PROVINCIAAL INTERDISCIPLINAIR OVERLEG ZIEKENHUISHYGIENE OOST-VLAANDEREN
CONSENSUSDOCUMENT NR. 2004 / 02
Het reinigen, desinfecteren of steriliseren van endoscopisch materiaal en toebehoren
Voorgelegd aan de vergadering van 22 februari 2005 en goedgekeurd.
AZ St.-Blasius Dendermonde - Heilig Hartkliniek Eeklo - AZ Maria Middelares Gent - AZ St.-Lucas Gent - AZ Volkskliniek Gent - Universitair Ziekenhuis Gent AZ St.-Elisabeth Zottegem - v.z.w. Werken Glorieux Ronse - Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Campus Aalst/Wetteren/Geraardsbergen – AZ Maria Middelares St.-Niklaas - St.-Vincentiusziekenhuis Deinze - AZ Waasland St.-Niklaas - AZ Jan Palfijn Gent - Psychiatrisch Centrum Caritas Melle Psychiatrisch Ziekenhuis St.-Jan Eeklo - Psychiatrisch Ziekenhuis “Zoete Nood Gods” Lede - Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain Gent Psychiatrisch Ziekenhuis St.-Franciscus Zottegem - Psychiatrisch Centrum St.-Hiëronymus Sint-Niklaas - St.-Camilluskliniek St.-Denijs-Westrem OCMW-Stadskliniek Lokeren - AURORA ziekenhuis AV Oudenaarde - Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis “St.-Lucia” St.-Niklaas
Consensusdocument nr. 2004 / 02 Het reinigen, desinfecteren of steriliseren van endoscopisch materiaal en toebehoren.
PIOZ Oost-Vlaanderen Voorzitter:
Dr. K. De Moerloose (v.z.w. Werken Glorieux, Ronse)
Auteurs:
M. Ellegiers (AZ Maria-Middelares, Gent) H. Sacré (St. Blasius, Dendermonde) F. Soetaert (AZ St-Elisabeth, Zottegem) P. De Waegemaeker (Universitair Ziekenhuis, Gent)
Met dank aan:
I. Bevernaege (studente ziekenhuishygiëne NVKVV) E. De Pinnewaert (studente ziekenhuishygiëne NVKVV)
Ontwerp en lay-out:
P. De Waegemaeker (Universitair Ziekenhuis, Gent)
Inhoudstafel 1 2 3
Inleiding Begripsomschrijving en algemene principes Behandeling 3.1 Algemene principes 3.2 Voorbereidingsfase 3.3 Behandelingsfase 3.3.1 Sterilisatie 3.3.2 Automatische processen 3.3.3 Aanbevelingen bij de aanschaf van een endoscopenwasmachine 3.3.4 Manuele methode 3.4 Bewaring 3.5 Hulpstukken 4 Producten 4.1 Reinigingsproducten voor medisch materiaal 4.1.1 Doelstelling: 4.1.2 Soorten 4.1.3 Eisen Desinfectieproducten voor onderdompeling 4.2 4.2.1 Doelstelling 4.2.2 Soorten producten 4.2.3 Aandachtspunten 5 Kwaliteitscontrole 5.1 Kwaliteitscontrole endoscopen: 5.2 Kwaliteitscontrole endoscopenwasmachine: 6 Voorzorgen ten behoeve van het personeel 6.1 voorzorgen bij het gebruik van glutaaraldehyde of perazijnzuur 6.2 voorzorgen tijdens en na de endoscopie Bijlagen Bijlage 1: Veel gebruikte endoscopen wasmachines Bijlage 2: Productinformatie Referenties
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
4 5 7 7 8 9 9 13 13 15 16 16 18 18 18 18 18 19 19 19 21 22 22 22 23 23 23 25 26 29 37
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 3 van 37
1
Inleiding Endoscopen zijn dure instrumenten. Daardoor zijn zij slechts in beperkt aantal beschikbaar. Hierdoor verhoogt de druk om hetzelfde instrument versneld in gebruik te nemen. Het risico op exogene infecties neemt hierdoor toe. Een aantal casussen werden beschreven, o.a. van overdracht met TBC via bronchoscopie en hepatitis C via coloscopie. Ook biofilmvorming met aanwezigheid van Pseudomonas aeruginosa is beschreven. Het correct reinigen en desinfecteren van endoscopen en het respecteren van de contacttijden van de gebruikte producten is dus niet zonder belang. Daarenboven heeft elke scoop zijn eigenschappen, wat een standaardisatie van het behandelingsproces niet gemakkelijk maakt. In het gamma beschikken we immers over starre en flexibele scopen, over endoscopen voorzien van één of meerdere kanalen of zonder kanalen, over onderdompelbare en niet onderdompelbare scopen (of toebehoren). Sommige scopen dienen steriel te zijn, andere dan weer niet. Iedere instelling zou moeten beschikken over een inventaris van alle scopen met vermelding van de juiste behandelwijze eb verwijzing naar het protocol. Verder dient benadrukt dat van iedere procedure waarbij een endoscoop wordt gebruikt, het reinigings- en desinfectieproces en het correcte verloop ervan, in de nabije toekomst bij wet traceerbaar moet zijn tot op niveau van de patiënt. In dit consensusdocument proberen we alvast structuur te brengen in dit kluwen van mogelijkheden.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 4 van 37
2
Begripsomschrijving en algemene principes Het toepassen van een reiniging en ontsmetting of sterilisatie van verzorgingsmaterialen kan beter begrepen worden indien medische instrumenten, benodigdheden en chirurgische materialen onderverdeeld worden in 3 categorieën (kritische, semi-kritische en niet-kritische materialen) gebaseerd op het potentiële besmettingsrisico bij gebruik.
a.
Kritische materialen komen rechtstreeks in contact met de bloedbaan of andere steriele plaatsen van het lichaam. Deze materialen zijn bij gebruik steriel. Endoscopen en hulpstukken dienen steriel te zijn: Telkens men de huid- of slijmvliesbarrière doorbreekt. Indien de toegangsweg en onderzochte lichaamsholte steriel zijn. Voor elk onderzoek bij een immuungecompromiteerde patiënt.
b.
Semi-kritische materialen komen met de beschadigde huid of met de intakte slijmvliezen in contact. Ze penetreren zelden doorheen de natuurlijke barrière. Sterilisatie van deze materialen is niet absoluut noodzakelijk, tenminste moet een hogegraadsontsmetting (= High Level) toegepast worden. Hierbij worden de vegetatieve micro-organismen, pathogene schimmels, de tuberkelbacil en virussen vernietigd. Endoscopen en hulpstukken worden high level gedesinfecteerd: Wanneer de endoscopie exploratief is ( m.a.w. wanneer geen biopsie genomen wordt) én indien de toegangsweg of onderzochte lichaamsholte gekoloniseerd zijn. Ook E.R.C.P’s mogen alleen verricht worden met een volledig high level ontsmette scoop.
c.
Niet-kritische materialen komen in contact met de intakte huid en niet met de slijmvliezen. Hier kan een lage graadsontsmetting worden toegepast, maar meestal volstaat het grondig reinigen met een zeepoplossing, gevolgd door spoelen en drogen. Deze categorie is niet van toepassing op endoscopisch materiaal.
ENDOSCOOP
TOEGANGSWEG
LICHAAMSHOLTE
VEREISTEN
Arthroscoop
Steriel
Steriel
Steriel
Laparoscoop
Steriel
Steriel
Steriel
Cystoscoop
Steriel
Steriel
Steriel
Bronchoscoop
Gekoloniseerd
Steriel
High Level
Duodenoscoop
Gekoloniseerd
Steriel
High Level
Coloscoop
Gekoloniseerd
Gekoloniseerd
High Level
Gastroscoop
Gekoloniseerd
Gekoloniseerd
High Level
Hysteroscoop
Gekoloniseerd
Gekoloniseerd
High Level
Oesofagoscoop
Gekoloniseerd
Gekoloniseerd
High Level
Rectoscoop
Gekoloniseerd
Gekoloniseerd
High Level
Colposcoop
Gekoloniseerd
-
High Level
Laryngoscoop
Gekoloniseerd
-
High Level
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 5 van 37
Belangrijk: Het Creutzfelt-Jakob prion (C.J.D.) kan via endoscopie worden overgedragen. Enkel stoomsterilisatie 134°C gedurende 18 min. (normaal 5 min.) doodt prionen. Flexibele endoscopen zijn hiertegen echter niet bestand. Ook tuberculose kan via bronchoscopie worden overgedragen. Ondanks het feit dat HighLevel desinfectie hierbij volstaat, is het toch aangewezen om in die gevallen sterilisatie te overwegen. Bij immuungecompromiteerde patiënten dient de scoop steeds steriel te zijn.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 6 van 37
3
Behandeling
3.1
Algemene principes Algemeen worden telkens de volgende stappen doorlopen Voorbereidingsfase: lektest reiniging spoelen Behandelingsfase lektest en doorgankelijkheidstest desinfectie of sterilisatie spoelen drogen Bewaring
De voorbereidingsfase omvat vooral het reinigen vóór desinfectie. Ondanks het feit dat de meeste endoscopenwasmachines deze fase geautomatiseerd uitvoeren, blijft het manueel voorreinigen noodzakelijk. Dit wordt eveneens door de fabrikanten van zowel endoscopen als van endoscopenwasmachines aanbevolen. Bij aanvang van deze manuele fase is het voor flexibele endoscopen sterk aan te bevelen nog voor het eigenlijke reinigen een lektest te doen. Bij lekkage van vocht tussen de scoop en de mantel tijdens reinigen of spoelen zou het apparaat kunnen beschadigd worden. Volg voor de werkwijze de aanwijzingen van de fabrikant. Meestal is hiervoor aangepaste apparatuur noodzakelijk. De behandelingsfase omvat vooral het desinfectieproces. Dit kan zowel manueel als machinaal gebeuren. Niettemin wordt de manuele desinfectie beter verlaten. Deze brengt immers een aantal risico’s met zich mee: risico voor personeel bij contact met de producten problemen met traceerbaarheid procesbewaking is vrijwel onmogelijk fouten bij (voor)bereiden van producten discussies over de houdbaarheid van (bereide) producten (spoelwater, desinfectans) Afhankelijk van het type scoop (zie hoger) dient tot sterilisatie of desinfectie te worden overgegaan. Sterilisatie gebeurt uiteraard op de centrale sterilistatie-eenheid van het ziekenhuis. Desinfectie kan ter plaatse gebeuren in een daartoe voorzien lokaal en kan geautomatiseerd of manueel gebeuren. De geautomatiseerde processen verdienen hierbij de voorkeur gezien deze meer gecontroleerd kunnen gebeuren. De manuele methode wordt, zoals reeds gesteld, best verlaten. Tenslotte merken we nog even op dat het reinigingsproduct en het desinfectieproduct compatibel dienen te zijn. In onderstaande hoofdstukken worden achtereenvolgens de voorbereidingsfase en de behandelingsfase besproken.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 7 van 37
3.2
Voorbereidingsfase Deze fase dient steeds manueel te gebeuren en omvat de volgende stappen:
a.
De lektest De lektest wordt steeds uitgevoerd voor de ontsmetting. Hij laat toe een verstopping, of een interne of externe perforatie van de kanalen of van de mantel van de endoscoop op te sporen. Door de overdruk in de kanalen tijdens de ontsmetting, kan het instrument beschadigd worden, wat ernstige financiële gevolgen heeft. De lektest wordt uitgevoerd door de endoscoop in water onder te dompelen en door lucht via de lektester in de mantel van de endoscoop te blazen. De afwezigheid van luchtbellen wordt gecontroleerd.
b.
De reiniging Het grondig mechanisch reinigen van de scoop (uit- en inwendig) gebeurt steeds onmiddellijk na elk onderzoek. Dit voorkomt het aankleven van secreties. Buiten het verwijderen van alle organische verontreinigingen, is het uiteraard de bedoeling om een zo laag mogelijke uitgangs-kiembelasting (bio burden) te verkrijgen. Het is tevens een voorwaarde voor een efficiënte ontsmettings- of sterilisatieprocedure. De laatste generatie endoscopen zijn volledig onderdompelbaar en verdienen dan ook de voorkeur. Bij niet volledig onderdompelbare scopen moet speciale aandacht besteed worden aan het handvat en de verbinding endoscooplichtbron (na reiniging, ontsmetting met alcohol 70 %).
Methode en middelen Reinigingsmiddel is best een enzymatische oplossing, dat kleurloos is en de apparatuur niet aantast. De contacttijd van het product, de temperatuur en de concentratie dienen gerespecteerd te worden. Gebruik daarenboven best geen product in poedervorm. De buitenzijde van de endoscoop wordt onmiddellijk na het onderzoek schoongemaakt. De inblaas-, was-, afzuig-, en biopsiekanalen worden doorgespoeld. Met een borstel worden alle aanklevende weefsels verwijderd uit het aspiratie- en biopsiekanaal (evt. water- en luchtkanaal). De endoscoop wordt ondergedompeld in de enzymatische oplossing. Vloeistof wordt opgezogen langs de verschillende kanalen. Inblaas-, afzuig-, en biopsieventielen worden verwijderd en in de enzymatische oplossing gelegd. Het uiteinde van de scoop voorzichtig borstelen om al het organisch materiaal van de uitgangen te verwijderen. De interne kanalen worden gereinigd met een borstel van geschikte diameter. Het stuurhuis wordt gereinigd met spons of zachte doek. Het water gebruikt voor de reiniging wordt telkens ververst en de bak gereinigd. De reinigingsborstels zijn disposable of moeten na ieder gebruik grondig gereinigd worden. Op het einde van de dag krijgen ze een high level desinfectie, worden nagespoeld en gedroogd of worden gesteriliseerd. Evt. kan je werken met twee borstelsets.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 8 van 37
Specifieke borstels, wattedragers, een waterstraler, spuit of aspiratie kunnen dienstig zijn als hulpmiddelen.
c.
De spoeling voor ontsmetting Endoscoop (buitenzijde en kanalen) en hulpstukken worden grondig gespoeld met leidingwater. Dit water moet vrij zijn van mesofiele micro-organismen (Legionelle, mycobacteriën, …). De spoelvloeistof uit de scoop laten afdruppen om de ontsmettingsvloeistof niet te verdunnen. Het spoelwater wordt verwijderd en de spoelbak gereinigd.
3.3
Behandelingsfase Achtereenvolgens bespreken we verder de sterilisatie, de machinale desinfectie en, gezien dit in de praktijk nog steeds frequent voorkomt, de manuele desinfectie.
3.3.1
Sterilisatie Vooreerst weze duidelijk gesteld dat sterilisatie en high level desinfectie niet hetzelfde zijn. Bij sterilisatie worden ook alle sporen gedood. High level desinfectie kan gebruikt worden in omstandigheden waar enkel sprake is van contact met de slijmvliezen of bij kleine huidletsels.. Sterilisatie is o.m. noodzakelijk zo de slijmvliesbarriere wordt doorbroken zoals o.a. bij laparoscopie en arthroscopie (zie criteria in het begin van deze procedure) Een correcte sterilisatie wordt bekomen door een proces dat verloopt via erkende en gevalideerde procedures . De vereiste procesparameters; bijv.: temp., tijd, druk, gasconcentratie worden nauwkeurig gecontroleerd. Dit proces kan of mag niet onderbroken worden en het toestel hoort normaal gezien een gedrukt protocol af te leveren, waaruit het goede verloop van de sterilisatie blijkt. Ook zullen er indicatoren worden toegevoegd die omslaan bij een normaal procesverloop.
a.
Sterilisatiemethoden Formolautoclaaf: wordt in België nog nauwelijks gebruikt en de parameters zijn soms moeilijk beheersbaar. Heteluchtsterilisatie: werkt met te hoge temperaturen. Dus niet geschikt voor scopen. Wij beperken ons hier tot sterilisatie met stoom, ethyleenoxide, plasmasterilisatie (waterstofperoxide) en perazijnzuur (Steris ®). Onderscheid dient gemaakt tussen starre en flexibele endoscopen. Bij de starre scopen bestaan er types die niet in de stoom mogen (meestal oudere types) en zijn de andere meestal stoombestendig. Elk merk heeft zijn manier van aanduiden of een optiek stoombestendig is of niet. Flexibele scopen zijn meestal veel duurder, maar ook kwetsbaarder. Wij geven hier geen overzicht van de diverse types met hun compatibele sterilisatieprocessen. Dit laten wij best over aan de betrokken firma’s. Wel kunnen wij enkele voor en nadelen aangeven en de voorzorgsmaatregelen eigen aan bepaalde sterilisatieprocessen.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 9 van 37
b.
Algemene voorzorgen voor sterilisatie Sterilisatie dient voorafgegaan door een grondige reiniging. Enkel propere oppervlakken kunnen bereikt worden door het steriliserend agens. Open alle kranen. Scopen mogen niet in contact komen met metalen oppervlakken om materiaalspanningen door hitte te voorkomen. Leg de scopen in geschikte netten en verpak in sterilisatiefolie of non woven.
3.3.1.1
Stoomsterilisatie NIET VOOR FLEXIBELE SCOPEN !! WEL GESCHIKT VOOR DE MEESTE STARRE SCOPEN
a.
Voordelen veiligste manier om te steriliseren proces en parameters perfect controleerbaar niet toxisch.
b.
Nadelen endoscoop moet hittebestendig zijn opletten met resterende lucht (competitie met stoom)
c.
Voorzorgen na sterilisatie lenzen niet blootstellen aan plotse temperatuurschommelingen langzaam laten afkoelen (niet met koud water begieten) niet heet transporteren Aanbevolen is een proces van 134°C gedurende 4 à 5 min. met gefractionneerd voorvacuum. Dit betekent een herhaald vacuumzuigen afgewisseld met stoominjectie. Hierdoor wordt alle resterende lucht verwijderd, die anders een goede sterilisatie zou belemmeren. Een proces van 121°C gedurende 20 min., is gezien de langere sterilisatietijd schadelijker dan een proces van 134°C. “Flash sterilisatie” wordt ten zeerste afgeraden: het materiaal mag hiervoor niet verpakt zijn - manipulatiefouten kunnen leiden tot een niet-steriel product. er is geen gefractioneerd voorvacuüm – dit zorgt voor luchtnesten, dus niet geschikt voor hol instrumentarium Flash sterilisatie is dus niet toegestaan voor scopen met kanalen, kraantjes of complexe structuur
d.
Herkenning compatibiliteit met stoom De meeste scopen hebben een herkenningspunt om de compatibiliteit met stoom na te gaan. Hieronder worden er een aantal voorbeelden aangegeven.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 10 van 37
Wolf: Storz: Olympus:
codenummer beginnend met 8, rode ring aan aansluiting voor lichtkabel en/of de vermelding “autoclavable”. vermelding “autoclav”. vermelding “autoclave”.
Deze lijst is niet limitatief.
3.3.1.2
Gassterilisatie met ethyleenoxide Opgelet! De DUBBELE MANTEL (gaine) van flexibele endoscopen kan scheuren tijdens het vacuum trekken. Dit wegens een drukverschil buiten en binnen de mantel. MONTEER daarom steeds de ONTLUCHTINGSKAP. Deze nivelleert het drukverschil.
a.
Voorzorgen voor sterilisatie (zie ook hoger) zorg dat de scoop goed droog is monteer - zo van toepassing - de ontluchtingskap Gassterilisatie gebeurt meestal aan 42 of 55°C (max. 60°C).
b.
Voordelen geschikt voor thermolabiele endoscopen het gas penetreert goed
c.
Nadelen ethyleenoxide is toxisch voor patiënt en personeel ontluchting na proces noodzakelijk wegens absorptie v.h. gas niet direct beschikbaar na sterilisatie Benaderende minimum ontluchtingstijden na de sterilisatie (info Storz)
Rigide optieken Rubber
bij 20°C
bij 42°C
bij 55°C
24 uur 7 dagen
18 uur 4 dagen
12 uur 30 uur
Deze tijden zijn benaderend en van toepassing voor een enkelvoudige laminaatverpakking en een contacttijd met de patiënt van meer dan 30 min.
3.3.1.3
Plasmasterilisatie of lagetemperatuur gasplasma (cfr.: Sterrad) Plasmasterilisatie betreft een procédé van 45 à 50°C op basis van waterstofperoxidegasplasmatechnologie. Bij FLEXIBELE SCOPEN MET DUBBELE MANTEL moet men ook hier, omwille van het vacuüm de ONTLUCHTINGSKAP MONTEREN.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 11 van 37
LET WEL! Bij plasmasterilisatie is er een bepaalde verhouding tussen diameter en lengte van de lumina binnen dewelke toegankelijkheid van het steriliserend plasma mogelijk is. In zekere mate kan dit verbeterd worden door het aanbrengen van een booster. Helaas is dit niet voor alle toepassingen mogelijk. Vraag bij de fabrikant van de plasmasterilisator inlichtingen betreffende de fysische beperkingen.
a.
Voorzorgen voor sterilisatie (zie ook hoger) de endoscoop moet zeer goed droog zijn monteer de ontluchtingskap
b.
Voordelen geschikt voor thermolabiele endoscopen geen ontluchting nodig direct bruikbaar geen schade door hoge temperatuur
c.
Nadelen toepassing beperkt voor flexibele endoscopen omwille van beperking diameter/lengte-verhouding (onvoldoende penetratie). bepaalde verkleuringen van aluminium mogelijk. De gebruikte containers dienen te worden goedgekeurd door de Sterrad leverancier.
3.3.1.4
Chemische sterilisatie (cfr. Steris ®) Sterilisatie gebeurt hier door contact met een oplossing van perazijnzuur in een dompelbak. Steriel water stroomt door een cassette met poeder, waardoor een perazijnzuur oplossing ontstaat. De sterilisatiefase wordt gevolgd door een spoeling met steriel water. Scopen met kanalen kunnen behoudens beperkingen, rechtstreeks aangesloten worden met de STERIS Quick Connect set. Deze set voorziet slechts een aansluiting voor één kanaal.
a.
Voordelen geschikt voor thermolabiele materialen het toestel kan niet geopend worden tijdens het proces, de procesduur is aldus gewaarborgd
b.
Nadelen materialen zijn nat, niet verpakt en kunnen dus niet bewaard worden bepaalde verkleuringen van aluminium zijn mogelijk
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 12 van 37
3.3.2
Automatische processen Het grote voordeel van een automatisch proces is een gestandaardiseerde ontsmettingstijd en een minimale blootstelling voor het personeel aan toxische stoffen. Enkel totaal onderdompelbare scopen komen in aanmerking voor het ontsmetten in een automatisch toestel. Verschillende criteria bepalen de goede ontsmetting van de scoop, zoals: het in contact komen van alle kanalen met de ontsmettingsvloeistof, het al of niet hergebruiken van bepaalde vloeistoffen en de duur van de verschillende cycli. Het is van het allergrootste belang dat het toestel in staat is om alle inwendige delen van het toestel vrij te houden van micro-organismen, d.w.z. het moet een zelfontsmetting inhouden. Een zeer grondige manuele reiniging (in het bijzonder het borstelen van de inwendige kanalen) van de endoscoop moet steeds gebeuren vooraleer deze te ontsmetten in een automatisch toestel. Daarna gebeurt altijd een lektest. Op dit moment wordt aan een Europese norm (prEN ISO 15883, deel 1 en deel 4) gewerkt die van toepassing zal zijn op alle endoscopenwasmachines. Naast een groot aantal technische normen en de beschrijving van de testprocedures, besteedt deze norm ook aandacht aan het traceerbaar maken van het endoscopieproces. Men voorziet echter nog een aantal jaren vóór deze norm afgewerkt en in wetten gegoten is. Er bestaan verschillende types van toestellen op de markt. De voorkeur gaat naar volautomatische toestellen t.o.v. semi-automatische. Een overzicht van de meest voortkomende machines met hun eigenschappen is te vinden in bijlage 1.
3.3.3
Aanbevelingen bij de aanschaf van een endoscopenwasmachine
3.3.3.1
Aanbevelingen betreffende het wasproces Het proces moet ten minste bestaan uit de fasen: lektest, reinigen, spoelen, desinfecteren, naspoelen met kiemvrij water en eventueel drogen. De naspoelfase moet de concentratie van het desinfectans tot een toxicologisch aanvaardbaar niveau terugbrengen. Het naspoelen gebeurt met een ruime hoeveelheid steriel water.
3.3.3.2
Aanbevelingen betreffende technische eigenschappen het voorzien van gebruiksaanwijzingen Er moet duidelijk zijn aangegeven voor welke endoscopen de apparatuur geschikt is en hoe de endoscopen, op een veilige wijze, moeten worden aangesloten. Wanneer een bepaalde waterkwaliteit wordt vereist moet dit duidelijk zijn aangegeven op het aansluitpunt voor de watervoorziening. Indien reiniging van demonteerbare onderdelen in de endoscopenwasmachine niet mogelijk is, moet dit zowel in de gebruiksaanwijzing als op de apparatuur worden vermeld. vermeldingen tijdens wasproces Aan de buitenzijde van de apparatuur moet kunnen afgelezen worden welke fase het programma aan het uitvoeren is. De apparatuur moet voorzien zijn van een systeem waarmee controle op overdosering van desinfectans en reinigingsmiddel mogelijk is. In geval van onderbreking van een proces of een technische storing moet dit door een duidelijke indicatie op de apparatuur worden aangegeven, waarbij bij voorkeur de aard van de storing wordt vermeld. Het wasproces moet daarop tevens geblokkeerd worden.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 13 van 37
technische eigenschappen In de aan- en afvoerslangen mag geen vloeistof achterblijven. De apparatuur moet zijn voorzien van een beveiliging waarmee wordt voorkomen dat in de kanalen een te grote druk ontstaat. De beveiliging moet zijn gebaseerd op de specificaties van de leverancier van de endoscoop. De endoscopenwasmachine moet zo zijn geconstrueerd en geprogrammeerd dat alle te reinigen en te desinfecteren kanalen continu worden doorgespoeld. Verder moet het contactoppervlak van de endoscoop met de apparatuur minimaal zijn, zodat een optimaal contact met het desinfectans gewaarborgd wordt. Het endoscopencompartiment moet gedurende de volledige cyclus mechanisch vergrendeld zijn. Bij ontgrendeling tijdens een cyclus moet voortzetting van de cyclus onmogelijk zijn. De apparatuur moet hermetisch kunnen gesloten worden zodat geen dampen van desinfectans kunnen ontsnappen. Chemicaliëncontainers moeten op een voor de gebruiker eenvoudige en veilige wijze kunnen worden verwisseld of aangevuld. De leidingen en containers moeten op een duidelijke wijze zijn gekenmerkt. De onderdelen van de wasmachine die met vloeistof in aanmerking komen, moeten bestand zijn tegen de te gebruiken chemicaliën. De afwerking van de apparatuur en de beladingsmiddelen moet zodanig zijn dat deze zelfreinigend en zelfafwaterend zijn. De apparatuur moet zo zijn geconstrueerd dat water uit het wascompartiment niet kan terugstromen naar het watertoevoersysteem. De spoeling vóór desinfectie mag niet boven de 45°C gebeuren (coaguleren van eiwitten)
3.3.3.3
Aanbevelingen betreffende procesbewaking Wanneer het desinfectans achtereenvolgens voor meer processen wordt toegepast, moet worden voorzien in een systeem dat zichtbare vervuiling van het desinfectans voorkomt. Tijdens de opeenvolgende cycli mag geen noemenswaardige verdunning van het hergebruikte desinfectans optreden. Dit kan getest worden met teststrips voor glutaaraldehyde of met een ander gevalideerde methode, aangeraden door de fabrikant. De apparatuur en het desinfectans dienen CE gekeurd te zijn. Het volledige endoscopencompartiment moet via een automatisch uit te voeren programma ontsmet kunnen worden. Het moet technisch mogelijk zijn een staal, voor controle van de kwaliteit van het spoelwater, te nemen. Door middel van zowel technische als microbiologische validatie moet de effectiviteit en de betrouwbaarheid zijn aangetoond per type apparatuur, desinfectans en de endoscoop waarvoor de apparatuur geschikt wordt geacht. De apparatuur moet zijn voorzien van één of meer programma's waarvan de procesparameters (temperatuur, tijd en dosering) slechts door daartoe geautoriseerd personeel kunnen gewijzigd worden. Indien het proces temperatuurgevoelig is, moet de apparatuur uitgerust zijn met een thermische voeler voor procesbewaking. De apparatuur moet bij voorkeur uitgerust zijn met een automatische detectie van verstoppingen en lekkage De endoscoopdesinfector moet voorzien zijn van een procesteller ten behoeve van het periodieke onderhoud en om controle op het verbruik, verdunning en vervanging van het desinfectans mogelijk te maken. De apparatuur moet bij voorkeur voorzien kunnen worden van een systeem dat traceerbaarheid mogelijk maakt, zodat het medico-legale bewijs van desinfectie kan geleverd worden.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 14 van 37
3.3.4 a.
Manuele methode De lektest Zie onder 4.2.a.
b.
De ontsmetting De ontsmetting beoogt het doden van de levende (vooral ziekteverwekkende) microorganismen. Zij gebeurt steeds onmiddellijk na de reiniging en voor de eerste endoscopie van het dagprogramma. Product: Er zijn meerdere producten op de markt, waarvan glutaaraldehyde en perazijnzuur de meest gebruikte zijn. Deze zijn actief zijn tegen vegetatieve bacteriën, mycobacteriën, virussen en schimmels, op voorwaarde dat de juiste concentratie en contacttijden worden in acht genomen. De concentratie wordt meestal getest met strips. Een overzicht van de verschillende producten, met hun voor en nadelen, wordt in hoofdstuk 4 en meer gedetailleerd in bijlage aan dit document weergegeven. Praktisch: Bij onderdompeling is het van groot belang dat alle inwendige kanalen in contact komen met de ontsmettende oplossing. Er mogen geen luchtbellen aanwezig zijn. Daartoe wordt de scoop schuin in de oplossing gebracht en dan plat gelegd. Door middel van een spuit, wordt de oplossing in het kanaal opgezogen. De spuit wordt ter plaatse gelaten. Gewone holle instrumenten met een lumen, moeten op afschot (schuin) ondergedompeld worden en kunnen daarna plat gelegd worden. Zoniet heb je zeker luchtbellen. Gebruik steeds gereinigde en ontsmette dompelbakken met deksel. Ontsmetten doe je best met alcohol 70°. (Voor steriele toepassingen neem je een steriele bak). Deksel steeds sluiten om het vrijkomen van toxische dampen te verhinderen en de oplossing van het licht af te schermen. Vermeldt de vervaldatum van de oplossing op de bakken. Persoonlijke bescherming: beschermhandschoenen (zie verder), beschermschort en bril. (Bij een steriele procedure moeten steriele handschoenen worden gebruikt). Daarnaast is een goede afzuiging van de dampen van groot belang.
c.
Spoeling na ontsmetting: Gezien de toxiciteit van het gebruikte ontsmettingsproduct, is het noodzakelijk, de scopen na ontsmetting grondig na te spoelen. Evenals de hulpstukken indien ze niet worden gesteriliseerd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van steriel water. Praktisch: Een steriele bak wordt gevuld met steriel water. (Je kan ook onder stromend kraantjeswater werken indien deze is voorzien van een bacteriefilter). Laat eerst alle ontsmettingsvloeistof uit de inwendige kanalen van de scoop vloeien vooraleer deze in het water te leggen. Maak eventueel gebruik van een spuit om de kanalen manueel door te spuiten. Leg de scoop in het water. Spoel grondig het uit- en inwendige van de scoop. Maak eventueel opnieuw gebruik van een spuit om de kanalen manueel door te spuiten. Na elk gebruik wordt de spoelbak geledigd en ontsmet met alcohol 70°.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 15 van 37
d.
Het drogen: Deze fase is zeer belangrijk om elk risico op herbesmetting te vermijden. Deze procedure vermijdt de groei van mogelijks nog aanwezige micro-organismen in een vochtige omgeving. Praktisch: Een volledige droging van de scoop wordt verkregen door alcohol 70 % door alle kanalen te spuiten en droog te blazen met perslucht. I.p.v. perslucht kan ook met een proper aspiratietoestel lucht door de kanalen gezogen worden. Droog de buitenzijde af met een propere doek. Het drogen moet zodanig gebeuren dat herbesmetting van de scoop voorkomen wordt. Dit betekent proper aspiratietoestel en leidingen, gewassen handen of propere handschoenen, propere handdoeken. Leg de scoop ook nooit neer op onreine oppervlakken. Respecteer steeds de scheiding tussen proper en vuil. Een goed alternatief is het droogproces in een thermo-chemisch ontsmettingsapparaat.
3.4
Bewaring De scopen worden na droging verticaal opgehangen in een speciaal daartoe bestemde gesloten kast. Deze kast moet binnenin rein zijn en regelmatig ontsmet worden. De scopen worden niet opgekruld in een lade bewaard, gezien het verhoogd risico van herbesmetting van achtergebleven vocht. Kleppen, kapjes enz. … worden niet op de scoop gemonteerd. Deze ontsmette onderdelen worden in een propere lade bewaard. Best niet gemonteerd, zo worden onnodige manipulaties vermeden en is de garantie op droge bewaring groter. Gesteriliseerde onderdelen worden enkel bewaard bij ander steriel materiaal, in een propere gesloten kast die regelmatig ontsmet wordt.
3.5
Hulpstukken De biopsietangen en cytologieborstels worden eerst in de ultrason gereinigd en dan bij voorkeur gesteriliseerd. Indien dit niet mogelijk is, kan men opteren voor een high-level desinfectie. Het bekomen van een high level desinfectie, waarbij het merendeel of zelfs alle micro-organismen vernietigd worden, met uitzondering van de bacteriële sporen en sommige trage virussen (Creutzfeldt-Jacob), hangt af van verschillende factoren: de reiniging vooraf de organische bevuiling (bio-burden) van het materiaal de aard van de microbiële bevuiling de complexiteit van het materiaal: alle interne en externe oppervlakken moeten in contact kunnen komen met de oplossing. Alle materialen die de slijmvlies barrière doorbreken (bijv.: cytologieborstels,naalden voor sclerotherapie en biopsietangen) worden bij de kritische materialen gerekend en moeten dus steriel zijn voor gebruik. Omwille van hun springveer design zijn deze hulpstukken moeilijk manueel of mechanisch te reinigen. Door de aanwezigheid van organisch materiaal zal het sterilisatieproces falen. Na gebruik worden ze daarom ultrasonisch gereinigd,
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 16 van 37
gespoeld en dan gesteriliseerd. De meeste hulpstukken kunnen geautoclaveerd worden. Indien deze procedure niet kan worden toegepast, worden deze materialen na gebruik weggeworpen. Het waterflesje wordt dagelijks gereinigd, gespoeld, afgedroogd en gesteriliseerd. Mondstukken volgen hetzelfde proces van reinigen, ontsmetten, spoelen, drogen en bewaren als de endoscopen. Borstels en materiaal voor de reiniging van de endoscoop, worden – indien zij niet disposable zijn – gereinigd, ontsmet, gespoeld, afgedroogd en liefst gesteriliseerd.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 17 van 37
4
Producten
4.1
Reinigingsproducten voor medisch materiaal
4.1.1
Doelstelling: Een handmatige voorreiniging verwijdert niet alleen stof en vuil ( afzetting van bloed eiwitten, vetten etc.) maar geeft ook een belangrijke kiemreductie. Dankzij een voorreiniging wordt het oppervlak van de endoscoop beter toegankelijk voor het desinfectans en wordt de desinfectie effectiever. Endoscopen moeten na gebruik zo spoedig mogelijk gereinigd worden omdat anders aandroging van vuil aan het oppervlak en binnenin de kanalen van de endoscoop plaatsvindt, wat moeilijk te verwijderen is.
4.1.2
Soorten Geschikte chemicaliën voor het verwijderen van proteïne en vet zijn:
4.1.2.1
Enzymen Enzymen zijn doorgaans effectief bij lange contacttijd (1-24u.) en temperaturen tussen de 20 en 35°C. De bijdrage van het enzym (vaak denken we aan het enzymhoudend middel Biotex in vloeibare vorm) aan de reiniging zou dan ook beperkt zijn, omdat het spoelen in doorgaans korte tijd plaatsvindt, bij lage temperatuur. De werking geschiedt bij neutrale PH. Een geringe hoeveelheid zuur blijft nodig om de waterkwaliteit te corrigeren en mat worden van instrumenten te voorkomen.
4.1.2.2
Alkali Alkali breken proteïne af. Slechts een beperkte hoeveelheid, afhankelijk van het type alkali, kan in een reinigingsmiddel verwerkt worden in verband met de mogelijke aantasting van de endoscoop. Alkalisch reinigen is een tamelijk agressieve methode vanwege de afwisseling van een hoge PH (11.5 – 13) van het reinigingsmiddel met een lage PH van het zuur, nodig voor neutralisatie. De combinatie van alkalisch reinigen en een hoge zuurdosering kan aantasting geven van verchroomd, vernikkeld en aluminium instrumentarium.
4.1.2.3
Emulgatoren Emulgatoren kunnen vet, bloed, eiwit etc. losmaken van oppervlakken waarna deze gedispergeerd worden in de reinigingsoplossing. Daarmee wordt tevens voorkomen dat het vuil zich kan afzetten tegen het oppervlak van de endoscoop. Schuimdrukkende emulgatoren zijn nodig bij de toepassing van reinigingsmiddelen in machinale systemen.
4.1.2.4
Corrosie-inhibitoren Corrosie-inhibitoren worden aan reinigingsmiddelen toegevoegd om eventuele corrosie aan de oppervlakken van de endoscoop te vermijden.
4.1.3
Eisen snel werkend een goede bevochtiging van het te reinigen oppervlak
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 18 van 37
goed vuil losmakend, -afbrekend en –dispergerend vermogen niet corrosief schuimdrukkend bij gebruik in machines Bij het handmatig reinigen van de endoscopen zou men best gebruik maken van een gecombineerd reinigings-/desinfectiemiddel. Onderzoek wees uit dat op korte termijn geen voordeel te halen is uit enzymatische reiniging. Wel hebben enzymatische reinigingsmiddelen het voordeel PH-neutraal en minder milieubelastend te zijn. Op lange termijn gaan verchroomde, vernikkelde en aluminium instrumenten langer mee bij enzymatische dan bij alkalische reiniging. Marktaanbod: zie bijlage 2
4.2
Desinfectieproducten voor onderdompeling
4.2.1
Doelstelling Het medisch materiaal vrijmaken van pathogene kiemen door onderdompeling in een bactericide, fungicide, tuberculocide en virucide oplossing.
4.2.2
Soorten producten PRODUKT
VOORDELEN
NADELEN
glutaaraldehyde 2% (GA) Steranios 2%
breedspectrum 20 min contacttijd
fixatie van eiwitten en geeft aanleiding tot vorming van biofilm allergische reactie o,a, chronische rhinitis, conjunctivitis, … geur/vluchtig bij bronchoscopie: Mycobacterium avium is resistent cytotoxisch en genotoxisch
orthophtaldehyde (OPA) CidexOPA
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
High level desinfectie in 12 min. niet irritant
fixatie van eiwitten, vormt biofilm geur/vluchtig geeft vlekken op linnen, kledij, huid, instrumenten niet gebruiken voor urologisch instrumentarium dat wordt gebruikt voor patiënten met een blaas carcinoom historie niet voor medisch instrumentarium bedoeld voor gebruik in een steriele lichaamsholte
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 19 van 37
PRODUKT
VOORDELEN
NADELEN
perazijnzuur (peracidic acid, PAA) Let op! Onder deze noemer werden verschillende producten vermeld met elk sterk verschillende formules. De eigenschappen verschillen van product tot product.
Anioxide1000
t.o.v.G.A. heeft PAA een iets beter biocide werking. Contacttijd zie fabrikant. minder toxisch voor de medewerker (veiliger indien pH waarde tussen 7,5 en 10,0) fixeert geen eiwitten en zo wordt geen biofilm gecreëerd.
PAA is minder stabiel dan G.A. azijn-geur irritatie (vooral bij Nu-cidex) corrosief beschadiging van scopen werd reeds gesignaleerd. compatibiliteit met scopen: Olympus?? ontkleurt de rubber-coating, cosmetische schade doch geen functionele gevolgen kostprijs
Nu-Cidex
irritatie probleem; ventilatie noodzakelijk; niet compatiebel met sommige processors, endoscoop compatibiliteitsproblemen. Nu Cidex mag in sommige desinfectieautomaten (welke op polymeer gebaseerde leidingen bevat) niet gebruikt worden
Steris/System
wordt gemengd tot een neutrale pH.;bij doorprikken van PAA container moet men uiterst voorzichtig zijn -hoge concentratie is irritant (brandwonden van ogen) en corrosief!
ANDERE PRODUKTEN chloorpreparaten o.a. chloordioxide = ClO2 elimineert de biofilm lichtjes gebruiksvriendelijk een krachtige oxiderende werking
verkleuring van plastiek - polymeren – (vergeling van zwart omhulsel)) chloor-dampen irritatie onverenigbaar met chloramines verhoogde oxidatie van metalen; schadelijk voor materiaal -endoscoop en processor- (inhibitoren) maken van fouten tijdens de bereiding is mogelijk sporen zijn resistent gering penetratievermogen
zuurstofwater H2O2 7,5% elimineert de biofilm
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
minder actief dan perazijnzuur duurtijd: 30' à 1 uur corrosief voor sommige metalen degradeert natuurlijke rubber en nylon oppervlakte desinfectans
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 20 van 37
PRODUKT
VOORDELEN
NADELEN
Peroxygen componenten actief tegen meeste vegetatieve bacteriën en virussen
minder actief tegen mycobacteriën en enterovirussen (polio) sommige componenten beschadigen scopen; niet geschikt voor gastrointestinale endoscopie
Quaternaire ammonium componenten Endostar
Thermoton Endo
niet toxisch niet schadelijk voor materiaal
antimicrobieel spectrum is minder dan G.A. weinig virucide laten residu na op harde synthetische oppervlakken (kleeft)
nieuw combinatieproduct dat actief is tegen meeste bacteriën en virussen in 3 à 5 minuten. Verder onderzoek is aangewezen!
Alcohol 70% Indicatie: doorflushen van scopen even effectief als glutaaraldehyde
niet actief tegen sporen vernietigt adhesieven, denatureert sommige plastics
Amine componenten / glucoprotamin actief tegen Mycobacteria (incl. GA.-resistente vormen) geen eiwitfixatie en geen vorming van biofilm heeft een sterk reinigend effect (indien reinigingsprocedure onvoldoende is) veilig in gebruik onschadelijk voor materiaal
minder actief tegen sommige enterovirussen en sporen producten op basis van alkylamine geven huidirritatie en een onaangename geur.
Let op! Het opeenvolgend desinfecteren van endoscopisch materiaal d.m.v. twee verschillende chemische oplossingen (bv. perazijnzuur en glutaaraldehyde) wordt ten zeerste afgeraden; de beschermlaag van het endoscopisch materiaal wordt aangetast. 4.2.3
Aandachtspunten ( zie bijlage 2) Werkingspectrum Samenstelling Vorm Concentratie PH-waarde Contacttijd
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
Houdbaarheid Aantal onderdompelingen Teststrook Kostprijs Compatibiliteitsadvies van de fabrikant van de endoscopen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 21 van 37
5
Kwaliteitscontrole Het is sterk aan te bevelen om op regelmatige tijdstippen een microbiologische controle uit te voeren op het endoscopisch materiaal. Van elke endoscoop worden daarom periodiek culturen genomen (vb. elke week een andere scoop). Ook de microbiologische controle van het wasproces wordt best regelmatig gecontroleerd (spoelwater, producten, …)
5.1
Kwaliteitscontrole endoscopen: voor endoscopen met lumen: Gebruik een steriele spuit van 10 of 20 ml om steriel fysiologisch water in de kanalen te spuiten en het water aan de andere kant in een steriel recipiënt op te vangen. voor endoscopen zonder lumen: Neem een steriele wattedrager, bevochtig die met steriel fysiologisch water en neem hiermee een uitstrijkje van de schacht van de endoscoop. Eventueel kan men ook de scoop een stuk onderdompelen in een recipiënt gevuld met steriel fysiologisch water. Deze controle wordt uitgevoerd onmiddellijk nadat de scoop de reinigings- en sterilisatie- of desinfectieprocedure heeft doorlopen.
5.2
Kwaliteitscontrole endoscopenwasmachine: volgens aanwijzingen fabrikant de fabrikant biedt meestal een testpakket aan.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 22 van 37
6 6.1
Voorzorgen ten behoeve van het personeel voorzorgen bij het gebruik van glutaaraldehyde of perazijnzuur Raadpleeg hiervoor de veiligheidsfiche van het gebruikte product. Gezien het toxisch effect van deze producten voor patiënt en endoscopist, worden de materialen na onderdompeling steeds grondig gespoeld vóór gebruik. Ideaal is te werken in gesloten circuit, d.w.z. met automatische apparatuur. Indien gewerkt wordt met manuele onderdompeling: Bakken steeds afsluiten met deksel. Niet blootstellen aan warmtebron of zonlicht (cfr. dampen). AFZUIGING Æ nooit naar boven toe Æ steeds naar achteren, ongeveer op niveau werkvlak, zodat de dampen niet kunnen ingeademd worden Resten weggieten in slokop en onmiddellijk doorspoelen. Lege bakken naspoelen met water in afwachting dat ze gereinigd worden. Ventilatie van de lokalen. Niet eten, roken , drinken ter plaatse. Individuele bescherming: produkt niet aanraken met blote handen beschermhandschoenen: best nitril-rubber handschoenen geen neopreen of PVC-vinyl handschoenen (absorptie) ook latex zou semi-permeabel zijn. beschermschort met lange mouwen masker en beschermbril bij spatgevaar
6.2
voorzorgen tijdens en na de endoscopie Het is een dwingende vereiste de overdracht van infecties bij endoscopie te voorkomen. Dit slaat zowel op de overdracht naar andere patiënten als op de besmetting van personeel. Daarom moeten bepaalde voorzorgsmaatregelen genomen worden. De voornaamste zijn vervat in de universele voorzorgsmaatregelen (universal precautions) die bij alle patiënten gelden, ongeacht het feit of zij een gekend lijder zijn aan een overdraagbare aandoening, dan wel asymptomatisch drager zijn en besmet door bijv. HIV, HBV, HCV, MRSA, Mycobacterium Tuberculosis. Deze universele voorzorgsmaatregelen kunnen als volgt samengevat worden: Alle contact met bloed of met lichaamsvochten die bloed kunnen bevatten moet strikt vermeden worden. Verwacht men dat een behandeling bloederig zal zijn, dan worden preventief een beschermschort en handschoenen gedragen. Worden een mogelijke aërosolisatie of mogelijk spatten voorzien, dan worden masker en veiligheidsbril gedragen. Bij accidenteel contact worden bloed of lichaamsvochten onmiddellijk afgespoeld en afgewassen. Al het materiaal dat bij een behandeling gebruikt wordt, wordt nadien gereinigd en minstens ontsmet.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 23 van 37
De universele voorzorgsmaatregelen worden toegepast door zowel de endoscopist als het personeel dat instaat voor de behandeling van het materiaal. Endoscopie personeel moet op de hoogte zijn van zijn HBV status (titer antistoffen)en in de afdeling bronchoscopie is een geregeld screenen van tuberculose aangewezen. Na accidenteel onbeschermd contact met (potentieel) besmet materiaal moet het personeel contact opnemen met de arbeidsgeneeskundige dienst. Bij endoscopisch onderzoek bij een gekende besmette patiënt (patiënt verblijft op een eenheid in bronisolatie, of komt op poliklinisch onderzoek), worden dezelfde maatregelen doorgevoerd op de polikliniek betreffende materiaal, personeel, afval, linnen e.a. zoals beschreven in de isolatiemaatregelen. Wordt een endoscopie in aseptische omstandigheden bijv: in het operatiekwartier uitgevoerd, dan worden vanzelfsprekend de voorschriften van aseptie en steriliteit gevolgd die aldaar van toepassing zijn.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 24 van 37
Bijlagen
Bijlage 1: veel gebruikte endoscopenwasmachines Bijlage 2: productinformatie
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 02 pagina 25 van 37
Bijlage 1: Veel gebruikte endoscopen wasmachines
Handleiding Wassenburg Nederlands rms Heel duidelijk equipment Probleemoplossingen Fibroclean Getinge
Engels Nederlands
Soluscope Onis
Engels
ETD 3 Olympus
Engels
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
Afmetingen
Voorzieningen Principe
Laden
Warm water Koud water (Waterafvoer) (220V)
Boven Onafhankelijk: Deurvergrendeling 2 endoscopen 2x2 bronchoscopen Min. 6 kanalen/scoop Voor Gelijktijdig: Deur=werkblad 2 scopen/ 3 kanalen Deurvergrendeling Optie: 2 duodenoscopen/5kanalen
One-touch-screen Uur programmeerbaar Deksel: pedaal Programmatieunit Microprocessor
Boven 1scoop/ Deurvergrendeling
Programmeerunit
Voorlader Met manden
LC display
Continue optimale vulling Geen hergebruik van desinfectans afh. van Extern en intern model circuit 90x174x68 Extern = draaiende 90x200x70 sproeiers Obstructiealarm Geen hergebruik van desinfectans Gemengd water Eenrichtingsflow Afvoer Tussentijds blazen 220V Doorlopend bevloeien 2 pompen Geen hergebruik van desinfectans 900x600x850 max.230V Continue flow Uitgebreide monitoring van iedere processtap Geen hergebruik van desinfectans
Aantal scopen
Bediening
2 endoscopen/ cyclus Extra voorziening voor duodenoscoop Ook rigide scopen mogelijk
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 26 van 37
Voorreiniging nodig? Wassenburg Neen rms equipment
Fibroclean Getinge
Soluscope Onis
ETD 3 Olympus
Ja
Ja
Ja
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
Lektest
Voor en na cyclus
Acties
Voorspoelen Reinigen Tussenspoelen Desinfecteren Naspoelen Steeds blazen Begin en Wassen einde cyclus Spoelen Desinfecteren Drogen Doorlopend Reinigen Desinfecteren 45°C Spoelen Drogen Optie: drogen alc Begin van de Voorreinigen cyclus Reinigen Desinfectie 1st spoeling 2de spoeling Drogen (Rigide scoop)
Bijzonderheden
Koud 35°C 58°C 58°C 58°C Kamertemperatuur Filter: 5, 0,5 en 0,1µ
Koud 35°C 35°C Koud Koud 57°C 60°C
Producten
Detergent
Gefilterd water: 0,2µ Detergent Gefilterd water Gluteraldehyde 2% 99,999% gefilterde lucht Soluscope E: enzym Soluscope D:0,15% GA Filter: 5, 1, 0,5 en 0,2µ Filter: 0,2µ
Detergent EndoDet EndoDis (PAA) of GA Kleine dosis PAA + UV
Contact
0"-20" 5-10' 0-2' 5' 3 x 1'
Dosering
Volautomatisch
Volautomatisch 3 pompen + alarm 10' 2' min. 5'
Volautomatisch
1'
Volautomatisch Volumetrische controle
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 27 van 37
Microbiële werking
Cycli
Duur
Wassenburg rms equipment
niet Kort beschikbaar Normaal Intensief
Fibroclean Getinge
niet beschikbaar
Soluscope Onis
beschikbaar Standaard 15' Standaard + alc 18' 1ste gebruik 35' 1ste gebruik dag 12' Extra drogen 5' Autodesinfectie 28' Id.programeren 28' Ontkalken 42' Beschikbaar Geen tijden beschikbaar
ETD 3 Olympus
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
Autodesinfectie
Procesvalidatie
Proces- controle en Kwaliteits traceability controle
Extra
Nt beschikbaar
Display ER Printer: ook patiëntcode Computer Netwerk Optie: barcodering Info aansluiten scoop
Korte cyclus (D) Lange cyclus(P)
Nt beschikbaar
Dagelijks Actieve chloor 0,17%
Beschikbaar
Display Outprint Listing mogelijk Display Kweken Auditief alarm aanbevolen Outprint als cyclus OK Kit Barcodering: type 3 beschikbaar
Optie: Therm. Desinfectie Monitoring kanalen 2x/jaar: vervangen kanalen Afzuiging dampen Cave: Filters en inlaten steriliseren Nieuwe scoop = firma bellen + 6 kanalen = firma bellen Niet aansluiten kanaall = geen melding Desinfectie afvalwater Optie: doorgeefdeuren
Geen vermelding
Beschikbaar
Zie contact Standaard Beh.container/ cyclus
30'
Flowmonitoring EndoID=Proces, endoscoop, bediener Outprint, connectie met managementsysteem
Opblaasbare rand Klein residu Disconnectievat
Perazijnzuur fixeert niet de eiwitten en voorkomt biofilm Herkenning mand rigide/ flexibele scoop Monitoring sproeiarm Ondersteuning via ISDN
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 28 van 37
Bijlage 2: Productinformatie Sanford richtlijnen CHARACTERISTICS OF MAIN GROUPS OF ANTISEPTICS AND DISINFECTANTS DISINFECTANT
BACTERICIDAL FUNGICIDAL ACTIVITY ACTIVITY very active very active
TUBERCULOCIDAL VIRUCIDAL ACTIVITY ACTIVITY very active very active
SPORICIDAL ACTIVITY not active
LOCAL HUMAN TOXICITY moderate
less active against gram-negative bacilli very active
less active
not active
not active
not active
low
active
active
very active
less active
moderate
Skin and wound antisepsis, water treatment and surface disinfection.
Formaldehyde.
very active
very active
very active
very active
less active
high
Glutaraldehyde.
very active
very active
very active
very active
very active
high
Hydrogen peroxide.
active
active
active
less active
low
Iodophors.
less active against staphylo- and enterococci active
Disinfection of inanimate objects and surfaces. Disinfection of inanimate objects. Wound antisepsis.
less active
active
active
not active
moderate
Peracetic acid.
very active
active
active
active
active
high
less active
not active
high
less active
not active
low
Alcohal (ethanol, isopropanol). Chlorhexidine.
Chlorine compounds (hypochlorites, chloramine).
Phenol compounds very active
very active
Quaternary ammonium compounds
less active
less active against gram-negative bacilli
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
not active
APPLICATIONS Skin antisepsis and disinfection of small surfaces. Skin and wound antisepsis.
Skin and wound antisepsis. Disinfection of inanimate objects. Disinfection of inanimate objects and surfaces. To use in combination with other compounds.
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 29 van 37
Middelen voor handmatige reiniging van scopen niet limitatief
Product
firma
samenstelling
Aniozyme PLA
Anios - Hospithera
Aniosyme DD1
Anios - Hospithera
Cidezyme Enzol (Cidezime)
J&J
oppervlakte-actieve stoffen, proteolytische enzymen
Esculase
Rivadis -King
quaternaire ammonia, proteolytische enzymen
Sekusept Plus
Ecolab - Henkel Omega Hospital
50% glucoprotamine, 5-15% aromatische alcohol, 5-15% wateroplosbare oplosmiddelen, 5-15% niet-ionogene oppervlakte-actieve stoffen
neodisher LM 2
Weigert,Dr.GmbH&Co. Veru Chemie
< 5% amphotere tensiden
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
quaternaire ammonia, niet-ionogene oppervlakteactieve stoffen, proteolytische enzymen quaternaire ammonium propionaten, polyhexanide, enzymatisch complex (protéase, lipase et amylase), surfactans, stabiliserend agens, parfum, kleurstof
PHwaarde
vorm
Type 1 = reiniger 2 = desinfectans 3 = ultrason
poeder
7
verpakking
zakjes 25 gr. emmer 2 kg.
1.2.3
vloeibaar
dosis 25 ml 1 L incl. doseerpomp 5 L incl. doseerpomp
vloeibaar
5 L incl. doseerpomp
1,3
zakjes 35 gr. emmer 2 of 5 Kg.
1,2
poeder
9
vloeibaar
9.2 11.0
vloeibaar
flacon 2L met doseerpomp plastiek jerrycan 6 L
1.2.3
1
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 30 van 37
Product
firma
samenstelling
Neodisher mediclean
<5% anionische tensiden, 5-15% NTA(zout), oplosalcohol, conserveringsmiddelen, corrosie-inhibitatoren
Neodisher medizym
<5% enzymen, 1-5% anionische tensiden, 5-15% zouten van organische zuren, 5-15% alcohol
InstruPlus
Deppe Onis Belgium
PHwaarde 9,9
vorm
verpakking
Type
vloeibaar
1
8-8.5
vloeibaar
1,3
1.2.3
InstruPlus N
1.2.3
Instrustar
1.2.3
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 31 van 37
Middelen voor handmatige desinfectie van scopen niet limitatief, prijzen 2004
firma
productnaam
bactericide, fungicide, n onderbewaarvirucide sporicide dompelingen tijd
verpakking
kostprijs excl. BTW
PH-waarde
samenstelling
teststrook
Glutaaraldehyde Endosporine Endosporine P (parfum) Steranios 20%
Peters
20 min.
Hospithera
20 min.
1 u.
30 dagen bidon 5L - 1L
Steranios 2%
20 min.
1 u.
30
flacon 250 ml 500 ml 14 dagen bidon5L - 2L
Phagocide D Phagogène Sekusept Forte Omega
20 min. 15'-30'
1 u.
50
bidon5L 14 dagen bidon 6L geconc. 50 ml / 5L
€ 12,39 € 12,39
glutaaraldehyde 2%
? ?
€ 6,82 – € 11,65 € 17,72 (€ 1,26/dag) € 15,81 € 142 €
glutaaraldehyde 20%
60st (€ 20,82)
glutaaraldehyde 2% glutaaraldehyde 2,5% glutaaraldehyde 4à5%
geen!
€ 0,50
Orthophtalaldehyde Cidex OPA
J&J
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
12 min
> 12 u,
14 dagen bidon+activator
€ 36,19 / € ortho-fthaalaldehyde 0,55%, 2,58/dag inerte ingrediënten 99,45%
2x15st (€ 33 / €1,1st) 2x60st (€ 95 / € 0,79st )
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 32 van 37
productnaam
firma
bactericide, fungicide, n onderbewaarvirucide sporicide dompelingen tijd
verpakking
kostprijs excl. BTW
samenstelling
PH-waarde
teststrook
4
geen!
5,5 à 7
50st (€ 17,35 / € 0,34st)
Perazijnzuur Nu Cidex
Anioxide 1000
Anioxy-Twin
Dynacide
J&J
5 min
5 min
20
max. 8u. bidon 5L+activator
Hospithera
15 min.
30 min.
50
7 dagen bidon 5L+activator
Hospithera
15 min.
15 min.
Rivadis King
15 min.
15 min.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
dagelijks 2 flacons
10
4 u.
emmer 2 kg poeder zakjes 60,5 gr
€ 35,00
flacon A: waterstofperoxyde <2%, andere componenten en water flacon B: perazijnzuur 5%, waterstofperoxyde 20%, azijnzuur 10%, andere componenten en water € 34,30 (€ activator: katalisator van 4,9/dag) oxiderende stoffen, glycolitische derivaten, nietionogene oppervlakteactieve stoffen, isopropanol en kleurstof. generator: waterstofperoxyde, corrosieinhibitoren, stabilisatoren € 8,40
?
blauwe dop: corrosieinhibitoren rode dop: perazijnzuur 5%
perborate, tetraacetylethylenediamine
controle o/d 4u
8,5 (blauwe dop) 50st 1,1(rode dop) (€ 18 / 4,5 (bereide opl) € 0,36st)
7
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 33 van 37
firma
productnaam
bactericide, fungicide, n onderbewaarvirucide sporicide dompelingen tijd
verpakking
kostprijs excl. BTW
PH-waarde
samenstelling
teststrook
Sodium perborate Sekusept aktiv
Omega
15 min.
dagelijks emmer 6 kg.
zakjes 100 gr.
€ 95,91 30-50% sodium perborate (€ 1,59/dag) monohydrate <5% Fatty alcohol € 98,94/ ethoxylate 50zakjes (€ 1,97/dag)
8
200st (€ 124 / € 0,62st
Quaternaire componenten Endostar
Onis
bidon 5L
€ 118,60
bidon 4x2L/geconc.:40 ml/5L
€ 114,50
bidon 6L/geconc.
€ 76,58
Glucoprotamine Sekusept Plus
Omega
15 min (bij 4%)
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
50% glucoprotamine 5-15% aromatische alcohol 5-15% wateroplosbare oplosmiddelen 5-15% niet ionogene oppervlakte-actieve stoffen
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 34 van 37
Middelen voor machinale reiniging en desinfectie van scopen niet limitatief
firma
Product
samenstelling
PH-waarde
vorm
verpakking
Type 1 = reiniger 2 = desinfect. 3 = ultrason
Sekumatec FRE
Henkel Omega Hospital
Sekumatic FD
Henkel Omega Hospital
Thermosept ER
Schülke&Mayr GmbH Hospithera
Thermosept ED
Schülke&Mayr GmbH Hospithera
Sumatox E
DiverseyLever
Neodisher Septo DN
Weigert,Dr.GmbH&Co.
Neodisher Septo DA Neodisher mediclean
5-15% niet ionogene oppervlakteactieve stoffen, enzymen,conserverende glycolen, wateroplosbare oplosmiddelen 20% glutaaraldehyde, corrosie-inhibitor, alcohol niet-ionische tensiden, enzymen, glycolen, corrosie-inhibitoren, oplosmiddel 20 g glutaaraldehyde, corrosie-inhibitoren, alcoholen, complexvormers
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
vloeistof
1
3,5
vloeistof
2
7,8
vloeibaar
5L
1
7
vloeibaar
5L
2
1 <5% niet ionische tensiden, 6.0g glyoxal, 3.5g glutaraldehyde 5-10% glyoxal, 1-5% glutaraldehyde
zie I
5,5
zie I
3,3
vloeibaar
3.2 +/-0.2
vloeibaar
2
bus 5L
2 1
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 35 van 37
Product
firma
samenstelling
PH-waarde
vorm
verpakking
Type
Neodisher medizym
zie I
zie I
ETD Cleaner
Olympus Omnilabo
5-15% niet ionische tensiden, enzymen, glycol, oplosmiddelen
5,5
vloeibaar
1
ETD Disinfectant
Olympus Omnilabo
20% glutaraldehyde corrosie-inhibitor alkohol
3,5
vloeistof
2
Endozime AW
Ruhof Corporation
Endomat Plus
Deppe Onis
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
1
7
1 1,2
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 36 van 37
Referenties European Committee for standardization: draft prEN ISO 15883-1; washer-disinfectors, part 1: general requirements, definitions and tests. European Committee for standardization: draft prEN ISO 15883-4; washer-disinfectors, part 4: requirements and tests for washer-disinfectors employing chemical disinfection for thermo-labile endoscopes. European society of gastrointestinal endoscopy: Technical note on cleaning and disinfection. Ayliffe, G.: Decontamination of minimally invasive surgical endoscopes and accessories; working party report. Journal of Hospital Infection, 45: 263-277, 2000. Zühlsdorf, B., Floss, H. and H. Martiny: Efficacy of 10 different cleaning processes in a washerdisinfector for flexible endoscopes. Journal of Hospital Infection, 56: 305-311, 2004. Kampf, G., Bloss, R. and H. Martiny: Surface fixation of dried blood by glutaraldehyde and peracetic acid. Journal of Hospital Infection, 57: 139-143, 2004. Martiny, H., Floss, H. and B. Zühlsdorf: The importance of cleaning for the overall results of processing endoscopes. Journal of Hospital Infection, 56: S16-S22, 2004. Heeg, P.: Reprocessing endoiscopes: national recommendations with a special emphasis on cleaning – the German perspective. Journal of Hospital Infection, 56: S23-S26, 2004. Darbord, J.C.: Importance of cleaning for reprocessing endoscopes and thermlabile sterile medical devices: French use and regulations. Journal of Hospital Infection, 56: S40-S43, 2004. Staatstoezicht op de volksgezondheid: Follow-up onderzoek scopendesinfectie; kwaliteit van de reiniging en desinfectie van scopen nog onvoldoende verbeterd. Den Haag, juni 2004. Alvarado, C.J. and M. Reichelderfer: Special communications: ‘Apic guideline for infection prevention and control in flexible endoscopy. American Journal of Infection Control, 28:138-155, 2000. Hoge Gezondheidsraad: Het onderhoud van endoscopisch materiaal en de preventie van infecties. Ministerie van Sociale zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, 1996. Werkgroep infectiepreventie: Reiniging en desinfectie van fiberoptische apparatuur, richtlijn n°21a., 1992. Werkgroep infectiepreventie: Reiniging en desinfectie van scopen (concept), richtlijn n°21b., 2000. Provinciale werkgroep ziekenhuishygiëne Antwerpen: Reiniging en ontsmetting van endoscopen (consensustekst). De handleidingen en productinformatiefiches van de verschillende besproken toestellen en producten.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 01 pagina 37 van 37