Les S3
������������������
�
����������������������������������������������������������
Het Verhaal In deze les gaan we vooral aan de slag. De schrijfster Kitty Schaap stelde twee verhalen beschikbaar, waarbij illustraties gemaakt kunnen worden. Dat gaan we op twee manieren aanpakken. Maar daarover in het tweede deel van de les meer.
illustraties meer. Dat is wel anders geweest: vanaf de middeleeuwen werden boekillustraties gebruikt, enerzijds om het verhaal visueel te versterken maar ook vaak om bepaalde situaties en details weer te geven die anders misschien onduidelijk zouden blijven.
Functie van een illustratie. De illustratie kan dienen als verluchtiging of als tekstaanvullende, dan wel tekstvervangende verduidelijking. Maar vaker is de bedoeling van de illustratie om de tekst toegankelijker en aantrekkelijker te maken.
Behalve in kinderboeken, zien we tegenwoordig in boeken vrijwel geen
Tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw werden veel boeken geïllustreerd. Met de komst van het pocketboek en de paperback verdwenen fraaie tekeningen vrijwel volledig uit boeken. De reden is duidelijk: besparing op de kosten om een boek te maken. Geruime tijd werden illustratoren nog gevraagd om boekomslagen te maken, maar als je nu in de boekwinkel kijkt, zie je voornamelijk fotografische –gephotoshopte- oplossingen voor de covers. Vaak erg mooi, maar toch het is jammer, dat er geen tekeningen meer gebruikt worden. Omdat we met z’n allen een beetje ontwend zijn om boeken te kopen, waarin illustraties zijn opgenomen en eigenlijk alleen nog maar kinderboeken getekend worden, zie je ook bij onze lessen dat de meeste studenten verhalen voor kinderen kiezen om tekeningen bij te maken.
De Gelderse School - Vervolgursus - Les S3
Illustrator: een eeuwenoud ambacht. De illustrator is iemand die – meestal in opdracht – een afbeelding (illustratie) maakt bij een aangeleverde tekst, bijvoorbeeld voor een boek, een tijdschrift, een krant, een folder, een advertentie of een website. De opdrachtgever voegt een briefing voor de illustrator toe aan de te illustreren tekst. In die briefing zijn onder andere inhoudelijke wensen en technische eisen (bijvoorbeeld illustratieformaat, wel of geen kleurgebruik, drukwijze, etc. aangegeven.
1
Toch is het jammer, dat op deze manier een beperking is ontstaan voor het illustreren. Materialen. Je kan als illustrator allerlei materialen gebruiken, al dan niet in combinatie, zoals aquarel, acryl of plakkaatverf, potlood, inkt, pastelkrijt enz. Steeds vaker worden de illustratie op een computer gemaakt, waarmee vrijwel elk materiaal, elke manuele techniek en zelfs elke beelddrager is na te bootsen. Ook zorgt de computer voor een uitbreiding van technische mogelijkheden, zoals 3D- en bewegende beelden. Bovendien kunnen vaste, terugkerende elementen zoals tekenstijlen, kleuren, bepaalde vormen gmakkelijk vastgelegd worden en later zo weer toegepast worden. Een ander voordeel is dat de technische verwerking aanzienlijk sneller gaat.
Bij hedendaagse illustratoren lopen behalve de technieken, ook de verschillende uitingen – tekening/fotografie/schilderij/animatie/typogr afie – door elkaar heen. De term 'visueel artiest' wordt daarom ook wel gebruikt. De traditionele illustrator met ambachtelijke werkwijze komt onder de jonge generatie bijna niet meer voor.
Veel gebruikte computerprogramma's zijn Adobe Illustrator, Photoshop,Macromedia Freehand en Corel Painter. Softwareprogramma's voor animatie zijn Flash (meestal voor internet) en AfterEffects (voor televisie en film).
Waar moet een illustratie aan voldoen? De afbeelding dient aan te sluiten bij de inhoud van de tekst. Het beeld prikkelt de aanschouwer en kan hem/haar daarmee overhalen de tekst te lezen. Er moet een goed, nieuw of fris 'idee' in zitten. Een grafische vondst, een beeldende vertaling van de tekst enz. De illustratie moet ook op zichzelf grafisch krachtig, mooi, en onderscheidend zijn. De afbeelding moet passen in het grafisch ontwerp van de uiting. De illustratie moet technisch verwerkbaar zijn (reproductie, kleurmogelijkheden binnen full color drukwerk, digitalisering, webbased kleurgebruik, enz.). Voor deze les gelden alleen de eerste twee criteria, om de eenvoudige reden dat het derde punt – passen in het grafische ontwerp
De Gelderse School - Vervolgursus - Les S3
Er zijn illustratoren die een hele uiting (bijvoorbeeld een kinderboek) zelf concipiëren, illustreren, en schrijven. Vaak zijn de rollen van tekst en illustratie in die boeken omgedraaid: de tekst begeleidt de illustratie. Er zijn zelfs kinderboeken met illustraties, die geen begeleidende teksten nodig hebben.
2
Twee uitwerkingen. Je kiest eerste een van de twee verhalen om je illustraties bij te maken. 1. Maak een paar illustraties bij het verhaal van je keuze, die aansluiten bij verschillende delen van de tekst. Je kiest zelf voor het materiaal wat je wilt gebruiken en maakt tenminste 3 illustraties, waarvan één illustratie als boekomslag gebruikt zou kunnen worden. 2. Probeer het hele verhaal als een tekenstrip op te zetten: maak voor jezelf een soort draaiboek, waarbij je de verschillende situaties die belangrijk zijn om uit te beelden eerst op een lijstje zet, vervolgens ruwe schetsjes (nog zonder details) maakt en daarna je uitwerkingen aan de hand van die schetsjes maakt. Teksten: mag je “weglaten”- die worden later, zoals bij bijvoorbeeld de bekende Tom Poes strips, in kolommen onder de plaatjes gezet. Maar je mag ook met “balloons” werken, zoals in veel stripverhalen gebeurt. Ook bij deze uitwerking dient één tekening gemaakt te worden, die als “cover” gebruikt kan worden. Als je wilt, kan je natuurlijk ook het tweede verhaal van illustraties voorzien, maar dan natuurlijk ook weer in beide uitwerkingsvarianten.
schrijfster Kitty Schaap. Ze mogen slechts voor de studiedoeleinden van deze les gebruikt worden. Illustraties, die naar aanleiding van deze verhalen worden ingestuurd, zullen ook aan de schrijfster worden toegezonden en wij hopen dat ook zij een beoordeling wil/kan geven. Over de schrijfster: Kitty Joyce Schaap- van der Meer (1953) is arts-assistent in de kinderpsychiatrie. Hiernaast is zij amateurschrijver- en dichter, columnist, en freelance correspondent voor het Brabants Dagblad regio Oss. Zij volgde diverse lessen en cursussen op gebied van proza, poezie, columns en journalistiek: Proza en poezie bij Hilda Koops, Co Woudsma, Jos Verstegen, Louis Stiller (2008). Essay schrijven bij Arie van den Berg, Schrijversvakschool Amsterdam Kinderboeken schrijven bij Annemarie Bon. Columns schrijven bij Emma Brunt Wetenschapsjournalistiek bij Frans Kempers, Stichting Cursussen Wetenschapscorrespondentie. Basiscursus journalistiek Studium generale Tilburg bij Dennis Nuiten 2008 Cursus journalistiek bij Johan Carbo van Fontys Hogeschool Tilburg bij Brabants Dagblad regio Oss.2008 Cursus Schrijven voor gevorderden bij Judy Elfferich, De nieuwe Veste Breda 2008Poezieles bij Co Woudsma 2009Lid van: Vrije Schrijvers (schrijfgroep op internet), en Dichtersbent Oss. Naar de website van de schrijfster>>
Auteursrechten. De beide verhalen die hier als lesstof aangeboden worden, zijn de eigendom van de
De Gelderse School - Vervolgursus - Les S3
van het verhaal- niet van toepassing is (er is voor dit verhaal nog geen grafisch ontwerpgemaakt) en het vierde punt – de technische verwerking- wordt in volgende lessen behandeld.
3
Requiem Ik wist natuurlijk wel dat het niet verstandig was om een afspraakje met Vincent de Bresser te maken. Mijn studievriendinnen verklaarden me voor gek. ‘Hij stinkt,' zei de een.’ ‘Het is een nerd,’ zei de ander. ‘Voor je het weet ben je met hem getrouwd,’ grinnikte de derde. We stonden met zijn allen voor het gebouw van botanie. De lentezon scheen op onze blote buiken met navelpiercings. ‘Ga jij maar naar Vincent , Iris! Wij gaan lekker op een terrasje zitten. Hopelijk heb jij ook een gezellige middag. Daar komen de jongens, wij gaan.’ Giechelend liepen ze hun drie corpsballenvriendjes tegemoet. Ik moest de andere kant op naar de Zoeterwoudse Singel, waar Vincent woonde. Nummer achtenzeventig bleek een groot oud herenhuis te zijn, met een souterrain. Naast de voordeur hing een grote koperen plaat, met daarop: Christine Vaandrager, gediplomeerd pianopedagoge. Ik keek omhoog. Op de eerste verdieping leek een beige vitrage met een geschulpte rand even te bewegen. Mijn oog viel op Vincents naambordje. Een verbleekt kaartje met daarop in bruinige inkt: V de Bresser, 3x bellen. Al bij de tweede keer werd de grote monumentale deur geopend. Vincent zag er nog erger uit dan anders. Zijn geruite flanellen overhemd hing uit zijn broek, en zijn blote voeten staken in plastic slippers. Het leek wel of hij nog meer puisten had dan eerst.
‘Moet ik iets voor je maken? Thee of zo?’ Het klonk alsof hij nee verwachtte. ‘Ja, doe maar thee, lekker.’ ‘Dan moet ik eerst wel wat mokken gaan afwassen. Ben zo terug.’ Ik keek opnieuw de kamer rond. Waar zou hij slapen? Ik zag nergens een bed, maar ik kon moeilijk vragen waar dat stond. ‘Heb je ook een keuken?’ vroeg ik Vincent die met de mokken thee was teruggekomen. ‘Niet echt,' zei deze. Mijn hospita heeft liever niet dat ik hier kook.’ ‘Waar eet je dan? ‘In de mensa meestal. Geeft niet, ik heb toch weinig vrienden.’ ‘Ben je dan niet alleen?’ ‘Ach, ik ben het gewend. En ik heb wat aanspraak aan mevrouw Vaandrager. Ze heeft nog een bloeiende pianopraktijk met een hoop leerlingen. Tot voor kort liet ik altijd de hond voor haar uit. In
De Gelderse School - Vervolgursus - Les S3
‘Iris, wat leuk! Ik zat al op je te wachten. Kom binnen. Mijn kamers zijn in het souterrain, ik ga je wel even voor.’ Twee tellen later stonden we in zijn kamer; een schemerige ruimte met bovenin twee ramen. Het vertrek was precies zo ingericht als ik al vreesde. Een oude, roodpluchen fauteuil met een antimakassar over de leuning, een schemerlamp uit de jaren vijftig, een ouderwets bureau bezaaid met boeken en een gedateerd salontafeltje met daarop een bord met aangekoekte etensresten en twee bruin uitgeslagen mokken.
4
ruil daarvoor kan ik hier voorlopig goedkoop wonen. Ik zal je zo rondleiden, als je het leuk vindt.’ Hij overhandigde mij een gebarsten mok. ‘Jij bent de enige die mijn hobby mag zien Iris! Je raadt nooit wat het is. Ik hoop niet dat je het gek vindt....’ ‘Nee, waarom?’ Ik vroeg me af wat het voor hobby kon zijn. Het gieten van tuinkabouters?Het opprikken van vlinders? ‘Iedereen vindt het altijd raar wat ik doe.’ Hij keek me hoopvol aan. ‘Jij bent anders. Dat had ik gelijk al in de gaten. Waarom word ik door anderen gemeden als de pest? Weet jij het, Iris? Zeg het me dan alsjeblieft.’ Ik weet het, dacht ik. Maar hoe kan ik je dat nu zeggen? ‘Vincent, op ieder potje past wel een dekseltje. Laat me je hobby zien.’ Hij zette zijn thee met een klap op het wrakkige tafeltje.' ‘Oké. Je hebt er zelf om gevraagd.’ Aan het eind van de kamer, naast een gebarsten wastafel, zat een deur met een matglazen ruit. Erachter brandde licht. Het leek het laboratorium van botanie wel. Hij zwaaide de deur open. Ik wist niet wat ik zag. Overal opgezette dieren, planken vol. Veel vogels. Meeuwen,Vlaamse gaaien, waterhoentjes. Uilen. Een opgezette blauwe reiger. ‘Ik zet ze allemaal zelf op,' zei hij trots. ‘Hoe vind je het?' Hij kneep me in mijn hand. ‘Eh.... beetje eng,’ zei ik naar waarheid. ‘Het is echt niet eng hoor. Ik stop ze eerst in de diepvries.’ Hij wees op een enorme diepvrieskist in de hoek. ‘Dat doodt de parasieten.’ ‘Het ruikt wel vies.’ ‘Dat is kamfer, tegen de motten. Het is een prachtige hobby, de doden voor het nageslacht bewaren. Met haakjes haal je de organen eruit, en zet er dan een vullichaam voor in de plaats. Het is een heel gepruts om uit zo`n vogelschedeltje de hersenen te halen zonder het te beschadigen.' ‘Dat geloof ik graag.’ Vol afgrijzen keek ik om me heen. Op een tafel met een marmeren blad lag iets harigs en wits. Ik durfde bijna niet te kijken. ‘Wat is dat, Vincent?’ ‘O, dat is Terry, het hondje van mevrouw Vaandrager. Ze heeft me gevraagd om hem op te zetten.’
‘Dat speelt ze voor Terry.’ Hij trok me plotseling naar zich toe en begon me te zoenen. Zijn handen gleden over mijn borsten. De handen waarmee hij Terry ging opzetten. Tientallen ogen keken toe. ‘Nee, Vincent, nee! Dat bedoelde ik niet. Ik kwam je alleen maar gezelschap houden.’ Hij keek me beteuterd aan. ‘Jij wilt me ook niet Iris,' fluisterde hij. ‘Niemand wil me.’ Ik rende naar de deur en stond twee tellen later op de singel. De zon scheen nog steeds. In de gracht zat een stel woerden een eend achterna. Ik haalde diep adem om de kamfer uit mijn longen te verdrijven. Vanuit het bovenhuis klonk nog steeds pianomuziek. Requiem- het eerste echte verhaal van Kitty Schaap, was verhaal van de maand in 2004, en is voorgelezen op een open podium.
De Gelderse School - Vervolgursus - Les S3
Op dat moment begon er boven een vleugel te spelen. Een wirwar van klanken spoelde naar beneden. Ik herkende in de weemoedige melodie een nocturne van Chopin. Het leek wel een requiem.
5
Laatste nieuws- Een Boeing 747 van de Indonesische luchtvaartmaatschappij Garuda is gisteravond kort na de start met 416 inzittenden in de Indische oceaan gestort. Het vliegtuig was op weg van Jakarta naar Amsterdam. Aan boord bevond zich een Nederlands reisgezelschap. Even te voren was er nog normaal radiocontact geweest; de weersomstandigheden waren bij opstijgen prima, en een terroristische aanslag is tot op heden niet opgeëist. De oceaan is daar ter plekke zeer diep. Het zoeken naar overlevenden is inmiddels gestaakt. Verwacht wordt, dat alle inzittenden om het leven zijn gekomen. Er is wel een overlevende: ik, Anna Albertina Slot, vijftig jaar. Door een vreemde speling van het lot ben ik de dans ontsprongen en lig ik nu in een Javaans ziekenhuisbed. Ik ben de oorzaak van het mysterieuze ongeval. Ik zal proberen het uit te leggen, al zal waarschijnlijk niemand mijn verhaal geloven. Yogjakarta, eergisteren Het hoogtepunt van mijn reis naar Indonesië is een wajangvoorstelling aan het oude hof van Yogjakarta. Zelf ben ik een hartstochtelijk liefhebber van het bekende poppenspel. Thuis heb ik een bescheiden verzameling van de karakteristieke houten poppen, wajang golek geheten. Met deze reis gaat een wens in vervulling. Terwijl de zaal zich langzaam vult nestel ik me op de voorste rij vlakbij de gamelan, om vooral niets van het spel te missen. De poppenspeler is een fijn gebouwde man, niet groter dan een jongen van een jaar of twaalf, met een rimpelloos, bruin gezicht onder zijn traditionele Javaanse hoofddeksel. Hij moet al oud zijn, gezien het witte haar dat onder zijn muts uitkomt. Ze zeggen dat poppenspelers niet lang meegaan, omdat hun stem rond hun vijftigste volkomen versleten is, maar bij dalang Budi Diponegoro is daar niets van te merken. Zijn stem, hoewel zacht en fluisterend, is tot in de
verste uithoeken van de kraton te horen. Iedere pop geeft hij een ander geluid: een lieflijke stem voor Sita, een gemene stem voor Ravana en zijn twee lelijke dienaren, en een kakelende stem voor Hanuman, de vliegende aap én publiekslieveling. Hij is dan ook onbetaalbaar, met zijn witte kop en zijn glimmende kraalogen. Natuurlijk krijgt Rama zijn ontvoerde geliefde Sita terug, dankzij Hanuman; zo luidt het eeuwenoude verhaal. Terwijl de laatste bronzen klanken van de gamelan wegsterven, besluit ik de dalang te bedenken voor zijn schitterende spel. “Bagus sekali pak,” zeg ik tegen de kleine man. “Heel mooi.” Hij glimlacht, en bedankt me met: “terima kasi ibu” , om er dan in vlekkeloos Nederlands aan toe te voegen: “laten we liever uw Bahasa Belanda spreken.” Zijn kennis van het Nederlands is bijzonder goed, al klinkt het hier en daar wat ouderwets. “Van mijn ouders geleerd,” zegt hij als hij mijn verbaasde gezicht ziet. Het is me een raadsel, hoe de Nederlandse taal zo goed bewaard gebleven is. Hij laat me zijn poppencollectie zien. Sita hangt met een slap lijfje over een stoel. Als de dalang haar oppakt is het net of ze tot leven komt. “Sita, yang paling tercinta,” spreekt hij zijn pop met lieve woordjes toe. Het is duidelijk. Sita is zijn favoriet, en de mijne ook. Dan maak ik een grote fout; ik steek mijn hand naar de pop uit. “Ah, jangan mevrouw, niet aanraken. De poppen zijn gewijd, net als de gamelan. Aanraken brengt ongeluk.” “Maafkan pak, excuses,” prevel ik. De man buigt en vertrekt, en ik besluit net om me bij mijn reisgezelschap te voegen, als mijn oog op iets gekleurds valt. Sita is op de grond gegleden, onder een stoel. Het is alsof ze me aankijkt. Ik pak de pop op, de houten handjes tikken tegen mijn arm. In plaats van haar terug te hangen bij haar echtgenoot laat ik haar stiekem in mijn tas glijden. De zaal is inmiddels zo goed als leeg, niemand die iets gemerkt heeft. Snel vlucht ik van de plaats des onheils, en loop naar het buffet, waar mijn reisgenoten zich te goed doen aan tjendol en saté
De Gelderse School - Vervolgursus - Les S3
De ontvoering van Sita
6
“Hebt u vanavond nog iets gekocht?” vraagt een mevrouw uit het gezelschap. Ze toont een replica van Sita, niet van echt te onderscheiden; ook Indonesië ontsnapt niet aan de toeristenindustrie. “Ik heb ook een Sita,” antwoord ik naar waarheid. Waarschijnlijk zitten er in alle tassen wajangpoppen, dat maakt de kans op ontdekking een stuk kleiner. Zo kom ik behouden aan in het hotel. Ik haal de prinses uit mijn tas, en rol haar in de verpakking van een bekende winkel in Yogjakarta. En nu maar hopen dat ik ongehinderd door de douane kom. Ik weet niet wat me bezield heeft om de pop te stelen; er is geen weg meer terug. Bij het inchecken de volgende ochtend ben ik de laatste. Mijn reisgenoten zijn allemaal al door als ik mijn koffer op de lopende band zet. Hortend en stotend verdwijnt mijn bagage uit het gezicht. Onhandig stap ik achteruit en val over een koffer, die achter me staat. Een scherpe pijnscheut schiet door mijn rechter
enkel. Gebroken waarschijnlijk, ik kan er niet op staan. Van alle kanten schiet personeel toe om me te helpen. “Mijn koffer,” roep ik nog, maar het juiste Indonesische woord wil me niet te binnen schieten. Ik word op een brancard gehesen, en afgevoerd. Sita is ondertussen op weg naar de bagageruimte van de Boeing 747. Als ik uit de narcose bijkom in het universiteitsziekenhuis van Jakarta, hoor ik dat het vliegtuig is neergestort met al mijn reisgenoten aan boord. De ramp was natuurlijk voor mij bedoeld. Waarom het lot me gespaard heeft, is me een raadsel. Misschien om me voor eeuwig te straffen met een ondraaglijk schuldgevoel. Sita ligt nu op driehonderd meter diepte op de zeebodem, in een doodskist van rode kunststof met een label Jakarta-Amsterdam. Een ding is zeker: niemand zal haar daar vinden. Zelfs de kleine Hanuman kan haar daar niet komen redden. Nooit zal de ontvoerde Sita haar Rama nog terug zien. De ontvoering van Sita- opgenomen in 'Het geheim van de reiziger,' uitgegeven bij Kontrast en een van de genomineerde verhalen voor de publieksprijs van de GSK.
De Gelderse School - Vervolgursus - Les S3
kambing. De kruidige lucht van geitenvlees vult de hele ruimte. Zelf neem ik lemper, ik ben dol op de koude rolletjes kleefrijst.
7
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. ©2010
Een project van PubliConcept, Hogenakker 29, 6903 ZR Zevenaar (Nederland) Tel. +31(0)316340763 www.de-gelderse-school.nl
[email protected]