kostprijs Het programma van vandaag • De normale en werkelijke bezetting • De integrale kostprijs • Bezettingsresultaten • De differentiële kostprijs • De opslagmethode 1
donderdag 8 oktober 2015
De kostprijs
Kostprijs Constante of vaste kosten: Kosten die in een bepaalde periode vast zijn en niet afhankelijk van de verkochte aantallen Variabele kosten Kosten die stijgen of dalen als de afzet verandert De normale bezetting: De normale bezetting is de afzet die over een langere periode als gemiddelde haalbaar is De werkelijke bezetting: De werkelijke bezetting is de afzet die in een bepaalde periode werkelijk is gerealiseerd of die men werkelijk verwacht te realiseren. (begroting of verwachting) donderdag 8 oktober 2015
2
De kostprijs
De kostprijs Een voorbeeld Stel dat 100 “Aartje Twinkel” CD’s worden ingekocht voor €500. De vaste kosten zijn €100. Er worden er 100 verkocht. Wat kosten de CD’s per stuk? €500 / 100 + €100 / 100 = €5 + €1 = €6 Het volgende jaar worden er 200 verkocht. Wat kosten de CD’s per stuk? €5 + €100 / 200 = €5,50 Dit is geen wenselijke situatie. Uitgangspunt is dat de kostprijs alleen mag veranderen als de kosten veranderen, niet als de afzet verandert. De integrale kostprijs (vaste en variabele kosten) De vaste kosten per eenheid worden gebaseerd op de normale bezetting. donderdag 8 oktober 2015
3
De kostprijs
De integrale kostprijs: De integrale kostprijs wordt bepaald door de constante kosten (C) te delen door de normale bezetting (N) en de variabele kosten (V) te delen door de werkelijke aantallen (W) In formule: C/N + V/W De C/N zijn de vaste kosten per eenheid! De V/W zijn de variabele kosten per eenheid! voorbeeld: Stel dat 100 CD’s worden ingekocht voor €500. De vaste kosten zijn €100. De normale aantallen per jaar zijn 125 stuks. De kostprijs wordt: €100 / 125 + €500 / 100 = €5,80 4 donderdag 8 oktober 2015
De kostprijs
Het financieel resultaat: (maken we winst of verlies?) voorbeeld: De normale aantallen verkochte CD’s zijn 125 stuks. De vaste kosten zijn €100. De variabele kosten zijn €5 per stuk. Stel we verkopen er minder dan de normale bezetting, namelijk 80 stuks. Wat is het resultaat? De verkoopprijs van de CD is € 9,95 Omzet - variabele kosten = winstmarge - vaste kosten = winst / verlies Omzet: 80 x €9,95 Variabele kosten: 80 x €5 = marge Vaste kosten: Resultaat:
€796 €400 €396 €100 €296
5 donderdag 8 oktober 2015
De kostprijs
Het bezettingsresultaat: Wat gebeurt er als de werkelijke aantallen afwijken van de normale aantallen? Als de werkelijke aantallen gelijk zijn aan de normale aantallen is het bezettingsresultaat nul en worden de vaste kosten precies terugverdiend. Als de werkelijke aantallen lager zijn dan de normale aantallen, dan verdien je de constante kosten niet terug en heb je een bezettingsverlies. Als de werkelijke aantallen groter zijn dan de normale aantallen dan heb je een bezettingswinst. 6 donderdag 8 oktober 2015
De kostprijs
Het bezettingsresultaat: voorbeeld: De normale aantallen verkochte CD’s zijn 125 stuks. De verkoopprijs van de CD is €9,95 Wat is het bezettingsresultaat als we 80 CD’s verkopen? De kostprijs was €5,80 ; De variabele kosten per eenheid €5 De vaste kosten per eenheid €0,80 Bij 125 stuks zijn de vaste kosten terugverdiend. Er worden 80 -125 = 45 CD’s minder verkocht dan normaal. Het bezettingsresultaat is dan ook -45 x €0,80 = - €36 7 donderdag 8 oktober 2015
De kostprijs
Het bezettingsresultaat: Het bezettingsresultaat is: (werkelijke bezetting - normale bezetting) x de vaste kosten per eenheid. Of in formule: (Werkelijke Bezetting -Normale Bezetting) x C/N Voor 45 stuks (80 - 125) verdienen we de vaste kosten niet terug. De vaste kosten zijn €0,80 per eenheid. (€5,80 - €5,00) Het bezettingsresultaat is dan ook -45 x €0,80 = - €36
8 donderdag 8 oktober 2015
Vervoer naar Gran Canaria De normale bezetting: De normale bezetting is de afzet die over een langere periode als gemiddelde haalbaar is. De werkelijke bezetting: De werkelijke bezetting is de afzet die in een bepaalde periode werkelijk gerealiseerd wordt. Hotel op Gran Canaria Een voorbeeld Stel dat tickets worden ingekocht voor €250. De vaste kosten (direct + indirect) zijn €5.000 Er worden er 500 normaal verkocht. Wat kosten de tickets per stuk? De integrale kostprijs (vaste en variabele kosten) De variabele kosten per eenheid + de vaste kosten per eenheid (gebaseerd op de normale bezetting)
donderdag 8 oktober 2015
De kostprijs
De integrale kostprijs: De integrale kostprijs wordt bepaald door de constante kosten (C) te delen door de normale bezetting (N) en de totale variabele kosten (V) te delen door de werkelijke aantallen (W) In formule: C/N + V/W In het vorige voorbeeld waren de vaste kosten €5.000 en de normale aantallen 500 pax. (C/N = €5.000 / 500 = €10) De variabele kosten per eenheid waren al gegeven (€250) De V/W = €250 De kostprijs is dus €250 + €10 = €260 10 donderdag 8 oktober 2015
De kostprijs
Het bezettingsresultaat: voorbeeld: Het normale aantallen verkochte pax is 500. Wat is het bezettingsresultaat als we 600 pax verkopen? Het bezettingsresultaat is: (Werkelijke bezetting - Normale bezetting) x de vaste kosten per eenheid. Of in formule: (Werkelijke bezetting - Normale bezet.) x C/N De vaste kosten per eenheid zijn €10 Bij 500 pax zijn de vaste kosten terugverdiend. Er worden 600 - 500 = 100 pax meer verkocht dan normaal. Het bezettingsresultaat is: 100 x €10 = + €1.000 11 donderdag 8 oktober 2015
De break-evenanalyse
De integrale kostprijs: De constante kosten per eenheid + de variabele kosten per eenheid. In formule: C/N + V/W
Doen bedrijven dat altijd?
12 donderdag 8 oktober 2015
De break-evenanalyse
nee, bedrijven kijken vooral naar de marge, het verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten. De vaste (constante)kosten zijn al gemaakt en op de korte termijn niet te veranderen. Bovendien zijn ze vaak indirect en niet toe te wijzen aan een bepaald product. Als we ze buiten beschouwing laten kijken we alleen naar de variabele kosten. Dit noemen we de differentiële kostencalculatie
13 donderdag 8 oktober 2015
Differentiële kosten
Differentiële kostencalculatie ☛ alleen de variabele kosten worden meegenomen ☛ de al gemaakte (vaste) kosten worden niet meegenomen ☛ Beslissingen op korte termijn ☛ incidentele vraag of order ☛ eventueel extra kosten (+winst) ☛ andere doelgroep (gescheiden markt) ☛ de differentiële kostprijs is lager dan de integrale kostprijs. ☛ differentiële kostprijs: extra kosten / extra verkoop
14 donderdag 8 oktober 2015
Differentiële kosten
Differentiële kostencalculaties Een bus met klanten bij een restaurant Dagschotels: €14,95 Maximale capaciteit: 180 / dag Normale aantallen: 125 / dag Variabele kosten: €4 / maaltijd Vaste kosten: €800 / dag aanbod: 50 gasten voor €395 Extra kosten €40 Het zit niet vol!
Kostprijs: C / N + variabele kosten = €800 / 125 + €4 = €10,40 opbrengst €395 / 50 = €7,90 Doen? Variabele kosten 50 x €4 = €200 Extra kosten: €40 Totale kosten €240 Opbrengsten: €395 Extra opbrengst €155 Doen? 15 donderdag 8 oktober 2015
Direkte & indirekte kosten
Joop Lengkeek
De opslagmethode: De kostprijs wordt bepaald door de directe kosten te verhogen met een opslagpercentage voor de indirecte kosten. voorbeeld: Stel alle directe kosten zijn bij elkaar €1.000.000 en alle indirecte kosten zijn €50.000. Wat is het opslagpercentage? indirecte kosten / directe kosten * 100% €50.000 / €1.000.000 * 100% = 5% op de directe kosten Stel de directe kosten voor een reisarrangement bedraagt €500, wat is dan de kostprijs? €500 + 5% van €500 = €525 16 donderdag 8 oktober 2015
Direkte & indirekte kosten
Joop Lengkeek
De verfijnde opslagmethode: meerdere opslagpercentages. voorbeeld: Stel alle directe kosten zijn bij elkaar €900.000 voor de inkoop en de directe lonen zijn €100.000 De indirecte kosten hangen voor €10.000 samen met de inkoop en €40.000 met de lonen. Wat is het opslagpercentage? Voor de inkoop: €10.000 / €900.000 * 100% = 1,11% Voor lonen: €40.000 / €100.000 * 100% = 40% Stel de directe kosten voor een product bedraagt €500 waarvan €400 inkoop en €100 personeel. Wat is de kostprijs? €400 + 1,11% van €400 + €100 + 40% van €100 = €544,40 (de uitkomst is dus verschillend met het vorige voorbeeld) 17 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
volgende week: 1e college Resultatenrekening opgave 9 (blz 85) Liquiditeit opgave 5 (blz 98) opgave 6 (blz 122) Moeilijke opgaven! (tentamen niveau) 2e college voorbereiding tentamen (voorbeeld tentamen) 18 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
Hoofdstuk 2 Investeringsanalyse Opgave 1 en 2 Opgave 7 t/m 11 Opgaven 4 en 5 extra oefenopgaven Opgave 3 en 6 niet!
19 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 1 Hoeveel bedraagt het opslagpercentage voor de indirecte kosten op de directe kosten die samenhangen met de reiskosten? Opslagpercentage: indirecte kosten / directe kosten * 100% De indirecte kosten van de reiskosten zijn: 1/3 van €90.000 = €30.000 De directe kosten van de reiskosten zijn 40% van het totaal: De totale directe kosten van alle reizen zijn: €360.000+ €346.000 + €494.000 = €1.200.000 40% daarvan is 0,4 * €1.200.000 = €480.000 Het opslagpercentage is dus 30.000 / 480.000 * 100% = 6,25% De toegerekende indirecte kosten bedragen 6,25% van €150 dus €9,38
20 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 2
Travel4Fun Directe kosten Inkoopkosten: 85% van €1.400.000 dus €1.190.000 50% vervoer: €595.000 40% verblijf: €476.000 10% vermaak: €119.000 Indirecte kosten: €90.000 20% vervoer:€18.000 30% verblijf: €27.000 10% vermaak: €9.000 40% algemeen: €36.000
omzet 100% inkoop 85% winstmarge 15%
Opslag percentages vervoer: €18.000 / €595.000 * 100% = 3,0% verblijf: €27.000 / €476.000 * 100% = 5,7% vermaak: €9.000 / €119.000 * 100% = 7,6% algemeen: €36.000 / €1.190.000 * 100% = 3,0% Kostprijs: €300 + 3% * €300 + €400 + 5,7% * €400 + €100 + 7,6% * €100 +3% * €800 = €863,40 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 4 Bereken de opslagpercentages voor de indirecte kosten op de inkoop, de marketingkosten en de personeelskosten. Opslagpercentage: indirecte kosten / directe kosten * 100% Inkoop. De indirecte kosten van de inkoop zijn: €450.000 De directe kosten van de inkoop zijn: €9.000.000 Het opslagpercentage is dus €450.000 / €9.000.000 *100% = 5% Marketing. De indirecte kosten van de marketing: €40.000 De directe kosten van de marketing zijn: €500.000 Het opslagpercentage is dus €40.000 / €500.000 * 100% = 8% Personeelskosten. De indirecte kosten zijn: €25.000 De directe vaste kosten zijn: €250.000 Het opslagpercentage is dus €25.000 / €250.000 * 100% = 10%
22 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 4 Bereken de directe kosten per passagier. Inkoop. accommodatie maaltijden vervoerskosten transfer Totaal
€200 per reiziger €150 €400 €50 €800
Marketing €100.000 ; 2.000 reizigers ; €50 Personeelskosten €50.000 2.000 reizigers Totaal
€25 €875
Bereken de kostprijs. Het opslagpercentage inkoop is 5% 5% van €800 is €40 Het opslagpercentage marketing is 8% 8% van €50 is €4 Het opslagpercentage personeelskosten is 10% 10% van €25 is €2,50 De kostprijs wordt dan: €875 + €40 + €4 + €2,50 = €921,50 donderdag 8 oktober 2015
23
Kosten
opgave 5
directe kosten indirecte kosten kostprijs winstopslag verkoopprijs touroperator commissie reisagent consumentenprijs
24 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 5 Bereken het aantal verwachte passagiers. De normale bezetting is: 2 * 130 * 70% + 2 * 130 * 75% + 2 * 130 * 100% + 2 * 130 *100% + 2 * 130 * 90% + 2 * 130 * 75% = 1.326 reizigers (pax) Bereken de prijs van de reis met behulp van de opslagmethode. Het opslagpercentage voor de indirecte overheadkosten van de touroperator is: €600.000 / €15.000.000 * 100% = 4% De directe kosten zijn: €500.000 + €600.000 + €50.000 + 1.326 * €25 = €1.183.150 Per reis is dit: €1.183.150 / 1.326 = €892,27 De kostprijs wordt dan €892,27 * 1,04 = €927,96 De prijs van de TO (inclusief winst) wordt dan €927,96 * 1,05 = €974,36 De verkoopprijs wordt dan €974,36 / 90 * 100 = €1.083 (afgerond)
25 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 5
100% directe kosten 4% indirecte kosten 104% kostprijs winstopslag verkoopprijs touroperator commissie reisagent consumentenprijs
100% 5% 105%
90% 10% 100%
€892,27 €35,69 €927,96 €46,40 €974,36 €108,26 €1.083 (afgerond)
26 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 7 vaste kosten €1.040.000; variabele kosten €100 per week; maximale capaciteit 4.680 weken; normale bezetting 2.500 weken; werkelijke bezetting 2.770 weken. Hoeveel bedraagt de integrale kostprijs? Formule: C/N + variabele kosten per eenheid. €1.040.000 / 2.500 + €100 = €516 Hoeveel is de normale bezettingsgraad? De normale bezetting bedraagt 2.500 De bezettingsgraad is dus 2.500 / 4.680 * 100% = 53,4%
27 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 8 50 extra boekingen kostprijs €60 ; vaste kosten €50 ; reclame actie €600 ; actieprijs €50 Differentiële kostencalculatie? Alleen de extra opbrengsten en extra kosten tellen. Extra omzet: 50 * €50 = €2.500 Extra variabele kosten: 50 * €10 = €500 Reclamekosten: €600 Extra winst: €2.500 - €500 - €600 = €1.400 Op basis van deze calculatie is het verstandig om te doen.
28 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 9
kostprijs: vaste kosten per eenheid + variabele kosten per eenheid. In formule: C/N + V/W In de kostprijs worden de vaste kosten gebaseerd op de normale bezetting! €6.240.000 / 12.000 + €825.000 / 11.000 = €595 (€520 + €75) Wat is de bezettingsgraad bij de normale bezetting? De maximale bezetting is 16.000 weken verhuur. De bezettingsgraad is dus 12.000 / 16.000 * 100% = 75%
29 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 9
Actieprijs €575. Dit is lager dan de kostprijs! Bij de differentiële kostencalculatie nemen we alleen de variabele kosten mee. De extra opbrengsten zijn dus 30 * €575 = €17.250 De variabele kosten zijn 30 * €75 (uitgerekend bij a) = €2.250 De kosten van de reclame is €900 We houden dus €17.250 - €2.250 - €900 = €14.100 over aan deze actie, als we geen rekening houden met de vaste kosten. Op basis van de differentiële kostencalculatie moet je het dus doen, maar dat is bijna altijd het geval. Denk aan prijsbederf. Wie wil er nog de volle prijs betalen?
30 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 10 Variabele kosten €175 bezettingsverlies €34.100 Constante kosten €155 prijs extra weken €245 Kostprijs €330 kosten advertentie €1.700 Winstopslag €65 aantal deelnemers extra kamp: 180 Verkoopprijs €395 Hoeveel mensen zijn er minder gekomen dan normaal? Het bezettingsresultaat: (werkelijke aantallen - normale aantallen) * C/N Het bezettingsverlies is €34.100. De vaste kosten worden dus niet terugverdiend. De vaste kosten zijn €155 per deelnemer bij de normale bezetting. (werkelijke aantallen - normale aantallen) * C/N = - 34.100 (werkelijke aantallen - normale aantallen) * 155 = - 34.100 (werkelijke aantallen - normale aantallen = - 34.100 / 155 Het aantal personen dat minder is gekomen is dus: 34.100 / €155 = 220 personen. De differentiële kosten zijn de extra kosten. Deze zijn: aantal deelnemers maal de variabele kosten + advertentiekosten : 180 * €175 + €1.700 = €33.200 Hoeveel bedraagt het resultaat van de actie? Extra opbrengst: 180 * €245 = €44.100 Resultaat: €44.100 - €33.200= €10.900
31 donderdag 8 oktober 2015
Kosten
opgave 11 Vaste kosten €50 per uur Variabele kosten €2,50 Verwachte aantal deelnemers 40 Minimale winst €75 Wat is de integrale kostprijs? Integrale kostprijs dus vaste kosten en variabele kosten. 2 * €50 + 40 * €2,50 = €200 Differentiële kostprijs + €75 Differentiële kostprijs dus alleen variabele kosten. De laagste verkoopprijs wordt dan 40 * €2,50 + €75 = €175 voor het hele gezelschap.
32 donderdag 8 oktober 2015