Het psychische immuunsysteem
'Essentieel is kunnen zien, Kunnen zien zonder te denken, Kunnen zien wanneer men ziet En niet denken wanneer men ziet Noch zien wanneer men denkt. Maar dat (wee ons, met onze aangeklede zielen!) Dat vereis diepgaande studie, Eist een leerschool in verlering' Pessoa, Gedichten, 95
Catharina Boot Eindwerk juli 2013
1
Het Stockholm syndroom, genoemd naar de overval op de Kreditbanken in Stockholm en de daaropvolgende gijzeling van 23 tot 28 augustus 1973, een psychologisch verschijnsel dat soms optreedt tijdens een gijzeling waarbij gegijzelden een band van sympathie, loyaliteit of zelfs liefde ontwikkelen ten opzichte van hun gijzelnemers. De gegijzelden namen het voor hun gijzelnemers op, zelfs nog ná de zesdaagse gijzeling. Aangenomen wordt dat het stockholmsyndroom tot ontwikkeling kan komen in een omstandigheid waar de gijzelnemer absolute controle over de gijzelaars kan uitoefenen en binnen die absolute controle voorziet in de basisbehoeften van het slachtoffer, bijvoorbeeld door het geven van voedsel of beschutting. Voor buitenstaanders is dit een paradoxale situatie, omdat het ook bij de gegijzelde bekend is dat hij zich slechts in een afhankelijke situatie bevindt als gevolg van de acties van de gijzelnemer
2
Inhoudsopgave
Inleiding Psychische immuunsysteem Afweermechanismen Het kind Brein Neurologische topografie Neuroplasticiteit Spiegelneuronen Selectieve aandacht Plezier en gevaar Stressrespons Het limbische systeem Amygdala Thalamus Hypothalamus Hippocampus Cortex Hart-Hersensysteem Genen Herinneringen Angst Adem Slaap/Dromen Helen Nawoord Termen Noten Bibliografie
4 6 10 13 19 19 20 22 23 24 27 29 29 31 31 31 33 35 36 37 39 41 43 44 46 48 50 51
3
Inleiding In de loop van mijn cranio sacrale opleiding raakte ik steeds meer gefascineerd door de angst en de weerstand die ik voelde bij het ontvangen van een sessie. Bij een aanraking gierde de angst meestal direct door mijn lichaam. Ik voelde veel opstandigheid en werd boos om de vragen die gesteld werden: 'Ja maar, zo eenvoudig is het niet.', 'Ik adem het niet zomaar weg!' Eigenlijk wilde ik het stiekem vasthouden, want dat kende ik. Ik verdween naar andere gebieden en was dus niet meer bewust aanwezig. Ik kon niet bij mijn herinneringen en wist niet wat ik voelde. Ik voelde me vaak onveilig en als er een vraag gesteld werd die te 'dichtbij' kwam was er in mijn hoofd een leegte, een grote witte vlakte. Ik merkte dat ik het voor de therapeut goed wilde doen maar die ook zéker niet tot last wilde zijn: ik kan toch niet wéér gaan huilen. Het leek af en toe wel alsof ik dat kind nog was, zo klein voelde ik me. Het was een geworstel in mezelf, een gevecht om toe te laten me kwetsbaar te tonen. Aan loslaten kwam ik überhaupt niet toe. En juist door de aanraking kon ik me zo alleen voelen! Ik realiseerde me steeds meer, dit heeft me jaren lang beschermd. Op deze manier hoefde ik niet in de doos van Pandora te kijken. Mijn 'psychische immuunsysteem' was zeer goed ontwikkeld. "Ik realiseer me, dat de wereld voor mij als kind een heel beangstigende was, omdat ik 'slechte ogen' had. Vooral in het donker was alles vervormd en voelde en hoorde ik meer dan ik zag. Elke nacht een 'monster-onder-het-bed beleving'. Ik wist niet beter dan dat 'dat' de wereld was. Overdag wazig zonder details en 's avonds donker en vervormd, alles kon ook in elkaar overvloeien tot een zwart gat. Jaren heb ik dit gevoel weggestopt ergens in de catacomben van mijn geest. Te angstig, te confronterend, te pijnlijk. Op den duur verscherpte mijn lenzen en bril mijn zicht op de wereld maar ondertussen zag ik niet 'echt', niet echt bewust. 'Ik sliep', bij wijze van spreken, met een grote onbewuste weerstand op het doorbreken van dit patroon. Toen ik een paar jaar geleden bij Brussel midden in de nacht, in een buitenwijk bij het vliegveld, in een auto zat en het regende, overviel me een gevoel van paniek. Ik keek naar buiten door de beslagen ramen naar een desolate, donkere omgeving. Alles vervormde en het zag er beangstigend uit. Ik voelde me zo in en in eenzaam. Rationeel gezien was er geen gevaar en hoefde ik me niet bang en alleen te voelen. Mijn vriend, die de auto bestuurde en mijn dochter zaten ook in de auto en buiten was er een miezerige regen in de nacht. Ik realiseerde me dat ik dit van vroeger kende. Ik kon blijven voelen wat dit met me deed zonder verder in paniek te raken. Dit was wat ik al zo lang kende, maar nooit onder ogen durfde te zien. Ik was er van in de war en voelde weerstand en nieuwsgierigheid om dit te onderzoeken. Ergens was er een scheurtje in de catacomben ontstaan en 'iets' had de kans genomen om mij van mijn stuk te brengen. Mijn beschermingsmechanisme 'faalde'. . . " Tijdens het geven van een sessie kom ik deze patronen ook regelmatig bij clienten tegen. Ik voel dan de weerstand 'in de lucht' hangen. Meestal kunnen ze dan niet bij hun gevoel; Dat voel ik niet, Dat weet ik niet, Ik voel, zie niets. Er is geen lichaamsbewustzijn en het lijkt alsof ze 'eigenlijk' niet willen. Het proces van lezen, schrijven, voelen, herinneren en vragen stellen hebben 4
uiteindelijke de inhoud en de vorm van deze scriptie bepaald, het wees mij de weg naar wat ik wilde vertellen. Ik heb opgeschreven wat mij intrigeerde en raakte, waar ik iets aan had om mee verder te gaan tijdens mijn proces. Voor mij was het een heel waardevol onderzoek en ik heb onderweg genoten. Het is een deel van mijn ervaringsreis die niet zal stoppen na de laatste letter in deze scriptie. Ik heb gelezen over het psychische immuunsysteem, de afweermechanisme, verdringing, weerstand, het brein en zijn facetten, baby's, de angstrespons, hart, genen, herinneringen, adem, slaap en angst. Van het een rolde ik in het andere. De 'biologie les' gecombineerd met beschouwingen vanuit allerlei richtingen heeft het voor mij heel inzichtelijk gemaakt. Ik wil het kunnen begrijpen om het los te kunnen laten zoals je een spier aan spant om te kunnen ontspannen. Cranio was steeds een constante factor op de achtergrond. Elke keer ging er door me heen: "Hoe verhoudt zich dit tot cranio, kan ik hier wat mee!". Ook ervaringen uit mijn eigen verleden zullen waar ik het nodig en zinvol vind geciteerd worden aangezien er tijdens het lezen en schrijven steeds herinneringen op plopte die dan als een puzzelstukje op hun plaats vielen. In de diverse bronnen wordt er vaak over hetzelfde gesproken terwijl er een ander naampje aanzit. Ik heb geprobeerd dit onder één noemer te brengen. Zo heb ik er o.a. voor gekozen om bij de deling van het bewustzijn Ingeborg Bosch aan te houden met het volwassen-bewustzijn en het kind-bewustzijn. Veel heb ik buiten mijn scriptie gelaten omdat het binnen dit kader te veel werd. Zo realiseer ik me dat ook de systemische invloeden en je blauwdruk heel bepalend zijn voor je vorming. Het zou stuk voor stuk een scriptie kunnen zijn.
5
Het Psychische Immuunsysteem
Als ze als kind . . Als ze als kind niet altijd zo stil had hoeven zijn Had ze vandaag misschien het hoogste lied gezongen Als ze als kind niet altijd zo alleen was geweest Had ze vandaag misschien allang iemand gevonden Als ze als kind niet altijd zo bang had hoeven zijn Had ze vandaag misschien van iemand durven houden Als ze als kind niet altijd zo'n puinhoop had gezien Had ze vandaag misschien kastelen kunnen bouwen Als ze als kind de warmte van de zomer had gekend Was ze die warmte in haar winter nooit verloren Als ze als kind de warmte van een nest had gekend Had het haar hele leven lang niet zo gevroren Als ze als kind niet al zo oud had hoeven zijn Had ze vandaag nog een kinderlied gezongen Als ze als kind gewoon een kind had kunnen zijn Was ze vandaag als een kind opnieuw begonnen Liselore Gerritsen
Door het psychische immuunsysteem worden psychisch schadelijke, emotioneel ziekmakende indringers op een speciale plek in ons bewustzijn ingekapseld. Deze worden niet afgevoerd omdat we op dat moment niet kunnen verwerken wat er gebeurt in tegenstelling tot het fysieke immuunsysteem dat bacteriën en virussen inkapselt om ze af te voeren uit het lichaam. Zo zegt Alice Miller: “Iedereen bezit in zichzelf waarschijnlijk wel een kamertje dat hij min of meer voor zichzelf heeft verborgen en waarin de rekwisieten van het drama van zijn kinderjaren zijn opgeborgen”.1 Doordat conflict beladen belevenissen uit de jeugd in het duister blijven kunnen ze op een later moment juist de verborgen sleutels zijn. Freud schreef dat het onbewuste onveranderd en tijdloos blijft en pas de bewustwording een eerste begin vormt van de verandering. Het bewustzijn is in principe een geheel als we geboren worden, dat wil zeggen dat via de zintuigen en de vanuit het eigen lichaam binnengekomen signalen zoals honger en pijn volledig tot het bewustzijn kunnen doordringen en een reactie veroorzaken. Er is geen blokkade en het is een stromend geheel. Als er veel 6
stressvolle momenten zijn deelt het bewustzijn zich vaak op jonge leeftijd, dat kan al in de baarmoeder plaatsvinden. Dit heet verdringing en vindt onbewust plaats. Een deel van de gebeurtenis wordt buitengesloten alsof het niet of nooit gebeurt is. Het is het beschermingssysteem van de geest wat heel krachtig kan zijn en op die manier een 'gezond' psychisch immuunsysteem vormt. Het heeft het vermogen om het bewustzijn te delen, in een deel het 'trauma', de levensbedreigende waarheid die we niet willen voelen, en een deel zonder pijnlijke waarheden, waarin het lijkt alsof er niets ergs aan de hand is en waarin je zelf gelooft, de illusie, maya. We zijn zo goed in overleven dat we 'onszelf voor de gek houden'. Dit is een splitsing in een ongedeeld en een gedeeld bewustzijn. Bij een gedeeld bewustzijn zie je de wereld door de ogen van jezelf als kind of door de ogen van de volwassene die je nu bent. Het gevolg is dat we de wereld als heel verschillend ervaren al naar gelang we in het ene of het andere bewustzijn vertoeven. Doordat we de waarheid ontkennen bouwen we met verschillende illusies een muur van afweer om het afgesplitste deel van ons bewustzijn heen. Door het geen volledig besef hebben van de werkelijkheid voelen we de pijn van de waarheid niet. Het is voor een kind bedreigend om te onderkennen dat een aantal basisbehoeften op fysiek, mentaal en emotioneel gebied niet vervuld worden aangezien zijn overleving er van afhangt. De waarheid wordt dan vervangen door een leugen: "Mijn moeder houdt veel van me, we hebben een goede band", "ze is misschien wel de belangrijkste persoon in mijn leven". Zo kunnen we ons wijs maken dat we een 'fantastisch leuke jeugd' hebben gehad of 'mijn jeugd viel wel mee', terwijl er later herinneringen of gevoelens boven kunnen komen die het anders kleuren. "Zelf heb ik heel lang volgehouden dat mijn jeugd heerlijk was. Mijn ouders lieten me zó vrij. Maar ondertussen waren er weinig herinneringen en veel blinde vlekken. Langzamerhand komen er nu steeds meer herinneringen boven die een ander beeld geven. Het was o.a. een stressvolle tijd omdat mijn ouders heel veel ruzie maakte toen ik klein was. Het was met name mijn lichaam wat reageerde. Tijdens een cranio-sessie op de opleiding reageerde ik heftig op boos geschreeuw op een andere tafel; ik voelde angst, ik zweette, mijn hart ging te keer en ik verstijfde. Terwijl ik ook wist dat er niets kon gebeuren en me realiseerde dat dit van vroeger was."
Als we geen controle hebben over onze situatie dan kunnen we ook 'aangeleerde hulpeloosheid' ontwikkelen, je ondergaat het, je probeert niet eens te ontsnappen. We voelen ons automatische verlamd en hulpeloos elke keer als de oriëntatie- en verdedigingsreacties geactiveerd worden. We voelen angst, diepe hulpeloosheid, schaamte, verdoving, depressie en depersonalisatie en gaan voorbij aan andere emoties. Zelfs het vermoeden van enige controle is essentieel voor een gevoel van welzijn. Zo zie je dat overlevende uit concentratiekampen in staat waren dat deel van hun bewustzijn, dat de situatie in het kamp bevatte, te blokkeren en een ander deel, waarin ze een prachtige symfonie hoorden, konden oproepen. Een klein kind heeft geen enkel vermoeden van controle en zal de situatie dus altijd als levensbedreigend ervaren. Als we eenmaal volwassen zijn kunnen deze levensreddende mechanismen destructief worden en ons leven moeilijker en pijnlijker maken dan nodig is, ze blijven 7
op een onbewust niveau actief en kunnen ziekteverwekkend worden. Het emotionele brein, heeft als voornaamste speelveld het fysieke lichaam, het psychische wordt in het fysieke lichaam uitgedrukt en de toegang tot pijnlijke herinneringen loopt via het lichaam. Als we de kleine alarmsignalen van dit systeem over het hoofd zien en de hersenstam vervolgens geen verandering bespeurt in de gevoelens dan reageert die zo sterk dat er werkelijk klassieke stresssignalen ontstaan; onverklaarbare vermoeidheid, hoge bloeddruk, steeds terugkerende verkoudheid, infectieziekten, hartkwalen, ingewands- en huidklachten. Het maakt ons ziek. Zo is spierspanning vaak psychische spanning; rond de ogen, het voorhoofd, middenrif en het bekken. Als je kijkt naar je ademhaling, eten, slaapgewoonten en seksueel gedrag dan kom je vlug op het spoor van eventuele spanningsvelden want op de basisfuncties worden de spanningen die je ervaart afgezet. "Een aantal jaren geleden kon ik niet meer lopen, het was heel pijnlijk, en het ziekenhuis kon niets vinden en wist ook geen oplossing. Gelukkig voor mij kreeg ik hulp van een spiritueel genezer die me weer op de been hielp. Er zat een trauma, een bevroren restant energie, dat niet ontladen was in mijn heup. Dit ging gepaard met inzichten en emoties zoals angst en verdriet."
8
Een 'symbool', persoon of situatie die je aan het verleden herinnert, kan je raken op onbewust niveau en je dan confronteren met iets uit het verleden, iets wat je als kind hebt verdrongen. Het bewustzijn verschuift van het volwassen-bewustzijn, een deel waar we bewust toegang toe hebben, naar het kind-bewustzijn, een deel waar we niet bewust bij kunnen komen. We ervaren nu alles vanuit het perspectief van het kind dat we waren. Plotseling en zonder te beseffen waarom, krijgen we gevoelens van; ons niet gewaardeerd of begrepen voelen, gedeprimeerd zijn, onzekerheid, het gevoel geen keuze te hebben en dus overgeleverd te zijn, schuldig voelen, hevige irritatie of felle woede die niet in verhouding tot de situatie staat. We kunnen zelfs in een centrifuge van emoties komen. Het kan aanwezig zijn als 'achtergrondgevoelens' omdat de oude gevoelens zo vaak aanwezig waren dat er geen specifieke gebeurtenis aan gekoppeld kan worden. Ook op latere leeftijd als we zeer 'levensbedreigende' situaties of trauma's meemaken kan ons psychische immuunsysteem natuurlijk in actie komen. De meeste van ons hebben een 'onverwerkt verleden', een afgekapseld en niet geïntegreerd deel, die doorgegeven wordt aan de volgende generatie, introjectie. Daardoor maakt bijna elk kind zich op onbewust niveau de ideeënwereld van de verzorgers, de afgekapselde en niet geïntegreerde delen van de ouders eigen. Vaak komt dit ook tot uiting in het familiesysteem. De onvervulde behoeften blijven lokken maar je kan nooit meer krijgen wat je toen nodig had. Het gat is nooit te vullen. Je kunt als volwassenen wel honderd keer je uiten op de manier zoals je dat als kind niet mocht, maar het verandert niets aan het feit dat het kind dat je was, dat niet mocht en dat deed zeer. Het is wat je nu nog voelt maar niet wil voelen.
9
Afweermechanisme Een kind ontwikkelt vele manieren van afweer om de pijn niet te voelen en zo de realiteit te ontkennen. Ingeborg Bosch heeft een aantal afweermechanisme om jezelf te beschermen mooi in kaart gebracht. -Ontkenning van behoeften. Je bent ervan overtuigd dat je eigen behoeften niet vervuld hoeven te worden; ik heb niets nodig; ik red me wel; het gaat goed met me; ik heb geen last van de scheiding; nee hoor, de drukte stoort me niet; kop op achter de wolken schijnt de zon; accepteer de situatie; het komt allemaal wel goed. Conflicten worden vermeden. Het lijkt of je in emotionele en psychische zin goed aangepast bent. Maar er is gebrek aan intimiteit met je partner, je kinderen en je vrienden waarvan je er niet zoveel hebt. Door je eigen problemen te ontkennen hoef je je niet kwetsbaar te voelen. De ander en niet jij heeft een probleem en die moet veranderen. Het is het onvermogen om jezelf te laten zien, intiem te zijn, te kunnen vertellen wat erin je omgaat en voor sterke eigen gevoelens en wensen ben je afgesloten. ontbreken. De verbinding tussen voelen en willen is niet meer aan elkaar gekoppeld doordat de verbinding tussen hoofd en hart doorgesneden is. Vaak word je als een makkelijk kind gezien. Vanaf 1,5-2 jaar kun je dit afweermechanisme als kind hanteren. -Valse macht. Dit afweermechanisme kun je gaan hanteren bij een omgeving in je jeugd met autoritair, streng, veeleisend, snel beoordelend, bestraffend en macht wellustig gedrag. Je geeft een ander de schuld via boosheid, wat kan variëren van irritatie tot razernij, want er is niets mis met jezelf. De ander is dom, lui, gemeen, waardeloos en oneerlijk en wil je beschadigen en dat komt pas goed als de ander en de wereld verandert. Het geeft een gevoel van macht als je boos bent, je bent sterker dan de ander. Deze illusie van kracht kan je een goed gevoel geven, een enorme maar tijdelijke energiestroom, een roesachtig effect, en je gelooft er echt in. Maar deze loopt leeg als een luchtballon als de woede weg is en dan komt het gevoel van onbehagen, dat eronder zit, sterk naar de oppervlakte. Zo kan je vaak heel eenzaam zijn, een gebrek aan intimiteit voelen en een leven vol met conflicten ervaren, ook met mensen die je na aan het hart liggen. Vanaf 1,5-2 jaar kun het kind dit afweermechanisme hanteren. -Valse hoop. Je gaat ervan uit dat: Als je nog meer je best doet om te doen of te zijn zoals je denkt dat jouw ouders je willen zien dan worden je behoeften wel vervuld; Ik kan krijgen wat ik nodig heb als ik maar........me rustiger gedraag, geen lawaai maak, hard leer, slanker zijn, buiten de stad woon, me minder emotioneel gedraag, aardig doe terwijl ik eigenlijk boos ben etc. de lijst is lang. Valse hoop geeft een tijdelijk en vluchtig gevoel van hoop in het heden, zodra dit weg is stort de hoop in. Vanaf 1,5-2 jaar kan een kind dit afweermechanisme hanteren. -Primaire afweer. Je geeft jezelf de schuld waarom het is zoals het is; Ik ben slecht, ik deug niet, ik kan het niet, ik ben te dik, ik ben onaardig, gevoelens van schaamte, het is allemaal mijn schuld, 'Er is iets mis met mij want ik kan niet voor mijn eigen behoefte zorgen'. En als je denkt dat het aan jouw ligt, kun je 'begrijpen' waarom 10
jouw verzorgers niet aan jouw behoeften tegemoetkomen. Het is een streng negatief oordeel over de eigen persoon; Ik kan misschien iets aan de ellende doen omdat ik het aan mezelf te danken heb en zo hoef ik de mensen om me heen ook niet te zien zoals ze werkelijk zijn. Op deze manier kun je je beschermen tegen de verwijten die direct of indirect door je omgeving zijn gemaakt. Het gevoel van ik kan er helemaal niets aan doen uit zich in passieve hopeloze teneergeslagenheid. Er is een gevoel van, het is allemaal te veel. De primaire afweer geeft nooit, al is het maar tijdelijk, een goed gevoel. De pijnlijke gevoelens kunnen zelfs versterkt worden door jarenlang pijn te voelen en te huilen doordat je de afweergevoelens zoals 'ik deug niet' verwart met de oude pijn en dus steeds in de afweer zit i.p.v. in de oude pijn van de onvervulde behoeften. Vanaf 1,5 á 2 jaar kan een kind dit afweermechanisme hanteren. -Angst. Een kind kan zich tot ongeveer 1,5-2 jaar niet op cognitieve wijze beschermen, een baby kan nog niet denken. Als het niet krijgt wat het nodig heeft wordt het bang en produceert het stresshormonen. Dit worden er meer naarmate het langer huilt en de angst neemt toe. Na een tijdje, als er niemand komt, komt het in een gedissocieerde staat terecht. Dit is een algeheel verdoofd gevoel, wat voelt als een emotionele dood. Het kind huilt niet meer ook al is het nog hongerig, koud of bang. Soms wil het ook letterlijk niet meer zien en/of horen. De ogen en/of het gehoor worden slechter. De irreële angsten die ons later als we volwassen kunnen overvallen zijn hiernaar terug te leiden. Zonder dat er werkelijk gevaar is in het heden worden we bang zodat de illusie bestaat dat we nog kunnen vluchten van de bedreigende situatie. De oude pijn is geraakt door een symbool en ons afweersysteem reageert met angst. Zo rennen we hard de andere kant op om de oude pijn niet te voelen. Er is een gevaar dat we de angst voor de oude pijn aan gaan zien maar deze is niet de oude pijn zelf. Het afweermechanisme angst; bang alleen te zijn, niet naar een feestje durven, elke confrontatie vermijden etc. de lijst is eindeloos lang. We kunnen zo de illusie in stand houden dat we nog kunnen vluchten uit de situatie. Het kind dat we waren kon niet vluchten uit de situatie waarin het zich bevond, dat was een illusie. Zo dienen de irreële angsten als afweer tegen de oude pijn. We verplaatsen ons steeds van de ene afweer naar de andere en beschouwen dit vaak als de essentie van onze persoonlijkheid. Doordat het nauw vervlochten is met ons doen en laten denken we vaak dat het onze aard is. "Ik heb jarenlang gezegd: "Mijn ouders deden wat ze dachten dat goed was, het zijn geen slechte mensen","Ik weet dat er dat en dat is gebeurt maar het heeft me sterker gemaakt, het zal wel nodig geweest zijn. Het is vast ergens goed voor. Ik kan me niets herinneren. Ik heb een heerlijke jeugd gehad. Ik stelde als kind nooit vragen. Wilde al altijd alles zelf doen. Mijn zus was een makkelijk kind, met haar konden mijn ouders wel heel goed praten. Ik was een wildebras, een spring-in-hetveld. Ik was een gevaarlijk kind en moest in een tuigje, ook tijdens het slapen. Ik heb eindeloos veel geslapen, gedroomd en gefantaseerd. Ik heb heel veel van mijn leven verslapen. Ik heb altijd moeilijk mijn fysieke grens aan kunnen geven, ik kon de ander letterlijk niet bij me vandaan houden. Ik ben heel veel ziek geweest. Het is al zo lang geleden. Zonder emoties voor de zoveelste keer het verhaal vertellen, alsof het niet mijn verhaal is. Ik verzin het vast allemaal, ik weet niet of het echt is. Bij die ander is het veel erger. Ik loop weg als het te lastig wordt. Ik trek me in mezelf terug 11
als ik angst voel, als iets te dichtbij komt, als er een confrontatie is. Zo had ik een beeld van mezelf dat ik geen nee kon zeggen, niet nieuwsgierig was, vol met angst zat, schrikkerig was voor geluiden, niet kon voelen en ga zo maar door......" Als je niet kan leven naar je ware 'gezicht', dan kan die zich ook niet ontwikkelen en differentiëren. Je bent van jezelf vervreemd je leeft met wat je 'laat zien', gemaskerd zelfinzicht. Voor het kind-bewustzijn is het gevaar heel echt en daardoor zitten we gevangen in de illusie dat we ons nog steeds moeten beschermen tegen wat er in het verleden is gebeurd zonder ons te realiseren dat het heden meestal onbelast is. Het zijn de afweermechanismen die ons letterlijk in de weg kunnen gaan zitten als we volwassen zijn. Je kijkt dan met een blik van; je kunt zelf niet bepalen wat er moet gebeuren dat doen anderen, je hebt geen keus, er moet direct bevrediging plaatsvinden van mijn behoeften, er is een groot gevoel van machteloosheid en afhankelijkheid, de ander is machtiger en groter, een gevoel dat alles eeuwig duurt en nooit verandert, niemand houd van mij, het leven van de ander is beter en fijner dan het mijne. Het lijkt alsof je het heden ervaart, alsof het nu afspeelt, maar je leeft voortdurend in emotionele zin in de gebeurtenissen van je jeugd. Je bent niet geworteld in de ervaring van je eigen gevoelens en behoeften van nu.
12
Het kind Er zijn bij de geboorte zo goed als zeker evenveel neuronen aanwezig als in een volwassen brein, namelijk zo'n honderd miljard neuronen. Een groot deel is nog niet ingebed in myeline en de verbindingen tussen de neuronen zijn nog schaars. Hersenen van kleine kinderen kunnen omdat de axonen zo 'open en bloot' liggen synesthesie vertonen: Beelden kunnen gaan ruiken, muziektonen kunnen ze 'zien', kleuren kunnen ze 'horen'. De dieper gelegen delen, voor namelijk de basisfuncties, zijn verder ontwikkeld dan de cortex, hersenschors. Bij de uitbreiding van de sociale mogelijkheden van de baby speelt de ontwikkeling van de cortex een grote rol. Delen van de hersenen die met sociaal contact te maken hebben vormen zich tijdens het eerste levensjaar door het contact met anderen, de omgeving en de genen van de baby. Zo kunnen ze een grote verscheidenheid aan sociaal gedrag ontwikkelen. De basis wordt gelegd voor de band met de mensen om haar heen. Het sociale leven van een baby ontwikkeld zich doordat gespecialiseerde netwerken zich vormen in het babybrein, die toegesneden zijn op het verwerken van bepaalde informatie. Er zijn vier belangrijke hersennetwerken die zich in het 1e jaar ontwikkelen. 1.Het waarnemingsnetwerk, 2.het sociaal-signaalnetwerk, 13
3.het beloningsnetwerk 4.stressnetwerk. Een netwerk is een set hersengebieden die samenwerkt. Het kan optimaal informatie uitwisselen als er goede en efficiënte verbindingen zijn, alle gebieden van het brein kunnen met elkaar 'praten'. Elk neuron kan wel in verbinding staan met 10.000 andere waardoor er heel veel communicatie mogelijkheden zijn. Er wordt informatie uitgewisseld op de punten waar ze contact maken, de synapsen, die kan op elk moment uitstaan of aanstaan, in een toestand van prikkelbaarheid of afremming zijn. Het maakt ons mogelijk, om ons te richten op wat belangrijk is. Deze netwerken zijn wel min of meer in dezelfde gebieden te lokaliseren bij iedereen. De eerste twee zorgen ervoor dat de baby gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal kan begrijpen en zelf taal kan gaan gebruiken. De derde zorgt ervoor dat de baby en de ouders elkaar leuk vinden zodat ze zich aan elkaar gaan hechten. De vierde heeft een groot effect op de hersenontwikkeling en zorgt voor de rust die de baby nodig heeft om zich verder te ontwikkelen op alle vlakken. Tijdens de ontwikkeling van de hersenen groeit er een isolerende laag, de witte myeline laag, om de axonen. Vrij kleine cellen met meerdere tot tientallen uitlopers, de oligodendrocyten, zijn hiervoor verantwoordelijk. Ze wikkelen hun uitlopers, vele malen, meerdere keren rond een nabij gelegen neuriet en vormen zo een relatief dikke beschermende koker gevuld met myeline (80% vet en 20% eiwit). Hierdoor wordt de communicatie tussen de neuronen sneller, het zorgt ervoor dat de elektrische lading niet overslaat naar de verkeerde neuronen, en ze kunnen ook niet gaan samen klitten. Oligodendrocyten zijn gliacellen die 90% van ons brein vormen naast 10% neuronen. Andere gliacellen zijn astrocyten en microgliocyten die o.a. voor de afvoer van afvalstoffen en het opruimen van beschadigde neuronen zorgen. De achterhoofdskwab wordt al voor de geboorte gemyeliniseerd terwijl de prefrontale gebieden pas op volwassen leeftijd volledig zijn gemyeliniseerd. Er kan steeds meer informatie worden uitgewisseld tussen de verschillende delen van het babybrein. Tijdens de ontwikkeling wordt er ook gesnoeid, er gaan verbindingen af die niet gebruikt worden of niet sterk genoeg waren om een effect te hebben. Dit gebeurt niet in alle hersengebieden op hetzelfde moment. In de visuele cortex wordt er al rond de 4e maand gesnoeid. Na de 1e jaren wordt het vormen en snoeien van verbindingen wel minder. Bij de geboorte is een deel van het waarnemingsnetwerk al klaar, zo kan een baby al voor de geboorte horen, vanaf ongeveer de zesde of zevende maand van de zwangerschap. Het geeft andere netwerken bruikbare input, zoals goed kunnen zien en horen bij het vormen van het sociaal-signaalnetwerk. Zo leer je begrijpen hoe iemand zich voelt, voorspellen wat iemand gaat doen, beter in staat contact te maken door het zien van oogbewegingen, lichaamshouding en stem. Dat je de sociale signalen van iemand anders goed waarneemt is van belang in het contact met anderen, aangezien je een groot deel van je leven doorbrengt met het onderhouden van sociale contacten. De spiegelneuronen, een belangrijk onderdeel van het sociaal-signaalnetwerk, spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het inlevingsvermogen van baby's. Bij de geboorte zijn de twee kernen de colliculus superior en de amygdala al operationeel. De eerste oriënteert zich op visuele, auditieve en somatische prikkels en zorgt dat gelijktijdige synchronisatie mogelijk wordt en de tweede speelt een centrale rol in snel 14
detecteren van gezichten en emoties. Baby's hebben hierdoor een aangeboren neiging om zich te oriënteren op gezichten en ze kunnen vanaf het begin bv. goed bang zijn. Het is nog wel een grove aanpak. De delen van het sociaalsignaalnetwerk in de hersenschors die later een belangrijke rol gaan spelen in gezichtsverwerking zijn in het begin nog niet ver genoeg ontwikkeld; de superior temporal sulcus hoger in de slaapkwab (STS) nodig voor verwerken van emoties in een gezicht of blikrichting van de ogen en de fusiform face area onderin de slaapkwab (FFA) nodig om te weten wiens gezicht het is. De hersengebieden voor de emotionele gezichtsuitdrukking zijn bij een half jaar actief omdat er dan betere verbindingen zijn met het waarnemingsnetwerk. Deze zijn nodig om de subtielere verschillen te kunnen verwerken. Zo rond de 7 maanden zijn baby's gevoelig voor vooral emotioneel geladen stemmen, de temporal voice area, bovenste groef slaapkwab, wordt actiever. Zo zal een baby langer staren naar een bang gezicht dan naar een blij gezicht. Rond die tijd hebben baby's ook goed in de gaten of de emoties in stem en gezicht wel of niet bij elkaar passen. Bij 8 maanden kan het twee verschillende verwerkingstrajecten combineren. Zo weet de baby bij een detailtraject en een bewegingstraject waar het object, dat het ziet, zich bevindt. Bij de verwerking van de informatie bij een baby wordt een groter deel van de hersenen actief omdat deze nog niet helemaal gespecialiseerd zijn. In de loop van het 1e jaar verandert dit. Door de ontwikkeling van de hersenen kan een baby zich goed aanpassen aan zijn omgeving, de hersenschors kan zich nog toesnijden op de situatie van de baby. Bij het bouwen van een brein spelen ervaringen, ook die van in de baarmoeder, een belangrijke rol. Het beloningsnetwerk loopt van een diepgelegen hersenkern, het ventraal tegmentaal gebied via de nucleus accumbens naar de orbitofrontale hersenschors die verantwoordelijk is bij het regelen van een belonend gevoel, het genuanceerd emotioneel oordelen. De amygdala geeft input over de emoties. Dit netwerk is belangrijk voor het belonend gevoel zoals eten, drinken, seks en bij de gehechtheid tussen baby en de verzorgers. Het is belangrijk dat het beloningsnetwerk uit- en aangezet kan worden. Dit gebeurt d.m.v. de boodschappersstoffen dopamine, oxytocine en vasopressine. Dopamine, is hier de belangrijkste boodschappersstof, als je iets lekkers eet gaat het dopamineniveau in de NACC onmiddellijk omhoog en wil je meer. Door de boodschappersstoffen oxytocine en vasopressine raken mensen minder snel geïrriteerd of angstig omdat ze ervoor kunnen zorgen dat de amygdala minder actief wordt. Oxytocine wordt ook wel het ´hechtingshormoon´ genoemd en later nodig bij het leggen van sociale contacten, het onderdrukt agressie tegen vreemden en maakt dat we hen meer vertrouwen. Knuffelen en vrijen verhoogt het oxytocine gehalte in het bloed. Bij langdurige verstoring van de hechting is de oxytocine spiegel in het hersenvocht verlaagd. De orbitofrontale hersenschors van de moeder wordt bij het zien van de eigen baby actiever dan bij het zien van een vreemde baby, en ook bij de baby werd dit gebied actiever bij het zien van de eigen moeder. Als sociaal gedrag een positief gevoel geeft dan wil je vaker contact wat de basis is voor gehechtheid. Ook kan een baby door een goede gehechtheid aan haar verzorgers beter in staat zijn om met de stresssituatie om te gaan. Als het beloningsnetwerk stil ligt lijkt het alsof je je niet meer kan hechten. Dit netwerk staat in nauw contact met het stressnetwerk. In spannende situaties wordt het stressnetwerk actief en kan het makkelijk ontregeld en over geactiveerd raken. De onrust en angst die de baby voelt kan een negatief effect hebben op haar sociale leven omdat een onrustige en bange baby niet openstaat 15
voor haar omgeving. De ontwikkeling van het brein verloopt anders als de hersenen in de 'gevoelige' periode niet de goede dingen meemaakt. Baby's hebben veel moeite met het aanleren van normaal sociaal contact als ze ernstig verwaarloost worden en te weinig aandacht krijgen. Meer dan de helft van de kinderen in de 19e eeuw stierf in het 1e levensjaar aan “marasme”, “wegkwijnen”. Tot in de jaren '60 mochten veel kinderen niet opgepakt worden want dat was “verwennen”, er waren natuurlijk ook toen al mensen die schreven dat een jong kind net zoveel behoefte heeft aan liefde en aanwezigheid dan aan eten. Kindersterfte daalt als een kind vaker aangeraakt wordt. Een baby die niet gewenst is heeft 2 ½ maal zoveel kans om binnen de eerste 28 dagen te overlijden. Voor een gezonde emotionele ontwikkeling is veiligheid, knuffelen, liefde, respect, het mogen hebben van een eigen 'stem' en warm fysiek contact in de 1e levensjaren van essentieel belang. Kinderen kunnen bij ongeveer 1 jaar, als er een veilige gehechtheid is na de eenkennige periode, veilig de wereld verkennen en hulp zoeken als het nodig is. In stressvolle situaties kan er getroost en gerustgesteld worden en zo lopen de hoeveelheid stresshormonen niet te hoog op. Als kinderen te weinig gehechte zijn vragen ze juist te weinig of te veel steun bij hun verzorgers. Gebrek aan aandacht, lichamelijke bestraffing, verwaarlozing en mishandeling (fysiek en psychisch) hebben een schadelijke invloed op de ontwikkeling van het emotionele deel van de hersenen waar het in de fundamentele synaptische bedrading van de neurale structuur wordt vastgelegd. Dit wordt in de gedragspatronen zichtbaar: Een mishandeld kind kan net zo goed emotionele uitdrukkingen herkennen maar ze denken eerder dat iemand boos kijkt waardoor ze sterker reageren. Ook is de rechter orbifrontale hersenschors kleiner dan normaal, dit zie je ook bij ernstig verwaarloosde kinderen. Cruciale hersenverbindingen ontwikkelen zich minder goed dan 'normaal' zoals de verbindingen tussen de voorhoofdskwab en slaapkwab, belangrijk voor de sociale processen. De stressgevoeligheid van de genen speelt ook een rol. Het gen dat de boodschapperstof serotonine aanmaakt speelt hier een rol. Het ongeboren kind in de baarmoeder kan proeven, ruiken, horen, voelen, zien en herinneringen vormen; het vroege geheugen, intra-uteriene geheugen. Bij een baby van 28 weken is het neurale netwerk al even ver ontwikkeld als bij een baby van 9 maanden. Een foetus voelt de ontspannenheid (rustige hartslag) of stress (onregelmatige hartslag en stresshormonen) van de moeder en reageert daarop. Het stressnetwerk van de foetus kan beïnvloedt worden omdat het stresshormoon gedeeltelijk via de placenta bij de baby terechtkomt. Het kan al van streek raken en in een chronische toestand van onzekerheid en angst komen als de foetus gevaar aan voelt komen, doordat het nooit weet wanneer die onplezierige lichamelijke gewaarwording (bijv. bij roken een vermindering van de zuurstoftoevoer) zich weer zal voor doen. Bij harde klanken rolt de foetus zich op zoals bijv. als de ouders veel ruzie hebben. En als er een bittere smaak in het vruchtwater komt dan wordt dat uitgespuugd. Een hoog stressniveau in combinatie met een warm gevoel voor de foetus van de moeder heeft na de geboorte weinig invloed op het welzijn van de baby. Huis, tuin en keuken stress kan misschien wel een beetje goed zijn, veel heeft te maken met het moment waarop er stress was. De placenta laat meer stresshormonen door tegen het einde van de zwangerschap juist om te zorgen dat de longen kunnen rijpen. Zo kan het stressnetwerk van een baby soms gevoeliger zijn afgesteld omdat het juist in die omgeving ook nodig is; foetaal programmeren. 16
De baby is dan optimaal 'geprogrammeerd' voor de omgeving waarin het terechtkomt. Het is voorbereid op een leven buiten de baarmoeder. "Ik was absoluut optimaal voorbereid op een leven buiten de baarmoeder. Mijn stressniveau is al vanaf ik het me herinner zeer hoog geweest waardoor ik altijd op mijn qui-vive geweest ben; Bij het minste of geringste is bij mij de angst respons geactiveerd. Na mijn geboorte wilde ik ook niet drinken en mijn moeder was daar ook veel te gespannen voor, vertelde zij me later . ." Bij een hoog stressniveau van de baby na de geboorte zal het veel huilen de moederborst niet accepteren en een hoge spierspanning hebben. Er is meer activiteit aan de rechterkant van hun frontale cortex dan links en er is een hoger cortisol niveau in het bloed. Als het stressnetwerk na de geboorte niet goed afgesteld is wordt dit te snel actief en zorgt het daardoor weer voor te veel stresshormonen. Dit is weer van invloed op de verdere hersenontwikkeling. Ook leidt stress tot een minder goed functioneren van het fysieke immuunsysteem. Corticosteroïden, stresshormonen in opdracht van de hypofyse gemaakt in de bijnieren, onderdrukken de fysieke afweerreactie. Margaret Kemeny, wetenschappelijk medewerker, psychoneuroimmunologie, op de Universiteit van California komt tot de conclusie dat: "Tot voor kort dachten we dat we zelfs zeer hevige emoties konden ervaren zonder enig effect op het immuunsysteem. Alsof de hersenen en het immuunsysteem niet met elkaar konden communiceren. Maar nu komen we er achter dat ze wel met elkaar communiceren en dat ze in constante samenspraak zijn."
Als je vroegtijdig in je leven aan lichte stress wordt blootgesteld dan ben je in je latere leven kwetsbaarder voor traumatische gebeurtenissen. Dit komt doordat er bij stress veranderingen optreden in het zenuwstelsel: Het kan een negatief effect hebben op de uitgroei van de neuronen en op het ontstaan van de isolerende laag rond de zenuwuitlopers waardoor de hersenontwikkeling trager is en de manieren waarop neuronen contact maken anders verloopt. Het kan leiden tot een deling van het bewustzijn in de eerste dagen of weken. Als baby's op een vast tijdstip worden gevoed en daarom van de honger lang moeten huilen, terwijl er niemand komt, produceren ze veel stresshormonen. Als kind kun je letterlijk niet ontsnappen, je kunt er niets aan veranderen je bent afhankelijk. Het kind heeft een ander tijdsbesef waardoor het lijkt alsof er geen einde aan te komt, er is nog geen begrip dat je het ooit zelf kan bepalen, je prefrontale cortex is nog niet volgroeid. Je kan je ouders niet veranderen er is geen hoop dat het anders wordt. Dit geldt ook voor 'gewone' gebeurtenissen zoals gebrek aan aandacht, afgewezen voelen, vernederd voelen als je je beleefd moet gedragen, paniek omdat je alleen moet slapen, uitgelachen voelen, te horen dat je er toch niet bang voor hoeft te zijn, eenzaam voelen, 'routine operatie' aan de amandelen, bang dood te gaan, het monster onder je bed wordt niet serieus genomen of het niet mogen hebben van een 'eigen stem', een innerlijke stem die je autonomie geeft naast het gevoel van dat je gehoord wordt en invloed hebt op je eigen omgeving, dingen die 'bij het kind-zijn horen'. Bij het emotioneel leren 'beheersen' trekt het kind de buik in, zet het middenrif vast, klemt de kaken op elkaar, de adem drukt tegen de keel, er is een 17
hoge adem en de spanning loopt op, er is stress. Een diepe ademhaling zou juist het huilen op gang brengen maar door een fysieke blokkade op het middenrif kan je niet meer bij je gevoel komen. Als dit maar vaak genoeg voorkomt wordt de beheersing hiervan steeds makkelijker. De 'normale' condition-humaine is dat de ziel van een kind vogelvrij is, eigendom van de ouders, een getolereerde machtsuitoefening over het kind. Je weet wat je doet als je een kind een oorvijg geeft, slaat of bewust beledigt. Je weet dat je de ander pijn doet. Het kind heeft een grote intuïtieve en onbewuste bekwaamheid om de behoefte van de ouders aan te voelen, het aanvaarden van de functie die het opgedrongen krijgt. Het zal alles doen om de liefde veilig te stellen want dan heeft het leven zin. Je kan als kind je behoeften niet uitstellen terwijl je als volwassene wel kan wachten. Kleine kinderen kunnen het gevoel hebben geen 'bestaansrecht' te hebben. Er kan een verpletterend gevoel van eenzaamheid zijn. De psychische klap van deze feiten onder ogen zien is wat het maakt dat je het niet zou overleven ook al is het geen levensbedreigende situatie in lichamelijke zin. Het psychische immuunsysteem doet zijn werk, je stopt het weg, ver weg.
18
Brein Neurologische topografie In de hersenen heeft iedereen een unieke neurologische topografie, het zijn net vingerafdrukken, en de verschillen zijn terug te vinden in specifieke patronen van activiteit. Hersenen bestaan uit 'modules', een verzameling met elkaar wedijverende subsystemen waarbij er veel interactie is en die gespecialiseerd zijn in het uitvoeren van bepaalde taken, bv. een overlevingstaak. Door een letsel, levenservaring etc. kan de werking van een module veranderen, dit kan leiden tot ingrijpende veranderingen in de werking van andere modules waarmee ze verbonden zijn. Ook kunnen ze meer of mindere delen van de functie van elkaar overnemen. Mocht er een conflict tussen twee modules zijn dan zullen de hersenen het conflict oplossen door aan te nemen dat beide rapportages vanuit de modules correct zijn. 19
Zo kunnen er conflicten zijn tussen verschillende subsystemen in het visuele systeem door optische illusies. De onopzettelijke grijns, 'Gezichtsverspreking', treedt op als een deel wil glimlachen en een ander deel medeleven wil tonen. Het sociale zelf wil de emotie onderdrukken maar de mond en de ogen verraden je. De controlestructuren tussen de modules maken vaak evenveel uit als de kracht of zwakte van elke individuele module. Hoe elke knoop met andere knopen communiceert binnen het netwerk is een essentieel onderdeel van de hersenen, het onderling schakelen. Het gereedschap op het juiste moment te voorschijn halen. Sommige modules onderwerpen zich eerder en andere zijn goed in overheersen. We merken de 'modules' pas op als hun doelen niet met elkaar overeenkomen terwijl als ze samenwerken ervaren we één enkel zelfbeeld. Steven Johnson schrijft;” Je persoonlijkheid is eigenlijk het aggregaat van de verschillende krachten van elk van deze modules, aangezien ze vorm hebben gekregen door zowel aanleg als omgeving, door je genen en door ervaringen die je hebt gehad. Je bent de som van je modules.” 2 De 'affectieve' geestesinstelling is wat we zijn, onze kijk op de dingen, welke houding we aannemen, gevormd door een samensmelten van onze genoegens, angsten, gedachten en dromen, ons ego, onze identiteit. Zo kunnen wij ons richten op wat goed voor ons is, genoegens en plezier van het leven maar ook gewaarschuwd worden voor wat er mis kan gaan, richten op wat misschien schadelijk is. De uiteenlopende houdingen en opvattingen t.a.v. het leven worden veroorzaakt door de subtiele verschillen in het reactievermogen van de affectieve hersencircuits. We kunnen tot tranen geroerd worden door muziek en woorden of geraakt door een betoverende zonsondergang, een mix van denken en voelen. Maar het maakt ons ook kwetsbaar voor existentiële angst. Wie we zijn wordt door de verschillen in waar we op reageren en hoe we reageren gevormd. Individuele hoeveelheid circuits en verbindingen gevormd door persoonlijke, unieke ervaringen met angst en plezier, deze verschillen van mens tot mens in kracht. De balans hierin bepaalt hoe jij jij wordt en ik ik. De instelling dat het glas half vol of half leeg kan zijn. In de delen van onze neurale architectuur die reageren op beloning en de goede dingen van het leven, het beloningsnetwerk, zitten de wortels van onze zonnige geest diep verankerd in plezier, het optimisme. Diep in ons angstbrein, de oude hersenstructuren die ons waarschuwen voor gevaar en dreiging, het stressnetwerk, liggen de wortels voor onze sombere geest, het pessimisme. Wat voor ons als individu van waarde is wordt tot in detail geregistreerd door de hersenen. Op een compliment of iets lekkers reageren we positief en op pijn of iets onaangenaam ruiken negatief. De verschillende aspecten van onze 'affectieve geest' worden door zenuwbundels, die de jongere gebieden van ons 'denkende' brein, 'rationele', 'neocorticaal' verbinden met de oude delen, 'emotionele', 'limbisch', die onze primitiefste emoties regelen, tot stand gebracht. Oude neurale structuren hebben in miljoenen jaren evolutie geleidelijk aan verbindingen gevormd, circuits en netwerken ontwikkeld, met nieuwere hersengebieden.
Neuroplasticiteit Het wetenschapsgebied van de 'neuroplasticiteit' heeft geconstateerd dat er veranderingen plaatsvinden in de fysieke structuur; er wordt door neuronen en verbindingen gereageerd op wat we doen en denken, waarna ze zich aanpassen 20
en herordenen. Het gevolg is dat er werkelijke veranderingen zijn in hoe de hersencircuits opereren en vooral die ten grondslag liggen aan angst en plezier, zijn helemaal plastisch. Vanaf het moment dat we geboren worden tot het moment dat we sterven houden onze hersenen nooit op om te reageren op nieuwe dingen. Zo zegt Vilayanur Ramachandran; "….het brein een buitengewoon kneedbaar biologisch systeem is in een toestand van dynamisch evenwicht met de buitenwereld." "Homoplasticus". 3 Gebieden kunnen geleidelijk worden overgenomen door andere functies als we bepaalde delen van ons brein niet gebruiken, ze kunnen ook verstarren waardoor ze moeilijk in beweging te krijgen zijn. Zo verdwijnen circuits als ze niet regelmatig worden gebruikt. Structurele neurale veranderingen kunnen plaatsvinden door langdurige stress en depressie maar ook vreugde en geluk. Onze verwachtingen en overtuigingen brengen neurochemische veranderingen in onze hersenen teweeg. Een overtuiging kan echt leiden tot fysieke verandering in ons lichaam, we kunnen ziek worden van wat we denken en geloven, blijkt uit psychologisch en neurologisch onderzoek. De dood kon veroorzaakt worden door louter en alleen woorden maar ook om te genezen. Het 'Placebo-effect', 'Ik zal behagen', een beter voelen en voordeel hebben van iets waarin je gelooft dat het helpt. Het 'Nocebo-effect', 'Ik zal schaden', het gaat slechter je omdat je gelooft dat 't slechter zal gaan. De glutamaat receptor speelt een belangrijk rol bij het aanbrengen van angstherinneringen. Er zijn twee soorten: AMPA, deze beheersen snel te prikkelen synapsen en NMDA, deze spelen een kritieke rol bij de plasticiteit en ontwikkeling van neurale circuits voor de langere termijn. Er starten een reeks veranderingen in het brein na activering van de NMDA-receptoren, waardoor er een semipermanent spoor gevormd wordt. Zo vormen regelmatig terugkerende gedachten nieuwe paden door de neurale netwerken en kunnen de boodschappers makkelijker door het brein glijden. Er kunnen op hoge leeftijd nog nieuwe hersencellen worden aangemaakt. 'Neurogenese' is het ontwikkelen van nieuwe neuronen. Dit is heel lang als onmogelijk beschouwd; een afgestorven hersencel kon niet vervangen worden. Lang hebben neurowetenschappers gedacht dat na je 7e jaar je brein inflexibel en als het ware vastgezet was. Onze hersenen kunnen veranderen en dat doen ze ook. Fred Gage, hoofd neurowetenschappelijk lab van Salk Instituut in La Jolla, Californië schrijft: "We zijn niet beperkt tot de neuronen waarmee we worden geboren.", "Zelfs volwassen hersenen kunnen nieuwe hersencellen genereren." 4 Recent, vrijdag 7 juni 2013 stond er een artikel in het NRC Handelsblad met de titel: 'Elke dag weer 700 hersencellen erbij en eraf'. In de hippocampus, voor mensen een belangrijk gebied, worden 700 neuronen per dag aangemaakt en verwijderd. Aan de hand van het 14C-gehalte in DNA konden Zweedse onderzoekers de ouderdom van de cellen tot op 3 jaar nauwkeurig bepalen.
21
Spiegelneuronen Spiegelneuronen, worden actief, ze ontvlammen, ze spiegelen bijv. een beweging of emotie van de ander in je eigen hersenen. Het automatische imitatiegedrag, naapen, treedt op als je zelf iets gaat doen maar ook als je een ander iets ziet doen. Als iemand anders met een veer wordt geaaid dan treed er spiegelcelactiviteit op door de sensorische spiegelneuronen zodat het lijkt alsof jezelf geaaid wordt. Ook een emotionele uitdrukking op het gezicht van iemand anders activeren de spiegelcellen, letterlijk nemen je eigen gezichtsspieren de emotionele uitdrukking heel subtiel over. Het is een imitatie van wat de ander voelt. Een stil duet van twee interne dialogen. Zo kan je je beter inleven in de ander omdat je zelf voelt wat de ander meemaakt en voorspel je wat een ander gaat doen. Je vormt je een beeld en de motivatie van iemand anders zo leest je in feite de gedachte van iemand anders; "als je de spiegelneuronen mede in beschouwing neemt, kunnen we zelfs stellen dat je brein ook in fase is met andere breinen." 5 Het is een stille conversatie zoals een vluchtige grijns of het oppikken van een subtiele verandering in intonatie. Een complexe uitwisseling die onbewust gesimuleerd wordt in je verbeelding. Gedachtelezen in prozaïsche zin. Je vermoed wat iemand anders denkt op basis van voorkennis en ervaring. Spiegelneuronen zijn de virtuele werkelijkheidsimitatoren van complexe bedoelingen van anderen. Wil je een oordeel vormen over de bewegingen van een ander dan lijkt het dat je steeds de virtuele simulatie van de overeenkomstige bewegingen in je brein moet afdraaien. De 'aanraakneuronen' vuren als een ander wordt aangeraakt. De sensorische pijnneuron reageert heftig als een ander pijn heeft. Neuronen vertonen empathie met andere neuronen. Toch voel je, normaal gesproken, zelf niet de aanraking en de pijn. Door de voorhoofdskwab ben je in je eigen lichaam verankerd. Er is een signaal: 'Je wordt niet aangeraakt'. 'Empathie is best, maar voel die pijn niet letterlijk'. 6 De automatische imitatie wordt onderdrukt ('inhiberen') door de inhibitieve circuits in de frontale cortex wanneer die misplaatst, ongewenst of impulsief is. Ook kunnen 22
de receptoren in de huid en de gewrichten een nulsignaal afgeven waardoor je niet zelf de pijn voelt als de sensorische spiegelneuronen vuren, op deze manier kan het niet doordringen tot de bewuste ervaring. Zo zegt Vilayanur Ramachandran: 'Stel je voor: het enige wat jouw bewustzijn scheidt van dat van een ander is misschien wel je huid'. 7 Wat je wel ervaart is empathie. Het is handig om niet automatisch alles te voelen wat je ziet en je eigen individualiteit te bewaren zodat de grens tussen ik-en de ander niet vervaagt. Het zou zo maar kunnen dat je je eigen identiteit verliest. Spiegelneuronen, voorhoofdskwabben en sensorische receptoren hebben een dynamische wisselwerking en zijn verantwoordelijk dat je zowel de individualiteit van je eigen geest en lichaam als de wederzijdse communicatie van jouw geest met die van de anderen behoudt. Natuurlijk is de een er meer bedreven in dan de ander, zo kan je aan het uiterste van dat spectrum 'gedachteblind' zijn maar ook een ander constant aan een kruisverhoor onderwerpen. Als er verstoring is van inhibitie van spiegelneuronen door de voorhoofdskwabben dan kan er verwarring en uittreding optreden. Er is verwarring tussen ik en jij en de grens tussen werkelijkheid en illusie is vaag. "Bij de film “Dances with wolves“ van Kevin Costner, "verdween" ik op het moment dat de prarie-wolf doodgeschoten werd. Ik heb dat stuk van de film gemist, die tijd was weg alsof ik een sprong in de tijd had gemaakt. Na die scene was ik er weer. Er was iets in de film wat me raakte op onbewust niveau waardoor ik niet meer in mijn lichaam wilde zijn en kijken. Doordat ik een stuk film kwijt was had ik er geen emoties of gevoel bij. Het was gewoon weg. Ik kon niet blijven waarnemen en misschien inzicht krijgen in wat er gebeurde. . ." Bij beschadiging van de frontale inhiberende circuits dan imiteert de patiënt allerlei gebaren zonder de neiging deze te kunnen bedwingen, je kunt dan 'letterlijk pijn' voelen als de ander zich prikt. Er is een zekere mate van lekken vanuit systeem van spiegelneuronen; als iemand bepaalde bewegingen maakt doe je die licht mee. Ikzelf betrap me daar regelmatig op dan voel ik emoties die niet van mij zijn, of ik beweeg mee als er gedanst wordt op toneel. Spiegelneuronen zijn verantwoordelijk voor het allervroegste immitatiegedrag. Een baby van een paar uur oud steekt zijn tong uit zodra hij dat zijn moeder ziet doen en wat later doet de baby de glimlach na. Dit is aangeboren. Een baby leest zijn verzorgers. Het is belangrijk bij de ontwikkeling van het inlevingsvermogen en onderdeel van het sociaal-signaalnetwerk. Doordat de PFC bij kinderen nog volop in ontwikkeling is, zo tot hun 25e jaar, imiteren en voelen ze meer. Je ziet in het theater bij een jeugdvoorstelling ook heel veel kinderen dezelfde bewegingen maken als de acteurs. Ze voelen meer van hun omgeving en moeten zich daar dan ook op een andere manier tegen beschermen. Het psychische immuunsysteem zou hier wel eens een nuttige functie in kunnen hebben.
'Selectieve aandacht' Onze hersenen moeten een complexe klus klaren. Wat ons brein irrelevant vindt 23
wordt weggefilterd, gemaskeerd, en dit heeft cruciale gevolgen voor onze emotionele stabiliteit. Er is 'selectieve aandacht' die ons leert wat te benadrukken en wat te negeren in de eindeloze stroom van informatie die binnenkomt via de sensorische kanalen. Deze klus wordt geklaard door de Thalamus. Het vermogen om zoveel mogelijk van de buitenwereld buiten te sluiten is een belangrijke vaardigheid van het bewustzijn. Het zijn dunne plakjes van de werkelijkheid waartussen je heen en weer kunt schakelen. We worden al vanaf ons ontstaan gebombardeerd met geuren, beelden, geluiden en gevoelens die ons dreigt te overspoelen. Een 'aandachtsbias' omvat de dingen die voor ons de meeste betekenis hebben. Iedereen kent wel het coctailparty-effect'; in een kakafonie van geluid hoor je je eigen naam maar ook woorden die met gevaar en plezier te maken hebben. Onze hersenen zijn een soort radar om dingen die voor ons interessant zijn niet te missen. Het heeft een sterke invloed op onze kijk op het leven als de cognitieve bias, vooringenomenheid omgezet wordt in emotionele informatie. Biases bewegen ruim onder de radar van ons bewustzijn door en leiden tot een bepaalde kijk op de dingen om ons heen. De pessimist ziet de donkere zijde en de optimist ziet de lichte kant. Positieve voorstellingen worden door angstige en pessimistische mensen vermeden terwijl ze zich aangetrokken voelen door negatieve dingen, een duidelijke bias richting negatieve plaatjes, waarbij ze zich ook meer bewust van gevaar zijn. Hun amygdala vuurt sneller en sterker en de prefrontale cortex reageert langzamer. De sterkste magneten zijn de dingen die ons kwaad of goed kunnen doen.
Beloning en gevaar / Plezier en Pijn Door de evolutie heen leidde die grote drijfveren, plezier/beloning en gevaar, tot de ontwikkeling van circuits en verbindingen, diep in onze hersenen verankerd. Ze vormen de primaire bron van onze selectieve waarneming. Wat alle levende wezens verbindt is de drang om voedsel en beschutting te zoeken, naar een beloning toe te bewegen, en niet opgegeten te worden, gevaar te vermijden. Vanaf het moment dat we op de wereld komen vormt deze selectiviteit in wat wij opmerken de kern van ons wezen. Het is de beste manier om te overleven. De selectiviteit is voor een deel aangeboren zoals het vermogen om potentiële schadelijke valpartijen te vermijden door aangeboren angst voor grote hoogte, en een deel pikken we op tijdens ons leven. De tweestrijd tussen plezier en gevaar is duidelijk verschillend bij mensen, de 'ernaar toe of vermijd' situaties. We worden door het stressnetwerk in een onvoorspelbare wereld veilig gehouden en daarentegen zorgt het beloningsnetwerk ervoor dat we op zoek gaan naar de dingen die goed voor ons zijn. Het beloningscentrum, kern van plezier, 'pleziergebied' een piepklein oud structuurtje is de nucleus accumbens (NACC). Door de stimulering van NACC en ventrale tegmentum,VTA, door plezier komt er een grote toestroom van de neurotransmitters dopamine en endorfine op gang. Snelle communicatie kan plaatsvinden als de neuronen steeds met elkaar 'praten' en er een ingesleten bedding ontstaat, die verbindingen vormen tussen verschillende hersengebieden, en er zo grotere circuits worden gevormd. De NACC legt verbindingen met de subcorticale structuren, die een rol spelen in emotie en plezier, en met de neuronen in bepaalde gebieden van de prefrontale cortex (PFC). 24
Hoe dunner en zwakker de verbinding van de dikke bundelzenuwvezels, de Fasciculus Uncinatus (FU), hoe angstiger mensen zijn. De PFC heeft een essentiële rol bij het intomen van oudere hersendelen, zoals de NACC. Zo kun je de NACC als gaspedaal in de richting van genot zien en de PFC als de rem op de dierlijke impulsen. Deze dynamiek van de verbindingen tussen de oude genotscentra en de jongere beheerscentra is onmisbaar en van cruciaal belang. Het is handig als de hersenen als een eenheid reageren. Zo drijft het ene ons ertoe om te handelen en de ander tempert onze impulsen waardoor er een evenwicht ontstaat waardoor we in de richting van geluk en optimisme gaan. Sinds de amygdala en de NACC miljoenen jaren geleden ontstonden zijn ze verandert door de waterval van vernieuwde verbindingen en neurotransmitters vanuit de hogere corticale gebieden, ze zijn niet meer 'uit het stenen tijdperk'. Over het algemeen kunnen we onze oerdriften onderdrukken als de context dat vereist dat lukt een kat die achter een muis aan rent niet. Wel opereert de prefrontale cortex op het niveau van microsecondes en het stresssysteem op het niveau van seconden of zelfs minuten. Dit maakt dat het emotionele systeem achterblijft, er zit na 30 seconden, als het nieuws al uit je werkgeheugen verdwenen is, nog cortisol in je bloed en daardoor blijft het gevoel van stress hangen. In rust, in ontspannen toestand is er een basisverschil in activiteit in de hersenen tussen optimisten en pessimisten. De activiteit in de linkerhelft van de hersenen, de orbitofrontale cortex, heeft te maken met genuanceerde emotionele oordelen; is lager bij pessimisten. Bij pessimisten neemt de activiteit in de NACC en de PFC snel af, ze houden het vuren niet lang vol, dit in tegenstelling tot bij positieve mensen. Zo is optimisme een cruciaal overlevingsmechanisme, zo kunnen we ons gaande houden zelfs als alles verkeerd lijkt te gaan. Het 'optimisme bias' de 'positieve illusie' is dat mensen consequent overschatten dat hun goede dingen zullen overkomen, de 'uitzondering' zijn. Zij hebben een langer leven dan gemiddeld, ze onderschatten de kans dat ze ernstig ziek worden, dat overkomt een ander. Er kleeft een overlevingsvoordeel aan bijv. dat mannen overschatten hoe aantrekkelijk ze zijn voor vrouwen want er staat een hoge prijs op het missen van een kans tot paren. Zo hebben we ook de overtuiging dat het in de toekomst wel goed komt. Daarom komen we 's morgens uit ons bed, een cognitieve truc. Het magische denken kan hier een valkuil zijn omdat dat los staat van de werkelijkheid. Zodra we positieve gevoelens voelen kunnen we 'outside the box' denken, dit leidt tot meer creativiteit en komen we tot betere oplossingen, onze aandacht verbreed zich en we hebben meer veerkracht. Een hedonistische kern die ervoor zorgt dat we dingen doen die goed voor ons zijn, zodat onze overlevingskansen groeien. Bij het onvermogen om vreugde te voelen gaat de glans van het leven af. Dit heet 'anhedonie', het onvermogen om de eenvoudige genoegens van het leven te waarderen. Het angstbrein werkt bliksemsnel en neemt de controle over bij 'gevaarlijke' gebeurtenissen die onuitwisbaar in ons geheugen geëtst worden. De klassieke vecht- vlucht- of bevriezingsreactie. Het is de paniekknop van onze hersenen en brengt het potentiële gevaar onder de aandacht van ons bewustzijn. Het tempert alle andere processen om niet afgeleid te worden door minder relevante dingen zodat we onze aandacht kunnen richten op het mogelijke gevaar. Zo hebben oude gevaren zoals een donkere afgesloten plek, spinnen, open ruimten etc. nog altijd ons angstbrein stevig in hun greep omdat ze miljoenen jaren geleden een dreiging vormde voor onze voorzaten. Onze hersenen zijn speciaal gericht op gevaren uit ons evolutionaire verleden daarom reageren mensen sneller bij een plaatje van een 25
spin/slang dan bij een bloem of paddenstoel. Het oude geheugen zit nog steeds in onze hersenen. Diep in de subcorticale gebieden van de hersenen zit een aantal afzonderlijke maar goed met elkaar en met andere delen van de cortex verbonden structuren, het angstbrein.
26
Stressrespons Onderzoek van LeDoux in 1996 heeft uitgewezen dat je op een bepaalde manier kan reageren door toedoen van informatie uit een onbewust geheugen. Er zijn al ongedefinieerde, woordeloze emotionele lessen, in het emotionele brein ingeprent tijdens de interactie met je omgeving in je 1e levensjaren. Het kleine kind heeft nog geen woorden voor wat het ervaart en dat is waarom we er soms geen woorden voor kunnen vinden als we emotionele uitbarstingen en chaotische gevoelens ervaren. Op een plek die voor onze bewuste geest niet toegankelijk is wordt verdrongen informatie opgeslagen om vervolgens ons gedrag te beïnvloeden. Toch op moment dat iets je 'raakt', beïnvloed dat je gedrag, zonder dat je dat vaak zelf niet in de gaten hebt. "Een aantal jaren geleden bij het zien van de film “Dancer in the dark” van Lars von Trier en Björk raakte iets mij zo, dat ik in een centrifuge van emoties terechtkwam. Boos, verdrietig en opstandig tot aan het hysterische. Het overviel me, ik wist niet wat me overkwam. Gelukkig zat ik thuis op de bank en kon ik uitrazen. Achteraf vielen er wel wat kwartjes maar op dat moment was er geen houden aan, het was niet te stoppen. . ." Vanuit de zintuigen kan de stressrespons /angstrespons twee routes nemen via het limbische systeem; het snelste pad, 'quick-and-dirty' route en het langzame pad, een kalme rijstrook op de snelweg van de angst. We zien, horen, ruiken, voelen of proeven iets vervolgens gaat dit naar de thalamus, een verdeelstation, die verzamelt informatie over de buitenwereld en leidt de zintuiglijke informatie door naar de relevante delen van de hersenen. Via de eerste route gebeurt dit zonder dat we erover na kunnen denken, onbewust. Minder gedetailleerde informatie, zoals geritsel, een donkere kleur, gaat naar de amygdala. Deze slaat alarm en activeert de HPA-as; hypothalamus, hypofyse en bijnierschors, waardoor er stresshormonen noradrenaline, adrenaline, cortisol worden afgegeven aan het bloed. Het lichaam verstijft binnen een fractie van een seconde dit is onmogelijk te voorkomen. Zonder enige oefening weet je lichaam hoe te handelen, te reageren: Zwetende handpalmen; angstzweet breekt overal uit; hart slaat op hol; tijd vertraagd; bloed naar ledematen zodat je snel kan bewegen daardoor een stekende spanning in je maag; buik lijkt in een knoop te zitten; handen en benen trillen; adrenalinestoot die je nodig heb als energiebron en om de cognitieve functies uit te schakelen; hersenen zijn leeg je kan niet meer nadenken; het gebied van de amygdala licht helder op; in de visuele cortex is duidelijke activiteit zichtbaar ook als er geen beeld bij is; 'deactivering', een soort verdoving van het centrum van Broca (taalvermogen), ik heb geen woorden voor wat ik......; reflexen staan op scherp waardoor je eerder schrikt van een onverwacht geluid; opengesperde neusgaten, grote ogen, open mond zodat je gezichtsveld groter wordt en er meer lucht in onze longen kan stromen; gevoelens van pijn zijn getemperd gecombineerd met een bovenzinnelijk gevoel van alerte helderheid. "Als Douwe Egberts ooit een manier vindt om dit gevoel met een kop expresso op te roepen, dan zullen ze zeker de wereld veroveren." 8 Bij de langzame route gaat de informatie van de thalamus naar de cortex voor een 27
gedetailleerde analyse, bewust en rationeel, en niet direct naar de amygdala. Hier komt de informatie samen met andere sensorische gegevens in combinatie met uitgebreidere associaties zodat je een respons kunt formuleren. Je kan gebruik maken van meer gedetailleerde informatie en tot de conclusie komen dat het geritsel geen slang is maar een vogel. Bij extreme dreiging is het verstandig je stil te houden, niets te doen 'playing possum', het bevriezen, de gedragsmatige (vechten of vluchten) en de emotionele (angst of agressie) respons worden uitgezet. Je ervaart geen pijn of paniek meer. De anterieure cingulaire blijft wel waakzaam. Bij de mens kan dit zich manifesteren als een dissociatieve toestand. De stressvolle gebeurtenis wordt door de hippocampus in het geheugen opgeslagen. Deze kan via zijn receptoren, die het cortisol niveau in het bloed peilen, ook het signaal aan de hypothalamus geven om de stresscascade weer te stoppen. Het spoor van de herinnering aan die angst kan een leven lang blijven. Zo kunnen wij altijd makkelijk overvallen worden door fysiologische reacties of gevoelens van angst ook al weten we dat er geen reëel gevaar is. Een deel is bang en een deel weet dat je veilig bent. Maar de informatie die relevant is voor onze overleving, voor gevaar, wordt bevoordeelt, het angstbrein is niet democratisch, het oerangst instinct kan niet gestopt worden. Het neemt de leiding in bedreigende situaties, het short alle bezigheden van het cognitieve brein op en onderbreekt diens activiteit. Het kan de voorhoofdskwab, het meest ontwikkelde deel van het cognitieve brein uitschakelen zodat die het gedrag niet kan bijsturen. De reflexen en de instinctieve handelingen nemen het over. Maar als onze emoties te heftig zijn, kan voorrang die emotionele brein neemt ons geestelijk functioneren gaan beheersen. Dan verliezen we de controle over onze gedachtestroom, niet in staat te handelen met het oog op onze beste belangen op de lange termijn. Het kan veel te vaak alarm slaan, overgevoelig worden, alsof het niet meer in staat is zich te overtuigen van de afwezigheid van gevaar en als we niet kunnen 'ontladen' raken we uit evenwicht. In een roofdieromgeving was snel handelen synoniem met overleven maar in onze moderne omgeving is het niet altijd een nuttige aanpassing. Ook heeft de neocortex bij de moderne mens allerlei strategieën bedacht om deze emotionele reacties te 'beheersen', het is vaak 'not done' om fysiek te vluchten of te vechten of te bevriezen. Blinden en mensen met ernstig hersenletsel kunnen ook gevaar 'zien', ze pikken de emotionele signalen op via hun spiegelneuronen.
28
Het limbische systeem In het diepste van onze hersenen, het oude brein, zit een stel hersenen binnen de hersenen. Het omvat delen van de thalamus, amygdala, hypothalamus en de hippocampus. Bijna alle sensorische informatie wordt via het limbische systeem doorgeschakeld. Er zijn complexe zenuwverbindingen met elkaar en met de andere delen van de hersenen. Zo beïnvloedt het limbische systeem het hartregulatie centrum, vasomotorische centrum, ademcentrum, temperatuurregulatie centrum, braakcentrum en hoestcentrum die in het verlengde merg, de medulla oblongata liggen. Daarom kunnen woede,angst, opwinding, onveiligheid en spanning gepaard gaan met soms heftige lichamelijke gevoelens zoals 'hartkloppingen', een sterke stijging van de bloeddruk, blozen en braken, flauwvallen en kuchen of hoesten. Je hebt geen honger meer door het staken van het afscheiden van spijsverteringssappen: Je mond zakt open en wordt droog, er wordt niet meer gekauwd; een 'prop' in de keel; de kringspier van de maag sluit zich en galblaas en alvleesklier staken hun werk; er is obstipatie bij lichte vrees en diarree bij hevige angst of vrees. Het limbische systeem bestaat uit min of meer met elkaar versmolten neuronen terwijl de neocortex uit regelmatige lagen van neuronen bestaat. Het gevolg is dat de informatieverwerking een stuk primitiever is, hij verloopt sneller en is beter aangepast aan reacties die essentieel zijn voor overleving.
Amygdala Het corpus amygdaloideum ofwel amandelvormige kern, twee nuclei in de hersenschors voorin de slaapkwabben. Het is een knooppunt van neuronen vlak voor de hippocampus. Het bevat tenminste 13 delen, met verschillende functies, en is een vingernagel groot. Het is de plek waar herinneringen aan angstwekkende, bedreigende ervaringen worden verwerkt, ook wel de emotionele ogen voor het intuïtieve oordelen. Angstwekkende, bedreigende ervaringen worden door de amygdala op zo'n manier gemarkeerd dat ze meteen in het lange termijn geheugen worden opgeslagen. Bij de geboorte benadert de amygdala zijn volle wasdom. Als je de gevoelens en gedachten van iemand probeert te achterhalen licht de amygdala op, het 'instinctieve gevoelscentrum' van de hersenen. De Britse psycholoog Simon Baron-Cohen schrijft: “We zijn biologisch uitgerust met een ongelooflijk gevoelige antenne voor emotionele variatie.” “Vierhonderdtwaalf unieke emoties.” 9 Beschadiging van een piepklein deel van de amygdala, de basolaterale nucleus, kan het aanleren van angst ernstig verstoren doordat je dit gebied nodig hebt om te leren bang te zijn. Ook kan je het vermogen om angst bij anderen te herkennen kwijtraken door schade aan de amygdala. Je voelt dan geen angst of ongerustheid in het verkeer of in een sociale interactie. Dit kan een gevaarlijke situatie opleveren want voordat je het weet loop je onder een bus of voel je de persoonlijke ruimte van iemand anders niet meer, waardoor je dichter bij iemand gaat staan dan wenselijk is. Bij een nieuwe potentieel bedreigende situatie vergelijkt de amygdala, via niet al te nauwkeurige associatie, deze met de 'herinneringen' die zijn opgeslagen en bepaalt zo of de huidige situatie een bedreiging vormt. Zo ja, dan wordt de stresscascade in werking gezet. En als er 29
teveel stresshormonen aanwezig zijn kan de amygdala langdurig veranderen. Veel van wat de amygdala heeft opgeslagen is niet meer actueel en bevatten minder informatie dan herinneringen van het declaratief geheugen. Het is een ruwer beeld, bv. in het geval van een slang is de informatie die de amygdala heeft opgeslagen: De lange dunne zwarte omtrek van het lijf, de algemene glijdende beweging. De amygdala kan zo snel reageren omdat het deze 'snelle schets', dit vage beeld heeft opgeslagen. Nadeel is dat er nu wel veel meer potentieel gevaarlijke objecten en beelden zijn. Je hersenen zouden niet in staat zijn om van en ervaring te leren als een traumatische ervaring te specifiek is want dan zou je niet bang zijn voor een ratelslang met zwarte vlekken als de vorige bruine had. De amygdala zoekt in een wereld van unieke bedreigingen de onderliggende overeenkomsten, een soort 'denken', om te overleven. De amygdala kan buiten ons bewustzijn handelen, het speurt de hele tijd onze omgeving af op gevaar. Het kan een aanwijzing opmerken die het rationele brein had gemist. De contextuele details tijdens een traumatische gebeurtenis, rondom een bedreiging, worden opgeslagen, 'flashbulb memory', zoals je een foto maakt met een flits. Het is een uiting van het 'associatievermogen' van de hersenen. Omdat verschillende binnenkomende stimuli activiteiten veroorzaken in bepaalde constellaties van neuronen, worden samen vurende neuronen met elkaar verbonden en zullen ze eerder nieuwe verbindingen vormen. Steeds meer met elkaar verbonden neuronen worden geactiveerd; dit heet 'hebbiaans leren' en het is de wortel van al het synaptische leren. Zo worden irrelevante herinneringen: zoals een liedje op de radio, een helder blauwe lucht, vogelgezang of een deur die dicht slaat etc., door de angstrespons verbonden aan bv. de gierende banden van de auto waarin je zat tijdens het ongeluk. Neuronen die geassocieerd worden met gierende banden en het liedje op de radio hebben tegelijkertijd gevuurd waardoor je nu bij het horen van dat liedje de angstrespons voelt opborrelen. Dit heeft een potentiële waarde op het gebied van overleven, je weet nooit waar zich relevante informatie bevindt, iets zou een goede voorspeller van toekomstige bedreigingen kunnen zijn. Het niet aanleren van een rationele angst zou dodelijke kunnen zijn terwijl de irrationele angst niet dodelijk is. “Angst wordt niet in de amygdala aangeleerd. Je zou kunnen zeggen dat belangrijke herinneringen die elders worden opgeslagen onderstreept worden door het activeren van de amygdala. Zo zegt James McGaugh van de universiteit van Californië; “Amygdala-projecties gaan naar de hersengebieden waar de informatie wordt opgeslagen en zeggen:”Weet je, die herinnering die je daar opslaat, die blijkt heel belangrijk te zijn, dus maak die wat sterker, alsjeblieft.” 10 Dit leidt tot selectiviteit in je leven, een manier van onderstrepen door je hersenen van wat ze belangrijk acht. Dit onderstrepen gebeurt als iets daadwerkelijk gebeurt maar ook als je aan een gebeurtenis die in het verleden heeft plaatsgevonden denkt. Het is dus belangrijk om dit 'onderstrepen' door de amygdala te voorkomen, de angstrespons tegenhouden en zo voorkomen dat het autonome zenuwstelsel zijn bijdrage levert tijdens stressvolle gebeurtenissen. De kras in de plaat wordt anders steeds dieper. Er is een dunne scheidslijn tussen wat er gebeurt is en wat er gebeurt zou kunnen zijn. De herinneringen van het trauma verschijnen de dagen erna in je hersenen of je nu wilt of niet ook de autonome respons komt weer om de hoek kijken. Als je je bezig houdt met hoe het eventueel ook had kunnen lopen, een ander scenario, kan de herinnering veranderen. Het lijkt alsof de hersenen gemaakt zijn om te voorkomen dat de angstrespons 30
opzettelijk wordt onderdrukt. De verbindingen die van de amygdala naar delen van de cortex zijn talrijker dan de verbindingen van de cortex naar de amygdala. Beeldend gezien een waterpistolengevecht van een team van 10 leden (amygdala) tegen 4 leden (cortex), het kleinste team komt er altijd drijfnat uit. Er heerst in het menselijke brein een constante spanning tussen de amygdala en de neocortex, een strijdt tussen het emotionele centrum en het domein van de rede, om de macht over het organisme. Ze kunnen samenwerken of concurreren, dit bepaalt wat we voelen, onze verhouding tot de wereld, onze verhouding tot de medemensen, hoe ongelukkig we zijn en onze innerlijke harmonie.
Thalamus De structuur van de thalamus bestaat uit twee eivormige hoeveelheden zenuwweefsel, elk ongeveer zo groot als een walnoot, diep verscholen, midden in de hersenen. Elk ei is opgebouwd uit een aantal kernen. Het is een schakelstation van de meeste sensibele banen, waarlangs impulsen vanuit de zintuigen naar de hersenen geleid worden. Een interveniërende rol bij de regulatie van emoties. Zo fungeert het als een selectief medium, door bepaalde signalen voorrang te geven en andere signalen niet of vertraagd door te geven. Het is bepalend voor de mate van concentratie op een bezigheid.
Hypothalamus De hypothalamus is een boon van 4 gram. Het is een van de belangrijkste centra voor de handhaving van de homeostase in het lichaam. Bestaat uit een aantal kernen die o.a. de werking van de hypofyse beïnvloed. Zijn taak in het limbische systeem bestaat uit zijn regulerende invloed op de emoties.
Hippocampus De hippocampus is een structuur in de slaapkwabben die lijkt op een zeepaardje en is van cruciaal belang voor de narratieve herinneringen, alle recente bewuste herinneringen slaat hij op. We hebben de hippocampus nodig voor het verwerven van nieuwe episoden. De zenuwcellen in de hippocampus kunnen snel geprikkeld worden omdat de eiwitkanalen in hun celmembraan zich snel openzetten, daardoor kunnen herinneringen gemakkelijk opgeslagen worden. Die vervolgens 'verankerd' kunnen worden omdat de geheugencellen beschikken over veel eiwitten die verbindingen kunnen maken tussen de zenuwcellen. Gedurende de vroege periode van ons leven moet hij nog volledige tot ontwikkeling komen en daardoor is het dikwijls niet mogelijk specifieke feiten van een bepaalde situatie te achterhalen uit die vroegste periode. Er is dan wel een 'achtergrond gevoel'. Bij lang aanhoudende stress gaat de hippocampus minder goed werken en wordt ons geheugen slechter. Hij kan de stresscascade stoppen door met zijn receptoren het cortisol niveau van het bloed te peilen en vervolgens een seintje aan de hypothalamus te geven. De hippocampus leert ons iets over de bredere context 31
waarin iets angstig gebeurt bv. de geur bij slecht nieuws, waarbij het informatie combineert van de diverse zintuigen tot één coherent plaatje. Op die manier kunnen we ons ruimtelijk oriënteren en een voorstelling van de toekomst maken.
32
De cortex De cortex/hersenschors, neocortex, 'nieuwe brein', 'nieuw omhulsel'. De cortex is om de dieper gelegen gebieden geplooid als een envelop en verdeeld in 4 hersenkwabben. 1.Voorhoofdskwab; logisch denken, plannen en bewegingen uitvoeren. 2.Wandbeenkwab; voelen, totaalbeeld van de wereld om ons heen door combineren informatie. 3.Achterhoofdskwab; centrale rol in het zien 4.Slaapbeenkwab; horen en sociale informatie verwerken. De cortex is een soort lasagna van 6 laagjes neuronen; regelmatig van vorm: en een combinatie van verschillende celtypes gespecialiseerd in het maken van verschillende verbindingen met andere cellen: Er is contact met de buren, veraf en dieper gelegen, waarbij het van belang is dat ze goed communiceren met elkaar waardoor het is ingesteld op de optimale verwerking van informatie. De prefrontale cortex ligt in het meer naar voren liggende deel van de voorhoofdkwabben, het meest geëvolueerde deel van de hersenen en is verantwoordelijk voor taal, redeneren en ons voorstellingsvermogen. Door de PFC zijn we in staat te zeggen dat een gebeurtenis zoveel dagen, weken of jaren geleden heeft plaatsgevonden we kunnen tijd aan een gebeurtenis koppelen. Hierdoor is er een tijdsbesef anders zou het alleen maar een verzameling momenten voor ons zijn. Er is een nauwe samenwerking met de hippocampus doordat de aandacht gefocussed wordt en prikkels geselecteerd. Door iets een aantal keren te herhalen wordt het in het langetermijngeheugen opgeslagen. De PFC rijpt tot 25 jaar en wordt o.a. beschouwd als 'de zetel van onze menselijkheid. Dit deel van de hersenen is belangrijk voor het nemen van beslissingen bij morele dilemma's, remt agressief gedrag af en zorgt dat we ons aangepast gaan gedragen. Het morele netwerk is een interactie tussen oude en nieuwe hersengebieden. Er is verminderde activiteit in de PFC bij verdriet en een toename als we vrolijk, levendig, adrem en vol ideeën zijn. Door de spiegelneuronen in dit gebied kan je o.a. empathie met de ander kan ervaren, de basis voor al het morele handelen. Als de L-PFC beschadigd dan trekje je terug uit het sociale verkeer en is er weerzin tegen iets ondernemen, dit noemt men ook wel een pseudodepressie. Als de R-PFC beschadigd is dan lijkt patient euforisch, maar dat is niet echt zo. Een persoon kan daardoor onherkenbaar veranderen; 'Ze is het niet meer.' wordt er in zijn omgeving gezegd. Bepaalde delen van de prefrontale cortex kunnen de reactie van de amygdala temperen al kan de cortex de waarschuwingssignalen van noodbrein nooit helemaal uitzetten.
33
34
Hart-Hersensysteem Het hart, ook wel de 'kleine hersenen' genoemd binnen in ons lichaam, heeft eigen netwerken van enkele tienduizenden neuronen. Het kan waarnemen, heeft gevoelens en kan eigen herinneringen opslaan. Hierdoor kan het zich aanpassen en veranderen. We hebben vaak de verbinding tussen hoofd en hart doorgesneden om onszelf te beschermen, gelukkig kan je 'Met het hart praten' en zo het contact herstellen. Het hart kan de hormonen adrenaline, als het maximaal moet functioneren, en het hormoon oxytocine, het liefdeshormoon, afscheiden, die dan vervolgens rechtstreeks op de hersenen inwerken. Zo zal het hart als het ontregeld, als er chaos is, het limbische systeem meeslepen omdat er directe zenuwverbindingen zijn, en omgekeerd als het limbische systeem van slag is zal het hart ziek en uitgeput raken. Op deze manier wordt de hele fysiologie van ons lichaam beïnvloedt. Via het autonome perifere zenuwstelsel loopt de sterkste verbinding tussen de 'kleine hersenen' van het hart en het limbische systeem. Vanuit het limbische systeem voorzien de 2 subsystemen alle organen van het lichaam van zenuwen: 1. sympatische zenuwstelsel, scheidt adrenaline en noradrenaline af dit controleert de vecht en vlucht reacties. (versnelt hartritme). 2. parasympathische zenuwstelsel, scheidt acethylcholine, neurotransmitter, af verzorgt toestanden van ontspanning en rust. (vertraagt het hart). Dit gaat buiten onze wil en ons bewustzijn om en is in principe in evenwicht. Doordat het zich snel kan aanpassen aan de omstandigheden wordt chaos voorkomen. De normale veranderlijkheid van onze hartslag is een uiting van de verbinding tussen het emotionele brein en het hart, de pauze tussen 2 opeenvolgende hartslagen is nooit gelijk. Het is gezond dat het hart voortdurend versnelt en afremt. Het is ernstig als het de regelmaat van een metronoom heeft omdat het hart dan niet meer reageert op emoties, het kan niet meer 'remmen'. Het is een dodelijke afwijking bij een foetus en als volwassene overlijd je na enkele maanden als dit geconstateerd wordt. Het autonome zenuwstelsel wordt gestabiliseerd door de coherentie tussen het hart en het limbische systeem. Het parasympatische systeem wordt gestimuleert door langzaam en diep adem te halen. Je kan het hart 'wassen' als je met aandacht bij je hartstreek bent als je ademhaalt. Er ontstaat dan een gevoel van warmte en ruimte in de borst. Een fysiologisch kenmerk van hartcoherentie en hersenharmonie is de glimlach. De glimlachreflex is aangeboren, doof en blinde kinderen glimlachen in dezelfde ontwikkelingsfase als elk ander kind. Er worden totaal andere groepen gezichtsspieren gebruikt bij een echte of een onechte glimlach. Zo is de orbicularis oculi een betrouwbare indicator voor innerlijk geluk of blijdschap waarbij de genotscentra in de hersenen oplichten als deze spier geactiveerd wordt door een opdracht uit het limbische systeem. Je ogen knijpen samen. Als je verlamt bent aan één kant van je gezicht dan kan de verlamde kant toch glimlachen als je echt glimlacht. Je kunt niet met je vrije wil, bewust, een onechte glimlach met de verlamde mond creëren. Er is een 'flow', staat van 'overvloed', als het corticale en limbische samenwerkt, het aangeboren vermogen van de hersenen. Geen conflictueuze maar een harmonieuze confrontatie waarbij er geen verlies is van levensenergie. De glimlach van Boedha is een universeel symbool. 35
Genen Epigenetica, ('epi=grieks, 'bij', 'bovenop', 'voorbij'): Wat ons tijdens ons leven overkomt kan veranderingen teweegbrengen in hoe onze genen werken en dit kan doorgegeven worden aan de volgende generatie zonder dat de DNA-sequentie zelf aangetast hoeft te worden. Dit zijn snelle epigenetische erfelijkheidseffecten. Je bent niet alleen wat je eet maar ook wat je oma at. Maar ook een goede start in het leven kan leiden tot een waterval van epigenetische veranderingen die zorgen dat psychologische processen beïnvloedt worden en dit kan tot meer optimisme in je leven leiden. DNA zit in onze cellen te wachten om gelezen te worden door een enzym dat RNA-polymerase heet. Een gen kan pas invloed hebben als het actief wordt 'uitgedrukt', dat is: Tot expressie komen. In de expressie van de genen die geassocieerd worden met hoe goed we tegen stress kunnen, kan warme of koele moederzorg enorm veel uitmaken. We vinden een grote hoeveelheid 'glucocorticoïdereceptoren'(GR), diep in de hippocampus, die als een stressschakelaar de stressreactie aan- of uitzetten. Hebben we veel GR receptoren dan lijkt het alsof we beter tegen stress kunnen. DNA-methylatie houdt de genen stil, het promotorgebied wordt door methylstoffen geblokkeerd zodat het RNA het gen niet kan zien waardoor het gen niet tot expressie kan komen. In de 4e en 6e maand van de zwangerschap heeft depressie en angst bij de moeder een verhoogd niveau van DNA-methylatie tot gevolg. De genen in de hippocampus worden stil als er een verhoogde methylatie is van het promotorgebied van het GR-gen, deze kinderen worden kwetsbaarder voor stress. Het zijn de effecten van de omgeving die werken via onze genen.
36
Herinneringen We herschrijven ons leven elke dag doordat we onze herinneringen elke dag herschrijven. Gebeurtenissen worden niet letterlijk opgeslagen, het zijn elementen van onze persoonlijke ervaring die worden samengevoegd tot een samenhangend geheel. Fragmenten van verschillende gebeurtenissen kunnen samen een 'volledige' herinnering vormen. Onze affectieve geest bepaalt wat we onthouden, ons eigen perspectief filtert onze herinneringen. Er wordt ons een versie voorgeschoteld die aardig overeenkomt met onze kijk op het leven en onze belangstelling. Een selectieve herinnering. Of dat een juist beeld is van het verleden, is nog maar de vraag. Een optimistische instelling wordt gevoed en onderhouden door een positieve interpretatie van een gebeurtenis en een pessimistische instelling wordt gevoed en onderhouden door een negatieve interpretatie. Het zijn 'bevestigingsbias', onbewuste biases, die onze overtuigingen kunnen gaan vormen. Het is de biases van hoe we de wereld om ons heen ervaren. Om een herinnering te beleven is een geassocieerde emotie of gevoel essentieel. Peter Levine zegt dat: "Enige emotionele betekenis of aanzet tot actie de allereerste voorwaarde wel zou kunnen zijn voor de bewuste beleving of herinnering van de waarneming en bovendien wel zou kunnen impliceren dat alle bewust waargenomen gebeurtenissen een bepaalde emotionele dimensie moeten hebben, al is die nog zo gering." 11 Het is niet van belang dat de herinneringen objectief juist zijn maar wel dat het bevroren zenuwstelsel zich kan ontladen. Deze ontlading kan zich nooit voltooien als een reactie niet goed bij de situatie aansluit omdat het zenuwstelsel altijd zal blijven zoeken naar een toepasselijke reactie. Dit heet een 'draaikolk' van het trauma. Als iemand in wanhoop toch een beeld uitkiest, dat wel dezelfde emotionele sfeer heeft maar een andere inhoud, wordt er ook een 'herinnering' gevormd. En zeker als het een hoog emotioneel gehalte heeft accepteer je het al snel als de waarheid. Het spoor van de herinnering zelf wordt verandert als de herinnering gereactiveerd wordt in een nieuwe context. De herinnering wordt herschreven door een proces dat reconsolidatie heet. Het is aannemelijk dat de circuits in de hersenen die onze emoties geleiden opnieuw geprogrammeerd worden als we ons volledig overgeven aan het voelen van de oude pijn. Er kan nieuwe informatie aan de oorspronkelijke herinnering worden toegevoegd als vooral emotionele herinneringen, worden gereactiveerd als ze aangeraakt worden. Er is een gelegenheidsvenster: Er is een bepaalde tijd waarin je de gelegenheid hebt om een herinnering te veranderen, deze reactivatieperiode, 'reconsolidatie', duur ongeveer 6 uur. Dit biedt de mogelijkheid om het geheugenspoor met nieuwe, nietangstige informatie aan te passen. De sleutel tot hoe we een herinnering ongedaan kunnen maken ligt misschien wel bij de gecompliceerde moleculaire machinerie die angstherinneringen in de 1e instantie bestendigt. Zo zitten neuronen in de amygdala vol met de AMPA-variatie van de glutamaatreceptoren. Deze ondergaan een forse revisie in de kritieke periode als de angstherinneringen worden vastgelegd, door een continue herschikking van receptoren tussen verschillende 37
neuronen. De glutamaatreceptoren glijden heel gemakkelijk naar neuronen toe en er weer vandaan tijdens de herschikking. Als de herschikking van de receptoren niet mogelijk is door een bepaalde oorzaak dan is het onmogelijk een angstherinnering uit te wissen. Je kan je ook richten op de hogere corticale centra zodat de amygdala afgeremd kan worden. Het activeren van het middelste deel van de PFC leidt tot een sterke vermindering van de activiteit van de amygdala. Dit vindt al plaats als we een emotionele gedachte of afbeelding van een naampje voorzien, de reacties van de amygdala worden zo gedempt. Door te kijken hoe we de dingen interpreteren kunnen we onze emoties heel effectief leren reguleren, het 'herbeoordelen' van de situatie. Dit kan ook onbewust plaatsvinden. Het is belangrijk om de verbindingen tussen de amygdala en de PFC te versterken. Ernstige stress kan de vorming van herinneringen in het declaratieve geheugen belemmeren. Er wordt atrofie in de neuronen van de hippocampus veroorzaakt door het langdurig vrijkomen van het stresshormoon glucocortocoïde. Als stress lang duurt kan er permanente schade aan de hippocampus veroorzaakt worden. De herinneringen verdwijnen dan uit het bewustzijn maar blijven wel bestaan in onze 'intuïtieve' reacties en fobieën. De amygdala weet via de 'korte' route de traumatische gebeurtenis toch op te vangen, er is dan alleen een emotionele herinnering. Steven Johnson meent dat er geen helder mechanisme bestaat voor de onderdrukking of censuur van traumatische gebeurtenissen. Er is geen interne censor. De traumatische herinneringen worden door de amygdala opgevangen, niet omdat het uitvoerende brein ze om de een of andere reden niet kan tolereren, maar omdat ze informatie bevatten die in de toekomst van nut kan zijn voor de veiligheid van het organisme. Het vergroot de levenskansen van het organisme. De amygdala, is met zijn grove geheugenspoor vasthoudend terwijl traumatische herinneringen van het declaratieve geheugen soms gewoon verdwijnen met de tijd. Het lijkt erop dat de angst verwerken essentiëler is, dan het trauma wat er aan vooraf ging. 12 Het is belangrijk onze relatie met onze herinneringen te veranderen. We beperken onszelf door ons vast te klampen aan de 'ware' herinneringen. Je zult nooit weten of iets 'echt' heeft plaatsgevonden. Het is juist de overtuiging of de angst dat het gebeurt is en de subtiele zoektocht naar het bewijs, dat je in de weg kan staan als je probeert te luisteren naar de felt sense, een innerlijk aura dat alles omvat wat je voelt en weet over een bepaald onderwerp op een bepaald moment. Het is van belang om in het mu te zijn omdat je weet dat wat je je herinnert nooit meer is wat het was. De rivier stroomt door.
38
Angst "We zijn eigenlijk Angst-refractoren hoorde ik pas ergens . . Refractie, dat is iets anders dan reflectie; bij refractie is sprake van breking, een prisma doet aan een soort refractie. . Als er geen hoek in een prisma zou zitten viel het licht er dwars doorheen, en nam je zodoende, net als bij vensterglas, de aanwezigheid ervan vrijwel niet waar. Echter, door de hoek in het glas, of het kristal breekt het licht uiteen in een waaier van kleuren. Hoe die kleurige waaier er uitziet is afhankelijk van de weerstand van het kristalrooster, van het materiaal, en dus van wat we noemen de brekingsindex. Je kunt je voorstellen dat alle input in een individu door de angst uiteen waaiert in een soortgelijk palet. . . de input is neutraal, maar door de angst breekt het en tekent zich een patroon af. Een patroon dat er bij iedereen in zekere mate verschillend uitziet, omdat de patronen van de angst immers even zo individueel zijn Als dit patroon van uitwaaiering dus met name door angst tot stand blijkt te komen, is diezelfde angst dus eigenlijk voor een groot deel de drijvende kracht achter het gevoel van een individualiteit. Niet verwonderlijk dus, dat het juist de angst is die altijd zo lastig wordt losgelaten. Het loslaten van de angst valt immers zo'n beetje samen met de angst tot verlies van de individualiteit. Iets wat op vrijwel de zelfde manier zal worden ervaren als angst voor de dood. . ." Peter Korver, Amsterdam. Angst is ons alarmsysteem en het is van essentieel belang om te overleven. Het is een normale en universele reactie bij onmiddellijk of mogelijk gevaar door objecten of situaties met dreigende schade voor de fysieke en/of psychische integriteit. Het hoort bij de mens. Door de vecht-vlucht en bevriesreactie bereidt het lichaam zich voor op actie, reactie en observatie op gevaar. Het reële denken kan verdrongen worden doordat het lichaam geen onderscheid maakt tussen echte en irrationele, ingebeelde angst. We hebben geen keus maar we zouden de angst het liefst vermijden. Angst varieert van onbehaaglijke gevoelens tot een volledige paniekaanval met symptomen als kortademigheid, duizeligheid een versnelde hartslag en een galvanische huidreactie zoals zweterige handen. etc. Aan de andere kant kan angst ook uitdagend werken, je kunt via angst levensmoed ontwikkelen als teken van leven. Als je verantwoording neemt voor je leven is dat onlosmakelijk verbonden met angstgevoelens. Het hoort bij het leven en je kunt er meer of minder gevoelig voor zijn. Veel van ons gedrag wordt georkestreerd door angst; onze overtuigingen over de wereld, waar we wel/niet bang voor zijn, onze gezondheid, ons welzijn, onze vooroordelen en onze herinneringen aan wat er gebeurt is. Je kan je angst herinneren zonder dat je geheugensysteem werkt en ook zonder dat je een nieuwe herinnering kan aanmaken. ”Zo zijn we allemaal een beetje als de amnesiepatiënte van Claparede: We onthouden de angst beter dan 't 39
eigenlijke trauma.” 13 Er is een alternatief opslagsysteem dat niet bewust beschikbaar is. Het spoor van angst wordt rechtstreeks in het lymbische systeem gevormd waarbij de amygdala van cruciaal belang is. LeDoux is van mening dat we emoties als angst ervaren als het resultaat van onze lichamelijke gewaarwordingen. We zijn bang omdat we weghollen en niet andersom. Het gaat om actie, overleven en niet om denken en voelen. Bij het vertalen van deze oerangstreactie naar wat velen angst, bewuste gevoelens van bang zijn noemen, speelt de insula, een ander oud gedeelte van het brein, een rol. De angst voor slangen is groter dan voor vuurwapens leert onderzoek, de leermechanismen zitten in een vastere greep van oude dreigingen. Een selectief leerproces, zo leer je voor bepaalde dingen bang te zijn. Als het trauma, de angst, te groot is of het kind is te kwetsbaar kan de traumatische gebeurtenis, de angst niet verwerkt cq 'verteerd' worden. Het wordt geblokkeerd in het zenuwstelsel en daar vastgelegd in zijn oorspronkelijke vorm. Een neuronennetwerk vol met beelden, gedachten, geluiden, geuren, emoties, lichamelijke gevoelens en overtuigingen die aan de ervaring verbonden zijn verankerd in het limbische systeem. Bij een verhoogd arousal kan angst onze lichamelijke en geestelijke gezondheid bedreigen. Het kan aanleiding zijn tot vele psychosomatische klachten, de ademhaling chronisch kan verstoren, het slapen kan beletten en het kan spoken in onze dromen. Ons angstsysteem haalt ons brein over om bepaalde verbindingen te maken die ons vervolgens kunnen tegenwerken. Zo kan diep in ons, onbewust, een verbinding ontstaan tussen een onprettig en gespannen gevoel en een heldere lucht, waardoor je bij helder weer eigenlijk niet naar buiten durft, en je weet niet waarom. Het manifesteren van angstsporen uit het emotionele brein kan plaatsvinden zodra de waakzaamheid en de mogelijkheid tot controle van het cognitieve brein verzwakt, al is dat maar tijdelijk bijv. door moeheid of alcohol. Een dier is angst, maar een mens daarenboven heeft angst. Wij kunnen niet om onze angst heen maar wel kunnen we er mee leren om te gaan. Onze oerangst is de angst voor het niets, de dood.
40
Adem "Het leven is één grote ademhaling – Het begint bij de 1e ademhaling en eindigt bij de laatste uitademing." Giep van Werven Ademhaling is een basisfunctie, het waarborgt je verbondenheid met alles, er is zonder adem geen leven. 'Ademen' en 'leven' is identiek. ch'i, r'lung, atman, ruach, adem en spiritus woorden voor wind, adem en geest. We ademen constant in en uit er wordt energie opgeladen en ontladen waarbij dood en leven elkaar steeds passeren. Het is een beangstigende ervaring als je in ademnood komt terwijl bij een diepe volle ademhaling voel je levenslust. In één jaar wordt er ongeveer 5 miljoen liter lucht ingeademd. "De lucht rond elk ademend wezen is zonder meer een deel van alle andere wezens." 14 Het zijn baby's die in principe natuurlijk ademen terwijl je later door de weerslag van je ervaringen dit kan verliezen. "Jarenlang heb ik oppervlakkig geademd, het lukte me niet om in mijn buik te ademen. Ik deed het precies omgekeerd; buik uitzetten bij uitademen en buik intrekken bij inademen. Hoe vaak ik het ook probeerde en mijn aandacht eraan gaf. Zangles hielp niet, yoga hielp niet, mediteren met adem hielp niet, dansen hielp niet en erover praten hielp niet. Zodra ik met mijn aandacht naar de ademhaling ging, raakte ik in paniek aan het eind van mijn uitademing; 'Help ik krijg geen lucht meer'. Ik wist niet hoe snel ik weer moest inademen en het enige wat werkte was om er geen aandacht meer aan te besteden. De aandacht zorgde voor de angstgevoelens die ik niet kon plaatsen. Ik kon wel van alles bedenken als ik terugkeek op mijn ervaringen maar echt ergens de vinger opleggen lukte niet, het was puur het gevoel 'ik ga nu dood'. Vraag me niet wat er gebeurt is maar eindelijk kan ik diep ademen, ineens was het er. Ik voelde het heel diep in mijn bekken. Ik vind het nog eng om naar het in en uit ademen te gaan omdat ik nu nog angst voel voor het gevoel van angst wat ik altijd had. Misschien komt het weer terug maar Als ik nu stiekem met mijn aandacht naar mijn adem ga voel ik rust en vrolijkheid, ik glimlach. . ." Twee groepen neuronen in de hersenstam, het ademhalingscentrum, registreren constant de druk die in ons lichaam is. Vanuit dit centrum lopen rechtstreekse zenuwbanen naar alle belangrijke delen van het lichaam. Als je 'diep' en 'laag' kan ademen kun je je overgeven aan het leven, je kunt goed loslaten. Doordat je je emoties kunt voelen en uiten, kun je bij diep ademen je tranen laten stromen. Bij 'hoog' en 'ondiep' ademen hou je iets krampachtig vast. Je middenrif verkrampt, je zet alles vast. Zo leer je je emotioneel beheersen. Als je niet diep en laag ademt, in je buik, kan dat gevolgen hebben voor de energievoorziening. De longen kunnen niet optimaal vullen en legen. Het zuurstofgehalte in het bloed is niet voldoende, je bent moe, slap, geprikkeld, spanningen in de maag en ongelukkig etc. De nervus vagus, zwervende zenuw, parasympatische zenuw, kan niet geprikkeld worden als het inademen heel kort is in vergelijking met de uitademing. Het gevolg is stress doordat de sympatische zenuwen de overhand krijgen. Je kan de nervus vagus stimuleren door adembeheersing en zo o.a. angstgevoelens verminderen. Bij cranio werken we vaak met de adem; je kan zo het lichaam ontladen, en de adem wordt 41
meestal vanzelf rustiger tijdens een sessie waarbij menigeen in slaap valt.
42
Slaap/Droom 'De sleutel van de vragen overdag wordt in de nacht gevonden'. 'Als je de zon van je verstand ....'s nachts wilt laten schijnen, dan verbleken alle sterren en melkwegen. Dan zie je niets'. Tjeu van den Berk In de hersenstam bevindt zich het slaapcentrum die zich onttrekt aan de bewuste controle van de cortex. Tijdens de slaap wordt de reticulaire formatie, het meest archaïsche deel van het reptielenbrein, het oudste alarmsysteem, van minder prikkels voorzien, het staat op de waakvlam. Er is geen sprake van het 'licht' van het bewustzijn als de reticulaire formatie niet 'aan' staat. Overdag wordt deze geactiveerd door zintuiglijke prikkels en gevoelens waarna ze haar activiteiten via een waaier van zenuwvezels uitstraalt naar de hersenschors. Het slaapcentrum kan geen vat op ons krijgen als we onze zintuigen te veel stimuleren, we komen over onze slaap heen, de reticulair formatie blijft dan 'wakker'. Als dit te vaak en te veel gebeurt blijft het hangen in de geactiveerde toestand. Dit geeft een constant stress gevoel wat al in de baarmoeder kan plaatsvinden omdat de reticulaire formatie dan al zijn werk doet. Als je slaapt laad je je levensaccu op. In je droom heb je je eigen bioscoop, alles is net zo reëel als overdag waarbij het lijkt alsof de bewuste controle het enige onderscheid is. Zo zijn dag en nacht complementair. Soms is er in je droom een bevredigende oplossing voor verlangens en conflicten van overdag, maar er kunnen ook verborgen wensen langskomen en natuurlijk angsten, iedereen heeft weleens een nachtmerrie gehad. De droom werd door Freud de koninklijke weg naar het onbewuste genoemd. En Jung was van mening dat je werd gedroomd, het 'ik' verdween tijdens het dromen. In het oude Griekenland, in de 2e en 3e eeuw, gedurende 1000 jaar, waren er meer dan 400 droomtempels. Deze hadden een therapeutische waarde, je kon via dromen genezen en er ter plekke 'een nachtje over slapen'. Slapen en dromen kan ook een manier zijn om niet hier te zijn, 'je leven verslapen'. "Bij mij was slapen een manier om 'niet hier' te zijn. Ik verdween in de slaap, in de droom en dat kon ik heel goed. Als ik het even niet meer 'aankon' ging ik slapen, soms wel een week. Op die manier hoefde ik niet de verantwoordelijkheid te nemen voor mijn leven, ik versliep gewoon mijn leven. Gelukkig is dat nu niet meer aan de orde, het gaat gewoon niet mee. . ." Aan de slaap moet je je overgeven, het is een klassiek beeld voor dood gaan, je verliest de controle, je verliest je ik. Bij het inslapen geven we ons over aan de nacht, het donker, het sterven en het onbewuste. Hypnos, god van de slaap is tweelingbroer van de dood, Thanatos. Deze zijn zonen van de nacht die zelf de dochter van Chaos is. Ze wonen in de uiterste wereld van het zijn, op de grens van het niet-zijn.15 43
Helen Het tegelijkertijd bewust zijn van de huidige realiteit en van de oude pijn via ons gevoel, betekent dat we, wat er gebeurt, ervaren met een duaal-bewustzijn. Het is een inzicht dat het niet nu gebeurt en dat het ook niets met nu te maken heeft. Het verleden en heden kunnen geïntegreerd worden doordat je het heden ervaart voor wat het werkelijk is. Het bewustzijn kan het verwerken. De oude pijn wordt niet door iets in het heden veroorzaakt maar door een symbool in het nu, dat je onbewust raakt op een fundamenteel niveau. Een symbool kan een liedje op de radio zijn, een geur, iets wat iemand tegen je zegt, een geluid etc. Door dit met aandacht te onderzoeken kun je je verleden in beeld krijgen. Alles wat je raakt is van jezelf, zo eenvoudig is het dus, je hoeft er alleen maar op te vertrouwen dat dat zo is. Als we bewust toegang krijgen tot de oude emotionele herinneringen en ons openstellen om de oude pijn actief te voelen kun je onderscheid maken wat van toen is en wat van nu. Het is doeltreffender om via het lichaam te werken omdat dit een intiemer contact onderhoud met het emotionele brein dan met het cognitieve brein. Ook is de amygdala maar in geringe mate toegankelijk voor taal en analyse. Je kunt een emotie niet opdragen om te verdwijnen of sterker te worden. Het is belangrijk om de waarheid van toen volledig met ons hoofd en hart te beseffen omdat het verdrongen deel, in het onbewuste, wat niet geheeld is, anders steeds zijn invloed zal blijven uitoefenen op het heden. Alle gevoelens die er zijn maken deel uit van de geschiedenis die verteld wil worden. Het is een emotioneel besef: Het was echt zo erg alleen kunnen we het nu een stem geven. Als we een beetje moed verzamelen en onze angst overwinnen hoef je niet weg te lopen voor je gevoelens omdat er geen reëel fysiek of psychisch gevaar is in het heden, de oude pijn kan je niets meer doen, die is van toen en je hebt het al overleefd dankzij je psychische immuunsysteem. Het verleden kan ook niet meer gecorrigeerd worden zelfs niet op symbolische wijze. Om gedisidentificeerd te voelen is het nodig om de waarnemer te blijven, de volledige lading toe te laten zonder weerstand, terwijl we observeren. We blijven in fysieke zin de volwassene terwijl we in emotionele zin het kind zijn. De golf van het oude gevoel kan wegebben als het over het hoogtepunt heen is. Maar als we in paniek raken worden we overspoeld door de oude pijn, en dat is geïdentificeerd voelen. Zolang de herinnering in het werkgeheugen beschikbaar is kan er heropslag van een herinnering plaatsvinden. Nieuwe informatie, o.a. door vrij associeren, kan worden toegevoegd en de betekenis kan veranderen door de context van dat moment. Er kunnen nieuwe neurale netwerken tussen de amygdala en de prefrontale kwabben ontstaan waardoor het verschil tussen het heden en het verleden herkend wordt, het gezichtspunt van de volwassene kan in het emotionele brein postvatten. Het neurologische spoor van angst of wanhoop kan vervangen worden. Als de amygdala de situatie als niet meer gelijkend op het verleden beschouwd, de disfunctionele 'limbische' lading is er niet meer, zal het stoppen met panieksignalen uit te zenden. Ook kan de prefrontale kwab de paniekaanzet negeren. Het gevolg is dat de reactie op een hedendaagse situatie anders zal zijn. Het kan soms moeilijk zijn om jezelf waar te nemen omdat je patronen, je gedrag zo 44
bij je horen. Het is zo bekend voor je dat je ze niet herkend of bewust waarneemt. En we leggen maar al te vaak de bron van alle ellende buiten onszelf, en daarmee buiten onze macht. Op het moment dat een symbool je raakt, en je voelt bijv. woede opkomen, zou je je overtuiging kunnen loslaten dat je in je recht staat. Je kan kijken: Wat maakt me zo boos? Wat is de oude pijn achter deze woede? Dit zou onveilig kunnen voelen maar vertrouw erop dat je het nu als volwassene aankan. Het kan zijn dat je huilt om van de oude pijn af te komen maar door je pijn heen huilen is onmogelijk. Een andere manier is dat je huilt 'om je jeugd' waarbij je de volwassene blijft i.p.v. dat je je niet overgeeft aan de pijn van het kind. Door bij het minste of geringste steeds in tranen uit te barsten conditioneer je jezelf alleen maar. Een emotie die vast slaat houdt ons van ons gevoel af, het werkt als een afweermechanisme. Maar om bij je gevoel te kunnen komen zal je eerst de emotie tegenkomen. Mensen kunnen in een soort magisch universum gebracht worden, een universum waarin de hersenstam rechtsstreek aangesproken wordt. Grote mythische genezers deden dat: Orpheus genas via muziek, Asklepios via de droom, Empedokles via het orakel, de sjamaan via bezweren, Charcot via hypnose, Freud via een droomtechniek en Jung via actieve imaginatie. Zoals Plato zei 'daar waar we ons ten dieptste her-inneren wie we zijn.', bij de gratie van anamnese, her-innering, ontstaat genezing. Je moet zelf de krachten in je ervaren en bundelen om er weer boven op te komen, een vertrouwen hebben in de juistheid van wat je voelt. Hierbij zijn therapeuten, slechts de assistenten en therapie betekent dan ook niet genezing maar dienstverlening. Uiteindelijk kan de oude pijn een litteken worden, het wordt een herinnering, misschien onaangenaam, maar een herinnering. Dit herinneren van de feitelijke en emotionele voorgeschiedenis maakt dat het niet meer is wat je 'laat zien' maar je kan je 'werkelijke' gezicht tonen. "Toon me je gezicht dat je had voordat je geboren werd." Soefi-tekst
45
Nawoord Mijn zoektocht door het Wonderland van Alice heeft me een mand vol met puzzelstukje opgeleverd die ten dele al een plek in het groter geheel hebben gekregen, ik ben onderweg. Mijn weg is mijn leven lang al niet recht, maar slingerend met veel zijpaden. Zo ook deze scriptie. Ik ben niet recht op mijn doel afgegaan maar ik liet me leiden door inzichten die ik kreeg als iets me raakte en hielp om weer verder te gaan. Zo besefte ik dat ik ook zonder bril en lenzen kan 'zien', omdat een blinde dat ook kan, dankzij de spiegelneuronen. Ik herinnerde mij, dat ik dat al wel wist, maar ik vertrouwde er toch niet helemaal op. Sinds kort durf ik naar de wereld te kijken ook zonder lenzen of bril. Een aantal dingen zijn me heel duidelijk geworden. Het is belangrijk om te erkennen wat de impact is van de groeven in de plaat, de sporen in mijn emotionele leven en zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor wat ik voel. De moed hebben om de angst voor de oude pijn recht in de ogen te kijken en te doorvoelen. Erin graven, binnenste buiten keren. Wat probeer ik te krijgen of te vermijden, wanneer begon ik me zo te voelen, wat en hoeveel heb ik hier in geïnvesteerd. Het niet onderdrukken. Geen weerstand bieden door een muur om me heen te trekken waardoor ik mezelf isoleer. Met aandacht blijven observeren wat mijn gedrag tot gevolg heeft, waarnemen. Herinneren dat alles wat mij raakt van mijzelf is omdat dat de enige manier is om mijn eigen leven te leiden. Elke ochtend in de spiegel blijven zeggen: 'Goedemorgen Catharina, vandaag is het een nieuwe dag, de eerste dag. Ik ben op weg om een bewust mens te worden. Dat wil ik. Omdat ik wil, kan ik en omdat ik wil en kan, ben ik. Vandaag kom ik allerlei impulsen van buitenaf tegen. Wat die impulsen in mij raken, erken ik als zijnde van mij.'. Ik realiseer me dat ik als kind, en velen met mij, het psychische immuunsysteem hard nodig heb gehad. Als kind voelde ik naast mijn eigen pijn, die ik heel goed verdrong, waarschijnlijk letterlijk de pijn van mijn verzorgers, en er was geen ontsnappen aan. De verankering ontbrak doordat de voorhoofdskwab nog niet volgroeid was en daarom kon er verwarring zijn tussen ik en jij. Het stemde mij heel optimistisch wat ik tegenkwam. Het was een feest van herkenning wat ik las over de glimlach van de hartcoherentie. Een helemaal 'kloppend' gevoel dat de hersenen helemaal plastisch zijn en dat neurogenese bestaat. Ik was helemaal enthousiast over het hart; 'de kleine hersenen', ja het kan waarnemen, voelen en eigen herinneringen opslaan en je kan er nog mee communiceren ook. Het tijdvenster van 6 uur om herinneringen van andere informatie te voorzien is fascinerend. Zelfs onze genen kunnen veranderen door epigenetische veranderingen tijdens ons leven. Zo zie je maar, alles is in beweging, alles is een proces. Wij kunnen dus veranderen. De hersenen zijn een onderdeel van ons zelfgenezend vermogen doordat ze o.a. plastisch zijn. Ze bieden je verandering en geen stilstand, mogelijkheden en geen beperkingen. Ik hoop dat ik mijn zoektocht naar het willen weten wat er allemaal gebeurt is, de herinneringen die er niet zijn, achter me gelaten heb. Ik realiseer me dat er geen 'echte' herinneringen zijn en dat het verwerken van bv. angst essentiëler is dan het trauma. Ik zal het moeten doen met mijn lichamelijke gewaarwordingen en 'achtergrondgevoelens' aangezien de hippocampus nog niet volledig werkte in de tijd dat er bij mij veel 'stress' was in mijn leventje. 46
Ik kan uiteindelijk alleen maar mijn eigen leven leven, mezelf beleven. Empathie voelen voor mijn eigen levensgeschiedenis en mezelf liefhebben. Er is geen besef van verleden en toekomst als ik in de 'flow', 'de optimale ervaring' zit: er is alleen maar nu, 'in het moment zijn'. Dan valt alles samen, een magisch moment. Ik ben aanwezig.
Catharina Boot
47
Termen Cortisol: Het hormoon cortisol wordt o.i.v. ACTH geproduceerd in de bijnierschors. Het komt vrij bij stress en zorgt dat de glucoseconcentratie in het bloedplasma verhoogd wordt en de bloedsuikerspiegel stijgt omdat het de lever aanzet tot meer suiker produceren. Het energieniveau wordt zo aangevuld zodat het lichaam langdurig het hoofd kan bieden aan een stresssituatie. Het immuunsysteen wordt onderdrukt. Dopamine: Een neurotransmitter waarvan de de 'dopamineproducerende cellichamen zich bevinden in het ventrale tegmentum en in de nucleus accumbens. Vandaar vertakken de axonen zich op grote schaal en bereiken veel gebieden in de voorste hersenen waaronder de PFC, waar de uiteinden dopamine laten vrijkomen. Deze stof heeft iets te maken met iets 'willen' en niet speciaal met het 'lekker vinden'. Het zorgt ervoor dat we steeds weer willen. Het verlangen naar iets nieuws. Endorfine: neurotransmitter. Je voelt bij het vrijkomen van deze stof geluk en euforie. Men wordt geen pijn meer gewaar. Ook bij het eten van chocola komen er endorfines vrij. Hypofyse: De hypofyse is verbonden aan de hypothalamus en is betrokken bij de afscheiding van veel soorten hormonen. Bestaat uit de neurohypofyse, zenuwweefsel, fungeert als doorgeefluik van o.a. het hormoon oxytocine. De adenohypofyse, endocrien weefsel, die hormonen produceert zoals o.a. ACTH, adrenocorticotroophormoon, bijnierschorsstimulerend hormoon. Insula; een eilandje in de cortex. Staat centraal in je emotionele leven want zend en ontvangt signalen van de andere emotionele centra in de hersenen zoals de amygdala, je autonome zenuwstelsel en de orbitofrontale cortex. Het beschikt over spiegelneuronen. Oxytocine: Wordt in de hypothalamus geproduceerd, en heeft vele functies. Het is de boodschappersstof van affectie, gulheid, rust, vertrouwen en gebondenheid doordat het ervoor zorgt dat je gevoeliger bent voor emoties van anderen. Daarom wordt het ook wel het 'hechtingshormoon' of 'love hormoon' genoemd, en dit speelt bij vele sociale interacties een rol. Het kan de activiteit van de amygdala regelen doordat het als boodschapperstof werkt tussen de neuronen waardoor bijv. angst onderdrukt kan worden. Norepinefrine: neurotransmitter die nauw verwant is met adrenaline. Deze maakt ons meer of minder afhankelijk van plezierige prikkels, 'verslaving aan beloningen'. Serotonine: een neurotransmitter met vele rollen, de regeling van de temperatuur, sensorische perceptie en het in slaap vallen. Het regelt onze stemmingen, de 'chemische geluksstof' van de hersenen: Je hebt meer zelfvertrouwen en je voelt je minder kwetsbaar voor eventuele krenking of belediging, 'gevoeligheid voor 48
afwijzing', bij een hoog serotonine niveau. Als dat niveau laag dan ben je defensief en minder bereid risico's te nemen. Vasopressine, antidiuretisch hormoon, ADH. Het is een hormoon en een neurotransmitter geproduceerd in de hypothalamus en wordt via de hypofyse afgegeven. Het zorgt er o.a.voor dat je gevoeliger bent voor de emoties van een ander. Is van invloed op sociaal gedrag zoals vrijgevigheid en speelt een cruciale rol bij moederlijk gedrag waardoor je je beter op je kind kan richten.
49
Noten 1. Alice Miller, pg. 32 2. Steven Johnson, pg. 29 3. Vilayanur Ramachandran, pg. 59 4. Steven Johnson, pg. 183 5. Vilayanur Ramachandran, pg. 60 6. Vilayanur Ramachandran, pg. 149 7. Vilayanur Ramachandran, pg. 150 8. Steven Johnson, pg. 48 9. Steven Johnson, pg. 42 10. Steven Johnson, pg. 60 11. Peter Levine, pg. 210 12. Steven Johnson, pg. 64 13. Steven Johnson, pg. 50 14. Tjeu van den Berk, pg. 64 15. Tjeu van den Berk, pg. 89
50
Bibliografie -Berk, Tjeu van den, 'Het mysterie van de hersenstam. Over basisfuncties, psychosomatiek en spiritualiteit, Meinema, Zoetermeer, 2001 -Bosch, Ingeborg, De herontdekking van het ware zelf. Een zoektocht naar emotionele harmonie, Atlas contact, Amsterdam/Antwerpen, 2012 -Bosch, Ingeborg, Illusies. Over bevrijding uit het doolhof van destructieve emoties, Atlas contact, 2012 -Fox, Elaine, Het positieve brein. Waarom sommige mensen slagen en anderen falen, De Boekerij bv, Amsterdam, 2012 -Johnson, Steven, Op reis door je brein. Ontdek hoe je hersenen werken, Scriptum, Schiedam, 2006 -Kemner, Chantal, Het sociale leven van baby's, en de spectaculaire groei van de hersenen in het eerste levensjaar, Balans, Amsterdam, 2011 -Levine, Peter A, De tijger ontwaakt. Traumabehandeling met lichaamsgerichte therapie, Altamira-Becht, Haarlem, 2008 -Miller, Alice, Het drama van het begaafde kind. Een studie over het narcisme, Het wereldvenster, Houten, 1991 -Schwartz, Jeffrey M. en Gladding, Rebecca, Je bent niet je brein. In 4 stappen controle over je leven, je slechte gewoonten en je ongezonde gedachten, Kosmos, Utrecht/Antwerpen, 2012 -Ramachandran, Vilayanur, Zo werkt ons brein echt. Wat fouten in de hersenen ons leren, Kosmos, Utrecht/Antwerpen, 2011 -Sitskoorn, Margriet, Het maakbare brein. Gebruik je hersens en wordt wie je wilt zijn, Bert Bakker, Amsterdam, 2006 -Servan-Schreiber, Dr. David, Uw Brein als medicijn. Zelf stress, angst en depressie overwinnen, Lifetime, Utrecht, 2005 -Swaab, Dick, We zijn ons brein. Van baarmoeder tot alzheimer, Contact, 2010 -Verburgh, Kris, Fantastisch. Over het universum in ons hoofd, Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam 2007 -Werven, Giep van, Een korreltje vertrouwen en een halve gram moed. Een voettocht op weg naar het niets, Praktijk voor spirituele Geneeswijze, 2003
-NRCHandelsblad, Wim Köhler, vrijdag 7 juni 2013, artikel 'Iedere dag weer 700 hersencellen erbij én eraf.
51