Werkagenda Menzis, gemeenten en regio’s
Conferentie “Werkagenda Menzis en gemeenten” We hebben elkaar nodig Gemeenten zijn een halfjaar op weg met de nieuwe taken in hulp, ondersteuning en zorg. Wat zijn hun ervaringen? En in hoeverre leren zij daarin van elkaar? Op 25 juni gingen zo’n 115 vertegenwoordigers van circa 70 gemeenten samen met Menzis in gesprek over dit onderwerp. Leidraad voor de werkconferentie was de Werkagenda Menzis en gemeenten. Deze heeft Menzis opgesteld, samen met de gemeenten Arnhem, Den Haag, Enschede en Groningen, evenals vertegenwoordigers van de regio Achterhoek, Arnhem, Twente en Groningen. De gedachte hierachter is dat zorgverzekeraars en gemeenten elkaar nodig hebben om te zorgen voor een betere gezondheid van burgers met een effectieve inzet van middelen. Tijdens het plenaire ochtendprogramma werd ingegaan op de landelijke ontwikkelingen rond de Herziening Langdurige Zorg en de belangrijkste lessen over de samenwerking tussen zorgverzekeraar en gemeente. De presentaties van de sprekers staan op www.werkagendamenzisgemeenten.nl/conferentie. Het ochtendprogramma werd afgesloten door Farid Tabarki, die vanuit een vernieuwende invalshoek een kijk gaf op de veranderingen in de samenleving.
In de middag vond in aparte werksessies inhoudelijke verdieping plaats op de samenwerkingsthema’s binnen de Werkagenda: -
integrale gebiedsaanpak: samenwerking op het niveau van wijk of dorp om tot samenhangende zorg en ondersteuning te komen; wijkverpleging: effectieve inzet van de wijkverpleegkundige als verbinder tussen het sociale en medische domein; afhankelijkheden: afspraken over afhankelijkheden en afwenteling tussen wetten bij een beperkt aantal doelgroepen; preventie (mantelzorg): voorkomen van uitval van mantelzorgers van ouderen met (beginnende) dementie; extramuralisering: praktische en kwantificeerbare maatregelen zodat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen.
Daarnaast was er een aparte sessie over de samenwerking tussen zorgverzekeraar en gemeenten.
1
Werkagenda Menzis, gemeenten en regio’s
Hieronder leest u een korte impressie van de verschillende werksessies.
1. Werksessie integrale gebiedsaanpak Het thema integrale gebiedsaanpak heeft een handleiding ontwikkeld voor gezamenlijk opdrachtgeverschap van hulp, ondersteuning en zorg in een wijk of dorp. Tijdens de werksessie worden twee voorbeelden uit de praktijk besproken. Zorghuus Vorden Zorghuus Vorden is een initiatief dat huisartsen zijn gestart nadat ze merkten dat hun praktijk ‘verstopt raakte’ door oude ouderen. Menzis is om tafel gegaan met de gemeente om te komen tot een gezamenlijk opdrachtgeverschap. De aanpak kent ten minste twee onderdelen: samen doelen formuleren en inkoopvoorwaarden op elkaar afstemmen. Het uiteindelijke doel is te komen tot een partnerschap over zorg. Het initiatief moet ertoe leiden dat oude ouderen bijvoorbeeld langer thuis kunnen blijven wonen. In de praktijk wordt duidelijk dat soms taalverschillen overwonnen moeten worden: waar de gemeenten bijvoorbeeld spreken over ‘opdrachten’, gebruikt Menzis de term ‘overeenkomsten’. Populatiebekostiging Enschede In Enschede loopt een pilot met populatiebekostiging. Hierbij wordt een aanbieder gecontracteerd voor de zorg in een bepaalde wijk, voor een vaststaand bedrag. Het doel is creatieve en innovatieve arrangementen te verkrijgen. In principe zijn zowel de overschotten als de tekorten op dat bedrag voor rekening van de aanbieder. Bij deze pilot zijn de grootste negen zorgaanbieders betrokken.
De belangrijkste conclusies van de werksessie Er is een behoefte aan concreetheid: de leidraad is een algemeen verhaal, dat voorbeelden nodig heeft om tot leven te komen: wat kun je er mee, hoe ga je ermee aan de slag, etc. Het zou bijvoorbeeld kunnen worden ingevuld als een FAQ. Er is besproken hoe kan worden omgegaan met schaalverschillen in de leidraad. De problematiek en aandachtspunten bij het samenwerken verschillen tussen grote steden (bijvoorbeeld Den Haag, met 500.000 inwoners, en Vorden met 8.000). Menzis vindt een populatie van 8.00015.000 (een kern of wijk) het best passend om lokale samenwerking in vorm te geven. Schaalgrootte daarentegen zegt niet alles; zelfs in kleine kernen lukt het professionals soms om totaal langs elkaar heen te werken. Veel gemeenten (bijvoorbeeld Wierden) willen ook graag pilots in samenwerking met Menzis opzetten. Dit verloopt nu altijd via de regiogemeente, omdat Menzis simpelweg niet de capaciteit heeft om met alle 70 gemeenten mee te werken aan pilots. De vraag is hoe er desondanks zoveel mogelijk maatwerk geleverd kan worden voor verschillende plekken. Tip om daaraan tegemoet te komen: gemeenten kunnen samenwerken met lokale partijen (bijvoorbeeld de vereniging van huisartsen). Dit kan het voor Menzis aantrekkelijker maken om mee te werken.
2
Werkagenda Menzis, gemeenten en regio’s
2. Werksessie wijkverpleging Het thema focust zich op de wijkverpleegkundige als verbinding tussen het sociale en medische domein. Tijdens de werksessie gingen de deelnemers speeddaten met wijkcoaches en wijkverpleegkundigen; Ze kregen de tijd om met elkaar ervaringen uit te wisselen; hoe verloopt de samenwerking tussen wijkteams en wijkverpleegkundigen?; wat gaat goed en wat kan beter? Hoe kunnen gemeenten en zorgverzekeraars daarop sturen?
De belangrijkste conclusies van de werksessie Samenwerking tussen wijkteam en wijkverpleegkundige heeft absolute meerwaarde, maar vraagt wel dat je elkaar eerst leert kennen, dat kost tijd. Het is van belang dat de wijkverpleegkundigen en de wijkteams de ruimte krijgen om te bepalen wat er moet gebeuren en wie daarin een verantwoordelijkheid heeft. Voorafgaan moeten niet te veel kaders of budgettaire beperkingen worden opgelegd. Vertrouwen in elkaar is een cruciale basis om effectieve zorg te leveren. Administratieve lasten zijn toegenomen. Dit komt voornamelijk door de verantwoordelijkheid voor het indiceren, die nu expliciet bij wijkverpleegkundige is neergelegd. Ook het voortdurend bijhouden van rapportages voor een cliënt neemt veel tijd in beslag. Huisarts, POH, wijkteam en wijkverpleegkundige moeten zoeken naar een effectieve samenwerking. Praktische voorbeelden in de samenwerking/lokale initiatieven rondom dit thema In Hengelo-Noord is een initiatief opgezet waarbij de ene doelgroep voor de andere doelgroep kookt. In Groningen maakt de TSN-wijkverpleegkundige onderdeel uit van het wijkteam, waardoor er minder vergaderingen hoeven plaats te vinden. 3. Werksessie afhankelijkheden Doordat Menzis en gemeenten beide financier en opdrachtgever zijn van aanbieders die hulp, ondersteuning en zorg bieden, kunnen afhankelijkheden ontstaan. Dit thema brengt deze afhankelijkheden in kaart voor de doelgroepen GGZ 18+, jeugd en kwetsbare ouderen, en onderzoekt welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn voor zorgverzekeraar en gemeenten. Doel van het thema is om in een samenwerkingsverband te komen tot een handreiking van mogelijke en gewenste interventies en (beheers)maatregelen voor de gekozen doelgroepen. De handreiking is niet alleen regionaal, maar ook landelijk bedoeld. De werksessie richtte zich op de doelgroep jeugd. Sommige deelnemers hadden een casus meegenomen vanuit hun eigen gemeente rondom deze doelgroep. In groepjes werden de casussen besproken; wat zijn de afhankelijkheden en afwentelrisico’s bij deze casus; welke oplossingsmogelijkheden zijn er voor de korte termijn; welke oplossingsmogelijkheden zijn er voor de lange termijn?
3
Werkagenda Menzis, gemeenten en regio’s
De belangrijkste conclusies van de werksessie Het is van belang dat jongeren goed voorbereid zijn op wat er gaat gebeuren wanneer zij 18 jaar worden en niet meer onder de Jeugdwet vallen. Een prognoseplan zou hierbij kunnen helpen, zodat zij voorbereid zijn op de toekomst en daar naartoe kunnen werken. Het is essentieel dat de hulpverlener als de jongere 16 jaar is al gaat nadenken over de toekomst en wat nodig is om de jongere zelfstandig te laten worden. De jongere zelf moet hierbij nauw betrokken zijn. Om een prognoseplan te maken, moeten gesprekken worden gevoerd met verschillende professionals om te bepalen wie er aan tafel moet zitten. Het is belangrijk om te investeren in de relaties binnen het netwerk en de verbinding te zoeken. Een praktische invulling hiervoor is bijvoorbeeld een lijst van telefoonnummers, een beslisboom én het delen van goede verhalen. Een goede financieringsconstructie is ook van belang. De rolverdeling moet aan de voorkant duidelijk zijn. Praktische voorbeelden in de samenwerking/lokale initiatieven rondom dit thema In Twente hebben de gemeente en Menzis afspraken gemaakt over wat er moet gebeuren bij verwarring over de financiering: diegene bij wie de persoon op dat moment zorg krijgt financiert de cliënt tijdelijk. Later wordt dit opgelost, wanneer de zorgbehoefte van de patiënt en de financiering duidelijk zijn. In de gemeente Renkum zijn partijen bezig om een POH-JGGZ te positioneren bij de GGD; nog steeds binnen het netwerk. Doel is voorkomen dat er te snel wordt opgeschaald, en dus een betere selectie op maat. Op de lange termijn betekent dit ook minder kosten voor de zorgverzekeraar.
4. Werksessie preventie (mantelzorg) Doel van het thema preventie is het ondersteunen van mantelzorgers van ouderen (75+) met dementie. Tijdens de werksessie hebben de deelnemers met elkaar verkend wat de bestaande initiatieven zijn rondom dit thema en op welke manier gemeenten en Menzis de samenwerking concreet kunnen inzetten.
De belangrijkste conclusies van de werksessie Menzis en gemeenten willen meer samen doen en los van domeinenstrijd. De gemeente voelt zich verantwoordelijk voor de mantelzorger, maar de lichtdementerende oudere is de verantwoordelijkheid van Menzis. Laat gemeente en verzekeraar breed kijken naar oudere en mantelzorger tegelijk. Er is een gedeeld belang, maar twee verschillende systemen moeten samenkomen.
4
Werkagenda Menzis, gemeenten en regio’s
Het is van belang dat professionals systematisch gaan kijken naar cliënt en mantelzorger. Ze missen echter goede instrumenten om met mantelzorgers in gesprek te gaan over impact van mantelzorg. Er wordt in de keten wel gevraagd hoe het met de mantelzorger gaat, maar er wordt geen opvolging aan gegeven. Maatwerk is essentieel – niet iedereen wil met respijtzorg. Gemeenten en Menzis hebben behoefte om samen te inventariseren welke voorzieningen en maatregelen er al zijn voor mantelzorgondersteuning. Elke gemeente heeft collectieve zorgverzekering voor minima waarin mantelzorgondersteuning staat. Dat moet meer op eenieders vizier. Het is van belang dat er meer contact is tussen gemeente en wijkverpleegkundigen. Wijkverpleegkundigen willen eerder aan de bel kunnen trekken als ze iets signaleren, bijv. als ze zien dat het wegvallen van dagbesteding tot overbelasting van de mantelzorger zal leiden. Het is ook goed om te kijken naar de kracht in de wijk en van vrijwilligers. Veel preventieve voorzieningen kunnen georganiseerd worden door vrijwilligers, maar zij hebben ondersteuning nodig. Praktische voorbeelden in de samenwerking/lokale initiatieven rondom dit thema In de gemeente Arnhem worden sleutelbewoners gevraagd mee te denken over mantelzorgondersteuning; zij weten beter wat er speelt. In Den Haag zijn ontmoetingscentra opgezet (samenwerkingsverband van zorg- en welzijnsinstellingen) voor dementerende ouderen naar aanleiding van vraagsignalering. Dit ontlast de mantelzorgers en verbindt ouderen. De gemeente Enschede biedt mantelzorgcomplimenten aan in de de vorm van dienstenvoucher. 5. Werksessie Extramuralisering Het thema extramuralisering richt zich op oude ouderen (75+), die voorheen in aanmerking zouden komen voor de zorgzwaartepakketten 3 en 4 uit de voormalige AWBZ. Het doel is deze ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Menzis en gemeenten willen samen met aanbieders concrete interventies ontwikkelen, die op korte termijn toepasbaar zijn op wijkniveau. Ook willen zij de succesfactoren van samenwerking/ effectieve werkprocessen en de potentiële effecten in beeld brengen.
Tijdens de werksessie gingen de deelnemers in gesprek over de wensen en zorgen in de praktijk met betrekking tot oude ouderen.
De belangrijkste conclusies van de werksessie Beide partijen hebben er belang bij dat ouderen langer thuis wonen. Met meer inzet in ondersteuning en zorg vanuit de Wmo2015 en Zvw kan zwaardere zorg worden voorkomen. Vind het wiel niet opnieuw uit: er speelt al een hoop op dit thema. Ga hier slim mee om. Stem vanuit de gemeente en vanuit Menzis goed intern af. De acties raken meerdere afdelingen.
5
Werkagenda Menzis, gemeenten en regio’s
Richt je op armere wijken met een relatief grote groei van het aantal ouderen. Daar valt de meeste winst te behalen. Enkele aandachtspunten die tijdens de werksessie werden gedeeld: Wonen: het is van belang om te kijken naar woningaanpassingen. Betrek hier onder andere woningcorporaties bij. De provincie kan mogelijk een faciliterende rol spelen. Wonen is ook een onderwerp waar Menzis niet direct op lijkt kunnen te sturen, maar Menzis kan bijvoorbeeld de ergotherapeut financiering. Dit kan het mogelijk maken dat iemand lang thuis blijft wonen. Coördinatie: de huisarts is de dossierhouder. Het is belangrijk om duidelijk te maken wie de regisseur is. Dit kan verschillen en is afhankelijk van de hulpvraag. Samenwerking in de wijk: projecten als Zichtbare Schakel hebben goede resultaten laten zien wanneer partijen elkaar beter vinden. Inzet van het informele netwerk: hier liggen kansen wanneer met name mantelzorgers meer ontlast kunnen worden. Nu is het beroep op hen vaak te groot, waardoor meer formele ondersteuning en zorg nodig is. Ook is er vaak geen passend aanbod voor dagbesteding bij deze doelgroep, waardoor het informele netwerk onvoldoende kan worden ontlast. Regelgeving: Professionals die in meerdere gemeenten werken, hebben soms te maken met andere regels. Wanneer zoveel mogelijk dezelfde regels gelden, blijft er meer tijd over voor de ondersteuning en zorg. Praktische voorbeelden in de samenwerking/lokale initiatieven rondom dit thema In Gelderland is het programma ‘Iedereen wil oud worden, niemand wil het zijn’ opgezet; 30 projecten op het gebied van woningaanpassingen. In de gemeente Wierden worden vrijwilligers getraind zodat zij langs huizen kunnen gaan om zorg- en ondersteuningsbehoeften te inventariseren. 6. Werksessie samenwerkingsthema Deze werksessie gaat niet in op een thema uit de Werkagenda, maar richt zich op de samenwerking tussen Menzis en gemeenten in de Werkagenda. Het afgelopen jaar hebben Menzis en de gemeenten elkaar leren kennen en is er vertrouwen opgebouwd. Doordat er vorderingen zijn gemaakt, is de energie behouden. Een groot voordeel van de Werkagenda is dat Menzis in gesprek is met 70 gemeenten, zonder aan 70 verschillende tafels te hoeven zitten. Er wordt benadrukt dat het belangrijk is elkaar te leren kennen, maar vooral ook concreet te worden. In die fase zitten we nu: van papier naar praktijk.
De belangrijkste conclusies van de werksessie Het creëren van vertrouwen was een belangrijke fase binnen de Werkagenda. Het is essentieel om de tijd te neme elkaar beter te begrijpen en de gezamenlijkheid van het probleem te benadrukken en te onderzoeken. De uitdaging van de Werkagenda is vooral dat er geen quick wins zijn. Het is een kwestie van een lange adem voor alle betrokken partijen en het hoog houden van urgentie. Het is voor Menzis nog heel erg zoeken naar de juiste taal om het gesprek te voeren. Wanneer het gaat om complexe casuïstiek is het belangrijk de tijd te nemen voor elkaar. Ook voor gemeenten is het een nieuwe situatie: ze zijn niet gewend om professioneel in te kopen, terwijl het om heel veel geld en een heel delicaat product gaat. Het is cruciaal dat partijen beseffen dat ze het in een bepaald gebied samen moeten oplossen. Pas als dat urgentiebesef er is, kan er synergie ontstaan.
6
Werkagenda Menzis, gemeenten en regio’s
Wil de werkagenda slagen, dan moeten alle belangen buiten spel worden gezet: de burger staat centraal. Dit betekent ook dat partijen bereid moeten zijn om financiële transparantie te verschaffen. Alleen dan kan er gewerkt worden aan het goedkoper maken van het totaal. Samenwerking kan niet planmatig en gelijktijdig georganiseerd worden. Accepteer daarom de vloeibaarheid, leg niets vast, kom samen waar nodig en ga dan weer uit elkaar. Zet geen nieuwe piramides/systemen op. Er is behoefte aan een escalatiemechanisme voor casuïstiek waar gemeenten en verzekeraar financieel niet uitkomen. Praktische voorbeelden in de samenwerking/lokale initiatieven rondom dit thema In de pilot in Vorden binnen het thema integrale gebiedsaanpak hebben partijen elkaar leren kennen en het gevoel van co-creatie begint net te ontstaan. Het is een kwestie van een lange adem. Op de werkvloer vinden mensen elkaar wel, maar soms loopt de discussie vast in systemen en bestuurlijke discussies, bijvoorbeeld bij het Zorghuus. De bestuurlijke discussie gaat er dan over of de doelgroep 70+ of 75+ moet zijn, waarbij de essentie van de samenwerking verloren gaat.
7