„HET NEST‟ Kigali Rwanda
SCHOOLGIDS 2014-2015 NTC-PO en VO
Inhoudsopgave Een woord vooraf
4
1 1.1 1.2 1.3
5 5 6
De school Het bestuur De locatie De omvang van de school
2 Waar de school voor staat 2.1 Missie, doelstellingen van de NTC-school 2.2 Visie 2.3 Uitgangspunten 2.4 Aannamebeleid
6 6 6 7
3 De organisatie van het onderwijs 3.1 Organisatie van de school 3.2 Organisatie van het onderwijs 3.3 Lesrooster en groepsgrootte 3.4 Onderwijsaanbod: doelen en methoden basisonderwijs 3.5 Onderwijsaanbod: doelen en methoden VO1 3.6 Nederlandse en Vlaamse cultuur 3.7 Huiswerk 3.8 Bibliotheek 3.9 Regels voor aanvang en einde lestijden 3.10 Absentiebeleid
8 8 8 9 11 11 11 12 12 12
4 Zorg voor leerlingen 4.1 Leerlingvolgsysteem 4.2 Toetskalender 4.3 Zorg voor leerlingen met specifieke behoeften 4.4 Gang van zaken bij vertrekkende leerlingen
12 13 13 14
5 Personeel 5.1 Directeur en leerkrachten 5.2 Wijze van vervanging bij afwezigheid 5.3 Personeelsbeleid 5.4 Scholing van leraren
14 14 14 15
6 De ouders 6.1 Belang van betrokkenheid van de ouders 6.2 Informatievoorziening naar de ouders 6.3 Jaarkalender 6.4 Klachtenregeling 6.5 Inspraak
15 16 16 16 17
2
7 Kwaliteitszorg 7.1 Kwaliteitszorgbeleid 7.2 Periodiek kwaliteitsonderzoek van de inspecteur 7.3 Ontwikkelingen in de school 7.4 Zorg voor de relatie school en omgeving
17 17 18 18
8
18
Resultaten uit het onderwijs 2012-2013
9 Praktische zaken 9.1 Schooltijden 9.2 Vakantierooster/vrije dagen lesuitval 9.3 Schoolgeld 9.4 Schoolverzekering voor leerlingen
21 21 22 22
10 Namen en adressen 10.1 NTC Kigali “Het Nest” 10.2 Externe adressen en telefoonnummers
22 23
11 Bijlagen 1 Jaarkalenders EBK en ISK
24
3
Woord vooraf Deze schoolgids is bedoeld om u als ouders en andere geïnteresseerden te informeren over wat Het Nest kan betekenen op het gebied van Nederlands Taalonderwijs en Nederlands/Belgisch cultuuronderwijs in Kigali. Ouders en leerlingen kunnen de school gedurende het schooljaar aanspreken op de uitvoering van voornemens zoals opgenomen in de schoolgids. De schoolgids kan op deze manier een rol vervullen in de dialoog tussen school en ouders. Wat vindt u in deze schoolgids? In deze schoolgids vindt u informatie m.b.t.: de visie van de school, de lesmethodes, de zorg voor de leerlingen en de rol die de leerkracht en ouders daarin spelen; een overzicht van de beleidsvoornemens voor dit schooljaar en een terugblik op het schooljaar 2013/2014; praktische informatie, zoals de groepsindeling, schoolkalender, de schooltijden en het vakantierooster voor het schooljaar 2014/2015; een overzicht van namen en adressen van bij de school betrokken personen. De schoolgids sluit aan bij het schoolplan. Hierin hebben wij voor een periode van vier jaar uitgebreid beschreven hoe ons onderwijs in elkaar zit en wat onze plannen zijn om een goede school te blijven. Het schoolplan 2014-2018 kunt u vanaf 1 oktober vinden op de website: http://www.hetnest.org/ouders/ouders.htm Bent u van mening dat wij iets niet waarmaken, dat er iets niet goed gaat of beter kan; laat het ons weten. Dan kunnen we samen met u werken aan een nog betere kwaliteit van ons onderwijs. U kunt contact opnemen met het bestuur (
[email protected]) of de directeur/leerkracht Jan de Groot (
[email protected]). Directie en het bestuur NTC Het Nest Kigali September 2014
4
Hoofdstuk 1: DE SCHOOL Onze school is geregistreerd als Stichting NTC–Kigali te Voorburg en staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel Haaglanden onder nummer 27 27 36 28. De stichting NTC–Kigali is in juli 2004 opgericht om te voorzien in de behoefte aan Nederlands onderwijs in Rwanda door bevoegde leerkrachten. Onze stichting is aangesloten bij de Stichting Nederlands Onderwijs Buitenland (SNOB) welke door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is aangewezen als intermediaire organisatie voor het Nederlands onderwijs in het buitenland. NTC Kigali is dus formeel een Nederlandse school en werkt met een door de inspectie van het onderwijs goedgekeurd schoolplan. Door aansluiting bij het SNOB kunnen wij gebruik maken van de dienstverlening van het SNOB op bestuurlijk en onderwijskundig gebied. Scholen aangesloten bij het SNOB moeten voldoen aan de eisen van de Nederlandse onderwijsinspectie. De inspecteur bezoekt om de vier jaar de school en maakt een rapport op over de kwaliteit van ons onderwijs. 1.1 Het bestuur De bestuursvorm van de school is een stichting, wat o.a. inhoudt dat de school zonder winstoogmerk werkt. Het bestuur van de stichting is een vertegenwoordiging van Nederlandse en Belgische ouders. Het bestuur voor het schooljaar 2014–2015 wordt gevormd door de volgende personen: - Voorzitter: Marc van der Stouwe - Secretaris: Peter van Dommelen - Penningmeester: Esther Hogan - Leden: Raf Somers Eveline Kestelyn Mario Viveen - Adviserend lid: Jan de Groot (Directeur/leerkracht) 1.2 De locatie Het Nest verzorgt NTC basis en voortgezet onderwijs voor kinderen van groep PO 1 t/m groep 8 en VO 1-2. De lessen vinden plaats buiten het reguliere rooster van de dagscholen. In het schooljaar 2014/2015 zullen we NTC-lessen geven op de Ecole Belge de Kigali (EBK) en de International School of Kigali (ISK). Als uw kind op een andere dan bovengenoemde scholen zit, zal het de lessen op EBK of ISK volgen, afhankelijk van de groep waarin uw kind geplaatst wordt. 1.3. Omvang van de school Het Nest begon het schooljaar 2013/2014 met 33 leerlingen en eindigde het schooljaar met 33 leerlingen. Aan het eind van het schooljaar verlieten 3 kinderen Het Nest in verband met terugkeer naar Nederland (1) of verhuizing naar een ander land (2).We
5
wensen hen allemaal veel succes toe in hun verdere onderwijsloopbaan. We starten het schooljaar 2014/2015 met 36 leerlingen. Hoofdstuk 2: WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1. Missie, doelstelling van onze NTC–school “Het Nest” biedt een veilige, uitdagende en zorgzame leeromgeving. Wij streven ernaar dat we door onze zorg en individuele aandacht het beste uit de leerlingen halen. NTC-Kigali stelt zich ten doel het verzorgen van Nederlandse Taal- en Cultuurlessen voor de in Kigali wonende Nederlands sprekende kinderen. Daarbij proberen we een zo groot mogelijke groep kinderen te bereiken door redelijkerwijs rekening te houden met achtergrond, niveau, leeftijd en mogelijkheden van de leerlingen. Onze school is een Nederlandse Taal- en Cultuurschool en probeert zoveel mogelijk aan te sluiten op het Nederlands taalonderwijs. We werken toe naar de kerndoelen zoals deze geformuleerd zijn voor de deelvaardigheden van de Nederlandse taal in het Nederlands basis- en voortgezetonderwijs. 2.2 Visie Onze beoogde kwaliteit NTC “Het Nest” is een school die de kinderen een stevige basis Nederlandse taal en cultuur wil meegeven voor de toekomst. Zowel cognitief (basiskennis) als sociaalemotioneel. We willen een sfeer creëren van saamhorigheid en betrokkenheid waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige mensen. De Nederlandse school vervult in onze ogen een unieke functie. Het brengt Nederlands sprekende kinderen die in Kigali wonen bij elkaar. Het wekelijkse contact met de leerkrachten en klasgenoten bevordert de natuurlijke ontwikkeling van het Nederlands buiten het gezinsverband. Betrokkenheid van de ouders bij het NTC-onderwijs is van belang voor het succes van de school. Hier wordt dan ook veel aandacht aan besteed. Buiten het vaste lessen is er ruimte voor sociale- en culturele activiteiten die bijdragen aan het ontwikkelen van een prettige sfeer waarin kinderen zich veilig voelen en waarbij aandacht wordt besteed aan de Nederlandse en Belgische cultuur. Zo wordt elk jaar een aantal feestdagen gevierd waaronder in ieder geval Sinterklaas en Koningsdag, zijn er filmavonden en wordt aandacht besteed aan de kinderboekenweek. 2.3 Uitgangspunten Onze school kent een aantal uitgangspunten die in hoge mate onze identiteit bepalen; - eerbiediging van iedere geloofsovertuiging, levensbeschouwing of nationaliteit.
6
-
gelijkwaardigheid van alle leerlingen geen discriminatie of uiting van racisme
2.4 Aannamebeleid en toelatingsprocedure NTC-onderwijs kenmerkt zich door een grote diversiteit aan taalniveaus. De leerkracht en directeur bepalen op grond van de beginsituatie van de leerling en de doelstelling die ouders voor ogen hebben, in welke richting het kind het onderwijs zal volgen en wat de leerdoelen zijn. We onderscheiden drie richtingen: NTC richting 1- 2 en 3. Richting 1: Het kind heeft het niveau van leeftijdgenoten in Nederland/België. Als de
taalvaardigheid in de Nederlandse taal zich normaal blijft ontwikkelen zal dit kind op 12 jarige leeftijd tenminste referentieniveau 1F beheersen. De 1 staat voor het 1e jaar Voortgezet onderwijs en de F voor functioneel niveau. Er is ook een streefniveau en dat is een hoger niveau. Referentieniveaus zijn al enige jaren in gebruik in het Voortgezet Onderwijs. Voor meer informatie over de referentieniveaus: http://www.taalenrekenen.nl/ref_niveaus_taal/niveauopbouw/
Richting 2: De leerling heeft een achterstand van maximaal 2 jaar op leeftijdgenoten in
Nederland. Als de leerling zijn taalvaardigheid in de Nederlandse taal op deze manier blijft ontwikkelen dan zal hij op uiterlijk 14 jarige leeftijd het referentieniveau 1F bereiken.
Het niveau van functioneren is de doorslaggevende factor bij het bepalen of het kind een richting 1 of 2 kind is. In principe zal de leerling dus op maximaal 14 jarige leeftijd de lesstof van Taal Actief groep 8 beheersen. . Richting 3: De leerling heeft een achterstand van meer dan 2 jaar op leeftijdgenoten in
Nederland. Of en wanneer de leerling het referentieniveau 1F beheerst verschilt per individuele leerling. Vaak leren R 3 leerlingen Nederlands als vreemde taal.
Bij deze richting kun je geen koppeling maken aan de referentieniveaus of de kerndoelen voor Nederlands. De taalontwikkeling van deze kinderen loopt langs andere wegen en methodes. Toetsen die we gebruiken voor R1 en R2 kinderen zijn voor deze doelgroep minder geschikt. Op onze school zijn in groep 1 en 2 alle drie richtingen vertegenwoordigd. In de groepen 3-8 van het PO en het VO betreft het in principe alleen leerlingen uit richting 1 en 2. De richting waarin het kind in eerste instantie is ingeschaald kan veranderen. Om te bekijken of een kind in aanmerking komt voor onderwijs op onze NTC school, wordt allereerst een intakegesprek gehouden. Op grond van dit gesprek en het onderwijskundig rapport van de oude school wordt het de leerling ingeschaald, in een groep ingedeeld en worden samen met de ouders de leerdoelen afgesproken. Soms zijn aanvullende toetsen noodzakelijk om een scherp beeld van het taalniveau van de leerling te krijgen.
7
Hoofdstuk 3: DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1. Organisatie van de school Op onze NTC school wordt lesgegeven aan kinderen van groep 1 tot en met 8 van de PO en groep 1 en 2 van het VO. Ter vergelijking met het Belgische schoolsysteem: Groep 1= tweede kleuterklas Groep 2= derde kleuterklas Groep 3= eerste leerjaar Groep 8= zesde leerjaar. Alle lessen worden na de schooltijden van de dagschool gegeven. 3.2. Organisatie van het onderwijs De groepen 1 en 2 krijgen 2.5 uur les. De lessen voor groep 3 t/m 8 en het VO duren 3 uur. Afhankelijk van de locatie begint de Nederlandse les om 15.15 uur of 13.00 (I.S.K.) of 13.30 uur (E.B.K.). Er is geen aparte richting 3 groep. Richting 3 kinderen worden alleen aangenomen in groep 1 en 2 en zitten in de groep bij richting 1 en 2 leerlingen. Naast het onderwijs op school krijgen de leerlingen huiswerk mee. De kleutergroep krijgt een mapje mee met taken betreffende woordenschat en voorbereidend lezen en schrijven. In de klas gebruiken we verschillende werkvormen: klassikaal, in groepjes of individueel, afhankelijk van het leerdoel en de samenstelling van de groep. In overleg met de ouders kunnen kinderen versneld door de leerstof gaan. Leerlingen die extra zorg nodig hebben, werken met een programma op maat en maken gebruik van het aanwezige differentiatiemateriaal. 3.3 Lesrooster (september 2014) ISK maandag 15.15-17.45 San Simons groep 1 groep 2
maandag 15.15-18.15 Jan de Groot groep 4
dinsdag 15.15-18.15 Jan de Groot groep 7 groep 8
EBK woensdag 12.30-15.30 San Simons groep 1 groep 2
vrijdag 13.30-16.30 Jan de Groot groep 3
8
woensdag 15.15-18.15 Jan de Groot groep 5 groep 6
donderdag 15.15-18.15 Jan de Groot VO 1 VO 2
3.4. Onderwijsaanbod: doelen en methoden basisonderwijs Algemene doelstelling Het onderwijs in de Nederlandse taal is erop gericht dat de leerlingen uit het basisonderwijs: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig kunnen gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen, kennis en inzicht verwerven over betekenis, gebruik en vorm van taal, plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Wij streven er daarbij naar zoveel mogelijk aan te sluiten bij het Nederlandse basisonderwijs. In de praktijk zal dit niet altijd mogelijk zijn. In dat geval zal het onderhouden van de Nederlandse taal centraal staan en nadere afstemming van de doelen noodzakelijk zijn. Naast lezen en spelling (vanaf groep 3) besteedt de leerkracht in alle groepen ruime aandacht aan de ontwikkeling van de woordenschat. Nieuwe woorden worden in een logisch verband geïntroduceerd en uitgelegd. Daarna stimuleren we de kinderen deze toe te passen. Groep 1 en 2 We werken in deze groepen toe naar het beheersen van de leesvoorwaarden. Er wordt voornamelijk thematisch gewerkt. Spelend en ontdekkend wordt gewerkt aan woordenschatuitbreiding, begrippenkennis, leesvoorwaarden en beginnende geletterdheid. Per thema wordt een keuze gemaakt uit de methoden en materialen die op school voorhanden zijn: Leessleutel, Nederland in Zicht en Ik en Ko. Daarnaast wordt er materiaal gedownload van internet en kinderprogramma‟s als Koekeloere worden in de lessen gebruikt. In groep 2 raken de kinderen verder vertrouwd met letters en woorden door vanaf januari wekelijks een aflevering te bekijken en bespreken van „Ik Mik Loreland‟ Er is speelleer- en ontwikkelingsmateriaal aanwezig. Verder zijn er prenten-, voorleesen liedjesboeken in de bibliotheek. Vaak terugkerende activiteiten zijn: o Het kringgesprek, waarin kinderen elkaar vertellen over hun ervaringen en leren luisteren naar elkaar. Hier wordt een basis gelegd voor een goede luisterhouding. o Het gesloten kringgesprek waarin kinderen spreken over een thema met als uitgangspunt het vergroten van de woordenschat. Hierbij wordt onder andere gewerkt met praatplaten, woordkaarten en beeldwoordvelden. o Voorlezen en bespreken van prentenboeken en verhalen. o Oefeningen rondom begrippen, klanken, letters, woorden en zinnen. o Werken met ontwikkelingsmateriaal. o Kringspelletjes o Leren en herhalen van versjes en liedjes. o Expressie activiteiten zoals knippen, plakken, tekenen, schilderen en naspelen.
9
Na iedere les krijgen de kinderen het blad „Gebrabbel uit het Nest‟ mee naar huis. Hierin staat een kort verslag van wat er die week aan bod gekomen is en er worden suggesties gedaan voor een verdere verwerking of herhaling van de lesstof. Groep 3 In groep 3 ligt de nadruk op het aanvankelijk lees- en spellingonderwijs. Als leidraad wordt hierbij de methode de „Leessleutel‟ gebruikt. Regelmatig worden de kinderen binnen de methode getoetst. Een overzicht van de niet–methode gebonden toetsen die in deze groep worden afgenomen, vindt u in het Toetsoverzicht in hoofdstuk 4.2. Naast het leren lezen en schrijven is er aandacht voor mondeling taalgebruik en woordenschatuitbreiding. Hiervoor worden de Leessleutelverhalen, „Nieuwsbegrip‟ en „Nederland in Zicht‟ gebruikt. Als verrijkend en remediërend materiaal wordt gewerkt met de programma‟s “Speciale leesbegeleiding” en “Lezen naar hoger niveau”. Na iedere les krijgen de kinderen het blad „Gebrabbel uit het Nest‟ mee naar huis. Hierin staat een kort verslag van wat er die week behandeld is en er worden suggesties en huiswerkopdrachten vermeld voor een verdere verwerking of herhaling van de lesstof. Groep 4 tot en met 8 In de groepen 4 tot en met 8 wordt met de taalmethode Taalactief 4 gewerkt, een geïntegreerde taalmethode. Als verrijkend en remediërend materiaal zal gewerkt worden met de methode de Zuidvallei. Computerprogramma‟s spelen een beperkte rol in ons onderwijs. Zij worden hoofdzakelijk gebruikt voor het verdiepen en inoefenen van de leerstof. Met name na analyse van de resultaten van de CITO-LOVS toetsen in januari, werken kinderen op de computer aan de uitbreiding van hun woordenschat en om spellingproblemen in te oefenen. We gebruiken hiervoor de computerprogramma‟s van Taal Actief en Woordkasteel. Naast de correcte spelling en een goede leesvaardigheid werken de kinderen aan zinsopbouw, uitbreiding van de woordenschat en het creatief schrijven. Het systematisch aanleren van alle bestaande letter- en klankcombinaties en een goede spelling krijgt een steeds grotere rol. Voor alle groepen geldt dat naar aanleiding van het werk tijdens de les en het huiswerk, gesignaleerde knelpunten het uitgangspunt vormen voor herhaling van de leerstof. In de hogere groepen van het basisonderwijs komt naast het technisch lezen en de woordenschatuitbreiding ook het begrijpend en studerend lezen (methode TEKSTverwerken), grammatica en het creatief schrijven aan bod. „Nieuwsbegrip‟ wordt gebruikt om de woordenschat uit te breiden en om op de hoogte te blijven van het nieuws. Vanaf groep 6 houden kinderen spreekbeurten en boekbesprekingen, leiden ze debatten en bespreken ze zelfgekozen artikelen. Hiermee besteden we extra aandacht aan de woordenschatuitbreiding en het verbeteren van de mondelinge taalvaardigheid. Lezen wordt sterk gestimuleerd. Niet alleen in de les, door het gebruik van leesboeken, tijdschriften en teksten, maar ook buiten de les. Kinderen maken boekverslagen en
10
houden boekbesprekingen. Kinderen lenen boeken van de bibliotheek om thuis te lezen en krijgen een leestaak mee. Vanaf groep 5 worden de Blokboeken topografie en geschiedenis gebruikt. 3.5 Onderwijsaanbod: doelen en methoden basisonderwijs VO De VO- leerlingen werken met de methode Nieuw Nederlands, VWO/havo. Het onderwijs is erop gericht dat de leerlingen de Nederlandse taal als communicatiemiddel gebruiken in verschillende taalsituaties en dat ze strategieën leren hanteren om: hun taalkennis zo goed mogelijk in te zetten in uiteenlopende situaties, taal receptief en productief, mondeling en schriftelijk kunnen gebruiken in informele en meer formele situaties, de gebruiksmogelijkheden van taal kunnen waarderen door gevoel te ontwikkelen voor effectieve communicatie en door plezier te beleven aan communicatieve situaties, inzicht verwerven in de rol en het belang van taal voor maatschappelijk functioneren, vaardigheden en kennis op het terrein van Nederlands verwerven met het oog op beslissingen over vervolgopleidingen, latere beroepsuitoefening en maatschappelijk functioneren. Naast het werken met materiaal uit de methode zullen kinderen met debatten, spreekbeurten, betogen en boekbesprekingen uitgedaagd worden hun mondelinge taalvaardigheid te verbeteren. Elk dienen 4 leesboeken gelezen en besproken te worden. Het blokboek Staatsinrichting wordt in het eerste leerjaar van het VO behandeld. 3.6 Nederlandse en Vlaamse cultuur Naast Nederlands taalonderwijs biedt de school ook activiteiten aan gericht op bevordering van kennis van de Nederlandse en Vlaamse cultuur. Gedurende het schooljaar worden extra activiteiten rond een cultureel thema georganiseerd. De thema dagen vallen in de regel op zaterdag. Omdat de themadagen een integraal onderdeel vormen van het lesprogramma, worden alle leerlingen geacht aan deze activiteiten deel te nemen. 3.7 Huiswerk Doelstelling van het huiswerk is het herhalen van de aangeleerde lesstof. Eén lesmoment Nederlands in de week is voor kinderen niet genoeg om het aangeleerde eigen te maken. Een of twee momenten in de week terugblikken of inoefenen wat in de les is behandeld, is van belang voor het ontwikkelen van de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in het Nederlands. Vanaf groep 1 wordt er huiswerk gegeven, met een gemiddelde belasting van maximaal een uur per week. Het huiswerk wordt genoteerd op het huiswerkblad. Het huiswerk bestaat uit (voor)lezen, spellingsoefeningen, dicteevoorbereiding, woordenschat, oefeningen uit het taalboek en opdrachten creatief schrijven. Van u als ouders verwachten wij dat u uw kind motiveert om het huiswerk te maken en Nederlandse boeken te lezen. Het is van belang een vast moment in de week te
11
creëren waarop uw kind het huiswerk kan maken. Naast het maken van taken, wordt er van de kinderen verwacht elke week in een Nederlands boek te lezen. Vanaf groep 5 maken kinderen boekverslagen en houden ze boekbesprekingen. 3.8 De bibliotheek Op elke locatie is een eigen bibliotheek aanwezig. Elk half jaar rouleren de boeken. Ook worden er regelmatig nieuwe boeken aangeschaft. De kinderen mogen boeken en dvd‟s lenen en deze elke week ruilen. In de bibliotheekmap wordt bijgehouden wie welk boek in zijn/haar bezit heeft. Bij vermissing of vernieling van de boeken wordt een bedrag in rekening gebracht. Voor een boek of DVD komt dit neer op RWF 10.000 3.9 Regels voor aanvang en einde van de lestijden Wij beseffen dat het voor een leerling niet eenvoudig is om drie uur NTC-onderwijs te volgen na een dag op de reguliere school. Toch hebben wij gekozen voor deze lestijden om onze onderwijsdoelen en de vereiste 120 uur per leerling per jaar te kunnen halen. Er wordt van de kinderen verwacht dat ze op tijd aanwezig zijn. Vanaf het moment dat de dagschool uitgaat is Het Nest verantwoordelijk voor het toezicht op de kinderen. De leerkracht zal daarom altijd voor het einde van het dagschoolprogramma op school aanwezig zijn en, indien noodzakelijk, uw kind van haar lokaal naar het lokaal van de Nederlandse les begeleiden. Ouders of begeleiders worden geacht hun kind tijdig en liefst persoonlijk bij de leerkracht op te halen. Vanaf dat moment valt uw kind weer onder uw supervisie. Voor ons veiligheidsbeleid verwijzen we naar het schoolplan hoofdstuk 4.7. 3.10 Absentiebeleid De leerkracht houdt presentielijsten bij van de lessen en de themadagen. Dit laatste omdat deze activiteiten een integraal deel uitmaken van het onderwijsaanbod. Ouders waarvan kinderen om bepaalde redenen een Nederlandse les niet kunnen bijwonen, worden vriendelijk verzocht dit vóór 10 uur ‟s ochtends telefonisch te melden aan de leerkracht. Omdat er vaak in kleine groepen op verschillende niveaus wordt lesgegeven vereist dit een specifieke voorbereiding van de leerkracht. Absentie van een kind kan er toe leiden dat het programma voor die dag anders ingedeeld en voorbereid moet worden. Wij hopen dan ook op uw begrip en medewerking. Hoofdstuk 4: ZORG VOOR LEERLINGEN 4.1. Leerlingvolgsysteem Om de vorderingen van de leerlingen te volgen en vast te leggen maken wij gebruik van het CITO leerlingvolgsysteem (LOVS). Op vaste tijden worden de leerlingen getoetst. De uitkomsten daarvan worden opgenomen in het LOVS. Leraren bekijken deze gegevens
12
en gaan voor elk kind na of het lesdoel is bereikt. Onderdeel van het leerlingvolgsysteem is het leerlingdossier. Daarin worden het intakeformulier, het onderwijskundigrapport van de oude school, de resultaten van toetsen en observaties, gegevens van de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, handelingsplannen en de rapporten opgenomen. 4.2. Toetskalender De groepen 3 t/m 8 maken regelmatig methodegebonden toetsen, zowel voor taal, spelling en begrijpend lezen. In groep 1 en 2 wordt een observatielijst bijgehouden. Buiten de methodegebonden toetsen maken alle groepen 1 tot 2 keer per jaar ook een aantal CITO-toetsen. Dit zijn niet-methode gebonden toetsen die ook in Nederland worden afgenomen. De resultaten van deze toetsen geven ons de gelegenheid de vaardigheid in het Nederlands te vergelijken met een leerling die in Nederland onderwijs volgt. De vorderingen bij de leerlingen van groep VO 1 en VO 2 worden gemeten met de methodegebonden toetsen van Nieuw Nederland en met de toetsen van Dia Taal. Het toetsschema van ons leerlingvolgsysteem voor het schooljaar 2014-2015: Toets
nov/dec
jan/febr
mei/juni
Observatielijsten
1-2
1-2
1-2
Taal voor kleuters
1-2**
Leesvoorwaarden
2
2*
AVI
4-5-6-7-8
3-4-5-6-7
DMT
4-5-6-7-8
3-4-5-6-7
Begrijpend lezen
5-6-7-8
Woordenschat
3-4-5-6-7-8
SVS
4-5-6-7-8
CITO eindtoets
8 (april)
DiaTaal
VO1-2 A toets
3-4-5-6-7* VO1-2 B toets*
* Indien op de middentoets (jan./febr.) de score achterblijft bij de verwachting of de score juist zeer hoog uitvalt zal de eindtoets afgenomen worden, ook als de doelen of het onderwijsaanbod tussentijds aangepast zijn. Bij een te verwachte score op de middentoets zal geen eindtoets afgenomen worden. ** Richting 1 leerlingen 4.3. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Kinderen werken op hun eigen niveau. Kinderen die meer moeite hebben met de leerstof zullen minder snel door de leerstof gaan omdat ze meer tijd krijgen om leerstof in te oefenen of te herhalen. Kinderen die zich de leerstof snel eigen maken gaan sneller door
13
de leerstof. Ouders worden op de hoogte gehouden van de voortgang van hun kind. Mochten leerkracht en ouders het noodzakelijk vinden dat een kind gedurende een korte periode extra hulp of leerstof nodig heeft dan wordt in overleg besloten -wat het resultaat van deze extra hulp moet zijn -waaruit deze extra hulp/leerstof bestaat -wie, wat op welk moment zal doen -wanneer ouders en leerkracht het proces en het resultaat zullen evalueren. Een kort verslag hiervan wordt opgenomen in het leerlingdossier. 4.4. Gang van zaken bij vertrekkende leerlingen In de laatste week voor het vertrek, is er een eindgesprek tussen de ouders en de leerkracht. U ontvangt dan digitaal het leerlingdossier dat u meeneemt naar de nieuwe school. Het dossier omvat: het onderwijskundige rapport, de laatste twee rapporten en de gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Hoofdstuk 5: PERSONEEL 5.1 Directeur en leerkrachten Jan de Groot Directeur en leerkracht groep 3 t/m 8 en VO. Jan is een bevoegde leerkracht die in Nederland in het gewoon lager en het speciaal onderwijs (ZMOK en langdurig zieke kinderen) gewerkt heeft. Hij werkt sinds 1993 in het onderwijs in het buitenland en was o.a. directeur en leerkracht van de Nederlandse scholen in Mali, Nepal, Sri Lanka en Vietnam. San Simons Leerkracht voor groep 1 en 2. San heeft enkele maanden als kleuterjuf gewerkt op een lokale school in Kigali en geeft op de Ecole Belge Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs. Ze is niet bevoegd maar heeft de NOB-bijscholingscursus voor het werken met kleuters gevolgd. 5.2. Wijze van vervanging bij ziekte In de regel zal bij ziekte de vervanging intern worden opgelost. Uitgevallen lessen worden opnieuw ingeroosterd. 5.3. Personeelsbeleid Voor het schooljaar 2014 – 2015 zijn aan onze school een bevoegde directeur/ leerkracht en een tweede leerkracht verbonden. Het functioneren van de directeur wordt halverwege en aan het eind van het schooljaar door het bestuur geëvalueerd. De voorzitter van het bestuur voert twee keer per jaar een functioneringsgesprek. De
14
functioneringsgesprekken met de tweede leerkracht worden 2 x per jaar gedaan door de directeur/leerkracht. 5.4. Scholing van leerkrachten De beide leerkrachten worden in staat gesteld de bijscholingscursussen van de SNOB te volgen. Het is voor onze school belangrijk dat zij de ontwikkelingen in het onderwijs blijven volgen en steeds werken aan het vergroten van hun deskundigheid. In het schooljaar 2013-2014 is er een externe audit uitgevoerd door Marcel van de Sanden, de directeur/leerkracht van de NTC school in Kampala. Marcel is 4 dagen op school geweest. Omdat beide scholen eenzelfde opzet hebben is deze audit waardevol geweest. Hoofdstuk 6: DE OUDERS 6.1. Belang van betrokkenheid van ouders De Nederlandse school is niet vrijblijvend. Als bestuur en directeur willen we benadrukken dat er verwacht wordt dat de kinderen elke les en ook op de themadagen aanwezig zijn. Regelmatige absentie verstoort het leerprogramma en er kan dan niet voldoende vooruitgang van het kind verwacht worden. Juist in het kader van NTC-onderwijs is het belangrijk dat ouders en de leerkracht dezelfde doelen stellen ten aanzien van het te bereiken niveau van beheersing van de Nederlandse taal. Dit heeft alleen kans van slagen als ouders zich betrokken voelen, interesse tonen en er blijk van geven zich te realiseren dat de thuissituatie in hoge mate bepalend is voor succes in de schoolsituatie. In dit verband is het ook belangrijk dat er thuis zoveel mogelijk Nederlands wordt gesproken, dat er Nederlandse boeken worden (voor)gelezen en dat ouders hun kinderen begeleiden en stimuleren bij het maken van huiswerk. Een bezoek aan Nederland of België en een sterke band met familie en vrienden motiveert kinderen Nederlands te spreken en leren. Het internet biedt tal van mogelijkheden om thuis aan de slag te gaan. Op onze web site vindt u tips en informatie over de mogelijkheden hiervan. Voor het organiseren van de themadagen is een themacommissie verantwoordelijk. De themacommissie zal regelmatig een beroep doen op uw betrokkenheid en hulp. De themacommissie bestaat uit minimaal drie ouders en de twee leerkrachten. Jan Iwens beheert onze website en de face book pagina. De school plaatst regelmatig foto‟s van onderwijsleersituaties op de website www.hetnest.org en op onze face book pagina. Hiervoor hanteren we de volgende regels: -We plaatsen op de face book pagina bij elk verslag van een activiteit of gebeurtenis
15
maximaal 5 foto‟s waarop meerdere kinderen of ouders staan en geen namen vermeld worden. -Op de webpagina plaatsen we meer foto‟s van de activiteit of gebeurtenis waar meerdere kinderen of ouders op staan en geen namen genoemd worden. Ouders zal tijdens de intake gevraagd worden hiermee in te stemmen. 6.2. Informatievoorziening naar de ouders De school acht het van groot belang de ouders zoveel mogelijk te informeren over de gang van zaken op school. Daarom ontvangen zij regelmatig een nieuwsbrief die per email verstuurd wordt. U kunt ook een bezoek brengen aan onze website www.hetnest.org Daarnaast zijn er jaarlijks twee algemene oudervergaderingen. In deze vergaderingen leggen het bestuur en de directie verantwoording af voor het gevoerde beleid en de behaalde resultaten. Gedurende het schooljaar wordt er door de leerkrachten een informatie avond georganiseerd . In de week voor de uitreiking van de rapporten worden ouders uitgenodigd voor een gesprek, waarin de leraar een toelichting geeft op het rapport. De informatievoorziening richting ouders zal in het Nederlands verlopen. Als u vragen of opmerkingen heeft kunt u altijd contact opnemen met de leerkrachten. 6.3 Jaarkalender In de jaarkalender vindt u een overzicht van de schooldagen en de activiteiten (zie bijlage 1). 6.4 Klachtenregeling Wij volgen de richtlijn voor klachten opgesteld door De Stichting NOB. Uitgangspunt is dat klachten in eerste instantie rechtstreeks worden aangekaart bij degene die direct met de kwestie te maken heeft. Stap 1 De ouders nemen de klacht rechtstreeks op met de onderwijsgevende of de directeur van de school. Stap 2 Vinden de ouders en de onderwijsgevende/directeur geen bevredigende oplossing voor het probleem dan wordt de zaak voorgelegd aan het bestuur. Stap 3 Indien ook na het overleg met het bestuur de kwestie niet bevredigend kan worden opgelost, wordt de zaak voorgelegd aan de vertrouwenspersoon. Stap 4 Mocht de aard van de klacht afhandeling in onderling overleg niet mogelijk maken of als de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden dan wordt een beroep gedaan op de Klachtenregeling Nederlands onderwijs in het Buitenland welke bij het bestuur te verkrijgen is. De vertrouwenspersoon voor het schooljaar 2014-2015 is Auke Lootsma.
16
6.5 Inspraak Hoewel de school in rechtspositionele zin de vorm heeft van een stichting, wordt een aantal beslissingen steeds aan de ouders voorgelegd op de twee algemene ouderavonden. Deze beslissingen zijn: - benoeming bestuursleden - goedgekeurde financiële jaarrapportage - goedkeuren begroting voor het komende jaar Als tijdens de oudervergadering bezwaren worden aangetekend tegen een door het bestuur genomen besluit of er worden nieuwe voorstellen gedaan, dan zal hierover in de eerstvolgende bestuursvergadering een besluit worden genomen. In alle gevallen zullen ouders zo snel mogelijk op de hoogte worden gebracht. Hoofdstuk 7: KWALITEITSZORG 7.1 Kwaliteitszorgbeleid De school streeft ernaar om aan de kwaliteitseisen van de onderwijsinspectie en de Stichting NOB te voldoen en tevens om aan de kwaliteitseisen van de ouders tegemoet te komen. De basisvoorwaarden voor kwalitatief hoogwaardig NTC-onderwijs staan verwoord onder “Integrale zorg voor kwaliteit” in het schoolplan hoofdstuk 5. Het bestuur streeft er naar om eenmaal per twee schooljaren de kwaliteit van ons onderwijs te toetsen m.b.v. het zelfevaluatie instrument van de Stichting NOB en door het houden van een ouder- en kinderenquête. In het schoolplan zijn de verbeterpunten opgenomen waar de komende 4 jaren extra aandacht aan zal worden gegeven. 7.2 Periodiek kwaliteitsonderzoek van de inspectie voor het onderwijs In het kader van het periodiek kwaliteitsonderzoek van de inspectie voor het onderwijs heeft de inspecteur, Martin Uunk, in april 2012 een bezoek gebracht aan de school. Zijn conclusie was dat de school aan de wettelijke bepalingen voldoet.
De kwaliteit van 't Nest heeft zich duidelijk verbeterd ten opzichte van het vorige inspectiebezoek, dat twee jaar geleden plaatsvond en op basis waarvan destijds besloten is tot intensiever toezicht. Dit geldt niet alleen voor de leerresultaten en de kwaliteit van de lessen, maar ook voor de kwaliteitszorg en de aansturing. De school heeft voldaan aan de afspraken die destijds zijn gemaakt. De leerresultaten zijn voldoende, zowel aan het einde van de schoolperiode als tussentijds. Ook het primaire proces van lesgeven is zowel op het pedagogische als het didactische vlak op orde. Er is nu een duidelijke taakafbakening tussen bestuur en directeur en tussen directeur en leraren. De continuïteit van de school blijft voor het bestuur een aandachtspunt. Op grond van het geconstateerde kwaliteitsprofiel gaat de inspectie over tot een reguliere vorm van toezicht en kent aan de school het basisarrangement toe.
17
7.3 Ontwikkelingen in de school Onze school voert een actief kwaliteitsbeleid. De nadruk ligt daarbij op de leerresultaten van de kinderen en het onderwijs dat wij geven. Dit kwaliteitsbeleid leggen we telkens voor een periode van vier jaar vast in ons schoolplan. We proberen de kwaliteit van onze school te verbeteren door het goede te behouden, te kijken wat er beter kan en die verbeteringen vast te houden. Hierbij maken we onder andere gebruik van niet methode gebonden toetsen van het CITO LOVS en voor het VO de Diataal toetsen. Op basis van de resultaten van de leerlingen kijken we of de kwaliteit van het totale onderwijsaanbod op peil is en of er voldoende voorzieningen zijn voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. 7.4 Zorg voor de relatie school en omgeving Bij vragen op onderwijskundig of bestuurlijk vlak, maken we gebruik van de diensten van de SNOB (www.stichtingnob.nl). We onderhouden contacten met andere NTC-scholen in de regio. In februari 2014 heeft de directeur van de NTC-school in Kampala een vierdaags bezoek gebracht aan onze school en in opdracht van het bestuur een externe audit gehouden. Naast de NTC-school in Kampala is er regelmatig contact met de NTC scholen in Bujumbura en Dakar en incidenteel met de NTC school in Lusaka. De directeur en de voorzitter van het bestuur onderhouden de contacten met de Ecole Belge de Kigali, International School of Kigali en de Belgische en Nederlandse ambassade. Hoofdstuk 8: RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 2013-2014 Methode onafhankelijke toetsen PO De inspectie beoordeelt de leerresultaten van NTC-scholen aan de hand van de resultaten van landelijk genormeerde toetsen begrijpend lezen in groep 5 en hoger en van technisch lezen vanaf groep 3. Daarnaast verwacht de inspectie dat NTC-scholen ook de spelling en woordenschat tenminste een keer per jaar met landelijk genormeerde toetsen in beeld brengen. Voor het afnemen van landelijk genormeerde toetsen maken we gebruik van het CITO-LOVS en nemen we de toetsen: Taal voor Kleuters, AVI, DMT, Spelling, Begrijpend lezen en Woordenschat af. Wat betreft de toets Woordenschat zal de inspectie nog overleg met het CITO hebben, dit vanwege de twijfels aan de representativiteit/betrouwbaarheid voor de buitenlandsituatie. In leerjaar twee wordt de leesvoorwaardentoets afgenomen, dit is geen CITO toets. Deze toets laat zien of een leerling van groep 2 alle vaardigheden en kennis heeft om in groep 3 met het leren lezen en schrijven te beginnen. De methode-onafhankelijke toetsen van het CITO-LOVS hebben vooral een signalerende functie, zowel op leerling- als op groeps- en schoolniveau. Op leerlingniveau kunnen we de vorderingen van de leerling vergelijken met zijn eerdere vorderingen en
18
met de vorderingen van andere, vergelijkbare, leerlingen in Nederland. Ook kunnen we de vorderingen vergelijken met het doel dat we op termijn gesteld hebben. Wij zetten echter wel vraagtekens bij het gebruik van de toetsen van het CITO-LOVS voor NTC-leerlingen, mede omdat het CITO zelf nadrukkelijk stelt dat de toetsen niet voor deze doelgroep ontwikkeld zijn. Wij gebruiken deze toetsen daarom meer om de vooruitgang te meten en in mindere mate om resultaten te vergelijken met leerlingen die in Nederland dagonderwijs volgen. De resultaten van het LOVS worden tijdens de tweede ouderavond besproken . Aan het eind van het schooljaar krijgen de ouders een overzicht van de resultaten van het LOVS van hun kind opgestuurd. Toelichting op de scores van het CITO-LOVS Richting 1 De score wordt uitgedrukt in een A, B, C, D of E niveau. Deze codering is toetsmomentgebonden en geeft aan hoe goed de leerling functioneert ten opzichte van alle leerlingen die dezelfde toets hebben gemaakt op hetzelfde moment in Nederland. Een A-niveau wil zeggen, dat een leerling bij de beste 25% van de leerlingen van Nederland behoort. Een B-niveau betekent dat een leerling bij de volgende 25% behoort. B en C niveau betekent een net boven en net onder het gemiddeld niveau. Een D-niveau hoort bij de volgende 15%, en de E-niveau bij de laatste 10% van de leerlingen Richting 2 In het computerprogramma LOVS is de mogelijkheid opgenomen om het functioneringsniveau van de leerling te vermelden op het alternatief leerlingrapport, in plaats van de normering A t/m E of I t/m V. Het nadeel van het gebruik van de normeringscodering is dat een R2 leerling die zich minder snel ontwikkelt altijd aangegeven wordt als een E-leerling, terwijl de leerling zich toch (maximaal) ontwikkelt. Door het functioneringsniveau te gebruiken kunnen we zien welke toets meer geschikt zou zijn geweest en door met het alternatief leerlingrapport te werken kunnen we de vooruitgang van de leerling, onafhankelijk van het toetsmoment in kaart brengen. Voor richting 2 leerlingen wreken we dan ook met het alternatief leerling rapport en gebruiken we dit voor een analyse en verslag van de leervorderingen. Analyse toetsresultaten 2013-2014 Taal voor kleuters Op deze toets werd 4 keer een C gescoord en 5 keer een D. Uit de analyse en tijdens de afname van de toets bleek dat de grootte van de woordenschat een grote invloed heeft op de toetsscore en daarmee geen goed beeld geeft van de kennis en vaardigheden op de verschillende onderdelen. Het testen van kleuters blijft discutabel. Kleuters kunnen gewoon maar wat antwoorden omdat ze nog niet door hebben dat op dat moment het van belang is een gevraagd antwoord te geven. We hebben afgelopen jaar bij alle leerlingen de toets Taal voor Kleuters afgenomen maar zullen dit volgend schooljaar alleen doen bij R1 leerlingen. We houden een observatielijst bij van de vaardigheden en kennis van de individuele leerling in groep 1 en 2 en in groep 2 nemen we de leesvoorwaardentoets af in februari en juni. We denken dat we hiermee een goed overzicht krijgen van de vorderingen in kennis en vaardigheden van de kleuters.
19
Leesvoorwaardentoets De leerlingen van groep 2 hebben de leesvoorwaardentoets gemaakt. Deze toets is de eerste keer afgenomen in februari en bij de kinderen waarvoor het nodig was een tweede keer in juni. De toets wordt afgenomen om de resultaten van het onderwijs in groep 1 en 2 te evalueren en om de kennis en vaardigheden te testen van de leerlingen die volgend schooljaar met lezen en schijven beginnen. De resultaten van de februari toets werden mede gebruikt om het leerstofaanbod voor de periode tot de zomervakantie te bepalen. De uitslag van de februari toets bleek dat net als vorig jaar de auditieve kant met name het onderdeel actief en passief rijmen over de hele linie zwak scoorde. Bij nadere analyse blijkt dat dit mede komt door de kleine woordenschat. Leerlingen met een kleine woordenschat zijn geneigd onzinwoorden te gebruiken. Een kleine woordenschat betekent dus ook een zwakke score bij het onderdeel rijmen. Tot de zomervakantie heeft niet alleen het rijmen maar ook de uitbreiding van de woordenschat extra aandacht gekregen. In de voorlaatste week van het schooljaar is de test opnieuw afgenomen. Hiervan waren de resultaten dusdanig dat de vijf leerlingen in groep 2 volgend jaar naar groep 3 doorstromen. Woordenschat Bij 4 leerlingen zien we een score van a/b/c, bij 13 leerlingen een D of E score. Hoewel we bij alle leerlingen een verbetering in de score zien blijkt dat deze verbetering niet betekent dat een achterstand ingehaald wordt. In de meeste gevallen blijkt dat de achterstand in feite groter te worden. Het kan ook niet anders omdat de dagtaal van de leerlingen een ander is dan Nederlands en juist bij de dagtaal de woordenschatuitbreiding plaats vindt. Het is dan ook terecht dat de inspectie de waarde van deze toets nader onderzoekt. Wij hopen echter wel dat met de aanschaf van de nieuwe methode en extra aandacht, de woordenschat volgend significant zal groeien en dat dit in de scores volgend jaar terug te vinden is. Spelling 13 Leerlingen hebben een a/b/c score gehaald, 4 leerlingen een e/d score. Nadat de spellingtoets in februari afgenomen is, is er een foutenanalyse gemaakt en heeft elk kind naast de oefeningen van de spellingmethode met een individueel programma gewerkt om de spellingcategorieën waarop onvoldoende gescoord was in te oefenen. We hebben voor dit inhaalprogramma gewerkt me de spellingkaarten van Taal Actief, Woordkasteel en in de les zijn de spellingcategorieën waartegen de meeste fouten gemaakt werden opnieuw ingeoefend. Technisch lezen AVI en DMT Op twee leerlingen na lezen de kinderen in groep 4-8 op niveau of hoger. De leerlingen van groep drie lezen op een uitzondering na (leest op M5 niveau) op het niveau van M3. Een gedeelte van de leerstof van groep 3 zal volgend schooljaar in groep 4 behandeld worden en de E3 toets zal dan ook in oktober afgenomen worden. De verwachting is dat eind groep 4 de achterstand ingelopen is.
20
Begrijpend lezen Op deze toets zijn de scores goed. Op een leerling na vallen de scores in de c, b en a categorie. Klaarblijkelijk halen kinderen met een kleine woordenschat maar met een goede leesvaardigheid goede scores op deze toets. CITO eindtoets Een leerling van groep 8 heeft deelgenomen aan de CITO eindtoets. Deze leerling heeft de volledige toets gemaakt inclusief wereldoriëntatie. Met een score van 87 voor het onderdeel taal en een totaal score van 546 punten krijgt hij een vwo advies en kan deze leerling en de school tevreden zijn. Methode onafhankelijke toetsen VO Hiervoor maken we gebruik van de toetsen van Diataal. De toets geeft voor de onderdelen spelling, woordenschat, luisteren en tekstbegrip aan of de leerling op vmbo, havo of vwo niveau scoort. De toets is bij de drie leerlingen in februari afgenomen. Spelling: 1 leerlingen op vmbo, 1 leerling op havo en 1 leerling op vwo niveau Luisteren: 1 leerling op havo en 2 leerlingen op vwo niveau Woordenschat: 1 leerling op mavo, 1 op havo en 1 op vwo niveau Tekstbegrip: 3 leerlingen op vwo niveau Na de toets in februari is aan de onderdelen spelling en woordenschat extra aandacht gegeven. In juni is de B versie van de woordenschattoets afgenomen. Woordenschat: 1 leerling op havo en 2 leerlingen op vwo niveau Hoofdstuk 9: PRAKTISCHE ZAKEN 9.1 Schooltijden Een NTC-school wordt geacht 120 uren onderwijs te verzorgen voor elke leerling. Met 36 schoolweken en drie uur les per week voor de groepen PO 1-8 en het VO , en 2.5 uur voor de groepen 1 en 2 komen we niet aan deze 120 uur. Om in PO 3-8 toch minimaal 120 uur les te geven organiseren we op de zaterdag themadagen en worden activiteiten georganiseerd op feestdagen zoals Koningsdag en Sinterklaas. We gaan er hierbij vanuit dat minimaal 110 uur besteed wordt aan taalactiviteiten en 10 uur aan culturele activiteiten. Culturele- en taalactiviteiten vermeld op de jaarkalender zijn verplichte activiteiten omdat ze onderdeel zijn van ons curriculum en als zodanig onder de 120 uurnorm vallen. 9.2
Vakantierooster
Een aparte jaarkalender voor de ISK en de EBK leerlingen vindt u in bijlage 1. De vakanties op EBK en ISK lopen niet parallel. In deze perioden wordt het lesrooster aan gepast en groepen gecombineerd.
21
9.3
Schoolgeld
Het schoolgeld voor het schooljaar 2014/2015 is vastgesteld op 1450 Euro met eenmalige inschrijvingskosten van 100 Euro. Het schoolgeld zal verminderd worden met de subsidie die het NOB jaarlijks aan de school zal geven. De verwachting is dat dit 225 euro zal zijn voor het schooljaar 2014-2015. Bij vragen over het schoolgeld en de betaling ervan kunt u contact opnemen met de penningmeester. Een volledig transparant financieel beleid is belangrijk voor de school. U kunt altijd een financieel overzicht opvragen bij de penningmeester. Jaarlijks worden de financiële verrichtingen gecontroleerd door een onafhankelijke kascommissie van twee personen en wordt het budget tijdens de algemene oudervergaderingen gepresenteerd. 9.3
Schoolverzekering voor leerlingen
Onze school is via de Stichting NOB verzekerd voor de wettelijke aansprakelijkheid (WA) tegenover derden. Het betreft schade die is ontstaan door toedoen of nalaten van leerlingen en leraren. Deze verzekering is van toepassing als de schade niet op een andere wijze gedekt wordt, bijvoorbeeld door uw eigen WA-verzekering.
Hoofdstuk 10. NAMEN EN ADRESSEN 10.1. NTC Kigali “Het Nest” Het postadres in Rwanda:
Het postadres in Nederland:
Website Face book E-mail van de school Onderwijsteam Directeur/leerkracht: Leerkracht
Bestuur Voorzitter:
Stichting NTC Kigali p/a HM Ambassade Kigali B.P. 6613, Kigali Rwanda Stichting NTC Kigali p/a MINBUZA- Koeriersdienst Locatie 308/HMA Kigali Postbus 12200 2500 DD Den Haag www.hetnest.org facebook.com/pages/HET-NEST/561103513954989
[email protected]
Jan de Groot
[email protected] San Simons
[email protected]
Marc van der Stouwe
22
078 7112 352 078 9523 579
078 6385 264
Leden:
[email protected] Peter van Dommelen 078 8306 041
[email protected] Esther Hogan 078 8610 646
[email protected] Evelyne Kestelyn 078 8300 769
[email protected] Raf Somers 078 4275 147
[email protected] Mario Viveen 073 0092 201
[email protected]
Vertrouwenspersoon
Auke Lootsma
Kascommissie
nog niet bekend
Secretaris: Penningmeester:
10.2 Externe adressen en telefoonnummers Stichting NOB Parkweg 20a 2271 AJ Voorburg, Nederland T: + 31 70 386 66 46 W: www.stichtingnob.nl E:
[email protected] Inspecteur primair en voortgezet onderwijs buitenland Rijksinspectie Kantoor Breda, Afdeling Buitenland Postbus 88 5000 AB Tilburg, Nederland Ouders kunnen vragen stellen over het onderwijs in het buitenland via: telefoonnummer: + 31 77 46 56 767 Vertrouwensinspecteur Telefoonnummer: + 31 30 670 6001 Websites dagscholen EBK (Ecole Belge de Kigali) http://www.ebk.ac.rw/ ISK (International School of Kigali) http://www.isk-rwanda.org/ KICS (Kigali International Community School) http://www.kicsrw.org The Earth School http://www.theearthschoolafrica.com The French school of Kigali. Geen website.
23
BIJLAGEN Jaarkalenders ISK en EBK schooljaar 2014-2015
NTC Het Nest augustus wo do vrij 1 4 5 6 7 8 11 12 13 14 15 18 19 20 21 22 25 26 27 28 29
week ma di
1
Kalender ISK 2014 - 2015 zat 2 9 16 23 30
zon 3 10 17 24 31
26 augustus eerste schooldag
november week ma di wo do vrij zat 1 10 3 4 5 6 7 8 11 10 11 12 13 14 15 12 17 18 19 20 21 22 13 24 25 26 27 28 29
week 2 3 4 5
ma 1 2 15 22
september di wo do vrij 2 3 4 5 9 10 11 12 16 17 18 19 23 24 25 26
zon 2 9 16 23 30
februari wo do vrij zat zon 1 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28
december week ma di wo do vrij 14 1 2 3 4 5 15 8 9 10 11 12 15 16 17 18 19 22 23 24 25 26 29 30 31
20 21 22 23
24 25 26 27
mei wo do vrij 1 4 5 6 7 8 11 12 13 14 15 18 19 20 21 22 25 26 27 28 29
31 32 33 34
1 mei dag van de arbeid 19 mei toneelavond
zon 7 14 21 28
maart wo do vrij zat zon 1 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28 29
week ma di
7 februari toetsochtend
zat 6 13 20 27
5 december sinterklaasactiviteit 8-12 december rapporten 15 dec tot 2 jan kerstvakantie
week ma di
week ma di
zon 7 14 21 28
17 september ouderavond groep 3 ouderavond groep 1-2 nog te bepalen
12 november algemene ouderavond
2 9 16 23
zat 6 13 20 27
2 9 16 23
14 maart themadag
zat 2 9 16 23 30
zon 3 10 17 24 31
week ma 35 1 36 8 37 15 22 29
di 2 9 16 23 30
juni wo do 3 4 10 11 17 18 24 25
oktober di wo do 30 1 2 7 8 9 14 15 16 21 22 23 28 29 30
vrij 3 10 17 24 31
zat 4 11 18 25
zon 5 12 19 26
zat 3 10 17 24 31
zon 4 11 18 25
4 okt themadag lezen 13-17 oktober herfstvakantie
januari wo do 1 5 6 7 8 12 13 14 15 19 20 21 22 26 27 28 29
week ma di 16 17 18 19
vrij 2 9 16 23 30
5-9 januari rapportgesprekken 24 januari themadag
week ma 30 6 28 13 29 20 30 27
di 31 7 14 21 28
april wo do 1 2 8 9 15 16 22 23 29 30
vrij 3 10 17 24
zat 4 11 18 25
zon 5 12 19 26
30 maart-13 april voorjaarsvakantie 25 april Koningsdag
vrij zat zon 5 6 7 12 13 14 19 20 21 26 27 28
8-12 juni rapportgesprekken 15-19 juni rapporten 19 juni laatste schooldag
24
week ma 6 29 7 6 13 8 20 9 27
LEGENDA: vrije dagen eerste en laatste schooldag culturele activiteiten ouderavonden De herfst-, kerst- en voorjaarsvakantie op EBK en ISK lopen niet parallel. In deze periode zullen groepen gecombineerd of lestijden aangepast worden.
NTC Het Nest augustus wo do vrij 1 4 5 6 7 8 11 12 13 14 15 18 19 20 21 22 25 26 27 28 29
week ma di
Kalender EBK 2014 - 2015 zat 2 9 16 23 30
zon 3 10 17 24 31
26 augustus NTC lessen beginnen
november week ma di wo do vrij zat 1 9 3 4 5 6 7 8 10 10 11 12 13 14 15 11 17 18 19 20 21 22 12 24 25 26 27 28 29
zon 2 9 16 23 30
12 november algemene ouderavond
februari wo do vrij zat zon 1 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28
week 1 2 3 4
ma 1 2 15 22
september di wo do vrij 2 3 4 5 9 10 11 12 16 17 18 19 23 24 25 26
week 13 14 15
ma 1 8 15 22 29
december di wo do vrij 2 3 4 5 9 10 11 12 16 17 18 19 23 24 25 26 30 31
23 24 25 26
mei wo do vrij 1 4 5 6 7 8 11 12 13 14 15 18 19 20 21 22 25 26 27 28 29
week ma di 30 31 32 33
1 mei dag van de arbeid 19 mei toneelavond
zat 2 9 16 23 30
zon 7 14 21 28
maart wo do vrij zat zon 1 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28 29
20 21
7 februari toetsochtend 16-20 februari carnavalsvakantie
zat 6 13 20 27
5 december sinterklaasactiviteit 8-12 december rapporten 22 dec tot 2 jan kerstvakantie
week ma di
22
zon 7 14 21 28
17 september ouderavond groep 3 ouderavond groep 1/2 nader te bepalen 1 september start schooljaar EBK
week ma di 2 9 16 23
zat 6 13 20 27
2 9 16 23
14 maart themadag
zon 3 10 17 24 31
week 34 35 36 37 38
ma 1 8 15 22 29
di 2 9 16 23 30
juni wo do 3 4 10 11 17 18 24 25 1 2
ma 29 6 13 20 27
oktober di wo do 30 1 2 7 8 9 14 15 16 21 22 23 28 29 30
vrij 3 10 17 24 31
zat 4 11 18 25
zon 5 12 19 26
zat 3 10 17 24 31
zon 4 11 18 25
4 okt themadag lezen 27-31 oktober herfstvakantie
januari wo do 1 5 6 7 8 12 13 14 15 19 20 21 22 26 27 28 29
week ma di 16 17 18 19
vrij 2 9 16 23 30
5-9 januari rapportgesprekken 24 januari themadag
week ma di 27 30 31 6 7 13 14 28 20 21 29 27 28
april wo do 1 2 8 9 15 16 22 23 29 30
vrij 3 10 17 24
zat 4 11 18 25
zon 5 12 19 26
3-17 april voorjaarsvakantie 25 april Koningsdag
vrij zat zon 5 6 7 12 13 14 19 20 21 26 27 28 3 4 5
8-12 juni rapportgesprekken 15-19 juni rapporten 1 juli laatste schooldag EBK
25
week 5 6 7 8
LEGENDA: vrije dagen eerste en laatste schooldag culturele activiteiten ouderavonden De herfst-, kerst- en voorjaarsvakantie op EBK en ISK lopen niet parallel. In deze periode zullen groepen gecombineerd of lestijden aangepast worden.