Bestek – Aanbesteding VT/2007/21
EUROPEES NETWERK VAN JURIDISCHE DESKUNDIGEN OP HET GEBIED VAN GENDERGELIJKHEID EN EUROPEES NETWERK VAN JURIDISCHE DESKUNDIGEN OP HET GEBIED VAN DISCRIMINATIEBESTRIJDING
1.
TITEL VAN HET CONTRACT
EUROPEES
NETWERK VAN JURIDISCHE DESKUNDIGEN OP HET GEBIED VAN GENDERGELIJKHEID EN EUROPEES NETWERK VAN JURIDISCHE DESKUNDIGEN OP HET GEBIED VAN DISCRIMINATIEBESTRIJDING
VT/2007/021 2.
ACHTERGROND
In haar Sociale Agenda (2005-2010) heeft de EU zich tot algemeen strategisch doel gesteld meer en betere banen te helpen scheppen en iedereen gelijke kansen te bieden. Voor de verwezenlijking van de Sociale Agenda wordt een combinatie van instrumenten gebruikt, namelijk EU-wetgeving, een open coördinatiemethode op verscheidene beleidsgebieden en financiële-steunregelingen zoals het Europees Sociaal Fonds. Tot nog toe viel de toepassing van de open coördinatiemethode op het gebied van werkgelegenheid enerzijds en sociale integratie en sociale bescherming anderzijds onder twee verschillende EU-programma's. Ook de bevordering van gendergelijkheid en de bestrijding van discriminatie vielen onder twee verschillende EU-programma's. Ten slotte werd de arbeidswetgeving, waaronder gezondheids- en veiligheidsvoorschriften, bevorderd met afzonderlijke maatregelen. Met het oog op een coherentere en eenvoudigere uitvoering van de EU-programma's heeft de Commissie voorgesteld om al deze afzonderlijke programma's voortaan te integreren in één kaderprogramma, Progress. Besluit nr. 1672/2006/EG tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit – Progress is op 24 oktober 2006 goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad1. De algemene doelstelling van Progress bestaat erin de uitvoering van de in de Sociale Agenda vastgestelde doelstellingen van de Europese Unie op sociaal en werkgelegenheidsgebied financieel te ondersteunen en aldus bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabonstrategie op deze gebieden. Progress beoogt de EU bij te staan bij haar kerntaken in het kader van de opdracht en de bevoegdheden op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken die haar door het Verdrag zijn toegewezen. Progress zal initiatieven ondersteunen die de EU een grotere rol beogen te geven bij het voorstellen van EU-strategieën, de uitvoering en follow-up van EU-doelstellingen en de vertaling hiervan in nationaal beleid, de omzetting van de 1
Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15.11.2006, PB L 315 van 27.12.2006.
EU-wetgeving en de follow-up van de coherente toepassing ervan in heel Europa, de bevordering van de samenwerkings- en coördinatiemechanismen tussen de lidstaten en de samenwerking met de sociale partners en het maatschappelijk middenveld. Meer specifiek zal Progress steun verlenen aan: 1) de toepassing van de Europese werkgelegenheidsstrategie (onderdeel 1); 2) de toepassing van de open coördinatiemethode op het gebied van sociale bescherming en integratie (onderdeel 2); 3) de verbetering van het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden, waaronder veiligheid en gezondheid op het werk en de combinatie van beroeps- en gezinsleven (onderdeel 3); 4) de daadwerkelijke toepassing van het non-discriminatiebeginsel en de integratie daarvan in alle EU-beleidsgebieden (onderdeel 4); 5) de daadwerkelijke toepassing van gendergelijkheid en de integratie daarvan in alle EU-beleidsgebieden (onderdeel 5). Het programma is opgedeeld in vijf beleidsgebieden: 1) werkgelegenheid, 2) sociale integratie en sociale bescherming, 3) arbeidsomstandigheden, 4) discriminatiebestrijding en 5) gendergelijkheid. In deze context zijn de algemene doelstellingen van Progress, overeenkomstig artikel 2, lid 1, van het besluit: "1) verbetering van de kennis van en het inzicht in de situatie in de lidstaten (en andere deelnemende landen) door middel van analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid; 2) ondersteuning van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen en methoden en waar passend naar geslacht en leeftijdsgroep uitgesplitste gemeenschappelijke indicatoren op de onder het programma vallende gebieden; 3) ondersteuning van en toezicht op de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht en, in voorkomend geval, de beleidsdoelstellingen in de lidstaten en beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen daarvan; 4) bevordering van netwerken en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van goede en innovatieve benaderingen op EU-niveau; 5) vergroting van de bekendheid van de belanghebbenden en het grote publiek met het beleid en de doelstellingen van de Europese Unie in het kader van de vijf programmaonderdelen ; 6) vergroting van de capaciteit van de belangrijkste EU-netwerken om het EU-beleid en de doelstellingen van de EU te bevorderen, te ondersteunen en verder te ontwikkelen, voor zover van toepassing."
2
Onderdeel 4 van het programma betreft de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het nondiscriminatiebeginsel, met name door: 1) het inzicht in de situatie met betrekking tot discriminatie te verbeteren, met name via analysen en studies en, in voorkomend geval, de opstelling van statistieken en indicatoren, alsmede de doeltreffendheid en het effect van bestaande wetgeving, beleid en praktijken te beoordelen; 2) de uitvoering van de antidiscriminatiewetgeving van de Gemeenschap te ondersteunen via effectieve monitoring, de organisatie van seminars voor in de sector werkzame personen en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties die zich met de bestrijding van discriminatie bezighouden; 3) de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met discriminatie en de integratie van het non-discriminatiebeginsel in alle beleidssectoren van de Gemeenschap te bevorderen, onder meer onder de sociale partners, de nietgouvernementele organisaties en andere belanghebbenden; 4) de capaciteit van de belangrijkste communautaire netwerken te vergroten om de Europese beleidsdoelstellingen en -strategieën op het gebied van discriminatiebestrijding te ondersteunen en verder te ontwikkelen. Onderdeel 5 van het programma betreft de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gendergelijkheid, met name door: 1) het inzicht in de situatie met betrekking tot gendervraagstukken en de gendermainstreaming in het beleid te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en, in voorkomend geval, indicatoren, alsmede de doeltreffendheid en het effect van bestaande wetgeving, beleid en praktijken te beoordelen; 2) de uitvoering van de communautaire wetgeving inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen te ondersteunen via effectieve monitoring, de organisatie van seminars voor in de sector werkzame personen en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties die actief zijn op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen; 3) de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de gelijkheid van mannen en vrouwen en de gendermainstreaming in het beleid te bevorderen, onder meer onder de sociale partners, de niet-gouvernementele organisaties en andere belanghebbenden; 4) de capaciteit van de belangrijkste communautaire netwerken te vergroten om de Europese beleidsdoelstellingen en -strategieën inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen te ondersteunen en verder te ontwikkelen. Voor een gedetailleerd overzicht van de activiteiten die in het kader van Progress zullen worden opgezet of bevorderd, zie de Progress-website: http://ec.europa.eu/employment_social/progress/index_en.html. 3
Deze aanbesteding wordt uitgeschreven in het kader van de uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma voor 2007, dat kan worden geraadpleegd op: http://ec.europa.eu/employment_social/progress/docs/programme2007_en.pdf.
3.
VOORWERP VAN DE CONTRACTEN
Deze aanbesteding betreft twee afzonderlijke percelen: 1 – een Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid; 2 – een Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van discriminatiebestrijding. De inschrijvers kunnen een inschrijving indienen voor één perceel of beide percelen. Inschrijvers die voor beide percelen willen inschrijven, moeten voor elk perceel een afzonderlijke (technische en financiële) inschrijving indienen. Tenzij anders is bepaald, zijn de termen "inschrijver" en "contractant" in dit bestek van toepassing op inschrijvers, respectievelijk contractanten in het kader van om het even welk van beide percelen.
Perceel 1 – Het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid De gelijke behandeling van mannen en vrouwen is een grondbeginsel van de EU dat is vastgelegd in het EG-Verdrag (artikelen 2, 3 en 141) en in een hele reeks secundaire wetgeving. Tot nog toe zijn er richtlijnen vastgesteld betreffende gelijke behandeling inzake loon, arbeid, beroepsopleiding, wettelijke en beroepsregelingen inzake sociale zekerheid, zelfstandigen, meewerkende echtgenotes, en de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Voorts zijn er richtlijnen vastgesteld betreffende de bescherming van zwangere werkneemsters, ouderschapsverlof en het delen van de bewijslast in gevallen van discriminatie op grond van geslacht. Het acquis inzake gendergelijkheid is ook gevormd en verduidelijkt door een hele reeks arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, dat moet toezien op de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van het Verdrag (artikel 220 van het EG-Verdrag). Op 1 maart 2006 heeft de Commissie de mededeling "Een routekaart voor de gelijkheid van vrouwen en mannen 2006-2010"2 goedgekeurd. Deze routekaart bevat zes prioritaire actiegebieden voor de periode 2006-2010, met prioritaire doelstellingen en maatregelen voor elk gebied. De routekaart voorziet met name in het volgende:
2
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – Een routekaart voor de gelijkheid van vrouwen en mannen 2006-2010 (COM(2006) 92 definitief). 4
De Commissie zal: … •
de doeltreffendheid van wetgeving vergroten
− de bestaande, niet in 2005 herschikte3, EU-wetgeving inzake gendergelijkheid onderzoeken om die waar nodig bij te werken, te moderniseren en te herschikken; − toezien op de uitvoering en handhaving van de EU-wetgeving inzake gendergelijkheid; − de EU-burgers informeren over hun rechten op het gebied van gelijkheid van vrouwen en mannen via het portaal "Uw Europa"4 en de Wegwijzerdienst5. De routekaart is beschikbaar op de Europa-website: http://ec.europa.eu/employment_social/gender_equality/gender_mainstreaming/roadmap _en.html. Aangezien de Commissie het alleenrecht heeft om wetgevingsvoorstellen in te dienen, en om haar in staat te stellen haar taak als hoedster van de Verdragen uit te oefenen, moet zij regelmatig op de hoogte worden gehouden van de inhoud van de nationale wetgeving en de recente ontwikkelingen op het gebied van gendergelijkheid in de EU, de EER en de kandidaat-lidstaten. Voorts heeft de Commissie behoefte aan advies over het waarschijnlijke effect van de ontwikkelingen op dit gebied. Sinds 1984 wordt de Commissie bij de uitoefening van deze taken op het gebied van gendergelijkheid bijgestaan door een netwerk van onafhankelijke juridische deskundigen. Het contract van het huidige netwerk loopt begin juni 2007 af. Daarom heeft het contract tot doel een netwerk van onafhankelijke juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid op te richten en in stand te houden. Het netwerk moet de Commissie onafhankelijke adviezen, analyses en informatie verstrekken over de nationale wetgeving en het nationale beleid inzake gendergelijkheid in de 27 lidstaten en in IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Het moet de doeltreffendheid van de bestaande wetgeving helpen evalueren en zo nodig bijdragen tot de opstelling van nieuwe EU-wetsinstrumenten op het gebied van gendergelijkheid. Meer bepaald heeft het netwerk tot doel: -
de Commissie advies te verlenen over het functioneren en de doeltreffendheid van de omzetting van de richtlijnen inzake gendergelijkheid in bovengenoemde landen;
-
informatie en advies te verstrekken over de ontwikkeling van Europese en nationale jurisprudentie en het effect daarvan op het beschermingsniveau tegen discriminatie;
3
COM(2004) 279.
4
http://europa.eu.int/youreurope/nav/en/citizens/home.html.
5
http://europa.eu.int/citizensrights/signpost/front_end/index_en.htm.
5
-
voorbeelden aan te reiken van good practice inzake bescherming tegen discriminatie, de bescherming van zwangere werkneemsters en de bescherming van het recht op ouderschapsverlof door middel van wetgeving.
Perceel 2 – het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van discriminatiebestrijding Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie bepaalt artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: "De Unie eerbiedigt de grondrechten, zoals die worden gewaarborgd door het op 4 november 1950 te Rome ondertekende Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de lidstaten voortvloeien, als algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht". Voor de goede werking van een democratische maatschappij is het essentieel dat iedereen recht heeft op gelijkheid voor de wet en bescherming tegen discriminatie. Dit recht versterkt de economische en sociale samenhang en draagt zo bij tot de verwezenlijking van doelstellingen als de bevordering van economische en sociale vooruitgang en een hoog werkgelegenheidsniveau. Tijdens de top van Amsterdam van juni 1997 hebben de staatshoofden en regeringsleiders besloten de EU meer bevoegdheden te geven om op dit gebied maatregelen te nemen. Daartoe hebben zij artikel 13 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ingevoegd, dat de Gemeenschap specifieke bevoegdheden verleent om maatregelen te nemen ter bestrijding van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Op 29 juni en 27 november 2000 heeft de Raad, op basis van de voorstellen van de Commissie van november 1999, twee nieuwe richtlijnen goedgekeurd om discriminatie te voorkomen en te bestrijden: • Richtlijn 2000/43/EG (richtlijn rassengelijkheid) verbiedt discriminatie op grond van ras of etnische afstamming op een groter aantal gebieden, waaronder arbeid, onderwijs, de levering van goederen en diensten, en sociale bescherming; • Richtlijn 2000/78/EG (richtlijn gelijke behandeling in arbeid en beroep) verbiedt discriminatie op de arbeidsmarkt, met name op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Op 27 november 2000 heeft de Raad ook zijn goedkeuring gehecht aan een Besluit tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006)6. Dit beoogt maatregelen te bevorderen ter bestrijding van directe of indirecte, enkelvoudige of meervoudige discriminatie op grond van geslacht, ras, etnische afstamming, godsdienst, levensovertuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid. Een van de drie hoofddoelstellingen is meer inzicht in discriminatievraagstukken te krijgen door een betere kennis van dit fenomeen en door de evaluatie van de doeltreffendheid van beleid en praktijk. Daartoe zijn in een eerste fase drie groepen van onafhankelijke deskundigen op het gebied van discriminatie op grond van ras, etnische afstamming, godsdienst, handicap en 6
Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000, PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23. 6
seksuele geaardheid opgericht. Sinds juli 2004 zijn deze groepen vervangen door één netwerk van onafhankelijke juridische deskundigen voor alle soorten discriminatie die onder de Richtlijnen 2000/34/EG en 2000/78/EG vallen. Het contract met het consortium dat dit netwerk beheert, loopt begin juli 2007 af. Doel van dit contract is een netwerk van onafhankelijke juridische deskundigen op het gebied van discriminatie op grond van ras, etnische afstamming, godsdienst, overtuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid op te richten en in stand te houden. Dit netwerk moet de Commissie onafhankelijke informatie en advies verstrekken over de omzetting en toepassing van de Richtlijnen 2000/34/EG en 2000/78/EG, en haar wijzen op good practices en probleempunten in de lidstaten. Meer bepaald zijn de doelstellingen: de Commissie advies te verlenen over de doeltreffendheid van de omzetting van de twee antidiscriminatierichtlijnen in bovengenoemde landen; informatie en advies te verstrekken over de ontwikkeling van Europese en nationale jurisprudentie en het effect daarvan op het beschermingsniveau tegen discriminatie; voorbeelden aan te reiken van good practice inzake bescherming tegen discriminatie door middel van wetgeving. 4.
DEELNAME
Deze aanbesteding staat open voor alle natuurlijke of rechtspersonen die binnen de werkingssfeer van de Verdragen vallen en voor alle natuurlijke en rechtspersonen van een derde land dat een bijzondere overeenkomst heeft gesloten met de Europese Gemeenschappen, onder de voorwaarden van deze overeenkomst. Wanneer de in het kader van de WTO gesloten multilaterale overeenkomst inzake overheidsopdrachten van toepassing is, staat de aanbesteding ook open voor onderdanen van staten die deze overeenkomst hebben geratificeerd, onder de daarin vastgestelde voorwaarden. Deze overeenkomst heeft echter geen betrekking op onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten die vallen onder categorie 8 van bijlage II-A van Richtlijn 2004/18/EEG. In de praktijk moet de deelname van aanvragers uit derde landen die een bilaterale of multilaterale overeenkomst met de Gemeenschappen op het gebied van overheidsopdrachten hebben gesloten, worden toegestaan onder de in deze overeenkomst vastgestelde voorwaarden. Inschrijvingen van aanvragers uit derde landen die geen dergelijke overeenkomst hebben gesloten, kunnen worden geaccepteerd, maar kunnen ook worden afgewezen 5.
DOOR DE CONTRACTANT TE VERRICHTEN TAKEN
5.1. Beschrijving van de taken en output PERCEEL 1: het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid 7
De contractant heeft tot taak een netwerk van onafhankelijke juridische deskundigen op te richten en in stand te houden dat de Commissie onafhankelijke adviezen, analyses en informatie moet verstrekken over onderwerpen die onder de gendergelijkheidsrichtlijnen vallen in de 27 lidstaten en in IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Het netwerk dient de Europese Commissie onafhankelijke adviezen, analyses en informatie te verstrekken over: - de omzetting op nationaal (en, indien van toepassing, op federaal en/of subnationaal) niveau van de richtlijnen inzake gendergelijkheid in bovengenoemde landen; - de praktische tenuitvoerlegging en toepassing van de nationale wetgeving ter omzetting van de richtlijnen; - nationale initiatieven op het gebied van gendergelijkheidswetgeving en daarmee samenhangende politieke ontwikkelingen (zoals voorstellen voor nieuwe wetgeving of tot wijziging van bestaande wetgeving); - het effect van arresten van nationale rechtbanken die jurisprudentie tot gevolg hebben inzake het door de nationale antidiscriminatiewetgeving geboden beschermingsniveau; - de potentiële conformiteit van het bovenstaande met het Gemeenschapsrecht; - de gevolgen van arresten van het Europees Hof van Justitie en, indien van toepassing, die van het Europees Hof voor de rechten van de mens voor het nationaal recht. De contractant moet een netwerk van onafhankelijke juridische deskundigen opzetten dat wordt beheerd en gecoördineerd door een hooggekwalificeerde deskundige (de coördinator), die wordt bijgestaan door een uitvoerend comité en, zo nodig, door een of meer administratieve assistenten. De contractant draagt er zorg voor dat de coördinator, het uitvoerend comité en de leden van het netwerk (voor zover van toepassing) de volgende specifieke taken uitvoeren: 1. Het beheer van het netwerk, waaronder de algemene coördinatie van het contract, het secretariaat en de nodige vertaaldiensten voor de uitvoering van onderstaande taken. De coördinator is verantwoordelijk voor: • het algemene toezicht op de kwaliteit van de werkzaamheden van het netwerk, zodat de Commissie correcte, actuele en relevante informatie van de hoogste kwaliteit wordt verstrekt in overeenstemming met de eisen van de Commissie; •
de contacten met de leden van het netwerk en met de diensten van de Commissie (eenheid G2 van DG EMPL), zodat het werkprogramma van het netwerk op doeltreffende en doelmatige wijze wordt uitgevoerd.
2. De opstelling van een algemeen verslag over de EU-wetgeving inzake gendergelijkheid en de omzetting daarvan in de 27 lidstaten en in IJsland, Liechtenstein 8
en Noorwegen, met een beschrijving van de maatregelen die verder gaan dan de minimumvereisten van de richtlijnen. Het verslag moet worden gebaseerd op een sjabloon dat in overleg met de Commissie door de coördinator wordt opgesteld. Het verslag bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt een algemeen overzicht gegeven van het communautaire acquis, waaronder de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (ongeveer 20 bladzijden). In het tweede deel wordt per land een overzicht gegeven van hoe het land in kwestie de richtlijnen ten uitvoer heeft gelegd (gemiddeld vijf bladzijden per land). Dit verslag zal algemeen worden verspreid onder beleidsmakers, vakmensen, onderzoekers enz. Het moet in het Engels worden opgesteld en in het Frans en het Duits worden vertaald. Het moet drukklaar bij de Commissie worden ingediend, dat wil zeggen met een kwaliteit en in een formaat die geschikt zijn voor publicatie. 3. De opstelling van vijf thematische verslagen per jaar, in het Engels, over onderwerpen die nauw verband houden met de activiteiten en prioriteiten van de Commissie op het gebied van gendergelijkheid, overeenkomstig de specificaties en termijnen die zijn vastgesteld in een jaarlijks werkprogramma dat met de Commissie wordt overeengekomen. Doel van deze verslagen is informatie en analyses te verschaffen over het effect van de richtlijnen in de praktijk en eventuele zwakke punten en/of lacunes in het bestaande acquis. Het aantal en de lengte van de verslagen kan variëren naar gelang van de behandelde onderwerpen. Zo kunnen bijvoorbeeld drie of vier lange of vijf korte verslagen worden gevraagd. De gezamenlijke lengte van de verslagen bedraagt ongeveer 500 bladzijden. Aangezien deze verslagen eventueel zullen worden gepubliceerd, moeten zij drukklaar worden ingediend, dat wil zeggen met een kwaliteit en in een formaat die geschikt zijn voor publicatie. 4. De opstelling van een op ruime schaal te verspreiden tweejaarlijks Europees juridisch tijdschrift over gelijke behandeling over belangrijke juridische ontwikkelingen op het gebied van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op nationaal en EU-niveau. Dit tijdschrift moet informatie bieden ten behoeve van onderzoekers, juristen en beleidsmakers. Het moet ook verwijzen naar relevante nationale en EUpublicaties en andere informatiebronnen. Het tijdschrift moet in het Engels worden opgesteld en in het Frans en het Duits worden vertaald. Het moet drukklaar bij de Commissie worden ingediend, dat wil zeggen met een kwaliteit en in een formaat die geschikt zijn voor publicatie. Mogelijke onderwerpen, die in nauwe samenwerking met de Commissie nader zullen worden bepaald, zijn: - Een algemene inleiding op de stand van zaken, waarin de aandacht wordt gevestigd op belangrijke onderwerpen. - Stand van zaken op het gebied van bij het Europees Hof van Justitie aanhangige of afgehandelde gendergelijkheidszaken, met nadere referenties naar de relevante documenten; - Belangrijke ontwikkelingen in de jurisprudentie van de lidstaten; - Belangrijke ontwikkelingen in de nationale gendergelijkheidswetgeving en aanverwante beleidsontwikkelingen op nationaal niveau. Het is de bedoeling dat elke editie 2-3 bladzijden per land telt, plus 3-4 bladzijden over de ontwikkelingen op EU-niveau. 9
5. Beantwoording van verzoeken om informatie, advies en uitvoerige analyse in verband met specifieke dringende aangelegenheden. Deze kunnen van horizontale aard zijn of specifiek voor afzonderlijke landen. Verwacht wordt dat elke deskundige tien tot twaalf verzoeken per jaar zal ontvangen. De deskundigen moeten deze verzoeken binnen drie werkdagen in het Engels of Frans beantwoorden, tenzij anders is bepaald. 6. Opstelling van regelmatige korte verslagen over recente juridische ontwikkelingen op het gebied van gendergelijkheid in de onder het contract vallende landen: deze verslagen, die moeten worden opgesteld op initiatief van de deskundige, zijn bedoeld om de beleidsmakers van de Commissie te attenderen op belangrijke juridische en daarmee samenhangende beleidsontwikkelingen in de lidstaten en hen in het bijzonder te wijzen op mogelijke strijdigheden met het Gemeenschapsrecht. Deze verslagen moeten worden opgesteld in het Engels of het Frans. 7. Voorbereiding en organisatie van twee vergaderingen per jaar (van één dag elk) van het hele netwerk in Brussel. Aan een van deze vergaderingen kunnen ook andere netwerken deelnemen, met name het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van discriminatiebestrijding. Deze vergaderingen worden in het Engels gehouden (zonder tolken). De data en agenda van de twee vergaderingen worden in overleg met de Commissie vastgesteld. De vergaderingen vinden plaats in een van de gebouwen van de Commissie. De coördinator (en zo nodig haar assistent(en)) moet(en) onmiddellijk voorafgaand aan deze vergaderingen met de Commissie bijeenkomen om de vergaderingen voor te bereiden. Daarnaast zal het Uitvoerend comité twee of drie keer per jaar in Brussel met de diensten van de Commissie (eenheid G2, DG EMPL) bijeen moeten komen om het werkprogramma op te stellen en te bespreken, de uit te voeren taken te verduidelijken, de resultaten van het netwerk te bespreken, enz. 8. Sommige deskundigen van het netwerk zullen zo nodig worden gevraagd om deel te nemen aan en voordrachten te houden voor seminars/conferenties over gendergelijkheid. Ofschoon de reiskosten in sommige gevallen door de organisatoren worden vergoed, dient in de offerte te worden uitgegaan van een begroting voor deelname aan gemiddeld vijf conferenties per jaar. De contractant dient over elke conferentie en de bijdrage van de deskundige daaraan verslag uit te brengen.
PERCEEL 2: het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van discriminatiebestrijding De contractant dient de Commissie onafhankelijke adviezen, analyses en informatie te verstrekken over alle vijf in de twee richtlijnen genoemde discriminatiegronden in de 27 lidstaten. Het staat de contractant vrij de nodige deskundigheid te verstrekken zoals hem goeddunkt, maar hij dient ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de verstrekte informatie beantwoordt aan onderstaande vereisten. Het netwerk dient de Europese Commissie onafhankelijke adviezen, analyses en informatie te verstrekken over: - de omzetting op nationaal (en, indien van toepassing, op federaal en/of subnationaal) niveau van de Richtlijnen 2000/43/EG en 2000/78/EG van de Raad;
10
- de praktische tenuitvoerlegging en toepassing van de nationale wetgeving ter omzetting van de richtlijnen; - nationale initiatieven op het gebied van antidiscriminatiewetgeving en daarmee samenhangende politieke ontwikkelingen (zoals voorstellen voor nieuwe wetgeving of tot wijziging van bestaande wetgeving); - het effect van arresten van nationale rechtbanken die jurisprudentie tot gevolg hebben inzake het door de nationale antidiscriminatiewetgeving geboden beschermingsniveau; - de potentiële conformiteit van het bovenstaande met het Gemeenschapsrecht; - de gevolgen van arresten van het Europees Hof van Justitie en, indien van toepassing, die van het Europees Hof voor de rechten van de mens voor het nationaal recht. De contractant draagt er zorg voor dat het netwerk (voor zover van toepassing) de volgende specifieke taken uitvoert: 1. De organisatie van een jaarlijks juridisch seminar met de deskundigen van het netwerk, door de lidstaten aangewezen ambtenaren (maximaal twee per lidstaat), ambtenaren van de Commissie (zes tot acht) en een beperkt aantal andere personen (zoals vertegenwoordigers van Europese ngo’s en/of sociale partners) om belangrijke punten in verband met de richtlijnen en discriminatiebestrijding te bespreken. De voorbereiding van het seminar door de contractant omvat het volgende: - Vaststelling, in overleg met de Commissie, van de datum van de vergaderingen, de verzending van de uitnodigingen en de opstelling van de agenda (in het Engels, Frans en Duits). De uitnodiging en de agenda moeten ten minste vijf weken voor de datum van de vergaderingen aan de deelnemers worden verzonden teneinde de discussie te stimuleren. - Opstelling, in overleg met de Commissie, van drie themadocumenten van maximaal drie bladzijden elk, die samen met de agenda in het Engels, Frans en Duits moeten worden verstrekt. - Administratie van de reiskosten en dagvergoedingen van de deskundigen (behalve voor de nationale ambtenaren). - Praktische regelingen voor de vergaderingen (reserveren van de vergaderzaal en hotelkamers voor de deelnemers, restaurants, vertaling in het Engels, Frans en Duits, enz.). De vergadering zal worden voorgezeten door de Commissie. De contractant vergemakkelijkt de discussies tijdens de vergadering en stelt het eindverslag op, dat door de Commissie moet worden goedgekeurd. 2. Sommige deskundigen van het netwerk zullen zo nodig worden gevraagd om deel te nemen aan en voordrachten te houden voor seminars/conferenties over discriminatiebestrijding. Ofschoon de reiskosten in sommige gevallen door de 11
organisatoren worden vergoed, dient in de offerte te worden uitgegaan van een begroting voor deelname aan gemiddeld acht conferenties per jaar. De contractant dient over elke conferentie en de bijdrage van de deskundige daaraan verslag uit te brengen. 3. De leiding van het netwerk zal twee of drie keer per jaar in Brussel met de diensten van de Commissie (eenheid G2, DG EMPL) bijeen moeten komen om het werkprogramma op te stellen en te bespreken, de uit te voeren taken te verduidelijken, de resultaten van het netwerk te bespreken, enz. 4. De contractant levert de volgende output voor de Commissie: a) een uitvoerig verslag met een bijwerking van de grondige analyse van de omzetting en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de twee richtlijnen in alle lidstaten, alsmede een beschrijving van de maatregelen die verder gaan dan de minimumvereisten van de richtlijnen. Het verslag moet worden gebaseerd op een door de Commissie te verstrekken sjabloon. Het eerste deel van het verslag moet qua lengte en technisch karakter gemakkelijk toegankelijk zijn voor beleidsmakers (gemiddeld niet meer dan vijf bladzijden per land); het tweede deel bevat de diepgaandere analyse. Dit verslag zal hoofdzakelijk worden gebruikt door Commissieambtenaren bij hun toezicht op de implementatie van het Gemeenschapsrecht. Het moet zo veel mogelijk worden bijgewerkt naarmate er zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, en het wordt één keer per jaar grondig bijgewerkt om de nauwkeurigheid te waarborgen. Het moet in het Engels worden verstrekt. Een samenvatting ervan wordt in het Engels en Frans opgesteld. Het verslag zal op de website van de Commissie worden geplaatst. b) gemiddeld drie langere en twee kortere thematische verslagen over door de Commissie gekozen onderwerpen die zullen bijdragen tot een grondiger begrip en een coherente benadering van de toepassing van de in de richtlijnen vervatte concepten (zoals indirecte discriminatie, wezenlijke en bepalende beroepsvereisten, gedeelde bewijslast, enz.). Deze verslagen van ongeveer vijftig bladzijden (voor de lange verslagen) of twintig bladzijden (voor de korte verslagen) moeten in een publicabele versie in het Engels of Frans worden verstrekt en in het Engels, Frans en Duits ter beschikking van het publiek worden gesteld. c) beknopte verslagen over recente ontwikkelingen op het gebied van belangrijke juridische vraagstukken van de discriminatiebestrijding op nationaal of, zo nodig, Europees (bv. Raad van Europa) niveau. Deze verslagen zijn bedoeld om de beleidsmakers van de Commissie te attenderen op belangrijke juridische ontwikkelingen in de lidstaten en hen in het bijzonder te wijzen op mogelijke strijdigheden met het Gemeenschapsrecht. Deze verslagen moeten worden opgesteld in het Engels of het Frans. d) twee afleveringen per jaar van het om ruimere schaal te verspreiden Europees juridisch tijdschrift voor discriminatiebestrijding over belangrijke juridische ontwikkelingen op nationaal en Europees niveau. Dit tijdschrift moet informatie bieden ten behoeve van onderzoekers, juristen en beleidsmakers. Het moet ook verwijzen naar relevante nationale en EU-publicaties en andere informatiebronnen. Ter indicatie: dit tijdschrift moet ongeveer vijftig bladzijden tellen. Het moet door de contractant in het Engels, Frans en Duits worden verstrekt. Mogelijke onderwerpen, die in nauwe samenwerking met de Commissie nader zullen worden bepaald, zijn: - Een algemene inleiding op de stand van zaken, waarin de aandacht wordt gevestigd op belangrijke onderwerpen. 12
- Stand van zaken op het gebied van bij het Europees Hof van Justitie aanhangige of afgehandelde discriminatiezaken, met nadere referenties naar de relevante documenten; - Belangrijke ontwikkelingen in de jurisprudentie van de lidstaten; - Belangrijke ontwikkelingen in de antidiscriminatiewetgeving in de lidstaten en aanverwante beleidsontwikkelingen op nationaal niveau. e) Opstelling van een voorstel voor een hoofdstuk in het jaarverslag van de Commissie over gelijkheid. In het kader van de bewustmaking omtrent de Europese aspecten van de bestrijding van discriminatie en de bevordering van gelijkheid, heeft de Commissie de productie van een jaarverslag uitbesteed waarin de nadruk wordt gelegd op bepaalde belangrijke vraagstukken en in het bijzonder op de ontwikkelingen in de lidstaten. De contractant zal met de contractant voor het verslag nauw en regelmatig moeten coördineren teneinde zijn bijdrage op tijd te leveren en dubbel werk of incoherentie tussen de verslagen te voorkomen. Deze bijdrage moet betrekking hebben op de hierboven nader uitgewerkte belangrijke onderwerpen, evenwel in een beknopter en eenvoudiger formaat, dat toegankelijk is voor een niet gespecialiseerd publiek. f) Antwoorden op specifieke verzoeken van de Commissie om uitvoerigere analyses en informatie en/of diensten. De contractant dient binnen vijf werkdagen in het Frans of Engels nauwkeurige informatie, analyses en adviezen in dergelijke aangelegenheden te verstrekken, tenzij anders is bepaald.
Voor beide percelen moet de geselecteerde inschrijver deelnemen aan de horizontale activiteiten betreffende de uniforme toepassing van de EU-wetgeving. In verband met de agenda voor betere regelgeving zal er in toenemende mate voor gezorgd moeten worden dat de EU-wetgeving daadwerkelijk en op uniforme wijze wordt toegepast. Dit betekent dat niet volstaan kan worden met enkel te controleren of er nationale uitvoeringsmaatregelen bestaan en of die in overeenstemming zijn met de EUbepalingen. Deze activiteiten zijn bedoeld om de kennisbasis over de EU-wetgeving op werkgelegenheids- en sociaal gebied uit te breiden en om krachtige, in de lidstaten gewortelde netwerken op te bouwen, bestaande uit overheden, sociale partners, ngo’s, rechters, advocaten en onafhankelijke deskundigen die in de lidstaten met uitvoeringsproblemen te maken hebben. De voor elk van de netwerken geselecteerde inschrijver zal de met deze activiteiten belaste contractant alle relevante informatie moeten verstrekken en de deelname van de laatste aan in het kader van elk netwerkcontract georganiseerde seminars/vergaderingen moeten vergemakkelijken.
5.2. Richtsnoeren voor taken, uitvoering en methoden Het Progress-programma was bedoeld om gendermainstreaming in alle vijf beleidsonderdelen en in opdracht gegeven of ondersteunde activiteiten te bevorderen. Daarom zal de contractant de nodige stappen moeten ondernemen om ervoor te zorgen dat er in het door hem voorgestelde team en/of personeel op alle niveaus sprake is van een evenwichtige vertegenwoordiging van beide seksen. Zo nodig zal hij ook passende aandacht moeten besteden aan de genderdimensie van de dienst die van hem verlangd wordt, zoals nader omschreven in de taakbeschrijving. 13
Evenzo moet bij de uitvoering van de verlangde dienst, voor zover doenlijk, naar behoren rekening worden gehouden met de behoeften van personen met een handicap. Dit betekent met name dat, als de contractant opleidingsbijeenkomsten of conferenties organiseert, publicaties uitgeeft of speciale websites ontwikkelt, personen met een handicap gelijke toegang tot de geboden faciliteiten of diensten moeten hebben. Ten slotte moedigt de aanbestedende dienst de contractant aan voor zijn hele personeel en team gelijke arbeidskansen te bevorderen. Dit betekent dat de contractant moet zorgen voor een evenwichtige samenstelling, ongeacht etnische afkomst, godsdienst, leeftijd en handicap. De contractanten moeten in hun activiteitenverslag bij het verzoek om betaling van het eindsaldo toelichten hoe zij aan deze contractbepalingen hebben voldaan. De contractant die verantwoordelijk is voor het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid, moet voor de uitvoering van de hierboven vermelde taken een passende structuur creëren, bestaande uit de volgende elementen: Een netwerk van juridische deskundigen die in staat zijn deskundige adviezen te verstrekken over de situatie in verband met de wetgeving inzake gendergelijkheid in alle 27 lidstaten en in IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Verwacht wordt dat er één deskundige zal zijn voor elk land dat onder het contract valt. Een coördinator die nauw zal samenwerken met de diensten van de Commissie (Eenheid G2, DG EMPL) en met de algehele coördinatie van het contract wordt belast, alsook met de financiële en administratieve taken, zo nodig met de steun van (een) administratieve assistent(en); en Een uitvoerend comité, bestaande uit een klein aantal deskundigen van hoog niveau (in totaal twee tot vier, van wie ten minste enkele geen lid zijn van het netwerk) plus de coördinator. Dit comité zal de coördinator bijstaan bij het toezicht op de algehele kwaliteit van het werk van het netwerk en zal maximaal drie keer per jaar met de Commissie (Eenheid G2, DG EMPL) bijeenkomen. De contractant die verantwoordelijk is voor het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van discriminatiebestrijding, moet een passende structuur creëren om deskundige adviezen te verstrekken over de situatie in alle 27 lidstaten met betrekking tot discriminatie op grond van ras en etnische afkomst, godsdienst en levensovertuiging, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid. Het staat de contractant vrij deze structuur naar eigen goeddunken op te zetten. De Commissie verwacht echter niet dat over elk betrokken land voor elke discriminatiegrond door een afzonderlijke deskundige wordt gerapporteerd, maar voor elk onder het contract vallend land moet wel door één verschillende deskundige worden gerapporteerd. Bovendien verwacht de Commissie dat de verantwoordelijkheid voor een strategisch perspectief en de algehele kwaliteit van het werk bij een kleinere groep deskundigen van zeer hoog niveau berust. 14
Een coördinator draagt zorg voor de algehele coördinatie van het contract, alsook voor de financiële en administratieve taken, met de steun van (een) administratieve assistent(en). Een andere persoon dient verantwoordelijk te zijn voor de kwaliteit van de inhoud van de geleverde diensten en van de geproduceerde resultaten. De contractant (voor de twee percelen) of beide contractanten (voor elk perceel) moeten de bron van alle door zijn deskundigen/onderaannemers verstrekte informatie verifiëren en al het geleverde materiaal aan een grondige kwaliteitscontrole onderwerpen. Bij de uitvoering van het contract onderhouden de contractanten contact met de desbetreffende ambtenaren van de diensten van de Commissie en van de lidstaten, met andere netwerken van deskundigen op het gebied van gendergelijkheid en discriminatiebestrijding, en met het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat. De Commissie benadrukt dat zij streeft naar een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de deskundigengroepen en comités. Zij attendeert de inschrijvers erop dat op de middellange termijn naar minstens 40 % leden van een van beide geslachten in alle comités en groepen deskundigen wordt gestreefd7. De contractant(en) voert/voeren zijn/hun taken uit hoofde van dit contract uit in nauwe samenwerking met de diensten van de Commissie. 6.
VEREISTE BEROEPSKWALIFICATIES
PERCEEL I - Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid Zie bijlage IV van het ontwerpcontract, cv’s en classificatie van deskundigen. De coördinator en de leden van het uitvoerend comité moeten minimaal voldaan aan de eisen voor deskundigen van niveau II en de overige deskundigen moeten minimaal voldoen aan de eisen voor deskundigen van niveau III. De contractant dient in alle onder het contract vallende landen ervaren juristen en/of academici in te schakelen, die gespecialiseerd zijn in de nationale wetgeving op de gebieden arbeidrecht, arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid, handelsrecht of constitutioneel recht, met speciale aandacht voor gendergelijkheid. Zij dienen ook kennis te hebben van het Gemeenschapsrecht, met name op het gebied van gendergelijkheid. PERCEEL 2: Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van discriminatiebestrijding De contractant dient in alle onder het contract vallende landen juristen en/of academici van hoog niveau in te schakelen die gespecialiseerd zijn in de Europese en/of nationale antidiscriminatiewetgeving en in staat zijn alle in de Richtlijnen 2000/43/EG en 2000/78/EG genoemde discriminatiegronden te bestrijken.
7
Besluit 2000/407/EG van de Commissie. 15
De groep deskundigen van hoog niveau van het onderzoeksteam moet minimaal voldaan aan de eisen voor deskundigen van niveau II en de overige deskundigen moeten minimaal voldoen aan de eisen voor deskundigen van niveau III. Voor beide percelen moet de contractant aantonen in staat te zijn grootschalige netwerken op Europees niveau te runnen en bewezen capaciteiten hebben om de administratieve en financiële aspecten van een dergelijk project te beheren. Zie bijlage IV van het ontwerpcontract, cv’s en classificatie van deskundigen. 7.
TIJDSCHEMA EN VERSLAGLEGGING
De looptijd van de contracten voor elk van de twee percelen bedraagt twaalf maanden, gerekend vanaf de inwerkingtreding van het contract, en kan driemaal worden verlengd. Zie voor bijzonderheden artikel 1.2 van het ontwerpcontract en bijlage I voor de verslaglegging. Voor nieuwe lidstaten en/of kandidaat-lidstaten kunnen overeenkomstig artikel 126, lid 1, onder f), van de uitvoeringsvoorschriften van het financieel reglement aanvullende contracten worden gegund via de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging van een opdracht, op voorwaarde dat tussen elk van die landen en de Europese Unie een memorandum van overeenstemming wordt ondertekend over hun deelname aan het Progress-programma. De specifieke termijnen voor de voltooiing van elk van de in punt 5 genoemde taken zullen in onderling overleg tussen de Commissie en de contractant worden vastgesteld. Aanvullende eisen 1. Om het toezicht op en de evaluatie van alle uit hoofde van het Progress-programma verkregen resultaten en geleverde output door de Commissie te vergemakkelijken, dient de contractant voor elk van de uit hoofde van deze oproep uit te voeren taken het volgende te verstrekken: • Presentatie van de hoofdpunten op één bladzijde. De hoofdpunten dienen beknopt, duidelijk en gemakkelijk te begrijpen te zijn. Zij moeten in het Engels, Frans en Duits worden opgesteld. Andere communautaire talen zijn welkom, doch niet verplicht. • Tenzij in het hoofdstuk ‘Uit te voeren taken’ anders wordt voorgeschreven, een samenvatting van vijf tot zes bladzijden in het Engels, Frans en Duits. 2. Overeenkomstig de algemene voorwaarden is de contractant verplicht in alle geproduceerde documenten en media, met name in de eindresultaten, verslagen, brochures, persberichten, video’s, software, enz., en ook tijdens conferenties of seminars, te verklaren dat de onderhavige dienst geleverd wordt namens de Gemeenschap, en wel als volgt: ‘Deze (publicatie, conferentie, trainingssessie) wordt gefinancierd door het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (2007-2013) van 16
de Europese Gemeenschap. Dit programma werd vastgesteld om de uitvoering van de in de Sociale Agenda vastgestelde doelstellingen van de Europese Unie op sociaal en werkgelegenheidsgebied te ondersteunen en aldus bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabonstrategie op deze gebieden. Dit programma, met een looptijd van zeven jaar, richt zich op alle belanghebbenden die in staat zijn de ontwikkeling van goede en doeltreffende arbeids- en sociale wetgeving en –beleid in de EU-27, de EVA-landen, de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten helpen vorm te geven. De zes algemene doelstellingen van het programma zijn: (1) verbetering van de kennis van en het inzicht in de situatie in de lidstaten (en andere deelnemende landen) door middel van analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid; (2) ondersteuning van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen en methoden en waar passend naar geslacht en leeftijdsgroep uitgesplitste gemeenschappelijke indicatoren op de onder het programma vallende gebieden; (3) ondersteuning van en toezicht op de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht en, in voorkomend geval, de beleidsdoelstellingen in de lidstaten en beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen daarvan; (4) bevordering van netwerken en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van goede en innovatieve benaderingen op EU-niveau; (5) vergroting van de bekendheid van de belanghebbenden en het grote publiek met het beleid en de doelstellingen van de Europese Unie in het kader van de beleidsonderdelen; (6) vergroting van de capaciteit van de belangrijkste EU-netwerken om het EU-beleid en de doelstellingen van de EU te bevorderen, te ondersteunen en verder te ontwikkelen, voor zover van toepassing. Voor nadere informatie, zie: http://ec.europa.eu/employment_social/progress/index_en.html.’ In publicaties dient ook de volgende vermelding te worden opgenomen: ‘De informatie in deze publicatie komt niet noodzakelijk overeen met het standpunt of de mening van de Europese Commissie.’ In publicaties en eventuele communicatieplannen in verband met de onderhavige dienst dient de contractant het logo van de Europese Unie op te nemen en eventuele andere logo’s die op het gebied van werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit zijn ontworpen, en hij dient in elke publicatie of uit hoofde van dit dienstencontract ontwikkeld materiaal de Europese Commissie als aanbestedende dienst te vermelden. Niet-nakoming door de contractant van deze verplichtingen kan voor de Europese Commissie aanleiding zijn het uit hoofde van dit dienstencontract te betalen eindbedrag met 5 % te verminderen.
17
8.
BETALINGEN EN MODELCONTRACT
Bij het opstellen van de inschrijving dient rekening te worden gehouden met de bepalingen van het modelcontract dat de ‘Algemene voorwaarden van toepassing op dienstencontracten’ omvat. Artikel 1.4 daarvan bevat de betalingsformaliteiten. De betalingen geschieden met tussenpozen gedurende de looptijd van het contract afhankelijk van de vorderingen van de werkzaamheden, de ingediende verslagen en de kwaliteit van het verrichte werk. Voor dit contract gelden de volgende formaliteiten: – Na ondertekening van het contract door de laatste contractsluitende partij wordt binnen dertig dagen na ontvangst van een naar behoren gestelde financiële garantie gelijk aan ten minste het gefactureerde voorfinancieringsbedrag een voorfinanciering ten belope van maximaal 20 % van het in artikel I.3.1 bedoelde totaalbedrag betaald; – 60 % na indiening van het tussentijds verslag en de goedkeuring daarvan door de Commissie, en op schriftelijk verzoek (factuur) van de contractant (ter dekking van de werkelijk gemaakte kosten); – de laatste termijn (20 %) voor het verschuldigde saldo, betaalbaar na schriftelijk verzoek, vergezeld van het eindverslag en definitieve financiële overzicht van de uitvoering van de jaarlijkse begroting en na goedkeuring van beide documenten door de Commissie. Zoals vermeld in de ‘handleiding voor de uitvoering van de taken’, moet de contractant in zijn eindverslag met name toelichten in hoeverre hij aan de bepalingen inzake gelijke kansen heeft voldaan. 9.
PRIJS
Overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van het protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen zijn de Gemeenschappen vrijgesteld van heffingen, belastingen en rechten, met inbegrip van de belasting over de toegevoegde waarde; bij de berekening van de prijs mogen deze rechten dan ook niet meegerekend worden. Het btw-bedrag moet apart worden vermeld. Voor deze aanbesteding is maximaal 1 750 000 euro per jaar beschikbaar, verdeeld als volgt: - voor PERCEEL I - Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid: € 750 000 per jaar; en voor PERCEEL II – het Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van discriminatiebestrijding: € 1 000 000 per jaar. 18
NB: Offertes die deze maximumbedragen te boven gaan, worden niet in behandeling genomen. De prijs moet in euro’s (€) worden uitgedrukt, excl. btw (waarbij indien nodig de in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerde wisselkoers die op de datum van publicatie van de aanbesteding van toepassing is, moet worden gebruikt), en moet volgens het model in bijlage III bij het bijgevoegde standaardcontract worden gespecificeerd. De prijs omvat: Honoraria en directe kosten - Honoraria, uitgedrukt in aantal mandagen en eenheidsprijs per dag voor elke voorgestelde deskundige. De eenheidsprijs dient ter dekking van de honoraria van de deskundige en de administratieve uitgaven; - Reiskosten (andere dan kosten voor plaatselijk vervoer); - Dagvergoedingen: deze dekken alle verblijfkosten van de deskundigen die op dienstreis zijn voor korte opdrachten buiten hun gewone vestigingsplaats; - Vertaalkosten; - Kosten voor de verzending van goederen of niet-begeleide bagage, die direct verband houden met de uitvoering van de in het contract beschreven taken; - Zo nodig overige door de inschrijver gemaakte directe kosten (te specificeren). 10. COMBINATIES VAN INSCHRIJVERS OF CONSORTIA Inschrijvingen kunnen worden ingediend door combinaties van dienstverleners, die vóór de gunning van het contract geen speciale rechtsvorm hoeven aan te nemen, maar dat na gunning mogelijk wel moeten doen als zulks voor de goede uitvoering van het contract noodzakelijk is8. Een combinatie van ondernemingen moet evenwel één partij aanwijzen die belast wordt met de ontvangst en verwerking van betalingen voor leden van de combinatie, met de administratie en de coördinatie. De in de punten 11 en 12 hieronder genoemde documenten moeten door ieder lid van de combinatie worden verstrekt.
8
Deze entiteiten kunnen de vorm aannemen van een entiteit met of zonder rechtspersoonlijkheid, maar die voldoende bescherming biedt voor de contractuele belangen van de Commissie (afhankelijk van de lidstaat in kwestie kan dat bijvoorbeeld een consortium of een tijdelijke vereniging zijn).
Het contract moet worden ondertekend door alle leden van de combinatie of door één van de leden die daartoe naar behoren door de andere leden van de combinatie is gemachtigd (een volmacht of anderszins toereikende machtiging moet aan het contract worden gehecht), wanneer de inschrijvers geen juridische entiteit hebben gevormd. 19
IEDER LID COMMISSIE.
VAN DE COMBINATIE IS HOOFDELIJK AANSPRAKELIJK JEGENS DE
11. UITSLUITINGSCRITERIA EN BEWIJSSTUKKEN 1) Inschrijvers moeten een ondertekende en gedateerde verklaring op erewoord overleggen dat zij niet in een van de in artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement genoemde situaties verkeren. Die artikelen luiden als volgt: Artikel 93 van het Financieel Reglement Van deelname aan een opdracht worden uitgesloten, aanvragers of inschrijvers die: (a)
in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surséance van betaling verkeren of wier faillissement is aangevraagd of tegen wie een procedure van vereffening, akkoord of surséance van betaling loopt, dan wel die hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een overeenkomstige toestand verkeren als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving;
(b)
bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt;
(c)
bij de uitoefening van hun beroep ernstige fouten hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken;
(d)
niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd of van het land van de aanbestedende dienst dan wel van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd;
(e)
bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of een andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt;
(f)
na een andere aanbestedingsprocedure of procedure voor de toekenning van subsidie, gefinancierd uit de communautaire begroting, ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen.
Artikel 94 van het Financieel Reglement Van gunning van een opdracht worden uitgesloten, gegadigden of inschrijvers die naar aanleiding van de aanbestedingsprocedure: – in een belangenconflict verkeren. 20
2) De inschrijver aan wie de opdracht zal worden gegund, dient binnen een door de aanbestedende dienst vastgestelde termijn, en vóór ondertekening van het contract, de in artikel 134 van de uitvoeringsvoorschriften bedoelde bewijsstukken in te dienen, ter staving van de onder punt 1) bedoelde verklaring.
Artikel 134 van de uitvoeringsvoorschriften - Bewijsstukken – De aanbestedende dienst aanvaardt als voldoende bewijs dat de gegadigde of inschrijver niet in een van de in artikel 93, lid 1, onder a), b) of e), van het Financieel Reglement genoemde gevallen verkeert, een recent uittreksel uit het strafregister of, bij gebreke daarvan, een recent gelijkwaardig document van een gerechtelijke of administratieve autoriteit van het land van oorsprong of herkomst waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan. – De aanbestedende dienst aanvaardt als voldoende bewijs dat de gegadigde of inschrijver niet in een in artikel 93, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement genoemd geval verkeert, een recente verklaring van de bevoegde autoriteit van het betrokken land. Wanneer het betrokken land dergelijke documenten of verklaringen niet afgeeft, kunnen deze worden vervangen door een verklaring onder ede of, bij gebreke daarvan, een verklaring op erewoord van de betrokkene voor een gerechtelijke of administratieve autoriteit, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst. – Overeenkomstig de nationale wetgeving van het land waarin de inschrijver of gegadigde is gevestigd, hebben de in de leden 1 en 2 genoemde documenten betrekking op rechtspersonen en/of natuurlijke personen, waaronder eventueel, in gevallen waarin de aanbestedende dienst zulks nodig acht, op ondernemingshoofden of op elke persoon die bij de gegadigde of inschrijver vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. Zie bijlage I (die kan worden gebruikt als controlelijst) voor de door de aanvragers of inschrijvers te verstrekken bewijsstukken die door de Europese Commissie worden aanvaard. 3) De aanbestedende dienst kan een gegadigde of inschrijver ontslaan van de verplichting om de in artikel 134 van de uitvoeringsvoorschriften bedoelde bewijsstukken over te leggen als zij al dergelijke bewijsstukken heeft ontvangen in het kader van een andere aanbestedingsprocedure van DG EMPL, op voorwaarde dat de betreffende documenten niet ouder zijn dan één jaar en nog steeds geldig zijn. De gegadigde of inschrijver verklaart in dat geval op erewoord dat de bewijsstukken reeds in een eerdere plaatsingsprocedure zijn verstrekt, en bevestigt dat zich in zijn situatie geen veranderingen hebben voorgedaan. 12. SELECTIECRITERIA De selectie zal plaatsvinden op basis van de economische en financiële draagkracht en de technische en beroepsbekwaamheid van de kandidaten. 21
(1) De economische en financiële draagkracht om de in het bestek vermelde activiteiten uit te voeren dient als volgt te worden aangetoond: (a) de inschrijver (of alle partners van het consortium tezamen) dienen aan te tonen dat hun omzet in het laatste boekjaar waarvan de rekeningen zijn afgesloten ten minste gelijk was, voor Perceel I, aan de voorgestelde prijs van de overeenkomst (750 000 euro), dan wel aan 75% van de voorgestelde prijs van de overeenkomst (750 000 euro) voor Perceel II; Indien voor beide percelen dezelfde inschrijver wordt geselecteerd, dient deze omzet ten minste 1 500 000 euro te bedragen; (b) de inschrijver dient balansen of uittreksels van balansen over te leggen van de laatste twee afgesloten boekjaren, wanneer publicatie daarvan is vereist overeenkomstig de vennootschapswetgeving van het land waar de dienstverlener is gevestigd; indien de inschrijving door een consortium wordt ingediend, dient elk lid van het consortium dergelijke balansen bij te voegen; (c) indien een of meer van bovengenoemde documenten om duidelijk aangegeven redenen niet kan of kunnen worden overgelegd, kan de Commissie eventueel besluiten een bankverklaring ter staving van de financiële draagkracht te accepteren; indien de inschrijving door een consortium wordt ingediend, moet elk lid van het consortium een dergelijke verklaring bijvoegen.
(2) Technische en beroepsbekwaamheid (a) De technische en beroepsbekwaamheid van de inschrijver op het gebied waarop de overeenkomst betrekking heeft, zullen verder beoordeeld worden op basis van: PERCEEL I - Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van gendergelijkheid Het uitvoerend comité (met inbegrip van de coördinator) zal moeten bestaan uit academici en/of praktijkjuristen met: • aantoonbare deskundigheid en ten minste tien jaar beroepservaring, waarvan ten minste vier jaar ervaring met juridische kwesties op de terreinen arbeidsrecht, arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid, of handels- of constitutioneel recht, met speciale aandacht voor gendergelijkheid. Kennis van het Gemeenschapsrecht, met name op het gebied van gendergelijkheid, is eveneens een vereiste. De contractant dient ervoor te zorgen dat het comité zodanig is samengesteld dat het beschikt over deskundigheid op alle terreinen die door de communautaire wetgeving inzake gelijke kansen bestreken wordt, en ook over een quality control manager met beroepservaring op het gebied van het redigeren van publicaties (te beoordelen op basis van de publicaties van de betrokkene); • het vermogen om op Europees niveau te opereren en de op dat niveau relevante kwesties te begrijpen (te beoordelen op basis van publicaties); 22
• goede analytische vaardigheden en het vermogen juridisch onderzoek te doen; beheersing van juridisch taalgebruik en het vermogen juridische adviezen/expertises en rapporten op te stellen, alsmede de nodige organisatorische vaardigheden om het werk van anderen te coördineren en termijnen aan te houden (te beoordelen op basis van publicaties en ervaring met het managen van grote hoeveelheden werk en/of een groot aantal medewerkers); • Aantoonbare uitstekende schriftelijke en mondelinge communicatievaardigheden (te beoordelen op basis van publicaties en talenkennis). Van de coördinator wordt bovendien verlangd: •
het aantoonbare vermogen om alle coördinerende en administratieve taken uit te voeren in verband met het organiseren en managen van een groep van deskundigen in de gehele EU. De Commissie zal dit beoordelen op basis van onder andere: – een door de inschrijver in te dienen lijst van de personen die de coördinator zullen bijstaan bij de administratie van het netwerk, met hun afzonderlijke taken, en – een overzicht van de voornaamste diensten en leveringen die in de laatste drie jaar zijn verricht, onder vermelding van bedragen, data en afnemers (overheid of particuliere sector);
•
het aantoonbare vermogen om gebruik te maken van de vereiste deskundigheid om alle in de overeenkomst genoemde landen te kunnen bestrijken;
•
voldoende talenkennis voor effectieve communicatie met de Commissie en de deskundigen, en met name voor het opstellen van verslagen in het Engels.
De overige deskundigen dienen academici en/of praktijkjuristen te zijn met: •
ten minste vijf jaar beroepservaring, waarvan ten minste twee jaar ervaring met werkzaamheden met betrekking tot nationale wetgeving en de interpretatie daarvan op de terreinen arbeidsrecht, arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid, of handels- of constitutioneel recht, met speciale aandacht voor gendergelijkheid. Kennis van het Gemeenschapsrecht, met name op het gebied van gendergelijkheid, is eveneens een vereiste;
•
voldoende talenkennis voor effectieve communicatie met de Commissie en de deskundigen, en met name voor het opstellen van verslagen in het Engels. Dit vermogen zal met name worden beoordeeld op basis van gepubliceerde (wetenschappelijke) werken en/of artikelen op het terrein van de wetgeving en de praktijken inzake gendergelijkheid. Alle deskundigen dienen in staat te zijn om mondelinge presentaties in het Engels te geven.
PERCEEL II – Europees netwerk van juridische deskundigen op het gebied van discriminatiebestrijding 23
De als coördinator optredende organisatie zal dienen te beschikken over : •
het aantoonbare vermogen om alle coördinerende en administratieve taken uit te voeren in verband met het organiseren en managen van een groep van deskundigen in de gehele EU. De Commissie zal dit beoordelen op basis van onder andere: - een door de inschrijver in te dienen lijst van de personen die de coördinator zullen bijstaan bij de administratie van het netwerk, met hun afzonderlijke taken, en – een overzicht van de voornaamste diensten en leveringen die in de laatste drie jaar zijn verricht, onder vermelding van bedragen, data en afnemers (overheid of particuliere sector).
•
het aantoonbare vermogen om gebruik te kunnen maken van de vereiste deskundigheid om alle in de overeenkomst genoemde landen te kunnen bestrijken, alsmede de vijf discriminatiegronden die in de Richtlijnen 2000/43/EG en 2000/78/EG behandeld worden.
•
voldoende talenkennis voor effectieve communicatie met de Commissie en de deskundigen, en met name voor het opstellen van verslagen in een van deze talen.
De seniorleden van het onderzoekteam zullen dienen te beschikken over: •
aantoonbare deskundigheid en ten minste 10 jaar ervaring met juridische kwesties met betrekking tot gelijkheid en discriminatie (te beoordelen op basis van publicaties);
•
ervaring met werkzaamheden op Europees niveau te opereren en de op dat niveau relevante kwesties te begrijpen (te beoordelen op basis van publicaties);
•
goede analytische vaardigheden en het vermogen juridisch onderzoek te doen; beheersing van juridisch taalgebruik en het vermogen juridische adviezen/expertises en rapporten op te stellen;
•
aantoonbare goede schriftelijke en mondelinge communicatievaardigheden.
De overige deskundigen zullen dienen te beschikken over: • Het aantoonbare vermogen om gezamenlijk alle discriminatiegronden en alle in de overeenkomst genoemde landen te bestrijken. De Commissie zal verzoeken om overlegging van de cv's van alle deskundigen. Alle deskundigen die bij de uitvoering van het contract betrokken worden, zullen dienen te beantwoorden aan de volgende criteria: - ten minste vijf jaar beroepservaring, waarvan ten minste twee jaar met werkzaamheden in verband met Europese en/of nationale wetgeving en de interpretatie daarvan, en met name wettelijke 24
bescherming tegen discriminatie in het betreffende land en/of andere landen; - voldoende talenkennis voor effectieve communicatie met de Commissie en de andere deskundigen, en met name voor het opstellen van verslagen in de werktalen van de Commissie. Deze kennis zal met name beoordeeld worden op basis van gepubliceerde (wetenschappelijke) werken en/of artikelen op het terrein van de antidiscriminatiewetgeving en -praktijken. Alle deskundigen dienen ook in staat te zijn om mondelinge presentaties te geven.
(b) Voor beide percelen vereiste bewijsstukken De technische en beroepsbekwaamheid van inschrijvers om de hierboven beschreven analyse te verrichten zal worden beoordeeld en geverifieerd aan de hand van: – een lijst van de coördinators en deskundigen die de verlangde diensten zouden verrichten, met hun cv's en kwalificaties, – voor zover niet in de cv's van de deskundigen vermeld, een lijst van de voornaamste door hen in de loop van ten minste de afgelopen vijf jaar gepubliceerde (wetenschappelijke) werken en/of artikelen in verband met het onderwerp van deze aanbesteding, – een verklaring van de inschrijver dat het team in staat is de verlangde diensten te leveren, – ondertekende en gedateerde duidelijke toezeggingen van de betrokkenen die geen deel uitmaken van de onderneming, dat zij bereid zijn deel te nemen aan het project. Bij inschrijvingen van consortia zijn vereist: - duidelijke identificatie van de inschrijver die het contract zal ondertekenen, en - schriftelijke bevestigingen van alle leden van het consortium dat zij bereid en in staat zijn om deel te nemen aan de uitvoering van het contract, met een korte beschrijving van hun rol daarin. Inschrijvers die naar de mening van de Europese Commissie niet voldoen aan bovengenoemde eisen inzake financiële draagkracht en operationele capaciteit zullen zonder verdere evaluatie van deelneming worden uitgesloten. 13. GUNNINGSCRITERIA De opdracht zal worden gegund aan de uit economisch oogpunt voordeligste offerte, rekening houdende met de volgende criteria en met de voorgestelde prijzen per eenheid. De economisch meest voordelige aanbieding, gelet op: 25
13.1 – Kwaliteit van de offerte • Aanpak – Inzicht in de aard van de opdracht, de context daarvan en de te behalen resultaten. (30 punten) • Methodologie – de methodologie voor het organiseren en coördineren van het onderzoek, met inbegrip van het verzamelen, verifiëren, analyseren, redigeren en presenteren van informatie betreffende relevante jurisprudentie, wetgeving, en andere maatregelen met betrekking tot gendergelijkheid dan wel discriminatiebestrijding in de betrokken landen. De inschrijving dient daartoe gedetailleerd te beschrijven hoe de coördinator de kwaliteit van de uitvoering van alle taken zal controleren en verzekeren, met inbegrip van de taken van de juridische deskundigen, en hoe hij of zij contact zal houden met de deskundigen. In de inschrijving dient ook te worden aangegeven hoe de inschrijver zal voldoen aan specifieke verzoeken van de Commissie. (40 punten) • Organisatie van de werkzaamheden - de kwaliteit van de strategie voor het organiseren en coördineren van de werkzaamheden, met name van de administratieve en logistieke taken met betrekking tot het algemene management en de coördinatie van de groep van deskundigen. De inschrijver dient aan te geven hoeveel personen betrokken zullen zijn bij het administratieve management, en details te verstrekken over de organisatie van vergaderingen, over de indiening van de resultaten en over hoe de contacten met het netwerk zullen worden verzekerd, met name met het oog op snelle antwoorden op specifieke vragen binnen strikte deadlines. (30 punten)
13.2 - De prijs Het beoordelingscomité neemt alleen de inschrijvingen in aanmerking die voor de technische kwaliteit ten minste 70 punten hebben behaald. Het puntentotaal wordt vervolgens gedeeld door de prijs, en de opdracht wordt gegund aan de inschrijving die het hoogst scoort. 14. INHOUD EN INDIENING VAN DE INSCHRIJVINGEN 14.1 Inhoud van de inschrijvingen De inschrijver dient alle nodige informatie en documenten te verstrekken om de Commissie in staat te stellen de offerte te evalueren op basis van de selectie- en gunningscriteria (zie punten 12 en 13 hierboven) en rekening houdende met de in punt 11 genoemde uitsluitingscriteria. De inschrijvingen moeten de volgende drie delen omvatten: (1)
eerste deel: alle administratieve informatie, waaronder: (a)
Datum van de offerte voor het verrichten van de diensten;
26
(2)
9
(b)
Naam van de inschrijver, volledig adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres;
(c)
Een naar behoren ingevuld formulier in verband met de rechtspersoonlijkheid9;
(d)
Rechtsvorm;
(e)
Hoofdkantoor of officiële vestiging van de inschrijver (met bewijsmateriaal dat volgens nationaal recht voldoende zou zijn);
(f)
Datum van oprichting of registratie;
(g)
De naam en de hoedanigheid van de wettelijke vertegenwoordiger van de inschrijver (d.w.z. de persoon die naar behoren gemachtigd is om namens de inschrijver tegenover derde partijen op te treden);
(h)
Btw-nummer of bewijs van vrijstelling;
(i)
Socialezekerheidsnummer;
(j)
Gewaarmerkte kopieën van de in onder punt 11 (Uitsluitingscriteria en bewijsstukken) genoemde certificaten;
(k)
Gedetailleerde informatie over de organisatiestructuur van de inschrijver;
tweede deel: de technische inhoud van de offerte, waaronder: (a)
Beschrijving van de voorgestelde organisatie en beheer van de uit te voeren diensten en taken;
(b)
Een gedetailleerde beschrijving benadering en methodologie;
(c)
Een werkplan, indicatief tijdschema beschrijving van de te verlenen diensten;
(d)
Bijzonderheden over het voorgestelde projectteam en informatie met betrekking tot de aard en de omvang van hun deelname aan het project;
(e)
Beschrijving van de relevante beroepservaring, met nadruk op de specifieke onderwerpen waarop deze aanbesteding betrekking heeft;
(f)
Gedetailleerd curriculum vitae van de voornaamste leden van het projectteam en van de nationale deskundigen;
van
de en
voorgestelde gedetailleerde
Formulier te vinden onder http://europa.eu.int/comm/budget/execution/legal_entities_en.htm
27
(g) (3)
Indien nog niet elders behandeld, specifieke informatie met betrekking tot alle in punt 13 vermelde gunningscriteria;
derde deel: het financiële deel van de offerte, waaronder: (a)
Volledige bijzonderheden over de voorgestelde prijs zoals beschreven in punt 9 hierboven en in het formaat van bijlage III van het bijgevoegde ontwerpcontract;
(b)
Een formulier "financiële identificatie" (Bank ID form), naar behoren ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de bank10;
(c)
Bewijsstukken betreffende de omzet van de inschrijver in het laatste boekjaar waarvan de rekeningen zijn afgesloten;
(d)
balansen of uittreksels van balansen van de laatste twee afgesloten boekjaren, wanneer publicatie daarvan is vereist overeenkomstig de vennootschapswetgeving van het land waar de dienstverlener is gevestigd; indien de inschrijving door een consortium wordt ingediend, dient elk lid van het consortium een dergelijk certificaat bij te voegen;
(e)
indien een of meer van bovengenoemde documenten om duidelijk aangegeven redenen niet kan of kunnen worden overgelegd, kan de Commissie eventueel besluiten een bankverklaring ter staving van de financiële draagkracht te accepteren; indien de inschrijving door een consortium wordt ingediend, moet elk lid van het consortium een dergelijke verklaring bijvoegen.
14. 2. Indiening van de offertes De offertes moeten: 1) door de wettelijke vertegenwoordiger van de inschrijver zijn ondertekend; alle niet-ondertekende offertes zullen van deelneming worden uitgesloten; 2) in drievoud worden ingediend (1 origineel en 2 kopieën); 3) alle bovengenoemde vereiste informatie bevatten; 4) duidelijk en bondig zijn; 5) in één van de officiële talen van de Europese Unie zijn gesteld; 6) worden ingediend overeenkomstig de eisen van de uitnodiging tot inschrijving en binnen de daarin vastgestelde termijn (alle adressen en termijnen zijn in deze brief aangegeven). 10
Formulier te vinden onder http://europa.eu.int/comm/budget/execution/tiers_fr.htm 28
15.
AANVULLENDE BEPALINGEN 1) Het instellen van een aanbestedingsprocedure houdt voor de Commissie niet de verplichting in de opdracht te gunnen. 2) De Commissie is geen schadevergoeding verschuldigd aan inschrijvers van wie de offerte niet is aanvaard. Hetzelfde geldt indien zij afziet van gunning van de opdracht. 3) De kosten voor het opstellen en indienen van inschrijvingen worden niet vergoed. 4) Er wordt geen informatie, van welke aard ook, verstrekt over de voortgang van de beoordeling van de inschrijvingen. 5) Alle door de inschrijvers ingediende stukken worden eigendom van de Commissie en worden als vertrouwelijk beschouwd.
29
Bijlage I
Uitsluitingscriteria (Artikel 93, lid 1, FR) 1. Uitsluiting van deelneming aan een aanbestedingsprocedure, artikel 93, lid 1, FR: "De gegadigden of inschrijvers worden van deelneming aan een aanbestedingsprocedure uitgesloten als zij: 1.1. sub a) in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surséance van betaling verkeren, hun werkzaamheden hebben gestaakt, het voorwerp zijn van procedures betreffende deze zaken, of in een andere soortgelijke toestand verkeren ingevolge een gelijkaardige procedure van de nationale wetgeving of regelingen11; 1.2. sub b) bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt12; 11
Door aanvragers, inschrijvers of toekomstige contractanten te verstrekken bewijsstukken Plaatsing van opdrachten (Artikel 93, lid 2, FR; Artikel 134 van de uitvoeringsvoorschriften)
Recent uittreksel uit het strafregister of een recent gelijkwaardig document van een gerechtelijke of administratieve autoriteit van het land van oorsprong of herkomst of wanneer in het betrokken land geen dergelijke verklaringen worden afgegeven: een verklaring onder ede of op erewoord van de betrokkene ten overstaan van een gerechtelijke of administratieve autoriteit van het land van oorsprong of herkomst Zie bewijsstukken voor artikel 93, lid 1, onder a) van het FR hierboven
Zie ook artikel 134, lid 3, van de uitvoeringsvoorschriften: Overeenkomstig de nationale wetgeving van het land van vestiging van de inschrijver of gegadigde hebben de in de leden 1 en 2 genoemde documenten betrekking op rechtspersonen en natuurlijke personen, waaronder eventueel, in gevallen waarin de aanbestedende dienst zulks nodig acht, ondernemingshoofden of elke persoon die bij de gegadigde of inschrijver vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft.
30
Uitsluitingscriteria (Artikel 93, lid 1, FR) 1.3. sub c) als zij bij de uitoefening van hun beroep ernstige fouten hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken; 1.4. sub d) niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd of van het land van de aanbestedende dienst dan wel van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd13;
1.5. sub e) bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie,
12
Zie voetnoot 1.
13
Zie voetnoot 1.
Door aanvragers, inschrijvers of toekomstige contractanten te verstrekken bewijsstukken Plaatsing van opdrachten (Artikel 93, lid 2, FR; Artikel 134 van de uitvoeringsvoorschriften) Verklaring van de gegadigde of inschrijver dat hij zich niet in de beschreven situatie bevindt
Een recente verklaring van de bevoegde autoriteit van het betrokken land waarin wordt bevestigd dat de gegadigde zich niet in de beschreven situatie bevindt of wanneer in het betrokken land geen dergelijke verklaringen worden afgegeven: een verklaring onder ede of op erewoord van de betrokkene ten overstaan van een gerechtelijke of administratieve autoriteit van het land van oorsprong of herkomst Zie bewijsstukken voor artikel 93, lid 1, onder a) van het FR hierboven
31
deelname aan een criminele organisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt14; 1.6. sub f) na de procedure voor de plaatsing van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een subsidie uit de communautaire begroting ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen."
14
Verklaring van de gegadigde of inschrijver dat hij zich niet in de beschreven situatie bevindt
Zie voetnoot 1.
32