Europese bouwkostenvergelijking onder vuur Jo Dukers
Het op Europees niveau vergelijken van bouwkosten blijkt geen sinecure. De aanpak van Eurostat en de OESO – de Bills of Quantity-methode – staat regelmatig ter discussie. Jo Dukers zet de methodiek uiteen en inventariseert de verbeteringen waaraan wordt gewerkt. Veel bouwbedrijven en adviesbureaus zijn in meerdere landen van de Europese Unie en daar-
BNP omzetten in PPPs
daarom van belang om kosten van bouwprojec-
buiten werkzaam. Voor de bouwindustrie is het
schillende landen is niet zonder meer mogelijk. Het BNP van een land wordt uitgedrukt in de
ten met elkaar te kunnen vergelijken. Er vindt
nationale munteenheid en gewaardeerd op nati-
gelijkingen tussen vergelijkbare projecten in de
lijking te komen wordt het BNP van de deelne-
helaas weinig onderzoek plaats naar kostenverEuropese Unie.
Binnen de EU en de OECD (Organisation for
Economic Cooperation and Development) houdt het statistisch bureau Eurostat zich bezig met de
naamde PPPs (Purchasing Power Parities).
van prijsverschillen tussen landen elimineren,
bureau van de Europese Unie (vergelijkbaar met
met elkaar kunnen worden vergeleken.
zaamheden voor de EU en voor de OECD. Dit
sten, waaronder materieel (onder andere machi-
ren, waaronder de bouwindustrie. Het onder-
structuur vergeleken. De door de aangesloten
gevoerd en is mettertijd uitgebreid naar landen
Voor de bouw worden kapitaalgoederen en dien-
nes) en constructieprojecten in de bouw en infralanden aan te leveren prijzen moeten consistent zijn. Dat betekent dat zij moeten voldoen aan de
die geen lid zijn van de EU of de OECD.
waarderingsmethode die wordt gebruikt voor
lijkbare organisaties zich bezig met de vergelij-
onderlinge vergelijking is de formule: uitgave =
Daarnaast houden in andere werelddelen verge-
king van prijzen en volumes van het BNP.
Hiertoe behoren onder andere de Wereldbank,
de
EFTA-landen
(IJsland,
Noorwegen
en
het berekenen van het BNP. Basis voor de
prijs x volume. Daarnaast moeten de prijzen die
de deelnemende landen indienen vergelijkbaar
en representatief zijn.
Zwitserland) en de CIS (Commonwealth of
Producten worden als vergelijkbaar beschouwd
blieken). De EFTA-landen nemen deel aan het
economische eigenschappen hebben. In het alge-
Independent States, voormalige Russische repu-
indien zij identieke of vergelijkbare fysieke of
onderzoek van Eurostat. De Afrikaanse landen
meen zal men producten van een bepaald merk
Wereldbank.
zal zonder meer vergelijkbaar zijn. Er zijn echter
nemen deel aan het programma van de
Al deze organisaties gebruiken eigen methoden.
10
Eurostat en de OECD gebruiken hiervoor zoge-
waardoor volumes en prijsniveaus van de landen
zoek wordt sinds de jaren zeventig jaarlijks uit-
Eindhoven BV
munteenheid en een uniform prijsniveau.
gesloten landen. Eurostat is het statistisch
onderzoek strekt zich uit over alle marktsecto-
Directeur Dukers &
mende landen uitgedrukt in een gezamenlijke
PPPs zijn dimensielose eenheden die de effecten
het CBS in Nederland), zij verricht haar werk-
De Cock,
onaal prijsniveau. Om toch tot een juiste verge-
vergelijking van prijzen en volumes van het Bruto Nationaal Product (BNP) tussen de aan-
ir. Jo Dukers,
Vergelijking van prijzen en volumes tussen ver-
Ik beperk in dir artikel mij tot de aanpak binnen
Eurostat en OECD, omdat Nederland hieraan deelneemt.
in meerdere landen kunnen kopen. Zo’n product
merknamen of producten die niet in alle landen verkrijgbaar zijn. Landen kunnen dan andere
producten of merken kiezen die zoveel mogelijk vergelijkbaar zijn en representatief zijn voor dat
land.
november/december 2009
Woningbouw (Residential buildings) 1
Europese woning (European single-family house)
3
Noorse woning (Nordic single-family house)
2 4
De gedachte achter de ‘Basket of Construction
Components’ methode is dat delen van bouwprojec-
Portugese woning (Portuguese single-family house)
ten te begroten en te vergelijken zijn. Voorbeelden
Appartement (apartment in a multi-apartment building)
het aanbrengen van x m2 dakafwerking en het
Utiliteitsbouw (Non-residential building) 1
Agrarische schuur (Agricultural shed)
3
Kantoorgebouw (Office building)
2 4
in verschillende projecten en leiden tot de vaststelling van de PPPs.
Lagere school (Primary school)
Bij de BoQ-methode worden actuele of referentie-
Infrastructurele projecten (Civil-engineering works) Geasfalteerde weg (asphalt road)
3
Brug (bridge)
2 4
installeren van heetwaterboilers met vergelijkbare
capaciteit. De resultaten hiervan worden verwerkt
Fabrieksgebouw (Factory building)
1
zijn het aanbrengen van X m2 metselwerk muur,
projecten voor bouw- en infrastructuur begroot
door middel van het afprijzen van elementen (Bills
Betonnen weg (concrete road)
of Quantity) waaruit de projecten zijn opgebouwd.
De resultaten van de afgeprijsde BoQs worden op
Hoofdriool (main sewer)
het niveau van de totalen en op elementclusterni-
veau met elkaar vergeleken.
Tabel 1. Binnen Basic Headings onderscheiden typen Drie methoden
Door de diverse organisaties die zich met het bepa-
Drie categorieën standaardprijzen
onderzoeksmethoden gebruikt. De volgende drie
len van PPPs bezighouden, worden verschillende
de PPPs de Bills of Quantity methode toe. Zij betrekken drie categorieën standaardprojecten in
worden het meest toegepast:
• de zgn. ‘Basket of goods’ methode;
Eurostat en de OECD passen voor het bepalen van
het onderzoek: woningbouw, utiliteitsbouw en
infrastructurele projecten. Binnen deze zgn. Basic
• de ‘Basket of Construction Components’ metho-
Headings worden verschillende types onderschei-
• begroten van bouw- en infrastructurele projec-
projecten zijn opgebouwd uit de elementclusters en
de;
ten door middel van Bills of Quantity (BoQ) in
Nederland Elementenmethode genoemd.
Bij de ‘Baskets of goods’ methode worden prijzen
den (zie tabel 1). Woningbouw- en utiliteitsbouw-
weergegeven in tabel 2. Als voorbeeld van een elementcluster zijn in tabel 3 de elementen opgeno-
men die gezamenlijk de elementencluster beton-
werk van een kantoorgebouw vormen.
van verschillende materialen en producten verza-
Het zal u opvallen dat in tabel 2 de honorarium-
soorten arbeid (metselwerk, loodgieterswerk), ver-
In de definities wordt door Eurostat en de OECD
steen) en verschillende soorten materieel (huur-
verkoopprijs. Beide organisaties gaan uit van ver-
meld in een ‘mandje’, waaronder verschillende
schillende materialen (cement, zand, metalen, bak-
kosten vrachtauto’s, graafmachines, hijskranen).
kosten voor architect en adviseurs zijn opgenomen.
een verschil gemaakt tussen productiekosten en koopprijzen die daadwerkelijk door de koper worden betaald voor vergelijkbare en representatieve
1
Grondwerk
€
3
Metselwerk
€
niet alleen de directe kosten dekken zoals materi-
€
ook de indirecte kosten zoals bouwplaatskosten,
2 4 5 6 7 8 9
10 11 A
B
Betonwerk
Dakbedekking Timmerwerk Metaalwerk Sanitair
Centrale verwarming
Elektrische installatie
Luchtbehandeling installaties Afwerkingen
€ € € € € € € €
Totaal bouwkosten
€
Totale kosten, exclusief BTW (A + B)
€
Honoraria (architect en adviseurs)
Tabel 2. Elementclusters van de projecten
van de Basic Headings woningbouw en utiliteitsbouw
&Bouwkostenkunde Huisvestingseconomie
€
bouwprojecten. De eenheidsprijzen die in de BoQ
worden gebruikt (zie kolom 6 van tabel 3) moeten aal, arbeid, materieel en onderaanneming, maar
Algemene Kosten en Winst & Risico. De kosten voor honoraria van architecten en adviseurs en de
niet-aftrekbare BTW zijn niet in de eenheidsprijzen opgenomen. Deze laatste twee kostencompo-
nenten worden op projectniveau bijgeteld conform de totaalstaat van tabel 2.
Per project van de Basic Headings in tabel 1 is een
gedetailleerde BoQ-conforme tabel aanwezig die
door elk land wordt afgeprijsd. Van sommige BoQs
zijn inmiddels varianten aanwezig waarin de
representatieve elementen zijn ondergebracht. De afgeprijsde BoQs vormen voor Eurostat en de 11
CODE IT ITEM SPECIFICATION
UNIT
2. Concrete
2.1 Footings for shallow foundations
QUANTITY
2,1
a) No 2 concrete
m3
2,2
a) Dampproof membrane (gauge: 200 microns)
m2
c)
kg
2,45
2,1 2,2 2,2
b) High-adhesive steel reinforcement b) No 2 concrete 12 cm slab Welded wire mesh
2.3 Reinforced concrete deck (Thickness: 20 cm)
kg
m2
UNIT PRICE
100
SUB TOTAL
165
16.466
700
21
14.63 208.75
6.000 700
2,3
a) Fair-finish formwork
m2
3.125
67
2,3
c)
kg
24.408
2
2,3
b) 20 cm slab, No 2 concrete, including finishing Welded wire mesh
m2
2.4 Reinforced concrete bad-bearing walls, corner posts and beams
3.125
33
103.938
305
178
54.314
40.761
2,4
a) No 2 concrete (120 mm thick)
m3
2,4
c)
Fair-finish formwork
m2
kg
39.215
2.550
50
127.500
a)
Prefabricated aerated reinforced concrete pannels (3.70 m x 1.50 m x 0.20 m)
m2
1.300
139
180.713
2,4
2,5 2,5
b) High adhesive steel reinforcement 2.5 Façades and gable ends
b) Painting, 1 coat water - repellent primer plus 2 top coats
OECD de input om de PPPs te bepalen. Niet alle
m2
1.300
Alvorens de gegevens naar Eurostat te verstu-
BoQs te worden afgeprijsd.
BoQs te verifiëren op compleetheid en op verge-
namingen voor woningen, zoals ‘Portuguese
eerd door de projectcoördinator. Bij het evalue-
aantal items te beper-
Stap 3: 1e Validatiefase. De deelnemende lan-
invloed hebben op de
krijgen informatie over de uitschieters op ele-
den geschrapt om de
mentniveau. Tevens wordt aangegeven welke
eerste geval zijn de elementen (en dus het pro-
sultaat.
veau in de BoQs kunnen de deelnemende landen
te stellen.
zoek betrekken die representatief voor hun
worden nogmaals de uitschieters geïnventari-
zekere mate van vrijheid.
totaalbedragen wor-
hoeveelheid werk te
verminderen
Stap 4: 1e Fase herziening van prijzen. De deel-
nemende landen nemen de uitschieters kritisch
gebouwen zijn. De landen krijgen daartoe een
regels die weinig
invloed de uitschieters hebben op het projectre-
tatief.
alternatieve constructiemethoden in het onder-
20%/80% regel.
Dit wil zeggen dat
een identieke constructie of een voor dat land
Door het opnemen van varianten op elementni-
ken op basis van de
gemaakt op projectniveau en op elementniveau.
den worden geïnformeerd over de resultaten en
ject) vergelijkbaar, in het tweede geval represen-
dat men probeert het
Voor ieder land wordt een overzicht opgesteld
menten van de BoQ van een Portugese of algemeen toegepaste constructiemethode. In het
de BoQ’s gewijzigd.
ren van de prijzen wordt een vergelijking
met uitschieters op elementniveau.
Scandinavische woning worden afgeprijsd met
onder de loep en krijgen de gelegenheid deze bij
Stap 5: 2e Validatiefase. Door de coördinator
seerd en hij informeert de deelnemende landen
over zijn bevindingen. Stap 6: 2e Fase herziening van prijzen. De deel-
PPPs bepalen
nemende landen beoordelen de uitschieters nog-
komen gebeurt in zeven stappen.
bij te stellen.
Het proces om tot het bepalen van de PPPs te Stap 1: Het afprijzen van de Bills of Quantity.
Iedere twee jaar worden minimaal zeven projec12
betonwerk.
Periodiek, met wisse-
Daarbij geldt als regel
den in Nederland en omringende landen niet of nauwelijks gebouwd. Per land kunnen de ele-
Elementcluster
Stap 2: Het evalueren van de prijzen. De resultaten van de ingevulde BoQs worden geëvalu-
house’ en ‘Nordic house’. Deze woningtypen wor-
834.908
lende periodes worden
ontstaan over de representativiteit van het refebouwprojecten in tabel 1 zien we specifieke be-
24.700
lijkbaarheid en representativiteit van de verstrekte prijzen.
rentieproject. Als we kijken naar de woning-
63.136
Tabel 3.
ren dienen de deelnemende landen de ingevulde
Variatie toegestaan
Bij het invullen van de BoQs kunnen problemen
19
ten afgeprijsd door de lidstaten van de EU.
BoQs hoeven door alle landen te worden inge-
vuld, maar per land dienen minimaal zeven
2
TOTAL PRICE
maals kritisch en krijgen de gelegenheid deze
Stap 7: Berekenen van de PPPs.
november/december 2009
Landen 1
IJSLAND
3
NOORWEGEN
2 4 5 6 7 8 9
DENEMARKEN ZWEDEN
UNITED KINGDOM NEDERLAND
OOSTENRIJK
ZWITSERLAND FINLAND
10 DUITSLAND 11 FRANKRIJK 12 IERLAND
13 LUXEMBURG 14 BELGIË
15 LETLAND 16 ITALIË
17 ESTLAND 18 SPANJE
19 LITAUEN 20 POLEN
21 CYPRUS
22 SLOVENIË
23 GRIEKENLAND 24 HONGARIJE 25 SLOWAKIJE 26 PORTUGAL 27 MALTA
28 TSJECHIË
29 ROEMENIË 30 KROATIË 31 ALBANIË
32 BULGARIJE
33 BOSNIË/HERZEGOVINIA 34 MONTENEGRO 35 SERVIË
36 TURKIJE
37 MACEDONIË
Tabel 4.
Total Construction
Residential buildings
Non residential buildings
Civil engineering works
161
173
147
155
162 154 150 149 124 120 119 118 114 112 109 107 102 98 86 78 78 75 74 73 73 71 69 64 62 62 61 54 52 48 42 38 38 38 37 34
213 165 154 122 127 122 121 114 119 110 101 109 105 87 91 76 74 76 63 69 60 68 61 63 54 56 52 43 53 44 40 35 35 35 34 31
133 145 132 167 118 119 115 113 116
155 158 180 171 127 118 126 140 97
115
111
93
144
114 95 96 80 73 80 68
118 108
95 87 94
71
106
63
105
63
81
59 54 59 47 51 45 42 42 38 37 40 35
G3
76
119
73
G2
128
66 69
G1
89 82
G4
83 99 80 87 59 63 50 41
G5
45 46 44 42
Verschillen in kosten van vergelijkbare projecten tussen de landen van de EU
&Bouwkostenkunde Huisvestingseconomie
13
Door Eurostat worden na stap 6 de definitieve
• het regelmatig wisselen van experts die bij
ke resultaten van het statistisch onderzoek wor-
enkele landen tot jaarlijks fluctuerende resul-
resultaten verwerkt tot de PPPs. De uiteindelijden omgezet in Price Level Indices for construc-
tion (PLIs ). PLIs zijn een maatstaf voor het verschil in prijsniveau voor een bepaalde productgroep, uitgedrukt in een gemeenschappelijke
munteenheid, nodig om hetzelfde volume van
een product in de verschillende landen te kun-
nen kopen.
De resultaten van het meest recente onderzoek
(2007) zijn in november 2008 gepubliceerd in Statistics in focus 2008
het onderzoek worden betrokken leidt in taten;
• niet alle sectoren in de bouw komen aan bod
(zo ontbreken grote projecten en onderhoudsprojecten);
• de kostengegevens worden door de deelnemende landen op verschillende manieren
gegenereerd;
• de verstrekte kostengegevens zijn niet alleen
gebaseerd op actuele marktprijzen, maar ook
op opgebouwde prijzen of offerteprijzen;
De resultaten zijn terug te vinden in tabel 4.
• de methode is vrij arbeidsintensief.
vergelijkbare projecten tussen de landen van de
De gegevens kunnen dan ook niet al te absoluut
Hieruit blijken grote verschillen in kosten van
EU. De index van de 27 EU landen bedraagt
100. Macedonië ligt 66% onder dit gemiddelde,
worden geïnterpreteerd. Ze geven wel een goede
relatieve vergelijking van de kostenniveaus van
terwijl IJsland 62% boven het gemiddelde ligt.
de deelnemende landen. Er wordt echter
duurder dan het gemiddelde en in Macedonië
Bij toerbeurt worden de BoQ door de deelnemen-
tabel zijn de landen op basis van hun totale con-
nieuwste inzichten en regelgeving. Door het ver-
Eenzelfde gebouw is in IJsland dus tweederde
tweederde goedkoper dan het gemiddelde. In de structie ingedeeld in de groepen G1 t/m G5. Het
blijken landen die geografisch redelijk dicht bij
elkaar liggen. In groep 1 treffen we met name de
Scandinavische landen aan en in de groepen 2 en
3 Midden- en Noord-Europese landen. In groep 4
vinden we vooral de zuidelijke Europese landen
gewerkt aan het verbeteren van de resultaten. de landen geactualiseerd en aangepast aan de
gelijken van de gegevens op elementniveau tijdens de validatiefase worden de uitschieters per
land zichtbaar en krijgen de landen tot twee-
maal toe de mogelijkheid de uitschieters te corrigeren. Waar nodig worden de specificaties aan-
gescherpt. Verder vinden door de coördinator
met enkele hoger ontwikkelde Oost-Europese
periodiek audits plaats bij de deelnemende lan-
ontwikkelde Oost-Europese landen en landen uit
dat er in de toekomst overleg zal worden opgezet
landen. In groep 5 vinden we vooral de minder
de Balkan.
BoQ ter discussie
De toegepaste BoQ-methodiek staat regelmatig
den. De resultaten uit 2007 hebben ertoe geleid
tussen groepen van landen die overeenkomsten
vertonen in economisch klimaat, bouwmethoden en toegepaste materialen. Nederland zal deelne-
men aan overleg met de omringende landen
ter discussie omdat er problemen optreden bij
Duitsland, België en Luxemburg.
deelnemende landen:
Bronnen
het verkrijgen van correcte resultaten van de
• de vergelijkbaarheid van de gegevens van de landen in de EU is niet eenvoudig;
• een aantal elementen is niet representatief voor alle landen of is daar volledig onbekend;
• de omschrijvingen van de elementen in de
BoQ zijn niet altijd eenduidig en in een aantal gevallen voor verschillende interpretaties vat-
baar;
• de vergelijking is gebaseerd op de elementen die onderdeel uitmaken van de BoQ (In de BoQ zijn aspecten als landelijke voorschriften, normen en specifieke bouwgebruiken niet
verwerkt, waardoor de elementen van elkaar
1. Statistics in focus 2008.
Eurostat, uitgebracht in 2009.
De resultaten zijn opgenomen in tabel 4.
2. Methodological manual on purchasing power parities.
Eurostat-OECD, 2005 edition.
3. Mikle, Jim. International Construction cost comparison and price surveys; a discussion paper.
4. Stapel, Silke. The Eurostat Construction
Price Surveys: History, Curent methodology and new ways for the future. Eurostat.
verschillen.);
14
november/december 2009