Het project Brielle
• Dr. Paul van der Velden, oncoloog • Karin Bokelaar, oncologieverpleegkundige
Aanleiding 1:
“Prioriteit zal worden gegeven aan de ontwikkeling van anderhalvelijnszorg waaronder verstaan wordt zorgvormen waarbij huisartsen en medisch specialisten intensief samenwerken vanuit het uitgangspunt: “wat kan bij de huisarts, wat moet bij de specialist”. Indien met dit uitgangspunt de zorg daadwerkelijk gezamenlijk ingevuld wordt, is er sprake van anderhalvelijns zorg.”
Aanleiding 1:
“Prioriteit zal worden gegeven aan de ontwikkeling van anderhalvelijnszorg waaronder verstaan wordt zorgvormen waarbij huisartsen en medisch specialisten intensief samenwerken vanuit het uitgangspunt: “wat kan bij de huisarts, wat moet bij de specialist”. Indien met dit uitgangspunt de zorg daadwerkelijk gezamenlijk ingevuld wordt, is er sprake van anderhalvelijns zorg.”
Aanleiding 2
“Nazorg bij kanker: de rol van de eerste lijn” Signaleringscommissie Kanker van het KWF
Citaat 1 “Als huisartsen de regie over de nazorg op zich nemen, kunnen oncologie specialisten (tweede lijn) zich beter concentreren op hun primaire taak: nadere diagnostiek en specialistische behandeling van de steeds grotere groep kankerpatiënten.” “Verschuiving van de nazorg van de tweede naar de eerste lijn ligt dan voor de hand. Een grotere rol van de huisarts bij nazorg wordt gesteund door de wetenschappelijke beroepsverenigingen van huisartsen (NHG) en oncologisch specialisten (SONCOS).”
Citaat 2 “Feit is dat mensen met kanker mede door verfijndere behandelingen langer leven. Kanker krijgt hierdoor steeds meer een langdurig karakter, waarbij andere problemen meer op voorgrond treden. Bijvoorbeeld bij revalidatie, re-integratie in werk en samenleving of seksualiteit, of psychosociale problemen. Dit stelt andere eisen aan de zorg en vraagt om zorg dicht bij huis. Daarnaast zijn er - vooral op hogere leeftijd - vaak bijkomende aandoeningen naast kanker (comorbiditeit). Dit vraagt om integrale zorg, waarbij er aandacht is voor het totaal aan ziekten en daarmee samenhangende klachten. Juist de huisarts kan die zorg goed leveren en waar nodig een specialist inschakelen. De huisarts kent bovendien de patiënt en diens omstandigheden en is dan ook de aangewezen professional om een centrale rol bij nazorg te spelen.”
Aanleiding 3 Als we zo doorgaan wordt de zorg steeds moeilijker te organiseren; nieuwe patienten met kanker: 2007: 87.000 2020: 123.000
Het schept voor een medisch specialist meer voldoening indien hij uitsluitend datgene doet waarvoor hij specifiek is opgeleid. Samenwerken tussen eerste en tweede lijn is “leuk”’ en goed voor de patient.
Doel project Brielle Te onderzoeken • Of door intensieve interactie de zorg verbeterd kan worden en rollen van hulpverleners geherdefinieerd kunnen worden • Welke specifieke problemen optreden indien de aanbeveling van de signaleringscommissie kanker uitgevoerd worden
Doel project Brielle Te onderzoeken • Of door intensieve interactie de zorg verbeterd kan worden en rollen van hulpverleners geherdefinieerd kunnen worden • Welke specifieke problemen optreden indien de aanbeveling van de signaleringscommissie kanker uitgevoerd worden
Middelen • Het aangaan van een vast oncologisch samenwerkingsverband met een groep van 20 huisartsen • Het houden van transmurale oncologiebesprekingen met deze groep • Het inrichten van een follow up programma voor in opzet curatief behandelde patienten met een colorectaal of een mammacarcinoom
Handelingen
Afspraken
Transmurale oncologiebesprekingen: doelstelling • Korte termijn: per patient afspraken over zorg op maat • Lange termijn: andere rolverdeling in de zorg
Transmurale oncologiebesprekingen: middel • Frequentie: 1x per maand • Deelnemers: ca 15 huisartsen 1 oncoloog/1 longarts 2 oncologieverpleegkundigen • Patienten worden steeds tevoren aangemeld (steeds; 10-15 patienten) • Presentatievolgorde consequent: huisarts, dan specialist • Verslaglegging steeds nav 3 punten: -intervisie -leermomenten -afspraken • Voor huisartsen geaccrediteerd
Follow up project • • • • • •
Colon en mammacarcinoom Referentiepunt: oncoline Patient ontvangt het nacontroleschema ook Lastig punt: patienten met adjuvant hormonale therapie Nu in het project: 180 patienten Evaluatie in observationele studie (Karin Schroten, IKNL)
Status Project Brielle • • • •
Best Practice van de NIV Voorbeeldproject bij de LHV Onderzoek uitgevoerd door IKNL Onderzoek gefinancierd door CZ