK]), de inclusieve leerfases [IL] de begeleidingskwaliteiten [BK], de Ludieke mogelijkheden [LM] als de onbewuste bronnen [OB]. Het is aan te raden te beginnen met het motorisch [MK] actieve vanuit geschikte instrumenten [CK] (waaronder met name het lichaam om in spel de eenheid van lichaam&geest [LM] te ontdekken en te beproeven) en heldere instructies [BK] opdat ieder persoonlijk betrokken raakt [IL]. Al doende lopen ze niet alleen warm voor een opdracht, ze ontdekken ook wat ze al kunnen, maar nog niet van zichzelf wisten [OB]. Als ze elkaar mogen helpen in hetgeen ze al kunnen, ontstaat het verwoorden van al doende inzicht. Hierdoor worden ze zich hun inzicht meer bewust. Vervolgens vraagt het leerproces sociaal emotionele competenties [MK] opdat ieder verder kan kijken dan het eigen bekende en vertrouwde [IL]. In samenspel met elkaar [CK] en de begeleider [BK] krijgen ze een bredere kijk op een thematiek. Ze gaan eigen grenzen te buiten [LM] en ontdekken wat ze al kunnen, maar nog niet van zichzelf wisten [OB]. Samenwerken vraagt om gelijkwaardigheid vanuit ieders expertise, hierdoor ontdekt men elkaars kwaliteiten en wil men óók iets kunnen. Vanuit de bredere kijk kan vervolgens de behoefte ontstaan om de informatie cognitief [MK] te begrijpen en te verwerken [IL]. Jongeren kunnen er vorm aan geven [CK] in culturele -, wetenschappelijke - en kunsttalen; in beweging, beeld en woord. De begeleider kan als deskundig ambachtsvrouw dit vormgeven, regisserend ondersteunen [BK]. Ze gaan eigen grenzen te buiten [LM] en ontdekken wat ze al kunnen, maar nog niet van zichzelf wisten [OB]. Cognitie is een complex begrip maar vertegenwoordigt veelal het bewust kennen en kunnen van het eerder nog onbewuste ongekende. Vanuit confrontaties tussen eerdere vermoedens, intuïtieve vaardigheden[OB] en nieuwe informatie kan de leergierigheid ontwaken en kunnen jongeren zelf inventief aan de slag willen gaan. Ze komen tot eigen creaties[MK – CK - IL]. Vanuit verworven inzicht kunnen jongeren dan hetgeen onderzocht is, op eigen wijze creatief in resultaten vertonen aan anderen. Ze gaan eigen grenzen te buiten [LM] en ontdekken wat ze al kunnen, maar nog niet van zichzelf wisten [OB]. De begeleider geeft haar feedback (recenseert) [BK]. Het presenteren versterkt het bewust zijn. Het eerder verworven weten of kunnen, komt meer en meer uit het schemerduister door het vertonen, vertellen, voordoen. Het verwerken is niet meer alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen. Dat vraagt om meer helderheid – duidelijkheid – efficiëntie – eenduidigheid van begrippen en handelingen. Door de begeleiding kunnen jongeren zich de kerncompetenties, kernelementen en leerfases bewust worden. Hiermee kunnen ze weerstand analyseren en herleiden tot een onderdeel: het is niet zo moeilijk, maar ik moet beter waarnemen (competentie), meer oefenen
www.ludiek-pedagogiek.eu
voortschrijdend inzicht winter 2015
(instrument), ontdekken wat ik er zelf aan heb (verbinden), zeggen dat de instructies niet helder zijn, dat ik het liever zelf verzin, gericht advies vragen (begeleiding). Er speelt ieder moment veel onbewust mee, waar men vaak geen greep op heeft. Datgene wat bewust kan worden, verkleint de (faal)angst – tegenzin – onmacht om een opdracht of samenwerking aan te gaan. Onder goede begeleiding maken ze gericht kennis met hetgeen ze willen kunnen of weten en leren dit te realiseren. Hierdoor ontstaan eigen concepten, waarin ze het eerder veroverde toepassen. Als alles in samenhang existeert, zijn jongeren op weg naar het zoeken van de eigen kleur, eigen dimensie, eigen invulling en eigen betekenis van schoolwerk. Dit impliceert geen egocentrische of egoïstische levenshouding, als die ontstaat liggen daar andere oorzaken aan ten gronde. Levenskunst in een interculturele wereld vraagt met name als het gaat om een menswaardige wereld: sociaal emotioneel (kerncompetenties) in staat zijn om samen te spelen/werken (culturele kernelementen) vanuit het verbreden (leerfases) van eigen standpunten, meningen, vooroordelen. Samenwerkend met een meespelend begeleider (begeleiders kwaliteiten) kan men hierin oefenen in contexten die een holistisch wereldbeeld (ludieke kenmerken) erkennen. Opdat solo impulsen niet zomaar gerealiseerd worden (de i;s), maar in interactie met anderen. Als LuPe schering en inslag is binnen de schoolmuren, kunnen jongeren hun eigen kleed weven, waarin ze de wereld tegemoet willen treden. Misschien nog slechts een negligé onder een studenten outfit of beroepskledij, maar vertrouwd en van eigen snit. Het onderwijs van de 21e eeuw stuurt ze dankzij LuPe minder naakt de maatschappij in. Naast gereedschap voor hun beroep of vervolgstudie, beseffen ze ook enigszins zichzelf op weg naar een eigen levenskunstwerk. Literatuur Csikszentmihalyi, M. Flow the optimal experience, New York 1990 (Nederland 1999) Janssens L, Spelen is de Kunst, IT&FB Amsterdam, 2010 Janssens L Spelen vanuit verbeelding, Thieme Meulenhoff Amsterdam 2011 Gardner, H, Frames of mind,1993 Huizinga, J Homo Ludens H.D. Tjeenk Willink en Zn Haarlem 1958