I
HOMEOPATHIE OP HET HOOGSTE NIVEAU
@
zijn een samenlevingsvorm van schimmels
dienstmeiden kregen die op hun knieën de vloer moesten schrobben. lemand die in zijn leven niet aan eigen verwerkelijking toekomt door symbiose met een ander, zal op Sticta pulmonaria reageren met een vermindering
en algen die elkaar nodig hebben om te
van slaapstoornissen en het ondernemen van
als organisme met orgaansystemen en
overleven; ze leven op stenen en boombast,
stappen om uit de symbiose weg te komen.
reflexen: bij bronchitis met steekpijn in de borstkas bij hoesten past een homeopathisch geneesmiddel als Bryonía. Ten derde ons bestaan in relatie tot de ander met alle emoties die dat kan oproepen: bij depressie ten gevolge van onderdrukte woede past onder andere Aurum. En dan het vierde niveau: de voortgang van onze zelfverwezenlijking kan stagneren en ook dat levert ons organisme de mogelijkheid om door middel van symptomen te kennen te geven dat het behoefte heeft
kunnen extreme droogte en kou verdragen,
De natuurlijke tendens van ons organisme is groei, ontwikkeling en herstel. Onder organisme versta ik dan alles wat we bedoelen als we onszelf ik' noemen. Allereerst ons lijf: bij kneuzing gebruiken we Arnica. Vervolgens ons functioneren
SYMBIOSE
aan herstel. De vier niveaus vormen een geheel en bij een verstoring op het vierde, hoogste niveau zullen tevens symptomen op lagere niveaus optreden. Hoe vinden we in de homeopathie nu een middel dat past bij
levensloopproblematiek? Een voorbeeld.
De groep van de korstmossen, bijvoorbeeld rendiermos, is in de homeopathie verbonden met het thema symbiose. Korstmossen
en hebben geen wortels nodig, omdat ze hun water uit de lucht kunnen halen. De schimmel kan alleen sporen vormen als de alg leeft. Deze planten kunnen, als homeopathisch geneesmiddel bereid, katalyserend werken op de zelíverwerkelijking van mensen die zich lenen voor symbionten, die zich voor anderen uitsloven en er niets voor terugkrijgen, die hard werken en zelf weinig nodig hebben. Lichamelijk hebben ze snel een vol gevoel na het eten en ze lijden aan slaapstoornissen, zoals een dienstbode
die bij nacht en ontij moet opdraven en daardoor nooit rustig kan eten en slapen en haar eigen levensritme kan volgen. Een van deze korstmossen, Sticta pulmonaria, is bekend als geneesmiddel bij een slijmbeursontsteking van de knie, zoals vroeger
MATERIA MEDICA
Bij deze methodiek wordt de similiawet toegepast op basis van aanvullingen op de materia medica vanuit het plantenleven, diergedrag en de plaats die mineralen in de schepping innemen. Symbiotische plant
voor symbiotisch levende mens. Schuchter dier voor schuchtere mens. Lanthaniden voor mensen die bewust aan hun innerlijke ontwikkeling werken. De huidige homeopathie-generatie werkt aan de materia medica van dit vierde niveau. Met die materia medica moet men dan ook vertrouwd zijn om een middel te kunnen kiezen. Daarnaast is proÍessionele afstand tot de problematiek een vereiste; daardoor is het uiterst moeilijk om op dit niveau een middel voor jezelí te kiezen.
.
HN.4.. AUGUSTUS
2010. JAARGANG 121, NR
4
^Ë fy'
-rFF'
*a G?
i x #
i
ï
dffi
L
ZELF JE GENEESMIDDEL
De homeopathie kent een lange traditie in zelfmedicatie, doordat ze vanaf haar ontstaan controversieel is geweest. De gevestigde medische orde heeft de homeopathie meteen op theoretische gronden verworpen. Daardoor waren mensen oP zichzelÍ aangewezen om een middel voor hun kwalen te kiezen. Uitgangspunt bij het kiezen van een homeopathisch geneesmiddel is het waarneembare, ongeacht de mogelíikheid van een verklaríng. Deze keuze berust op patroonherkenning en synthetisch denken. Dit denken is de tegenhanger van causaal-analytisch denken waarin het opsporen van oorzaak-gevolgrelaties centraal staat en redeneringen vanuít het verklaarbare als uitgangspunt worden gekozen. Er zijn altijd onverklaarde íenomenen geweest en die zullen er altijd blljven. Beide manieren van denken hebben dan ook bestaansrecht. DIAGNOSE EN INDIVIDU
Het analytisch denken stelt zich ten doel in de werkelijkheid wetmatigheden te ontdekken door regelmatigheden op te sporen. Een voorwerp dat je loslaat, valt recht naar beneden. Een steen die je van je aí gooit, valt in een boog. Als je dit maar lang genoeg bestudeert, ontdek je vroeg of laat net als Newton de mechanicawetten. Bij het zoeken naar wetmatigheden is de aandacht gericht op wat altijd hetzelfde is. Ook bij ziekten is dat zo, daarom hebben ze een diagnosenaam. Die naam behelst een categorisering: wat is de overeenkomst tussen deze maagzweer en die maagzweer? ln de homeopathie gaat het er juist om wat er níet hetzelfde is, wat het individuele is in het ziek zijn. Hoe heeft iemand maagpijn? Wanneer? Hoe voelt hij zich erbij? De ziektediagnose kan nog gesteld worden als iemand overleden is; bij de lijkschouwing vind je immers de maagzweer terug. Maar de keuze voor een homeopathisch geneesmiddel kenmerkt het leven: bij overlijden zijn de pijn, de angst, het zweten en de slapeloosheid verdwenen. MATERIE, FUNCTIE EN BETEKENIS Er zijn dus twee niveaus te onderscheiden: materie en leven. Ons lijf en datgene wat het doet íunctíoneren. Ofwel het niveau van de atomen en moleculen waaruit ons lichaam bestaat, en het niveau van de íunctie, waar organen een samenhangend organisme vormen (zie de onderste twee rijen in íiguur 1).
in íiguur
'1).
Op al deze niveaus kan menselijk lijden zich uiten. De materie van ons lichaam kan zijn samenhang verliezen - denk bijvoorbeeld aan een bloeding na kneuzing. Vanuit het niveau erboven wordt die blauwe plek (weefsel, structuur) hersteld, omdat de íunctie dat regelt. Als je niet zou leven, dan zou die blauwe plek blijven. Zoals de materie hersteld wordt vanuit de íunctie, zo worden stoornissen in de functie hersteld vanuit de betekenis. Sommige mensen krijgen maagpijn van ergernis om dingen waar een ander zijn schouders over ophaalt. Het hangt er maar net van af welke betekenis je een voorval geeft. Wanneer iemand leert 'ergerniswekkende situaties'te relativeren heeft hij geen maagpijn meer. Doordat er in je bewustzijn een verandering optreedt, gaat je lichaam anders reageren. BESTEMM I NG
lemand kan ook besluiten zijn leven anders in te richten, door bijvoorbeeld een baan te zoeken waar hij zich niet ergert. Stoornissen in de betekenisgeving worden hersteld vanuit een gewijzigde levensloop (zie de bovenste rij in figuur 1). Er zijn ernstig zieke mensen die hun leven een nieuwe bestemming geven: ik wil mijn kleinkind zien opgroeien, ik wil mijn zaak nog aan mijn kind kunnen overdragen, ik wil mijn moeder verplegen tot haar dood, ik wil in deze wereld God nog ontmoeten... Mensen die zo hun leven een gewijzigde bestemming geven, brengen ook een verandering aan in hun bewustzijn. Ze leven dan vaak veel langer en meestal ook gelukkiger dan de medische wetenschap voor mogelijk had gehouden. Bij kankerpatiënten die - zoals dat dan genoemd wordt - 'spontaan genezen' is dit veelvuldig opgemerkt. Bestemming heeft dus zeggenschap over betekenis, functie en materie en wordt vanuit je intentie aangestuurd. Elk niveau wordt dus hersteld vanuit het erboven gelegene. De medische wetenschap kan dit niet verklaren.
CD uTflNGSVoRM
LEVENSLOOP
VERHOUDING
BETEKENIS
GEDRAG
VERHOUDING IK
Furucrrr
o Rc A t\l
MATER
WEEFSEL, STiUCTUUR'
I
E
E
EF LE
-R
x,
ill
sr
nrr
ól
SYM PTOOM
K
@
I
l a*r*or,aooaL
TOÍ ZELF,
LEVENSI NTENTI
sM
i
Om duidelijk te maken wanneer zelfmedicatie de aangewezen mogelijkheid is, onderscheid ik nog twee hogere niveaus: betekenis en bestemming. Mensen kennen betekenis toe aan de wereld om hen heen en bepalen op basis daarvan hun keuze en hun verhouding tot de ander. Dit is een hogere functie die planten en dieren niet hebben (zie de derde kolom
WERKI NGSG EBI ED
I
KIEZEN
I
-
LEVENSTHEMA'S
E
-
DE ANDER
WEEFSELBESCHADIGING
G
EMOEDSSYMPTOMEN
KLINISCHE ZIEKTEBEELDE
EN M ER K ÉN
OF
ORGAANGERICHT
I
-l
N
i i
STRUCTU
U
RVERAN D ERI NG
HN/.
. JUNI 2010. JAARGANG 121, NR 3
L
l
ZELF JE GENEESMIDDEL KIEZEN
Levensthema's
Gemoeds-
4., symptomen \ \\.
VERHOUDING IK. DE ANDER
VERHOUDING TOT ZELF LEVEN
S
LOOP
G ED RAG
BESTEMM ING MATERI
BETE KEN IS
FUNCTI
E
\ \ j
l
ORGANISME, REFLEX
WEEFSEL, STRUCTUUR STRUCTUURVERAN DERI NG
Orgaan-gerichte homeopathie
E
\
SYM PTOOM KEN M ERKEN
I(linische
I
homeopathie l
Figuur 2.
@
NIVEAUS VAN BEHANDELING
Het ordenen in patronen vindt in de homeopathie op verschillende niveaus plaats, volgens verschillende principes. ln het onderste niveau kies je een geneesmiddel op basis van een een-op-eenrelatie: bij kneuzingen Arnica, bij verstuikingen Ledum, bij insectensteken Apis, bij huidonreinheden Calendu/a et cetera. Dit is een koppeling van het weefsel met het middel. Het therapiedoel is hier orgaangericht. Op het niveau van de functie worden de symptomen gekozen op basis van reacties van het levende organisme. Sommigen krijgen bij afkoeling spierpijn, anderen een blaasontsteking. Sommigen ervaren stekende pijnen, anderen brandende of kloppende. Het therapiedoel is hier gericht op klinische diagnoses als blaasontsteking, slapeloosheid, bronchitis en menstruatiepijn. Hierbij worden levenskenmerken opgespoord waarbij een techniek past die is ontwikkeld door Clemens Maria von Bónninghausen (1785-18ó4). Een symptoom wordt volledig beschreven met de volgende kenmerken: lokalisatie (spiel blaas), sensatie (brandend, stekend), modaliteiten, omstandigheden of aanleidingen die een verergering of verbetering geven (klachten door vochtig weer, door een teleurstelling) en ten slotte begeleidende symptomen (koude voeten bij hoofdpijn). Deze manier van middelkeuze kan worden aangeduid als 'klinische homeopathie', omdat als uitgangspunt het klinische ziektebeeld gekozen wordt. Hierbij worden ter vereenvoudiging vaak complexmiddelen gebruikt. Op het niveau van betekenis speelt het gedrag een rol. Hoe reageert iemand in bepaalde omstandigheden? ln het maagpijnvoorbeeld zagen we dat de klacht aíhing van de interpretatie. Dat is veel persoonlijker dan een blauwe plek krijgen als je je stoot. Op dit niveau spelen emoties een grote rol. ln de homeopathie spreken we van gemoedssymptomen. Waar het in de klinische homeopathie dus
HM,. JUNI 2010. JAARGANG 121, NR 3
gaat over fysieke omstandigheden en de reactie daarop (spierpijn bij vochtig weer), gaat het hier over mentaal-emotionele reacties in de relatie tot de ander, bijvoorbeeld: boos worden of verdrietig zi.jn. Op dit niveau bestaan er in de homeopathie talloze symptomen die interpreteerbaar zijn en geordend kunnen worden in geneesmiddelbeelden. Aan deze techniek is de naam van James Tyler Kent verbonden. BEHANDELPLAN In figuur 2 geef ik de niveaus weer in een cirkel, omdat het niet om een hiêrarchie gaat, maar om een cyclus. De verschillende uitingsvormen van de mens, materie, functie, betekenis en bestemming, melden zich in het leven beurtelings met symptomen oí andere signalen. Op het orgaanniveau en het klinische niveau is de keuze van een geneesmiddel relatief gemakkelijk, omdat de individualiteit van de persoon op die niveaus nauwelijks een rol speelt. Bij een kneuzing neem je bijvoorbeeld eenvoudigweg Arnica. Diagnostiek op het bovenste niveau gaat over de relatie tot jezelí en heeft te maken met een inventarisatie van bewustzijnsinhoud. Hier is een relatie met een ander nodig in de vorm van een dialoog die je onmogelijk met jezelf kunt voeren. Op dat niveau wordt het heel moeilijk om zelf een geneesmiddel te kiezen. Het therapiedoel is het mogelijk maken van veranderingen op bewustzijnsniveau door middel van een homeopathisch geneesmiddel. Diagnostiek op dit niveau is de laatste vijftien jaar ontwikkeld door mensen als Rajan Sankaran, Massimo Mangialavori en Jan Scholten. Het doel van de klassieke homeopathie is het hoogste niveau te vinden waar iets mis is en informatie te verschaffen - door middel van een homeopathisch geneesmiddel - die het organisme in staat stelt betere oplossingen te vinden. o
CATEGORISEREN IN DE HOMEOPATHIE
temperament koud en nat (water), cholerisch is warm en droog (vuur), melancholisch is droog en koud (aarde) en sanguinisch ten slotte warm en nat (lucht). Elk van deze temperamenten heeft een aantal kenmerken die gemakkelijk herkenbaar zijn in het dagelijks leven. ln figuur 1 zijn van deze vier temperamenten de belangrijkste kenmerken weergegeven. REPERTORIUMORDENING
VAN FLURY
Flury heeft op basis van de hierboven geschetste gedachten een repertorium ontwikkeld in de vorm van een kaartsysteem, waarin de volgende hiërarchie is aangebracht: de eerste kaarten
geven per temperament de middelen die erbij horen, gevolgd
'I(lachten ontsta àn, omdat de persoon dte ze kril gt, ze krtjgen kan' door de kenmerken lichaamswarmte, leeftijd, gelaatstrekken, lichaamsbouw en karakter. Vervolgens het tijdsverloop: symptomen die heítig en snel beginnen of langzaam en dan weer plotseling verdwijnen. Hierna jaargetijden, maanstand, menstruatieritme, tijd van de dag, periodiciteit. Hierop volgen de invloed
Fernand Debats en de kaaftenbak van Rudolf Flury
AANLEG ALS UITGANGSPUI
Klachten ontstaan allemaal omdat de persoon die ze krijgt, ze krijgen kan. Er is een voedingsbodem op basis waarvan de één dit symptoom krijgt en de ander iets anders. Wanneer twee mensen uit de warmte de kou in gaan, kan de één een blaasontsteking oplopen en de ander spit in zijn rug. Kennelijk is er al iets aanwezig, een aanleg oí diathese***. Dan moet ook deze diathese bij de ordeningsprincipes in acht worden genomen en wel als belangrijkste, omdat die diathese aan alle symptoomvorming voorafgaat. De volgende stap was een indeling in diathesen te vinden die zo dicht mogelijk bij de natuur staat. Flury vond die in de klassieke hippocratische temperamenten: het cholerische, sanguinische, ílegmatische en melancholische temperament. ln de eerste eeuw werden deze vier door de Romeinse arts Galenus in verband gebracht met de vier elementen - aarde, vuur, lucht en water - die door Empedocles vijfhonderd jaar eerder werden gezien als bouwstenen van de natuur. De elementen werden gekenmerkt door een combinatie van de polen koud-warm en droog-vochtig. Dan is het flegmatische
van lichaamsbeweging en inspanning, invloed van kou, warmte, spijsvertering en alle andere modaliteiten. Daarna de functies van het lichaam, eetlust, slaap, dromen. Hierop volgen de orgaansystemen, gewrichten, hart- en vaatstelsel, centrale zenuwstelsel, huid en ten slotte de lichaamsdelen van nêus tot en met tenen. Dit repertorium is goed bruikbaar wanneer iemands temperament duidelijk op de voorgrond staat. Hiermee heeít Flury niet alleen een zeer bruikbaar repertorium ontworpen. maar ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de filosofisch-wetenschappelijke onderbouwing van het praktischmedische handelen in de homeopathie. .
Zweetha nden voorgoed voorbij
!
'é4
5#"I
,i..i'"H'! ll1tr
@
[email protected]
ss
5
Zweetluchtvoorgoedvoorbij!
HN.4.. AUGUSTUS
2010. JAARGANG 121,
NR
4
CATEGORISEREN IN DE HOMEOPATHIE
I
I cHoLERrscH
I LICHAMELIJKE
j
KENMERKEN
WARME,
STEVIGE
sreRr
guto, ) I EFN HUIU,
MELANcHoLIscH
SANGUINISCH
FLEGMATISCH
DROGE EN HARDE
I werrsrls'
sreRr
WEEK, OPGEZETTE
WARM, WEEK, SIERLIJK, LENIG
WEEFSELS,
BEHAARD, KNOKIG
SPAARZAAM EN DUN HAAR, SLAPPE BANDEN
KRACHTtc, PASSIE, JOVIAAL, uKv ltr uEoAnElr GEBAREN GROTE
*,r, t*,r*,o,
EXPRESSIEF, G RAC I EUS,
ONZEKER, VORMLOOS,
HARMON ISCH
ONDERDANIG
GEPASSIONEERD,
SCEPTISCH
BEHAARD,
VASTE
WEEFSELS, G ESPI ERD
r
t-
L UTTDRUKKINGSI BEWEGING
STRAM' GEREMD' KLEINE BEWEGINGEN
SCH UCHTER,
*.r.or.*.
L
KARAKTER
I uoeotc, I
wetrutc lNlrlArlEF'
i
INWENDIGE WOEDE, AUTONOOM,
M PULSI EF
LEIDER, ACTIEF, BEVELEN D, HARDLEERS, TIRAN N IEK,
SYSTEMATISCH, PLICHTM ENS, SARCASTISCH, ZONDER KUNSTGEVOEL,
HUMORLOOS,
,
J
near-tsrrscH
i
L SNEL ENTHOUSIAST, GEEN INITIATIEF, GEEFT SNEL OP, GROEPSM EN5, SNEL BOOS EN GEHOORZAAM, SNEL WEER VERGETEN, KAN NIET DELEGEREN, STROV U U R, BESLU ITELOOS, SUGGESTIBEL, G EDU LDIG, ANGSTIG, SPEELS,
I 'NELLE l;*"^t-' lsnt..rsvenrentruc, vERTERING' VEEL HARDE POLS,
I
1:ll:,:ïi::-,. ENSTRUATIE
rRoNtscH,
G R APPIG
MUZIKAAL
wElNlG ANGsr
l--r"r..o-o*, AANLEG
I
L
t_
ZWAKKE MAAG, MOET VAAK ETEN, GERINGE MENSTRUATIE,
SNELLE VERTERING, SNEL KOORTS
VROEGE OVERGANG
iovencnrucsKLAcHrEN
M
I
ÍD
PATHOLOGISCH
E
AANLEG MAAGZWEER, ARTERIOSCLEROSE,
loropt-t*tr I
DEPRESSIE, ARTROSE,
GEVOELIG VOOR INFECTIES, KWAKKELIG, NEUROSEN, SLIJMVLIES-
LONGAANDOENINGEN,
DIARREE, COLITIS,
MALIGNOMEN,
LO N G -TBC,
WEEFSEL VERHARDI NG
MATIGNOMEN
Ë'ï
I
VATBAAR, ALLERGIE, PARAN oïDE, HYPERTENSIE,
AANDOENINGEN,
I
DARM-rBc
I
Figuur 1: de belangrijkste kenmerken van de vier temperamenten
toepassen. Wij gaan in ons denken van algemeenheden naar bijzonderheden. Dit betekent dat we ook bij het hiêrarchisch ordenen van algemeen naar specifiek moeten werken' Dit principe was ook al door Hahnemann, Kent en anderen opgemerkt, maar de consequenties die Flury eruit afleidde, gaan verder. 'Natuurlijke processen volgen altijd een doelgerichte beweging', stelt Flury in navolging van Aristoteles' Een beweging heeft allereerst een begin en vervolgens een verloop en ten slotte een einde. Om te bewegen is ook een lokalisatie nodig en ten slotte heeít een beweging een tijdsverloop en een ritme. Bij het begin van de beweging hoort de aanleiding of oorzaak van een klachtenpatroon (in de homeopathie 'causa' genoemd), bijvoorbeeld klachten ten gevolge van afkoeling of ten gevolge van ergernis. Bij het tijdsverloop horen de omstandigheden die het verloop van de klachten beïnvloeden (modaliteiten). Een klacht kan verergeren of verbeteren door omstandigheden, bijvoorbeeld: hoofdpijn die verergert door
HM .
AUGUSTUS 2010
' JAARGANG 121,
NR
4
kou, spierpijn die verbetert door beweging' De lokalisatie spreekt voor zich, een klacht uit zich ergens in het lichaam' Het tijdsverloop en ritme kunnen zich uiten als bijvoorbeeld verergering in de namiddag, of maand- en jaarritmen' seizoenen of periodiciteit. Klachten die steeds in de zomer erger worden, klachten gebonden aan de menstruatie, klachten die elke dag op precies hetzelfde tijdstip optreden' De kenmerken van geneesmiddelbeelden worden ons geleverd door geneesmidJelproeven en omdat deze bij gezonde personen worden doorgevoerd, leveren ze iníormatie die niet het karakter heeft van de chaos van ziekte (symptomen), maar van de ordening van levensprocessen. Flury onderscheidt 'symptomen" die bij
ziekte optred en, en'Zeichen', te vertalen als 'ken-tekenen' of kenmerken, die in geneesmiddelproeven ontstaan en op ziektesymptomen líiken, maar dus niet een ziekte zíin' Deze kenmerken, aldus Flury, kunnen geordend worden op een manier die voor ons begrijpelijk is, namelijk in een hiërarchie, juist omdat ze niet tot de chaos van ziekten behoren'
I
t{
\
..'i
I I
{i,.
dl
F.
l,l ,{ '
"1i1
f,-.:
"f.a
l'.1
S, ï!
CATEGORISEREN IN DE HOMEOPAT
HrE
)
Om beter en sneller homeopathische geneesmiddelen voor te kunnen schrijven, zocht de Zwitserse arts Rudolf Flury (1903-1977) naar een ordening van ziektesymptomen. Die vond hij in de vier klassieke hippocratische temperamenten: cholerisch, melancholisch, sanguinisch en flegmatisch. Flury ontwikkelde vervolgens een bruikbaar repertorium in de vorm van een ingenieus kaartsysteem, en leverde daarmee een belangrijke bijdrage aan de homeopathie. Door Fernand Debats, ar:s
r
co
ri.onreopath ie en redactielid
Rudolf Flury komt de eer toe als eerste na Hahnemanns echtgenote Melanie d'Hervilly de zogenaamde LM-potenties vervaardigd te hebben. ïoen in 1921 de zesde editie van Organon der Geneeskunst, Hahnemanns hoofdwerk, uit een kist op zolder opdook, kreeg Flury dit in handen en was verbaasd dat Hahnemann op hoge leeftijd nog een nieuwe bereidingswijze had bedacht. Hij vond het de moeite waard dit eens uit te proberen en ontdekte dat LM-potenties voor het behandelen van chronische klachten grote voordelen boden. Daarna zijn de LM-potenties een triomftocht over de wereld begonnen. lk kwam ze op het spoor rond 1980, in het begin van mijn carrière als artsvoor homeopathie door het lezen van werken van Vógeli en Eichelberger, die ook de voordelen van LM's benadrukten, en heb ze sindsdien bij voorkeur voorgeschreven. ORDENING VAN SYMPTOMEN
Eenmaal bij Flury aanbeland, ontdekte ik dat deze Zwitserse arts-fllosoof ook een belangrijke bijdrage had geleverd aan de ontwikkeling van de opzet van het repertorium*. Er bestaan in de homeopathie zo'n honderd repertoria en dit geeft al aan dat een repertorium op allerlei manieren kan worden samengesteld. De vraag daarbij is: op welke manier kunnen die vele duizenden symptomen zodanig geordend worden dat ze gemakkelijk terug te vinden zijn? De meest voor de hand liggende manier is volgens lichaamsdeel of op alfabet, maar er zijn meerdere mogelijkheden. Zoals je boeken in een bibliotheek ook volgens verschillende ordeningsprincipes kunt indelen: naar titel, naar auteur, naar onderwerp, naar omvang, naar jaar van publicatie et cetera. Kenmerken die moeilijk in een repertorium of alfabet zijn onder te brengen, zijn bijvoorbeeld tijden van de dag waarop een klacht verergert en de aanleiding voor het ontstaan van klachten, zoals teleurstelling en krenking. *
Een
repertotium is een sood cata/ogus, waarin symptomen opgesomd zijn met daarbij
de geneesmiddelen die dit symptoom in hun geneesmiddelbeeld hebben
- heuij
aangetoond in een geneesmiddelproef, hetzij door registratie van genezen patiënten.
**
De homeopathische mateila medica is de vezameling van alle kenmerken die gevonden
worden bij homeopathÈch geneesmiddelondezoek (de zogenaamde geneesmiddel
Flury beredeneerde vanuit de filosofie van Aristoteles dat de beste manier om de symptomen van de materia medica** te ordenen er één moet zijn die overeenkomt met natuurverwante categorieën. Zijn redenering luidt als volgt. Het gaat erom de similiawet toe te passen, volgens welke de symptomen van de patiënt vergeleken worden met bekende symptomen uit de materia medica. Om dit systematisch te kunnen doen, moeten de bij de patiènt gevonden symptomen geordend worden in volgorde van belangrijkheid, want de belangrijkste symptomen leggen bij de keuze van het middel het meeste gewicht in de schaal. Kort gezegd houdt dit in dat de meest individuele symptomen het belangrijkste zijn. Nu is ziekte op zichzelí het tegen-
'Zreklgprocessen zlir' een verlies van ordenitg en toename van chaos' overgestelde van een geordend proces. Ziekte kenmerkt zich juist door verlies van de natuurlijke ordening. De veranderingen bij ziekte zijn niet doelgericht. Ziekteprocessen zijn te beschouwen als verlies van ordening en toename van chaos. De verschijningsvorm van ziekte is derhalve in zijn aard chaotisch en levert dan ook geen aanwijzingen voor wat belangrijk is en kan niet als basis dienen voor categorisering. Dit is een wezenlijke stap in Flury's gedachtegang en voor ons gevoel is dit in strijd met wat de logica ons voorschrijft. We kunnen echter invoelen wat dit principe inhoudt, wanneer we bedenken hoe ziekte-indelingen van de reguliere geneeskunde - die wel de ziekte tot voorwerp van categorisering neemt - in de loop van de tijd voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Overigens zien we bij Hahnemann in zijn boek De chronische ziekten ook dat hij afstand neemt van de ziekte-indeling op basis van ziektenamen.
proeven).
***
Het woord diathese geeít aan dat er aanleg voor bepaalde ziekten aanwezig is; het is
NATUURLIJKE BEWEGING
veMant aan het begrip constitutie, maar dat begrip heeft meer betrekklng op de alge-
De ordening van symptomen moet, aldus Flury, overeenkomen met onze manier van denken, omdat we denkend de similiawet
hele gesteldheid, los van specifieke ziekteaanleg.
HM..
AUGUSTUS
2010. JAARGANC 121, NR 4